Cover
Mulai sekarang gratis Les 7 armoedebeleid.pptx
Summary
# Internationale en Europese aandacht voor armoede
Dit onderwerp belicht de internationale prioriteiten en strategieën van de Verenigde Naties en de Europese Unie voor armoedebestrijding, evenals de mechanismen voor participatief beleid.
## 1 Internationale aandacht voor armoede
De internationale aandacht voor armoede is een belangrijke prioriteit van de Verenigde Naties.
### 1.1 Verenigde Naties
* **Werelddag van verzet tegen extreme armoede:** 17 oktober is uitgeroepen tot deze dag ter bevordering van bewustzijn en actie.
* **Internationale beweging ATD Vierde Wereld:** Deze beweging speelt een sleutelrol in het aanpakken van armoede en het bevorderen van participatie van mensen met armoede-ervaring.
### 1.2 Europese Unie
De Europese Unie richt zich op armoedebestrijding, voornamelijk via economisch beleid en geharmoniseerde indicatoren.
* **Geharmoniseerd beleid rond armoede-indicatoren:** Streven naar een uniforme manier om armoede te meten binnen de lidstaten.
* **Focus op activering en kinderarmoede:** Prioriteit wordt gelegd op het activeren van mensen naar werk en het bestrijden van kinderarmoede.
* **Europa 2020-strategie:** Een strategie met als doelstelling de reductie van het aantal mensen in armoede.
* **Doelstelling tegen 2030:** Het verminderen van het aantal mensen in armoede met ten minste 15 miljoen, waarvan minimaal 5 miljoen kinderen.
* **Actieplan voor Europese pijler van sociale rechten:** Een plan dat concrete stappen en aanbevelingen bevat.
* **Aanbeveling inzake minimuminkomen:** Nadruk op het belang van een adequaat minimuminkomen, met specifieke aandacht voor kinderen in armoede en dakloosheid.
#### 1.2.1 Belangenorganisaties op Europees niveau
* **EAPN (European Anti-Poverty Network):** Een netwerk dat zich inzet voor de bestrijding van armoede.
* **Feantsa:** Een organisatie die zich richt op dakloosheid.
* **Europese Volksuniversiteit van ATD:** Een educatief initiatief van ATD Vierde Wereld.
## 2 Participatief armoedebeleid in België en Vlaanderen
Participatief armoedebeleid, waarbij mensen met armoede-ervaringen centraal staan, is essentieel voor een effectieve aanpak.
### 2.1 Federaal armoedebeleid
Het federaal armoedebeleid is geëvolueerd met de nadruk op participatie en mensenrechten.
* **Algemeen Verslag tegen de Armoede (1994):** Dit verslag markeerde een belangrijke mijlpaal in de vormgeving van het Belgische armoedebeleid.
* **Dialoogproces:** Een cruciaal element is het dialoogproces tussen mensen in armoede, beroepskrachten en vrijwilligers, wat participatie centraal stelt.
* **Armoede als schending van mensenrechten:** Armoede wordt gezien als een schending van mensenrechten, met aandacht voor 13 levensdomeinen.
* **Samenwerkingsakkoord (1999):** Een akkoord tussen de federale staat, gemeenschappen en gewesten met als doel een gecoördineerd armoedebeleid.
* **Interfederaal Steunpunt ter bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting:**
* **Doel:** Het evalueren van de effectiviteit van de uitoefening van mensenrechten in armoedesituaties.
* **Activiteiten:** Het faciliteren van overlegprocessen en het opstellen van tweejaarlijkse verslagen die besproken worden in parlementen, de NAR (Nationale Arbeidsraad) en de SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen).
### 2.2 Vlaams armoedebeleid
Het Vlaams armoedebeleid is sterk gericht op participatie en emancipatie van mensen in armoede.
* **Het armoededecreet (2003):** Dit decreet vormt de basis voor het Vlaamse armoedebeleid.
* **Netwerk Tegen Armoede:**
* Omvat 57 verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen.
* **Principes:** Armen verenigen zich, armen krijgen een stem, werken aan maatschappelijke emancipatie, werken aan maatschappelijke structuren, en bevorderen van dialoog en vorming.
* **De Link vzw:** Richt zich op het opleiden van ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting.
* **Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA):**
* Dit plan wordt elke vijf jaar opgesteld aan het begin van de legislatuur (bijvoorbeeld 2025-2029).
