Cover
Mulai sekarang gratis Pneumo_Les 11_Longziekten_Pleurale aandoeningen_11122025 (1).pdf
Summary
# Pneumothorax
Dit document beschrijft de verschillende vormen, symptomen, diagnostiek, behandeling en recidiefkansen van een pneumothorax, inclusief spanningspneumothorax.
### 1.1 Indeling van pneumothorax
Een pneumothorax kan worden ingedeeld op basis van de oorzaak [5](#page=5):
* **Spontane pneumothorax**:
* Primair: Treedt op zonder duidelijke onderliggende longziekte. Dit komt vaak voor bij jonge, gezonde individuen [26](#page=26) [5](#page=5).
* Secundair: Treedt op als gevolg van een reeds bestaande longziekte, zoals COPD of emfyseem. Dit kan leiden tot ernstige morbiditeit en mortaliteit bij oudere patiënten [21](#page=21) [26](#page=26) [5](#page=5).
* **Traumatische pneumothorax**: Ontstaat door een blessure aan de borstkas [5](#page=5).
* Thoraxtrauma: Veroorzaakt door een externe klap of penetratie van de borstkas [5](#page=5).
* Iatrogeen: Ontstaat als gevolg van medische procedures of behandelingen [5](#page=5).
Een pneumothorax kan ook partieel of volledig zijn, wat aangeeft hoeveel van de long is samengevallen [6](#page=6).
### 1.2 Symptomen en kliniek
De symptomen van een pneumothorax ontstaan meestal plotseling en acuut [7](#page=7).
* **Algemene symptomen**:
* Unilaterale thoracale pijn [7](#page=7).
* Dyspnoe (kortademigheid) [7](#page=7).
* **Klinische bevindingen**:
* Unilateraal verminderd ademgeruis bij auscultatie [7](#page=7).
* Verminderde stemfremitus aan de aangedane zijde [7](#page=7).
* Resonantie op percussie aan de aangedane zijde [9](#page=9).
#### 1.2.1 Spanningspneumothorax
Een spanningspneumothorax is een levensbedreigende vorm waarbij de druk in de pleuraholte toeneemt, waardoor de lucht zich ophoopt en structuren in het mediastinum naar de contralaterale zijde worden verplaatst. Dit leidt tot ernstige symptomen [10](#page=10) [11](#page=11) [7](#page=7):
* Uitgesproken dyspnoe [7](#page=7).
* Tachypnoe (snelle ademhaling) [7](#page=7).
* Cyanose (blauwe verkleuring van de huid door zuurstoftekort) [7](#page=7).
* Hypotensie (lage bloeddruk) [7](#page=7).
* Markeerde afwijking van de trachea, het hart en het mediastinum naar de contralaterale zijde [11](#page=11).
* Herniatie van lucht over de middellijn [11](#page=11).
#### 1.2.2 Voorbeelden van patiëntpresentaties
* Een 19-jarige man presenteerde zich met kortademigheid en pijn aan de rechterzijde van de borstkas, zonder bekende voorgeschiedenis van trauma, roken of longaandoeningen. Bij onderzoek werd verminderd ademgeruis en resonantie aan de rechterzijde vastgesteld [9](#page=9).
* Een 47-jarige man met cirrose door alcoholmisbruik presenteerde zich met kortademigheid. Hij was eerder behandeld met herhaalde thoracenteses voor hydrothorax, wat mogelijk tot een hydropneumothorax leidde. Bij onderzoek waren de ademgeluiden afwezig aan de rechterzijde en was een succussio utilis (klotsgeluid) hoorbaar [12](#page=12) [13](#page=13).
### 1.3 Diagnostiek
De diagnose van een pneumothorax wordt primair gesteld met behulp van beeldvorming.
* **Thoraxfoto (X-thorax)**: Dit is de standaardmethode voor diagnostiek. Een thoraxfoto kan een partiële of volledige collapse van de long laten zien, evenals de aanwezigheid van lucht-vloeistofspiegels bij een hydropneumothorax. Ook kan de mate van pneumothorax worden ingeschat [11](#page=11) [14](#page=14) [15](#page=15).
