Cover
Mulai sekarang gratis 2) EU territoriale uitbreiding en inhoudelijke verdieping.pptx
Summary
# Geschiedenis en doelstellingen van de EU
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de historische evolutie van de Europese Unie, haar oprichting na de Tweede Wereldoorlog en de fundamentele doelstellingen die aan de basis liggen van dit voortdurende project van vrede, stabiliteit en welvaart.
### 1.1 De oorsprong van de EU: een project voor vrede na WOII
Na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog rees de noodzaak voor herstel en samenwerking in Europa. Ondanks het nog aanwezige wantrouwen, was er een sterke wens om toekomstige conflicten te voorkomen. Visionairs zoals Jean Monnet en Robert Schuman legden de basis voor een nieuwe vorm van samenwerking.
#### 1.1.1 De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
* **Aanleiding:** De economische heropbouw verliep moeizaam en er was behoefte aan intensieve samenwerking, met name op het gebied van de zware industrie die cruciaal was voor oorlogsvoering.
* **Oprichting:** Het Verdrag van Parijs, ondertekend in 1951, richtte de EGKS op. Dit was de start van de EU zoals we die nu kennen.
* **Initiële landen:** Zes landen tekenden dit verdrag: de Beneluxlanden (België, Nederland, Luxemburg), Italië, West-Duitsland en Frankrijk.
* **Doelstelling:** Het creëren van een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal, met als uiteindelijk doel het onmogelijk maken van oorlog tussen de lidstaten door economische interdependentie. Dit was een cruciaal moment in de verschuiving naar supranationale samenwerking.
### 1.2 De evolutie van de EU: uitbreiding en verdieping
De EU is altijd een dynamisch project geweest, gekenmerkt door zowel territoriale uitbreiding als inhoudelijke verdieping van haar bevoegdheden en beleidsterreinen.
#### 1.2.1 Territoriale uitbreiding
* **Van 6 naar 27 landen:** Sinds de oprichting is de EU aanzienlijk gegroeid. Het aantal lidstaten is gestegen van de initiële zes tot 27 lidstaten, met Kroatië als meest recente toetreder in 2013.
* **Toetredingsgolven:** De uitbreiding heeft plaatsgevonden in verschillende golven, waarbij kandidaat-lidstaten moesten voldoen aan specifieke criteria.
##### 1.2.1.1 Criteria voor toetreding (Criteria van Kopenhagen)
Om lid te kunnen worden van de EU, moet een land voldoen aan de volgende criteria:
* **Politieke criteria:** Stabiele instellingen die democratie, de rechtsstaat, mensenrechten en de bescherming van minderheden garanderen.
* **Economische criteria:** Een functionerende markteconomie die in staat is om de concurrentiedruk binnen de EU aan te kunnen.
* **Juridische criteria:** Het vermogen om de verplichtingen van het lidmaatschap te dragen, inclusief de overname van de volledige *acquis communautaire* (de verzameling van alle EU-wetgeving, besluiten, verklaringen en rechterlijke uitspraken).
##### 1.2.1.2 Procedure voor toetreding
De procedure voor toetreding is vastgelegd in artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en kan jaren duren:
1. Een land dient een aanvraag in bij de Raad.
2. De Europese Commissie geeft een formeel advies.
3. De Raad beslist unaniem of het land een kandidaat-lidstaat wordt.
4. Formele opening van toetredingsonderhandelingen, waarin de voorwaarden en verplichtingen voor het lidmaatschap en financiële regelingen worden besproken.
5. Definitieve sluiting van de onderhandelingen.
6. Raadpleging van de Europese Commissie.
7. Goedkeuring door het Europees Parlement met een gewone meerderheid.
8. Besluit van de Raad met eenparigheid van stemmen.
9. Het toetredingsverdrag wordt ondertekend door de kandidaat-lidstaat en de vertegenwoordigers van alle lidstaten.
10. Het toetredingsverdrag wordt voorgelegd aan de lidstaten en de kandidaat-lidstaat voor ratificatie.
11. Na voltooien van de ratificatie en inwerkingtreding van het verdrag, wordt het land lid van de EU.
* **Speciale positie:** Turkije heeft een bijzondere positie als kandidaat-lidstaat.
