Cover
Mulai sekarang gratis triage.pdf
Summary
# Concept van rode vlaggen en triage in acute zorg
Dit onderwerp behandelt de identificatie van klinische indicatoren (rode vlaggen) die wijzen op ernstige onderliggende aandoeningen en het proces van triage om de prioriteit van zorg te bepalen.
## 1. Concept van rode vlaggen en triage in acute zorg
### 1.1 Rode vlaggen
Rode vlaggen worden gedefinieerd als klinische indicatoren die wijzen op de mogelijke aanwezigheid van ernstige onderliggende aandoeningen. Ze functioneren als waarschuwingssignalen en worden geïdentificeerd via anamnese, klinisch onderzoek en minimaal invasieve methoden. Rode vlaggen kunnen generiek zijn, zoals onverklaarbaar gewichtsverlies, nachtelijk zweten of nachtelijke pijn, of specifiek, zoals melena en hematemesis bij lage rugpijn [1](#page=1).
#### 1.1.1 Specifieke rode vlaggen bij lage rugpijn
Bij patiënten met lage rugpijn zijn er specifieke risicofactoren en symptomen die als rode vlaggen worden beschouwd [15](#page=15):
* **Leeftijd:** Jonger dan 18 jaar of ouder dan 50 jaar [15](#page=15).
* **Immuunstatus:** Immuungecompromitteerde patiënten [15](#page=15).
* **Medicatiegebruik:** Gebruik van anticoagulantia of immunosuppressiva [15](#page=15).
* **Gedrag:** Intraveneus druggebruik [15](#page=15).
* **Voorgeschiedenis:** Oncologische voorgeschiedenis [15](#page=15).
* **Recente procedures:** Recente chirurgie [15](#page=15).
* **B-symptomen:** Koorts, nachtelijk zweten, oververklaarbaar gewichtsverlies [15](#page=15).
* **Trauma:** Recente trauma-incidenten [15](#page=15).
#### 1.1.2 Rode vlaggen bij bradycardie en tachycardie
Bij cardiale urgenties worden specifieke symptomen als rode vlaggen beschouwd, ongeacht of er sprake is van bradycardie of tachycardie [36](#page=36) [38](#page=38):
* Shock [36](#page=36) [38](#page=38).
* Syncope [36](#page=36) [38](#page=38).
* Ernstig hartfalen [36](#page=36) [38](#page=38).
* Myocardischemie [36](#page=36) [38](#page=38).
#### 1.1.3 Pluis of niet pluis
De vraag "pluis of niet pluis?" is een essentieel onderdeel van het verpleegkundig assessment om te bepalen of er sprake is van een potentieel ernstige situatie. Een voorbeeld van een "niet pluis"-situatie is wanneer een patiënt neurovasculair bedreigd is, zoals bij tintelingen in de duim en wijsvinger [39](#page=39) [40](#page=40).
### 1.2 Triage
#### 1.2.1 Definitie van triage
Triage is het proces waarbij patiënten bij aankomst in een zorginstelling worden beoordeeld om de urgentie van hun probleem vast te stellen en de geschikte zorgbronnen te bepalen. Het is een proces waarbij de zorg voor een patiënt wordt gerangschikt volgens klinische prioriteit [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 1.2.2 Triage systemen en validiteit
De meest gebruikte en geëvalueerde triage systemen, waaronder CTAS, ESI en MTS, tonen een matige tot goede validiteit in het identificeren van patiënten met een hoge en lage urgentie. Ongeacht het gebruikte triage systeem, werden de meeste patiënten die werden opgenomen op de IC toegewezen aan een van de twee hoogste triage categorieën [4](#page=4).
#### 1.2.3 Urgentiecategorieën in triage
De urgentie van een zorgvraag wordt binnen triage ingedeeld in verschillende categorieën, van minst dringend tot levensbedreigend:
* Niet dringend [5](#page=5).
* Weinig dringend [5](#page=5).
* Dringend [5](#page=5).
* Zeer dringend [5](#page=5).
* Levensbedreigend [5](#page=5).
#### 1.2.4 Componenten van triage anamnese
Een triage anamnese is kort en gericht, en omvat doorgaans de volgende elementen:
* Hoofdklacht [5](#page=5).
* Vitale functies [5](#page=5).
* Bewustzijnsniveau [5](#page=5).