* **Inhoud:**
* Omgevingsanalyse (definitie, structureel en participatief).
* Situering binnen nationaal en Europees armoedebeleid.
* Doelstellingen, concrete beleidsacties en tijdspaden per beleidsdomein.
* Indicatoren voor voortgangsmeting en ingezette instrumenten.
* Participatie van doelgroepen.
* **Thema's (VAPA 2025-2029):** Activering en ondersteuning naar werk, kansen voor kinderen en jongeren, betaalbaar en duurzaam wonen, participatie aan samenleving en beleid (inclusief vakantie- en vrijetijdsparticipatie en vrijwilligerswerk).
* **Verticaal Permanent Armoedeoverleg (VPAO):** Thematisch overleg tussen Netwerk Tegen Armoede, kabinet en administratie.
* **Horizontaal Permanent Armoedeoverleg (HPAO):** Een uitwisselingsplatform met aandachtsambtenaren en Netwerk Tegen Armoede.
* **Armoedetoets:** Een instrument om de impact van beleid op armoede te evalueren.
### 2.3 Lokaal armoedebeleid
Het lokaal armoedebeleid is gedecentraliseerd en richt zich op integrale en participatieve benaderingen.
* **Regierol voor lokale besturen:** Lokale overheden spelen een centrale rol in lokale netwerken.
* **Integraal kinderarmoedebeleid:** Ontwikkeling van beleid dat alle aspecten van kinderarmoede aanpakt.
* **Samenwerking met verenigingen:** Nauwe samenwerking met organisaties zoals Verenigingen waar Armen het Woord Nemen, Welzijnsschakels en lokale cellen van ATD Vierde Wereld.
## 3 Beleidsparticipatie vanuit armoede-ervaring
Dertig jaar beleidsparticipatie vanuit armoede-ervaring heeft de meerwaarde en de uitdagingen van dit model blootgelegd.
### 3.1 Waarom dit engagement?
* **Vereniging als dynamiserende en veilige omgeving:** Biedt een drempelverlagende en ontschuldigende ruimte.
* **Inzetten van ervaringskennis:** Zwaarbeladen ervaringskennis wordt op een positieve en constructieve manier ingezet voor de samenleving, andere mensen in armoede, en de strijd tegen armoede en voor grondrechten.
* **Bijdrage aan collectief doel:** Het werk is emancipatorisch en draagt bij aan een collectief doel.
### 3.2 Meerwaarde van beleidsparticipatie
* **Doorbreken van stereotypen en vooroordelen:** Wederzijds begrip wordt bevorderd.
* **Emancipatie:** Bevordert emancipatie aan beide kanten.
* **Medezeggenschap:** Creëert een gevoel van volwaardig burgerschap en stimuleert oprecht luisteren.
* **Betrokkenheid in het hele proces:** Zorgt voor betrokkenheid van ervaringsdeskundigen gedurende het gehele beleidsproces.
* **Gecoördineerde aanpak:** Gesteund op een mensenrechtenvisie.
* **Inachtneming van ervaringskennis en leefwereldperspectief:** Consultatie en respectvolle behandeling van ervaringskennis.
### 3.3 Grenzen of valkuilen
* **Schijnparticipatie:** Het belang van goede communicatie is cruciaal om dit te vermijden.
* **Overbevraagdheid:** Ervaringsdeskundigen kunnen te veel gevraagd worden.
* **Nood aan ontmoetingsplaatsen:** Er is behoefte aan laagdrempelige plekken waar facilitatoren en tandempartners aanwezig zijn.
* **Stigmatisering en onbegrip:** De ervaringen van stigmatisering en onbegrip blijven bestaan, ook in de media.
* **Waardering van engagement:** Belang van honorering van het engagement en ondersteunende maatregelen.
* **Evaluatie:** Noodzaak voor een grondige evaluatie van de participatieprocessen.
### 3.4 Kritische evaluatie en oproep
* **Waardig inkomen en onderdak:** Deze basisbehoeften zijn cruciaal en kleine projecten zijn vaak slechts symptoombestrijding.
* **Decentralisatie:** Moet leiden tot het garanderen van grondrechten.
* **Individueel schuldmodel:** De voorwaardelijkheid van steun kan problematisch zijn.
* **Trage processen:** Er is behoefte aan langzame processen die gericht zijn op het vinden van een gemeenschappelijke taal, het beluisteren van leefwerelden en perspectieven, en het omzetten van pijnpunten naar effectieve verandervoorstellen.
