Cover
Inizia ora gratuitamente 3 - Jakobson.pdf
Summary
# Het binarisme van Roman Jakobson
Het binarisme van Roman Jakobson stelt dat betekenisverschillen binnen taalsystemen en andere semiotische systemen kunnen worden herleid tot reeksen van tegengestelde paren, ook wel binaire opposities genoemd [2](#page=2).
### 1.1 Het concept van binaire opposities
Jakobson analyseerde taalsystemen door te stellen dat de betekenis van tekens voortkomt uit hun relatie tot andere tekens, specifiek door middel van contrasterende paren. Deze opposities worden vaak aangeduid met een notatie als $(-/+, 0/1)$ [2](#page=2).
Een sleutelaspect van dit concept is het onderscheid tussen opposities die pertinent en relevant zijn voor de betekenis van een bepaald teken, en welke niet [2](#page=2).
> **Voorbeeld:** Het verschil tussen "jongen" en "meisje" is een pertinente oppositie die de betekenis van het woord "jongen" (geslacht) bepaalt. De oppositie tussen "jongen" en "man" is echter ook relevant, maar op een ander niveau (volwassenheid). De oppositie tussen een "blondine" en een "brunette" is minder pertinent voor de algemene betekenis van "jongen" dan de oppositie gebaseerd op geslacht [2](#page=2).
### 1.2 Toepassing op de analyse van interieurs
Het principe van binarisme is niet beperkt tot taal, maar kan ook worden toegepast op de analyse van interieurs. Ruimtes kunnen worden begrepen en geanalyseerd aan de hand van een reeks binaire opposities die hun functie, esthetiek of sfeer bepalen [3](#page=3).
Hierbij rijst de vraag welke van deze opposities pertinent en relevant zijn voor het bepalen van de specifieke kenmerken van een ruimte [3](#page=3).
Enkele voorbeelden van binaire opposities die relevant kunnen zijn voor interieuranalyse omvatten:
* Oud / modern [3](#page=3).
* Privé / publiek [3](#page=3).
* Rond / recht [3](#page=3).
* Ruw / glad [3](#page=3).
* Doorzichtig / ondoorzichtig [3](#page=3).
> **Tip:** Bij het analyseren van een interieur is het nuttig om na te denken over welke van deze paren het meest bepalend zijn voor de ervaring van de ruimte en de beoogde functie ervan [3](#page=3).
* * *
# Syntagma en paradigma
Dit gedeelte verklaart de principes van syntagma (combinatie van elementen) en paradigma (reeks van elementen in dezelfde categorie) en hun rol in het creëren van poëtische effecten.
### 2.1 Begripsomschrijving
* Een **syntagma** is een volgens grammaticale regels geordende combinatie van elementen die samen een zinvol geheel vormen. Het betreft de horizontale opeenvolging van tekens of elementen in een uiting [5](#page=5) [6](#page=6).
* Een **paradigma** is een reeks elementen die tot eenzelfde categorie behoren. Dit is de verticale as van keuze, waarbij uit een reeks van mogelijke elementen één wordt gekozen [5](#page=5) [6](#page=6).
### 2.2 De rol in tekstcreatie en poëtische effecten
De selectie en combinatie van tekens speelt een cruciale rol bij de creatie van betekenis, zowel in alledaagse communicatie als in poëzie.
* **Selectie en Combinatie:** Op de paradigmatische as worden de betekenaars (woorden, klanken, beelden) geselecteerd uit een reeks mogelijke alternatieven. Deze geselecteerde elementen worden vervolgens op de syntagmatische as met elkaar gecombineerd om een uiting te vormen [6](#page=6).
* **Ontstaan van Poëtische Effecten:** Een poëtisch effect ontstaat wanneer het principe van de gelijksoortigheid van de paradigmatische as wordt geprojecteerd op de syntagmatische as. Dit betekent dat de elementen die op de syntagmatische as (horizontaal) naast elkaar staan, ook tot dezelfde categorie behoren. Dit creëert een versterkt verband en een bijzondere resonantie tussen de gecombineerde elementen [6](#page=6) [7](#page=7).
