Cover
Mulai sekarang gratis les 1 longkanker_Prof Surmont_112025.pdf
Summary
# Oorzaken en risicofactoren van longkanker
Dit onderwerp bespreekt de primaire oorzaken en risicofactoren die bijdragen aan de ontwikkeling van longkanker.
### 1.1 Algemene bijdragen aan longkanker
De belangrijkste oorzaken van longkanker zijn toe te schrijven aan verschillende factoren, waarbij tabaksrook de meest dominante is. Andere significante bijdragen komen van blootstelling aan beroepsmatige factoren en omgevingsinvloeden [6](#page=6).
* Tabaksrook: verantwoordelijk voor ongeveer 85% van de gevallen van longkanker [6](#page=6).
* Beroepsmatige blootstelling: draagt voor 5% tot 10% bij aan longkanker [6](#page=6).
* Omgevingsfactoren: zijn verantwoordelijk voor ongeveer 5% van de gevallen van longkanker [6](#page=6).
### 1.2 Beroepsmatige risicofactoren
Verschillende beroepen stellen werknemers bloot aan stoffen die het risico op het ontwikkelen van longkanker verhogen. Deze blootstellingen kunnen variëren afhankelijk van de specifieke industrie en de gebruikte materialen [19](#page=19).
#### 1.2.1 Specifieke stoffen geassocieerd met beroepsmatige blootstelling
De volgende stoffen zijn geïdentificeerd als risicofactoren voor longkanker bij beroepsmatige blootstelling:
* Asbest [19](#page=19).
* Arsenicum [19](#page=19).
* Chroomzouten [19](#page=19).
* Vinylesters [19](#page=19).
* Teer [19](#page=19).
* Koolwaterstoffen [19](#page=19).
#### 1.2.2 Industrieën en beroepen met verhoogd risico
Werknemers in de volgende sectoren lopen een verhoogd risico:
* Staalindustrie [19](#page=19).
* Scheikundige industrie [19](#page=19).
* Wegenwerkers [19](#page=19).
* Mijnbouw [19](#page=19).
* Scheepsbouw en algemene bouw [19](#page=19).
* Metaalindustrie [19](#page=19).
### 1.3 Omgevingsrisicofactoren
Omgevingsfactoren kunnen ook een rol spelen bij het ontstaan van longkanker, met name door blootstelling aan natuurlijke straling [20](#page=20).
#### 1.3.1 Radon en radondochters
Radon is een radioactief edelgas dat ontstaat door het verval van uranium. De "radondochters" (vervallenproducten van radon) kunnen worden ingeademd en de longen beschadigen [20](#page=20).
* Mijnbouwers kunnen blootgesteld worden aan verhoogde niveaus van radon [20](#page=20).
* Streken met een hoge natuurlijke radonstraling, zoals die met een rotsachtige ondergrond, kunnen een risico vormen. Voorbeelden hiervan zijn bepaalde gebieden in de Ardennen, zoals Verviers en Bastenaken [20](#page=20).
#### 1.3.2 Andere omgevingsfactoren
* X-straling kan ook bijdragen aan het risico [20](#page=20).
> **Tip:** Het is belangrijk om je bewust te zijn van zowel persoonlijke gewoonten (zoals roken) als omgevingsfactoren waar je aan blootgesteld kunt worden, om je risico op longkanker te minimaliseren.
> **Voorbeeld:** Iemand die langdurig in een oudere mijn werkt waar natuurlijke uraniumafzettingen voorkomen, kan een verhoogd risico lopen door de blootstelling aan radon en zijn vervalproducten. Ook bewoners van huizen gebouwd op bepaalde rotsachtige bodems kunnen, afhankelijk van ventilatie, aan verhoogde radonconcentraties worden blootgesteld.
---
# Presentatie en symptomen van longtumoren
Dit gedeelte beschrijft de symptomen en klachten die geassocieerd worden met de groei van longtumoren, zowel lokaal als systemisch, en presenteert de syndromen die hieruit voortvloeien [28](#page=28).
