Cover
Inizia ora gratuitamente Inleiding tot het recht (deel V - Burgerlijk recht - tweede examen)3.goederen en zekerheden.pptx
Summary
# Indeling van goederen
Hier is de studiehandleiding voor de "Indeling van goederen", gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 1. Indeling van de goederen
Goederen worden ingedeeld om conflicten te voorkomen en het recht op deze goederen duidelijk af te bakenen, waarbij het nieuwe Burgerlijk Wetboek meer rekening houdt met de maatschappelijke impact van het gebruik van rechten op goederen. Een "vermogen" wordt gedefinieerd als het geheel van goederen en verbintenissen.
### 1.1 Verschillende indelingscriteria voor goederen
De belangrijkste indelingscriteria voor goederen zijn:
* Lichamelijke en onlichamelijke goederen
* Onroerende en roerende goederen
* Publieke en private goederen en "gemene voorwerpen"
* Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen
* Vervangbare en niet-vervangbare goederen
* Zakelijke rechten en vorderingsrechten
#### 1.1.1 Lichamelijke en onlichamelijke goederen
Dit onderscheid is gebaseerd op de tastbaarheid van een goed.
#### 1.1.2 Onroerende en roerende goederen
Dit onderscheid is cruciaal in het vermogensrecht.
* **Onroerende goederen:** Grond en alles wat eraan vastzit, zowel van nature als door de mens aangebracht (bv. gebouwen, bomen).
* **Roerende goederen:** Alle andere goederen die niet onroerend zijn.
#### 1.1.3 Publieke en private goederen en "gemene voorwerpen"
* **Publieke goederen:** Goederen die toebehoren aan een publiekrechtelijke rechtspersoon en bestemd zijn voor het algemeen nut.
* **Private goederen:** Goederen die toebehoren aan natuurlijke of rechtspersonen, en niet bestemd zijn voor het algemeen nut.
* **Gemene voorwerpen:** Goederen die aan niemand toebehoren en vrij te gebruiken zijn (bv. de lucht, de zee).
#### 1.1.4 Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen
* **Gebruiksgoederen:** Goederen die bij een normaal gebruik niet tenietgaan (bv. een tafel, een fiets).
* **Verbruiksgoederen:** Goederen die bij een eerste gebruik tenietgaan (bv. voedsel, geld).
#### 1.1.5 Vervangbare en niet-vervangbare goederen
Dit onderscheid hangt af van de individualisering van het goed en de vervangbaarheid ervan, wat vaak afhankelijk is van de bedoeling van de partijen.
* **Vervangbare goederen:** Goederen die onderling verwisselbaar zijn (bv. eurobiljetten, kilogram suiker).
* **Niet-vervangbare goederen:** Unieke goederen (bv. een specifiek kunstwerk, een huis met een uniek adres).
#### 1.1.6 Zakelijke rechten en vorderingsrechten
Dit onderscheid maakt een fundamenteel onderscheid tussen verschillende soorten rechten op goederen.
> **Tip:** Het correct onderscheiden van deze categorieën is essentieel om de aard van de rechten en verplichtingen die aan een goed verbonden zijn, te begrijpen.
### 1.2 Zakelijke rechten en vorderingsrechten nader bekeken
De tekst maakt een belangrijk onderscheid tussen zelfstandige zakelijke rechten en zakelijke zekerheidsrechten.
#### 1.2.1 Zelfstandige zakelijke rechten
Dit zijn rechten die op zichzelf kunnen bestaan, zonder directe band met een ander recht. Voorbeelden zijn:
* Eigendom
* Vruchtgebruik
* Recht van gebruik
* Recht van bewoning
* Erfdienstbaarheden
* Recht van opstal
* Erfpacht
#### 1.2.2 Zakelijke zekerheidsrechten
Deze rechten zijn "on-zelfstandig" omdat ze enkel kunnen bestaan als bijkomend recht bij een ander recht, met name een vorderingsrecht. Ze bieden de zekerheid dat een vorderingsrecht wordt voldaan. Voorbeelden zijn:
* Hypotheek
* Pand
* Voorrechten
Bij een zakelijk zekerheidsrecht zijn er altijd minstens twee titularissen van een zakelijk recht op hetzelfde goed: de titularis van een zelfstandig zakelijk recht (meestal de eigenaar) en de titularis van een zakelijk zekerheidsrecht.
> **Voorbeeld:** Jan leent geld van de bank voor de aankoop van een huis. De bank krijgt een hypotheek op het huis als waarborg voor de lening. Jan is eigenaar, de bank heeft een zakelijk zekerheidsrecht (hypotheek).
### 1.3 Eigendom
Eigendom is het meest omvattende recht dat men op een zaak kan hebben.
#### 1.3.1 Omvang van het eigendomsrecht
Volgens artikel 3.50 Burgerlijk Wetboek omvat het eigendomsrecht het recht om het voorwerp ervan te gebruiken, hieraan genot te hebben en erover te beschikken. De eigenaar heeft de volheid van bevoegdheden, behoudens beperkingen door de wet of door rechten van derden.
* **Bevoegdheden van de eigenaar:**
* **Genotsrecht:** Het recht op de materiële (bv. fruit) en financiële (bv. huurgelden, intresten) opbrengsten van het goed.
* **Beheersrecht:** Het recht om het goed te gebruiken en te exploiteren (bv. verhuren, uitlenen).
* **Beschikkingsrecht:** Het recht om materieel (bv. vernietiging, verbruiken) of juridisch (bv. verkoop, schenking, hypotheek vestigen) over het goed te beschikken.
#### 1.3.2 Beperkingen van het eigendomsrecht
Het eigendomsrecht kan beperkt worden door:
* **Privaatrechtelijke beperkingen:** Aantasting van de rechten van anderen, zoals burenhinder of rechtsmisbruik.
* **Publiekrechtelijke beperkingen:** Directe beperkingen op het eigendomsrecht zelf (bv. onteigening) of op de uitoefening ervan (bv. stedenbouwwetgeving, vergunningen).