* Ernst en lokalisatie van de pijn [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Casus Jeremy beschrijft een 6-jarige jongen die zich aanmeldt op de spoedgevallendienst voor een second opinion na een eerdere diagnose van virale BLWI, waarvoor paracetamol en Nurofen werden voorgeschreven. Dit illustreert een scenario waarbij triage nodig is om de urgentie van verdere zorg te bepalen [5](#page=5).
> **Tip:** Bij het toepassen van triage is het cruciaal om alert te zijn op de rode vlaggen om te voorkomen dat ernstige aandoeningen over het hoofd worden gezien. Een grondige anamnese en klinisch onderzoek zijn hierbij essentieel.
---
# Specifieke casestudies en klinische presentaties
Hieronder vindt u een gedetailleerd overzicht van specifieke casestudies en klinische presentaties, samengesteld als een examengeoriënteerde studiehandleiding.
## 2. Specifieke casestudies en klinische presentaties
Dit gedeelte presenteert diverse casestudies van patiënten die zich presenteren met uiteenlopende klachten en aandoeningen, met gedetailleerde beschrijvingen van hun anamnese, klinisch onderzoek en differentiële diagnoses, om zo een dieper inzicht te geven in de klinische praktijk [2](#page=2) [3](#page=3).
### 2.1 Casus MO
Een 39-jarige man, Mo, presenteert zich op een zondagochtend met hevige, aanhoudende anale pijn, vermoedelijk gerelateerd aan aambeien. Initiële triage toont hem hemodynamisch stabiel met een pijnscore van 20/10 op de VAS. Echter, bij herevaluatie enkele uren later vertoont hij tekenen van shock, waaronder tachypneu, hypotensie, tachycardie, sterke diaforese, bleke en koude extremiteiten, en een sterk verminderde bewustzijnsstatus (apatisch). Zijn lichaamstemperatuur is gestegen tot 39,3°C. De klinische presentatie evolueert naar perianale necrotiserende fasciitis [2](#page=2) [3](#page=3).
### 2.2 Casus Jeremy
Jeremy, een patiënt die zich presenteert met dyspneu, een weinig productieve hoest en een zuurstofsaturatie van 95% aan kamerlucht, is hemodynamisch stabiel doch bleek en met bilaterale perifere oedeem aan de onderste ledematen. Hij is apatisch, heeft een verminderde eetlust en is subfebriel (37,3°C). De diagnose is acuut hartfalen ten gevolge van endocarditis [6](#page=6).
### 2.3 Casus Banou
Banou, een oudere patiënte, presenteert zich met niet-specifieke klachten (NSC) aan de spoedgevallendienst. Zij vertoont eupneu, een zuurstofsaturatie van 95%, is normotens en hemodynamisch stabiel met een sinusritme aan 65/min. Haar belangrijkste symptomen zijn braken, nausea en een dementieel beeld. Patiënten met niet-specifieke klachten op de spoedgevallendienst, met name oudere, vrouwelijke en fragiele patiënten, lopen een verhoogd risico op nadelige gezondheidsuitkomsten, waaronder functionele achteruitgang en institutionalisatie. Een onderliggende specifieke oorzaak wordt in 54% van de gevallen ontdekt tijdens de opname [10](#page=10) [9](#page=9).
> **Tip:** Bij oudere patiënten met niet-specifieke klachten is een verhoogde waakzaamheid geboden vanwege het risico op ernstigere aandoeningen.
Onderzoek toont aan dat vitale parameters zoals lage systolische bloeddruk (SBP), verhoogde hartslag (HR), verminderde zuurstofsaturatie (SpO₂) en verminderd bewustzijn (LOC) geassocieerd zijn met mortaliteitsrisico bij oudere patiënten op de spoedgevallendienst, hoewel hun individuele voorspellende waarde bescheiden is. Geen enkele parameter is op zichzelf voldoende om het mortaliteitsrisico te voorspellen [11](#page=11).
### 2.4 Casus Jean-Jacques
Jean-Jacques, een 56-jarige architect, presenteert zich herhaaldelijk op de spoedgevallendienst met hevige, aanhoudende lage rugpijn. Ondanks adequate pijnmedicatie verbetert zijn toestand niet; integendeel, hij is vermagerd door de stress en kan zijn beroep niet uitoefenen. Frequent bezoek aan de spoedgevallendienst is geassocieerd met hogere urgentie, hogere opnameratio's en een grotere kans op overlijden bij het laatste bezoek in vergelijking met incidentele bezoekers [12](#page=12) [19](#page=19) [20](#page=20).
