Cover
Inizia ora gratuitamente AR25_Les07.pptx
Summary
# Wat is een (rechts)norm?
De kern van deze sectie draait om het ontleden van het concept van een rechtsnorm, inclusief de diverse manieren waarop normen uitgedrukt en begrepen kunnen worden.
## 1. Wat is een rechtsnorm?
### 1.1 Descriptieve versus prescriptieve normen
Recht kan op twee manieren worden gezien: als gericht op maatschappelijke ordening, wat leidt tot prescriptieve ordening, of als voortvloeiend uit maatschappelijke ordening, wat resulteert in descriptieve ordening. Beide soorten ordeningen worden gerealiseerd door middel van regels of normen. De term 'norm' verwijst naar toestanden die gebruikelijk zijn voor een bepaalde categorie van personen of zaken, of waarnaar zij zich kunnen of moeten richten.
#### 1.1.1 Descriptieve normen (Seinsgesetze)
Descriptieve normen brengen een gebruikelijke toestand, zoals een gedragspatroon, onder woorden. Ze beschrijven wetten of regelmatigheden in de natuur of de maatschappij.
* **Kenmerken:**
* Ze beschrijven bepaalde wetmatigheden die losstaan van het beschrevene.
* Ze zijn onveranderlijk voor het beschrevene en een uitspraak brengt geen verandering aan in de beschreven wetmatigheid.
* Ze zijn onmogelijk te overtreden en onmogelijk af te dwingen.
* Ze kunnen waar of onwaar zijn. Als een gebeurtenis onverenigbaar is met de beschreven wetmatigheid, is de norm onwaar en moet deze worden vervangen door een nieuwe, correcte norm.
* Het voorwerp van descriptieve normen zijn empirisch verifieerbare feiten, zoals de structuur van een cel of de afstand tussen de aarde en de zon. De betekenis van deze beschrijvingen is onafhankelijk van menselijke afspraken of conventies.
* **Voorbeelden:**
* De traagheidswet: "een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort."
* De wet van Boyle (voor gassen): "$pV = \text{constant}$" (Druk van gas is omgekeerd evenredig aan volume bij constante temperatuur en hoeveelheid gas).
* "een meerderheid van de mensen met veel geld doet veel moeite om weinig belastingen te betalen."
#### 1.1.2 Prescriptieve normen (Sollensgesetze)
Prescriptieve normen zijn gedragsvoorschriften die aangeven hoe iemand zich dient te gedragen. Ze worden gebruikt voor prescriptieve ordening.
* **Kenmerken:**
* Ze zijn veranderlijk; een menselijke wet kan een voorschrift aanpassen.
* Ze zijn vatbaar voor overtreding en kunnen worden afgedwongen.
* Ze zijn geen beschrijvingen die waar of onwaar zijn, maar voorschriften die geldig of ongeldig zijn.
* Het voorwerp van prescriptieve normen zijn geen empirisch verifieerbare feiten, maar sociale of institutionele feiten. De betekenis hiervan is afhankelijk van menselijke conventies. Deze feiten bestaan alleen voor zover mensen erin geloven en ze toepassen.
* **Voorbeelden:**
* "Op donderdagen om 2 uur ’s nachts moet het tijdens het academiejaar stil zijn in de Overpoort."
* "Mensen met veel geld zouden niet veel moeite mogen doen om weinig belastingen te betalen."
* "Je mag niet door rood rijden; wie dat doet, hoort beboet te worden."
#### 1.1.3 Het onderscheid tussen recht (RB) en gewoontegevend recht (GB)
Dit onderscheid hangt samen met de aard van de normen.
* **Recht (RB):** Wordt gezien als een sociaal feit, een creatie van mensen doordat zij bepaalde normen erkennen. Het bestaat alleen voor zover het als zodanig wordt erkend. Dit vanuit een intern of deelnemersperspectief, waarbij regels als maatstaf voor handelen en oordelen worden aanvaard.
* **Gewoontegevend recht (GB):** Wordt gezien als een (minstens deels) empirisch feit. Dit vanuit een extern perspectief, waarbij recht slechts een beschrijving is van wat mensen gebruikelijk doen.
#### 1.1.4 Verbanden tussen descriptieve en prescriptieve normen
Hoewel ze verschillend zijn, hebben descriptieve en prescriptieve normen wel degelijk iets met elkaar te maken. Soms wordt ontkend dat het voorwerp van prescriptieve normen veranderlijk is, wat leidt tot een zuiver codificerende visie op recht. Beide soorten normen zijn echter menselijk werk: descriptieve normen beschrijven wetmatigheden die onafhankelijk van de mens voordoen, maar de *beschrijving* ervan is mensenwerk. In de praktijk worden vaak beide normen tegelijk gehanteerd.
