Cover
Mulai sekarang gratis Leerpad 4. Gezondheidszorg
Summary
# Definities van gezondheid en geestelijke gezondheid
Dit onderwerp biedt een gedetailleerd overzicht van de evolutie van gezondheidsdefinities, de reikwijdte van het bio-psycho-sociale model, en de definities van psychische problemen en stoornissen.
### 1.1 Definities van gezondheid
Er worden twee belangrijke definities van gezondheid besproken, die verschillende invalshoeken bieden:
#### 1.1.1 Definitie van gezondheid (1)
De eerste definitie, die dateert van na de Tweede Wereldoorlog, luidt: "Een toestand van compleet fysisch, mentaal en sociaal welbevinden en niet enkel afwezigheid van lichamelijk letsel of ziekte."
* **Belangrijke meerwaarde:**
* Gezondheid wordt breder gekaderd dan enkel de afwezigheid van ziekte of letsel.
* Gezondheid wordt geanalyseerd vanuit het **bio-psycho-sociale model**. Dit model stelt dat het ontstaan, voortbestaan en herstel van klachten het resultaat zijn van een samenspel tussen biologische, psychologische en sociale factoren.
* **Kritiek op deze definitie:**
* Het woord "compleet" kan leiden tot **medicalisering**, waarbij elk ongemak kan resulteren in medicijngebruik. Dit impliceert dat iedereen potentieel ongezond is.
* De definitie laat geen ruimte voor het **omgaan met ziekte of stoornissen**; er ontbreekt een operationele component die aangeeft hoe hiernaar te handelen.
* De definitie is ontstaan in een tijdperk waarin infectieziekten dominant waren, terwijl nu chronische en niet-overdraagbare ziekten de overhand hebben.
#### 1.1.2 Definitie van gezondheid (2)
Een meer hedendaagse definitie, die terrein wint in de internationale wetenschappelijke gemeenschap, is: "Gezondheid als het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven."
* **Doelstelling:** Deze definitie beoogt onder meer de kosten van de gezondheidszorg te verlagen door mensen aan te moedigen een gezonde levenshouding aan te nemen, met aandacht voor fysieke, mentale en sociale aspecten.
* **Stimulans tot eigen regie:** De overheid kan individuen en groepen stimuleren om een eigen regie te voeren, waarbij preventie een belangrijke rol speelt.
* **Menserrechtenperspectief:** Volgens een VN-resolutie heeft iedereen recht op "het genieten van de hoogst haalbare standaard van lichamelijke en geestelijke gezondheid". Dit impliceert de beschikbaarheid van goede voorzieningen, opgeleid personeel, medicijnen, en toegankelijkheid (fysiek en economisch), alsook wetenschappelijke en medische adequaatheid.
### 1.2 Geestelijke gezondheid en psychische problemen
#### 1.2.1 Wat zijn psychische problemen en -klachten?
Psychische problemen en -klachten worden omschreven als: "verandering merkbaar in een persoon zijn denken, en/of voelen, en/of gedrag en/of relaties. Deze verandering kan zowel de persoon zelf hinderen in het dagelijks leven als door de omgeving als ongewenst ervaren worden."
#### 1.2.2 Wat is een psychische stoornis?
Een psychische stoornis is een conditie die:
* Geregistreerd staat in een psychiatrisch classificatiesysteem.
* De psychische problemen of klachten ernstiger en/of voortdurend en langdurig aanwezig zijn.
* Leidt tot negatieve effecten op het functioneren op verschillende levensdomeinen (werk, wonen, financiën, vrije tijd, etc.).
* Sociale rollen (partner, ouder, leerling, collega, buur, etc.) zwaar onder druk zet.
> **Tip:** Hoewel elke mens psychische klachten kan ervaren (bv. stress, slapeloosheid, eenzaamheid) als gevolg van levensgebeurtenissen, is het onderscheid tussen psychische klachten en stoornissen niet altijd duidelijk. In sociaal werk wordt daarom vaak gesproken over 'mensen met een psychische kwetsbaarheid'.
### 1.3 Historische context van de (geestelijke) gezondheidszorg in België
De geschiedenis van de gezondheidszorg, met name de geestelijke gezondheidszorg, kenmerkt zich door een verschuiving van controle naar behandeling en verzorging.
#### 1.3.1 Focus op de controle van psychiatrische patiënten (tot ca. 19e eeuw)
* **Middeleeuwen:** Oprichting van 'gasthuizen' voor armen en zieken, en 'dolhuizen' voor geesteszieken, met isolatiecellen voor tijdelijke afzondering. Ook gevangenissen werden gebruikt voor minder gevaarlijke zieken. De Kerk speelde een belangrijke rol in de armenzorg, inclusief opvang in kloosters.
* **Vroege moderne periode:** Mensen met afwijkend gedrag (misdadigers, psychiatrische patiënten, landlopers) werden verzorgd door Kerk, Staat en Gemeenschap in armenhuizen en gevangenissen. De focus lag op "verzekerde bewaring" en controle van deviant gedrag, met uitsluiting uit de maatschappij en het gebruik van dwangmiddelen om de maatschappij te beschermen. Therapeutische zorg was afwezig. De gebruikte terminologie duidde op beperkte kennis, weinig inzicht en gebrek aan empathie.
#### 1.3.2 Focus op de behandeling en verzorging van psychiatrische patiënten (vanaf 19e eeuw)
* **Pioniers van de moderne psychiatrie:** Aan het begin van de 19e eeuw, met figuren als Pinel in Frankrijk, werd krankzinnigheid gezien als een mentale stoornis die genezen kon worden. Het 'asiel' werd geïntroduceerd als plek voor behandeling. Afwijkend gedrag werd niet langer als misdaad, maar als ziekte van de geest beschouwd.
* **Wetgeving:** De Franse wet van 1838 en de Belgische wet van 1850 ('Wet op de behandeling van krankzinnigen') legden de basis voor bescherming tegen onterechte opsluiting.
* **Na WOII: De verzorgingsstaat:** De sociale zekerheid werd structureel ingebed met de oprichting van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
* **Jaren 1960-1970:** Ontwikkeling van psychofarmaca en nieuwe therapieën versnelden de psychiatrische zorg. De wet op de ziekenhuizen (1963) stelde erkenningsnormen op en koppelde deze aan tussenkomst van het RIZIV. De focus verschoof van bewaring naar behandeling en verzorging.
* **'Blauwdruk voor geestelijke gezondheidszorg':** Een hervormingsplan gericht op de afbouw van ziekenhuisbedden ten gunste van alternatieven zoals beschut wonen. Geesteszieken werden gelijkgesteld met 'gewone' zieken, met de bedoeling residentiële hulpverlening af te bouwen en ambulante hulpverlening uit te bouwen.
* **Wet van 6 juli 1973:** Aanvulling op de ziekenhuiswet, met ziekenhuisprogrammatie voor een betere spreiding van bedden en capaciteit. De oprichting van PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis) en Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) droeg bij aan de groei van ambulante zorg.
* **Jaren 1990:** Wetgeving ter bescherming van de persoon van de geesteszieke (bv. wet van 26 juni 1990) regelt gedwongen opname.
* **21e eeuw:** De "vermaatschappelijking" van de gezondheidszorg, met de vaste plaats van (psychiatrische) thuiszorg en mobiele teams.
