Cover
Inizia ora gratuitamente 250918 les 1 - intro.pdf
Summary
# Introductie tot maatschappelijk verantwoord ondernemen
Dit onderwerp introduceert de concepten Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en ESG, hun betekenis en relatie tot bedrijfsactiviteiten, inclusief de onderliggende principes en doelstellingen voor het creëren van gedeelde waarde [9](#page=9).
### 1.1 Definitie van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) wordt gedefinieerd als de verantwoordelijkheid van een organisatie voor de effecten van haar besluiten en activiteiten op de maatschappij en het milieu door transparant en ethisch gedrag. Dit houdt in dat organisaties aandacht voor mensenrechten, consumentenbelangen en sociale, ethische en milieukwesties integreren in hun activiteiten en kernstrategie. Het doel hiervan is het creëren van zoveel mogelijk gedeelde waarde voor hun eigenaren/aandeelhouders, andere stakeholders en de samenleving als geheel, en het opsporen, voorkomen en verminderen van mogelijke negatieve effecten [9](#page=9).
> **Tip:** MVO draait om het vinden van een balans tussen economische, sociale en ecologische overwegingen binnen de bedrijfsvoering.
### 1.2 Wat is ESG?
ESG staat voor de prestatiecriteria waarmee een bedrijf zijn effecten en afhankelijkheden op het milieu (E) en de maatschappij (S) communiceert. De 'G' staat voor governance en verwijst naar de mate waarin een bedrijf aantoont dat iemand adequaat verantwoordelijk is voor het beheren van zakelijke kansen en risico's [10](#page=10).
> **Tip:** ESG-criteria worden steeds belangrijker voor investeerders om de duurzaamheid en het langetermijnsucces van een bedrijf te beoordelen.
### 1.3 De relatie tussen MVO en ESG
Hoewel MVO een breder concept is, overlapt het sterk met ESG. ESG-criteria bieden een gestructureerde manier om de aspecten van MVO te meten en te rapporteren. Terwijl MVO zich richt op het brede spectrum van verantwoordelijkheden, specifiek ESG de drie pijlers van milieu, sociale impact en goed bestuur [10](#page=10) [11](#page=11).
### 1.4 Doelstellingen van MVO
Het fundamentele doel van MVO is het realiseren van een win-win strategie. Dit betekent dat zowel het bedrijf als de maatschappij er voordeel bij hebben. Door verantwoord te ondernemen, kunnen bedrijven hun reputatie verbeteren, talent aantrekken en behouden, risico's beperken en innovatie stimuleren, terwijl ze tegelijkertijd bijdragen aan een duurzamere samenleving [12](#page=12) [9](#page=9).
> **Voorbeeld:** Een bedrijf dat investeert in energiezuinige productieprocessen (milieu), eerlijke arbeidsomstandigheden biedt (sociaal) en transparant communiceert over zijn bedrijfsvoering (bestuur), integreert MVO en ESG-principes. Dit kan leiden tot lagere energiekosten, gemotiveerd personeel en een betere reputatie bij consumenten en investeerders.
---
# De zeven principes van MVO en hun toepassing
Dit deel van de studiegids behandelt de zeven principes die ten grondslag liggen aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), met specifieke aandacht voor de toepassing ervan binnen kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) [13](#page=13).
### 2.1 Inspiratie
Studenten komen in aanraking met inspirerende voorbeelden van KMO's die actief inzetten op duurzaam ondernemen en innovatie. Dit gebeurt via lessen, gastlezingen, MVO-platforms en actualiteiten omtrent MVO [14](#page=14).
### 2.2 Motivatie
Fundamentele morele keuzes vormen de basis van elke duurzaamheidsstrategie. Door middel van het boek "Morele Intuïtie", gastlezingen (zoals van Jochanan Eynikel van Etion) en het bespreken van real-life dilemma's, leert de student nadenken over het 'waarom' achter MVO en oefent hij/zij in het inschatten van de gevolgen van specifieke trade-offs [15](#page=15).