> **Tip:** Frequente bezoekers van de spoedgevallendienst hebben vaak ernstigere aandoeningen en een verhoogd risico op hospitalisatie.
### 2.5 Casus Veronique
Veronique, een 67-jarige gepensioneerde, presenteert zich met hevige, brandende lage rugpijn die uitstraalt naar de buitenkant van haar rechter onderbeen, de voet en de vijfde teen. De pijn is invaliderend en begon direct na de landing van hun vliegtuig. Zij heeft een geplande afspraak voor een MRI van haar lumbale wervelzuil [12](#page=12) [13](#page=13).
### 2.6 Casus Charlie
Charlie, een 45-jarige urgentieverpleegkundige, consulteert de spoedgevallendienst vanwege ischialgie met een flexiedeficit van zijn rechter voet. Hij heeft in het verleden vaker rugklachten gehad die spontaan genazen, maar deze episode duurt al meer dan een week en zijn vrouw maakt zich zorgen over het slepen van zijn voet [13](#page=13).
### 2.7 Casus Felix
Felix, een 88-jarige man, wordt verwezen door de huisarts wegens aanhoudende cervicalgie na een valongeval (VKO) twee weken geleden. Klinisch onderzoek toont torticollis zonder verdere bijzonderheden [16](#page=16).
### 2.8 Oproep ziekenwagen Maria
Maria, een 84-jarige dame, wordt thuis aangetroffen door de buren met toenemende verwardheid na een valincident. Zij woont alleen en gebruikt sinds twee dagen Furadantine voor een blaasinfectie. Haar voorgeschiedenis omvat atriumfibrilleren (VKF), een heupprothese rechts, osteoporose, cataract en recidiverende urineweginfecties (UWI). Bij aankomst is zij verward, heeft een kleine hoofdwonde occipitaal, is eupneïsch, hemodynamisch stabiel, maar heeft een brilhematoom en hoofdpijn. Rode vlaggen bij ouderen zijn onder andere het gebruik van anticoagulantia, hoge leeftijd en alcoholisme [21](#page=21) [22](#page=22).
### 2.9 Casus Irene
Irene, een alleenstaande kabinetsmedewerker, presenteert zich na een epileptisch insult. Sinds een jaar klaagt ze van intermittente hoofdpijn, nausea en fotofobie, wat ze toeschrijft aan haar drukke leven en migraine. Ze voelt zich extreem vermoeid. Bij aankomst op de spoedgevallendienst is ze verward en post-ictaal, met een tongbeet en urineverlies. Ze is sinustachycard, normotens en hemodynamisch stabiel [22](#page=22) [23](#page=23).
### 2.10 Casus Antoine
Antoine presenteert zich met respiratoire symptomen suggestief voor acuut coronair syndroom (ACS). Hij heeft dyspneu, bibasale crepitaties bij auscultatie, een zuurstofsaturatie van 85% aan kamerlucht en een ademhalingsfrequentie van 28/min. Zijn hartslag is 100/min, bloeddruk 91/54 mmHg, met een verlengde capillaire refill tijd (CR) van 4 seconden. Hij is suf, klam en zweterig, zonder koorts maar wel met nausea [26](#page=26).
### 2.11 Casus Lizzy
Lizzy presenteert zich met draaiduizeligheid, nausea, braken, zweten en algemene zwakte. Zij is eupneïsch met een zuurstofsaturatie van 92% aan kamerlucht en een ademhalingsfrequentie van 22/min. Haar hartslag is 76/min, bloeddruk 145/89 mmHg, met een normale CR van 2 seconden. Ze is onrustig, goed georiënteerd en klam/zweterig, zonder koorts [27](#page=27).
### 2.12 Casus Testosterom
Testosterom, een 22-jarige man, meldt zich op de spoedgevallendienst met dyspneu bij inspanning. Zeven dagen geleden was hij betrokken bij een vechtpartij en ervaart pijn bij palpatie van de rechter hemithorax. Hij is sinustachycard (109/min), normotens, hemodynamisch stabiel, onrustig, maar zonder tekens van lateralisatie of koorts. De dyspneu is aanwezig bij inspanning, met een zuurstofsaturatie van 94% aan kamerlucht [30](#page=30).