* **Computed Tomography (CT-scan)**: Een CT-scan kan nuttig zijn voor het detecteren van onderliggende longpathologie die bijdraagt aan een secundaire pneumothorax, zoals emfysemateuze veranderingen [11](#page=11) [21](#page=21).
#### 1.3.1 Kwantificeren van de uitgebreidheid
De uitgebreidheid van een pneumothorax kan worden geschat met de volgende formule [15](#page=15):
$$ \text{Percentage pneumothorax} = \left[1 - \left(\frac{d^3}{D^3}\right)\right \times 100 $$
Waarbij:
* $D$ = diameter van de hemithorax
* $d$ = diameter van de long ($d = D - a$)
* $a$ = afstand van de thoraxwand tot de long
Een voorbeeld: Als $D = 10$ cm en $a = 2$ cm, dan is $d = 8$ cm. De berekende pneumothorax is dan $\left[1 - \left(\frac{8^3}{10^3}\right)\right \times 100 = \left[1 - \frac{512}{1000}\right \times 100 = 49\%$ [16](#page=16).
### 1.4 Therapeutische mogelijkheden
De behandeling van een pneumothorax hangt af van de oorzaak, de grootte en de symptomen van de patiënt [17](#page=17) [25](#page=25).
* **Afwachtende houding**: Voor kleine, asymptomatische pneumothoraces bij patiënten zonder significante onderliggende longziekte [17](#page=17).
* **Zuurstoftoediening**: Kan helpen bij het versnellen van de resorptie van lucht uit de pleuraholte [17](#page=17).
* **Enkelvoudige aspiratie**: Het verwijderen van lucht met een naald en spuit. Dit is meestal alleen effectief bij kleine pneumothoraces [17](#page=17) [24](#page=24).
* **Thoraxdrain (chest tube)**: Een drain wordt ingebracht in de pleuraholte om lucht en/of vocht af te voeren. Dit is de standaardbehandeling voor de meeste symptomatische pneumothoraces en is altijd geïndiceerd bij [17](#page=17) [18](#page=18):
* Spanningspneumothorax [17](#page=17) [19](#page=19).
* Traumatische pneumothorax [19](#page=19).
* Pneumothorax tijdens beademing [19](#page=19).
* Gecompromitteerde patiënten [19](#page=19).
* Patiënten met een pneumothorax groter dan 20% bij de eerste episode van spontane, idiopathische pneumothorax [24](#page=24).
* **Thoraxdrain met chemische pleurodese**: Na drainage wordt een scleroserend middel ingespoten om pleura-adhesie te induceren en recidief te voorkomen [17](#page=17) [23](#page=23).
* **Chirurgische pleurodese (incl. thoracoscopie)**: Behandeling via een kijkoperatie, waarbij de parietale pleura wordt verwijderd of behandeld om adhesie te bevorderen [17](#page=17) [22](#page=22).
* **Pleurectomie**: Verwijderen van de pariëtale pleura [22](#page=22).
* **Bullectomie**: Verwijderen van bullae (luchtzakken) die verantwoordelijk kunnen zijn voor de pneumothorax [22](#page=22).
* **Pleurodese**: Het opwekken van adhesie tussen de pariëtale en viscerale pleura. Dit kan chemisch (bv. met talk) of chirurgisch worden gedaan. Deze methoden zijn effectief (>95%) in het voorkomen van recidief [22](#page=22) [23](#page=23).
#### 1.4.1 Specifieke behandelstrategieën
* **Spontane, idiopathische pneumothorax**:
* 1e episode, >20%: Drainage [24](#page=24).
* 2e episode: Drainage, pleurectomie of pleurodese [24](#page=24).
* 3e episode: Pleurectomie of pleurodese [24](#page=24).
* **Secundaire pneumothorax**: Behandeling is afhankelijk van comorbiditeit, ernst van symptomen, grootte van de pneumothorax en expertise. Opties zijn drainage, pleurodese of chirurgie [25](#page=25).