### 1.4 Gezondheidszorg in het algemeen
De ontwikkeling van de algemene gezondheidszorg kent ook belangrijke mijlpalen:
* **Sociaal zekerheidsstelsel (1945):** Ontstaan uit het akkoord 'Ontwerp tot overeenkomst tot Sociale Solidariteit' (1944), wat de basis legde voor een degelijk stelsel van sociale zekerheid en de invoering van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
* **Periode van economische groei (na WOII):** Alle sociale klassen profiteerden.
* **Jaren 1970 - Neoliberalisme:** Een economische crisis leidde tot druk op de verzorgingsstaat. De dominante ideologie werd het neoliberalisme, met een kleinere rol voor de overheid, privatisering en deregulering.
* **Individualisme:** De focus verschoof naar het individu als verantwoordelijk voor zijn eigen geluk, ongeluk, ziekte of gezondheid. Dit druist in tegen het solidariteitsprincipe van de gezondheidszorg.
* **Ontwikkelingen in de eerste lijnzorg:** Nieuwe samenwerkingsvormen tussen artsen en andere zorgverleners leidden tot de oprichting van wijkgezondheidscentra.
* **Wet 'Leburton' (1963):** Wettelijke vastlegging van tarieven voor artsen, wat leidde tot protest.
* **Nieuwe inzichten en initiatieven:** Jonge artsen, geneeskundestudenten en sociale bewegingen stimuleerden de ontwikkeling van multidisciplinaire groepspraktijken en verenigingen die de patiënt centraal stellen.
* **WHO en UNICEF (1978):** Organisatie over eerstelijnsgezondheidszorg en de formulering van de definitie van gezondheid.
* **Wijkgezondheidscentra:** Ontstaan als initiatief om de burger en gezondheidswerkers dichter bij elkaar te brengen, met een belangrijke rol voor sociaal werkers in een multidisciplinaire aanpak.
* **Eerstelijnszones (vanaf 2017):** Initiatief van de Vlaamse overheid om samenwerking over disciplines en organisaties heen te bevorderen.
* **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO):** Samenwerking tussen CAW, OCMW en diensten maatschappelijk werk van mutualiteiten om onderbescherming tegen te gaan en toegankelijkheid te vergroten.
* **Uitgaven sociale zekerheid (cijfers 2019):** 40,4% naar pensioenen, 27,3% naar gezondheidszorg, 9,3% naar invaliditeitsuitkeringen.
* **Huidige ziektelast:** Meer dan de helft toe te schrijven aan mentale aandoeningen, middelengebruik, kanker en musculoskeletale aandoeningen.
### 1.5 Gezondheidsongelijkheid
#### 1.5.1 Definitie
Gezondheidsongelijkheid verwijst naar de **ongelijke verdeling van gezondheid**, gerelateerd aan de sociaaleconomische status van individuen. Dit manifesteert zich als een "gezondheidskloof" of een **gezondheidsgradiënt**, waarbij een lagere sociale positie correleert met een verslechterde gezondheid.
#### 1.5.2 Proportioneel universalisme
Een antwoord op gezondheidsongelijkheid is **proportioneel universalisme**. Dit principe stelt dat:
* Maatregelen universeel moeten zijn (richt zich tot iedereen), maar met een **intensiteit en manier die in verhouding staat tot de mate van kwetsbaarheid**.
* Dit vanuit een rechtvaardigheidsgedachte, vertrekkend vanuit wat mensen verbindt, maar variërend in aanbod gezien de diversiteit en ongelijke noden van mensen.
* Het doel is om de steilte van de sociale gradiënt in gezondheid te verminderen door iedereen, ongeacht kwetsbaarheid, op een gepaste manier te ondersteunen.
### 1.6 Het gezondheidsbeleid in België en Vlaanderen
* **Vlaamse bevoegdheden:** Vallen onder het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, met het Departement Zorg als centrale instantie voor beleidsvoorbereiding, -evaluatie en -uitvoering (preventief beleid, geestelijke gezondheidszorg, eerstelijnszorg, ouderenzorg, thuiszorg).
* **Federale bevoegdheden:** Gevestigd bij de Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (wetgevend kader euthanasie, vaccinatie, patiëntenrechten, binnenluchtkwaliteit).
### 1.7 Organisaties en doelgroepen in de gezondheidszorg
#### 1.7.1 Organisaties die werken aan de mentale gezondheid
* **Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG):** Bieden preventie, vroegdetectie en behandeling van psychische problemen voor diverse doelgroepen (kinderen tot ouderen, forensische context, verslaving). Ze coachen organisaties bij preventiebeleid, bieden vorming en training, en intervisie. Ze bieden ambulante hulp na doorverwijzing, met een multidisciplinair team (psychiaters, psychologen, maatschappelijk werkers). Wachttijden kunnen een beperking zijn.
* **Wijkgezondheidscentra (WGZ):** Bieden laagdrempelige, kwalitatieve eerstelijnszorg met focus op de gezondheid van buurtbewoners. Belangrijke uitgangspunten zijn toegankelijkheid (financieel via forfaitair systeem, socio-cultureel, fysiek), interdisciplinaire samenwerking, integrale benadering, inbedding in de wijk en samenwerking met lokale partners. Ze hanteren het principe van proportioneel universalisme en streven naar sociale rechtvaardigheid in de gezondheidszorg. Gerichte inspanningen voor kwetsbare groepen (bv. via interculturele bemiddelaars, maatschappelijk werkers).
* **Overige organisaties:** 1813 zelfmoordlijn, mutualiteiten, psychiatrische ziekenhuizen, PAAZ, mobiele teams, drugpunten, preventiediensten (middelengebruik, suïcidepreventie), belangenorganisaties (bv. Anbn, tegek?).
* **Overheidsdiensten:** Agentschap Zorg & Gezondheid.
* **Expertisecentra:** VLESP (Expertisecentrum Suïcidepreventie), VAD (Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw).
* **Online diensten:** AWEL, 1813, anbn.
#### 1.7.2 Organisaties die werken aan de fysieke gezondheid
* **Directe hulpverlening:** Mutualiteiten, sociale diensten van ziekenhuizen, dagcentra voor mensen met een beperking, wijkgezondheidscentra.
* **Expertisecentra:** Vlaams Instituut Gezond Leven (draagt bij aan overheidsbeleid).
* **Financiële ondersteuning:** VAPH – Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (ondersteunt personen met een handicap voor autonomie en levenskwaliteit). Definitie van handicap: "Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten, en persoonlijke en externe factoren."
* **Belangenorganisaties:** Behartigen de belangen van mensen met specifieke aandoeningen (bv. Kinderkankerfonds).
### 1.8 Actuele uitdagingen
* **Stigma rond psychische kwetsbaarheid:** Er heersen nog steeds vooroordelen en stigma's, wat een open debat en correcte terminologie noodzakelijk maakt.
* **Omgevingsinvloed op gezonde levensstijl:** De buurt waarin iemand woont, is bepalend voor een gezonde levensstijl. Lokale overheden dienen te investeren in gezonde voeding, goede infrastructuur, en toegankelijke groene ruimtes om burgers, vooral de meest kwetsbaren, wegwijs te maken in een gezonde leefomgeving.
---
# Historische evolutie van de (geestelijke) gezondheidszorg in België
Dit deel beschrijft de historische ontwikkeling van de geestelijke gezondheidszorg in België, van de vroege dolhuizen tot de verzorgingsstaat en de latere hervormingen.