#### 1.3.3 Eigendomsverwerving
De eigendom kan op verschillende manieren verkregen worden:
* **Toe-eigening:** Goederen zonder eigenaar (niet van het openbaar domein).
* **Verloren voorwerpen:** Gevonden voorwerpen in de openbare of private ruimte.
* **Niet opgehaalde voorwerpen:** Na kennisgeving en een termijn van één jaar kan er een gedwongen verkoop plaatsvinden.
* **Recht van natrekking:** Alles wat een zaak voortbrengt of wat als bijzaak met een zaak wordt verenigd.
* **Bezit:** De feitelijke macht over een zaak met de intentie om deze voor zichzelf uit te oefenen alsof men eigenaar is. Dit onderscheidt zich van detentie (enkel feitelijke macht zonder intentie).
#### 1.3.4 Bezit
Bezit omvat een feitelijk bestanddeel (de macht over het goed) en een intentioneel bestanddeel (de wil om het goed voor zichzelf te houden).
* **Bezit te goeder trouw vs. te kwader trouw:** Er geldt een vermoeden van goede trouw.
* **Rechtsgevolgen van bezit van onroerende goederen (Verkrijgende verjaring):** Na een bepaalde termijn wordt de bezitter eigenaar mits aan voorwaarden van "deugdelijk bezit" (voortdurend, vreedzaam, openbaar, ondubbelzinnig) wordt voldaan. De verjaringstermijn bedraagt 30 jaar bij bezit te kwader trouw en 10 of 20 jaar bij bezit te goeder trouw, tenzij schorsing of stuiting optreedt.
* **Rechtsgevolgen van bezit van roerende goederen:** Volgens artikel 3.23 BW geldt bezit als titel. Bij bezit te goeder trouw wordt de bezitter vermoed eigenaar te zijn. De ware eigenaar kan het goed echter terugvorderen binnen drie jaar na diefstal of verlies, indien het zonder prijs werd verkregen.
#### 1.3.5 Mede-eigendom
Mede-eigendom van een recht gaat gepaard met onverdeeldheid van het goed. Niemand kan worden genoodzaakt in onverdeeldheid te blijven.
* **Verschil met volume-eigendom:** Bij volume-eigendom bezitten verschillende personen verschillende delen van een gebouw zonder gemeenschappelijke delen, zoals een gebouw met winkels en een parking.
* **Soorten mede-eigendom:**
* **Vrijwillige mede-eigendom:** Ontstaat bij overeenkomst, geldig voor maximaal vijf jaar (hernieuwbaar). Partijen zijn vrij om de aandelen te bepalen; bij gebreke hiervan wordt een gelijk aandeel vermoed. De titularis kan vrij over zijn aandeel beschikken.
* **Toevallige mede-eigendom:** Ontstaat door externe omstandigheden, zoals een erfenis. Als er geen verdeling plaatsvindt, geldt het principe van vrijwillige mede-eigendom.
* **Gedwongen mede-eigendom:**
* **Mede-eigendom in gebouwen:** De gemeenschappelijke delen van een gebouw zijn in mede-eigendom. De wet stelt hier dwingende regels voor op (bv. basisakte, reglement van mede-eigendom, syndicus). Het onverdeeld aandeel in de gemeenschappelijke delen kan niet afzonderlijk worden vervreemd en men kan niet uit deze onverdeeldheid treden.
* **Gemene afsluiting (muur, haag):** Wordt vermoed "mandelig" te zijn. Men kan hieruit niet treden.
### 1.4 Vruchtgebruik
Vruchtgebruik is het tijdelijk recht op gebruik en genot van andermans goed, met de verplichting de zaak in stand te houden en in natura terug te geven.
* **Omschrijving:** Het is een genotsrecht op andermans goed, waarbij het eigendomsrecht gesplitst wordt in het genot (vruchtgebruiker) en de beschikking (blote eigenaar).
* **Kenmerken:** Het is een zelfstandig zakelijk recht, een tijdelijk recht, en kan een persoonsgebonden recht zijn (bv. recht van bewoning).
* **Ontstaan:** Door de wet (bv. erfenis) of door de wil van de mens (bv. gesplitste aankoop, overeenkomst).
* **Verplichtingen van de vruchtgebruiker:** Een inventaris opmaken, borgstelling geven, de zaak in stand houden (gebruik en beheer als een voorzichtig persoon), en de zaak in natura teruggeven. Belangrijke (structurele) herstellingen vallen buiten zijn verantwoordelijkheid.
* **Einde:** Door het overlijden van de vruchtgebruiker (niet de blote eigenaar), of door het verstrijken van de afgesproken termijn.
### 1.5 Erfdienstbaarheden
Een erfdienstbaarheid is een last op een onroerend goed ten dienste van een ander onroerend goed.
* **Omschrijving:** Een last op een lijdend erf (bv. recht van doorgang, dakdrop, bouwbeperking) dat geduld moet worden door de eigenaar, vruchtgebruiker of bewoner, ten gebruike en nutte van een heersend erf. Er bestaan ook erfdienstbaarheden tot algemeen nut.
* **Kenmerken:** Bijkomstig (afhankelijk van het heersend erf), onroerend, in principe eeuwigdurend en een zakelijk recht.
* **Ontstaan:** Door rechtshandeling, wettelijke bepaling, verjaring, of bestemming door de eigenaar.
* **Einde:** Door verlies van nut, vermenging van de hoedanigheid van eigenaar van het lijdend en heersend erf, of door verjaring.
### 1.6 Opstalrecht
Het opstalrecht is een zakelijk gebruiksrecht om gebouwen, werken of beplantingen te hebben voor het geheel of een deel, op, boven of onder andermans grond.
* **Kenmerk:** Het is een uitzondering op het recht van natrekking.
* **Toekenning:** Het kan betrekking hebben op opstallen (gebouwen) en onderstallen (ondergrondse parkings).
* **Wie en hoe:** Toegekend door de eigenaar-titularis van het zakelijk gebruiksrecht, door overeenkomst (maximaal 99 jaar), testament, of na 30 jaar verjaring.