#### 1.4.2 Pleurodese
Pleurodese is het proces waarbij de pariëtale en viscerale pleura aan elkaar worden gefixeerd om de vorming van een pneumothorax te voorkomen [23](#page=23).
* **Methode**: Inspuiten van een caustische stof (scleroserend agens) in de pleuraholte via een thoraxdrain of thoracoscopie. Veelgebruikte middelen zijn tetracycline of talk [23](#page=23).
* **Bijwerkingen**: Kan pijnlijk zijn [23](#page=23).
* **Indicaties**:
* Wanneer thoracoscopische pleurectomie gecontra-indiceerd is [23](#page=23).
* Bij secundaire pneumothorax [23](#page=23).
#### 1.4.3 Indicaties voor chirurgie (thoracoscopie)
Chirurgische ingrepen zoals pleurectomie en bullectomie zijn sterk effectief in het voorkomen van recidief. Indicaties voor chirurgie omvatten [22](#page=22):
* Eerste of tweede recidief van pneumothorax [22](#page=22).
* Spanningspneumothorax [22](#page=22).
* Dwingende redenen gerelateerd aan beroep of sport, zoals [22](#page=22):
* Luchtvaartpiloten [22](#page=22).
* Diepzeeduikers / professionele duikers [22](#page=22).
* Bergbeklimmers [22](#page=22).
### 1.5 Kans op recidief
De kans op een recidief van een pneumothorax is significant en neemt toe na elke eerdere episode [20](#page=20).
* Na een eerste episode van spontane idiopathische pneumothorax: 40% kans op recidief [20](#page=20).
* Na 2 episodes: 60% kans op recidief [20](#page=20).
* Na 3 episodes: 80% kans op recidief [20](#page=20).
Hogere kans op recidief is geassocieerd met secundaire pneumothorax [20](#page=20).
### 1.6 Adviezen na pneumothorax en nazorg
Na een doorgemaakte pneumothorax zijn er specifieke adviezen voor de patiënt om het risico op recidief te minimaliseren [26](#page=26).
* **Niet vliegen**: Gedurende 4 tot 6 weken [26](#page=26).
* **Niet duiken**: Duiken is gecontra-indiceerd [26](#page=26).
* **Rookstop**: Essentieel, aangezien roken een belangrijke risicofactor is voor longziekten die pneumothorax kunnen veroorzaken [26](#page=26).
Bij recidief wordt sterk overwogen om heelkunde (pleurectomie of talkpleurodese) toe te passen [26](#page=26).
> **Tip:** De kans op recidief is een cruciaal aspect bij de besluitvorming rondom de behandeling van pneumothorax. Herhaalde episodes rechtvaardigen sneller een meer definitieve (chirurgische) aanpak.
> **Voorbeeld:** Een jonge, gezonde persoon met een eerste episode van spontane pneumothorax kan in eerste instantie conservatief worden behandeld met observatie of een drain. Echter, bij een piloot met een pneumothorax, zelfs een eerste episode, kan chirurgische interventie direct worden overwogen vanwege de beroepsrisico's [22](#page=22).
---
# Pleuravochtuitstorting
Pleuravochtuitstorting, ook wel hydrothorax genoemd, is de accumulatie van vocht in de pleuraholte [27](#page=27) [4](#page=4).
### 2.1 Mechanismen van pleuravochtuitstorting
De vorming van pleuravocht wordt beïnvloed door een disbalans in de vochtproductie en -drainage, die kan optreden door verschillende mechanismen [29](#page=29):
* Verhoogde hydrostatische druk in de systemische circulatie [29](#page=29).
* Verhoogde druk in de pulmonale circulatie [29](#page=29).
* Afsluiting van de lymfedrainage [29](#page=29).
* Hypoproteinemie (verlaagd eiwitgehalte in het bloed) [29](#page=29).
* Verhoogde permeabiliteit van capillairen als gevolg van inflammatie [29](#page=29).
### 2.2 Klinische tekenen van pleuravochtuitstorting
Pleuravochtuitstorting kan zich manifesteren met diverse symptomen en klinische bevindingen [30](#page=30):
* **Symptomen:**
* Dyspneu (kortademigheid) [30](#page=30).