### 2.1 Vroege vormen van zorg en controle
Vanaf ongeveer 1200 werden in Belgische steden 'gasthuizen' opgericht voor armen en zieken, en 'dolhuizen' specifiek voor geesteszieken. Deze dolhuizen kenden isoleercellen voor tijdelijke afzondering en waren bedoeld voor geesteszieken die thuis niet meer konden worden opgevangen, of voor agressieve krankzinnigen. Het Sint-Janshuis in Gent, opgericht in 1191, is het oudste dolhuis van West-Europa. Minder gevaarlijke zieken werden soms opgesloten in gevangenissen, zoals de kelders van het Geraard de Duivelsteen in Gent. De Kerk speelde een belangrijke rol in de armenzorg, waarbij krankzinnigen, net als andere armen, soms in kloosters werden opgenomen.
Voor de opkomst van de moderne psychiatrie werden mensen met afwijkend gedrag, waaronder misdadigers, psychiatrische patiënten en landlopers, verzorgd door de Kerk, de Staat en de Gemeenschap. Dit gebeurde binnen de context van armenhuizen en gevangenissen, waar het afwijkende gedrag vooral werd gecontroleerd in plaats van behandeld. De focus lag op 'verzekerde bewaring', waarbij geesteszieken werden uitgesloten uit de maatschappij en vaak geïnterneerd met ketens en dwangmiddelen, primair ter bescherming van de maatschappij. Er was geen sprake van therapeutische zorg, en de gebruikte terminologie getuigde van een gebrek aan kennis, inzicht en empathie.
### 2.2 De opkomst van de moderne psychiatrie en behandeling
Begin 19e eeuw verschoof de focus naar behandeling in plaats van uitbuiting en verwaarlozing. Philippe Pinel wordt beschouwd als de pionier van de moderne psychiatrie. Hij zag krankzinnigheid als een mentale stoornis die genezen kon worden en stichtte hiervoor het 'asiel'. Dit nieuwe denken beschouwde afwijkend gedrag niet langer als een misdaad, maar als een behandelbare ziekte van de geest.
De hervormingen van Pinel werden in Frankrijk vastgelegd in de wet van 1838, die onterechte opsluiting voorkwam door middel van een krankzinnigenverklaring. In België leidde dit, twaalf jaar later onder invloed van Guislain, tot gelijkaardige wetgeving. De 'Wet op de behandeling van krankzinnigen' van 1850 was de eerste Belgische wetgeving betreffende geestelijke gezondheidsproblemen.
### 2.3 De verzorgingsstaat en hervormingen in de geestelijke gezondheidszorg
Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde België zich tot een verzorgingsstaat met de structurele inbedding van de sociale zekerheid, waaronder de verplichte ziekteverzekering en werkloosheidsverzekering. Pas in de jaren 1960 kreeg de geestelijke gezondheidszorg daadwerkelijk aandacht. De ontwikkeling van nieuwe psychofarmaca en therapieën versnelde de psychiatrische zorgverlening.
De wet op de ziekenhuizen uit 1963 stelde erkenningsnormen voor gezondheidszorginstellingen vast, wat een voorwaarde werd voor tussenkomst van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Dit betekende dat geesteszieken niet langer primair bewaakt en beschermd hoefden te worden, maar dat de focus verschoof naar behandeling en verzorging, waarbij zij als 'zieken' werden beschouwd.
De 'Blauwdruk voor geestelijke gezondheidszorg' was een hervormingsplan dat gericht was op het afbouwen van het aantal ziekenhuisbedden ten gunste van alternatieven zoals beschut wonen. Geesteszieken moesten gelijkgesteld worden aan 'gewone' zieken en ook in algemene ziekenhuizen terechtkunnen. De bedoeling was om residentiële hulpverlening te heroriënteren en af te bouwen, en ambulante hulpverlening uit te bouwen, omdat behandeling ook buiten psychiatrische instellingen mogelijk werd.
De wet van 6 juli 1973 vulde de ziekenhuiswet van 1963 aan met ziekenhuisprogrammatie, gericht op een betere spreiding van ziekenhuisbedden en het voldoen aan specifieke behoeften. Hierdoor ontstonden in de volgende jaren de Psychiatrische Afdelingen van Algemene Ziekenhuizen (PAAZ) en de Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), wat de ambulante zorg deed groeien.
In de jaren 90 werden wetten gestemd ter bescherming van geesteszieken, zoals de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, die de voorwaarden en procedures voor gedwongen opname regelt. De 21ste eeuw kenmerkt zich door de vermaatschappelijking van de (geestelijke) gezondheidszorg, met de vaste waarde van (psychiatrische) thuiszorg en mobiele teams.
### 2.4 Algemene gezondheidszorg en de verzorgingsstaat
Het sociale zekerheidsstelsel ontstond in 1945 uit het akkoord tot Sociale Solidariteit van 1944, en werd verder uitgebouwd. In 1945 werd de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering ingevoerd, beheerd door een centrale overheidsinstelling in samenwerking met mutualiteiten. De naoorlogse economische en sociale groei werd in de jaren 1970 gevolgd door een crisis, waarbij de focus verschoof van loonsverhoging naar het verminderen van loonkosten en het belang van patronale eisen.
De verzorgingsstaat kwam onder druk te staan door de opkomst van het neoliberalisme, dat een kleinere rol voor de overheid, privatisering en deregulering predikte. Het individu werd centraal gesteld, met nadruk op individuele verantwoordelijkheid voor geluk, ongeluk, ziekte en gezondheid. Deze individualistische kijk botste met het solidariteitsprincipe van de gezondheidszorg, dat uitgaat van goede zorg voor iedereen, ongeacht levensstijl.
Naast ziekenhuishervormingen, vonden ook veranderingen plaats in de huisartsenpraktijk. De wet 'Leburton' van 1963 legde de tarieven van artsen wettelijk vast, wat leidde tot stakingen in 1964. De conservatieve 'Syndicale Kamers van Geneesheren' bleven decennialang dominant en stonden aanvankelijk weigerachtig tegenover nieuwe inzichten eind jaren 60 en begin jaren 70.
Nieuwe samenwerkingsvormen tussen eerstelijnsartsen ontstonden, gedreven door jonge artsen, studenten en sociale bewegingen. Dit leidde tot nadenken over multidisciplinaire groepspraktijken. De oprichting van patiëntverenigingen, de WHO/Unicef-conferentie over eerstelijnsgezondheidszorg in 1978, de nieuwe definitie van gezondheid en de opkomst van verenigingen zoals de 'Wereldschool' gaven nieuwe samenwerkingsvormen een kans. De Wereldscholen waren medeoprichters van de eerste wijkgezondheidscentra in Gent en Alken, waar sociaal werkers een belangrijke rol spelen in het bevorderen van de gezondheid van wijkbewoners via een multidisciplinaire aanpak.
De oprichting van eerstelijnszones kreeg een impuls in 2017, na een pilootproject in Gent dat het belang van interdisciplinaire samenwerking benadrukte. Het geïntegreerd breed onthaal (GBO), een samenwerking tussen CAW, OCMW en diensten maatschappelijk werk van mutualiteiten sinds 2018, beoogt onderbescherming tegen te gaan en de toegankelijkheid van dienstverlening te vergroten voor kwetsbare groepen.
In 2019 ging 40,4% van de uitgaven van de sociale zekerheid naar pensioenen, 27,3% naar gezondheidszorg en 9,3% naar invaliditeitsuitkeringen. De huidige ziektelast wordt voor meer dan de helft toegeschreven aan mentale aandoeningen, middelengebruik, kanker en musculoskeletale aandoeningen.
