Cover
Mulai sekarang gratis 10. Content_2526_Canvas.pdf
Summary
# Inhoud en representatie in media
Dit onderwerp verkent hoe mediaproducten en communicatieprocessen betekenis creëren door middel van verhalen en symbolische inhoud, en hoe deze representaties de wereld vormgeven.
### 1.1 De essentie van inhoud in mediaproducten
De kern van mediaproducten en communicatieprocessen ligt in het vertellen van een verhaal. Bij de analyse van deze verhalen worden verschillende vragen gesteld: wat wordt er verteld, wie komt er aan bod en wie niet, en hoe wordt iets in beeld gebracht? Hierbij ligt de focus op de symbolische inhoud (de inhoudelijke dimensie) en de vormgeving (de esthetische dimensie). Methodes om dit te analyseren omvatten inhoudsanalyse, die zowel kwantitatief kan zijn, als tekstuele analyse vanuit een interpretatief of hermeneutisch paradigma. Dit resulteert in een systematische lezing en analyse van mediainhouden en mediateksten [4](#page=4).
### 1.2 Representatie, beeldvorming en media
Representatie, zoals beschreven door Stuart Hall binnen de culturele studies, is het proces waarbij de wereld betekenisvol wordt gemaakt voor anderen door middel van tekens [5](#page=5).
#### 1.2.1 Kernelementen van representatie
Representatie kent twee kernelementen [5](#page=5):
1. **Representatie als betekeniscreërende praktijk:** Dit wordt ook wel een 'sensemaking practice' genoemd, waarbij sociaal gedeelde taal en codes functioneren als 'conceptual maps' [5](#page=5).
2. **Ideologische component van representatie:** Representatie is niet neutraal, maar bevat een ideologische component doordat het een selectieve constructie van de werkelijkheid is [5](#page=5).
#### 1.2.2 Representatie door media: weerspiegeling of constructie?
De rol van media in representatie kan worden gezien als een doorgeefluik (weerspiegeling) of als een actieve constructie [6](#page=6).
##### 1.2.2.1 Weerspiegeling: een neutrale spiegel
Dit perspectief, dat teruggaat op Aristoteles, beschouwt media als een neutrale spiegel of reflectie van de werkelijkheid. Dit sluit aan bij de gebeurtenisgerichte benadering van journalistiek en nieuws [6](#page=6).
##### 1.2.2.2 Constructie: selectie en vertekening
Dit kritische paradigma, beïnvloed door denkers als Plato, stelt dat representatie een proces van selectie en vertekening inhoudt. Dit kan leiden tot 'bias' en is gerelateerd aan concepten als 'gatekeeping'. Ook technische praktijken zoals montage en digitale simulaties dragen bij aan deze constructie van de werkelijkheid [6](#page=6).
* * *
# Objectiviteit, bias en diversiteit in journalistiek
Dit deel van de studiegids behandelt de kernconcepten objectiviteit, bias en de rol van pluralisme en diversiteit in journalistieke media, met een focus op de verwachtingen van het publiek en de definitie van deze termen binnen het vakgebied [10](#page=10) [11](#page=11) [12](#page=12) [8](#page=8).
### 2.1 De waarheidsclaim van journalistiek
Journalistieke media dragen een sterke "waarheidsclaim" met zich mee. Ontvangers verwachten dat de gebeurtenissen die in journalistieke uitingen worden afgebeeld, daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en als 'reëel', 'echt' of 'waar' worden beschouwd. Deze verwachting geldt ook voor andere informatieve media [8](#page=8).
### 2.2 Objectiviteit en bias in journalistieke berichtgeving
#### 2.2.1 Definitie van bias
Bias wordt gedefinieerd als elke afwijking van een accurate, neutrale, evenwichtige en onpartijdige representatie van de werkelijkheid [10](#page=10).
* **Accuraat:** Dit verwijst naar nauwkeurigheid, zorgvuldigheid, nauwgezetheid en puntelijkheid in de berichtgeving [10](#page=10).