### 2.3 Wegwijs vinden in duurzaam ondernemen
Studenten leren de wereld van duurzaam ondernemen, inclusief relevante wetgeving, te navigeren. Ze leren het onderscheid te maken tussen een ESG-aanpak (Environmental, Social, Governance), die gericht is op winstgedreven ondernemingen, en een Impact-aanpak, die gericht is op impactgedreven ondernemingen [16](#page=16).
> **Tip:** Begrip van het onderscheid tussen ESG en Impact is cruciaal voor het kiezen van de juiste strategische richting binnen duurzaam ondernemen.
### 2.4 Analyse van duurzaamheidsrapportage
In dit principe doorlopen studenten de stappen die doorgaans voorkomen in duurzaamheidsrapportering volgens de ESG-aanpak. Dit omvat technieken zoals stakeholdermapping, value chain mapping, dubbele materialiteitsanalyse, het GHG Protocol (Greenhouse Gas Protocol) en Lifecycle Analysis (LCA) [17](#page=17).
### 2.5 Strategieontwikkeling
Na de analyse leren studenten de "impact intensity of profit" en de "impact money multiple" te bepalen voor een onderneming of impactonderneming. Deze metrics helpen bij het kwantificeren van de financiële en maatschappelijke impact [18](#page=18).
### 2.6 Businessmodellen
Een selectie van duurzame businessmodellen wordt besproken, met speciale nadruk op Circulaire Businessmodellen. Deze modellen worden zowel voor diensten als voor producten uitgelicht [19](#page=19).
> **Voorbeeld:** Een circulair businessmodel voor een product kan bestaan uit het aanbieden van een product als dienst (product-as-a-service) in plaats van directe verkoop, met focus op reparatie, hergebruik en recycling aan het einde van de levenscyclus.
### 2.7 Communicatie
Studenten leren barrières voor duurzaam gedrag te identificeren. Vervolgens onderzoeken ze hoe deze barrières doorbroken kunnen worden door middel van functionele, emotionele of sociale voordelen, om zo gedeelde waarde (shared value) te creëren [20](#page=20).
---
# Globale uitdagingen en wetgevend kader voor MVO
Dit hoofdstuk behandelt de mondiale duurzaamheidsuitdagingen, waaronder de Sustainable Development Goals (SDG's) en het Parijsakkoord, evenals het Europese wetgevende kader voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), zoals de Green Deal en specifieke richtlijnen [22](#page=22).
### 3.1 Mondiale uitdagingen voor duurzame ontwikkeling
#### 3.1.1 Duurzame ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling wordt gedefinieerd als ontwikkeling die voorziet in de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien, in gevaar te brengen [23](#page=23).
#### 3.1.2 VN Sustainable Development Goals (SDG's)
De Verenigde Naties hebben in 2015 de Sustainable Development Goals (SDG's) opgesteld, een reeks van 17 onderling verbonden doelen die bedoeld zijn om een duurzame toekomst voor iedereen te realiseren tegen 2030. Deze doelen bestrijken een breed scala aan sociale, economische en milieu-uitdagingen, waaronder armoede, honger, gezondheid, onderwijs, gendergelijkheid, schone energie, economische groei, industrie, innovatie, klimaatactie, en vrede en rechtvaardigheid [24](#page=24) [25](#page=25).
#### 3.1.3 Parijsakkoord
Het Parijsakkoord van 2015 heeft als hoofddoel om de wereldwijde klimaatopwarming tegen 2050 te beperken tot maximaal twee graden Celsius, en bij voorkeur tot 1,5 graden Celsius, ten opzichte van de periode 1850-1900. Om dit te bereiken, is het de bedoeling om de CO2-emissies wereldwijd tegen 2050 te herleiden tot nul. De Verenigde Staten hebben in 2017 het akkoord verlaten onder president Trump, maar zijn later weer geëngageerd onder president Biden. In 2024 heeft Trump het akkoord opnieuw verlaten [26](#page=26).