* **Bevoegdheid:** De opstalhouder kan over zijn recht beschikken.
* **Einde:** Na verloop van de afgesproken tijd, vermenging of verjaring. Na het einde komen de opstallen toe aan de grondeigenaar.
### 1.7 Intellectuele rechten
Intellectuele rechten beschermen creaties van de geest, los van de materiële realisatie ervan. Ze beschermen de titularis tegen namaak of overname van de creatie en zijn overdraagbaar.
* **Voorbeelden:** Auteursrecht, octrooi (patent), merkenrecht, recht op tekeningen en modellen, kwekersrecht.
#### 1.7.1 Auteursrecht
* **Begrip:** Beschermt letterkunde, kunst en wetenschap.
* **Bescherming:** Ontstaat door de loutere creatie (geen formaliteit).
* **Exclusief recht:** De auteur heeft het exclusieve recht om te kopiëren, publiceren, uitvoeren, en toestemming te geven. Hij kan zich verzetten tegen wijziging van zijn werk.
* **Termijn:** Eindigt 70 jaar na het overlijden van de auteur.
#### 1.7.2 Octrooi (patent)
* **Begrip:** Beschermt technologische uitvindingen.
* **Voorwaarden:** De uitvinding moet nieuw, inventief, industrieel toepasbaar en geoorloofd zijn.
* **Bescherming:** Vereist een aanvraag. Het verleent een exclusief recht van exploitatie.
* **Termijn:** Tijdelijk, 20 jaar, niet hernieuwbaar.
#### 1.7.3 Merkenrecht
* **Begrip:** Beschermt namen, logo's, vormen, slogans, kleuren.
* **Voorwaarde:** Nieuwheid (geen natuurlijke vorm of naam).
* **Bescherming:** Vereist een depot. Geeft exclusiviteit.
* **Termijn:** 10 jaar, hernieuwbaar.
#### 1.7.4 Tekeningen en modellen
* **Begrip:** Beschermt het eigen esthetisch karakter van een kleur, vorm of materiaal.
* **Voorwaarde:** De vorm mag niet noodzakelijk zijn voor een technisch effect.
* **Bescherming:** Vereist een depot. Geeft exclusiviteit.
* **Termijn:** 5 jaar, hernieuwbaar tot maximaal 25 jaar.
#### 1.7.5 Kwekersrecht
* **Begrip:** Beschermt nieuwe plantenrassen.
* **Voorwaarden:** Nieuw, homogeen, bestendig, onderscheidbaar.
* **Bescherming:** Vereist een aanvraag. Geeft een exclusief exploitatierecht (kweken, verkopen, zaad verhandelen, licenties geven).
* **Termijn:** 25 jaar of 30 jaar.
### 1.8 Zekerheden
Zekerheden bieden een schuldeiser juridische mogelijkheden om zich te beschermen tegen de insolventie van zijn schuldenaar.
#### 1.8.1 Principe van het vermogen als onderpand
De schuldenaar staat met zijn gehele vermogen in voor al zijn schulden. Bij samenloop (wanneer meerdere schuldeisers aanspraak maken op hetzelfde vermogen) geldt in principe de gelijkheid van schuldeisers, wat leidt tot een "pondsgewijze verdeling". Wettelijke redenen van voorrang, zoals zakelijke zekerheidsrechten, doorbreken deze gelijkheid.
> **Tip:** Zekerheden zijn cruciaal in kredietverlening, omdat ze de kans op terugbetaling vergroten.
#### 1.8.2 Zakelijke zekerheden (herhaling)
Zakelijke zekerheidsrechten zijn onzelfstandige rechten die een vorderingsrecht waarborgen. Ze zijn bijkomstig aan een vorderingsrecht.
* **Hypotheek:** Een zakelijk zekerheidsrecht op een **onroerend goed**. Het kan wettelijk, testamentair of contractueel worden gevestigd. Het is een recht op onroerende goederen, onroerende zakelijke rechten en schepen. Een contractuele hypotheek vereist een authentieke akte en inschrijving in het hypotheekkantoor voor tegenstelbaarheid en rangorde. Het einde van de hypotheek kan komen door nietigheid, ontbinding, aflossing van de schuld met doorhaling, of hypothecaire zuivering.
* **Pand:** Een zakelijk zekerheidsrecht op **roerende goederen**, gevestigd bij overeenkomst. De pandgever geeft het goed in pand (bv. een Rolex als onderpand voor een lening). Tegenwerpelijkheid gebeurt na inschrijving in het elektronisch pandregister. De pandgever behoudt het bezit, maar de pandhouder heeft een volgrecht.
* **Voorrecht:** Een wettelijk bepaald recht van voorrang op bepaalde goederen. Een voorbeeld is het voorrecht bij handelshuur.
#### 1.8.3 Persoonlijke zekerheden
Een persoonlijke zekerheid geeft een schuldeiser de bevoegdheid om betaling te vorderen van een derde wanneer de hoofdschuldenaar in gebreke blijft.
* **Borgtocht:** Een persoonlijke zekerheid die bijkomend en eenzijdig is. De schuldeiser kan zowel de borg als de hoofdschuldenaar aanspreken. De borg kan de hoofdschuldenaar in vrijwaring roepen en verhaal halen. Er kan sprake zijn van wettelijke of gerechtelijke borgtocht, waarbij de rechter iemand tot borgstelling verplicht.
---
# Zelfstandige zakelijke rechten
Het volgende is een gedetailleerde samenvatting van zelfstandige zakelijke rechten, bedoeld als studiegids voor examens.
## 2. Zelfstandige zakelijke rechten
Zelfstandige zakelijke rechten zijn rechten die op zichzelf kunnen bestaan en directe zeggenschap geven over een goed, in tegenstelling tot zakelijke zekerheidsrechten die afhankelijk zijn van een vorderingsrecht.