* **Neutraal:** Dit impliceert onbevooroordeeldheid van de berichtgever [10](#page=10).
* **Evenwichtig:** Dit houdt in dat de berichtgeving uitgebalanceerd is [10](#page=10).
* **Onpartijdig:** Dit betekent dat de berichtgeving niet geleid wordt door persoonlijke belangen, voorkeuren of voorliefdes; het is niet vooringenomen [10](#page=10).
#### 2.2.2 De benadering van objectiviteit volgens Jörgen Westerstahl
Jörgen Westerstahl heeft objectiviteit in journalistiek opgesplitst in verschillende componenten [11](#page=11).
* **Feitelijkheid en waarheid:** Berichtgeving moet betrekking hebben op ware feiten en gebeurtenissen. Dit vereist controleerbaarheid en accuraatheid [11](#page=11).
* **Relevantie:** Niet alle feiten zijn even relevant voor de berichtgeving [11](#page=11).
* **Onpartijdigheid:** De journalist dient een neutrale positie in te nemen [11](#page=11).
* **Evenwichtigheid:** Gelijke aandacht moet worden geschonken aan alle verschillende partijen of aspecten, zowel in termen van tijd, ruimte als focus [11](#page=11).
Daarnaast zijn het scheiden van meningen van feiten en brontransparantie cruciale elementen voor objectiviteit [11](#page=11).
> **Tip:** Begrip van deze componenten helpt om kritisch te kijken naar nieuwsberichten en te beoordelen in hoeverre deze objectief zijn.
### 2.3 Pluralisme en diversiteit in mediasystemen en mediainhouden
#### 2.3.1 Pluralisme
Pluralisme, in de context van het algemeen belang en mediastructuren, verwijst naar een journalistiek mediasysteem waarin een veelheid aan opinies en stemmen aan bod komt. Een belangrijke vraag hierbij is of er meerdere journalistieke media aanwezig zijn en wie de eigenaar is van deze media [12](#page=12).
#### 2.3.2 Diversiteit
Diversiteit, gerelateerd aan het algemeen belang en mediainhoud, onderzoekt hoe heterogeen de journalistieke mediainhouden zijn en of de verscheidenheid van de samenleving daadwerkelijk wordt weerspiegeld in de media. Twee vormen van diversiteit worden hierbij onderscheiden [12](#page=12):
* **Reflectieve diversiteit:** Journalistieke media weerspiegelen de gebeurtenissen en ideeën zoals die zich voordoen in de samenleving. Frequente gebeurtenissen en dominante ideeën krijgen hierbij meer aandacht dan uitzonderlijke, afwijkende [12](#page=12).
* **Open diversiteit:** Journalistieke media dienen alle gebeurtenissen en ideeën in de samenleving evenveel aandacht te geven, ongeacht hun belang of invloed. Ook het uitzonderlijke en afwijkende kan maatschappelijk relevant zijn en dient belicht te worden [12](#page=12).
> **Voorbeeld:** Een nieuwsuitzending die enkel de mening van de meerderheid van de bevolking weergeeft, toont reflectieve diversiteit. Een uitzending die bewust ook minderheidsmeningen of ongebruikelijke gebeurtenissen belicht, streeft naar open diversiteit.
* * *
# Nieuwswaarden, selectiefactoren en framing
Dit onderdeel van de studiehandleiding behandelt de concepten nieuwswaarden en selectiefactoren, zoals geïntroduceerd door Galtung en Ruge, inclusief zowel universele als cultuurspecifieke factoren. Daarnaast wordt de analyse van 'framing' besproken, met definities van Entman en Van Gorp.
### 3.1 Nieuwswaarden en selectiefactoren
Het onderzoek naar 'news values' of nieuwswaarden richt zich op de vraag wanneer een gebeurtenis als nieuwswaardig wordt beschouwd. Galtung en Ruge's onderzoek in 1965, "The Structure of Foreign News", identificeerde twaalf factoren of selectiecriteria die van invloed zijn op de berichtgeving. Dit onderzoek leidde tot drie hypothesen [14](#page=14):
1. **Selectie:** Hoe meer een gebeurtenis aan deze criteria voldoet, hoe groter de kans dat deze als nieuws wordt geselecteerd [14](#page=14).