### 2.1 Lokale en systemische symptomen van gezwelgroei
Longtumoren kunnen leiden tot diverse symptomen, die onderverdeeld kunnen worden in lokale effecten van de tumor, systemische effecten en syndromen die verband houden met de tumor [28](#page=28).
#### 2.1.1 Lokale symptomen
Lokale symptomen ontstaan door de directe groei van de tumor in de long of aangrenzende structuren. Deze kunnen zich uiten als [28](#page=28):
* **Zwelling:** een externe of interne zwelling veroorzaakt door de tumor [28](#page=28).
* **Obstructie of invasie:** de tumor kan luchtwegen, bloedvaten of zenuwen obstrueren of binnendringen, wat leidt tot specifieke klachten [28](#page=28).
* **Ulceratie:** aantasting van het oppervlak van de tumor kan bloedingen veroorzaken [28](#page=28).
* **Infectie:** obstructie van luchtwegen kan leiden tot post-obstructieve pneumonie of abcesvorming [28](#page=28).
* **Bloedverlies:** door ulceratie of invasie van bloedvaten [28](#page=28).
#### 2.1.2 Systemische symptomen
Systemische symptomen treden op door de effecten van de tumor op het gehele lichaam, onafhankelijk van lokale compressie. Deze omvatten [28](#page=28):
* **Gewichtsverlies en vermagering:** een veelvoorkomend symptoom van maligniteiten [28](#page=28) [29](#page=29).
* **Paraneoplastische syndromen:** klachten en afwijkingen op afstand van de tumor die niet direct door de tumor of zijn metastasen worden veroorzaakt. Deze komen bij longtumoren vaker voor dan bij andere tumoren en zijn niet bewijzend voor metastasen [44](#page=44).
* **Metastasen:** uitzaaiingen naar andere delen van het lichaam kunnen specifieke symptomen veroorzaken, afhankelijk van de locatie [28](#page=28).
* **Pijn:** kan zowel lokaal als door metastasen worden veroorzaakt [28](#page=28) [29](#page=29).
* **Dyspneu (kortademigheid):** kan door obstructie van luchtwegen, pleuravocht of verminderde longfunctie komen [28](#page=28) [29](#page=29).
* **Hoest:** een veelvoorkomend symptoom dat kan variëren in aard [28](#page=28) [29](#page=29).
* **Koorts en sputumproductie:** kan wijzen op infectie, vaak post-obstructief [28](#page=28).
* **Hemoptoe (bloed ophoesten):** een alarmsymptoom dat kan duiden op invasie van bloedvaten [28](#page=28) [29](#page=29).
* **Algemene achteruitgang:** een algemeen gevoel van malaise en verminderde conditie [29](#page=29).
* **Hoofdpijn en duizeligheid:** kunnen wijzen op cerebrale metastasen of andere systemische effecten [29](#page=29).
### 2.2 Syndromen geassocieerd met longtumoren
Een syndroom wordt gedefinieerd als een geheel van klachten en bevindingen uit lichamelijk, laboratorium- en röntgenonderzoek. Verschillende specifieke syndromen kunnen geassocieerd zijn met longtumoren [30](#page=30).
#### 2.2.1 Syndromen veroorzaakt door directe invasie of compressie
Deze syndromen ontstaan door de lokale groei van de tumor die structuren in de nabijheid van de long infiltreert of comprimeert.
* **Vena cava superior syndroom:** ontstaat door obstructie of compressie van de vena cava superior, wat leidt tot een verhoogde druk in de bovenste lichaamshelft [31](#page=31) [32](#page=32).
* **Horner syndroom:** een neuraal syndroom dat ontstaat door schade aan de sympathische grensstreng of ganglia, vaak door ingroei van een tumor. Kenmerken zijn [36](#page=36) [37](#page=37):
* **Miosis:** vernauwde pupil [37](#page=37).
* **Ptosis:** hangend ooglid [36](#page=36) [37](#page=37).
* **Anhidrosis:** verminderde zweetproductie aan de aangedane zijde [37](#page=37).
* **Enoftalmie:** terugwijken van het oog in de oogkas [36](#page=36) [37](#page=37).