#### 1.2.2 Uittreden uit de EU (Brexit)
Voor het eerst in de geschiedenis van de EU heeft een lidstaat besloten de Unie te verlaten. Dit fenomeen, bekend als Brexit, is mogelijk gemaakt door artikel 50 van het Verdrag van Lissabon.
* **Artikel 50 VEU:** Dit artikel beschrijft de procedure voor uittreding:
1. Een lidstaat deelt de Europese Raad zijn voornemen tot terugtrekking mee, conform zijn grondwettelijke bepalingen.
2. De Unie sluit na onderhandelingen een akkoord met de uittredende staat over de voorwaarden van terugtrekking en het kader voor toekomstige betrekkingen. Dit akkoord wordt namens de Unie gesloten door de Raad (met gekwalificeerde meerderheid) na goedkeuring door het Europees Parlement.
3. De verdragen zijn niet meer van toepassing vanaf de inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord of, indien geen akkoord, twee jaar na de kennisgeving (tenzij de Europese Raad eenstemmig verlenging besluit).
4. De vertegenwoordigers van de uittredende staat nemen niet deel aan de beraadslagingen of besluiten van de Europese Raad en de Raad die hem betreffen.
5. Indien een voormalige lidstaat opnieuw lidmaatschap verzoekt, is de procedure van artikel 49 VEU van toepassing.
#### 1.2.3 Inhoudelijke verdieping (Deepening)
Naast territoriale uitbreiding heeft de EU ook een aanzienlijke inhoudelijke verdieping gekend. De Unie heeft meer en meer bevoegdheden gekregen en is geëvolueerd van intergouvernementele samenwerking naar een toonbeeld van supranationale samenwerking.
##### 1.2.3.1 Naar een supranationale samenwerking
* **De Schuman-verklaring (9 mei 1950):** Wordt beschouwd als de geboorteakte van de EU. Jean Monnet en Robert Schuman legden hierin de contouren voor de EGKS en het supranationale karakter ervan.
* **EGKS-Verdrag (Verdrag van Parijs, 1951):** Richtte de interne markt voor kolen en staal op met een Hoge Autoriteit.
* **Verdrag tot oprichting van de EEG (Verdrag van Rome, 1957):** Creëerde een interne markt voor alle economische activiteiten en vestigde eigen instellingen zoals het Europees Parlement, de Raad, de Europese Commissie en het Hof van Justitie.
* **Euratom-verdrag (1957):** Specifieke bevoegdheden op het gebied van atoomenergie.
##### 1.2.3.2 Belangrijke momenten in de EU-geschiedenis
* **Verdrag van Maastricht (1992):** Oprichting van de EU als juridische eenheid met drie pijlers, verwezenlijking van de interne markt en vastlegging van het tijdsschema voor de euro (ingevoerd op 1 januari 2002). Dit was een significante wijziging sedert de oprichting.
* **Verdrag van Amsterdam (1997)**
* **Verdrag van Nice (2001)**
* **EU-grondwet en Verklaring van Berlijn (2004/2007):** Een voorstel voor een EU-grondwet werd in 2004 afgewezen via referenda. In 2007 werd via de Verklaring van Berlijn een oproep gedaan om het Europese project te vernieuwen.
* **Verdrag van Lissabon (2009):** Wordt gezien als een afgeslankte versie van de EU-grondwet. Belangrijke wijzigingen omvatten:
* Afschaffing van het 3-pijlersysteem: de EG werd onderdeel van de EU.
* Duidelijke afbakening van bevoegdheden.
* Instelling van een vaste voorzitter van de Europese Raad.
* Uitbreiding van het medebeslissingsrecht van het Europees Parlement.
* Het Handvest van de grondrechten van de EU werd bindend.
#### 1.2.4 Huidige uitdagingen en toekomstperspectieven
De EU blijft geconfronteerd met dezelfde terugkerende problematieken: de territoriale omvang, de afbakening van bevoegdheden, het democratisch gehalte en de efficiëntie en slagkracht van de instellingen. Het Verdrag van Lissabon heeft de structuur deels vereenvoudigd, maar de verschillende verdragen en de blijvende herkenbaarheid van het pijlersysteem (met name de tweede pijler met eigen instrumenten en zonder bevoegdheid van het HvJ) tonen de complexiteit aan. De EU streeft naar flexibiliteit door middel van nauwere samenwerking of opt-out-mogelijkheden voor lidstaten.