2. **Vervorming:** Zodra een nieuwsitem is geselecteerd, worden de factoren die het nieuwswaardig maken benadrukt [14](#page=14).
3. **Replicatie:** Zowel het selectie- als het vervormingsproces vinden plaats in alle stappen van de ketting van gebeurtenis tot ontvanger [14](#page=14).
#### 3.1.1 Universele factoren
Deze factoren worden als algemeen toepasbaar beschouwd, ongeacht de specifieke cultuur [15](#page=15):
* **Frequentie:** Loopt de frequentie of het verloop van de gebeurtenis gelijk met de periodiciteit van het nieuwsmedium [16](#page=16)?
* **Amplitude:** Hoe groot is de omvang, schaal of draagwijdte van de gebeurtenis [16](#page=16)?
* **Gebrek aan ambiguïteit (duidelijkheid):** Is het een duidelijke, eenvoudig uit te leggen gebeurtenis [17](#page=17)?
* **Culturele nabijheid en relevantie:** Hoe dichter bij de eigen regio en cultuur, hoe relevanter de gebeurtenis [17](#page=17).
* **Consonantie:** Ligt de gebeurtenis in de lijn van verwachtingen [18](#page=18)?
* **Onverwachtheid:** Is het een uitzonderlijke, zeldzame gebeurtenis [18](#page=18)?
* **Continuïteit:** Was de gebeurtenis in het verleden ook al nieuwswaardig? Nieuwsverhalen worden zo over een langere periode gespreid, als 'afleveringen' [19](#page=19).
* **Compositie/Evenwicht:** Past de gebeurtenis in het format of de inhoud van het nieuwsmedium? Komt de gebeurtenis van pas voor nagestreefd evenwicht of diversiteit [19](#page=19)?
#### 3.1.2 Cultuurspecifieke factoren
Deze factoren zijn afhankelijk van de specifieke culturele en geopolitieke context [15](#page=15):
* **Elitelanden:** Gaat het over landen met veel geopolitieke macht in de eigen regio, of landen met globale geopolitieke macht [20](#page=20)?
* **Elitepersonen:** Gaat het over politieke leiders, topfiguren uit het bedrijfsleven of invloedrijke wetenschappers uit de eigen regio [20](#page=20)?
* **Personificatie:** Kan de gebeurtenis gebracht worden als een persoonlijk verhaal dat relevant en 'relatable' is in de eigen regio [20](#page=20)?
* **Bad news:** Heeft de gebeurtenis veel negatieve gevolgen in de eigen regio [20](#page=20)?
#### 3.1.3 Kritiek op Galtung & Ruge
Het model van Galtung en Ruge heeft kritiek ontvangen, onder andere van Karl Erik Rosengren. Een belangrijk punt van kritiek is dat het model suggereert dat nieuws en journalistiek louter bepaald worden door deze factoren, terwijl de 'echte wereld' ook een rol speelt (constructivisme versus realisme). Er wordt ook gevraagd hoe bias nagelopen kan worden, wat extra-media data vereist, zoals officiële bronnen, statistieken of databanken [21](#page=21).
### 3.2 Framing en framing-analyse
Framing analyseert hoe nieuws en informatie inhoudelijk worden gekaderd of in beeld gebracht [22](#page=22) [23](#page=23).
#### 3.2.1 Theoretische basis van framing
* **Erving Goffman (symbolisch interactionisme):** Goffman stelde dat we ons baseren op verwachtingen over onszelf, anderen en de sociale realiteit om ons dagelijks leven structuur te geven. Een 'frame' is volgens hem een vooraf opgesteld referentiekader dat onze perceptie stuurt en richting geeft volgens een latente of onderliggende betekenisstructuur [23](#page=23).
