Cover
Inizia ora gratuitamente 11.pdf
Summary
# Alternatieve geschillenbeslechting
Alternatieve geschillenbeslechting biedt methoden om geschillen buiten de rechtbank op te lossen, wat tijd en geld kan besparen. De wetgever moedigt deze methoden aan, en gerechtsdeurwaarders, rechters en anderen moeten burgers informeren over bemiddeling, verzoening en andere minnelijke oplossingen [1](#page=1).
### 1.1 Arbitrage
Arbitrage is een vorm van alternatieve geschillenbeslechting waarbij partijen hun geschil voorleggen aan een scheidsgerecht. Net als een overheidsrechtbank doet een scheidsgerecht een schriftelijke uitspraak nadat de partijen zijn gehoord. Om een arbitraal vonnis gedwongen te kunnen uitvoeren, moet het eerst uitvoerbaar verklaard worden door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, een procedure die bekend staat als exequatur. Tegen een arbitraal vonnis is geen hoger beroep mogelijk; het kan enkel worden bestreden via een vordering tot nietigverklaring op gronden zoals strijdigheid met de openbare orde, nietigheid van de arbitrageovereenkomst, of het niet naleven van wettelijke procedurele regels [1](#page=1).
Arbitrage wordt het meest toegepast in geschillen tussen ondernemingen en biedt verschillende voordelen ten opzichte van de klassieke rechtspraak [1](#page=1):
* Mogelijkheid om geschillen voor te leggen aan technisch onderlegde personen, waardoor de aanstelling van een deskundige overbodig kan zijn [1](#page=1).
* Geschillen komen vaak sneller tot een finale uitkomst omdat hoger beroep niet mogelijk is en er geen gerechtelijke achterstand is [1](#page=1).
* Arbitrage is vaak goedkoper voor beide partijen [1](#page=1).
* Arbitrale beslissingen zijn niet openbaar, wat discretie garandeert [1](#page=1).
### 1.2 Bemiddeling
Bemiddeling is een methode waarbij een neutrale derde partij de communicatie tussen conflicterende partijen faciliteert om hen te helpen zelf een oplossing voor hun geschil te vinden. De bemiddelaar velt geen beslissingen, maar begeleidt de partijen. Wettelijk wordt bemiddeling gedefinieerd als "een vertrouwelijk en gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen met de medewerking van een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde die de communicatie vergemakkelijkt en poogt de partijen ertoe te brengen zelf een oplossing uit te werken" [1](#page=1).
De bemiddeling door een erkende bemiddelaar is wettelijk geregeld. Bemiddeling is gegroeid vanuit het familierecht en economisch recht, maar breidt zich nu uit naar andere takken van het privaatrecht. De invoering van de familie- en jeugdrechtbank heeft de nadruk op bemiddeling in familiezaken verder vergroot, onder meer met de invoering van een aparte 'kamer voor minnelijke schikking' [1](#page=1).
Bemiddeling is mogelijk bij alle conflicten die partijen kunnen beëindigen door wederzijdse toegevingen, wat betekent dat het sluiten van een dading toegelaten is. Het volgen van de wettelijke bemiddelingsprocedure kan leiden tot een akte die, desgevallend, uitvoerbaar verklaard kan worden (een 'uitvoerbare titel') [1](#page=1) [2](#page=2).
In principe kan iedereen als bemiddelaar optreden, maar erkenning door de federale bemiddelingscommissie is vereist om als erkend bemiddelaar te fungeren. De bemiddelaar en de partijen zijn gebonden door een geheimhoudingsplicht, tenzij de partijen instemmen met afwijking, bijvoorbeeld om het akkoord te laten homologeren door de rechter. Partijen kunnen de bemiddeling altijd beëindigen zonder nadeel [2](#page=2).
Preventief kan een bemiddelingsbeding in een contract worden opgenomen, waarbij partijen zich ertoe verbinden om bij een conflict eerst bemiddeling te proberen alvorens andere vormen van geschillenbeslechting aan te wenden. Een bemiddelingsbeding verhindert niet dat partijen voorlopige of bewarende maatregelen aanvragen bij de rechtbank [2](#page=2).