### 1.2 Talige uitdrukkingen van normen
Gedragsvoorschriften zijn vaak impliciet, maar in complexere samenlevingen worden ze geëxpliciteerd, bijvoorbeeld op schrift gesteld. Hierdoor ontstaat een onderscheid tussen de inhoudelijke, onuitgesproken norm ("negotium") en de formele uitdrukking ervan ("instrumentum"). Interpretatie bepaalt de inhoud van het recht. Talige uitdrukkingen kunnen verschillende soorten uitspraken bevatten:
#### 1.2.1 Verifieerbare uitspraken
Deze uitspraken kunnen waar of onwaar zijn.
* **Empirische (of descriptieve) uitspraken:**
* Drukken feiten of algemene wetmatigheden uit.
* Kunnen waar of onwaar zijn, toetsbaar door waarnemingen.
* In het recht zijn ze van belang om aan te tonen dat bepaalde feiten zich hebben voorgedaan.
* Voorbeelden: "De wolf heeft honger", "Mensen hebben zuurstof nodig om te overleven", "Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort."
* **Logische of definiërende uitspraken:**
* Drukken formele verbanden tussen begrippen en uitspraken uit.
* Kunnen, net als empirische uitspraken, waar of onwaar zijn, maar dit wordt aangetoond door regels van de logica of gebruikte definities, niet door waarnemingen.
* Nuttig voor argumentatie en het omschrijven van begrippen, die bouwstenen zijn van normen.
* Voorbeeld: "$5 + 5 = 9$" (onwaar volgens de regels van de wiskunde).
#### 1.2.2 Geloofsuitspraken
* Niet verifieerbaar.
* Betreffen onbewijsbare aannames en opvattingen (axioma's) die noodzakelijke veronderstellingen zijn voor levensbeschouwelijke overtuigingen en wetenschap.
* Kunnen op dezelfde manier uitgedrukt worden als verifieerbare uitspraken, wat tot interpretatieproblemen kan leiden.
* **Voorbeeld:** "God bestaat", "Nul is een getal" (kan ook een definiërende uitspraak zijn).
#### 1.2.3 Waarderingsuitspraken
Drukken uit hoe de spreker of schrijver een bepaalde situatie waardeert, gebaseerd op waarden (ideeën over wat wenselijk, gepast, goed of slecht is).
* **Descriptieve waarderingsuitspraken (waardeoordelen):**
* De beoordeling van een object, persoon, handeling of toestand aan de hand van een (vaak impliciete) waarderingsmaatstaf.
* Er is geen gedragsvoorschrift aan verbonden.
* Vereisen empirische uitspraken als noodzakelijke tussenstap.
* Voorbeelden: "Dit is een goede chauffeur." (Waarderingsmaatstaf: mate waarin zich aan snelheidsbeperkingen wordt gehouden). "Dit schilderij is mooi gemaakt." (Waarderingsmaatstaf: technische uitvoering).
* **Prescriptieve waarderingsuitspraken (waardeoordelen):**
* Hebben betrekking op menselijk gedrag en schrijven voor hoe iemand zich moet gedragen.
* Kunnen uitdrukking geven aan **imperatieven**: geboden of verboden die in een bepaalde situatie moeten worden opgevolgd.
* De feitelijke context staat centraal.
* Voorbeelden: "Sluit dat venster!", "Doof die sigaret!", "Moeder: 'Jan, sluit nu het venster!'"
#### 1.2.4 Onderscheid tussen algemene en individuele rechtsnormen
* **Algemene rechtsnormen (rechtsregels, reglementaire rechtsnormen):**
* Algemeen naar tijd (onbepaalde periode).
* Algemeen naar persoon (onbegrensd aantal personen of categorisch geviseerde groepen).
* Algemeen naar geviseerde feitelijke situatie (onbegrensd aantal keren dat de feitelijke situatie zich voordoet).
* Voorbeeld: Artikel 1382 Oud Burgerlijk Wetboek (nu artikel 6.6 Burgerlijk Wetboek): "Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden."
* **Individuele rechtsnormen:**
* Gericht tot één of meerdere concrete normbestemmelingen.
* Voorbeelden: Contractpartij (contractuele regels), eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling (bv. benoeming ambtenaar).
Het onderscheid is relevant voor o.a. de verplichte adviesprocedure bij de Raad van State.
#### 1.2.5 Uitdrukking van prescriptieve normen
Vaak uitgedrukt in de indicatieve wijs, wat kan leiden tot onduidelijkheid met verifieerbare uitspraken. Het is essentieel te bepalen of een uitspraak een verifieerbare uitspraak of een prescriptief waardeoordeel is.