* Thoracale pijn, vaak uitstralend naar de schouder [30](#page=30).
* **Kliniek:**
* Verminderd ademgeruis bij auscultatie [30](#page=30).
* Gedempte percussie over het getroffen gebied [30](#page=30).
* Gedaalde stemfremitus (trillingen van de stem die bij palpatie gevoeld worden) [30](#page=30).
Een specifiek geval beschrijft een 47-jarige man met een geschiedenis van levercirrose die kortademigheid ontwikkelde. Hij had eerder herhaalde thoracenteses ondergaan voor cirrose-geassocieerde hydrothorax. Bij onderzoek werd afwezige ademgeruis aan de rechterzijde geconstateerd, samen met een hoorbare succussie splash bij het schudden van de patiënt, wat wijst op een lucht-vloeistofniveau. Radiografie toonde een hydropneumothorax met een ingeklapte rechterlong en een lucht-vloeistofniveau, waarschijnlijk door de eerdere thoracenteses. De patiënt werd behandeld met een thoraxdrain en diuretica; de analyse van het pleuravocht toonde transudaat [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14).
### 2.3 Diagnostische methoden voor pleuravochtuitstorting
Verschillende methoden worden ingezet om pleuravochtuitstorting te diagnosticeren en te karakteriseren [31](#page=31):
* Radiografie van de thorax [31](#page=31).
* Echografie, met name ter geleiding van een pleurapunctie [31](#page=31).
* Pleurapunctie, waarbij vocht uit de pleuraholte wordt verkregen voor analyse [31](#page=31).
* Pleurabiopsie voor weefselonderzoek [31](#page=31).
* Thoracoscopie voor directe visualisatie en interventie [31](#page=31).
Subpulmonaal pleuravocht, oftewel vocht onder de long, kan het beeld van een verhoogd diafragma nabootsen [33](#page=33).
### 2.4 Laboratoriumonderzoek van pleuravocht
Bij een pleurapunctie worden diverse laboratoriumonderzoeken van het verkregen vocht uitgevoerd [35](#page=35):
* **Biochemisch onderzoek:**
* Totaal eiwit [35](#page=35).
* Lactaat dehydrogenase (LDH) [35](#page=35).
* Glucose [35](#page=35).
* **Celonderzoek:**
* Totaal aantal cellen en differentiatie [35](#page=35).
* **Overig onderzoek:**
* Cytologie [35](#page=35).
* Bacteriologie [35](#page=35).
#### 2.4.1 Criteria voor een exsudaat
Om te bepalen of pleuravocht een exsudaat (vocht door ontsteking of tumor) of transudaat (vocht door systemische oorzaken zoals hartfalen) is, worden de volgende criteria van Light gehanteerd [36](#page=36):
* Eiwitgehalte in pleuravocht gedeeld door eiwitgehalte in serum is groter dan 0.5 [36](#page=36).
* LDH-gehalte in pleuravocht gedeeld door LDH-gehalte in serum is groter dan 0.6 [36](#page=36).
* LDH-gehalte in pleuravocht is groter dan twee derde van de hoogste normale serumwaarde (in UGent is dit 233 U/L) [36](#page=36).
> **Tip:** Voldoet het pleuravocht aan ten minste één van deze criteria, dan wordt het geclassificeerd als een exsudaat [36](#page=36).
### 2.5 Oorzaken van pleuravochtuitstorting
De oorzaken van pleuravochtuitstorting zijn divers en kunnen worden onderverdeeld in transudaten en exsudaten [39](#page=39) [40](#page=40) [41](#page=41).
#### 2.5.1 Oorzaken van transudaat
Transudaten ontstaan meestal door systemische oorzaken die de druk of eiwitgehaltes beïnvloeden [40](#page=40):
* **Cardiovasculaire aandoeningen:**
* Hartfalen [40](#page=40).
* Constrictieve pericarditis [40](#page=40).
* Obstructie van de vena cava superior [40](#page=40).