### 2.1 Overzicht van zakelijke rechten
Zakelijke rechten kunnen worden onderverdeeld in:
* **Zelfstandige zakelijke rechten**: rechten die zelfstandig bestaan (bv. eigendom, vruchtgebruik, erfdienstbaarheden, opstalrecht, erfpacht).
* **Zakelijke zekerheidsrechten**: rechten die bestaan ter zekerheid van een vorderingsrecht (bv. hypotheek, pand, voorrecht).
### 2.2 Zelfstandige zakelijke rechten
#### 2.2.1 Eigendom
Eigendom is het meest omvattende recht dat men op een zaak kan hebben. Het geeft de eigenaar de volheid van bevoegdheden, met uitzondering van wettelijke beperkingen of beperkingen opgelegd door rechten van derden.
##### 2.2.1.1 Omvang van het eigendomsrecht
Het eigendomsrecht omvat drie bevoegdheden:
* **Genotsrecht**: Het recht om de materiële en financiële opbrengsten van de zaak te ontvangen (bv. fruit van een boom, huurgelden, interesten).
* **Beheersrecht**: Het recht om de zaak te gebruiken, te exploiteren, te verhuren of uit te lenen.
* **Beschikkingsrecht**: Het recht om materieel (bv. vernietigen, verbruiken) of juridisch (bv. verkopen, schenken, hypothekeren) over de zaak te beschikken.
##### 2.2.1.2 Beperkingen van het eigendomsrecht
Beperkingen op het eigendomsrecht kunnen zowel privaatrechtelijk als publiekrechtelijk zijn:
* **Privaatrechtelijke beperkingen**: Aantasting van de rechten van anderen, zoals burenhinder of rechtsmisbruik, gebaseerd op de evenwichtsleer.
* **Publiekrechtelijke beperkingen**: Directe beperkingen op het eigendomsrecht zelf (bv. onteigening, opeising) of op de uitoefening ervan (bv. stedenbouwwetgeving, vergunningen).
##### 2.2.1.3 Eigendomsverwerving
Eigendom kan op verschillende manieren worden verkregen:
* **Toe-eigening**: Van goederen zonder eigenaar.
* **Verloren voorwerpen**: Gevonden in de openbare ruimte of privé-eigendom.
* **Niet opgehaalde voorwerpen**: Na een kennisgevingstermijn van één jaar, kan gedwongen verkoop volgen.
* **Recht van natrekking**: Alles wat een zaak voortbrengt of er onlosmakelijk mee verbonden wordt.
* **Bezit (verkrijgende verjaring)**: Feitelijke macht over een zaak met de bedoeling deze voor zichzelf uit te oefenen. Voor de verkrijgende verjaring is een "deugdelijk bezit" vereist (voortdurend, vreedzaam, openbaar, ondubbelzinnig). De verjaringstermijn bedraagt 30 jaar bij ter kwader trouw bezit en 10 of 20 jaar bij te goeder trouw bezit.
* **"Bezits geldt als titel" (roerende goederen)**: Bij te goeder trouw bezit van een roerend goed, geldt het bezit als titel, tenzij de ware eigenaar het goed binnen drie jaar na diefstal of verlies terugvordert.
##### 2.2.1.4 Mede-eigendom
Mede-eigendom ontstaat wanneer meerdere personen het recht op eenzelfde goed delen, wat leidt tot onverdeeldheid over het goed. Niemand kan gedwongen worden om in onverdeeldheid te blijven, tenzij bij gedwongen mede-eigendom.
* **Verschil met volume-eigendom**: Bij volume-eigendom behoren verschillende delen van een gebouw toe aan verschillende eigenaars zonder gemeenschappelijke delen.
* **Soorten mede-eigendom**:
* **Vrijwillige mede-eigendom**: Ontstaat bij overeenkomst, voor maximaal vijf jaar (hernieuwbaar). Er geldt een vermoeden van gelijke aandelen.
* **Toevallige mede-eigendom**: Ontstaat door externe omstandigheden, zoals een erfenis.
* **Gedwongen mede-eigendom**:
* **Mede-eigendom in gebouwen (appartementen)**: De gemeenschappelijke delen zijn in mede-eigendom. De wet stelt hier dwingende regels voor, waaronder een basisakte, reglement van mede-eigendom en een syndicus. Men kan niet uit onverdeeldheid treden met betrekking tot de gemeenschappelijke delen.
* **Gemene afsluiting (muur, haag)**: Er is een vermoeden van "mandeligheid". Men kan niet uit onverdeeldheid treden.
#### 2.2.2 Vruchtgebruik
Vruchtgebruik is het tijdelijk recht op gebruik en genot van andermans goed, met de verplichting de zaak in stand te houden en in natura terug te geven.
* **Kenmerken**: Zelfstandig zakelijk recht, tijdelijk recht, en kan persoonsgebonden zijn (recht van bewoning).
* **Ontstaan**: Door de wet (bv. erfenis) of door wil van de mens (bv. overeenkomst, gesplitste aankoop).
* **Verplichtingen van de vruchtgebruiker**:
* Opstellen van een inventaris en borgstelling.
* De zaak in stand houden en gebruiken en beheren als een voorzichtig en redelijk persoon.
* Belangrijke structurele herstellingen zijn voor de naakte eigenaar.
* De zaak in natura teruggeven, rekening houdend met normale slijtage.
* **Einde**: Overlijden van de vruchtgebruiker (niet de naakte eigenaar), verstrijken van de overeengekomen termijn.
#### 2.2.3 Erfdienstbaarheden
Een erfdienstbaarheid is een last op een onroerend goed (lijdend erf) ten gunste van een ander onroerend goed (heersend erf).
* **Kenmerken**: Bijkomstig, onroerend, eeuwigdurend, zakelijk recht.
* **Voorbeelden**: Recht van doorgang, dakdrop, bouwbeperking.
* **Ontstaan**: Door rechtshandeling, wettelijke bepaling, verjaring, of bestemming van de eigenaar.
* **Einde**: Verlies van nut, vermenging van de eigenaar van het heersend en lijdend erf, of verjaring.