### 2.5 Huidige uitdagingen en organisaties
#### 2.5.1 Gezondheidsongelijkheid en proportioneel universalisme
Gezondheidsongelijkheid verwijst naar de ongelijke verdeling van gezondheid op basis van sociaaleconomische status. Er is een 'gezondheidskloof' tussen individuen met gunstige en ongunstige posities, en een geleidelijk verband tussen sociale positie en gezondheid (gezondheidsgradiënt). Mensen met een hogere sociaaleconomische status hebben doorgaans een betere gezondheid.
Als antwoord op deze ongelijkheid wordt proportioneel universalisme voorgesteld: universele maatregelen die in intensiteit worden aangepast aan de mate van kwetsbaarheid. Dit principe vertrekt vanuit een rechtvaardigheidsgedachte, richt zich tot iedereen, erkent de diversiteit van noden en de bestaande ongelijkheid, en varieert in het aanbod.
#### 2.5.2 Het gezondheidsbeleid in België en Vlaanderen
In Vlaanderen valt gezondheidszorg onder het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, met het Departement Zorg als centraal orgaan voor beleidsvoorbereiding, -evaluatie en -uitvoering. Dit departement is onder andere verantwoordelijk voor preventief gezondheidsbeleid, geestelijke gezondheidszorg en eerstelijnszorg.
Federale bevoegdheden op het gebied van gezondheidszorg vallen onder de Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu, die instaat voor wetgeving rond euthanasie, patiëntenrechten, en andere federale aspecten.
#### 2.5.3 Organisaties en doelgroepen in de (geestelijke) gezondheidszorg
Verschillende organisaties werken in het domein van de gezondheidszorg, onderverdeeld naar fysieke en mentale gezondheid.
* **Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG):** Gespecialiseerd in preventie, vroegdetectie en behandeling van psychische problemen voor diverse doelgroepen (kinderen, jongvolwassenen, ouderen, forensische context, verslavingen). Ze bieden ambulante hulp na doorverwijzing, met een team van psychiaters, psychologen en maatschappelijk werkers. Niet-medische consultaties kosten 11 euro, met mogelijke uitzonderingen. Wachttijden kunnen lang zijn. Hulpaanbod omvat informatie, advies, psychosociale begeleiding, psychodiagnostiek, psychologische interventies (therapie) en medisch-psychiatrische interventies. CGG's coachen organisaties bij preventiebeleid (bv. drugbeleid, suïcidepreventie), verzorgen vormingen en trainingen, en bieden intervisie en advies. In Vlaanderen zijn er 19 CGG's.
* **Wijkgezondheidscentra (WGZ):** Bieden laagdrempelige, kwaliteitsvolle eerstelijnszorg met aandacht voor de gezondheid van buurtbewoners. Belangrijke principes zijn toegankelijkheid (financieel, socio-cultureel, fysiek), interdisciplinaire samenwerking, integrale benadering, inbedding in de wijk en samenwerking met lokale partners. WGZ's hanteren het principe van proportioneel universalisme door universele toegankelijkheid binnen een afgebakend werkingsgebied, met gerichte inspanningen voor kwetsbare groepen (bv. via interculturele bemiddelaars, maatschappelijk werkers). Ze dragen bij aan sociale rechtvaardigheid en gelijke toegang tot gezondheidszorg.
* **Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH):** Streeft naar maximale autonomie en levenskwaliteit voor personen met een handicap. Het VAPH biedt financiële en materiële ondersteuning. Een handicap wordt gedefinieerd als een langdurig en belangrijk participatieprobleem door het samenspel van functiestoornissen, activiteit beperkingen en persoonlijke/externe factoren. Het VAPH omvat afdelingen voor toeleiding en hulpmiddelen, dienstverlening budgethouders en vergunnen en financieren van zorgaanbieders.
#### 2.5.4 Actuele uitdagingen
1. **Voorbij de vooroordelen (stigma):** Ondanks inspanningen heersen er nog steeds stigma's rond psychische kwetsbaarheid. Er is nood aan een open debat met correcte terminologie en een historisch perspectief op geestelijke gezondheid, waarbij ook de rol van kunst wordt erkend.
2. **De buurt bepaalt of je gezond kan leven:** De woonomgeving heeft een significante impact op gezonde levensstijlen. Lokale overheden dienen te investeren in gezonde voeding, veilige infrastructuur, toegankelijke groene ruimtes en sportmogelijkheden om publieke ruimtes 'zo gezond mogelijk' in te richten en burgers hierin wegwijs te maken. Dit gaat verder dan louter individuele beslissingen over levensstijl.
---
# Gezondheidszorg in het algemeen en gezondheidsongelijkheid
Hier is een gedetailleerde samenvatting van het onderwerp "Gezondheidszorg in het algemeen en gezondheidsongelijkheid".
## 3 Gezondheidszorg in het algemeen en gezondheidsongelijkheid
Dit onderwerp verkent de evolutie van gezondheidsdefinities, de historische context van de gezondheidszorg, de invloed van het neoliberalisme, het principe van solidariteit en de problematiek van gezondheidsongelijkheid.
### 3.1 Definities van gezondheid
De perceptie van gezondheid is geëvolueerd, met twee belangrijke definities die de nadruk leggen op verschillende aspecten:
* **Definitie 1 (Traditioneel):** "Een toestand van compleet fysisch, mentaal en sociaal welbevinden en niet enkel afwezigheid van lichamelijk letsel of ziekte."
* **Sterke punten:** Benadrukt een breed kader, inclusief het biopsychosociaal model, waarbij gezondheid wordt gezien als een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren.
* **Zwakke punten:** Het woord "compleet" kan leiden tot medicalisering en het gevoel permanent ongezond te zijn. De definitie biedt geen ruimte voor het omgaan met ziekte of stoornissen en is minder geschikt voor de huidige realiteit van chronische en niet-overdraagbare ziekten.
* **Definitie 2 (Modern):** "Gezondheid als het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven."
* **Sterke punten:** Gericht op aanpassingsvermogen en zelfsturing, met het oog op het bevorderen van een gezonde levenshouding en het reduceren van onnodige zorgconsumptie. Preventie krijgt hier een centrale rol.
* **Context:** Deze definitie wint aan terrein in internationale wetenschappelijke kringen en sluit aan bij de VN-resolutie die iedereen recht geeft op de "hoogst haalbare standaard van lichamelijke en geestelijke gezondheid". Dit impliceert toegang tot kwalitatieve voorzieningen, opgeleid personeel, medicijnen en een medisch verantwoorde, cultureel passende en toegankelijke zorg.
### 3.2 Geestelijke gezondheid en psychische problemen/stoornissen
* **Geestelijke gezondheid:** Verwijst naar welzijn op mentaal en emotioneel vlak.
* **Psychische problemen en -klachten:** Worden gedefinieerd als een merkbare verandering in denken, voelen, gedrag of relaties die hinder kan veroorzaken voor het individu of als ongewenst wordt ervaren door de omgeving. Dit kan variëren van tijdelijke reacties op levensgebeurtenissen tot langdurige klachten.
* **Psychische stoornis:** Treedt op wanneer psychische problemen ernstiger, voortdurend of langdurig aanwezig zijn, met significante negatieve effecten op het functioneren in diverse levensdomeinen (werk, wonen, relaties, etc.) en de sociale rollen onder druk komen te staan. In het sociaal werk wordt vaker gesproken over "mensen met een psychische kwetsbaarheid" om de complexiteit en de mogelijke stigmatisering van medische termen te omzeilen.
### 3.3 Geschiedenis van de (geestelijke) gezondheidszorg in België
De evolutie van de gezondheidszorg, met name de geestelijke gezondheidszorg, toont een verschuiving van controle en opsluiting naar behandeling en integrale zorg.