* Voorbeelden: "Iedere echtgenoot draagt in de lasten van het huwelijk bij naar zijn vermogen." (Art. 5.130 Burgerlijk Wetboek). "De aanslag op het leven of op de persoon van de Koning wordt gestraft met levenslange opsluiting." (Art. 101, eerste lid Strafwetboek).
#### 1.2.6 Performatieve uitspraken
Deze uitspraken beschrijven geen feitelijke gebeurtenis, drukken geen verbanden uit, noch onbewijsbare aannames, noch waardering. Ze voeren een rechtsgevolg in.
* **Kenmerken:**
* De uitspraak zelf creëert de werkelijkheid of brengt een wijziging teweeg in de sociale of juridische werkelijkheid.
* De gevolgen die door performatieve uitspraken worden doorgevoerd, zijn sociale feiten die bestaan voor zover aan maatschappelijke conventies wordt voldaan.
* Een 'geslaagde' performatieve uitspraak wijzigt de juridische werkelijkheid, wat leidt tot het intreden van rechtsgevolgen.
* Ze hebben een 'wijzigend', 'dispositief' of 'beschikkend' karakter.
* **Voorbeelden:**
* "Ik verklaar u getrouwd in naam van de wet." (door burgerlijke stand ambtenaar).
* "Je bent ontslagen." (door werkgever).
* "Ik verklaar u schuldig aan het ten laste gelegde misdrijf." (door rechter).
* "Ik beloof u morgen de huur te zullen betalen." (door huurder).
* "De wet van 29 april 2013 [...] wordt opgeheven."
#### 1.2.7 Verschil met mededelende uitspraken
* **Performatieve uitspraken:** Creëren of wijzigen de sociale/juridische werkelijkheid (dispositief karakter).
* **Mededelende uitspraken:** Beschrijven de feitelijke werkelijkheid (constaterend karakter).
#### 1.2.8 Juridische relevantie van het verschil
* **Bewijsrecht:** Voor mededelende handelingen (feiten die een openbaar ambtenaar zelf waarneemt en beschrijft) geldt een verplicht bewijs. Voor waardeoordelen geldt dit niet.
* **Rechterlijke toetsing (wettigheidstoetsing):** Deze toetsing is enkel mogelijk voor dispositieve handelingen, niet voor louter mededelende handelingen. Dit bepaalt of een handeling nietig verklaard of buiten toepassing gelaten kan worden.
> **Tip:** Wees bij het analyseren van juridische teksten alert op het type uitspraak. Is het een beschrijving van een feit, een voorschrift, een beoordeling, of een handeling die zelf een rechtsgevolg creëert? Dit onderscheid is cruciaal voor de interpretatie en de juridische gevolgen.
---
# Descriptieve versus prescriptieve normen
Hieronder vind je een gedetailleerde samenvatting over het onderscheid tussen descriptieve en prescriptieve normen, opgesteld als een examenklare studiegids.
## 2. Descriptieve versus prescriptieve normen
Dit hoofdstuk maakt een gedetailleerd onderscheid tussen descriptieve normen, die feitelijke toestanden beschrijven, en prescriptieve normen, die voorschrijven hoe men zich zou moeten gedragen.
### 2.1 Wat is een (rechts)norm?
In het algemeen kan men stellen dat elke menselijke samenleving regels of normen kent. Deze normen dienen om de samenleving te ordenen. Dit kan op twee manieren gebeuren:
* **Descriptieve ordening**: Recht kan voortvloeien uit de bestaande maatschappelijke ordening.
* **Prescriptieve ordening**: Recht kan gericht zijn op het creëren van een gewenste maatschappelijke ordening.
Beide soorten ordeningen worden gerealiseerd door middel van regels of normen. Een norm kan, volgens Van Dale, worden gedefinieerd als "toestanden die voor een categorie van personen of zaken de gewone zijn of waarnaar zij zich kunnen of moeten richten". Dit wijst al op het tweeledige karakter van normen: wat gewoon is, en wat men moet nastreven.
### 2.2 Descriptieve normen (Seinsgesetze)
Descriptieve normen zijn uitspraken die een gebruikelijke toestand, een wet- of regelmatigheid in de natuur of de maatschappij, onder woorden brengen. Ze beschrijven hoe de werkelijkheid *is*.
#### 2.2.1 Kenmerken van descriptieve normen
* **Beschrijving van wetmatigheden**: Ze beschrijven bepaalde wetmatigheden die onveranderlijk zijn.
* **Onveranderlijk object**: Het voorwerp van een descriptieve norm is een "onveranderlijk voorwerp" in de zin dat de wetmatigheid die wordt beschreven, losstaat van de uitspraak erover.
* **Los van de uitspraak**: De uitspraak zelf brengt geen verandering aan in de beschreven wetmatigheid. Bijvoorbeeld, de wet van traagheid verandert niet doordat men haar beschrijft.