> **Tip:** Denk bij paradigmatische keuze aan het kiezen van een woord uit een reeks synoniemen of woorden met vergelijkbare klanken. Bij syntagmatische combinatie denk je aan de volgorde waarin deze gekozen woorden een zin vormen. Wanneer deze woorden echter niet willekeurig gekozen zijn, maar allen tot dezelfde 'klankfamilie' of betekenisgroep behoren en zo naast elkaar worden geplaatst, ontstaat er een poëtisch effect.
### 2.3 Illustratie (conceptueel)
Hoewel de specifieke inhoud van pag. 8 niet volledig gedetailleerd is over de \_hoeveelheid van de analyse, wordt verwezen naar een context (Loos, Villa Müller, 1930) die waarschijnlijk een literair of artistiek werk aanduidt. Dit suggereert dat de principes van syntagma en paradigma worden toegepast om de structuur en effecten van dergelijke werken te analyseren. De precieze toepassing op dit voorbeeld zou verder onderzoek vereisen binnen de oorspronkelijke context van het document [8](#page=8).
* * *
# Het communicatieschema en de functies van taal volgens Jakobson
Dit onderwerp introduceert het communicatieschema van Jakobson, bestaande uit zes factoren, en de zes bijbehorende functies van taal die elk aan een factor gekoppeld zijn [10](#page=10) [9](#page=9).
### 3.1 Het communicatieschema
Het communicatieschema beschrijft de fundamentele elementen die betrokken zijn bij elke vorm van communicatie. Dit model identificeert zes kernfactoren [9](#page=9):
* **Zender:** De persoon die de boodschap initieert [9](#page=9).
* **Boodschap:** De informatie die wordt overgebracht [9](#page=9).
* **Ontvanger:** De persoon tot wie de boodschap gericht is [9](#page=9).
* **Context:** De situatie of het referentiekader waarnaar de boodschap verwijst [9](#page=9).
* **Contact:** Het kanaal of de verbinding die de communicatie mogelijk maakt en onderhoudt [9](#page=9).
* **Code:** Het taalsysteem of de gedeelde set tekens en regels die worden gebruikt om de boodschap te formuleren [9](#page=9).
Deze factoren worden doorgaans visueel weergegeven in een schema, waarbij de zender een boodschap stuurt naar de ontvanger, binnen een specifieke context, via een contact, gebruikmakend van een code [9](#page=9).
### 3.2 De zes functies van taal
Aan elk van de zes factoren in het communicatieschema is een specifieke taalfunctie toegeschreven, die aangeeft welk aspect van de communicatie wordt benadrukt [10](#page=10).
#### 3.2.1 Referentiële functie
* **Gekoppeld aan:** Context [10](#page=10).
* **Functie:** Deze functie richt zich op het overbrengen van informatie over de werkelijkheid of de situatie waarnaar de boodschap verwijst. Het is de meest basale vorm van communicatie, waarbij feiten, beschrijvingen en objectieve informatie worden gedeeld. Deze functie wordt ook wel de denotatieve of cognitieve functie genoemd [10](#page=10).
#### 3.2.2 Expressieve functie
* **Gekoppeld aan:** Zender [10](#page=10).
* **Functie:** De expressieve functie stelt de zender in staat om zijn of haar emoties, gevoelens, houdingen en innerlijke toestand te uiten. Het gaat hierbij om de persoonlijke beleving van de spreker [10](#page=10).
#### 3.2.3 Conatieve functie
* **Gekoppeld aan:** Ontvanger [10](#page=10).
* **Functie:** Deze functie is gericht op het beïnvloeden van de ontvanger. Het doel kan zijn om de ontvanger te activeren tot een bepaalde handeling, te instrueren, te overtuigen of te imponeren. Dit is de functie die vaak centraal staat bij bevelen, smeekbeden en reclame. De conatieve functie wordt ook wel de appellatieve functie genoemd [10](#page=10).