* **Vermoeidheid en kwaadheid:** Erkenning van deze gevoelens bij ervaringsdeskundigen en verenigingen.
* **Oproep voor langetermijnkeuzes:** Focus op administratieve vereenvoudiging, automatische rechtentoekenning, en verbreding naar een strijd voor rechtvaardigheid en gelijkheid door middel van partnerschap.
> **Tip:** De effectiviteit van armoedebeleid hangt sterk af van de mate waarin de stem van mensen met armoede-ervaring wordt gehoord en meegenomen in het beleidsproces.
> **Tip:** Begrijpen van de verschillende niveaus waarop armoedebeleid wordt gevoerd (internationaal, Europees, federaal, Vlaams, lokaal) is essentieel voor een compleet beeld.
> **Tip:** Let op de verschillende terminologieën en strategieën die door internationale en Europese organisaties worden gehanteerd.
> **Tip:** De rol van organisaties zoals Netwerk Tegen Armoede en ATD Vierde Wereld is cruciaal voor de belangenbehartiging en de empowerment van mensen in armoede.
---
# Federaal en Vlaams armoedebeleid
Dit gedeelte behandelt de nationale beleidskaders en decreten in België en Vlaanderen, met speciale aandacht voor de rol van het Steunpunt ter bestrijding van Armoede en het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA).
## 2. Federaal armoedebeleid
Het federaal armoedebeleid in België heeft zijn oorsprong in het Algemeen Verslag tegen de Armoede uit 1994, dat een mijlpaal vormde in de vormgeving van het Belgische armoedebeleid. Dit verslag legde de basis voor een dialoogproces tussen mensen in armoede, beroepskrachten en vrijwilligers, met participatie als centraal element. Armoede werd hierin beschouwd als een schending van mensenrechten, uitgesplitst over dertien levensdomeinen.
Een samenwerkingsakkoord uit 1999 tussen de federale staat, gemeenschappen en gewesten had als doel een gecoördineerd armoedebeleid te realiseren. Hieruit voortvloeiend werd het Interfederaal Steunpunt ter bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting opgericht. De belangrijkste doelstelling van dit steunpunt is het evalueren van de effectiviteit van de uitoefening van mensenrechten in armoedesituaties. Het steunpunt faciliteert overlegprocessen en publiceert tweejaarlijkse verslagen die worden besproken in parlementen, de Nationale Arbeidsraad (NAR) en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).
### 2.1 Het Steunpunt ter bestrijding van Armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting
Het Steunpunt fungeert als een onafhankelijk kenniscentrum dat wetenschappelijke expertise en praktijkkennis bundelt om de effectiviteit van het armoedebeleid te analyseren en te verbeteren. Het richt zich op de evaluatie van mensenrechten in relatie tot armoede en organiseert overlegstructuren om beleidsvoorstellen te ontwikkelen en te bespreken.
### 2.2 Het federaal Plan Armoedebestrijding
Hoewel een expliciet, afzonderlijk "federaal Plan Armoedebestrijding" niet gedetailleerd wordt beschreven in dit document, wordt de context van het federaal beleid geschetst via het samenwerkingsakkoord en de rol van het interfederaal steunpunt. De nadruk ligt op een gecoördineerde aanpak waarbij verschillende overheden samenwerken om armoede te bestrijden.
## 3. Vlaams armoedebeleid
Het Vlaamse armoedebeleid is primair gestructureerd rond het Vlaams armoededecreet van 2003 en de initiatieven van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA).
### 3.1 Het armoededecreet
Het armoededecreet, ingevoerd in 2003, vormt de juridische basis voor het Vlaams armoedebeleid. Dit decreet erkent het belang van participatie van mensen in armoede in het beleidsvormingsproces.
#### 3.1.1 Netwerk Tegen Armoede
Het Netwerk Tegen Armoede is een cruciale speler binnen het Vlaams armoedebeleid. Het verenigt 57 verenigingen waar mensen in armoede zelf het woord nemen en zich inzetten voor hun emancipatie. De werking van het Netwerk is gebaseerd op zes kerncriteria: armen verenigen, armen het woord geven, werken aan maatschappelijke emancipatie, werken aan maatschappelijke structuren, dialoog en vorming, en het voortdurend zoeken naar manieren om armen te betrekken.
