Cover
Mulai sekarang gratis (LES 3) - Hfst1(deel2).pdf
Summary
# De boodschap als centrale bouwsteen van communicatie
Communicatie draait om het overbrengen van een boodschap, waarbij een communicator een idee, gedachte, gevoel, waarde of droom wil doorgeven aan een ontvanger [4](#page=4).
### 1.1 De essentie van een boodschap
Een boodschap ontstaat uit bewustzijnsinhoud, oftewel alles wat betekenis heeft in iemands hoofd. Deze interne inhoud moet geëxternaliseerd worden door deze om te zetten in tekens, die zichtbaar, hoorbaar of leesbaar worden voor anderen. Zonder externalisatie, zolang de inhoud in het hoofd blijft, is er geen sprake van communicatie. Het volstaat echter dat de boodschap naar buiten is gebracht in tekens, met de intentie tot overdracht, zelfs als er op dat moment geen directe ontvanger is. Het potentieel op ontvangst volstaat om van communicatie te spreken [5](#page=5).
> **Tip:** Onthoud dat de externalisatie van de interne bewustzijnsinhoud de cruciale stap is om van gedachte naar boodschap te gaan, en daarmee de basis legt voor communicatie.
Een boodschap kan meer ontvangers hebben dan initieel bedoeld. Dit kan bewust of onbewust gebeuren, bijvoorbeeld door afluisteren. Wanneer een niet-bedoelde ontvanger een boodschap opvangt, wordt deze alsnog een ontvanger, wat kan leiden tot miscommunicatie of ongewenste effecten. Communicatie is daardoor ruimer dan enkel de directe zender-ontvangerrelatie en kan toevallige of ongeplande deelname omvatten [6](#page=6).
### 1.2 De meerlagige structuur van een boodschap
Een boodschap is altijd meerlagig en bestaat niet uitsluitend uit feiten of woorden, maar bevat ook vormelijke en relationele aspecten [7](#page=7).
#### 1.2.1 Het referentiële of inhoudelijke aspect
Dit aspect betreft de zakelijke inhoud van de boodschap, de feiten en informatie die de communicator wil overbrengen [9](#page=9).
* **Representationele verwijzingsfunctie:** Verwijst naar abstracte concepten zoals waarheid, liefde, gerechtigheid of vrijheid [9](#page=9).
* **Referentiële verwijzingsfunctie:** Verwijst naar concrete objecten zoals een stoel, een laptop of een auto [9](#page=9).
Een voorbeeld hiervan is een reclame die feitelijke informatie geeft, zoals "pizza twee komma negenennegentig euro, enkel deze week" [9](#page=9).
#### 1.2.2 Het expressieve of vormelijke aspect
Dit aspect gaat over de verpakking van de boodschap, inclusief stijl, toon, symbolen en beelden die de boodschap aantrekkelijk maken [9](#page=9).
* **Elementen:** Intonatie, humor, ironie, lay-out, typografie, kleuren, camerastandpunten, muziek en het gebruik van emoji's [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Functie:** Het vormelijke niveau bepaalt vaak hoe sterk een boodschap aanslaat bij de ontvanger en kan de inhoud versterken of maskeren [12](#page=12) [9](#page=9).
> **Voorbeeld:** Een hamburgerreclame die de burger er perfect en sappig doet uitzien, terwijl de realiteit vaak minder aantrekkelijk is, illustreert hoe de vormelijke laag verleidt, maar ook kan maskeren. Emojis kunnen digitale berichten warmer en expressiever maken, maar zijn soms dubbelzinnig of cultureel verschillend geïnterpreteerd [12](#page=12) [8](#page=8).
#### 1.2.3 Het relationele en appellerende aspect
Dit aspect richt zich op de relatie tussen zender en ontvanger en bevat een oproep tot actie. Het appellerende aspect communiceert de wens dat de ontvanger iets specifieks doet of voelt na het ontvangen van de boodschap [9](#page=9).
* **Relatie opbouwen:** Het merk of de zender probeert een band te creëren met (potentiële) klanten, wat bijdraagt aan langetermijnbinding, loyaliteit en vertrouwen [13](#page=13).
* **Appel:** De boodschap bevat een directe of indirecte oproep tot actie, zoals kopen, stemmen of deelnemen [13](#page=13).