#### 2.2.4 Opstalrecht
Het opstalrecht is een zakelijk gebruiksrecht om gebouwen, werken of beplantingen te hebben op, boven of onder andermans grond.
* **Kenmerk**: Het is een uitzondering op het recht van natrekking.
* **Bevoegdheden**: De opstalhouder kan beschikken over zijn recht. Het kan betrekking hebben op opstallen (bovengronds) of onderstallen (ondergronds).
* **Ontstaan**: Door overeenkomst (max. 99 jaar), testament, of na 30 jaar verjaring.
* **Einde**: Na verloop van de afgesproken tijd, vermenging, of verjaring. Na einde komen de opstallen toe aan de grondeigenaar, conform het recht van natrekking.
#### 2.2.5 Erfpacht
Erfpacht is een zakelijk recht dat een persoon de bevoegdheid geeft om het volle genot te hebben van een onroerende zaak die aan een ander toebehoort, met de verplichting tot betaling van een canon (periodieke vergoeding).
* **Kenmerken**: Geeft het recht op het gebruik en genot van een onroerend goed, vergelijkbaar met eigendom, maar tijdelijk.
* **Bevoegdheden**: De erfpachter kan het goed gebruiken, exploiteren en erover beschikken, binnen de grenzen van de overeenkomst en de wet.
* **Verplichtingen**: Betaling van de canon en het in stand houden van het goed.
* **Ontstaan**: Meestal bij overeenkomst.
* **Einde**: Vergelijkbaar met andere zakelijke rechten, zoals verstrijken van de termijn of vermenging.
### 2.3 Intellectuele rechten
Intellectuele rechten beschermen creaties van de geest, los van hun materiële realisatie. Ze beschermen de titularis tegen namaak en commercialisatie, en zijn overdraagbaar.
#### 2.3.1 Auteursrecht
Beschermt letterkundige, artistieke en wetenschappelijke werken door loutere creatie. Het geeft de auteur exclusieve rechten op kopiëren, publiceren en uitvoeren. Het is een tijdelijk recht dat eindigt 70 jaar na het overlijden van de auteur.
#### 2.3.2 Octrooi (patent)
Beschermt technologische uitvindingen die nieuw, inventief en industrieel toepasbaar zijn. Het geeft een exclusief recht van exploitatie voor een tijdelijke termijn van 20 jaar, niet hernieuwbaar.
#### 2.3.3 Merkenrecht
Beschermt namen, logo's, vormen, slogans, kleuren die een onderneming onderscheiden. Bescherming wordt verkregen door een depot, met een exclusiviteit voor een termijn van 10 jaar, hernieuwbaar.
#### 2.3.4 Recht op tekeningen en modellen
Beschermt de esthetische vormgeving van een product. Voorwaarde is een eigen esthetisch karakter. Bescherming wordt verkregen door een depot, met een exclusiviteit voor een termijn van 5 jaar, hernieuwbaar tot maximaal 25 jaar.
#### 2.3.5 Kwekersrecht
Beschermt nieuwe plantenrassen die homogeen, bestendig en onderscheidbaar zijn. Het geeft een exclusief exploitatierecht voor het kweken en verkopen van planten en zaad. De termijn bedraagt 25 of 30 jaar.
### 2.4 Zekerheden
Zekerheden zijn juridische mogelijkheden die een schuldeiser beschermen tegen de insolventie van zijn schuldenaar. Ze doorbreken het principe van gelijkheid van schuldeisers en bieden voorrang bij betaling.
#### 2.4.1 Zakelijke zekerheden
Zakelijke zekerheidsrechten zijn onzelfstandige rechten die bestaan ter zekerheid van een vorderingsrecht.
* **Hypotheek**: Een zakelijk zekerheidsrecht op een onroerend goed, gevestigd bij wet, testament of overeenkomst. Het biedt zekerheid voor bestaande of toekomstige schuldvorderingen. Publiciteit gebeurt via inschrijving in het hypotheekkantoor, en de rangorde wordt bepaald door de datum van inschrijving.
* **Pand**: Een zakelijk zekerheidsrecht op een roerend goed, gevestigd bij overeenkomst. De pandgever behoudt het bezit, maar tegenwerpelijkheid aan derden gebeurt via inschrijving in het elektronisch pandregister.
* **Voorrecht**: Een door de wet toegekende voorrang bij de verhaal op het vermogen van de schuldenaar.
#### 2.4.2 Persoonlijke zekerheden
Een persoonlijke zekerheid geeft een schuldeiser het recht om betaling te vorderen van een derde wanneer de hoofdschuldenaar in gebreke blijft.
* **Borgtocht**: Een persoonlijke zekerheid waarbij een derde (borg) zich verbindt tot betaling van de schuld indien de hoofdschuldenaar in gebreke blijft. De schuldeiser kan zowel de borg als de hoofdschuldenaar aanspreken. De borg kan de hoofdschuldenaar in vrijwaring roepen. Borgtochten kunnen wettelijk of gerechtelijk worden opgelegd.
---
# Intellectuele rechten
Intellectuele rechten beschermen creaties van de geest en omvatten diverse vormen van exclusieve rechten op immateriële goederen.
### 3.1 Kenmerken van intellectuele rechten
Intellectuele rechten zijn ontworpen om de titularis te beschermen tegen namaak, het ongeoorloofd overnemen van creaties en ongeoorloofde commercialisatie. Deze rechten zijn overdraagbaar en kunnen worden verkocht, geërfd of in licentie worden gegeven.
### 3.2 Soorten intellectuele rechten
De belangrijkste vormen van intellectuele rechten die worden behandeld, zijn:
* Auteursrecht
* Octrooi
* Merkenrecht
* Recht op tekeningen en modellen
* Kwekersrecht
### 3.3 Auteursrecht
#### 3.3.1 Begrip en bescherming
Het auteursrecht beschermt werken uit de letterkunde, kunst en wetenschap. De bescherming ontstaat door de loutere creatie van het werk, zonder dat daarvoor enige formaliteit vereist is.