#### 3.1.2 De Link vzw
De Link vzw richt zich op de opleiding van ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting. Dit initiatief is essentieel om de stem en de expertise van mensen met directe armoede-ervaring te versterken en in te zetten in het beleid.
### 3.2 Het VAPA – Vlaams Actieplan Armoedebestrijding
Het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) is een strategisch instrument dat om de vijf jaar wordt opgesteld, typisch aan het begin van een legislatuur (bijvoorbeeld VAPA 2025-2029). Het plan omvat een gedetailleerde omgevingsanalyse, de positionering binnen het nationale en Europese armoedebeleid, specifieke doelstellingen, beleidsacties en tijdspaden per beleidsdomein. Daarnaast definieert het indicatoren voor voortgangsmeting en de gebruikte instrumenten. Participatie van de doelgroepen is een integraal onderdeel van het VAPA.
#### 3.2.1 Thema's binnen het VAPA
De inhoud van het VAPA omvat diverse thema's, waaronder activering en ondersteuning naar werk, kansen voor kinderen en jongeren, betaalbaar en duurzaam wonen, en participatie aan samenleving en beleid. Thema's zoals vakantie- en vrijetijdsparticipatie en vrijwilligerswerk vallen hier ook onder.
#### 3.2.2 Verticaal en Horizontaal Armoedeoverleg
Het VAPA-proces wordt ondersteund door twee belangrijke overlegstructuren:
* **Verticaal Permanent Armoedeoverleg (VPAO):** Dit is een thematisch overleg tussen het Netwerk Tegen Armoede, het kabinet van de bevoegde minister en de administratie.
* **Horizontaal Permanent Armoedeoverleg (HPAO):** Dit dient als een uitwisselingsplatform met aandachtsambtenaren en het Netwerk Tegen Armoede.
#### 3.2.3 Armoedetoets
De armoedetoets is een instrument dat wordt ingezet om de impact van beleidsvoornemens op de leefwereld van mensen in armoede te beoordelen.
### 3.3 Lokaal sociaal beleid
De decentralisatie van het armoedebeleid naar lokaal niveau is een belangrijk aspect van het Vlaams beleid. Lokale besturen krijgen een regierol in lokale netwerken en werken aan integraal kinderarmoedebeleid. Dit beleid wordt ondersteund door regionale ambtenaren en de samenwerking met verenigingen waar armen het woord nemen, welzijnsschakels en lokale cellen van organisaties zoals ATD Vierde Wereld.
#### 3.3.1 30 jaar beleidsparticipatie vanuit armoede-ervaring
Het document benadrukt 30 jaar beleidsparticipatie vanuit armoede-ervaring. Dit engagement is geworteld in de behoefte aan een dynamiserende en veilige omgeving die de drempel om deel te nemen verlaagt. De kerngedachte is om "zwaarbeladen ervaringskennis in armoede op een positieve en constructieve manier in te zetten voor de samenleving, voor andere mensen in armoede, in een duurzame strijd tegen armoede en voor grondrechten".
> **Tip:** Beleidsparticipatie vanuit armoede-ervaring draagt bij aan een collectief doel en werkt emanc ipatorisch voor zowel de deelnemers als de samenleving.
##### 3.3.1.1 Meerwaarde van beleidsparticipatie
De meerwaarde van beleidsparticipatie ligt in het doorprikken van stereotypen en vooroordelen, wat leidt tot wederzijds begrip en emancipatie aan beide kanten. Medezeggenschap wordt gezien als een vorm van volwaardig burgerschap, waarbij oprecht luisteren en betrokkenheid gedurende het hele proces cruciaal zijn. Een gecoördineerde aanpak, gebaseerd op een mensenrechtenvisie, neemt de ervaringskennis en het leefwereldperspectief in overweging, wat respectvolle behandeling vereist.
##### 3.3.1.2 Grenzen of valkuilen van beleidsparticipatie
Er zijn echter ook grenzen en valkuilen, zoals:
* **Schijnparticipatie:** Het belang van goede communicatie en transparantie om dit te voorkomen.
* **Overbevraagdheid:** Mensen met armoede-ervaring kunnen overbevraagd worden.
* **Nood aan laagdrempelige ontmoetingsplaatsen:** Een facilitator en tandempartner zijn vaak nodig.
* **Stigmatisering en onbegrip:** Deze ervaringen kunnen blijven bestaan, ook in de media.