> **Voorbeeld:** Een reclamecampagne zoals de Rode Neuzen-dag combineert de inhoudelijke boodschap over mentale problemen met een vormelijke aanpak (rode neuzen, humor) en een relationele/appellerende oproep om solidair te zijn en geld in te zamelen. De Aldi-pizza reclame is ook een goed voorbeeld: naast de inhoud (prijs, soort pizza) en vorm (aantrekkelijke beelden), is er een korte termijn oproep ("koop nu") en een lange termijn doel om loyaliteit op te bouwen ("Aldi is jouw vaste keuze") [10](#page=10) [13](#page=13) [7](#page=7).
Het relationele aspect is cruciaal omdat het communicatie meer maakt dan louter informatieoverdracht; het bepaalt hoe de ontvanger zich verhoudt tot de zender en of hij/zij daadwerkelijk actie onderneemt [13](#page=13).
### 1.3 Toepassen op reclamespots
Reclamespots zijn een uitstekend voorbeeld om de drie lagen van een boodschap te analyseren:
1. **Inhoudelijk:** De zakelijke, feitelijke boodschap die de adverteerder wil overbrengen, zoals producteigenschappen, prijs, acties, promoties en verkrijgbaarheid [11](#page=11).
2. **Vormelijk:** De verpakking van de boodschap om deze aantrekkelijk of overtuigend te maken. Dit omvat lay-out, kleuren, beeldvorming, grafische elementen, taalgebruik en de manier waarop het product wordt getoond [12](#page=12).
3. **Relationeel-appellerend:** De relatie die het merk probeert op te bouwen met de klant en de oproep tot actie, zowel op korte termijn (nu kopen) als lange termijn (loyaliteit en vertrouwen) [13](#page=13).
---
# Encoderen en decoderen
Encoderen en decoderen vormen de kern van het communicatieproces, waarbij bewustzijnsinhoud wordt omgezet in tekens en vervolgens door de ontvanger wordt geïnterpreteerd. Dit proces is cruciaal omdat een misverstand in de codering of decodering kan leiden tot een compleet verkeerde interpretatie van de boodschap [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16).
### 2.1 Het proces van encoderen en decoderen
Coderen is een algemene term die zowel het encoderen door de zender als het decoderen door de ontvanger omvat [14](#page=14).
#### 2.1.1 Encoderen
Encoderen is het proces waarbij de zender zijn bewustzijnsinhoud (ideeën, gevoelens, kennis, intenties) extern maakt in een specifieke code. Deze code kan bestaan uit taal, tekens of symbolen. Het is het 'inpakken' van de boodschap [16](#page=16) [18](#page=18).
#### 2.1.2 Decoderen
Decoderen is het proces waarbij de ontvanger de tekens van de code ontcijfert en er betekenis aan geeft. Dit is het 'uitpakken' van de boodschap [16](#page=16) [18](#page=18).
> **Tip:** Succesvolle communicatie vereist dat zender en ontvanger dezelfde code delen. Zonder een gedeelde code ontstaat semantische ruis, waardoor de boodschap verkeerd of helemaal niet begrepen wordt [18](#page=18) [26](#page=26).
### 2.2 Niveaus van decoderen
Decoderen kent twee niveaus: syntactisch en semantisch [18](#page=18).
#### 2.2.1 Syntactisch niveau
Dit is het puur technische ontcijferen van de tekens. Bijvoorbeeld, het lezen van een woord letter per letter zoals "b-o-o-m". Dit proces verloopt vaak onbewust en automatisch bij taalgebruik [18](#page=18).
#### 2.2.2 Semantisch niveau
Hier wordt betekenis gegeven aan de ontcijferde tekens. Voor het woord "boom" kan dit leiden tot associaties met een plant met stam en bladeren. Dit is het niveau waar vaak misverstanden ontstaan, omdat interpretatie contextafhankelijk is [18](#page=18).
> **Voorbeeld:** De grap van de docent over een man van Turkse afkomst in een frituur wordt door sommigen als humoristisch ervaren (semantische interpretatie), terwijl anderen het racistisch vinden (andere semantische interpretatie). Hoewel de syntactische decodering van de woorden hetzelfde is, verschillen de semantische interpretaties [19](#page=19).
### 2.3 Onderscheid in decodering: leesteksten
Er zijn verschillende manieren waarop een ontvanger een boodschap kan decoderen, wat kan leiden tot diverse interpretaties [20](#page=20) [23](#page=23).