#### 3.3.2 Rechten van de auteur
De auteur geniet een exclusief recht om zijn werk te kopiëren, publiceren en uit te voeren, of om hierin toestemming te verlenen. De auteur kan zich ook verzetten tegen wijzigingen van zijn werk.
#### 3.3.3 Beperkingen voor anderen
Voor derden geldt een verbod om het werk van de auteur te exploiteren zonder diens toestemming. Dit geldt ook voor mondelinge weergaven of vertalingen, tenzij er sprake is van een citaat.
#### 3.3.4 Tijdsduur
Het auteursrecht is een tijdelijk recht. De bescherming eindigt 70 jaar na het overlijden van de auteur.
### 3.4 Octrooi (patent)
#### 3.4.1 Begrip en voorwaarden
Een octrooi beschermt technologische uitvindingen. Om voor octrooibescherming in aanmerking te komen, moet een uitvinding aan de volgende voorwaarden voldoen:
* Nieuw
* Inventief
* Industrieel toepasbaar
* Geoorloofd
#### 3.4.2 Bescherming en tijdsduur
De bescherming door een octrooi wordt verkregen na een aanvraagprocedure. Het verleent de houder het exclusieve recht van exploitatie. De tijdsduur van een octrooi bedraagt 20 jaar en is niet hernieuwbaar. Er bestaat ook een Europees "Unitair Octrooi".
> **Voorbeeld:** De uitvinding van de pil werd door de uitvinder, dokter Ferdinand Peeters, om religieuze redenen niet gepatenteerd, hoewel dit technisch mogelijk was.
### 3.5 Merkenrecht
#### 3.5.1 Begrip en beschermde tekens
Het merkenrecht beschermt diverse tekens die dienen om goederen of diensten van een onderneming te onderscheiden van die van andere. Dit kan een naam, logo, vorm, slogan of kleur zijn.
#### 3.5.2 Voorwaarden
Een teken kan enkel als merk worden beschermd indien het nieuw is. Natuurlijke vormen of gangbare namen komen niet in aanmerking.
#### 3.5.3 Bescherming en tijdsduur
Bescherming wordt verkregen door een depot van het merk. Het merk verleent exclusiviteit aan de houder. De beschermingstermijn bedraagt 10 jaar en is steeds hernieuwbaar.
### 3.6 Recht op tekeningen en modellen
#### 3.6.1 Begrip en voorwaarden
Dit recht beschermt het uiterlijk kenmerk van een product, zoals de kleur, vorm of het materiaal. Het is cruciaal dat de tekening of het model een eigen esthetisch karakter heeft. Een vorm die enkel noodzakelijk is voor een technisch effect, valt hier niet onder.
#### 3.6.2 Bescherming en tijdsduur
Bescherming wordt verkregen na een depot. Het recht op tekeningen en modellen biedt exclusiviteit voor een periode van 5 jaar, welke kan worden verlengd tot een maximum van 25 jaar.
### 3.7 Kwekersrecht
#### 3.7.1 Begrip en voorwaarden
Het kwekersrecht beschermt nieuwe plantenrassen. Om in aanmerking te komen, moet een ras nieuw, homogeen, bestendig en onderscheidbaar zijn.
#### 3.7.2 Bescherming en tijdsduur
De bescherming wordt verkregen na een aanvraag en verleent een exclusief exploitatierecht. Dit omvat het kweken en verkopen van de planten, het verhandelen van zaad, of het verlenen van licenties aan derden. De beschermingstermijn bedraagt 25 jaar, of 30 jaar voor bepaalde soorten.
---
# Zekerheden
Dit documentgedeelte behandelt de juridische concepten van zekerheden, die zowel zakelijke als persoonlijke vormen aannemen en dienen ter bescherming van schuldeisers bij mogelijke insolventie van de schuldenaar.
## 3. Goederen en zekerheden
### 3.1. Indeling van de goederen
Goederen zijn alles wat vatbaar is voor toe-eigening en vormt de basis van een "vermogen". Het Burgerlijk Wetboek classificeert goederen op verschillende manieren:
* **Lichamelijke en onlichamelijke goederen:** Lichamelijke goederen zijn tastbaar, terwijl onlichamelijke goederen rechten of aanspraken betreffen.
* **Onroerende en roerende goederen:** Onroerende goederen zijn die welke vast aan de grond verbonden zijn (natuurlijk of kunstmatig), terwijl roerende goederen verplaatsbaar zijn.
* **Publieke en private goederen:** Publieke goederen zijn bestemd voor gemeenschappelijk gebruik, private goederen behoren toe aan particulieren.
* **Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen:** Gebruiksgoederen kunnen herhaaldelijk gebruikt worden zonder teniet te gaan, verbruiksgoederen gaan teniet bij eerste gebruik.
* **Vervangbare en niet-vervangbare goederen:** Vervangbare goederen zijn onderling verwisselbaar, wat afhangt van de partijbedoeling.
* **Zakelijke rechten en vorderingsrechten:** Zakelijke rechten geven een directe heerschappij over een goed, vorderingsrechten geven recht op een prestatie van een persoon.
### 3.2. Zelfstandige zakelijke rechten
Zakelijke rechten kunnen worden onderverdeeld in zelfstandige zakelijke rechten en zakelijke zekerheidsrechten. Zelfstandige zakelijke rechten kunnen op zichzelf bestaan, terwijl zakelijke zekerheidsrechten afhankelijk zijn van een vorderingsrecht.
#### 3.2.1. Eigendom
Het eigendomsrecht omvat de bevoegdheden om een goed te gebruiken, ervan te genieten en erover te beschikken.
* **Omvang van het eigendomsrecht:** De eigenaar heeft volheid van bevoegdheden, onderhevig aan wettelijke of derde-rechtenbeperkingen.
* **Bevoegdheden:** Genot (passieve materiële en financiële opbrengsten), beheer (gebruik, exploitatie), en beschikking (materieel en juridisch).