### 2.13 Casus Belga
Belga, een 54-jarige man met een voorgeschiedenis van COPD gold IV, ACS met stenting, hypertensie, alcoholmisbruik en depressie, presenteert zich met progressieve dyspneaklachten die de laatste twee uur verergerd zijn. Hij vertoont tachypneu (38/min), steunende ademhaling met gebruik van hulpademhalingsspieren, een zuurstofsaturatie van 78% aan kamerlucht, een 'silent chest', en is cyanotisch. Hij kan geen volledige zinnen spreken. Zijn hartslag is 132/min, bloeddruk is hoog/normaal, en hij is hemodynamisch stabiel. Hij is combatief en heeft koorts (38,5°C) [32](#page=32).
### 2.14 Casus Jean-Pierre
Jean-Pierre, een gepensioneerde stucadoor, is van een trapje gevallen tijdens verbouwingswerken, wat leidde tot plotselinge draaiduizeligheid en vermoedelijk 'epileptiforme' bewegingen. Bij aankomst van de ziekenwagen was hij bij bewustzijn, maar toonde zich bleek, zweterig, met veel pijn, zich onwel en misselijk voelend [33](#page=33).
### 2.15 Casus Rock Werchter
Een 21-jarige vrouw, uitkomend op de EHBO-post van Rock Werchter, meldt diffuse abdominale pijn die ongeveer drie uur geleden is begonnen. Ze is eupneïsch, normotens, niet tachycard en hemodynamisch stabiel. Ze vertoont geen tekens van lateralisatie, is goed georiënteerd, heeft een soepel abdomen zonder spierverzet, geen koorts, en rapporteert anorexia en nausea. De pijnscore op de VAS is 5/10 [35](#page=35).
### 2.16 Persoonlijke Casus
Een persoon ervaart een plotselinge episode van draaiduizeligheid en forse diaforese tijdens het middagmaal. De patiënt is eupneïsch, maar vertoont een bleke huid, een snelle zwakke pols, hevige zweten, palpitaties en draaiduizeligheid. Er zijn geen tekens van lateralisatie en geen koorts [37](#page=37).
---
# Specifieke pathologieën en syndromen
Dit onderwerp behandelt de herkenning en het management van specifieke medische aandoeningen zoals het cauda-equinasyndroom, perianale necrotiserende fasciitis en subarachnoïdale bloedingen.
## 3 Specifieke pathologieën en syndromen
### 3.1 Perianale necrotiserende fasciitis
Perianale necrotiserende fasciitis is een ernstige infectie die snel weefsel kan vernietigen rond de anus. Het kan gepaard gaan met tekenen van sepsis, zoals hoge koorts (39,3 °C in een casus), tachypneu (32/min), sinus-tachycardie (132/min), hypotensie (91/51 mmHg), en slechte capillaire refill (3-4 seconden). Patiënten kunnen ook diaforese, bleke huid en koude extremiteiten vertonen [3](#page=3).
### 3.2 Cauda-equinasyndroom
Het cauda-equinasyndroom treedt op door compressie van de zenuwwortels van het cauda equina in de wervelkolom. Dit kan leiden tot diverse neurologische symptomen [14](#page=14).
#### 3.2.1 Klinische presentatie
De kenmerken van het cauda-equinasyndroom omvatten:
* Acuut ontstane hyperesthesie of anesthesie in het 'rijbroekgebied', oftewel verminderd gevoel rond de billen, anus en geslachtsdelen (zadelanesthesie) [14](#page=14).
* Incontinentie voor urine en/of ontlasting [14](#page=14).
* Urineretentie [14](#page=14).
* Verlies van seksuele functie [14](#page=14).
* Zwakte in één of beide benen, gekenmerkt door een extensie- en/of flexiedeficit van de voet [14](#page=14).
* Uitstralende pijn [14](#page=14).
* Hypo- of areflexie [14](#page=14).
#### 3.2.2 Oorzaken
Oorzaken van rugpijn die kunnen leiden tot het cauda-equinasyndroom worden onderverdeeld in:
* **Musculaire oorzaak** (niet gespecificeerd in het document).
* **Pathologische oorzaak**:
* Infectie [14](#page=14).
* Tumoraal proces [14](#page=14).
* Fracturen [14](#page=14).
* Compressie van de zenuwwortel [14](#page=14).
### 3.3 Subarachnoïdale bloeding
Een subarachnoïdale bloeding (SAB) is een bloeding in de ruimte tussen het spinnenwebvlies (arachnoidea) en het zachte hersenvlies (pia mater) [25](#page=25).