Partijen kunnen vrijwillig kiezen voor bemiddeling na het ontstaan van een conflict, of de rechter kan bemiddeling opleggen (gerechtelijke bemiddeling) [2](#page=2).
* **Vrijwillige bemiddeling:** Eén partij stelt de andere bemiddeling voor. Dit kan voor, tijdens of na een gerechtelijke procedure. Partijen wijzen gezamenlijk de bemiddelaar aan of laten een derde dit doen. Een bemiddelingsvoorstel dat een aanspraak op een recht bevat en per aangetekende brief wordt verzonden, heeft de waarde van een ingebrekestelling. Partijen stellen samen met de bemiddelaar een bemiddelingsprotocol op dat de regels en duur van de bemiddeling bepaalt. De bemiddelingskosten worden gelijk verdeeld. De ondertekening van het protocol schorst de verjaringstermijn. Een bemiddelingsakkoord wordt schriftelijk vastgesteld en kan door een erkende bemiddelaar ter homologatie aan de rechter worden voorgelegd [2](#page=2).
* **Gerechtelijke bemiddeling:** De rechter wijst een (erkende) bemiddelaar aan, in elke stand van de zaak zolang deze niet in beraad is genomen. Dit kan op gezamenlijk verzoek van de partijen of ambtshalve met hun instemming. Proceduretermijnen worden geschorst. De eerste bemiddelingsperiode mag maximaal drie maanden duren en kan verlengd worden. Tegen de beslissing van de rechter om bemiddeling te bevelen, te verlengen of te beëindigen, zijn geen rechtsmiddelen mogelijk. Gedurende de bemiddeling blijft de rechter bevoegd om noodzakelijke maatregelen te nemen. De bemiddelaar informeert de rechter over het al dan niet bereiken van een akkoord [2](#page=2) [3](#page=3).
Bij een akkoord, eventueel gedeeltelijk, kunnen partijen homologatie vragen aan de rechter. De rechter kan homologatie weigeren indien het akkoord strijdig is met de openbare orde of, in familiezaken, met de belangen van minderjarige kinderen. Een homologatiebeschikking heeft dezelfde bindende kracht en uitvoerbaarheid als een vonnis [3](#page=3).
**Collaboratieve onderhandelingen:** Een specifieke vorm van bemiddeling ingevoerd in 2018, waarbij advocaten een bemiddelende rol spelen. Dit is een vrijwillige en vertrouwelijke procedure van geschillenoplossing door onderhandeling, waarbij partijen en hun advocaten betrokken zijn. De advocaten treden op binnen een exclusief en beperkt mandaat om een minnelijk akkoord te bewerkstelligen. 'Collaboratieve advocaten' moeten erkend zijn door de Orde van Vlaamse balies en aan bepaalde voorwaarden voldoen. Om belangenconflicten te vermijden, mogen collaboratieve advocaten niet meer optreden in het geschil als de onderhandelingen mislukken [3](#page=3).
### 1.3 Verzoening
Bij sommige geschillen is een voorafgaande verzoeningsprocedure verplicht om een minnelijke schikking te proberen bereiken, zoals bij bepaalde arbeidsgeschillen, familiale betwistingen, of geschillen met betrekking tot pacht of woninghuur. Ook buiten deze verplichte gevallen kan de eiser vrijwillig een verzoeningsprocedure instellen, tenzij het geschil aangelegenheden van openbare orde betreft [3](#page=3).
De verzoeningsprocedure verloopt zonder formaliteit. Een schriftelijk of mondeling verzoek gericht aan de griffier van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg volstaat om de zaak aanhangig te maken. De griffier roept de partijen op. Bij een akkoord wordt dit vastgelegd in een proces-verbaal met de rechtskracht van een uitvoerbaar vonnis. Indien er geen akkoord is of de verweerder niet verschijnt, moet de eiser een gewone procedure bij dagvaarding inleiden [3](#page=3).
---
# Het verloop van een burgerlijke procedure
Dit gedeelte beschrijft de opeenvolgende stappen van een civiele rechtszaak, beginnend met de dagvaarding en eindigend met het vonnis.