* **Niet te overtreden of af te dwingen**: Het is onmogelijk om een descriptieve norm te overtreden of af te dwingen, omdat ze de werkelijkheid beschrijven en niet voorschrijven hoe die werkelijkheid zou *moeten* zijn.
* **Waar of onwaar**: Descriptieve normen kunnen waar of onwaar zijn. Als een waarneming in strijd is met een beschreven wetmatigheid, is de uitspraak onwaar. Dit leidt dan tot het aanpassen van de beschrijving van de wetmatigheid.
* **Empirisch verifieerbare feiten**: Het voorwerp van descriptieve normen zijn empirisch verifieerbare feiten, zoals de structuur van een cel, de afstand tussen de aarde en de zon, of het atoomgewicht van ijzer. De waarheid of onwaarheid van de beschrijving hiervan is onafhankelijk van menselijke afspraken.
> **Voorbeeld:** De wet van Boyle stelt dat de druk van een gas omgekeerd evenredig is met het volume bij constante temperatuur en hoeveelheid gas. Deze uitspraak beschrijft een natuurkundige wetmatigheid. Het is onmogelijk om deze wet te "overtreden" of af te dwingen; ze beschrijft simpelweg hoe gassen zich gedragen. De uitspraak kan wel waar of onwaar zijn, afhankelijk van empirische waarnemingen.
### 2.3 Prescriptieve normen (Sollensgesetze)
Prescriptieve normen zijn uitspraken die een gedragsvoorschrift onder woorden brengen. Ze schrijven voor hoe men zich *zou moeten* gedragen.
#### 2.3.1 Kenmerken van prescriptieve normen
* **Gedragsvoorschrift**: Ze schrijven voor hoe iemand zich dient te gedragen.
* **Veranderlijk object**: Het voorwerp van een prescriptieve norm is een "veranderlijk voorwerp" omdat menselijke wetten en regels kunnen worden veranderd.
* **Vatbaar voor overtreding en afdwingbaar**: Prescriptieve normen kunnen worden overtreden en zijn afdwingbaar.
* **Niet waar of onwaar**: Prescriptieve normen zijn geen beschrijvingen die waar of onwaar kunnen zijn; het zijn voorschriften die geldig of ongeldig kunnen zijn. Als een gedragsvoorschrift wordt overtreden, is de norm niet onwaar geworden, maar is het gedrag dat de norm overtreedt ongeldig of moet het worden aangepast.
* **Sociaal of institutioneel feit**: Het voorwerp van prescriptieve normen zijn geen empirisch verifieerbare feiten, maar sociale of institutionele feiten. De betekenis van deze feiten is afhankelijk van menselijke conventies en afspraken. Deze feiten "bestaan" maar voor zover mensen erin geloven en ze toepassen.
> **Voorbeeld:** De regel "Niet stelen" is een prescriptieve norm. Deze norm schrijft voor hoe mensen zich dienen te gedragen. Als iemand steelt, wordt de norm overtreden, maar de norm zelf blijft geldig. Het gedrag van de dief is ongeldig. Deze norm is ook afdwingbaar door middel van straffen.
### 2.4 Onderscheid tussen Descriptieve en Prescriptieve Normen in de Praktijk
Hoewel er een duidelijk theoretisch onderscheid is, komen descriptieve en prescriptieve normen in de praktijk vaak samen voor.
* **Norm als gedragspatroon**: De uitspraak "een meerderheid van de mensen met veel geld doet veel moeite om weinig belastingen te betalen" is een descriptieve norm die een gedragspatroon beschrijft.
* **Norm als gedragsvoorschrift**: Een prescriptieve norm zou kunnen zijn: "Mensen met veel geld zouden niet veel moeite mogen doen om weinig belastingen te betalen."
De uitdrukkingen van gedragsvoorschriften kunnen zowel impliciet als expliciet zijn. In complexe samenlevingen is er behoefte aan explicitering om duidelijkheid te verschaffen. Dit leidt tot het onderscheid tussen de inhoudelijke (onuitgesproken) gedragsregel ('negotium') en de formele uitdrukking ervan (bv. een wettekst, 'instrumentum'). Interpretatie is cruciaal om de inhoudelijke betekenis van deze uitdrukkingen te achterhalen.
### 2.5 Talige uitdrukkingen van normen
Normen kunnen op verschillende manieren worden uitgedrukt via taal. Het is belangrijk om deze verschillende soorten uitspraken te herkennen:
#### 2.5.1 Verifieerbare uitspraken
Deze uitspraken kunnen waar of onwaar zijn en kunnen worden getoetst.
* **Empirische (of descriptieve) uitspraken**: Beschrijven feiten of algemene wetmatigheden die door waarneming getoetst kunnen worden.
> **Voorbeeld:** "De wolf heeft honger." of "Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort."