#### 3.2.4 Fatische functie
* **Gekoppeld aan:** Contact [10](#page=10).
* **Functie:** De fatische functie wordt gebruikt om het communicatiekanaal te openen, te leggen, te testen en in stand te houden. Het gaat hierbij om de sociale cohesie en het onderhouden van de relatie tussen communicerende partijen, ongeacht de inhoud van de boodschap. Voorbeelden zijn begroetingen, small talk, of het controleren of de ander nog luistert ("Begrijp je?") [10](#page=10).
#### 3.2.5 Metalinguïstische functie
* **Gekoppeld aan:** Code [10](#page=10).
* **Functie:** Deze functie treedt op wanneer taal wordt gebruikt om te reflecteren op de taal zelf, het gebruikte taalsysteem of de code. Dit omvat uitleg over woorden, grammaticaregels, de betekenis van symbolen of het definiëren van termen. Semiotiek, de studie van tekens en symbolen, is hier een voorbeeld van [10](#page=10).
#### 3.2.6 Poëtische functie
* **Gekoppeld aan:** Boodschap [10](#page=10).
* **Functie:** De poëtische functie legt de nadruk op de boodschap zelf, waardoor de boodschap aandacht naar zichzelf trekt. Dit gebeurt niet noodzakelijk door literatuur, maar door het creatief en esthetisch inzetten van taal, zoals het gebruik van alliteratie, rijmvormen, beeldspraak of een specifieke woordkeuze die de aandacht trekt. Het effect hiervan is vaak een "poëtisch effect" [10](#page=10).
> **Tip:** Hoewel elke functie aan een specifieke factor is gekoppeld, is het belangrijk te onthouden dat in de praktijk de meeste uitingen meerdere functies tegelijkertijd vervullen, waarbij één functie vaak dominant is [10](#page=10).
> **Example:** Een reclameslogan kan tegelijkertijd de referentiële functie hebben (informatie over het product), de conatieve functie (aanzetten tot kopen) en de poëtische functie (een pakkende formulering gebruiken om de aandacht te trekken) [10](#page=10).
* * *
# Vervreemding en haar effecten
Vervreemding in taalgebruik en kunst breekt met de normale verwachtingen om de aandacht te vestigen op de vorm en een nieuwe kijk op het vertrouwde te bewerkstelligen [11](#page=11).
### 4.1 Het concept van vervreemding
Normaal taalgebruik streeft naar efficiëntie, waarbij de boodschap eenduidig, beknopt, duidelijk en transparant is, en de vorm volledig ten dienste staat van de inhoud. Vervreemding daarentegen wijkt af van dit normale gebruik en van onze verwachtingspatronen. Deze afwijking heeft twee hoofdeffecten [11](#page=11):
1. Het dwingt ons stil te staan bij de vorm van de boodschap [11](#page=11).
2. Het kan een vertrouwd referentiepunt als 'nieuw' of 'onbekend' laten verschijnen [11](#page=11).
### 4.2 Effecten van vervreemding
Vervreemding kan verschillende effecten teweegbrengen, waaronder humoristische, esthetische, existentiële en ideologische effecten.
#### 4.2.1 Humoristische of speleffecten
Humoristische effecten ontstaan wanneer vervreemding wordt ingezet in een speelse context, zoals te zien is bij Monty Python [12](#page=12).
#### 4.2.2 Esthetische effecten
In de kunst wordt vervreemding gebruikt om esthetische ervaringen te creëren. Dit gebeurt door het combineren van onverwachte elementen of het presenteren van alledaagse objecten in een nieuwe context.
* **Voorbeelden uit de kunst:**
* Salvador Dalí's "Kreeft telefoon" [13](#page=13) .
* Philippe Starck's "Juicy Salif" een citruspers die meer op een sculptuur lijkt [13](#page=13) .