* **Honorering van engagement:** Belang van erkenning en passende ondersteuningsmaatregelen.
* **Evaluatie:** De focus op waardig inkomen en een dak boven het hoofd blijft essentieel. Kleine projecten en bijpassingen worden vaak gezien als pleisters op een open wonde.
* **Decentralisatie:** De uitdaging om grondrechten te garanderen op lokaal niveau.
* **Individueel schuldmodel:** De neiging om armoede te individualiseren, wat de voorwaardelijkheid van steun kan beïnvloeden.
* **Trage processen:** Nood aan tijd voor het vinden van een gemeenschappelijke taal, het beluisteren van leefwerelden en perspectieven, en het vertalen van pijnpunten naar effectieve verandervoorstellen.
* **Vermoeidheid en kwaadheid:** Soms ervaren deelnemers vermoeidheid en kwaadheid, wat kan leiden tot verenigingen die primair dienstverlenend worden.
##### 3.3.1.3 Oproep voor langetermijnkeuzes
De documentatie bevat een oproep voor langetermijnkeuzes, administratieve vereenvoudiging, automatische rechtentoekenning en een verbreding naar de strijd voor rechtvaardigheid en gelijkheid via partnerschap.
> **Tip:** Het Netwerk Tegen Armoede en Komaf met Armoede zijn waardevolle bronnen voor informatie over het Vlaams armoedebeleid en concrete voorstellen. Inschrijven op hun digitale nieuwsbrieven is een goede manier om op de hoogte te blijven.
---
# Lokaal armoedebeleid en participatie vanuit armoede-ervaring
Hieronder volgt een gedetailleerd studiemateriaal over lokaal armoedebeleid en participatie vanuit armoede-ervaring, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 3. Lokaal armoedebeleid en participatie vanuit armoede-ervaring
Dit onderwerp behandelt de decentralisatie van armoedebeleid naar het lokale niveau en de rol van langdurige beleidsparticipatie door mensen met armoede-ervaring, inclusief de meerwaarde en potentiële valkuilen hiervan.
### 3.1 De decentralisatie van armoedebeleid
De aanpak van armoede is gedecentraliseerd, waarbij lokale besturen een centrale regierol spelen in het ontwikkelen van integraal beleid, met name gericht op kinderarmoede. Dit lokale beleid wordt ondersteund door regionale ambtenaren en vereist samenwerking met diverse actoren, zoals Verenigingen waar Armen het Woord Nemen, Welzijnsschakels en lokale cellen van de internationale beweging ATD Vierde Wereld.
### 3.2 Beleidsparticipatie vanuit armoede-ervaring: de meerwaarde en het engagement
Al 30 jaar bestaat er beleidsparticipatie vanuit armoede-ervaring, waarbij ervaringsdeskundigen en beroepskrachten zich engageren. Deelname aan een vereniging fungeert als een dynamische en veilige omgeving met een lage drempel, die helpt om de zware ervaringskennis op een positieve en constructieve manier in te zetten voor de samenleving en voor anderen die met armoede te maken hebben, als onderdeel van een duurzame strijd tegen armoede en voor grondrechten.
#### 3.2.1 Waarom dit engagement?
Het engagement komt voort uit de wens om:
* "Zwaarbeladen ervaringskennis in armoede op een positieve en constructieve manier in te zetten voor de samenleving, voor andere mensen in armoede, in een duurzame strijd tegen armoede en voor grondrechten."
* Bij te dragen aan een collectief doel.
* Emancipatie te bevorderen, zowel voor de deelnemers als voor de bredere groep mensen in armoede.
#### 3.2.2 De meerwaarde van beleidsparticipatie
Beleidsparticipatie door mensen met armoede-ervaring brengt significante voordelen met zich mee:
* **Doorbreken van stereotypen en vooroordelen:** Dit proces is wederzijds bevruchtend en leidt tot emancipatie aan beide zijden.
* **Medezeggenschap:** Deelname geeft ervaringsdeskundigen het gevoel van volwaardig burgerschap en zorgt ervoor dat hun perspectieven oprecht worden gehoord gedurende het hele beleidsproces.
* **Gecoördineerde aanpak:** Het beleid wordt beter afgestemd op de realiteit van mensen in armoede door de inbreng van ervaringskennis en een leefwereldperspectief.
* **Respectvolle behandeling:** Ervaringsdeskundigen worden met respect behandeld wanneer hun kennis en perspectieven in overweging worden genomen.