* **Vroege middeleeuwen (rond 1200):** Oprichting van "gasthuizen" voor armen en zieken en "dolhuizen" voor geesteszieken. Deze dolhuizen boden geïsoleerde cellen voor tijdelijke afzondering en werden gebruikt voor personen waarbij de thuissituatie onhoudbaar werd of die als agressief werden beschouwd. Kerk en Staat speelden een rol in de armenzorg, waarbij geesteszieken, net als andere armen, soms in kloosters werden opgenomen. Het gedrag van afwijkende individuen (misdadigers, psychiatrische patiënten, landlopers) werd voornamelijk gecontroleerd en niet behandeld; de focus lag op "verzekerde bewaring" en maatschappelijke uitsluiting.
* **19e eeuw (start):** Pioniers zoals Pinel brachten een omslag teweeg met de opvatting dat krankzinnigheid een mentale stoornis is die genezen kan worden. Het "asiel" werd geïntroduceerd als een plek voor behandeling. In België leidde dit tot de wetgeving van 1850, de 'Wet op de behandeling van krankzinnigen', die de basis legde voor bescherming tegen onterechte opsluiting.
* **Na de Tweede Wereldoorlog:** Ontwikkeling van de verzorgingsstaat en de sociale zekerheid (vanaf 1945). Geestelijke gezondheidszorg kreeg echter pas vanaf de jaren 1960 meer aandacht, mede dankzij nieuwe psychofarmaca en therapieën. De wet op de ziekenhuizen (1963) stelde erkenningsnormen op, wat de basis vormde voor RIZIV-tussenkomst en de verschuiving van bewaring naar behandeling en verzorging van psychiatrische patiënten als zieken.
* **Late 20e eeuw:** Initiatieven zoals de 'Blauwdruk voor geestelijke gezondheidszorg' beoogden een heroriëntatie van residentiële hulpverlening naar ambulante zorg en de integratie van psychiatrische patiënten in algemene ziekenhuizen (PAAZ) en de oprichting van Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG). De wet van 1973 rond ziekenhuisprogrammatie streefde naar een betere spreiding van ziekenhuisbedden en het voldoen aan specifieke behoeften. De wet van 1990 verbeterde de bescherming van de persoon van de geesteszieke, met procedures voor gedwongen opname.
* **21e eeuw:** De trend is naar "vermaatschappelijking" van de gezondheidszorg, met een groeiende rol voor thuiszorg en mobiele teams.
### 3.4 Gezondheidszorg in het algemeen en de impact van neoliberalisme
De ontwikkeling van de algemene gezondheidszorg in België is sterk verbonden met het sociale zekerheidsstelsel, ontstaan na de Tweede Wereldoorlog.
* **Oprichting sociale zekerheid (1945):** Gesteund door het akkoord "Ontwerp tot overeenkomst tot Sociale Solidariteit" (1944), werd een degelijk stelsel van sociale zekerheid uitgebouwd, inclusief de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. De mutualiteiten speelden hierbij een cruciale rol.
* **Economische crisis en opkomst neoliberalisme (jaren '70):** Na een periode van economische en sociale groei kwam er een crisis. De focus verschoof van sociale vooruitgang naar kostenreductie, met patronale eisen als concurrentiekracht centraal. De verzorgingsstaat kwam onder druk te staan.
* **Neoliberalisme:** Deze ideologie kenmerkt zich door een terugtrekkende overheid, privatisering en deregulering. Het individu staat centraal, met nadruk op eigenbelang, individuele verantwoordelijkheid voor succes en falen (inclusief ziekte en werkloosheid), en zelfregulerende markten.
* **Conflict met solidariteit:** De individualistische benadering van het neoliberalisme staat haaks op het oorspronkelijke principe van solidariteit in de gezondheidszorg, dat stelt dat iedereen, ongeacht levensstijl, recht heeft op goede zorg.
### 3.5 Veranderingen in de eerstelijnsgezondheidszorg
* **Wet Leburton (1963):** Legde de tarieven voor artsen vast, met de verplichting zich te 'conventioneren'. Dit leidde tot een artsenstaking in 1964 en een lange dominantie van conservatieve beroepsverenigingen.
* **Vernieuwingen eind jaren '60, begin jaren '70:** Jonge artsen, geneeskundestudenten en sociale bewegingen stimuleerden nieuwe samenwerkingsvormen. Dit leidde tot de opkomst van multidisciplinaire groepspraktijken en wijkgezondheidscentra (WGZ), mede geïnspireerd door initiatieven als de Wereldschool en de focus op eerstelijnsgezondheidszorg door de WHO en UNICEF.
* **Wijkgezondheidscentra (WGZ):** Deze centra bevorderen laagdrempelige, kwalitatieve eerstelijnszorg met aandacht voor de gezondheid van buurtbewoners. Ze benadrukken interdisciplinaire samenwerking, integrale benadering, inbedding in de wijk en samenwerking met lokale partners. WGZ's zijn een voorbeeld van proportioneel universalisme.
* **Eerstelijnszones (vanaf 2017):** Op initiatief van de Vlaamse overheid wordt de samenwerking over disciplines en organisaties heen gestimuleerd.
* **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO, sinds 2018):** Samenwerking tussen CAW, OCMW en diensten maatschappelijk werk van mutualiteiten om onderbescherming tegen te gaan en de toegankelijkheid van dienstverlening te vergroten voor kwetsbare groepen.
### 3.6 Uitgaven sociale zekerheid (cijfers 2019)
De uitgaven van de sociale zekerheid zijn als volgt verdeeld:
* Pensioenen: 40,4%
* Gezondheidszorg: 27,3%
* Invaliditeitsuitkeringen: 9,3%
De huidige ziektelast wordt voor meer dan de helft toegeschreven aan mentale aandoeningen, middelengebruik, kanker en musculoskeletale aandoeningen.
### 3.7 Gezondheidsongelijkheid
Gezondheidsongelijkheid verwijst naar de ongelijke verdeling van gezondheid, gebaseerd op sociaaleconomische status.
* **Definitie:** Het gaat om de kloof in gezondheid tussen individuen, waarbij een lagere sociaaleconomische positie correleert met een slechtere gezondheid. Dit wordt weergegeven door de **gezondheidsgradiënt**, die een lineair verband aantoont tussen sociale positie en gezondheid.
* **Proportioneel universalisme als antwoord:** Dit principe stelt dat maatregelen universeel moeten zijn, maar met een intensiteit en focus die proportioneel is aan de mate van kwetsbaarheid. Het vertrekt vanuit een rechtvaardigheidsgedachte en richt zich tot iedereen, rekening houdend met de diversiteit en de ongelijke behoeften van mensen.
### 3.8 Het gezondheidsbeleid in België en Vlaanderen
Gezondheidszorg valt onder zowel Vlaamse als federale bevoegdheden.
* **Vlaamse bevoegdheden:** Vallen onder het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, met het Departement Zorg als centrale actor. Dit departement is verantwoordelijk voor preventief gezondheidsbeleid, geestelijke gezondheidszorg, eerstelijnszorg, ouderenzorg en thuiszorg.
* **Federale bevoegdheden:** Vallen onder de Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu. Dit omvat wetgeving rond euthanasie, vaccinatie, patiëntenrechten en beleid rond binnenluchtkwaliteit.
### 3.9 Organisaties en doelgroepen in de gezondheidszorg
Verschillende organisaties in het sociaal werk spelen een rol in de gezondheidszorg, zowel voor fysieke als mentale gezondheid.