* **Hypoproteinemie (hypoalbuminemie):**
* Nefritisch syndroom [40](#page=40).
* Levercirrose [40](#page=40).
* **Peritoneale dialyse** [40](#page=40).
* **Hypothyroïdie** [40](#page=40).
* **Ovariumtumor (Meigs’ syndroom)** [40](#page=40).
#### 2.5.2 Oorzaken van exsudaat
Exsudaten worden veroorzaakt door lokale processen in de pleura of long [41](#page=41):
* **Maligniteiten:**
* Bronchuscarcinoom [41](#page=41).
* Pleura metastasen [41](#page=41).
* Mesothelioom [41](#page=41).
* **Infecties:**
* Parapneumonisch (geassocieerd met bacteriële pneumonie) [41](#page=41).
* Empyeem [41](#page=41).
* Tuberculose [41](#page=41).
* **Longembolie** [41](#page=41).
* **Reumatoïde artritis en andere auto-immuun systeemaandoeningen (bv. SLE)** [41](#page=41).
* **Trauma** [41](#page=41).
* **Subdiafragmatische pathologie:**
* Subfrenisch abces [41](#page=41).
* Acute pancreatitis (met hoog amylasegehalte) [41](#page=41).
Een grafische weergave toont de relatieve frequentie van verschillende oorzaken van pleuravocht, met hartfalen als de meest voorkomende oorzaak, gevolgd door pneumonie en maligniteiten [39](#page=39).
### 2.6 Bijzondere vormen van pleuravochtuitstorting
Naast de algemene transudaten en exsudaten zijn er specifieke vormen van vocht in de pleuraholte met eigen kenmerken en oorzaken [43](#page=43):
#### 2.6.1 Empyeem
Empyeem is de aanwezigheid van etter (pus) in de pleuraholte, vaak als complicatie van een pneumonie of sepsis. Een empyeem vereist dringende drainage [43](#page=43).
* **Diagnostische criteria:**
* Aanwezigheid van etter bij punctie [44](#page=44).
* Positieve Gramkleuring en/of kweek [44](#page=44).
* pH lager dan 7.00 [44](#page=44).
* Glucosegehalte lager dan 60 milligram per deciliter [44](#page=44).
* **Oorzaken van empyeem:**
* Pneumonie [45](#page=45).
* Chirurgische ingreep [45](#page=45).
* Trauma [45](#page=45).
* Spontane pneumothorax [45](#page=45).
* Pleurapunctie [45](#page=45).
* Slokdarmperforatie [45](#page=45).
* Subdiafragmatische infectie [45](#page=45).
#### 2.6.2 Hemothorax
Hemothorax is de aanwezigheid van bloed in de pleuraholte. Dit is meestal het gevolg van trauma of een carcinoom. Een hematocrietwaarde in het pleuravocht die meer dan 50% van het hematocriet in het bloed bedraagt, duidt op hemothorax [43](#page=43).
* **Oorzaken van hemothorax:**
* **Traumatisch** [46](#page=46).
* **Niet-traumatisch:**
* Maligne pleuritis [46](#page=46).
* Anticoagulantia [46](#page=46).
* Stollingsziekte [46](#page=46).
* Spontane pneumothorax [46](#page=46).
* Ruptuur van een aorta-aneurysma [46](#page=46).
#### 2.6.3 Chylothorax
Chylothorax is een accumulatie van lymfe in de pleuraholte. Dit wordt meestal veroorzaakt door lekkage van de ductus thoracicus, ten gevolge van trauma, chirurgie, of infiltratie door een carcinoom [43](#page=43).
* **Oorzaken van chylothorax:**
* **Maligniteit:**
* Lymfoom [48](#page=48).
* Andere maligniteiten [48](#page=48).
* **Trauma:**
* Chirurgisch trauma [48](#page=48).
* Ander trauma [48](#page=48).
* **Idiopathisch:**
* Congenitaal [48](#page=48).
* Andere idiopathische oorzaken [48](#page=48).