* **Robert M. Entman en Baldwin Van Gorp:** Deze onderzoekers hebben het concept van framing toegepast op nieuwsmedia [23](#page=23).
#### 3.2.2 Definities van framing
* **Entman:** "To frame is to select some aspects of a perceived reality and make them more salient in a communicating text in such a way as to promote a particular problem definition, causal interpretation, moral evaluation, and/or treatment recommendations.". Framing kan dus worden gezien als het selecteren van bepaalde aspecten van de waargenomen realiteit en deze prominenter te maken in een communicatieve tekst, om zo een specifieke probleemdefinitie, causale interpretatie, morele evaluatie of aanbeveling voor behandeling te bevorderen. Een framing-analyse richt zich op vier sleutelaspecten [24](#page=24):
* Wat is het probleem? (definitie) [25](#page=25).
* Wat zijn de oorzaken van het probleem? (diagnose) [25](#page=25).
* Hoe moeten we dit beoordelen? (morele evaluatie) [25](#page=25).
* Welke oplossingen voor het probleem [25](#page=25)?
* **Van Gorp:** Framing is het proces waarbij een frame enerzijds bij de productie van een (nieuws)bericht aangeeft welke elementen uit de waargenomen realiteit te selecteren, uit te sluiten, te benadrukken of aan te vullen, en anderzijds, de ontvangers van context en een betekenissuggestie voorziet. Een frame is een standvastige boodschap die het structurerende denkbeeld weergeeft dat een (nieuws)bericht samenhang en betekenis verleent (= meta-communicatieve boodschap). Ontvangers nemen deze frames of referentiekaders over, waardoor zij de werkelijkheid op een bepaalde manier waarnemen [28](#page=28).
* * *
# Stereotypering, categorisering en genre
Dit onderwerp verkent de cognitieve mechanismen achter stereotypering en categorisering, de impact van mediastereotypen en de symbolische macht van beeldvorming, en introduceert vervolgens het concept genre binnen media, inclusief de logica van mediatypen en formats.
### 4.1 Stereotypering en categorisering
Categorisering, ook wel "typing" genoemd, is een onvermijdelijk proces van selectie en vertekening bij de cognitieve informatieverwerking. Dit proces hangt samen met de tweede visie, die stelt dat de werkelijkheid geconstrueerd wordt [30](#page=30).
#### 4.1.1 Schemata
Schemata zijn mentale classificaties of "structures of knowledge". Het zijn cognitieve informatieverwerkingsmechanismen en mentale concepten die we gebruiken om de werkelijkheid te ordenen [30](#page=30).
#### 4.1.2 Stereotypen
Stereotypen zijn vereenvoudigde voorstellingen van de werkelijkheid die echter wel veel informatie bevatten. Ze kunnen zowel positief als negatief zijn. Media reproduceren en cultiveren stereotypen omdat dit een handige en snelle manier is om veel informatie mee te geven. Dit wordt mede veroorzaakt door mediapraktijken zoals deadlines en de socialisatie en achtergrond van medewerkers [31](#page=31).
##### 4.1.2.1 Problematische aspecten van mediastereotypen
Mediastereotypen kunnen problematisch zijn omdat ze:
* Vooringenomenheid of vooroordelen bestendigen en versterken [32](#page=32).
* De afstand tussen "wij" en "zij" vergroten via de "strategy of splitting". Hierbij wordt "wij" als "normaal" beschouwd en "zij" als "afwijkend/deviant", wat leidt tot tegenstellingen en polarisatie [32](#page=32).
* Stigmatiseren door complexiteit en diversiteit te reduceren en groepen te herleiden tot enkele, eenvoudige, essentiële en onveranderlijke kenmerken [32](#page=32).
* Discrimineren [32](#page=32).
#### 4.1.3 Beeldvorming in de media: kritisch paradigma
Het kritische paradigma benadrukt het belang van beeldvorming in de media [33](#page=33).
##### 4.1.3.1 Symbolische macht
Symbolische macht is de macht om de eigen beeldvorming en interpretatie van de werkelijkheid via media te verspreiden [33](#page=33).