* **Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG):**
* Bieden gespecialiseerde hulp aan diverse doelgroepen (kinderen, jongvolwassenen, ouderen, forensische contexten, verslaafden).
* Focussen op preventie, vroegdetectie en behandeling van psychische problemen.
* Bieden ambulante hulp via kortdurende interventies, met een multidisciplinair team (psychiaters, psychologen, maatschappelijk werkers).
* Kosten: 11 euro voor niet-medische consultaties; wachttijden kunnen een belemmering vormen.
* Preventiewerk: coaching, vorming en training rond thema's als suïcide en middelengebruik.
* Jaarlijks behandelen CGG's meer dan 50.000 mensen in Vlaanderen.
* **Wijkgezondheidscentra (WGZ):**
* Bieden laagdrempelige, kwaliteitsvolle eerstelijnszorg met expliciete aandacht voor buurtbewoners.
* Kenmerken: toegankelijkheid (financieel, socio-cultureel, fysiek), interdisciplinaire samenwerking, integrale benadering, inbedding in de wijk.
* Principe van proportioneel universalisme: universeel toegankelijk, met gerichte inspanningen voor kwetsbare groepen (bv. via interculturele bemiddelaars, maatschappelijk werkers).
* Bevorderen sociale rechtvaardigheid en gezondheidszorg als basisrecht.
* **Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH):**
* Streeft naar autonomie en levenskwaliteit voor personen met een handicap.
* Biedt financiële en materiële ondersteuning via o.a. persoonsvolgende budgetten en hulpmiddelen.
* Definitie handicap: langdurig en belangrijk participatieprobleem door samenspel van functiestoornissen, beperkingen bij activiteiten en persoonlijke/externe factoren.
* **Organisaties die werken aan fysieke gezondheid:** Mutualiteiten, sociale diensten van ziekenhuizen, dagcentra, wijkgezondheidscentra, expertisecentra (bv. Vlaams Instituut Gezond Leven), overheidsdiensten (bv. VAPH), en belangenorganisaties (bv. Kinderkankerfonds).
* **Organisaties die werken aan mentale gezondheid:** WGZ, CGG, zelfmoordlijn 1813, mutualiteiten, psychiatrische ziekenhuizen, PAAZ, mobiele teams, preventiediensten rond middelengebruik, organisaties die belangen behartigen (bv. Anbn, tegek?), overheidsdiensten (bv. Agentschap Zorg & Gezondheid), expertisecentra (bv. VLESP, VAD), en online diensten (bv. AWEL).
### 3.10 Actuele uitdagingen
* **Stigma rond psychische kwetsbaarheid:** Er heerst nog steeds een stigma rond mentale pijn, wat een open debat met correcte terminologie noodzakelijk maakt.
* **Omgevingsinvloed op gezondheid:** De leefomgeving (buurt) speelt een cruciale rol in het hanteren van een gezonde levensstijl. Lokale overheden dienen te investeren in gezonde voeding, veilige infrastructuur, en toegankelijke groene ruimtes om burgers te stimuleren tot een gezonde levensstijl. Dit gaat voorbij aan de opvatting dat een ongezonde levensstijl puur een persoonlijke keuze is.
---
# Gezondheidsbeleid, organisaties en actuele uitdagingen
Dit onderwerp belicht het gezondheidsbeleid in België en Vlaanderen, de belangrijkste organisaties binnen de gezondheidszorg, en de actuele uitdagingen waarmee de sector geconfronteerd wordt.
### 4.1 Definitie van gezondheid en geestelijke gezondheid
#### 4.1.1 Evolutie van de gezondheidsdefinitie
De traditionele definitie van gezondheid, "een toestand van compleet fysisch, mentaal en sociaal welbevinden en niet enkel afwezigheid van lichamelijk letsel of ziekte", wordt gekenmerkt door een brede kijk op gezondheid, geïntegreerd binnen het bio-psycho-sociale model. Dit model stelt dat klachten voortkomen uit een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren. Echter, de term "compleet" leidt tot medicalisering en impliceert dat iedereen een beetje ongezond is. Bovendien laat deze definitie geen ruimte voor het omgaan met ziekte of stoornis.
Een meer operationele en hedendaagse definitie is: "Gezondheid als het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven." Deze definitie legt de nadruk op preventie en stimuleert burgers om een gezonde levenshouding aan te nemen met aandacht voor fysieke, mentale en sociale aspecten. De Verenigde Naties bevestigen het recht op de hoogst haalbare standaard van lichamelijke en geestelijke gezondheid, wat de beschikbaarheid van goede voorzieningen, opgeleide professionals en toegankelijke zorg vereist.
#### 4.1.2 Geestelijke gezondheid
* **Psychische problemen en -klachten:** Dit betreft veranderingen in denken, voelen, gedrag of relaties die hinderlijk zijn voor de persoon zelf of als ongewenst worden ervaren door de omgeving.
* **Psychische stoornis:** Hierbij zijn psychische problemen ernstiger, voortdurend of langdurig aanwezig, met negatieve effecten op het functioneren in diverse levensdomeinen (werk, wonen, financiën, vrije tijd) en op sociale rollen.
* **Mensen met een psychische kwetsbaarheid:** Dit is een sociaal-agogische term die de moeilijkheden van het onderscheid tussen klachten en stoornissen overstijgt.
### 4.2 Geschiedenis van de (geestelijke) gezondheidszorg in België
#### 4.2.1 Focus op controle van psychiatrische patiënten (vóór 19e eeuw)
Historisch gezien werden 'dolhuizen' opgericht voor geesteszieken, gekenmerkt door isoleercellen en het opsluiten van mensen voor wie de thuissituatie onmogelijk werd, of die agressief gedrag vertoonden. De Kerk, Staat en Gemeenschap boden opvang in armenhuizen en gevangenissen waar afwijkend gedrag werd gecontroleerd in plaats van behandeld. Er was sprake van 'verzekerde bewaring' en internering met dwangmiddelen, met de nadruk op maatschappelijke bescherming en zonder therapeutische interventie.
#### 4.2.2 Focus op behandeling en verzorging van psychiatrische patiënten (vanaf 19e eeuw)
* **Pionierswerk:** Philippe Pinel introduceerde het concept van krankzinnigheid als mentale stoornis die genezen kon worden, en stichtte het 'asiel' voor behandeling. In Frankrijk leidde dit tot de wet van 1838, en in België volgde in 1850 de 'Wet op de behandeling van krankzinnigen' onder invloed van Guislain.
* **De verzorgingsstaat:** Na de Tweede Wereldoorlog werd de sociale zekerheid structureel ingebed, inclusief de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. Pas vanaf de jaren 1960 kwam er expliciete aandacht voor geestelijke gezondheidszorg, mede door de ontwikkeling van psychofarmaca en nieuwe therapieën.
* **Hervormingen en decentralisatie:** De wet op de ziekenhuizen (1963) stelde erkenningsnormen op, wat de focus verlegde van bewaring naar behandeling. De 'Blauwdruk voor geestelijke gezondheidszorg' pleitte voor de afbouw van ziekenhuisbedden ten gunste van alternatieven zoals beschut wonen, en voor integratie van psychiatrische zorg in algemene ziekenhuizen. De wet van 1973 bevorderde een betere spreiding van ziekenhuisbedden. Dit leidde tot de oprichting van PAAZ'en (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis) en Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), wat de ambulante zorg uitbreidde. De wet van 1990 regelde de bescherming van geesteszieken en de procedures voor gedwongen opname.
* **Vermaatschappelijking:** De 21ste eeuw kenmerkt zich door de vermaatschappelijking van de gezondheidszorg, met de opkomst van thuiszorg en mobiele teams.