Een casus beschrijft een 60-jarige man met progressieve dyspneu na een ongecompliceerde aortaklepvervanging en mitralisklepoperatie. Een thoraxfoto toonde een grote pleura-effusie rechts en een vergrote hartschaduw. CT-scan bevestigde de effusie en een matige pericardeffusie. Ultrasound-geleide drainage van de pleura-effusie leverde 2.8 liters exsudaat op. Na de procedure toonde een thoraxfoto een grote pneumothorax rechts met bijbehorende atelectase, en een pneumopericardium. Drainage werd voortgezet, en de patiënt werd behandeld met ontstekingsremmers en colchicine voor postpericardiotomiesyndroom [49](#page=49) [50](#page=50) [51](#page=51).
---
# Pleuratumoren
Dit onderwerp behandelt de primaire en secundaire maligniteiten van de pleura, met een focus op maligne mesothelioom en maligne pleuritis [27](#page=27) [4](#page=4) [52](#page=52).
### 3.1 Maligne mesothelioom
Maligne mesothelioom is een primaire tumor van de pleura. Er is een sterke associatie met asbestexpositie, met een gemiddeld interval van 30 jaar tussen blootstelling en diagnose [53](#page=53) [56](#page=56).
#### 3.1.1 Kliniek en Radiologie
De klinische presentatie van maligne mesothelioom kan bestaan uit thoracale pijn, dyspnoe en algemene klachten. Radiologisch kan een pleuravochtuitstorting en pleuraverdikking worden waargenomen. Op een CT-scan is vaak een polycyclische begrenzing van de tumor zichtbaar [56](#page=56).
#### 3.1.2 Diagnose en Behandeling
De diagnose van maligne mesothelioom wordt gesteld middels een biopsie. De behandeling is vaak palliatief en kan chirurgie, chemotherapie en radiotherapie omvatten [56](#page=56).
> **Tip:** De link tussen asbestexpositie en mesothelioom is cruciaal om te onthouden, evenals het lange interval tussen blootstelling en symptomen.
### 3.2 Maligne pleuritis (pleurale metastasen)
Maligne pleuritis verwijst naar secundaire maligniteiten van de pleura, oftewel metastasen. De meest voorkomende primaire tumoren die naar de pleura metastaseren zijn longkanker, borstkanker en ovariumcarcinoom, maar ook andere maligniteiten kunnen uitzaaien [4](#page=4) [52](#page=52) [53](#page=53).
#### 3.2.1 Behandeling van Maligne Pleuritis: Pleurodese
Voor maligne pleuritis kan pleurodese worden toegepast. Dit proces kan plaatsvinden via thoraxdrainage of thoracoscopie. Pleurodese behelst de sclerosering van de pleurale bladen, wat geen antitumor effect heeft. Steriele talk wordt beschouwd als het beste scleroserende agens, en kan als slurry of poeder worden toegediend. Het doel van pleurodese is symptoomverlichting door het voorkomen van pleuravochtophoping. De succeskans van pleurodese is meer dan 90% [54](#page=54).