* **Pancoast syndroom:** geassocieerd met tumoren in de superior sulcus van de long of de thoraxwand. Het wordt gekenmerkt door pijn in de schouder die uitstraalt naar de (boven)arm, al dan niet met motore uitval, als gevolg van ingroei in de plexus brachialis [38](#page=38) [39](#page=39).
#### 2.2.2 Paraneoplastische syndromen
Paraneoplastische syndromen zijn klachten die op afstand van de tumor optreden en niet direct door de tumorcellen of metastasen worden veroorzaakt. Ze kunnen ontstaan door toxines die door de tumor worden gesecerd (bijvoorbeeld hormonen of onbekende stoffen) of door een auto-immuun proces. Deze syndromen komen relatief vaak voor bij longtumoren, met name kleincellige longcarcinomen [44](#page=44) [45](#page=45) [46](#page=46).
> **Tip:** Paraneoplastische syndromen kunnen soms de eerste manifestatie van een longtumor zijn, nog voordat de tumor zelf symptomen veroorzaakt.
**Indeling van paraneoplastische syndromen bij longtumoren:**
* **Endocrien:**
* **Cushing syndroom:** wordt veroorzaakt door hypersecretie van ACTH en/of melanocortinen door de tumor (vooral kleincellige longcarcinomen). Symptomen ontstaan door een teveel aan bijnierschorshormoon, zoals oedeem, spierzwakte, een vollemaansgezicht, buffelnek, hyperpigmentatie en metabole stoornissen in water- en zouthuishouding. Komt bij 2-10% van de patiënten met kleincellig longcarcinoom voor [46](#page=46) [48](#page=48).
* **SIADH (Syndroom van Inappropriate Secretie van Antidiuretisch Hormoon):** resulteert in hyponatriëmie (tekort aan natrium in het bloed) zonder oedeem. Dit syndroom wordt vrijwel uitsluitend gezien bij kleincellig longcarcinoom. Patiënten kunnen zwakte ervaren, maar soms zijn er geen klachten [46](#page=46) [49](#page=49).
* **Hypercalciëmie:** een frequent voorkomend paraneoplastisch syndroom (tot 40% van de patiënten), meestal veroorzaakt door PTH-gerelateerd peptide (PTH-rP). Dit moet onderscheiden worden van hypercalciëmie door skeletmetastasen, wat dan geen paraneoplastisch syndroom is. Het komt met name voor bij plaveiselcelcarcinomen (PCC). Symptomen zijn vermoeidheid, sufheid, zwakte, constipatie, misselijkheid, dorst, veel plassen en hartritmestoornissen [50](#page=50).
* **Hematologisch:**
* **Anemie:** kan voorkomen als gevolg van chronische ziekte of bloedverlies [46](#page=46).
* **Bewegingsstelsel:**
* **Clubbing (trommelstokvingers):** hypertrofie van de distale uiteinden van de vingers en tenen, met een toename van de kromming van de nagels. Dit is een veelvoorkomend, maar aspecifiek teken, ook geassocieerd met chronische longziekten [54](#page=54).
* **Bambergersyndroom (hypertrofische osteoartropathie):** gekenmerkt door pijnlijke zwellingen van de polsen en enkels, periostitis (ontsteking van het botvlies) en nieuwe botvorming langs de schachten van pijpbeenderen. Het gaat gepaard met trommelstokvingers en mag niet verward worden met botmetastasen. De exacte oorzaak ('toxine') is nog niet altijd gevonden [55](#page=55).
* **Zenuwstelsel en spieren:**
* **Lambert-Eaton Myastheen Syndroom (LEMS):** een neuromusculaire aandoening die leidt tot spierzwakte die verbetert bij aanvang van beweging en verslechtert bij verdere belasting. Vooral de proximale spieren (heupen en schouders) zijn aangedaan, waardoor opstaan uit een stoel bemoeilijkt wordt. LEMS wordt sterk geassocieerd met kleincellig longcarcinoom, vaak met een zeer kleine tumor die significante symptomen veroorzaakt [46](#page=46) [51](#page=51).