#### 4.2.3 Algemene gezondheidszorg
Het sociale zekerheidsstelsel, ontstaan in 1945, werd geleidelijk uitgebouwd. De jaren '70 brachten een crisis, met een verschuiving naar het verminderen van loonkosten en de opkomst van het 'neoliberalisme', dat de rol van de overheid beperkt en het individu centraal stelt. Dit individualisme botst met het principe van solidariteit in de gezondheidszorg.
Nieuwe samenwerkingsvormen in de eerstelijnszorg, zoals wijkgezondheidscentra, kwamen tot stand vanuit een behoefte aan multidisciplinaire zorg, patiëntgerichte initiatieven en de erkenning van gezondheid als een recht. De oprichting van eerstelijnszones vanaf 2017 benadrukt het belang van samenwerking. Het geïntegreerd breed onthaal (GBO), een samenwerking tussen CAW, OCMW en mutualiteiten, beoogt onderbescherming tegen te gaan en de toegankelijkheid van dienstverlening te vergroten.
Momenteel gaat een significant deel van de sociale zekerheidsuitgaven naar pensioenen (40,4%), gezondheidszorg (27,3%) en invaliditeitsuitkeringen (9,3%). De belangrijkste ziektelast wordt veroorzaakt door mentale aandoeningen, middelengebruik, kanker en musculoskeletale aandoeningen.
### 4.3 Gezondheidsongelijkheid
#### 4.3.1 Definitie
Gezondheidsongelijkheid verwijst naar de ongelijke verdeling van gezondheid op basis van sociaaleconomische status. Er is sprake van een gezondheidskloof tussen individuen, waarbij een lagere sociale positie correleert met een slechtere gezondheid. Dit fenomeen wordt ook wel de gezondheidsgradiënt genoemd.
#### 4.3.2 Proportioneel universalisme
Als antwoord op gezondheidsongelijkheid stelt proportioneel universalisme dat maatregelen universeel moeten zijn, maar met een intensiteit die in verhouding staat tot de mate van kwetsbaarheid. Dit principe vertrekt vanuit een rechtvaardigheidsgedachte, richt zich tot iedereen en erkent de diversiteit van noden en ongelijkheid tussen mensen.
### 4.4 Het gezondheidsbeleid in België en Vlaanderen
De Vlaamse overheid kent het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, waarbinnen het Departement Zorg een centrale rol speelt in het beleid, de evaluatie en de beleidsuitvoering, inclusief preventief gezondheidsbeleid, geestelijke gezondheidszorg en eerstelijnszorg.
Een deel van de gezondheidszorg valt onder federale bevoegdheden, waaronder het wetgevend kader rond euthanasie, patiëntenrechten en voeding (via de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu).
### 4.5 Organisaties en doelgroepen
Verschillende organisaties zijn actief binnen de gezondheidszorg:
#### 4.5.1 Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG)
* **Functie:** Gespecialiseerd in preventie, vroegdetectie en behandeling van psychische problemen bij diverse doelgroepen (kinderen, jongvolwassenen, ouderen, forensische context, verslaving).
* **Diensten:** Ambulante hulp via korte, intensieve of langdurige interventies, waaronder informatie, advies, psychosociale begeleiding, psychodiagnostiek, psychotherapie en medisch-psychiatrische interventies.
* **Preventie:** Ondersteuning van organisaties bij thema's zoals suïcide en middelengebruik door middel van coaching, vorming en training, en intervisie.
* **Bereik:** Behandelen jaarlijks meer dan 50.000 mensen in Vlaanderen. Wachttijden kunnen een beperking zijn.
#### 4.5.2 Wijkgezondheidscentra (WGZ)
* **Functie:** Bieden laagdrempelige, kwaliteitsvolle eerstelijnszorg met aandacht voor de gezondheid van buurtbewoners.
* **Uitgangspunten:** Financiële en socio-culturele toegankelijkheid, interdisciplinaire samenwerking, integrale benadering, inbedding in de wijk, en samenwerking met lokale partners.
* **Principe:** Illustreren proportioneel universalisme door universele toegankelijkheid en gerichte inspanningen voor kwetsbare groepen.
* **Doel:** Bijdragen aan sociale rechtvaardigheid en een gelijke gezondheidszorg voor iedereen.
#### 4.5.3 Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)
* **Doel:** Bevorderen van autonomie en levenskwaliteit voor personen met een handicap via financiële en materiële ondersteuning.
* **Definitie handicap:** Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem ten gevolge van het samenspel van functiestoornissen, activiteitsbeperkingen en persoons- en omgevingsfactoren.
* **Diensten:** Afdelingen voor toeleiding en hulpmiddelen (bv. persoonsvolgend budget, hulpmiddelen), dienstverlening budgethouders, en vergunning en financiering van zorgaanbieders.
#### 4.5.4 Andere organisaties
* **Fysieke gezondheid:** Mutualiteiten, sociale diensten van ziekenhuizen, dagcentra, Vlaams Instituut Gezond Leven, VAPH, belangenorganisaties (bv. Kinderkankerfonds).
* **Mentale gezondheid:** Wijkgezondheidscentra, CGG, 1813 zelfmoordlijn, mutualiteiten, psychiatrische ziekenhuizen, PAAZ, mobiele teams, drugpunten, preventiediensten (middelengebruik, suïcide), belangenorganisaties, Agentschap Zorg & Gezondheid, VLESP (Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie), VAD (Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw). Online diensten zoals AWEL en 1813 worden ook aangeboden.
### 4.6 Actuele uitdagingen
#### 4.6.1 Stigma rond psychische kwetsbaarheid
Ondanks inspanningen om de onzichtbare ziekte onder de aandacht te brengen, heersen er nog steeds vooroordelen en stigma's rond psychische kwetsbaarheid. Een open debat met correcte terminologie is cruciaal.