### 3.2 Europees wetgevend kader voor MVO
De Europese Unie heeft diverse wetgevende initiatieven genomen om MVO te bevorderen en duurzaamheid te integreren in het bedrijfsleven [28](#page=28).
#### 3.2.1 De Green Deal
De Europese Green Deal is een ambitieus pakket maatregelen dat gericht is op het transformeren van de EU tot een moderne, grondstof- en energie-efficiënte en concurrerende economie, met als doel klimaatneutraliteit te bereiken tegen 2050. Binnen de Green Deal vallen diverse specifieke richtlijnen en verordeningen, waaronder [29](#page=29):
* **CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive):** Deze richtlijn verplicht bedrijven om gedetailleerd te rapporteren over duurzaamheidskwesties (milieu, sociaal en governance) conform de ESRS-standaarden (European Sustainability Reporting Standards), die tot 1.100 datapunten kunnen omvatten. Echter, het "Omnibus Simplification package" heeft de implementatie hiervan met twee jaar uitgesteld, waardoor de scope aanzienlijk is beperkt. Alleen bedrijven met meer dan 1.000 werknemers en die aan één van de financiële drempels voldoen (qua omzet of balanstotaal) vallen nog onder de CSRD [30](#page=30).
* **CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive):** Deze richtlijn stelt dat bedrijven mensrechten- en milieueffecten in hun waardeketen moeten identificeren, voorkomen en aanpakken. De deadline voor nationale omzetting is opgeschoven naar 2027. De scope van deze richtlijn betreft grote EU-bedrijven met meer dan 1.000 werknemers en een wereldwijde omzet van meer dan 450 miljoen euro, evenals grote niet-EU-bedrijven met een omzet van meer dan 450 miljoen euro binnen de EU [31](#page=31).
* **ESPR (Ecodesign for Sustainable Products Regulation):** Deze verordening heeft tot doel producten duurzamer te ontwerpen, met aandacht voor energie-efficiëntie, repareerbaarheid, recycleerbaarheid en een lagere milieu-impact. De gefaseerde uitrol is gepland tussen 2025 en 2030. Prioritaire productgroepen omvatten onder andere textiel, meubels, matrassen, banden, staal, aluminium en energiegerelateerde producten. Innovaties zoals de "reparatiescore", "ecodesign" en de "Digital Product Passport" (DPP) zullen via gedelegeerde en uitvoeringshandelingen worden ingevoerd [32](#page=32).
* **EPR (Extended Producer Responsibility) / UPV (Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid) via WFD (Waste Framework Directive):** Dit principe verplicht producenten om financiële en operationele verantwoordelijkheid te dragen voor de inzameling, recycling en verwerking van hun producten na gebruik. De richtlijn is goedgekeurd in september 2025, met een geplande uitrol voor textiel in 2028 [33](#page=33).
* **EUDR (European Union Deforestation Regulation):** Deze verordening verplicht bedrijven aan te tonen dat hun producten niet bijdragen aan ontbossing of bosdegradatie. De wet is in werking getreden, maar de implementatie is uitgesteld en er is veel kritiek op [34](#page=34).
* **Green Claims Directive:** Deze richtlijn was bedoeld om milieuaanspraken van bedrijven te reguleren en wetenschappelijke onderbouwing te verplichten. De Europese Commissie heeft deze echter op 20 juni 2025 ingetrokken omdat deze te complex, te breed van scope en te belastend voor bedrijven werd geacht [35](#page=35).
#### 3.2.2 Alternatieve benaderingen en aanvullende wetgeving
Gezien de intrekking van de Green Claims Directive zijn er alternatieve benaderingen en aanvullende wetgevingen relevant voor bedrijven [36](#page=36):
* **Trickle-down effect:** Verwacht wordt dat de impact van grotere regelgevingen zich naar kleinere bedrijven zal verspreiden [36](#page=36).
* **VSME (Verordening Verduurzaming Economische Sector / Duurzame Economische Sector):** Deze benadering omvat de principes van dubbele materialiteit, vereist supply chain mapping, stakeholderanalyse en identificatie van risico's en kansen (IRO). Er is een onderscheid tussen verplichte en vrijwillige elementen [36](#page=36).