### 2.1 Algemene beginselen van de burgerlijke procedure
De burgerlijke procedure, ook wel civiele procedure genoemd, omvat alle privaatrechtelijke geschillen, niet beperkt tot de burgerlijke rechtbank, maar ook procedures voor de vrederechter, ondernemingsrechtbank en arbeidsrechtbank. Deze procedures behandelen burgerlijke rechten en staan tegenover strafprocedures en andere bijzondere rechtsplegingen zoals administratieve of fiscale procedures [4](#page=4).
Een cruciaal principe is de partijautonomie, waarbij de procespartijen (eisende en verwerende partij) zelf bepalen of er geprocedeerd wordt en waarover. De rechter kan geen hogere schadevergoeding toekennen dan wat door de eiser wordt gevorderd [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 2.1.1 Inleiding van de procedure
Wanneer minnelijke schikkingen mislukken, is een gerechtelijke procedure vaak onvermijdelijk. De partij die de stap naar de rechtbank zet, is de ‘eiser’ of ‘eisende partij’, en de opgeroepen partij is de ‘verweerder’ of ‘verwerende partij’. De verweerder kan een ‘tegeneis’ instellen [3](#page=3).
Er zijn twee hoofdmanieren om een geschil bij de rechter aanhangig te maken:
* **Dagvaarding:** Dit is een akte van een gerechtsdeurwaarder die de verweerder oproept om op een specifieke plaats, dag en uur voor een bepaalde rechtbank te verschijnen. De dagvaarding vermeldt de identiteit van de eiser, het voorwerp van de eis en een korte verantwoording. De deurwaarder betekent de dagvaarding persoonlijk aan de verweerder of diens vertegenwoordiger. Sinds 31 december 2016 is ook elektronische betekening mogelijk op het gerechtelijk elektronisch adres. Tussen betekening en de inleidende zitting moeten minstens acht vrije dagen liggen (twee dagen bij spoedprocedures) om de gedaagde partij de tijd te geven zich voor te bereiden. De dagvaardingstermijn begint de dag na betekening te lopen en wordt verlengd tot de eerstvolgende werkdag als de laatste dag op een weekend of feestdag valt [4](#page=4).
* **Verzoekschrift:** Dit is een goedkopere methode waarbij de advocaat van de eisende partij een verzoekschrift neerlegt ter griffie. De griffie roept vervolgens de verwerende partij op bij gerechtsbrief. Dit wordt onder andere toegepast in huur- en familiale geschillen. Een partij kan er ook voor kiezen om toch te dagvaarden, wat meestal sneller gaat [5](#page=5).
Na betekening van de dagvaarding of indiening van het verzoekschrift, zorgt de gerechtsdeurwaarder of de griffie voor de inschrijving van de zaak op de algemene rol van de rechtbank. Er zijn ook bijzondere rollen per kamer en zittingsrollen per dag dat de rechtbank zitting houdt [5](#page=5).
#### 2.1.2 De inleidende zitting
Bij de inleidende zitting, waar eiser en verweerder (persoonlijk of vertegenwoordigd) aanwezig zijn, kan de zaak in bepaalde gevallen direct ten gronde worden behandeld of worden verdaagd. Dit gebeurt als beide partijen akkoord gaan of als de rechtbank van oordeel is dat de zaak slechts korte debatten vereist. Dit is bijvoorbeeld het geval als de stukken van de eiser overduidelijk zijn of als de verweerder de vordering (gedeeltelijk) erkend heeft [5](#page=5).
Bij meer ernstige of complexe betwistingen wordt geen verdaging op korte termijn voorzien. In plaats daarvan legt de rechter een conclusiekalender vast. Deze kalender bevat termijnen waarbinnen partijen schriftelijk hun standpunt uiteenzetten in conclusies. Partijen kunnen onderling de termijnen afspreken die de rechter bekrachtigt, of de rechter legt ambtshalve een kalender op [5](#page=5).
#### 2.1.3 Deskundigenonderzoek en voorlopige maatregelen
Indien nodig kan de rechtbank op de inleidende zitting of na een korte verdaging een deskundige aanstellen. Dit kan op vraag van een partij of in onderling akkoord. De rechtbank spreekt dan een tussenvonnis uit waarin geen uitspraak wordt gedaan over de betwisting zelf, maar enkel een deskundige wordt aangesteld met een bepaalde opdracht [6](#page=6).