* **Myasthenia gravis:** gekenmerkt door spierzwakte die verergert bij belasting, met onder andere ptosis als symptoom. Myasthenia gravis kan geassocieerd zijn met thymomen [46](#page=46) [51](#page=51).
> **Belangrijk onderscheid:** Hypercalciëmie door skeletmetastasen is **geen** paraneoplastisch syndroom. Het is cruciaal om de oorzaak van hypercalciëmie te achterhalen [50](#page=50).
>
> **Kenmerk van LEMS:** De spierzwakte neemt toe na rust en verbetert paradoxaal genoeg kortstondig bij herhaaldelijke beweging [51](#page=51).
---
# Diagnostiek en behandeling van intrathoracale tumoren
Dit gedeelte van het lesprogramma behandelt de diagnostiek, stadiëring en behandeling van intrathoracale tumoren, hoewel de specifieke details niet uitgewerkt zijn in het verstrekte document [3](#page=3).
### 3.1 Diagnose
De diagnose van intrathoracale tumoren omvat doorgaans een reeks onderzoeken om de aanwezigheid, aard en omvang van de tumor vast te stellen [3](#page=3).
### 3.2 Stadiëring
Stadiëring is een cruciaal onderdeel van het diagnostische proces en helpt bij het bepalen van de uitgebreidheid van de ziekte, wat essentieel is voor het plannen van de meest effectieve behandeling [3](#page=3).
### 3.3 Behandeling
Op basis van de diagnose en stadiëring wordt een behandelplan opgesteld. De specifieke behandelingsmodaliteiten variëren afhankelijk van het type tumor, het stadium en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt [3](#page=3).
> **Tip:** Hoewel de documentatie beknopt is, duidt de opname van diagnostiek en behandeling in het lesprogramma op het belang van deze onderwerpen binnen de bredere context van intrathoracale tumoren. Voor een diepgaander begrip is aanvullend studiemateriaal noodzakelijk.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Intrathoracale tumoren | Tumoren die zich in de borstkas bevinden, buiten de longen maar binnen de ribbenkast en het middenrif. |
| PGO | Probleemgestuurd onderwijs, een onderwijsmethode waarbij studenten leren door het oplossen van realistische problemen. |
| Epidemiologie | De studie van de frequentie, distributie en determinanten van ziekten en gezondheidstoestanden in gedefinieerde populaties. |
| Stadiëring | Het proces van het bepalen van de omvang van een kanker, inclusief de grootte van de tumor, of deze is uitgezaaid naar lymfeklieren en of er metastasen op afstand zijn. |
| Prognose | De voorspelde uitkomst van een ziekte of aandoening, gebaseerd op de kenmerken van de ziekte en de patiënt. |
| Tabaksrook | De combinatie van chemische stoffen die vrijkomen bij het verbranden van tabak, bekend als een primaire oorzaak van veel ziekten, waaronder longkanker. |
| Asbest | Een groep mineralen die van nature vezelig zijn en gebruikt werden in bouwmaterialen; langdurige blootstelling kan leiden tot longziekten zoals asbestose en mesothelioom. |
| Radon | Een radioactief edelgas dat ontstaat bij het verval van uranium en dat, met name in gesloten ruimtes, een risicofactor kan zijn voor longkanker. |
| Lung cancer screening | Periodieke medische onderzoeken, vaak met behulp van een CT-scan, om longkanker vroegtijdig op te sporen bij risicogroepen. |
| Obstructie | Het blokkeren van een natuurlijke doorgang in het lichaam, zoals een luchtweg, door bijvoorbeeld een tumor. |
| Ulceratie | Het proces waarbij een zweer ontstaat op het lichaamsoppervlak of een slijmvlies, vaak door een ontsteking of beschadiging. |
| Bloedverlies (hemoptoe) | Het ophoesten van bloed, wat een symptoom kan zijn van diverse aandoeningen van de luchtwegen of longen, waaronder tumoren. |