#### 2.3.1 Preferred reading (dominante of hegemonische decodering)
Bij deze vorm geeft de ontvanger de boodschap dezelfde betekenis als de zender oorspronkelijk bedoelde [20](#page=20) [23](#page=23).
> **Voorbeeld:** Een reclamecampagne waarbij de ontvanger de slogan exact begrijpt zoals de maker het bedoelde [20](#page=20) [23](#page=23).
#### 2.3.2 Oppositional reading (aberrante decodering, tegenlezing)
Hierbij geeft de ontvanger een heel andere betekenis aan de boodschap dan de zender bedoelde [20](#page=20) [21](#page=21) [23](#page=23).
> **Voorbeeld:** De film *The Room* was bedoeld als een romantisch drama, maar het publiek interpreteert het als een komedie [21](#page=21) [23](#page=23).
> **Voorbeeld:** Sommige kijkers van de film *Top Gun* zien een homo-erotische subtekst in scènes zoals de volleybalscène, terwijl de producenten dit niet beoogden [22](#page=22) [23](#page=23).
#### 2.3.3 Negotiated reading (onderhandelde lezing)
Bij deze vorm volgt de ontvanger de boodschap gedeeltelijk, maar houdt tegelijkertijd eigen waarden en normen in het achterhoofd [23](#page=23).
> **Voorbeeld:** De Twilight-boeken en -films. De auteur, met een Mormoonse achtergrond, beoogde een boodschap van onthouding tot het huwelijk. Veel jongeren lezen het echter primair als een fantasy-liefdesverhaal, waarbij ze de onderliggende boodschap deels accepteren, maar niet volledig [23](#page=23) [24](#page=24).
### 2.4 Context en conventies in codering en decodering
Communicatie hangt niet alleen af van de boodschap zelf, maar ook van de context en de maatschappelijke verwachtingen rondom codes [25](#page=25).
> **Voorbeeld:** Nieuwslezers die normaal gesproken in een pak met stropdas verschijnen. Als een nieuwslezer ineens in een korte broek het journaal zou presenteren, zou de inhoudelijke boodschap gelijk blijven, maar de context en 'verpakking' verstoren de communicatie. De aandacht zou verschuiven naar de kleding en niet naar de inhoud [25](#page=25).
> **Voorbeeld uit de politiek:** Oud-premier Jean-Luc Dehaene verscheen ooit in een korte broek in het nieuws. De inhoud van zijn boodschap verdween volledig naar de achtergrond; de korte broek werd het gespreksonderwerp in de media [25](#page=25).
> **Reflectie:** De context, vaak aangeduid als 'media-logica', vereist een evenwicht tussen de productieconventies en de verwachtingen van het publiek [25](#page=25).
### 2.5 Belang van de gedeelde code
Communicatie is pas mogelijk als zender en ontvanger dezelfde code delen [26](#page=26).
> **Voorbeeld:** Een Belgische student die naar een Poolse krantenkop kijkt. Voor een Poolse lezer zit er veel betekenis in, maar voor iemand die de taal en dus de code niet kent, zijn het slechts letters op papier. Zonder gedeelde code is er geen betekenisvolle communicatie [26](#page=26).
### 2.6 Verschillen in vermogen tot coderen en decoderen
Niet iedereen kan even gemakkelijk communiceren. Sommige mensen hebben een "talenknobbel" en zijn vaardig in het encoderen en decoderen, terwijl anderen moeite hebben met talen, symbolen of abstracte codes. Dit leidt tot variatie in de rijkdom en precisie van communicatie [27](#page=27).
### 2.7 Onderscheid tussen digitale en analoge codes
Codes kunnen digitaal of analoog zijn [27](#page=27).
* **Digitale codes:** Dit zijn geleerde systemen die vast en exact zijn. Een voorbeeld is het alfabet, waarbij de spelling "m-a-n" altijd dezelfde betekenis heeft. Ook de binaire code (1 en 0) is digitaal [27](#page=27) [28](#page=28).
* **Analoge codes:** Deze zijn beeldend en gradueel, en worden gekenmerkt door intensiteit. Een eenvoudige tekening van een man geeft basisinformatie, terwijl een gedetailleerdere tekening meer nuance kan toevoegen. Analoge codes laten meer gradatie en rijkere betekenis toe dan digitale codes [27](#page=27).