#### 3.2.3 Grenzen en valkuilen van participatie
Ondanks de meerwaarde zijn er ook uitdagingen en valkuilen bij beleidsparticipatie:
* **Schijnparticipatie:** Dit ontstaat wanneer er geen oprechte inspraak is en goede communicatie ontbreekt.
* **Overbevraging:** Ervaringsdeskundigen kunnen te veel gevraagd worden, wat leidt tot uitputting.
* **Nood aan laagdrempelige ontmoetingsplaatsen:** Essentieel is de aanwezigheid van faciliterende omgevingen en partnerschappen (tandempartners).
* **Voortdurende stigmatisering en onbegrip:** Ondanks participatie kunnen ervaringsdeskundigen nog steeds te maken krijgen met stigmatisering, wat ook door de media kan worden versterkt.
* **Honorering van engagement en omkadering:** Het engagement moet erkend en ondersteund worden door passende maatregelen.
* **Financiële en materiële basis:** De focus op kleine projecten en bijpassingen kan de indruk wekken van pleisters op een open wond. Het garanderen van grondrechten, zoals een waardig inkomen en adequate huisvesting, blijft cruciaal.
* **Individueel schuldmodel:** De nadruk op individuele verantwoordelijkheid, zoals bij de voorwaardelijkheid van steun, kan de effectiviteit van beleid ondermijnen.
* **Complexiteit van processen:** Het vereist tijd, geduld, het zoeken naar een gemeenschappelijke taal en het beluisteren van verschillende leefwerelden om van pijnpunten tot effectieve verandervoorstellen te komen.
* **Risico op dienstverlening:** Soms kunnen verenigingen die zich richten op participatie, verzanden in dienstverlening, wat de emancipatorische doelstelling kan dwarsbomen.
#### 3.2.4 Oproep tot structurele verbeteringen
Er is een duidelijke oproep tot langetermijnkeuzes, administratieve vereenvoudiging, automatische rechtentoekenning en een verbreding van de strijd voor rechtvaardigheid en gelijkheid, waarbij een echt partnerschap centraal staat.
> **Tip:** Het is cruciaal om te beseffen dat effectieve participatie verder gaat dan enkel consultatie; het vereist een oprechte bereidheid om beleid mee vorm te geven en structurele veranderingen te realiseren.
> **Voorbeeld:** Een gemeente die een participatief traject opzet voor de ontwikkeling van een nieuw beleidsplan tegen kinderarmoede, waarbij mensen met ervaring van armoede vanaf de beginselen worden betrokken bij de analyse, doelstellingen en de implementatie, toont een meerwaarde boven een aanpak waarbij enkel beleidsmakers aan tafel zitten.
### 3.3 Het Vlaamse armoedebeleid en participatie
Het Vlaamse armoedebeleid is verankerd in het **armoededecreet (2003)**. Dit decreet erkent het belang van "Verenigingen waar Armen het Woord Nemen" die zich richten op zes kerncriteria: armen verenigen, armen het woord geven, werken aan maatschappelijke emancipatie, werken aan maatschappelijke structuren, dialoog en vorming, en armen blijven zoeken. **De Link vzw** speelt een rol in het opleiden van ervaringsdeskundigen.
Het **Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA)**, dat om de vijf jaar wordt opgesteld, is een belangrijk instrument voor participatief beleid. Dit plan bevat een omgevingsanalyse, doelstellingen, concrete beleidsacties en tijdspaden, en indicatoren om de voortgang te meten. De participatie van doelgroepen is een essentieel onderdeel van het VAPA, met thema's als activering naar werk, kansen voor kinderen en jongeren, betaalbaar wonen, en participatie aan de samenleving.
Het **Vertikaal Permanent Armoedeoverleg (VPAO)** faciliteert thematisch overleg tussen Netwerk Tegen Armoede, het kabinet en de administratie, terwijl het **Horizontaal Permanent Armoedeoverleg (HPAO)** dient als een uitwisselingsplatform met aandachtsambtenaren en Netwerk Tegen Armoede. De **armoedetoets** is een instrument om de impact van beleid op armoede te evalueren.
> **Tip:** De structuur van het Vlaamse armoedebeleid met het VAPA, VPAO en HPAO laat zien hoe participatie en beleidsvorming op elkaar kunnen worden afgestemd.