### 1.3 Doelstellingen van de EU
De EU is oorspronkelijk opgericht met fundamentele doelstellingen die nog steeds centraal staan:
* **Vrede:** Het voorkomen van oorlogen tussen lidstaten door economische en politieke integratie.
* **Stabiliteit:** Het bevorderen van politieke en economische stabiliteit binnen Europa.
* **Welvaart:** Het creëren van economische groei en welvaart voor alle burgers door middel van een gemeenschappelijke markt en economische beleidscoördinatie.
> **Tip:** De EU is niet statisch, maar een continu proces van aanpassing aan nieuwe uitdagingen, zowel intern als extern. Begrijpen hoe de EU is ontstaan en hoe haar doelstellingen zijn geëvolueerd, is cruciaal voor het begrijpen van haar huidige rol en toekomstige ontwikkeling.
---
# Toetreding en uittreding uit de EU
Dit deel behandelt de voorwaarden en procedures die van toepassing zijn op landen die lid willen worden van de Europese Unie, inclusief de Criteria van Kopenhagen, en de procedure voor het verlaten van de EU, zoals uiteengezet in artikel 50 VEU.
### 2.1 Toetreding tot de EU
De Europese Unie is ontstaan uit de noodzaak tot economische heropbouw na de Tweede Wereldoorlog, gedreven door initiatieven zoals de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), opgericht via het Verdrag van Parijs in 1951 door zes landen (de Benelux, Italië, West-Duitsland en Frankrijk). Sindsdien is de EU geëvolueerd tot een economische grootmacht en een gemeenschap gebaseerd op normen en waarden, met een huidige ledental van 27 landen. De EU wordt gezien als een dynamisch project dat zowel territoriale uitbreiding als inhoudelijke verdieping kent.
#### 2.1.1 Voorwaarden voor toetreding: de Criteria van Kopenhagen
Om lid te kunnen worden van de EU, moet een land voldoen aan de zogenaamde Criteria van Kopenhagen, die betrekking hebben op politieke, economische en juridische aspecten:
* **Politiek:** Landen moeten beschikken over stabiele instellingen die democratie, de rechtsstaat, mensenrechten en de bescherming van minderheden garanderen.
* **Economisch:** Er dient sprake te zijn van een functionerende markteconomie en het vermogen om de concurrentiedruk binnen de EU aan te kunnen.
* **Juridisch:** Kandidaat-lidstaten moeten in staat zijn de verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap te dragen. Dit houdt in dat de volledige `acquis communautaire` (het geheel van EU-wetgeving en jurisprudentie) moet worden overgenomen.
> **Tip:** De Criteria van Kopenhagen vormen de fundamentele drempel voor elke potentiële lidstaat; geen enkel aspect mag genegeerd worden.
#### 2.1.2 Procedure voor toetreding
De procedure voor toetreding is vastgelegd in artikel 49 VEU en is doorgaans een langdurig proces:
1. Een land dient een formele aanvraag in bij de Raad van de Europese Unie.
2. De Europese Commissie wordt verzocht om een formeel advies over de aanvraag.
3. De Raad neemt een unaniem besluit om het land al dan niet als kandidaat-lidstaat te erkennen.
4. Na erkenning als kandidaat-lidstaat worden formele toetredingsonderhandelingen geopend. Deze onderhandelingen behandelen de voorwaarden en verplichtingen van het lidmaatschap, inclusief financiële regelingen.
#### 2.1.3 Afronding van de toetredingsprocedure
De procedure wordt vervolgd met de volgende stappen:
5. De toetredingsonderhandelingen worden definitief afgesloten.
6. De Europese Commissie wordt geraadpleegd over het bereikte akkoord.
7. Het Europees Parlement moet met een gewone meerderheid goedkeuring verlenen.
8. De Raad neemt een unaniem besluit ter bekrachtiging.
9. Het toetredingsverdrag wordt ondertekend door de kandidaat-lidstaat en de vertegenwoordigers van alle bestaande lidstaten.
10. Het ondertekende verdrag wordt voorgelegd aan de lidstaten en de kandidaat-lidstaat voor ratificatie, conform hun respectievelijke grondwettelijke bepalingen.