---
# Transmissie, kanaal en medium
Dit onderwerp onderzoekt hoe een boodschap wordt overgedragen, de fysieke weg die het signaal aflegt, de middelen die dit faciliteren, en de verstoringen die hierbij kunnen optreden.
### 3.1 Transmissie
Transmissie omvat het proces van het overbrengen van een geëncodeerde boodschap van een zender naar een ontvanger. Dit proces vereist een kanaal, dat fungeert als de materiële of fysische drager van een signaal, en verbindt de actoren in de communicatie [30](#page=30).
### 3.2 Signaal, teken, kanaal en medium
#### 3.2.1 Signaal
Een signaal is de fysieke drager van de boodschap. Voorbeelden hiervan zijn geluidsgolven of radiogolven [30](#page=30).
#### 3.2.2 Teken
Tekens zijn de codes waarin de boodschap is vastgelegd, zoals woorden, beelden of symbolen [30](#page=30).
#### 3.2.3 Kanaal
Het kanaal is de fysieke weg waarlangs de boodschap reist. Voorbeelden zijn de lucht voor stemgeluid of een kabel voor televisiesignalen. Omdat een kanaal fysieke materie is, is de beschikbaarheid ervan beperkt [31](#page=31).
#### 3.2.4 Medium
Het medium is het hulpmiddel dat de boodschap ondersteunt. Het kan technisch middel zijn voor zowel vermenigvuldiging als transmissie, en helpt bij het overbruggen of reduceren van ruimte- en tijdsbeperkingen [32](#page=32) [34](#page=34).
#### 3.2.5 Voorbeelden en toepassingen
* **Microfoon en luidspreker:** De stem (boodschap) gaat via de lucht (kanaal), wordt versterkt door de microfoon (medium) en omgezet in geluidsgolven (signaal), gecodeerd in taal (tekens) [33](#page=33).
* **Telefoon:** Woorden worden omgezet in elektrische impulsen (signaal) en reizen via kabels of radiogolven (kanaal). De smartphone fungeert als medium [33](#page=33).
* **Radio-uitzending:** Een boodschap wordt omgezet in radiogolven (signaal) en via de ether (kanaal) uitgezonden. Het radio-toestel is het medium [33](#page=33).
**Toepassing: Mobiele telefonie**
1. **Teken:** Klanken met betekenis [36](#page=36).
2. **Signaal:** Klanken omgezet in digitale code, opgedeeld in informatiepakketten, en vervat in een elektronisch signaal [36](#page=36).
3. **Kanaal:** Radiogolven [36](#page=36).
4. **Medium:** GSM (met antenne) en zendmasten/versterkers [36](#page=36).
**Toepassing: Doktersbriefje**
Een doktersbriefje illustreert selectieve codes. Arts en apotheker, die de medische code beheersen, kunnen de boodschap correct decoderen. Een patiënt die de code niet kent, kan de inhoud niet correct interpreteren. Dit benadrukt dat communicatie succesvol kan zijn tussen specifieke actoren, zelfs als een derde partij het niet begrijpt. Het onderscheid wordt hierbij ook duidelijk: het signaal is de fysieke drager (papier), terwijl het teken de gecodeerde inhoud is die betekenis vereist [38](#page=38).
### 3.3 Ruis (noise)
Ruis is alles wat de zuivere transmissie van een boodschap verstoort. Communicatie verloopt zelden vlekkeloos door ruis op verschillende niveaus [37](#page=37).
#### 3.3.1 Soorten ruis
1. **Externe ruis:** Ruis die van buitenaf komt, fysiek en omgevingsgebonden is [37](#page=37).
* *Voorbeelden:* Lawaai in de klas, storingen op een telefoonlijn, harde muziek in een café [37](#page=37).
2. **Interne ruis:** Ruis die zich in de zender of ontvanger zelf afspeelt [37](#page=37).
* *Voorbeelden:* Moeheid of afleiding waardoor de boodschap niet volledig opgenomen kan worden, of afwezigheid van gedachten tijdens het luisteren [37](#page=37).
3. **Psychologische ruis:** Vooroordelen, emoties of attitudes die de perceptie kleuren [37](#page=37).