#### 3.3.1 Cerebrale T-golven
Bij een subarachnoïdale bloeding kunnen er cerebrale T-golven zichtbaar zijn op het elektrocardiogram (ECG) [25](#page=25).
### 3.4 Differentiaal diagnose thoracale pijn
Bij het evalueren van thoracale pijn is het belangrijk om een breed scala aan mogelijke oorzaken te overwegen [28](#page=28).
#### 3.4.1 Mogelijke oorzaken van thoracale pijn
* Stabiele angina pectoris [28](#page=28).
* Pericarditis [28](#page=28).
* Refluxklachten [28](#page=28).
* Symptomatisch aneurysma [28](#page=28).
* Aortadissectie [28](#page=28).
* Longembolie [28](#page=28).
* Pneumothorax [28](#page=28).
* Pneumonie [28](#page=28).
* Pleuritis [28](#page=28).
* Cholelithiasis (galstenen) [28](#page=28).
### 3.5 Casuïstiek van oudere patiënten
#### 3.5.1 Casus: Een heer op leeftijd (met fractuur)
Een heer op leeftijd werd gepresenteerd met de volgende bevindingen:
* **A**: Vrij [34](#page=34).
* **B**: Eupnoe, geen tekenen van respiratoire distress, normale saturatie [34](#page=34).
* **C**: Bleek, transpirerend, pols 84/min, bloeddruk 120/80 mmHg [34](#page=34).
* **D**: Geen tekenen van lateralisatie, GCS 15/15 [34](#page=34).
* **E**: Exorotatie en verkorting van de linker femur, met een VAS score van 9/10. Deze bevindingen suggereren mogelijk een fractuur van de linker femur [34](#page=34).
#### 3.5.2 Casus: Mo (met perianale necrotiserende fasciitis)
In een casus van Mo werden de volgende observaties gedaan:
* **A**: Vrij en veilig [3](#page=3).
* **B**: Tachypneu (32/min), geen bijgeluiden bij auscultatie van de longen, saturatie 94% aan kamerlucht [3](#page=3).
* **C**: Sinustachycardie (132/min), hypotensie (91/51 mmHg), capillaire refill van 3-4 seconden, forse diaforese, bleke huid en koude extremiteiten [3](#page=3).
* **D**: Apatisch, geen tekens van lateralisatie, pupillen reactief op licht (PEARL), georiënteerd in tijd, plaats en persoon (TRIASE) [3](#page=3).
* **E**: Hoge koorts (39,3 °C) [3](#page=3).
Deze presentatie was indicatief voor perianale necrotiserende fasciitis [3](#page=3).
### 3.6 Spinaal schwannoom
Een spinaal schwannoom is een tumor die ontstaat uit de Schwanncellen van de zenuwen in het ruggenmerg. De precieze klinische presentatie is niet gespecificeerd op de genoemde pagina, maar schwannomen kunnen leiden tot neurologische symptomen afhankelijk van hun locatie en grootte [17](#page=17).
---
# Pediatrische assessment en triage
Pediatrische triage vereist specifieke methoden om de ernst van de toestand van een kind snel en accuraat te beoordelen, met speciale aandacht voor de Pediatric Assessment Triangle (PAT) [7](#page=7).
### 4.1 De Pediatric Assessment Triangle (PAT)
De Pediatric Assessment Triangle (PAT) is een instrument dat verpleegkundigen en artsen helpt bij het snel en systematisch beoordelen van pediatrische patiënten. Het is een observatiegebaseerd hulpmiddel dat zich richt op drie belangrijke aspecten: de uitstraling (appearance), de ademhaling (breathing) en de circulatie (circulation). Deze drie componenten vormen de basis van de initiële beoordeling en triage [7](#page=7).
#### 4.1.1 Uitstraling (Appearance)
De uitstraling van een kind geeft indirecte informatie over de cerebrale functie en de mate van metabole decompensatie. Hierbij wordt gelet op [7](#page=7):
* **Interactie:** Hoe reageert het kind op de omgeving en de onderzoeker? Is het alert, prikkelbaar, lethargisch of juist comateus?
* **Gedrag:** Is het kind huilerig, angstig, rustig of apathisch?
* **Verbinding:** Hoe is de oogcontact of de alertheid wanneer het kind wordt aangesproken?