11. Zodra het ratificatieproces is voltooid en het verdrag in werking treedt, wordt de kandidaat-lidstaat officieel lid van de Europese Unie.
Turkije wordt genoemd als een land met een speciale positie met betrekking tot een eventueel lidmaatschap.
### 2.2 Uittreding uit de EU
Vóór 23 juni 2016 was er enkel sprake van uitbreiding van de EU. Op die datum werd Brexit, de uittreding van het Verenigd Koninkrijk, een realiteit. De procedure voor uittreding is vastgelegd in artikel 50 VEU.
#### 2.2.1 De procedure voor uittreding volgens artikel 50 VEU
Artikel 50 VEU beschrijft de stappen die een lidstaat moet volgen om de Unie te verlaten:
1. Een lidstaat kan, in overeenstemming met zijn eigen grondwettelijke bepalingen, besluiten zich terug te trekken uit de Unie.
2. De lidstaat die dit besluit neemt, brengt de Europese Raad formeel op de hoogte van zijn voornemen. Op basis van de richtsnoeren van de Europese Raad, onderhandelt de Unie met de betreffende staat over de voorwaarden voor de terugtrekking. Hierbij wordt rekening gehouden met het kader van de toekomstige betrekkingen tussen de staat en de Unie. De onderhandelingen worden gevoerd conform artikel 218, lid 3, VWEU. Het akkoord wordt namens de Unie door de Raad gesloten, na goedkeuring door het Europees Parlement. De Raad beslist hierbij met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
3. De EU-verdragen zijn niet langer van toepassing op de zich terugtrekkende staat vanaf de datum waarop het terugtrekkingsakkoord in werking treedt. Bij gebreke van een akkoord, treden de verdragen buiten toepassing na verloop van twee jaar na de kennisgeving van het voornemen tot terugtrekking, tenzij de Europese Raad met instemming van de betrokken lidstaat, eenparig besluit tot verlenging van deze termijn.
4. Tijdens de beraadslagingen en besluitvorming van de Europese Raad en de Raad die betrekking hebben op de terugtrekkende lidstaat, nemen de vertegenwoordigers van die staat geen deel. De gekwalificeerde meerderheid wordt berekend conform artikel 238, lid 3, onder b), VWEU.
> **Tip:** Het is cruciaal om de rol van de Europese Raad en de Raad in het terugtrekkingsproces te begrijpen, evenals de specifieke meerderheidsregels die gelden.
#### 2.2.2 Toekomstige verzoeken om lidmaatschap
Indien een lidstaat die zich uit de Unie heeft teruggetrokken, opnieuw om het lidmaatschap verzoekt, is de procedure van artikel 49 VEU van toepassing.
### 2.3 Inhoudelijke verdieping van de EU
Naast territoriale uitbreiding kent de EU ook een proces van inhoudelijke verdieping. Dit houdt in dat de Unie steeds meer bevoegdheden krijgt en dat de besluitvorming complexer wordt. De oorspronkelijke intergouvernementele initiatieven, gebaseerd op samenwerking tussen staten, hebben geleid tot een supranationale samenwerking, waarbij de EU-instellingen zelf beslissingen kunnen nemen die bindend zijn voor de lidstaten.
#### 2.3.1 Belangrijke momenten in de EU-geschiedenis
* **9 mei 1950: De Schuman-verklaring:** Deze verklaring wordt beschouwd als de geboorteakte van de EU en schetste de contouren voor de oprichting van de EGKS, een supranationale instelling.
* **EGKS-Verdrag (Verdrag van Parijs) 1951:** Dit verdrag richtte de EGKS op met een Hoge Autoriteit en een interne markt voor kolen en staal.
* **Verdrag tot oprichting van de EEG (Verdrag van Rome) 1957:** Dit verdrag legde de basis voor een interne markt voor alle economische activiteiten en creëerde naast de EGKS belangrijke EU-instellingen zoals het Europees Parlement, de Raad, de Europese Commissie en het Hof van Justitie.
* **EGA of Euratom-verdrag 1957:** Dit verdrag richtte de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie op, met specifieke bevoegdheden op het gebied van atoomenergie.
* **Verdrag van Maastricht 1992 (EG-Verdrag):** Dit verdrag creëerde de Europese Unie als één juridische entiteit met drie pijlers, realiseerde de interne markt en legde een tijdschema vast voor de invoering van de euro. Het was de grootste wijziging sinds de oprichting van de EU.