* *Voorbeelden:* Wantrouwen in een spreker, waardoor woorden met achterdocht worden gedecodeerd; boosheid waardoor alles negatiever wordt gehoord; filteren van politieke boodschappen van een onbeminde partij [37](#page=37).
4. **Semanische ruis:** Ruis die ontstaat doordat zender en ontvanger niet dezelfde code delen [37](#page=37).
5. **Mechanische ruis:** Technische storingen in het signaal of medium [37](#page=37).
---
# De ontvanger en de succesfactoren van communicatie
Dit onderdeel van de studiehandleiding gaat dieper in op de rol van de ontvanger in het communicatieproces, de selectieve aard van perceptie, en de criteria die bepalen of communicatie succesvol is.
### 4.1 De ontvanger
De ontvanger is een cruciaal element in het communicatieproces. De rol van de ontvanger is in de loop der tijd geëvolueerd van een passieve ontvanger naar een meer actieve en selectieve rol. Dit betekent dat ontvangers niet alles passief opnemen wat een zender uitzendt, maar actief selecteren, interpreteren en zelfs details toevoegen of aanpassen aan de boodschap. Ruis kan hierbij een rol spelen, waarbij de ontvanger gaten in de boodschap opvult, details toevoegt, de boodschap assimileert of de realiteit reduceert en versterkt [40](#page=40) [41](#page=41).
#### 4.1.1 Selectiviteit van de ontvanger
Ontvangers passen een selectieproces toe op de informatie die zij ontvangen. Dit selectieproces is gebaseerd op verschillende factoren [42](#page=42):
* **Wat opvalt:** Dit kan te maken hebben met opvallende kenmerken van de boodschap, zoals een fel beeld of een emotioneel geladen woord [42](#page=42).
* **Persoonlijke relevantie:** Informatie die aansluit bij de eigen interesses, hobby's of werk van de ontvanger, wordt sneller opgepikt [42](#page=42).
* **Pasvorm binnen waarden en overtuigingen:** Boodschappen die overeenkomen met de bestaande waarden en overtuigingen van de ontvanger, hebben meer kans om geselecteerd te worden [42](#page=42).
> **Tip:** Dit verklaart waarom twee personen dezelfde boodschap kunnen ontvangen, maar toch verschillende interpretaties hebben of zich verschillende dingen herinneren [42](#page=42).
De selectiviteit van de ontvanger manifesteert zich op verschillende niveaus, waaronder selectieve kennisneming, selectieve aandacht, selectieve waarneming, selectief onthouden en selectief aanvaarden [42](#page=42).
#### 4.1.2 Perceptie als subjectief proces
Perceptie, oftewel waarneming, is altijd subjectief en wordt gekleurd door de 'bril' van de ontvanger. De werkelijkheid wordt nooit 100% accuraat waargenomen, maar altijd gefilterd. Verschillende factoren beïnvloeden dit perceptieproces [42](#page=42):
* **Psychologische factoren:** Stemming, emoties en motivatie van de ontvanger [42](#page=42).
* **Culturele factoren:** Waarden, normen en taal van de culturele achtergrond [42](#page=42).
* **Sociale factoren:** Leeftijd, generatie en groepsidentiteit [42](#page=42).
* **Ervaring:** Eerdere ontmoetingen, kennis en levenslessen [42](#page=42).
### 4.2 Criteria voor succesvolle communicatie
Succesvolle communicatie kan worden beoordeeld aan de hand van verschillende criteria [46](#page=46) [47](#page=47).
#### 4.2.1 Intentionaliteitscriterium
Volgens het intentionaliteitscriterium is er sprake van communicatie zodra er een intentie is bij de zender om iets uit te drukken. De communicatie wordt als geslaagd beschouwd indien de zender de bedoeling had om een boodschap over te brengen, ongeacht of het beoogde effect wordt bereikt [47](#page=47).
> **Voorbeeld:** Rita zegt "Ik wil een pintje." Haar intentie is om haar dorst te delen. Volgens het intentionaliteitscriterium is de communicatie geslaagd, zelfs als ze het pintje niet krijgt [47](#page=47).
#### 4.2.2 Effectiviteitscriterium
Het effectiviteitscriterium stelt dat communicatie pas geslaagd is als de bedoeling van de zender ook daadwerkelijk een effectief resultaat oplevert. Dit criterium vereist dat de boodschap wordt ontvangen en begrepen zoals bedoeld, leidend tot de gewenste reactie of uitkomst [47](#page=47).