#### 4.1.2 Ademhaling (Breathing)
De ademhalingscomponent van de PAT richt zich op de inspanning en de effectiviteit van de ademhaling. Tekenen van ademnood kunnen acuut ontstaan bij kinderen. Belangrijke observaties zijn [7](#page=7):
* **Ademfrequentie:** Is deze verhoogd, verlaagd of normaal voor de leeftijd?
* **Ademhalingsgeluiden:** Hoort men stridor, piepen, reutelen, of zijn er abnormale ademhalingsgeluiden?
* **Hulpademhalingsspieren:** Gebruikt het kind extra spieren om te ademen (bijvoorbeeld neusvleugelen, intrekkingen van de borstkas)?
* **Positie:** Neemt het kind een bepaalde houding aan om beter te kunnen ademen (bijvoorbeeld hoofd achterover)?
#### 4.1.3 Circulatie (Circulation)
De beoordeling van de circulatie is cruciaal om shock of hypoperfusie te detecteren. Hierbij wordt gekeken naar [7](#page=7):
* **Huidskleur:** Is de huid bleek, cyaanotisch, gevlekt (mottled) of juist rood en warm?
* **Capillaire refill:** Hoe lang duurt het voordat de kleur terugkeert na druk op de huid? Een vertraagde refill kan wijzen op verminderde perfusie.
* **Pulsoximetrie:** De zuurstofsaturatie is een belangrijke parameter, maar moet altijd in context worden gezien met de andere klinische bevindingen.
* **Huidtemperatuur:** Koude extremiteiten kunnen een teken zijn van slechte perifere circulatie.
#### 4.1.4 Integratie van de PAT
De kracht van de PAT ligt in de snelle, gelijktijdige beoordeling van deze drie componenten. Een afwijking in één of meerdere componenten kan snel wijzen op een potentieel levensbedreigende situatie. Bijvoorbeeld, een kind dat er normaal uitziet, normaal ademt en een goede circulatie heeft, heeft een lagere urgentie dan een kind dat prikkelbaar is, snel ademt met intrekkingen en een bleke huid heeft met slechte capillaire refill [7](#page=7).
### 4.2 Uitdagingen in Pediatrische Triage
Pediatrische patiënten presenteren unieke uitdagingen bij triage. De fysiologie van kinderen verschilt aanzienlijk van die van volwassenen, wat betekent dat tekenen van decompensatie anders kunnen zijn.
* **Leeftijdsgebonden mistriage:** Jongere kinderen, met name die jonger dan 1 jaar, lopen een verhoogd risico op mistriage, waarbij de ernst van hun aandoening wordt onderschat. Kinderen van 1-5 jaar en 6-12 jaar lopen ook een hoger risico vergeleken met adolescenten [7](#page=7).
* **Algemene spoedeenheden (General EDs):** Mistriage komt vaker voor bij kinderen die een algemene spoedeenheid bezoeken in vergelijking met gespecialiseerde pediatrische spoedeenheden [7](#page=7).
* **Communicatie:** Kinderen kunnen hun klachten niet altijd adequaat uiten, wat de beoordeling bemoeilijkt. Ouders of verzorgers spelen een cruciale rol in het verstrekken van anamnestische informatie.
> **Tip:** Benader elk pediatrisch kind met de instelling dat er sprake kan zijn van een ernstige aandoening totdat het tegendeel bewezen is. Focus op de Pediatric Assessment Triangle (PAT) als een snel en effectief screeninginstrument [7](#page=7).