De rechter kan op de inleidende zitting ook de toestand van de partijen voorlopig regelen, met name wanneer een oplossing niet kan wachten op de uitwisseling van conclusies en pleidooien. Dit gebeurt via een tussenvonnis waarin dringende en voorlopige maatregelen worden bevolen [6](#page=6).
#### 2.1.4 Conclusies
Als de zaak niet in korte debatten wordt behandeld, zetten de procespartijen hun argumentatie schriftelijk uiteen in conclusies. Elke partij moet zijn conclusie tijdig neerleggen ter griffie en tegelijkertijd overmaken aan de tegenpartij, zodat deze kan reageren [6](#page=6).
Bij verwijzing naar bewijsstukken moeten deze niet alleen geïnventariseerd en aan de rechter bezorgd worden, maar ook aan de tegenpartij worden overgemaakt [6](#page=6).
In principe stelt de verweerder als eerste zijn conclusie op, aangezien de eiser zijn eis al in de dagvaarding heeft geformuleerd. Vervolgens kan de eiser antwoorden op de conclusie van de verweerder, waarna de verweerder het laatste woord heeft. Wanneer alle argumentatie op papier staat, is de zaak ‘in staat’ en kan deze worden gepleit en beoordeeld voor een vonnis [6](#page=6).
De conclusietermijnen zijn dwingend. Als conclusies na de aangegeven datum worden neergelegd, zal de rechter ze ambtshalve ‘uit de debatten weren’ [6](#page=6).
Uitzonderlijk kunnen partijen afwijken van de kalenderregeling en verzoeken de zaak naar de bijzondere rol te verzenden, dit kan in principe enkel bij uitdrukkelijk akkoord van alle partijen [6](#page=6).
#### 2.1.5 Pleidooien
De griffie bepaalt, in overleg met de rechter, de datum en het uur voor het pleidooi (de ‘rechtsdag’). In burgerlijke zaken hebben pleidooien minder belang dan in strafzaken, en er is een tendens om zaken uitsluitend schriftelijk af te handelen om gerechtelijke achterstand terug te dringen. Indien er toch wordt gepleit, beperkt dit zich meestal tot een samenvatting of uitleg van de argumenten uit de conclusies. De rechtbank kan bijkomende vragen stellen aan de partijen [6](#page=6) [7](#page=7).
In sommige geschillen kan het Openbaar Ministerie een advies uitbrengen, vrijwillig of op verzoek van de rechter (verplicht in arbeids-, sociaal- en minderjarigengeschillen) [7](#page=7).
Na de pleidooien en een eventueel advies van het Openbaar Ministerie verklaart de rechtbank de debatten gesloten en neemt de zaak in beraad voor de uitspraak van het vonnis. De rechtbank doet in principe uitspraak binnen een maand na sluiting van de debatten, maar deze termijn is niet gesanctioneerd en wordt vaak overschreden [7](#page=7).
#### 2.1.6 Het vonnis
Elk vonnis doet eerst uitspraak over de bevoegdheid van de rechtbank, daarna over de ontvankelijkheid van de eis en ten slotte over de gegrondheid van de eis [7](#page=7).
* **Bevoegdheid:** De rechter verklaart zich onbevoegd als een andere rechtbank bevoegd is [7](#page=7).
* **Ontvankelijkheid:** Een vordering is onontvankelijk indien ze door een onbevoegd persoon wordt ingesteld, de dagvaarding nietig is, of dezelfde betwisting reeds definitief werd beslecht. Als de eis onontvankelijk wordt verklaard, wordt de vordering afgewezen zonder dat de gegrondheid wordt onderzocht [7](#page=7).
* **Gegrondheid:** Als de eis ontvankelijk wordt verklaard, beoordeelt de rechtbank of de vordering gegrond is. Een gegronde vordering betekent winst voor de eiser; een ongegronde vordering betekent winst voor de verweerder [7](#page=7).
Het vonnis bevat naast de beslissing ook de motivering, die cruciaal is en bij afwezigheid of tegenstrijdigheid kan leiden tot verbreking in cassatie. Elk vonnis wordt openbaar bekendgemaakt in het Centraal Register voor de Beslissingen van de rechterlijke orde na anonimisering (pseudonimisering). De partijen ontvangen een integrale kopie van het vonnis [7](#page=7).