Deze zijn van groot belang in het recht om aan te tonen dat bepaalde feiten zich hebben voorgedaan.
* **Logische of definiërende uitspraken**: Drukken formele verbanden tussen begrippen en uitspraken uit, getoetst door de regels van de logica of gebruikte definities.
> **Voorbeeld:** "5 + 5 = 10." (Een logische uitspraak die waar is volgens de regels van de wiskunde).
Deze zijn bouwstenen voor normen en belangrijk voor argumentatie.
#### 2.5.2 Geloofsuitspraken
Deze uitspraken zijn niet verifieerbaar en betreffen onbewijsbare aannames en opvattingen die dienen als axioma's.
> **Voorbeeld:** "God bestaat." of het axioma van oneindigheid in de wiskunde.
Deze vormen de basis voor levensbeschouwelijke overtuigingen en wetenschap, maar vereisen een kritische benadering.
#### 2.5.3 Waarderingsuitspraken
Deze drukken uit hoe de spreker een situatie waardeert, gebaseerd op bepaalde waarden (bv. eerlijkheid, vrijheid). Er zijn twee categorieën:
* **Descriptieve waarderingsuitspraken**: Beoordelen een object, persoon, handeling of toestand aan de hand van een (vaak impliciete) waarderingsmaatstaf, zonder een gedragsvoorschrift eraan te koppelen.
> **Voorbeeld:** "Deze balpen schrijft goed." Hierbij wordt een empirisch feit (het is een balpen) gecombineerd met een waarderingsmaatstaf (hoe goed de pen schrijft).
* **Prescriptieve waarderingsuitspraken**: Deze oordelen gaan samen met een gedragsvoorschrift en verplichten iemand zich op een bepaalde manier (niet) te gedragen. Ze kunnen uitdrukking geven aan:
* **Imperatieven**: Geboden of verboden die in een bepaalde situatie moeten worden opgevolgd.
> **Voorbeeld:** "Sluit dat venster!" (Dit is een opdracht die de huidige situatie betreft en niet noodzakelijk algemeen geldt).
* **Prescriptieve normen**: Deze kunnen een algemene draagwijdte hebben en worden onderscheiden in:
* **Algemene rechtsnormen**: Gericht tot een onbegrensd aantal personen of categorieën, voor een onbepaalde tijd en voor een onbegrensd aantal situaties.
> **Voorbeeld:** Artikel 1382 Oud BW (nu 6.6 BW) betreffende onrechtmatige daad.
* **Individuele rechtsnormen**: Gericht tot één of meerdere concrete normbestemmelingen.
> **Voorbeeld:** Een contractuele regel tussen twee specifieke partijen.
Prescriptieve normen worden vaak uitgedrukt in de indicatieve wijs (bv. "Iedere echtgenoot draagt in de lasten van het huwelijk bij naar zijn vermogen."), wat het onderscheid met verifieerbare uitspraken soms bemoeilijkt en interpretatie vereist.
#### 2.5.4 Performatieve uitspraken
Dit zijn uitspraken die geen feitelijke gebeurtenis beschrijven of een verband uitdrukken, maar die, wanneer ze door een bevoegde persoon onder de juiste omstandigheden worden gedaan, *zelf* een verandering teweegbrengen in de sociale of juridische werkelijkheid. Ze voeren een rechtsgevolg meteen door, in plaats van het voor te schrijven.
> **Voorbeeld:** "Ik verklaar u getrouwd in naam van de wet." door een ambtenaar van de burgerlijke stand. Deze uitspraak *maakt* de personen getrouwd. Dezelfde uitspraak door een niet-bevoegde persoon heeft dat effect niet.
Het onderscheid tussen mededelende (beschrijvende) en dispositieve (veranderende) handelingen is cruciaal in het recht, bijvoorbeeld in het bewijsrecht en bij rechterlijke toetsing (wettigheidstoetsing, waarbij enkel dispositieve handelingen nietig kunnen worden verklaard).
---
# Talige uitdrukkingen van normen
Dit onderdeel analyseert de verschillende soorten uitspraken die gebruikt kunnen worden om normen uit te drukken, waaronder verifieerbare, geloofsuitspraken, waarderingsuitspraken en performatieve uitspraken.
### 3.1 Overzicht van de les
Deze les behandelt de volgende kernthema's:
* Wat is een (rechts)norm?
* Descriptieve versus prescriptieve normen.
* Talige uitdrukkingen van normen:
* Verifieerbare uitspraken.
* Geloofsuitspraken.
* Waarderingsuitspraken.
* Performatieve uitspraken.
### 3.2 Descriptieve versus prescriptieve normen
Recht kan worden gezien als gericht op maatschappelijke ordening (prescriptieve ordening) of als voortvloeiend uit maatschappelijke ordening (descriptieve ordening). Beide soorten ordeningen worden gerealiseerd door middel van regels of normen.