> **Tip:** Houd bij het triëren van kinderen rekening met de leeftijd. Verschillende leeftijdsgroepen kunnen verschillende alarmsymptomen vertonen [7](#page=7).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rode vlaggen | Klinische indicatoren die wijzen op de mogelijke aanwezigheid van ernstige onderliggende aandoeningen, waaronder waarschuwingssignalen die worden verkregen via anamnese, klinisch onderzoek en minimaal invasieve methoden. |
| Verpleegkundig assessment | Het systematisch verzamelen, valideren, organiseren, interpreteren en communiceren van gegevens over de gezondheidstoestand van een patiënt om een zorgplan te kunnen opstellen. |
| Triage | Het proces waarbij patiënten bij aankomst in een zorginstelling worden beoordeeld om de urgentie van hun probleem te bepalen en de geschikte zorgmiddelen toe te wijzen. |
| Anamnese | De medische voorgeschiedenis van een patiënt, verzameld door middel van gerichte vragen om informatie te verkrijgen over symptomen, klachten, eerdere ziektes en medicatiegebruik. |
| Klinisch onderzoek | Een systematisch lichamelijk onderzoek van een patiënt door een zorgverlener om de gezondheidstoestand te beoordelen, afwijkingen te detecteren en tot een diagnose te komen. |
| Vitale functies | Basismetingen van de lichaamsfuncties die essentieel zijn voor het behoud van het leven, zoals hartslag, ademhalingsfrequentie, bloeddruk en lichaamstemperatuur. |
| Spoedgevallendienst | Een afdeling binnen een ziekenhuis die onmiddellijke medische zorg verleent aan patiënten met acute, levensbedreigende aandoeningen of ernstige verwondingen. |
| Hemodynamisch stabiel | Een toestand waarbij de bloeddruk, hartslag en circulatie binnen normale grenzen vallen, wat aangeeft dat de bloedsomloop effectief functioneert. |
| Perianale necrotiserende fasciitis | Een ernstige infectie van het weefsel rond de anus die leidt tot snelle afbraak van huid, vet en spierweefsel, vereist onmiddellijke chirurgische interventie. |
| Cauda-equinasyndroom | Een ernstige neurologische aandoening veroorzaakt door compressie van de zenuwwortels in het onderste deel van het ruggenmerg (cauda equina), leidend tot symptomen zoals gevoelloosheid, zwakte en incontinentie. |
| Subarachnoïdale bloeding | Bloeding in de ruimte tussen het spinnenwebvlies (arachnoïd) en het zachte hersenvlies (pia mater) rond de hersenen, vaak veroorzaakt door een gescheurde aneurysma, wat leidt tot hevige hoofdpijn en neurologische uitval. |
| Pediatric Assessment Triangle (PAT) | Een snelle, systematische beoordelingsmethode voor pediatrische patiënten, die zich richt op ademhaling, circulatie/huidkleur en gedrag/bewustzijnsniveau om de ernst van de toestand te bepalen. |
| Acute hartfalen | Een plotselinge verslechtering van de pompfunctie van het hart, waardoor het hart niet langer effectief bloed naar het lichaam kan pompen, wat leidt tot symptomen zoals kortademigheid en longoedeem. |
| Endocarditis | Een ontsteking van de binnenwand van het hart, meestal veroorzaakt door een bacteriële infectie die zich via de bloedbaan verspreidt en zich kan hechten aan hartkleppen. |
| Sepsis | Een levensbedreigende toestand die ontstaat wanneer het lichaam een infectie bestrijdt met een ontstekingsreactie die het eigen weefsel en organen beschadigt. |
| Tachypneu | Een abnormaal snelle ademhalingsfrequentie, vaak een teken van ademnood of een reactie op een onderliggende medische aandoening. |
| Sinustachycardie | Een snelle hartslag waarbij de elektrische activiteit van het hart vanuit de sinusknoop komt, wat een normaal patroon van elektrische geleiding impliceert, maar met een verhoogde frequentie. |
| Hypotensie | Een lage bloeddruk, waarbij de kracht waarmee het bloed tegen de vaatwanden drukt onvoldoende is om organen adequaat van bloed te voorzien. |
| Diaforese | Overmatig zweten, wat kan duiden op verschillende medische aandoeningen zoals koorts, shock, angst of pijn. |
| Apatisch | Een toestand van lusteloosheid, gebrek aan interesse of motivatie, en verminderde emotionele respons. |
| PEARL | Een acroniem dat staat voor Pupils Equal And Reactive to Light, gebruikt om te beoordelen of de pupillen van de ogen gelijk zijn en reageren op licht. |
| TRIASE | Verwijst naar de oriëntatie van de patiënt in Tijd, Ruimte en Persoon, een belangrijk onderdeel van neurologisch onderzoek om de cognitieve functie te evalueren. |