#### 4.6.2 Invloed van de woonomgeving op gezondheid
De leefomgeving, zoals de buurt waarin men woont, is bepalend voor een gezonde levensstijl. Lokale overheden hebben de verantwoordelijkheid om te investeren in gezonde voedingswaren, veilige infrastructuur (fiets- en voetpaden, openbaar vervoer), en toegankelijke groene publieke ruimtes om bewegen en sporten te stimuleren. Het doel is om lokale overheden aan te zetten hun publieke ruimtes zo gezond mogelijk in te richten en burgers hierin wegwijs te maken.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gezondheid (eerste definitie) | Een toestand van compleet fysisch, mentaal en sociaal welbevinden, en niet enkel de afwezigheid van lichamelijk letsel of ziekte. Deze definitie benadrukt een breed kader en het bio-psycho-sociale model. |
| Bio-psycho-sociaal model | Een model dat stelt dat het ontstaan, voortbestaan en herstel van klachten voortkomen uit een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren. |
| Medicalisering | Het proces waarbij normale levensverschijnselen of lichte ongemakken worden gezien als medische problemen die behandeling vereisen, wat kan leiden tot overmatig medicijngebruik. |
| Gezondheid (tweede definitie) | Gezondheid als het vermogen om zich aan te passen en eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven. Dit legt de nadruk op zelfmanagement en preventie. |
| Eigen regie voeren | Het vermogen van een individu om zelfstandig beslissingen te nemen en controle uit te oefenen over zijn eigen leven en gezondheid, rekening houdend met uitdagingen. |
| Preventie | Maatregelen die worden genomen om het ontstaan van ziekten of gezondheidsproblemen te voorkomen, of om de impact ervan te verminderen. Dit omvat verschillende vormen, van primaire tot tertiaire preventie. |
| Psychische problemen en -klachten | Een merkbare verandering in iemands denken, voelen, gedrag of relaties die hinder kan veroorzaken in het dagelijks leven of als ongewenst wordt ervaren door de omgeving. |
| Psychische stoornis | Een psychisch probleem dat wordt geclassificeerd in een psychiatrisch classificatiesysteem, waarbij de klachten ernstig, voortdurend en langdurig aanwezig zijn, met negatieve effecten op diverse levensdomeinen. |
| Psychische kwetsbaarheid | Een sociaalwerkterm die gebruikt wordt in plaats van psychische stoornissen, om de nadruk te leggen op de menselijke bejegening en de context waarin problemen ontstaan. |
| Dolhuizen | Historische instellingen, opgericht rond 1200, voor de opvang van geesteszieken en agressieve krankzinnigen, gekenmerkt door isoleercellen voor tijdelijke afzondering. |
| Moderne psychiatrie | Een stroming binnen de psychiatrie die aan het begin van de 19e eeuw ontstond, met pioniers zoals Pinel, die krankzinnigheid als een mentale stoornis beschouwde die genezen kon worden door middel van behandeling in een ‘asiel’. |
| Verzorgingsstaat | Een staat die na de Tweede Wereldoorlog werd uitgebouwd in België, gekenmerkt door een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid, inclusief verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekeringen. |
| Ambulante hulpverlening | Zorgverlening die plaatsvindt buiten de muren van een instelling, zoals consultaties bij een arts of therapeut, en waarbij patiënten niet worden opgenomen. |
| Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis (PAAZ) | Afdelingen binnen algemene ziekenhuizen die gespecialiseerde zorg bieden aan patiënten met psychische problemen. |
| Vermaatschappelijking van de gezondheidszorg | Een trend waarbij de gezondheidszorg meer geïntegreerd wordt in de maatschappij, met de nadruk op thuiszorg, mobiele teams en de rol van de gemeenschap. |
| Sociaal zekerheidsstelsel | Een systeem dat voorziet in inkomensbescherming en voorzieningen voor burgers, zoals ziekteverzekering, werkloosheidsuitkeringen en pensioenen, met als doel sociale solidariteit te waarborgen. |
| Neoliberalisme | Een politiek-economische ideologie die een minimale rol van de overheid in de economie voorstaat, met nadruk op privatisering, deregulering en individuele verantwoordelijkheid. |
| Solidariteit (in de gezondheidszorg) | Het principe dat goede zorg voor iedereen wordt gegarandeerd, ongeacht de individuele keuzes of levensstijl, gebaseerd op wederzijdse steun binnen de samenleving. |
| Multidisciplinaire groepspraktijken | Praktijken waarin verschillende zorgverleners, zoals artsen, verpleegkundigen en therapeuten, samenwerken om patiënten op een geïntegreerde manier te behandelen. |
| Eerstelijnszones | Regionale samenwerkingsverbanden die tot doel hebben de eerstelijnsgezondheidszorg te organiseren en te coördineren binnen een bepaald geografisch gebied. |
| Geïntegreerd breed onthaal (GBO) | Een samenwerking tussen verschillende organisaties (zoals CAW, OCMW en mutualiteiten) die bedoeld is om onderbescherming tegen te gaan en de toegankelijkheid van dienstverlening te vergroten, vooral voor kwetsbare groepen. |
| Ziektelast | De totale impact van ziekte op een populatie, uitgedrukt in termen van mortaliteit, morbiditeit en de gevolgen voor het dagelijks leven en de economie. |
| Gezondheidsongelijkheid | Ongelijke verdeling van gezondheid binnen een populatie, vaak gerelateerd aan sociaaleconomische status, wat leidt tot een gezondheidskloof en een gezondheidsgradiënt. |
| Sociaaleconomische status | Een maatstaf die de positie van een individu of gezin in de samenleving aangeeft, gebaseerd op factoren zoals inkomen, opleiding en beroep. |
| Gezondheidskloof | Het verschil in gezondheidstoestand tussen individuen of groepen, waarbij de ene groep een gunstiger gezondheidsprofiel heeft dan de andere. |
| Gezondheidsgradiënt | Een lineair verband tussen de sociale positie van een individu en de gezondheidstoestand, waarbij een lagere sociale positie geassocieerd wordt met een slechtere gezondheid. |
| Proportioneel universalisme | Een benadering om gezondheidsongelijkheid aan te pakken door universele maatregelen te combineren met gerichte interventies die in intensiteit en aard aangepast zijn aan de mate van kwetsbaarheid van verschillende bevolkingsgroepen. |
| Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin | Een van de tien beleidsdomeinen in Vlaanderen dat zich bezighoudt met de gezondheid en het welzijn van de bevolking. |
| Departement Zorg | Een Vlaams departement dat verantwoordelijk is voor het beleid op het gebied van welzijn, volksgezondheid en gezin, en de beleidsuitvoering ondersteunt. |
| Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu | Een federale overheidsdienst die een deel van het gezondheidsbeleid in België regelt, met name op het gebied van wetgeving, patiëntenrechten en volksgezondheid. |
| Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) | Gespecialiseerde centra die preventie, vroegdetectie en behandeling bieden aan mensen met psychische problemen en middelengerelateerde stoornissen. |
| Ambulante hulp (CGG) | Hulp die door CGG's wordt geboden en die plaatsvindt via consultaties en therapeutische sessies, zonder overnachtingsmogelijkheden. |
| Psychodiagnostiek | Het proces van het vaststellen en diagnosticeren van psychische problemen en stoornissen door middel van diverse methoden. |
| Psychotherapie | Een vorm van behandeling voor psychische problemen waarbij gesprekken en therapeutische technieken worden gebruikt om gedrags- en emotionele veranderingen te bewerkstelligen. |
| Wijkgezondheidscentra (WGZ) | Zorginstellingen die laagdrempelige, kwaliteitsvolle eerstelijnszorg bieden aan buurtbewoners, met nadruk op interdisciplinaire samenwerking en inbedding in de wijk. |
| Forfaitair betalingssysteem | Een systeem waarbij zorgverleners een vast bedrag ontvangen voor een bepaalde periode of een bepaald aantal patiënten, ongeacht het aantal verleende diensten. |
| Risicoselectie | Het proces waarbij zorgverleners bepaalde individuen of groepen uitsluiten van zorg op basis van hun risicoprofiel; WGZ’s sluiten dit uit. |
| Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) | Een agentschap dat zich inzet voor de autonomie en levenskwaliteit van personen met een handicap door financiële en materiële ondersteuning te bieden. |
| Participatieprobleem | Een probleem dat voortkomt uit de interactie tussen individuele beperkingen en omgevingsfactoren, wat de deelname aan maatschappelijke activiteiten bemoeilijkt. |
| Persoonsvolgend budget (PVB) | Een budget dat door het VAPH wordt toegekend aan personen met een handicap, waarmee zij zelf hun zorg en ondersteuning kunnen inkopen. |
| Stigma (rond psychische kwetsbaarheid) | Negatieve attitudes, vooroordelen en discriminatie die geassocieerd worden met psychische problemen of kwetsbaarheid, wat leidt tot sociale uitsluiting en belemmering van hulp zoeken. |
| Woonomgeving (invloed op gezondheid) | De fysieke en sociale omgeving waarin iemand woont, die een belangrijke rol kan spelen in het bevorderen of belemmeren van een gezonde levensstijl en algemeen welzijn. |