* **Norm**: Volgens Van Dale verwijst dit naar "toestanden die voor een categorie van personen of zaken de gewone zijn of waarnaar zij zich kunnen of moeten richten".
Er bestaan twee soorten uitspraken die normen uitdrukken:
#### 3.2.1 Descriptieve normen (Seinsgesetze)
* **Kenmerk**: Beschrijven een gebruikelijke toestand, zoals een gedragspatroon. Ze brengen een wet- of regelmatigheid in de natuur of de maatschappij onder woorden.
* **Voorbeeld**: De traagheidswet in de natuurkunde: "een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort". In de maatschappij: "een meerderheid van de mensen met veel geld doet veel moeite om weinig belastingen te betalen".
* **Doel**: Gebruikt voor descriptieve ordening.
* **Verifieerbaarheid**: Descriptieve normen zijn uitspraken die waar of onwaar kunnen zijn. Als een gebeurtenis onverenigbaar is met de beschreven wetmatigheid, is de descriptieve norm onwaar en moet deze mogelijk worden vervangen door een nieuwe die wel strookt met de waarnemingen.
* **Voorwerp**: Empirisch verifieerbare feiten ('brute facts of nature'), zoals de structuur van een cel, de afstand Aarde-Zon, of het atoomgewicht van ijzer. De betekenis van deze feiten is onafhankelijk van menselijke afspraken of conventies.
* **Overtreding**: Descriptieve normen kunnen niet worden overtreden en niet worden afgedwongen.
#### 3.2.2 Prescriptieve normen (Sollensgesetze)
* **Kenmerk**: Schrijven gedragsvoorschriften voor, oftewel wat zou moeten zijn. Ze schrijven voor hoe iemand zich dient te gedragen.
* **Voorbeeld**: "Op donderdagen om 2 uur ’s nachts moet het tijdens het academiejaar stil zijn in de Overpoort".
* **Doel**: Gebruikt voor prescriptieve ordening.
* **Verifieerbaarheid**: Prescriptieve normen zijn geen beschrijvingen die waar of onwaar kunnen zijn, maar voorschriften die geldig of ongeldig zijn. Een overtreding van een prescriptieve norm maakt de norm niet onwaar, maar vereist aanpassing van het gedrag.
* **Voorwerp**: Niet direct empirisch verifieerbare feiten, maar sociale of institutionele feiten. De betekenis hiervan is afhankelijk van menselijke conventies en erkenning door actoren. Dit geldt voor gedragsvoorschriften en concepten zoals 'eigendom', 'vennootschappen', 'België', 'het recht', etc.
* **Overtreding**: Prescriptieve normen zijn vatbaar voor overtreding en kunnen worden afgedwongen.
**Tip**: Het onderscheid tussen 'normaal' als 'gebruikelijk gedrag' (descriptieve norm) en 'normaal' als 'gedrag waarnaar men zich moet richten' (prescriptieve norm) is cruciaal om het verschil tussen deze twee soorten normen te begrijpen.
### 3.3 Talige uitdrukkingen van gedragsvoorschriften
Gedragsvoorschriften zijn vaak impliciet, maar in complexe samenlevingen worden ze geëxpliciteerd om duidelijkheid te verschaffen. Het expliciteren van een gedragsvoorschrift door middel van taal brengt de inhoud ('negotium') en de formele uitdrukking ervan ('instrumentum') met zich mee. Interpretatie is essentieel om de inhoudelijke betekenis te bepalen.
Talige uitdrukkingen van gedragsvoorschriften kunnen de volgende soorten uitspraken bevatten:
#### 3.3.1 Verifieerbare uitspraken
Deze uitspraken kunnen waar of onwaar zijn.
##### 3.3.1.1 Empirische (of descriptieve) uitspraken
* **Kenmerk**: Drukken feiten of algemene wetmatigheden uit.
* **Verifieerbaarheid**: Waarheid wordt aangetoond door middel van waarnemingen.
* **Rol in het recht**: Belangrijk voor het aantonen van feiten die zich hebben voorgedaan. Het is echter belangrijk op te merken dat niet elk daadwerkelijk gebeurd feit ook juridisch relevant is (bv. onrechtmatig verkregen bewijs).
* **Voorbeeld**: "De wolf heeft honger." (feit); "Mensen hebben zuurstof nodig om te overleven." (feit); "Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort." (algemene wetmatigheid).
##### 3.3.1.2 Logische of definiërende uitspraken
* **Kenmerk**: Drukken formele verbanden uit tussen begrippen en uitspraken.
* **Verifieerbaarheid**: Waarheid wordt aangetoond door regels van de logica of gebruikte definities, zonder noodzakelijk waarnemingen te vereisen.