> **Voorbeeld:** Als Rita om een pintje vraagt en Jan brengt er één, is de communicatie geslaagd volgens het effectiviteitscriterium, omdat het beoogde effect (het ontvangen van een pintje) is bereikt. Als Jan echter weigert, is de communicatie niet geslaagd op basis van dit criterium [47](#page=47).
#### 4.2.3 Interactiviteitscriterium
Het interactiviteitscriterium stelt dat communicatie geslaagd is zodra er sprake is van wisselwerking tussen de betrokken partijen, zelfs zonder expliciete intentie of een duidelijk beoogd resultaat. Dit focust op de dynamiek van de interactie zelf [47](#page=47).
> **Voorbeeld:** Rita kijkt naar haar lege glas zonder iets te zeggen. Jan merkt dit op en brengt spontaan een pintje. Er was interactie, wat volgens het interactiviteitscriterium succesvolle communicatie inhoudt, ook zonder verbale uiting van Rita [47](#page=47).
⚡ **Samengevat:**
* **Intentionaliteit:** Geslaagd zodra de zender iets wil uitdrukken [47](#page=47).
* **Effectiviteit:** Geslaagd zodra het beoogde resultaat wordt bereikt [47](#page=47).
* **Interactiviteit:** Geslaagd zodra er wisselwerking plaatsvindt, zelfs zonder woorden [47](#page=47).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Boodschap | De centrale bouwsteen van communicatie, bestaande uit bewustzijnsinhoud die geëxternaliseerd wordt in tekens. Het omvat altijd zowel een inhoudelijk, een vormelijk als een relationeel/appellerend aspect. |
| Encoderen | Het proces waarbij een zender de eigen bewustzijnsinhoud (gedachten, gevoelens, intenties) omzet in een specifieke code, zoals taal of symbolen, om deze voor anderen toegankelijk te maken. |
| Decoderen | Het proces waarbij een ontvanger de door de zender gecodeerde tekens ontcijfert en er betekenis aan geeft. Dit gebeurt op een syntactisch (technisch ontcijferen) en semantisch (betekenis toekennen) niveau. |
| Ruis | Alles wat de zuivere transmissie van een boodschap verstoort. Dit kan extern (omgevingslawaai), intern (vermoeidheid, afleiding), psychologisch (vooroordelen) of semantisch (verschil in codes) zijn. |
| Transmissie | Het transport van een geëncodeerde boodschap van de zender naar de ontvanger. |
| Kanaal | De fysieke weg waarlangs een signaal, dat de boodschap draagt, zich voortplant. Voorbeelden zijn de lucht voor geluidsgolven of kabels voor elektrische signalen. |
| Medium | Het technische hulpmiddel dat de boodschap ondersteunt en helpt bij de vermenigvuldiging en transmissie, vaak om ruimte- en tijdsbeperkingen te overwinnen. |
| Semantische ruis | Ruis die ontstaat wanneer de zender en de ontvanger niet dezelfde code of interpretatie van tekens delen, wat leidt tot misverstanden over de betekenis. |
| Preferred reading (dominante decodering) | De situatie waarin de ontvanger de boodschap interpreteert op de manier zoals de zender deze oorspronkelijk bedoelde. |
| Oppositional reading (tegenlezing) | De situatie waarin de ontvanger een geheel andere betekenis geeft aan de boodschap dan de zender oorspronkelijk beoogde. |
| Negotiated reading (onderhandelde lezing) | Een vorm van decodering waarbij de ontvanger de boodschap gedeeltelijk volgt, maar deze ook aanpast op basis van eigen waarden en normen. |
| Intentionaliteits-criterium | Een criterium voor succesvolle communicatie dat stelt dat communicatie aanwezig is zodra de zender de intentie heeft om iets uit te drukken, ongeacht het resultaat. |
| Effectiviteits-criterium | Een criterium voor succesvolle communicatie waarbij communicatie pas als geslaagd wordt beschouwd als de bedoeling van de zender ook daadwerkelijk een effectief resultaat oplevert bij de ontvanger. |
| Interactiviteits-criterium | Een criterium voor succesvolle communicatie dat stelt dat communicatie geslaagd is zodra er sprake is van wisselwerking tussen de communicerende partijen, zelfs zonder expliciete intentie of direct resultaat. |