* **Green Claims:** Regels rond groene claims worden nu behartigd door de Wet Marktpraktijken, die een verbod op misleidende reclame inhoudt en toezicht en controle door de FOD Economie regelt [36](#page=36).
* **ESPR en UPV:** De verordeningen voor ecologisch ontwerp en uitgebreide producentenverantwoordelijkheid blijven van kracht, met ecomodulatie en de Digital Product Passport (DPP) als belangrijke instrumenten [36](#page=36).
---
# Opdracht en evaluatie van MVO
Dit gedeelte beschrijft de opdracht en evaluatie voor studenten met betrekking tot Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), inclusief de keuze van een bedrijf, het uitvoeren van interviews over morele dilemma's, het opstellen van een portfolio met analyses en strategieën, en de voorbereiding op een examen.
### 4.1 Opdrachtbeschrijving
De MVO-opdracht vereist dat studenten een bedrijf selecteren, bij voorkeur een familiebedrijf of een KMO uit hun eigen gemeente, en geen multinationale onderneming. Vervolgens interviewen zij een ondernemer, CEO of duurzaamheidsmanager over morele dilemma's. Hierbij dient de 'dilemmaherkenning' uit hoofdstuk 8, 'Morele Intuïtie', als leidraad voor het interview. De output van dit interview is een filmopname van minimaal 3 en maximaal 5 minuten [38](#page=38).
Daarnaast moeten studenten samen met het bedrijf materiële onderwerpen bepalen en een portfolio opbouwen. Dit portfolio dient gebruik te maken van de DMA-tools (matrix, iro's, value chain, stakeholders) die in periode 1 zijn behandeld. Voor het meest materiële onderwerp wordt een strategie opgesteld, geïllustreerd met best practices. De output hiervan kan variëren in vorm, zoals een Word-document, Miro-bord, flowchart, Canva-ontwerp, PowerPoint-presentatie of een papieren document [38](#page=38).
In week 12 pitchen alle studenten hun werk [39](#page=39).
### 4.2 Voorbereiding op het Examen
De opdracht en de bijbehorende coaching dienen ter voorbereiding op het examen. Tijdens het examen krijgen studenten zelf een casus voorgeschoteld vanuit het perspectief van een ondernemer of CEO. Zij moeten aantonen dat zij de stappen van de opdracht kunnen doorlopen, inclusief het omgaan met dilemma's, het toepassen van DMA (Dubbele Materialiteitsanalyse) en het rapporteren volgens de VSME-standaard (Verklaring over het geborgd in de interne beheersing van de vennootschap) [39](#page=39).
Het is de verwachting dat studenten die de opdracht uitvoeren en deze geregeld met de docent bespreken, het examen gemakkelijker zullen kunnen oplossen [39](#page=39).
### 4.3 Lesoverzicht en Verplichte Onderdelen
Het lesoverzicht voor MVO 2, periode 1, omvat diverse onderwerpen, waaronder een introductie en de opdrachtbespreking in week 1. Er is een verplichte aanwezigheid bij een lezing van Kees Klomp op 29 september over 'The new sustainability: Integral value creation' [41](#page=41) [43](#page=43).
Gastsprekers verzorgen sessies over Dubbele Materialiteitsanalyse en Environment (Jenny Mae Vansteenlandt) in week 3 Social (Pepijn Verhaeghe) in week 4 en Governance en Duurzaam (Impact/ Sociaal) Ondernemen in week 5 [41](#page=41).
Bedrijfsethiek wordt behandeld in week 6, met een gastspreker (Jochanan Eynickel). Hierbij wordt benadrukt dat ethisch ondernemen niet enkel om regels draait, maar ook om waardenkeuzes en het aangaan van de dialoog over culturele diversiteit en neutraliteit in geopolitieke kwesties. Het studiemateriaal 'Morele Intuïtie' is verplicht en wordt aangevuld met een gastlezing [41](#page=41) [44](#page=44) [45](#page=45).