* **Verdrag van Amsterdam 1997, Verdrag van Nice 2001:** Deze verdragen brachten verdere aanpassingen aan de structuur en bevoegdheden van de EU.
* **EU-grondwet en Verklaring van Berlijn (2004-2007):** Een voorstel voor een EU-grondwet werd in verschillende landen afgewezen. De Verklaring van Berlijn in 2007 riep op tot hernieuwde inzet voor het Europese project.
* **Verdrag van Lissabon 2009:** Dit verdrag fungeerde als een "afgeslankte" EU-grondwet en bracht significante veranderingen teweeg, waaronder de afschaffing van het drie-pijlersysteem, een duidelijkere afbakening van bevoegdheden, de oprichting van een permanente voorzitter van de Europese Raad, een uitbreiding van het medebeslissingsrecht van het Europees Parlement, en het bindend worden van het Handvest van de Grondrechten van de EU.
> **Voorbeeld:** De afschaffing van het drie-pijlersysteem door het Verdrag van Lissabon betekende dat de Europese Gemeenschap (EG) werd omgevormd tot de Europese Unie (EU), waarbij de bevoegdheden van de pijlers werden geïntegreerd. De tweede pijler (Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid) behield echter deels zijn eigen instrumenten en het Hof van Justitie had er geen bevoegdheid.
#### 2.3.2 Stand van zaken en toekomstige problematiek
De EU blijft geconfronteerd met terugkerende problematieken, zoals de territoriale omvang, de verdeling van bevoegdheden, het democratisch gehalte en de efficiëntie en daadkracht van de instellingen. Het Verdrag van Lissabon heeft de structuur vereenvoudigd, maar de EU is ook flexibeler geworden met mogelijkheden voor nauwere samenwerking of opt-outregelingen voor lidstaten.
---
# Inhoudelijke verdieping en institutionele evolutie van de EU
Dit onderwerp behandelt de ontwikkeling van de Europese Unie (EU) op het gebied van bevoegdheden en instellingen, parallel aan haar territoriale uitbreiding, met nadruk op de overgang naar supranationale samenwerking en de impact van belangrijke verdragen.
### 3.1 De EU als een dynamisch project: uitbreiding en verdieping
De Europese Unie is ontstaan uit de noodzaak van economische heropbouw en het voorkomen van toekomstige conflicten na de Tweede Wereldoorlog. De oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1951 door zes landen (de Benelux, Italië, West-Duitsland en Frankrijk) markeerde het begin van dit project, met als doel vrede, stabiliteit en welvaart te waarborgen. De EU is sindsdien geëvolueerd, niet alleen door territoriale uitbreiding tot 27 lidstaten, maar ook door een voortdurende inhoudelijke verdieping van haar bevoegdheden en beslissingsmechanismen.
#### 3.1.1 Territoriale uitbreiding van de EU
De EU heeft een aanzienlijke territoriale uitbreiding gekend sinds haar oprichting. De kaart van de toetredingsgolven illustreert dit proces, waarbij Kroatië de meest recente toetreding kende in 2013.
##### 3.1.1.1 Voorwaarden en procedure voor toetreding
**A. Voorwaarden om toe te treden:**
De criteria van Kopenhagen zijn bepalend voor kandidaat-lidstaten:
* **Politiek:** Stabiele instellingen die democratie, de rechtsstaat, mensenrechten en de bescherming van minderheden garanderen.
* **Economisch:** Een functionerende markteconomie en het vermogen om de concurrentiedruk binnen de EU aan te kunnen.
* **Juridisch:** Het vermogen om de verplichtingen van het lidmaatschap na te komen, wat inhoudt dat de acquis communautaire (het totale EU-recht) moet worden overgenomen.
**B. Procedure:**
De procedure voor toetreding is vastgelegd in artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en kan jaren duren:
1. Een land dient een aanvraag in bij de Raad.
2. De Europese Commissie geeft een formeel advies.
3. De Raad beslist unaniem of een land een kandidaat-lidstaat is.
4. Formele opening van toetredingsonderhandelingen, waarin voorwaarden, verplichtingen en financiële regelingen worden besproken.