* **Beperkingen:** Privaatrechtelijke beperkingen (burenrecht, rechtsmisbruik) en publiekrechtelijke beperkingen (onteigening, stedenbouwwetgeving).
* **Eigendomsverwerving:** Dit kan plaatsvinden via toe-eigening, vondst van verloren voorwerpen, niet-opgehaalde voorwerpen, het recht van natrekking, en bezit.
* **Bezit:** Feitelijke macht over een zaak met de intentie om deze voor zichzelf uit te oefenen. Het onderscheidt zich van detentie.
* **Bezit te goeder trouw vs. te kwader trouw:** Er geldt een vermoeden van goede trouw.
* **Rechtsgevolgen van bezit van onroerende goederen:** Verkrijgende verjaring na een bepaalde termijn, mits het bezit "deugdelijk" is (voortdurend, vreedzaam, openbaar, ondubbelzinnig). Verjaringstermijnen variëren naargelang de goede of kwade trouw (30 jaar voor kwade trouw, 10/20 jaar voor goede trouw).
* **Rechtsgevolgen van bezit van roerende goederen:** "Bezit geldt als titel" te goeder trouw, wat eigendomsverwerving impliceert, tenzij de ware eigenaar het goed terugvordert binnen drie jaar na diefstal of verlies zonder prijs.
* **Mede-eigendom:** Dit gaat gepaard met de onverdeeldheid van het goed. Niemand kan gedwongen worden om in onverdeeldheid te blijven. Er zijn verschillende soorten mede-eigendom:
* **Vrijwillige mede-eigendom:** Ontstaat door overeenkomst, met een maximale duur van vijf jaar. Aandelen worden vermoed gelijk te zijn.
* **Toevallige mede-eigendom:** Ontstaat door externe omstandigheden, zoals een erfenis.
* **Gedwongen mede-eigendom:**
* **Mede-eigendom in gebouwen:** Gemeenschappelijke delen zijn in mede-eigendom en niet afzonderlijk vervreemdbaar. Uit onverdeeldheid treden is niet mogelijk.
* **Gemene afsluiting:** Muren, heggen, etc., worden vermoed "mandelig" te zijn. Uit onverdeeldheid treden is niet mogelijk.
#### 3.2.2. Vruchtgebruik
Vruchtgebruik is het tijdelijk recht op gebruik en genot van andermans goed, met de verplichting de zaak in stand te houden en in natura terug te geven.
* **Omschrijving:** Het splitst het eigendomsrecht, waarbij de vruchtgebruiker genot en gebruik heeft en de naakte eigenaar beschikkingsbevoegdheid. Het is een zelfstandig, tijdelijk en persoonsgebonden zakelijk recht.
* **Ontstaan:** Door de wet, de wil van de mens (overeenkomst) of gesplitste aankoop.
* **Verplichtingen van de vruchtgebruiker:** Inventaris opmaken, borg stellen, de zaak in stand houden (normaal onderhoud, geen grote herstellingen), en de zaak in natura teruggeven.
* **Einde:** De dood van de vruchtgebruiker, het verstrijken van de termijn of vermenging van hoedanigheden.
#### 3.2.3. Erfdienstbaarheden
Een erfdienstbaarheid is een last op een onroerend goed (lijdend erf) ten behoeve van een ander onroerend goed (heersend erf).
* **Omschrijving:** Het betreft een last die de eigenaar, vruchtgebruiker of bewoner moet dulden, zoals een recht van doorgang of dakdrop. Kenmerken zijn dat het bijkomstig, onroerend, eeuwigdurend en een zakelijk recht is.
* **Ontstaan:** Door rechtshandeling, wettelijke bepaling, verjaring of bestemming van de eigenaar.
* **Einde:** Verlies van nut, vermenging van eigenaar of verjaring.
#### 3.2.4. Opstalrecht
Het opstalrecht is een zakelijk gebruiksrecht om gebouwen, werken of beplantingen te hebben op, boven of onder andermans grond.
* **Kenmerken:** Het is een uitzondering op het recht van natrekking.
* **Bevoegdheid:** De opstalhouder kan over zijn recht beschikken.
* **Duur:** Maximaal negenennegentig jaar bij overeenkomst of testament, of na dertig jaar verjaring.
* **Einde:** Na verloop van de afgesproken tijd, vermenging of verjaring. De opstallen komen toe aan de grondeigenaar.
### 3.3. Intellectuele rechten
Intellectuele rechten beschermen creaties van de geest, los van hun materiële realisatie.
* **Kenmerken:** Beschermen de titularis tegen namaak en commercialisatie, en zijn overdraagbaar.
* **Soorten:** Auteursrecht, octrooi (patent), merkenrecht, recht op tekeningen en modellen, en kwekersrecht.
#### 3.3.1. Auteursrecht
Beschermt literatuur, kunst en wetenschap door de loutere creatie. Het geeft de auteur exclusieve rechten op kopiëren, publiceren, etc. Het recht is tijdelijk en eindigt zeventig jaar na het overlijden van de auteur.
#### 3.3.2. Octrooi (= patent)
Beschermt technologische uitvindingen die nieuw, inventief en industrieel toepasbaar zijn. Het geeft een exclusief exploitatierecht voor een termijn van twintig jaar, niet hernieuwbaar.
#### 3.3.3. Merkenrecht
Beschermt namen, logo's, vormen, slogans en kleuren. Bescherming ontstaat door registratie (depot) en geldt voor een hernieuwbare termijn van tien jaar.
#### 3.3.4. Tekeningen en modellen
Beschermt ontwerpen met een eigen esthetisch karakter. Bescherming ontstaat door depot en geldt voor een termijn van vijf jaar, hernieuwbaar tot maximaal vijfentwintig jaar.
#### 3.3.5. Kwekersrecht
Beschermt nieuwe plantenrassen. Bescherming ontstaat door aanvraag en geeft een exclusief exploitatierecht voor een termijn van vijfentwintig tot dertig jaar.