### 2.2 Alternatieve geschillenbeslechting (niet strikt het verloop van een procedure, maar contextueel relevant)
#### 2.2.1 Bemiddeling
Bemiddeling is een proces waarbij partijen met hulp van een onpartijdige derde proberen een oplossing te vinden. De rechter kan bemiddeling opleggen of verlengen, en hierop zijn geen rechtsmiddelen mogelijk. De bemiddelaar informeert de rechter over de uitkomst. Bij een akkoord kan dit gehomologeerd worden door de rechter, wat dezelfde gevolgen heeft als een vonnis. De rechter kan homologatie weigeren indien het akkoord strijdig is met de openbare orde of de belangen van minderjarigen [3](#page=3).
#### 2.2.2 Collaboratieve onderhandelingen
Dit is een specifieke vorm van bemiddeling waarbij advocaten een bemiddelende rol spelen. Het is een vrijwillige en vertrouwelijke procedure van geschillenoplossing. Collaboratieve advocaten moeten erkend zijn en mogen nadien niet meer optreden in het geschil indien de onderhandelingen mislukken [3](#page=3).
#### 2.2.3 Verzoening
Bij bepaalde geschillen is een voorafgaande verzoeningsprocedure verplicht, zoals bij sommige arbeidsgeschillen of familiale betwistingen. Ook buiten deze gevallen kan een vrijwillige verzoeningsprocedure worden ingesteld, behalve bij aangelegenheden van openbare orde. De procedure verloopt zonder formaliteit; een verzoek aan de griffier volstaat. Een akkoord wordt opgetekend in een proces-verbaal met de rechtskracht van een uitvoerbaar vonnis. Bij gebrek aan akkoord moet een gewone procedure via dagvaarding worden ingeleid [3](#page=3).
---
# Uitvoering en aanvechting van beslissingen
Hieronder volgt een samenvatting van "Uitvoering en aanvechting van beslissingen" op basis van de verstrekte documentatie.
## 3. Uitvoering en aanvechting van beslissingen
Dit deel behandelt de procedurele afwikkeling van rechterlijke uitspraken en de middelen die partijen ter beschikking staan om deze aan te vechten.
### 3.1 Procedure na de pleidooien en het vonnis
Nadat de pleidooien hebben plaatsgevonden en het Openbaar Ministerie eventueel advies heeft uitgebracht, verklaart de rechtbank de debatten gesloten. De zaak wordt vervolgens in beraad genomen voor het uitspreken van het vonnis. In principe doet de rechtbank binnen een maand na de sluiting van de debatten uitspraak, hoewel deze termijn niet gesanctioneerd is en vaak wordt overschreden [7](#page=7).
#### 3.1.1 Structuur en inhoud van een vonnis
Elk vonnis behandelt achtereenvolgens:
1. De bevoegdheid van de rechtbank [7](#page=7).
2. De ontvankelijkheid van de eis [7](#page=7).
3. De gegrondheid van de eis [7](#page=7).
De rechtbank verklaart zich onbevoegd als een andere rechtbank materieel of territoriaal bevoegd is. Een vordering is onontvankelijk als deze door een onbevoegd persoon wordt ingesteld, de dagvaarding nietig is, of als de betwisting reeds definitief werd beslecht door een eerdere uitspraak. Indien de eis onontvankelijk wordt verklaard, wordt deze zonder verdere inhoudelijke beoordeling afgewezen [7](#page=7).
Als de eis ontvankelijk wordt verklaard, is dit nog geen indicatie van wie er gelijk heeft. Als de vordering gegrond wordt verklaard, wint de eiser het proces; indien de vordering (geheel of gedeeltelijk) ongegrond wordt verklaard, krijgt de verweerder (geheel of gedeeltelijk) gelijk [7](#page=7).
Naast de eigenlijke beslissing bevat het vonnis een motivering die antwoord geeft op de conclusies van de partijen. Het ontbreken van een motivering of een tegenstrijdigheid tussen de motivering en de beslissing kan, indien het vonnis in laatste aanleg werd gewezen, leiden tot verbreking in cassatie. Elk vonnis wordt openbaar bekendgemaakt in het Centraal Register voor de Beslissingen van de Rechterlijke Orde na anonimisering van persoonsgegevens. De partijen ontvangen een integrale kopie van het vonnis [7](#page=7).