* Georg Segal's sculptuur "Alice, luisterend naar haar gedichten en muziek" waarbij alledaagse taferelen worden bevroren in wit gips [14](#page=14) .
* Rachel Whiteread's sculptuur "Untitled (domestic)" die de negatieve ruimte van alledaagse objecten vastlegt [14](#page=14) .
#### 4.2.3 Existentieel effect
Vervreemding kan ook een 'existentieel' effect hebben, waarbij de kijker of lezer wordt geconfronteerd met de aard van het bestaan of de realiteit op een ongebruikelijke manier [15](#page=15).
#### 4.2.4 Ideologisch effect
Vervreemding kan worden ingezet om ideologische standpunten te uiten of kritiek te leveren.
* **Bertolt Brecht en het 'Verfremdungseffekt':** Brecht gebruikte dit principe in het theater om het publiek aan te zetten tot kritisch denken over sociale en politieke kwesties, in plaats van emotionele identificatie. Het doel was om het vertrouwd ogende te ontmythologiseren en te tonen hoe het ook anders had kunnen zijn [17](#page=17).
* **Voorbeelden in film en media:**
* Lars von Trier's film "Dogville" maakt gebruik van een minimalistisch decor, waardoor de nadruk komt te liggen op het spel en de interacties van de personages, en de kijker wordt gedwongen na te denken over de sociale mechanismen [17](#page=17) .
* Magazines zoals ADBUSTERS zetten vervreemdende beelden en teksten in om kritiek te uiten op consumentisme en kapitalisme [18](#page=18).
> **Tip:** Bij het analyseren van vervreemding in kunst of taal is het belangrijk om niet alleen te kijken \_wat er wordt getoond, maar vooral \_hoe het wordt getoond en welk effect dit beoogt te bereiken bij het publiek. Denk na over de contrasten tussen het vertrouwde en het onverwachte.
* * *
# Analyse van architectuur vanuit het communicatieschema
Dit onderwerp past het communicatieschema van Jakobson toe op de analyse van (interieur)architectuur, waarbij de verschillende functies van architecturale ruimtes worden belicht [19](#page=19).
### 5.1 Het communicatieschema van Jakobson en architectuur
Net als elke andere vorm van communicatie kan architectuur verschillende functies vervullen, zoals de expressieve, referentiële en conatieve functie. Binnen de architectuur wordt echter de poëtische of esthetische functie steeds als centraal beschouwd. D. Preziosi past de functies van Jakobson toe op de analyse van architecturale ruimtes [19](#page=19) [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23) [24](#page=24) [25](#page=25) [26](#page=26).
#### 5.1.1 De expressieve functie
De expressieve functie in architectuur verwijst naar de persoonlijke stijl van de (interieur)architect [21](#page=21).
> **Voorbeeld:** Antoni Gaudi's Casa Batlló in Barcelona (1905-1907) toont duidelijk zijn unieke en expressieve architecturale signatuur [21](#page=21).
#### 5.1.2 De conatieve functie
De conatieve functie richt zich op oriënterende instructies voor de gebruiker. Dit helpt gebruikers om de ruimte te navigeren en te begrijpen hoe deze te gebruiken [22](#page=22).
> **Voorbeeld:** De bewegwijzering en indeling van Station Antwerpen-Centraal dient als een voorbeeld van de conatieve functie, waarbij reizigers worden geïnformeerd en geleid [22](#page=22).
#### 5.1.3 De fatische functie
De fatische functie is gericht op het sturen van interpersoonlijke interacties binnen een ruimte. De inrichting kan ontmoetingen en sociale interacties faciliteren of juist beperken [23](#page=23).
> **Voorbeeld:** Een open keukenontwerp kan de fatische functie dienen door de interactie tussen koks en gasten te bevorderen, waardoor een meer sociale sfeer ontstaat [23](#page=23).