##### 4.1.3.2 Ideologie en hegemonie
Deze concepten, reeds eerder behandeld, zijn relevant in de context van symbolische macht [33](#page=33).
##### 4.1.3.3 Beeldvorming van klasse, gender en etniciteit – Cultural Studies
Cultural studies onderzoeken conventies, verwachtingen en normen over hoe mensen van bepaalde klassen, genders en etniciteiten/rassen "zijn" en zich zouden moeten gedragen. Klasse, gender en etniciteit/ras worden hierbij beschouwd als sociale constructies en geen vaststaande gegevenheden, in tegenstelling tot een essentialistische visie [33](#page=33).
### 4.2 Genre, medialogica en format
Dit deel behandelt het concept genre in media, de inherente logica van media, en het fenomeen van formats.
#### 4.2.1 Genre
Genre kan worden gezien als de categorisering of verzameling van inhoud die zorgt voor een herkenbare collectieve identiteit voor zowel producenten als consumenten [37](#page=37).
* **Voor producenten** is genre een praktisch hulpmiddel voor het indelen van media-inhoud, het opstellen van programmaschema's en het inspelen op publieksbehoeften [37](#page=37).
* **Voor consumenten** helpt genre bij het maken van keuzes binnen het media-aanbod, in lijn met de "uses & gratifications" theorie [37](#page=37).
Genre wordt verder gekenmerkt door:
* De doelstelling of intentie van de inhoud (bijvoorbeeld informatie of entertainment) [38](#page=38).
* De vorm van de inhoud, zoals lengte, duur, verhaalstructuur en taalgebruik [38](#page=38).
* De betekenis en relatie tot de werkelijkheid, zoals fictie, nieuws of reality tv [38](#page=38).
Een "formulier" verwijst naar genrekarakteristieken en conventies, zoals een verwachte narratieve structuur, een bepaalde actiesequentie, voorspelbare beelden en een repertoire van varianten op een thema. Genres zijn afhankelijk van het gebruik van specifieke "codes" of betekenissystemen waarover consensus bestaat binnen een bepaalde cultuur. Ze zijn met de tijd ontwikkeld, hebben een vertrouwd karakter, maar zijn ook aan verandering onderhevig [38](#page=38).
Een genre is een soort of type narratief, ongeacht het medium. Voorbeelden hiervan zijn de soap, die oorspronkelijk via radio en later via televisie verspreid werd. Multiplatform storytelling omvat crossmedia (één verhaal verspreid over verschillende media zoals film, tv-reeks, boek, comic) en transmedia (een storyworld met één centraal verhaal en zijlijnen, inclusief user-generated content) [39](#page=39).
Er is sprake van een "vervaging" of "hybridisering" van genres, zoals bij docudrama, mockumentary, docusoap en infotainment. Genres ontwikkelen zich dynamisch en fungeren als een barometer van de sociale en culturele context, en als reflectie van dominante waarden en media-economische tendensen [39](#page=39).
#### 4.2.2 Medialogica en format
##### 4.2.2.1 Media logic
Media logica beschrijft hoe elk medium opereert volgens zijn eigen principes. Dit omvat de organisatorische, technologische en esthetische determinanten die bepalen hoe media functioneren [40](#page=40).
##### 4.2.2.2 Format
Oorspronkelijk verwees "format" naar een routinematig scenario dat tamelijk strikt werd gevolgd, zoals bij nieuwsberichten. Tegenwoordig is het een economisch product geworden waar handel in wordt gedreven [40](#page=40).