### 3.2 Uitvoering van een vonnis
Een vonnis kent de winnende partij principieel toe wat is toegekend, maar dit betekent nog niet dat de partij dit daadwerkelijk in handen heeft. Zelfs als een vonnis definitief is, betaalt de verweerder vaak niet uit eigen beweging [8](#page=8).
Om een vonnis te kunnen uitvoeren, is de uitvoerbare uitgifte van het vonnis noodzakelijk. Dit is een kopie van het vonnis met een formule van tenuitvoerlegging. Deze formule bevat een koninklijk bevel tot tenuitvoerlegging en een aanmaning aan de gerechtsdeurwaarders, procureurs en openbare macht om daaraan medewerking te verlenen [8](#page=8).
De gerechtsdeurwaarder betekent de uitvoerbare uitgifte aan de tegenpartij om de termijn voor rechtsmiddelen te laten lopen. Vervolgens betekent de deurwaarder een bevel tot betaling aan de verweerder [8](#page=8).
#### 3.2.1 Verschillen tussen verstek- en tegenspraakvonnissen bij uitvoering
* **Verstekvonnis:** Een bevel tot betaling kan pas worden betekend ten minste één maand na de betekening van het vonnis zelf. Indien de schuldenaar binnen deze termijn verzet aantekent, wordt de tenuitvoerlegging voorlopig geschorst totdat de procedure op verzet is afgewacht [8](#page=8).
* **Vonnis op tegenspraak:** Het bevel tot betaling kan tegelijkertijd met het vonnis worden betekend; de termijn voor hoger beroep hoeft niet te worden afgewacht. Zelfs indien hoger beroep wordt ingesteld, kan de tenuitvoerlegging doorgaan. Vonnissen op tegenspraak kunnen dus worden uitgevoerd voordat ze definitief zijn, dit gebeurt echter volledig op risico van de uitvoerende partij [8](#page=8).
#### 3.2.2 Uitvoerend beslag
Als de verweerder na het bevel tot betaling niet betaalt, gaat de deurwaarder over tot uitvoerend beslag op het loon van de schuldenaar (via de werkgever) of op diens goederen [8](#page=8).
### 3.3 Aanvechten van beslissingen via rechtsmiddelen
Een (eerste) vonnis is voor de verliezende partij vrijwel altijd aanvechtbaar via rechtsmiddelen. Een rechtsmiddel is een procedure om een rechterlijke beslissing ongedaan te maken of te wijzigen in het voordeel van de gebruiker. De nieuwe beslissing wordt genomen door dezelfde rechtbank (verzet) of een hogere rechtbank (hoger beroep, cassatie) [9](#page=9).
De belangrijkste rechtsmiddelen zijn:
1. Verzet [9](#page=9).
2. Hoger beroep [9](#page=9).
3. Cassatie [9](#page=9).
4. Derdenverzet [9](#page=9).
5. Verzoek tot herroeping van gewijsde [9](#page=9).
6. Verhaal op de rechter [9](#page=9).
7. Intrekking [9](#page=9).
#### 3.3.1 Situaties waarin rechtsmiddelen niet (meer) mogelijk zijn
Rechtsmiddelen kunnen niet (meer) worden aangewend na:
* Het verstrijken van de wettelijke termijn. De termijnen zijn in principe één maand voor verzet en hoger beroep, en drie maanden voor cassatie, te rekenen vanaf de betekening van de beslissing. Zolang het vonnis of arrest niet is betekend, begint de termijn niet te lopen [9](#page=9).
* Het sluiten van een akkoord tussen de partijen [9](#page=9).
* Berusting door de partijen. Dit kan uitdrukkelijk (door ondertekening van een document) of stilzwijgend gebeuren, bijvoorbeeld door volledige en onvoorwaardelijke betaling van veroordeelde bedragen [9](#page=9).
* Bepaalde louter procedurele beslissingen [9](#page=9).
#### 3.3.2 Wie kan rechtsmiddelen instellen?
Alleen de verliezende partij kan rechtsmiddelen instellen, en elke partij slechts voor haar eigen belangen. Een verliezende partij is elke partij die niet voor 100% gelijk heeft gekregen [9](#page=9).