### 3.4. Zekerheden
Zekerheden zijn juridische middelen waarmee een schuldeiser zich kan beschermen tegen insolventie van de schuldenaar. Het principe is dat de schuldenaar met zijn gehele vermogen instaat voor zijn schulden. Bij samenloop van schuldeisers geldt het principe van gelijkheid, tenzij er wettelijke redenen van voorrang zijn.
#### 3.4.1. Zakelijke zekerheden
Zakelijke zekerheden zijn onzelfstandige rechten die een schuldeiser voorrang geven op een specifiek goed van de schuldenaar.
* **Hypotheek:** Een zakelijk zekerheidsrecht op een onroerend goed, gevestigd bij wet, testament of overeenkomst.
* **Voorwerp:** Onroerende goederen, onroerende zakelijke rechten, schepen.
* **Ontstaan:** Contractueel (bij overeenkomst), wettelijk (bv. voogd t.v.v. minderjarige) of testamentair.
* **Rechten en plichten van de hypothecaire schuldenaar:** Behoud van gebruik, genot en beschikking, maar met de plicht de waarde niet te verminderen en een verplichte brandverzekering.
* **Publiciteit:** Inschrijving in het hypotheekkantoor, met een geldigheidsduur van 30 jaar. De rangorde wordt bepaald door de datum van inschrijving.
* **Einde:** Nietigheid, ontbinding, aflossing van de schuld met doorhaling, of hypothecaire zuivering.
* **Pand:** Een zakelijk zekerheidsrecht op roerende goederen, gevestigd bij overeenkomst.
* **Omschrijving:** Tot zekerheid van bestaande of toekomstige schuldvorderingen. De pandgever behoudt het bezit, maar de pandhouder heeft een volgrecht na inschrijving in het elektronisch pandregister.
* **Voorrecht:** Een door de wet toegekende reden van voorrang, bijvoorbeeld bij handelshuur.
#### 3.4.2. Persoonlijke zekerheden
Persoonlijke zekerheden geven een schuldeiser het recht om betaling te vorderen van een derde (de borg) wanneer de hoofdschuldenaar in gebreke blijft.
* **Borgtocht:**
* **Omschrijving:** Een persoonlijke, bijkomende, eenzijdige en kosteloze zekerheid.
* **Gevolgen:** De schuldeiser kan zowel de borg als de hoofdschuldenaar aanspreken. De hoofdschuldenaar moet de borg vrijwaren.
* **Wettelijke en gerechtelijke borgtocht:** De wet legt de borgstelling op of een rechter verplicht deze.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vermogen | Het geheel van goederen en verbintenissen van een persoon, dat vatbaar is voor toe-eigening en dient om een financiële basis op te bouwen. |
| Zakelijk recht | Een recht dat rechtstreeks op een goed betrekking heeft, waardoor de titularis bepaalde bevoegdheden over dat goed kan uitoefenen. |
| Vorderingsrecht | Een recht waarbij een persoon (de schuldeiser) van een andere persoon (de schuldenaar) een bepaalde prestatie kan eisen. |
| Lichamelijke goederen | Goederen die door de zintuigen waargenomen kunnen worden, zoals een tafel of een pen. |
| Onlichamelijke goederen | Goederen die niet door de zintuigen waargenomen kunnen worden, zoals een octrooirecht of een auteursrecht. |
| Roerende goederen | Goederen die verplaatsbaar zijn, zoals een auto of een boek. |
| Onroerende goederen | Goederen die niet verplaatsbaar zijn, zoals een gebouw of een stuk grond. |
| Gebruiksgoederen | Goederen die herhaaldelijk gebruikt kunnen worden zonder dat ze tenietgaan, zoals een stoel. |
| Verbruiksgoederen | Goederen die door het eerste gebruik tenietgaan of hun aard veranderen, zoals voedsel of brandstof. |
| Zelfstandige zakelijke rechten | Zakelijke rechten die op zichzelf kunnen bestaan, zonder directe band met een ander recht. Voorbeelden zijn eigendom en vruchtgebruik. |
| Zakelijke zekerheidsrechten | Onzelfstandige zakelijke rechten die bestaan ter zekerheid van een vorderingsrecht, zoals hypotheek en pand. |
| Eigendom | Het meest omvattende zakelijke recht, dat de eigenaar het recht geeft op het gebruik, genot en de beschikking over zijn goed, behoudens wettelijke beperkingen. |
| Vruchtgebruik | Het tijdelijke recht om gebruik te maken van andermans goed en de vruchten ervan te genieten, met de verplichting de zaak in stand te houden en in natura terug te geven. |
| Erfdienstbaarheid | Een last op een onroerend goed ten behoeve van een ander onroerend goed, zoals een recht van doorgang. |
| Opstalrecht | Een zakelijk gebruiksrecht om gebouwen, werken of beplantingen te hebben op, boven of onder andermans grond, wat een uitzondering is op het recht van natrekking. |
| Erfpacht | Een zakelijk recht om andermans onroerend goed te gebruiken en te genieten, met de verplichting tot betaling van een canon. |
| Intellectuele rechten | Rechten die betrekking hebben op intellectuele creaties, ideeën en scheppingen van de geest, zoals auteursrecht en octrooi. |
| Auteursrecht | Het exclusieve recht van een maker op zijn letterkundige, kunstzinnige of wetenschappelijke werken, dat ontstaat door de loutere creatie. |
| Octrooi (patent) | Een exclusief recht verleend voor een technologische uitvinding die nieuw, inventief en industrieel toepasbaar is. |
| Merkenrecht | Het recht om een teken, naam, logo of slogan te gebruiken om producten of diensten te onderscheiden van die van anderen. |
| Pand | Een zakelijk zekerheidsrecht op roerende goederen, gevestigd bij overeenkomst tot zekerheid van een schuldvordering. |
| Hypotheek | Een zakelijk zekerheidsrecht op onroerende goederen, gevestigd bij wet, testament of overeenkomst tot zekerheid van een schuldvordering. |
| Borgtocht | Een persoonlijke zekerheid waarbij een derde zich verbindt om een schuld te betalen als de hoofdschuldenaar in gebreke blijft. |