#### 5.1.4 De metatalige functie
De metatalige functie verwijst naar historische verwijzingen binnen de architectuurtaal. Dit kan betrekking hebben op het gebruik van stijlen, materialen of vormen die een link leggen naar het verleden [24](#page=24).
> **Voorbeeld:** De Brusselse metro toont metatalige elementen door stijlen en ontwerpinspiraties uit verschillende historische periodes te integreren [24](#page=24).
#### 5.1.5 De poëtische/esthetische functie
De poëtische of esthetische functie trekt de aandacht op de constructie zelf. Dit betreft de vormgeving, de materialiteit en de architectonische uitdrukking die als doel hebben om een esthetische ervaring te bieden [25](#page=25).
> **Voorbeeld:** De Trappenhal van het Tasselhuis in Brussel, ontworpen door Victor Horta (1892-1893), is een uitstekend voorbeeld van de poëtische functie door de aandacht voor detail, lijnvoering en de esthetische presentatie van de structuur [25](#page=25).
#### 5.1.6 De referentiële functie
De referentiële functie duidt op de praktische functie die de ruimte vervult. Dit is de directe en functionele betekenis van de architectuur [26](#page=26).
> **Voorbeeld:** De Temppeliaukio kerk in Helsinki ontworpen door Timo en Tuomo Suomalainen, dient primair als een religieuze ruimte, wat de referentiële functie illustreert [26](#page=26).
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Binarisme | Het concept dat betekenisverschillen in een systeem kunnen worden herleid tot reeksen van duidelijk tegengestelde paren, ook wel binaire opposities genoemd. |
| Binaire opposities | Tegenovergestelde paren die worden gebruikt om betekenisverschillen te definiëren, zoals 'oud' versus 'modern' of 'privé' versus 'publiek'. |
| Pertinent | Relevant of belangrijk voor het bepalen van de betekenis of functie van een bepaald element of teken. |
| Syntagma | Een geordende combinatie van elementen die volgens specifieke regels samen een zinvol geheel vormen, zoals een zin in taal. |
| Paradigma | Een reeks elementen die tot dezelfde categorie behoren en onderling uitwisselbaar kunnen zijn binnen een bepaalde structuur, zoals woorden van dezelfde woordsoort. |
| Poëtisch effect | Een stilistisch effect dat ontstaat wanneer de principes van gelijksoortigheid binnen een paradigma worden toegepast op de syntagmatische ordening, wat leidt tot een verhoogde aandacht voor de vorm van de boodschap. |
| Communicatieschema | Een model dat de verschillende componenten van een communicatieproces identificeert, waaronder zender, ontvanger, boodschap, context, contact en code. |
| Referentiële functie | De taal functie die gericht is op de context en de informatie die wordt overgedragen; het verwijzen naar de werkelijkheid. |
| Expressieve functie | De taal functie die de emoties en gevoelens van de zender uitdrukt, gericht op de innerlijke toestand van de spreker. |
| Conatieve functie | De taal functie die gericht is op de ontvanger en bedoeld is om een effect op hem te sorteren, zoals het activeren, instrueren of overtuigen. |
| Fatische functie | De taal functie die wordt gebruikt om contact te leggen, te onderhouden en te beëindigen, en de communicatielijn open te houden. |
| Metatalige functie | De taal functie die gericht is op de code zelf; de taal wordt gebruikt om over taal te spreken of de betekenis van woorden en zinnen te verduidelijken. |
| Poëtische functie | De taal functie die de aandacht vestigt op de boodschap zelf, de vorm van de uiting wordt benadrukt en trekt de aandacht naar zichzelf. |
| Vervreemding | Een techniek waarbij afgeweken wordt van het normale taalgebruik of de verwachte presentatie, waardoor de ontvanger gedwongen wordt stil te staan bij de vorm en de inhoud op een nieuwe manier te ervaren. |
| Esthetisch effect | Een effect dat gericht is op de schoonheid, kunstzinnigheid en de zintuiglijke waarneming, vaak bereikt door onverwachte combinaties of vormen. |