> **Tip:** Begrijp het verschil tussen primaire pleuratumoren (mesothelioom) en secundaire tumoren (metastasen) en de behandelingsopties die daarbij horen. Pleurodese is primair symptomatisch, niet curatief voor de maligniteit zelf.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Pariëtale pleura | Dit is het buitenste blad van de pleura, dat de wand van de borstkas bekleedt en ook de bovenkant van het middenrif en de buitenste zijde van het mediastinum. Het is bezenuwd en gevoelig voor pijn. |
| Viscerale pleura | Dit is het binnenste blad van de pleura, dat de oppervlakte van de longen direct bedekt, inclusief de groeven tussen de kwabben. Dit blad bevat geen pijnreceptoren. |
| Pneumothorax | Een pneumothorax is de aanwezigheid van lucht in de pleuraholte, wat leidt tot het gedeeltelijk of volledig inklappen van de long. Dit kan spontaan optreden of als gevolg van trauma. |
| Spontane pneumothorax | Dit type pneumothorax ontstaat zonder duidelijke uitwendige oorzaak, zoals een blessure. Het kan primair zijn (bij gezonde personen) of secundair (bij personen met onderliggende longziekten zoals COPD). |
| Traumatische pneumothorax | Een pneumothorax die wordt veroorzaakt door fysiek trauma aan de borstkas, zoals een steekwond, een klap op de borst of iatrogene oorzaken tijdens medische procedures. |
| Spanningspneumothorax | Een levensbedreigende vorm van pneumothorax waarbij lucht in de pleuraholte blijft opbouwen zonder uit te kunnen ontsnappen. Dit leidt tot verhoogde druk, verplaatsing van structuren in het mediastinum en ernstige cardiovasculaire en respiratoire compromittering. |
| Thoraxdrain | Een medisch instrument dat wordt ingebracht in de pleuraholte om overtollige lucht, vocht of pus af te voeren, ter behandeling van aandoeningen zoals pneumothorax of pleuravochtuitstorting. |
| Pleuravochtuitstorting | De accumulatie van abnormale hoeveelheden vloeistof in de pleuraholte. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals hartfalen, infecties, maligniteiten of lever- en nierziekten. |
| Pleuritis | Ontsteking van de pleura. Dit kan leiden tot pijn bij het ademen en kan gepaard gaan met pleuravocht. Het kan veroorzaakt worden door infecties, auto-immuunziekten of maligniteiten. |
| Pleura-empyeem | Een specifieke vorm van pleuravochtuitstorting waarbij pus zich ophoopt in de pleuraholte. Dit is meestal het gevolg van een bacteriële infectie, vaak als complicatie van een longontsteking. |
| Hemothorax | De aanwezigheid van bloed in de pleuraholte. Meestal wordt dit veroorzaakt door trauma aan de borstkas, maar het kan ook voorkomen bij bepaalde maligniteiten of als complicatie van antistollingsmiddelen. |
| Chylothorax | De accumulatie van lymfevocht in de pleuraholte. Dit ontstaat meestal door een scheur of obstructie in de ductus thoracicus, het belangrijkste lymfevat van het lichaam, vaak na trauma of chirurgie. |
| Pleuratumoren | Afwijkingen van tumorale aard die in de pleura ontstaan. Dit kan primair zijn, zoals een maligne mesothelioom, of secundair door metastasering van tumoren elders in het lichaam. |
| Maligne mesothelioom | Een zeldzame en agressieve vorm van kanker die uitgaat van de mesotheelcellen van de pleura. Het wordt sterk geassocieerd met blootstelling aan asbest. |
| Maligne pleuritis | Een algemene term voor kwaadaardige aandoeningen van de pleura, vaak als gevolg van uitzaaiingen (metastasen) van andere kankers, zoals long- of borstkanker. |
| Pleurodese | Een procedure waarbij de pleurabladen worden samengehecht, meestal door het inspuiten van een scleroserende stof. Dit wordt gedaan om de vorming van recidiverend pleuravocht of pneumothorax te voorkomen. |
| Transudaat | Een vloeistof die zich ophoopt in de pleuraholte als gevolg van systemische oorzaken die de hydrostatische druk of de oncotische druk beïnvloeden, zonder primaire ontsteking van de pleura. Voorbeelden zijn hartfalen en hypoalbuminemie. |
| Exsudaat | Een vloeistof die zich ophoopt in de pleuraholte als gevolg van lokale ontsteking of schade aan de pleura, vaak veroorzaakt door infecties, maligniteiten of auto-immuunziekten. |
| LDH (lactaat dehydrogenase) | Een enzym dat in veel lichaamscellen voorkomt. Verhoogde LDH-waarden in pleuravocht kunnen duiden op ontsteking of celbeschadiging, en worden gebruikt om onderscheid te maken tussen transudaat en exsudaat. |
| Thoracoscopie | Een minimaal invasieve chirurgische procedure waarbij een kleine camera (thoracoscoop) via een incisie in de borstwand wordt ingebracht om de pleuraholte te inspecteren, biopsieën te nemen of therapeutische ingrepen uit te voeren. |