| Necrotiserende fasciitis | Een zeldzame, ernstige bacteriële infectie die snel weefsel afbreekt, met name de fascie (bindweefsel dat spieren omhult), en kan leiden tot weefselsterfte. |
| Medicatie | Stoffen die worden gebruikt voor de behandeling, preventie of diagnose van ziekten of aandoeningen. |
| Anticoagulantia | Medicijnen die de bloedstolling vertragen, gebruikt om de vorming van bloedstolsels te voorkomen of te behandelen, zoals bij diepveneuze trombose of atriumfibrilleren. |
| Immuun gecomprimeerde patiënt | Een persoon wiens immuunsysteem is verzwakt, waardoor hij vatbaarder is voor infecties en ziekten. Dit kan het gevolg zijn van medicatie, ziekte of genetische aandoeningen. |
| B-symptomen | Een groep algemene, niet-specifieke symptomen die kunnen wijzen op een onderliggende maligniteit of infectie, zoals koorts, nachtelijk zweten en onverklaarbaar gewichtsverlies. |
| Trauma | Een fysieke verwonding of schade aan het lichaam, veroorzaakt door externe krachten zoals een val, aanrijding of geweld. |
| Cervicalgie | Pijn in de nek, veroorzaakt door diverse factoren zoals spierspanning, stijve nek, whiplash of degeneratieve veranderingen in de cervicale wervelkolom. |
| Spinaal schwannoom | Een zeldzame tumor die ontstaat uit de cellen van de zenuwschedes in het ruggenmerg of de zenuwwortels, meestal goedaardig. |
| ACS | Acute Coronair Syndroom, een verzamelnaam voor een groep aandoeningen die verband houden met een plotselinge vermindering van de bloedtoevoer naar het hart, waaronder instabiele angina pectoris en myocardinfarct. |
| Dyspnee | Kortademigheid, een gevoel van onvoldoende lucht krijgen, wat kan wijzen op ademhalings- of hartproblemen. |
| Crepitaties | Krakende geluiden die hoorbaar zijn bij auscultatie van de longen, vaak veroorzaakt door vocht in de alveoli, wat kan wijzen op hartfalen of longontsteking. |
| Bibasale crepitaties | Krakende geluiden die hoorbaar zijn bij auscultatie van de longen aan de onderkant van beide longen, vaak een teken van longoedeem door hartfalen. |
| Silent chest | Een ernstige toestand van astma of COPD waarbij de luchtwegen zo vernauwd zijn dat er weinig tot geen ademhalingsgeluiden hoorbaar zijn, ondanks ernstige ademnood. |
| Cyanotisch | Een blauwachtige verkleuring van de huid en slijmvliezen, veroorzaakt door een tekort aan zuurstof in het bloed. |
| Thoracale pijn | Pijn in de borstkas, die kan worden veroorzaakt door een breed scala aan aandoeningen, variërend van onschuldige reflux tot levensbedreigende hartaanvallen. |
| Aortadissectie | Een scheur in de binnenwand van de aorta, de grootste slagader van het lichaam, wat kan leiden tot een levensbedreigende bloeding. |
| Longembolie | Een bloedstolsel dat losraakt en zich verplaatst naar de longslagaders, waardoor de bloedtoevoer naar een deel van de long wordt geblokkeerd. |
| Pneumothorax | De aanwezigheid van lucht in de ruimte tussen de long en de borstwand, waardoor de long kan inklappen. |
| Cholelithiasis | De aanwezigheid van galstenen in de galblaas. |
| Alvoradoscore | Een screeningsinstrument dat wordt gebruikt om de kans op appendicitis (buikvliesontsteking) te voorspellen, gebaseerd op een reeks klinische symptomen en laboratoriumwaarden. |
| Bradycardie | Een abnormaal trage hartslag, met minder dan 60 slagen per minuut bij volwassenen. |
| Tachycardie | Een abnormaal snelle hartslag, met meer dan 100 slagen per minuut bij volwassenen. |
| Shock | Een levensbedreigende toestand waarbij de bloedsomloop onvoldoende is om voldoende zuurstofrijk bloed naar de organen te transporteren, wat leidt tot orgaanfalen. |
| Syncope | Kortdurende bewusteloosheid, ook wel flauwvallen genoemd, meestal veroorzaakt door een tijdelijk tekort aan bloedtoevoer naar de hersenen. |
| Ernstig hartfalen | Een stadium van hartfalen waarin het hart niet meer in staat is om effectief bloed te pompen om aan de behoeften van het lichaam te voldoen, wat leidt tot ernstige symptomen. |
| Myocardischemie | Een verminderde bloedtoevoer naar de hartspier, wat kan leiden tot pijn op de borst (angina pectoris) of een hartaanval. |
| Pluis of niet pluis | Een uitdrukking die wordt gebruikt om te bepalen of een symptoom of situatie potentieel gevaarlijk is (pluis) of niet (niet pluis). |
| Neurovasculair bedreigd | Een toestand waarbij de bloedtoevoer naar een zenuw of een zenuwstructuur is aangetast, wat kan leiden tot schade of functieverlies. |