Duurzame Marketing & Communicatie, Gedragsverandering & Narratieven staan gepland voor week 7. Vanaf week 8 starten individuele coaching sessies per klasgroep ter voorbereiding op de opdracht [42](#page=42).
> **Tip:** Zorg ervoor dat je de concepten van de DMA-tools (matrix, iro's, value chain, stakeholders) en de principes van 'Morele Intuïtie' goed begrijpt, aangezien deze direct relevant zijn voor zowel de opdracht als het examen.
> **Voorbeeld:** Tijdens het interview over morele dilemma's, zou je kunnen vragen hoe het bedrijf omgaat met leveranciers die zich niet aan ethische standaarden houden, wat een klassiek voorbeeld is van een moreel dilemma in de bedrijfsvoering [38](#page=38) [45](#page=45).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) | De verantwoordelijkheid van een organisatie voor de effecten van haar besluiten en activiteiten op de maatschappij en het milieu door transparant en ethisch gedrag te tonen. Dit omvat het integreren van mensenrechten, consumentenbelangen en sociale, ethische en milieukwesties in de kernstrategie om gedeelde waarde te creëren en negatieve effecten te voorkomen. |
| ESG | Dit staat voor milieu (Environment), sociaal (Social) en bestuur (Governance) en betreft prestatiecriteria waarmee een bedrijf zijn impact op en afhankelijkheden van de omgeving en de maatschappij communiceert, evenals hoe het bedrijfsrisico's beheert. |
| Stakeholders | Personen of groepen die een belang hebben bij of beïnvloed worden door de activiteiten van een organisatie. Dit omvat onder andere werknemers, klanten, leveranciers, investeerders, de lokale gemeenschap en de overheid. |
| Waardeketen | Alle activiteiten die een organisatie onderneemt om een product of dienst te creëren, te produceren, te leveren, te ondersteunen en uiteindelijk te laten eindigen. Dit omvat zowel directe als indirecte activiteiten van de organisatie. |
| Dubbele materialiteitsanalyse (DMA) | Een analyse die zowel de impact van de organisatie op de maatschappij en het milieu (outside-in) onderzoekt, als de impact van maatschappelijke en milieurisico's en -kansen op de financiële prestaties van de organisatie (inside-out). |
| Duurzame Ontwikkeling | Ontwikkeling die voorziet in de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. |
| Parijsakkoord | Een internationaal verdrag met als doel de klimaatopwarming wereldwijd te beperken tot maximaal 2 graden Celsius, en bij voorkeur 1,5 graad Celsius, ten opzichte van de pre-industriële niveaus (1850-1900), en de CO2-emissies tegen 2050 tot nul te herleiden. |
| Green Deal (Europese Unie) | Een initiatief van de Europese Commissie gericht op het verduurzamen van de Europese economie door middel van een reeks beleidsmaatregelen, waaronder wetgeving op het gebied van milieu, energie en klimaat, om de EU klimaatneutraal te maken tegen 2050. |
| CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) | Een Europese richtlijn die bedrijven verplicht gedetailleerd te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties, inclusief milieu-, sociale en governance-aspecten, volgens specifieke ESRS-standaarden. |
| CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive) | Een Europese richtlijn die grote ondernemingen verplicht om mensrechten- en milieueffecten in hun waardeketen te identificeren, te voorkomen en aan te pakken, en die de noodzaak van due diligence benadrukt. |
| EPR (Extended Producer Responsibility) / UPV (Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid) | Een principe waarbij producenten financiële en operationele verantwoordelijkheid dragen voor de inzameling, recycling en verwerking van hun producten na gebruik, wat leidt tot een meer circulaire economie. |
| DPP (Digital Product Passport) | Een digitaal paspoort dat essentiële informatie bevat over de duurzaamheidskenmerken van een product, zoals de herkomst van materialen, repareerbaarheid en recycleerbaarheid, om consumenten en bedrijven te informeren. |