* **Rol in het recht**: Cruciaal voor argumentatie en het omschrijven van begrippen die als bouwstenen van normen dienen.
* **Voorbeeld**: "5 + 5 = 9" (onwaar volgens wiskundige regels); het definiëren van een begrip zoals "nalatenschap".
#### 3.3.2 Geloofsuitspraken
* **Kenmerk**: Betreffen onbewijsbare aannames en opvattingen die als axioma's fungeren. Ze zijn niet verifieerbaar op empirische of logische wijze.
* **Rol**: Noodzakelijke veronderstellingen voor elke levensbeschouwelijke overtuiging en voor wetenschap. Ze kunnen op dezelfde manier worden uitgedrukt als verifieerbare uitspraken, wat gevaar kan opleveren als ze niet kritisch worden benaderd.
* **Voorbeeld**: "God bestaat"; het oneindigheidsaxioma in de wiskunde.
* **Tip**: Een kritische blik is essentieel bij geloofsuitspraken, aangezien misplaatste axioma's desastreuze gevolgen kunnen hebben, zoals geïllustreerd door de 'bloed en bodem'-ideologie van het nazisme.
#### 3.3.3 Waarderingsuitspraken
Deze uitspraken drukken uit hoe de spreker een bepaalde situatie waardeert, gebaseerd op 'waarden' (ideeën over wat wenselijk, gepast, goed of slecht is). Er zijn twee categorieën:
##### 3.3.3.1 Descriptieve waarderingsuitspraken (of waardeoordelen)
* **Kenmerk**: Een oordeel dat niet samenhangt met een gedragsvoorschrift. Het drukt een beoordeling uit van een object, persoon, handeling of toestand aan de hand van een (vaak impliciete) waarderingsmaatstaf.
* **Rol in het recht**: Empirische uitspraken kunnen noodzakelijke tussenstappen zijn voor het formuleren van descriptieve waarderingsuitspraken. Ze vertegenwoordigen meningen, niet zozeer feiten.
* **Voorbeeld**: "De chauffeur van deze bus is een goede chauffeur." (waarderingsmaatstaf: naleving snelheidsbeperkingen); "Dit schilderij is mooi gemaakt." (waarderingsmaatstaf: technische uitvoering).
##### 3.3.3.2 Prescriptieve waarderingsuitspraken (of waardeoordelen)
* **Kenmerk**: Een oordeel dat wel samenhangt met een gedragsvoorschrift. Ze bepalen hoe iemand zich dient te gedragen.
* **Rol**: Kunnen uitdrukking geven aan imperatieven (geboden of verboden).
* **Voorbeeld**: "Moeder: 'Jan, sluit nu het venster!'"
**Prescriptieve normen en hun uitdrukking:**
* **Imperatieven**: Geboden of verboden die in een bepaalde situatie moeten worden opgevolgd. Ze hebben betrekking op de voorgeschreven handeling in een specifieke, vaak actuele, feitelijke situatie.
* **Bestanddelen**: Normsteller, normbestemmeling, voorgeschreven handeling, modaliteit (verplichting), en de geviseerde feitelijke situatie.
* **Algemene versus individuele rechtsnormen**:
* **Algemene rechtsnormen**: Algemeen naar tijd (onbepaalde periode), persoon (onbegrensd aantal personen of categorieën), en geviseerde feitelijke situatie (onbegrensd aantal keren). Voorbeeld: Artikel 1382 Oud Burgerlijk Wetboek.
* **Individuele rechtsnormen**: Gericht tot één of meerdere concrete normbestemmelingen. Voorbeeld: Contractuele regels, eenzijdige bestuurlijke rechtshandelingen.
* **Uitdrukking**: Vaak door middel van voorwaardelijke uitspraken ("als... dan...") die de geviseerde feitelijke situatie (rechtsfeiten) en de eraan verbonden rechtsgevolgen koppelen. Ook kunnen ze expliciet in de indicatieve wijs worden uitgedrukt.
* **Voorbeeld**: Artikel 221, eerste lid Oud Burgerlijk Wetboek: "Iedere echtgenoot draagt in de lasten van het huwelijk bij naar zijn vermogen."
#### 3.3.4 Performatieve uitspraken
* **Kenmerk**: Deze uitspraken verrichten iets in de wereld, ze creëren een nieuwe sociale of juridische realiteit. Ze beschrijven geen feitelijke gebeurtenis, drukken geen verbanden uit, of bevatten geen onbewijsbare aannames. Ze zijn ook niet te reduceren tot een waardering.
* **Verschil met prescriptieve waardeoordelen**: Performatieve uitspraken schrijven een rechtsgevolg niet voor, maar voeren het direct door. De door de uitspraak doorgevoerde gevolgen zijn sociale feiten die bestaan voor zover aan maatschappelijke conventies wordt voldaan.