5. Definitieve sluiting van de onderhandelingen.
6. Raadpleging van de Europese Commissie.
7. Goedkeuring door het Europees Parlement met een gewone meerderheid.
8. Besluit van de Raad met eenparigheid van stemmen.
9. Het toetredingsverdrag wordt ondertekend door de kandidaat-lidstaat en de vertegenwoordigers van alle lidstaten.
10. Het toetredingsverdrag wordt ter ratificatie voorgelegd aan de lidstaten en de kandidaat-lidstaat.
11. Na voltooide ratificatie en inwerkingtreding wordt de kandidaat-lidstaat een volwaardig lid.
##### 3.1.1.2 Uittreden uit de EU (Brexit)
Tot 23 juni 2016 was uitbreiding het dominante thema, maar de Brexit toonde aan dat ook krimp van de EU mogelijk is. Artikel 50 van het VEU regelt de procedure voor uittreding:
1. Een lidstaat kan besluiten zich terug te trekken uit de Unie, conform zijn grondwettelijke bepalingen.
2. De lidstaat informeert de Europese Raad over zijn voornemen. De Unie sluit na onderhandelingen een akkoord over de voorwaarden voor terugtrekking en de toekomstige betrekkingen, conform artikel 218, lid 3, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Dit akkoord wordt namens de Unie gesloten door de Raad, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen en na goedkeuring van het Europees Parlement.
3. De Verdragen zijn niet meer van toepassing vanaf de inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord, of na twee jaar na de kennisgeving, tenzij de Europese Raad met instemming van de betrokken lidstaat de termijn verlengt. De lidstaat die zich terugtrekt, neemt niet deel aan beraadslagingen of besluiten van de Europese Raad en de Raad die hem betreffen.
4. Indien een lidstaat die zich heeft teruggetrokken opnieuw om lidmaatschap verzoekt, is de procedure van artikel 49 VEU van toepassing.
### 3.2 Overgang naar supranationale samenwerking
De vroege intergouvernementele initiatieven na de oorlog bleken vaak onvoldoende daadkrachtig. De EU is daarom geëvolueerd naar een supranationaal samenwerkingsmodel.
#### 3.2.1 Sleutelmomenten in de institutionele evolutie
* **9 mei 1950: De Schuman-verklaring:** Beschouwd als de geboorteakte van de EU, schetste deze verklaring de contouren voor een nieuwe supranationale instelling: de EGKS.
* **EGKS-Verdrag (Verdrag van Parijs) 1951:** Creëerde een interne markt voor kolen en staal en vestigde de Hoge Autoriteit.
* **EEG-Verdrag (Verdrag van Rome) 1957:** Stichtte de Europese Economische Gemeenschap met als doel een interne markt voor alle economische activiteiten en introduceerde eigen instellingen: het Europees Parlement, de Raad, de Europese Commissie en het Hof van Justitie.
* **EGA- of Euratom-verdrag 1957:** Richtte zich op specifieke bevoegdheden op het gebied van atoomenergie.
### 3.3 Belangrijke verdragen en inhoudelijke verdieping
Naast territoriale uitbreiding heeft de EU ook een aanzienlijke inhoudelijke verdieping gekend door een reeks belangrijke verdragen die de bevoegdheden en de structuur van de Unie hebben hervormd.
* **Verdrag van Maastricht 1992 (EG-Verdrag):** Richtte de EU op als één juridische eenheid met drie pijlers, verwezenlijkte de interne markt en legde het tijdschema vast voor de invoering van de euro (1 januari 2002). Dit was de grootste wijziging sinds de oprichting.
* **Verdrag van Amsterdam 1997:** Bracht verdere hervormingen met zich mee.
* **Verdrag van Nice 2001:** Verdergaande institutionele aanpassingen.
* **EU-grondwet en Verklaring van Berlijn:** Een voorstel voor een EU-grondwet in 2004 werd via referenda in onder andere Frankrijk en Nederland afgewezen. In 2007 riep de Verklaring van Berlijn op tot hernieuwde inzet voor het Europese project.
* **Verdrag van Lissabon 2009:** Beschouwd als een afgeslankte versie van de EU-grondwet, bracht dit verdrag significante veranderingen teweeg:
* Afschaffing van het 3-pijlersysteem; de EG werd de EU, met voortzetting van de verdragen.
* Duidelijke afbakening van bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten.