#### 3.3.3 Verzet
Verzet kan worden aangetekend tegen een verstekvonnis, wanneer de verwerende partij niet op de inleidende zitting is verschenen. De rechter doet dan uitspraak zonder de verweerder te hebben gehoord, tenzij hij ambtshalve dwingende regels toepast of bij twijfel over de correcte betekening de gedaagde opnieuw doet dagvaarden [10](#page=10).
* **Procedure:** Verzet gebeurt in principe bij dagvaarding binnen één maand na de betekening van het verstekvonnis. Door verzet aan te tekenen, komt de zaak opnieuw voor dezelfde rechter en verloopt de procedure opnieuw volledig [10](#page=10).
* **Schorsende werking:** Tijdens de verzetstermijn en in afwachting van de tweede beslissing, kan de uitvoering van het eerdere verstekvonnis nog niet worden afgedwongen. Verzet heeft dus een schorsend effect op de uitvoerbare kracht van de uitspraak [10](#page=10).
* **Tweemaal verstek:** Indien de eiser in verzet een tweede maal verstek laat gaan, kan hij geen verzet meer aantekenen tegen het nieuwe verstekvonnis [10](#page=10).
#### 3.3.4 Hoger beroep
In principe kan hoger beroep worden ingesteld tegen elke beslissing die in eerste aanleg is uitgesproken. Er zijn echter uitzonderingen waarbij geen hoger beroep mogelijk is [10](#page=10):
* Vonnissen van de vrederechter (en politierechter voor burgerlijke vorderingen) over minder dan 2.000 euro (de 'aanleggrens') [10](#page=10).
* Vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg en de ondernemingsrechtbank over minder dan 2.500 euro. Vonnissen van de arbeidsrechtbank, fiscale kamers, familierechtbank zijn altijd vatbaar voor hoger beroep, ongeacht het bedrag [10](#page=10).
* Arresten van het hof van assisen [10](#page=10).
* **Procedure:** Hoger beroep brengt het geding voor de onmiddellijk hogere rechtsmacht, die de zaak integraal opnieuw behandelt en beoordeelt. De partij die hoger beroep instelt, wordt de appellant genoemd; de partij tegen wie beroep wordt ingesteld, de geïntimeerde. De termijn om hoger beroep in te stellen is in principe één maand na de betekening van het vonnis. Het hoger beroep wordt meestal ingesteld bij verzoekschrift. De termijn van verschijning is minstens vijftien dagen [10](#page=10) [11](#page=11).
* **Geen schorsende werking:** Hoger beroep heeft in de regel geen schorsend effect op de uitvoerbare kracht van de uitspraak. Dit werd ingevoerd om vertragingstactieken te voorkomen. De beslissing van de hogere rechter kan dus worden afgedwongen, weliswaar op volledig risico van de uitvoerende partij [11](#page=11).
#### 3.3.5 Cassatie
Cassatieberoep kan enkel worden ingesteld tegen beslissingen die in laatste aanleg zijn gewezen. De termijn voor cassatieberoep is drie maanden na de betekening van de beslissing [11](#page=11).
* **Procedure:** Cassatieberoep wordt ingesteld bij een verzoekschrift, dat ondertekend moet zijn door een advocaat bij het Hof van Cassatie en alle argumenten van de eiser moet bevatten. De procedure voor het Hof van Cassatie verloopt volledig schriftelijk [11](#page=11).
* **Gronden voor cassatie:** Cassatieberoep moet steunen op een overtreding van de wet, een verkeerde interpretatie van de wet, of een schending van een vormvereiste (procedurefouten). Het Hof van Cassatie toetst de zaak niet inhoudelijk [11](#page=11).
* **Gevolgen van cassatie:**
* Indien het Hof van Cassatie het beroep afwijst, wordt de bestreden beslissing definitief [11](#page=11).
* Indien het Hof het beroep aanvaardt, verwijst het de zaak naar een ander rechtscollege dat de zaak volledig opnieuw behandelt. De uitspraak van het Hof van Cassatie is bindend voor de zaak zelf. Tegen de nieuwe beslissing kan wel opnieuw in cassatie worden gegaan op andere gronden [11](#page=11).