* **Rol in het recht**: Wanneer een 'geslaagde' performatieve uitspraak voldoet aan de vereiste conventies, wijzigt deze de juridische werkelijkheid, wat leidt tot het intreden van rechtsgevolgen. Dit verklaart het 'dispositieve' of 'beschikkende' karakter van wetsbepalingen, rechterlijke uitspraken en overeenkomsten.
* **Voorbeeld**: "Ik verklaar u getrouwd in naam van de wet." (uitgesproken door een ambtenaar van de burgerlijke stand); "Je bent ontslagen." (uitgesproken door een werkgever); "Ik verklaar u schuldig aan het ten laste gelegde misdrijf." (uitgesproken door een rechter).
**Relevantie van het onderscheid tussen dispositieve en mededelende handelingen:**
1. **Bewijsrecht**: Voor mededelende handelingen (feiten die een openbaar ambtenaar zelf waarneemt en beschrijft) is een verplicht bewijs vereist. Dit geldt niet voor waardeoordelen van de ambtenaar.
2. **Rechterlijke toetsing**: Wettigheidstoetsing, gericht op de verenigbaarheid van een handeling met hogere rechtsregels, is enkel mogelijk voor dispositieve handelingen. Dit kan leiden tot nietigverklaring of buiten toepassing laten van de handeling.
**Tip**: Het is cruciaal om bij elke uitspraak de vraag te stellen of deze een verifieerbare uitspraak (wat is het geval?) of een prescriptief waardeoordeel (hoe zou het moeten zijn?) betreft. Performatieve uitspraken vormen een aparte categorie die de juridische werkelijkheid actief beïnvloedt.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rechtsnorm | Een regel of principe dat gedrag in een juridische context stuurt en vastlegt wat wel en niet toegestaan is binnen een samenleving. Rechtsnormen kunnen zowel beschrijvend als voorschrijvend van aard zijn. |
| Descriptieve normen (DN) | Uitspraken die een gebruikelijke toestand, een wet of een regelmatigheid in de natuur of de maatschappij onder woorden brengen. Ze beschrijven hoe iets is en kunnen waar of onwaar zijn, afhankelijk van de empirische realiteit. |
| Prescriptieve normen (PN) | Uitspraken die gedrag voorschrijven, oftewel aangeven hoe iets zou moeten zijn. Ze leggen verplichtingen of verboden op en zijn gericht op het sturen van menselijk gedrag. Ze zijn geldig of ongeldig, maar niet waar of onwaar in empirische zin. |
| Verifieerbare uitspraken | Uitspraken die waar of onwaar kunnen zijn en waarvan de juistheid kan worden vastgesteld door middel van waarnemingen (empirische uitspraken) of logische regels en definities (logische of definiërende uitspraken). |
| Geloofsuitspraken | Uitspraken die gebaseerd zijn op onbewijsbare aannames, overtuigingen of axioma's die de basis vormen voor levensbeschouwingen of wetenschappelijke systemen. Ze zijn inherent niet verifieerbaar in empirische of logische zin. |
| Waarderingsuitspraken | Uitspraken die een oordeel uitdrukken over de wenselijkheid, gepastheid, goedheid of slechtheid van iets, gebaseerd op bepaalde waarden. Ze kunnen descriptief zijn (een oordeel zonder gedragsvoorschrift) of prescriptief (een oordeel dat gepaard gaat met een gedragsvoorschrift). |
| Performatieve uitspraken | Uitspraken die, wanneer ze door een bevoegde persoon onder de juiste omstandigheden worden gedaan, een sociale of juridische realiteit creëren of wijzigen. Ze voeren een rechtsgevolg direct door, in plaats van het voor te schrijven. |
| Empirische uitspraken | Een type verifieerbare uitspraak dat feiten of algemene wetmatigheden beschrijft die waarneembaar zijn in de werkelijkheid. Hun waarheid of onwaarheid wordt vastgesteld door middel van observatie en ervaring. |
| Logische uitspraken | Een type verifieerbare uitspraak dat formele verbanden tussen begrippen en andere uitspraken uitdrukt. Hun waarheid of onwaarheid wordt bepaald door de regels van de logica en de gehanteerde definities. |
| Sociale feiten | Feiten die hun betekenis ontlenen aan menselijke conventies, afspraken en erkenning. Ze bestaan slechts voor zover mensen erin geloven en ze toepassen, en vormen de basis voor veel juridische en institutionele concepten. |
| Rechtsgevolgen | De juridische consequenties die voortvloeien uit het voldoen aan of overtreden van een rechtsnorm, of die worden teweeggebracht door een rechtsgeldige juridische handeling. |