### 3.4 Internationale en Federale context
Internationaal wordt armoede erkend als een prioriteit door organisaties zoals de Verenigde Naties, met specifieke aandacht voor de Werelddag van verzet tegen extreme armoede en initiatieven zoals ATD Vierde Wereld. Binnen de Europese Unie richt het beleid zich op economische aspecten, geharmoniseerde indicatoren en de Europa 2020-strategie, die tot doel heeft het aantal mensen in armoede te verminderen. Belangenorganisaties zoals EAPN en Feantsa zijn actief op Europees niveau.
Op federaal niveau heeft het **Algemeen Verslag tegen de Armoede (1994)** een mijlpaal betekend, met de nadruk op een dialoogproces en een mensenrechtenbenadering. Het **Samenwerkingsakkoord (1999)** beoogt een gecoördineerd armoedebeleid. Het **Interfederaal Steunpunt ter bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting** evalueert de effectiviteit van mensenrechten in armoedesituaties en faciliteert overlegprocessen.
> **Tip:** Begrip van de internationale, federale en Vlaamse beleidsniveaus is essentieel om te zien hoe lokaal armoedebeleid daarin past en hoe participatie op elk niveau vorm krijgt.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Participatief armoedebeleid | Een beleidsbenadering waarbij mensen die in armoede leven actief betrokken worden bij de vormgeving, uitvoering en evaluatie van beleid dat hen aanbelangt. Dit concept benadrukt inspraak en medezeggenschap. |
| Bestaansonzekerheid | Een situatie waarin individuen of huishoudens kampen met instabiliteit en onzekerheid met betrekking tot hun inkomen, huisvesting, toegang tot basisvoorzieningen en sociale zekerheid, waardoor een stabiele levensstandaard bedreigd wordt. |
| Sociale uitsluiting | Het proces waarbij individuen of groepen worden buitengesloten van deelname aan de belangrijkste sociale, economische en politieke activiteiten binnen een samenleving, wat kan leiden tot marginalisatie en gebrek aan toegang tot middelen en kansen. |
| Armoededecreet | Een specifieke wetgevende akte binnen het Vlaamse beleidskader die de aanpak van armoede reguleert en structurele maatregelen voorschrijft voor de bestrijding ervan, inclusief bepalingen over participatie en samenwerking. |
| Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) | Een beleidsdocument dat elke legislatuur wordt opgesteld en de doelstellingen, concrete acties en tijdlijnen uiteenzet voor de armoedebestrijding op Vlaams niveau, met aandacht voor diverse beleidsdomeinen en doelgroepen. |
| Ervaringsdeskundige | Een persoon die door eigen levenservaring met armoede of sociale uitsluiting een uniek inzicht en expertise heeft verworven en deze kennis inzet om beleid mede vorm te geven en anderen te ondersteunen. |
| Verticale armoedeoverleg | Een thematisch overleg dat plaatsvindt tussen relevante actoren, zoals belangenorganisaties (bv. Netwerk Tegen Armoede) en overheidsinstanties (kabinet en administratie), om specifieke aspecten van armoedebeleid te bespreken en te coördineren. |
| Horizontale armoedeoverleg | Een uitwisselingsplatform gericht op de coördinatie en kennisdeling tussen verschillende diensten en aandachtspunten binnen de overheid, en organisaties die zich inzetten voor armoedebestrijding, om een meer geïntegreerde aanpak te garanderen. |
| Mensenrechtenvisie op armoede | De benadering die armoede beschouwt als een schending van fundamentele mensenrechten en de strijd tegen armoede ziet als een verplichting van de staat om deze rechten te waarborgen en te beschermen voor iedereen. |
| Schijnparticipatie | Een vorm van participatie waarbij de betrokkenheid van belanghebbenden slechts oppervlakkig is en hun inbreng nauwelijks invloed heeft op de uiteindelijke besluitvorming, wat kan leiden tot desillusie en wantrouwen. |
| Emancipatorisch | Gericht op het bevorderen van de zelfstandigheid, zelfredzaamheid en maatschappelijke ontvoogding van individuen of groepen, door hen te versterken in hun rechten, mogelijkheden en zelfbewustzijn. |
| Leefwereldperspectief | De manier waarop mensen hun realiteit ervaren en interpreteren vanuit hun specifieke levensomstandigheden, sociale achtergrond en persoonlijke beleving, wat essentieel is voor een accurate analyse en effectief beleid. |