> **Tip:** Het is cruciaal om de specifieke termijnen voor elk rechtsmiddel goed te kennen, aangezien het verstrijken hiervan de mogelijkheid tot aanvechting definitief sluit [9](#page=9).
> **Tip:** Begrijp het verschil tussen de schorsende werking van verzet en het gebrek aan schorsende werking bij hoger beroep en cassatie. Dit heeft directe gevolgen voor de uitvoerbaarheid van een vonnis [10](#page=10) [11](#page=11).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Alternatieve geschillenbeslechting | Een verzamelnaam voor methoden om geschillen buiten de rechtbank om op te lossen, zoals arbitrage, bemiddeling en verzoening, met als doel tijd en geld te besparen. |
| Arbitrage | Een vorm van geschillenbeslechting waarbij een scheidsgerecht een bindende uitspraak doet na het horen van de partijen, vergelijkbaar met een rechterlijke uitspraak maar dan buiten de reguliere rechtbank om. |
| Bemiddeling | Een vertrouwelijk en gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen met de medewerking van een neutrale derde partij die de communicatie vergemakkelijkt en de partijen helpt zelf een oplossing te vinden. |
| Verzoening | Een procedure waarbij partijen proberen een minnelijke schikking te bereiken, soms verplicht voorafgaand aan een gerechtelijke procedure, en waarbij een akkoord een uitvoerbaar vonnis gelijkstaat. |
| Dagvaarding | Een officiële oproeping, opgesteld door een gerechtsdeurwaarder, waarin de gedaagde partij wordt opgeroepen om op een bepaalde plaats, dag en uur voor een bepaalde rechtbank te verschijnen. |
| Verweerder | De partij die voor de rechtbank wordt gedaagd in een burgerlijke procedure. |
| Eiser | De partij die de stap naar de rechtbank zet en een vordering instelt. |
| Partijautonomie | Het principe dat de procespartijen zelf bepalen of en waarover er geprocedeerd wordt, en de grenzen van de procedure bepalen. |
| Inleidende zitting | De eerste zitting na de dagvaarding, waar de zaak wordt voorbereid voor verdere behandeling of behandeling op de grond. |
| Conclusies | Schriftelijke stukken waarin de procespartijen hun argumentatie uiteenzetten en die tijdig ter griffie worden neergelegd en aan de tegenpartij worden overgemaakt. |
| Pleidooien | Mondelinge betogen van de advocaten van de partijen voor de rechter, die vaak beperkt blijven tot een samenvatting van de schriftelijke argumenten. |
| Vonnis | De definitieve beslissing van de rechter in een rechtszaak, waarin uitspraak wordt gedaan over bevoegdheid, ontvankelijkheid en de gegrondheid van de eis. |
| Motivering | Het gedeelte van een vonnis waarin de rechter zijn beslissing onderbouwt met redenen en argumenten. |
| Uitvoerbare titel | Een document, zoals een vonnis of arrest, voorzien van een formule van tenuitvoerlegging, die de basis vormt voor de gedwongen uitvoering van een rechterlijke beslissing. |
| Rechtsmiddel | Een procedure die een partij kan aanwenden om een gerechtelijke beslissing ongedaan te maken of te wijzigen, zoals verzet, hoger beroep of cassatie. |
| Verzet | Een rechtsmiddel dat kan worden ingesteld tegen een verstekvonnis, waardoor de zaak opnieuw voor dezelfde rechter komt om inhoudelijk te worden behandeld. |
| Hoger beroep | Een rechtsmiddel dat kan worden ingesteld tegen een beslissing die in eerste aanleg werd uitgesproken, waarbij de zaak integraal opnieuw wordt behandeld door een hogere rechtbank. |
| Cassatie | Een rechtsmiddel dat kan worden ingesteld tegen beslissingen die in laatste aanleg werden gewezen, waarbij het Hof van Cassatie nagaat of de wet correct is toegepast en geen procedurefouten zijn gemaakt. |
| Verstekvonnis | Een vonnis dat de rechter uitspreekt zonder dat de verweerder is verschenen of zich heeft verdedigd. |
| Voorlopige tenuitvoerlegging | De mogelijkheid om een vonnis ten uitvoer te leggen voordat het definitief is, wat gebeurt op risico van de uitvoerende partij. |