* Instelling van een vaste voorzitter voor de Europese Raad.
* Uitbreiding van het medebeslissingsrecht van het Europees Parlement.
* Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie werd bindend.
#### 3.3.1 Stand van zaken en toekomstige uitdagingen
De EU blijft geconfronteerd met dezelfde terugkerende problematieken: territoriale uitgestrektheid, de afbakening van bevoegdheden, het democratisch gehalte en de efficiëntie en daadkracht van de instellingen. Het Verdrag van Lissabon bracht een zekere vereenvoudiging door onder meer de afschaffing van de pijlers, maar de EU blijft operationeel onder drie verdragen en de oude pijlerstructuur is deels nog herkenbaar. Het verdrag maakte de EU ook flexibeler met mogelijkheden voor nauwere samenwerking of opt-outs voor lidstaten.
> **Tip:** Begrijp dat de 'diepte' van de EU (inhoudelijke verdieping) en de 'breedte' (territoriale uitbreiding) twee parallelle, maar elkaar beïnvloedende processen zijn in de evolutie van de Europese integratie.
>
> **Tip:** Maak een tijdlijn van de belangrijkste verdragen en hun kerninhoud om de institutionele en inhoudelijke evolutie van de EU te visualiseren.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| EGKS | Europse Gemeenschap voor Kolen en Staal, een initiële supranationale organisatie die de productie van kolen en staal tussen de oprichtende landen coördineerde. Het was een van de eerste stappen naar Europese integratie na de Tweede Wereldoorlog. |
| Criteria van Kopenhagen | De politieke, economische en juridische voorwaarden die een kandidaat-lidstaat moet voldoen om toe te mogen treden tot de Europese Unie. Deze criteria garanderen stabiliteit, democratie en een functionerende markteconomie. |
| Acquis communautaire | De totale verzameling van EU-wetgeving, rechtspraak en beleid die alle lidstaten moeten overnemen en toepassen als voorwaarde voor lidmaatschap. Dit omvat verdragen, verordeningen en richtlijnen. |
| Europese Commissie | Een van de belangrijkste instellingen van de EU die verantwoordelijk is voor het voorstellen van nieuwe wetgeving, het beheren van EU-beleid en -begroting, en het handhaven van de naleving van de EU-verdragen. |
| Raad (van de Europese Unie) | Vertegenwoordigt de regeringen van de lidstaten en is medewetgever met het Europees Parlement. De Raad neemt beslissingen over EU-beleid en coördineert de algemene economische politiek van de lidstaten. |
| Europees Parlement | De rechtstreeks gekozen wetgevende macht van de EU. Het Parlement deelt de wetgevende en budgettaire bevoegdheden met de Raad en oefent politiek toezicht uit op de andere EU-instellingen. |
| Artikel 50 VEU | Het specifieke artikel in het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) dat de procedure vastlegt voor een lidstaat die besluit zich terug te trekken uit de Unie. Het beschrijft de kennisgeving, onderhandelingen en de termijn voor uittreding. |
| Supranationale samenwerking | Een vorm van internationale samenwerking waarbij lidstaten bepaalde soevereiniteit overdragen aan een bovenstatelijke organisatie, die bindende beslissingen kan nemen. De EU is een voorbeeld van een supranationale organisatie. |
| Intergouvernementalisme | Een vorm van internationale samenwerking waarbij lidstaten hun soevereiniteit behouden en beslissingen gezamenlijk nemen, meestal op basis van consensus of unanimiteit. Dit staat tegenover supranationale samenwerking. |
| Verdrag van Maastricht | Het verdrag uit 1992 dat de Europese Unie (EU) formeel oprichtte als een juridische entiteit met drie pijlers. Het legde ook de basis voor de economische en monetaire unie (EMU) en de invoering van de euro. |
| Verdrag van Lissabon | Het verdrag uit 2009 dat de EU-instellingen hervormde en de besluitvorming efficiënter maakte. Het schafte het pijlersysteem af, versterkte de rol van het Europees Parlement en de Europese Raad, en maakte het Handvest van de Grondrechten bindend. |
| Handvest van de grondrechten van de Europese Unie | Een verklaring van de burgerrechten, politieke rechten en economische en sociale rechten die van toepassing zijn op alle inwoners van de EU. Sinds het Verdrag van Lissabon is het bindend recht. |