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Representatie | Het proces waarbij de wereld betekenisvol wordt gemaakt aan anderen door middel van tekens, waarbij selectieve constructie van de werkelijkheid centraal staat en een ideologische component bevat. |
| Sensemaking practice | Een praktijk die betekenis creëert door gebruik te maken van sociaal gedeelde taal en codes, ook wel bekend als conceptuele kaarten, om de werkelijkheid te interpreteren en te ordenen. |
| Ideologische component | Een aspect van representatie dat verwijst naar de selectieve constructie van de werkelijkheid, waarbij bepaalde interpretaties of waarden worden gepromoot boven andere. |
| Inhoudsanalyse | Een kwantitatieve onderzoeksmethode die systematisch de inhoud van communicatie, zoals mediateksten, analyseert om patronen en frequenties te identificeren. |
| Tekstuele analyse | Een interpretatieve onderzoeksmethode, vaak binnen het hermeneutische paradigma, die zich richt op de betekenis en interpretatie van mediateksten. |
| Weerspiegeling | Het idee dat media fungeren als een neutrale spiegel die gebeurtenissen en de werkelijkheid accuraat en zonder vertekening doorgeven. |
| Constructie | Het idee dat media de werkelijkheid selecteren, vertekenen en actief construeren, in plaats van deze passief weer te geven. |
| Bias | Elke afwijking van een accurate, neutrale, evenwichtige en onpartijdige representatie van de werkelijkheid, wat kan leiden tot vertekening in mediaberichtgeving. |
| Gatekeeping | Het proces waarbij mediaprofessionals beslissingen nemen over welke informatie wordt gepubliceerd of uitgezonden, wat leidt tot selectie en mogelijke vertekening. |
| Feitelijk realisme | Een benadering, met name in journalistiek, die ervan uitgaat dat de gebeurtenissen die in media worden afgebeeld, daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en waarheidsgetrouw zijn. |
| Pluralisme | Een journalistiek mediasysteem waarin een veelheid aan opinies en stemmen aan bod komt, wat mede bepaald wordt door het aantal en de eigendom van de aanwezige journalistieke media. |
| Diversiteit | De mate waarin journalistieke mediainhouden heterogeen zijn en de verscheidenheid van de samenleving weerspiegelen, wat kan variëren van reflectieve tot open diversiteit. |
| Nieuwswaarden (News values) | Factoren die bepalen of een gebeurtenis nieuwswaardig is, zoals frequentie, amplitude, culturele nabijheid en onverwachtheid, die zowel selectie als vervorming van nieuws beïnvloeden. |
| Framing | Het selecteren van bepaalde aspecten van een waargenomen realiteit en deze prominenter maken in een communicatietekst om een bepaalde probleemdefinitie, causale interpretatie, morele evaluatie en/of behandelingsaanbeveling te bevorderen. |
| Frame | Een vooraf opgesteld referentiekader dat onze perceptie stuurt en richting geeft, volgens een latente of onderliggende betekenisstructuur, wat de samenhang en betekenis van een bericht verleent. |
| Stereotypering | Het proces van het creëren van vereenvoudigde, vaak bekende, voorstellingen van groepen of individuen, die informatie bevatten maar ook kunnen leiden tot vooroordelen en stigmatisering. |
| Categorisering | Het cognitieve proces van het indelen van informatie in mentale schema's of klassificaties om de werkelijkheid te ordenen en te verwerken, wat inherent selectief en vertekenend kan zijn. |
| Schema | Een mentale classificatie of structuur van kennis die ons helpt de werkelijkheid te organiseren en te categoriseren, en die onze cognitieve informatieverwerking beïnvloedt. |
| Symbolische macht | De macht om de eigen beeldvorming en interpretatie van de werkelijkheid via media te verspreiden en te laten prevaleren. |
| Genre | Een categorie of verzameling van inhoud met herkenbare collectieve identiteit, gekenmerkt door doelstelling, vorm en betekenisrelatie tot de werkelijkheid, die dient als hulpmiddel voor producenten en consumenten. |
| Medialogica | De specifieke logica, bestaande uit organisatorische, technologische en esthetische determinanten, volgens welke elk medium functioneert. |
| Format | Een routinematig scenario dat tamelijk strikt wordt gevolgd, oorspronkelijk toegepast bij nieuwsberichten, maar nu ook wordt gezien als een economisch product dat verhandeld wordt. |