| Gewichtsverlies (vermagering) | Onbedoeld en significant verlies van lichaamsgewicht, vaak een symptoom van ernstige ziekten zoals kanker. |
| Paraneoplastisch syndroom | Een groep symptomen die optreden bij kankerpatiënten en die niet direct worden veroorzaakt door de tumor zelf of zijn metastasen, maar door de reactie van het lichaam op de tumor, zoals hormoonproductie. |
| Metastasen | Uitzaaiingen van een tumor naar andere delen van het lichaam, ontstaan door verspreiding van kankercellen via bloed- of lymfebanen. |
| Dyspnoe | Kortademigheid, een gevoel van benauwdheid of moeite met ademhalen. |
| Slikstoornis (dysfagie) | Moeilijkheden bij het slikken, wat kan duiden op een tumor die de slokdarm of omliggende structuren aantast. |
| Superior vena cava syndroom | Een aandoening waarbij de vena cava superior, de grote ader die bloed van het bovenlichaam naar het hart transporteert, wordt geblokkeerd, vaak door een tumor in de borstkas. |
| SIADH | Syndroom van inappropriëte ADH-secretie, een aandoening waarbij het lichaam te veel antidiuretisch hormoon (ADH) produceert, wat leidt tot waterretentie en hyponatriëmie. |
| Horner syndroom | Een syndroom dat wordt veroorzaakt door schade aan de sympathische zenuwen naar het gezicht en oog, gekenmerkt door ptosis (hangend ooglid), miosis (vernauwde pupil) en anhydrosis (verminderde zweetproductie). |
| Pancoast syndroom | Een syndroom veroorzaakt door een tumor in de apex van de long (superior sulcus tumor), die kan leiden tot pijn in de schouder en arm, en neurologische uitval. |
| Myasthenie | Een neuromusculaire aandoening die spierzwakte veroorzaakt. |
| Lambert Eaton myastheen syndroom (LEMS) | Een zeldzame auto-immuunziekte die de neuromusculaire transmissie beïnvloedt, vaak geassocieerd met kleincellig longcarcinoom, gekenmerkt door proximale spierzwakte die verbetert bij inspanning. |
| Myasthenia gravis | Een chronische auto-immuunziekte die leidt tot spierzwakte door een stoornis in de neuromusculaire transmissie, vaak geassocieerd met thymoom. |
| Thymoom | Een zeldzame tumor van de thymusklier, die zich in de borstkas bevindt en geassocieerd kan zijn met myasthenia gravis. |
| Cushing syndroom | Een hormonale stoornis veroorzaakt door langdurige blootstelling aan een teveel aan cortisol, wat kan worden geïnduceerd door kleincellig longcarcinoom via ACTH-productie. |
| Hyponatriëmie | Een abnormaal lage concentratie natrium in het bloed, vaak een gevolg van SIADH. |
| Hypercalciëmie | Een abnormaal hoge concentratie calcium in het bloed, wat kan optreden bij bepaalde vormen van kanker of door metastasen naar het bot. |
| PTH-rP | Parathyroïdhormoon-gerelateerd peptide, een stof die door sommige tumoren wordt geproduceerd en die hypercalciëmie kan veroorzaken door te lijken op parathyroïdhormoon. |
| Skeletmetastasen | Kanker die zich heeft verspreid naar de botten. |
| Clubbing | Een afwijking van de vingers en/of tenen waarbij de nagels boller worden en de vingertoppen verbreden, soms geassocieerd met longaandoeningen. |
| Bamberger syndroom (osteoartropatie) | Een syndroom dat wordt gekenmerkt door periostitis (ontsteking van het beenvlies) en osteofyten (botuitlopers) aan de lange pijpbeenderen, vaak gepaard gaande met trommelstokvingers, en geassocieerd met bepaalde maligniteiten. |
| Periost | Het beenvlies, een dunne membraan die de buitenkant van de botten bedekt. |
| Trommelstokvingers | Een specifiek kenmerk van clubbing, waarbij de vingers en tenen eruitzien als trommelstokken. |
| Botscintigrafie | Een nucleaire beeldvormingstechniek die wordt gebruikt om afwijkingen in de botten op te sporen, zoals metastasen of ontstekingen. |