Cover
Mulai sekarang gratis klinische-les-bloedingsziekten-2025-PDF.pdf
Summary
# Algemene introductie en diagnostische aanpak van bloedingsneigingen
Dit onderwerp introduceert bloedingsziekten en bespreekt de initiële stappen bij het evalueren van een verhoogde bloedingsneiging, inclusief relevante laboratoriumtests.
## 1. Algemene introductie en diagnostische aanpak van bloedingsneigingen
### 1.1 Introductie tot bloedingsziekten
Bloedingsziekten omvatten zowel erfelijke als verworven aandoeningen die leiden tot een verhoogde neiging tot bloeden. Deze kunnen zich manifesteren in diverse klinische presentaties, variërend van blauwe plekken bij peuters tot gastro-intestinale bloedingen na het starten van antitrombotica. De diagnose en aanpak vereisen een gestructureerde evaluatie van de hemostase [2](#page=2) [3](#page=3) [76](#page=76).
### 1.2 De initiële evaluatie van de stolling
Bij een verdenking op een verhoogde bloedingsneiging is de eerste stap de evaluatie van de bloedplaatjes, de protrombinetijd (PT) en de geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT). Deze tests geven een indicatie van de primaire hemostase (bloedplaatjes) en de intrinsieke, extrinsieke en gemeenschappelijke routes van de secundaire hemostase (stollingsfactoren) [10](#page=10) [7](#page=7) [9](#page=9).
#### 1.2.1 Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn essentieel voor de primaire hemostase en het stoppen van bloedingen op kleine vaatwanden. Een tekort aan of disfunctie van bloedplaatjes kan leiden tot petechiën en slijmvliesbloedingen. Een normale bloedplaatjescount op de initiële screening is een belangrijk gegeven [35](#page=35) [8](#page=8).
#### 1.2.2 Protrombinetijd (PT)
De protrombinetijd (PT) meet de tijd die nodig is voor plasma om te stollen na toevoeging van een activator van de extrinsieke stolling, zoals tissue factor (TF). Een afwijkende PT duidt op een probleem in de extrinsieke stolling of de gemeenschappelijke route van de stolling. De PT wordt uitgedrukt in seconden, percentage van normaliteit, of de International Normalized Ratio (INR). De INR is een gestandaardiseerde meting die gebruikt wordt voor de monitoring van vitamine K-antagonisten (VKA's) en corrigeert voor variaties tussen laboratoria [10](#page=10).
De formule voor de INR is:
$$ \text{INR} = \frac{\text{PT van patiënt}}{\text{PT van referentieplasma}} $$
#### 1.2.3 Geactiveerde Partiële Tromboplastinetijd (aPTT)
De geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT) meet de tijd tussen het toevoegen van een activator van de intrinsieke stolling (bijvoorbeeld FXII) en het stollen van plasma. Een afwijkende aPTT wijst op een probleem in de intrinsieke stolling of de gemeenschappelijke route van de stolling. De aPTT wordt uitgedrukt in seconden [9](#page=9).
> **Tip:** Een verlengde aPTT bij een normale PT suggereert een deficiëntie in de intrinsieke stolling (FXII, FXI, FIX, FVIII) of de aanwezigheid van een lupus anticoagulans [11](#page=11) [51](#page=51).
### 1.3 Interpretatie van afwijkende stollingstesten
De combinatie van afwijkende of normale resultaten van de bloedplaatjes, PT en aPTT helpt bij het lokaliseren van de potentiële stoornis in de hemostase [8](#page=8).
* **Normale bloedplaatjes, normale PT, sterk verlengde aPTT:** Dit wijst op een afwijking in de intrinsieke stolling. Mogelijke oorzaken zijn tekorten aan stollingsfactoren FXII, FXI, FIX, of FVIII, of de aanwezigheid van een lupus anticoagulans [11](#page=11) [51](#page=51) [8](#page=8).
* **Verlengde PT, normale aPTT:** Dit duidt op een probleem met stollingsfactor FVII, die specifiek betrokken is bij de extrinsieke route [11](#page=11) [51](#page=51).
* **Verlengde PT, verlengde aPTT:** Dit suggereert een afwijking die zowel de extrinsieke als de intrinsieke routes treft, wat duidt op een tekort aan stollingsfactoren die gemeenschappelijk zijn voor beide routes (FX, FV, FII, of fibrinogeen) [11](#page=11) [51](#page=51).
### 1.4 Bloedingspatronen als diagnostisch hulpmiddel
Het klinische bloedingspatroon kan belangrijke aanwijzingen geven over de aard van de hemostase-stoornis [35](#page=35).
| Kenmerk | Primaire hemostase (bv. bloedplaatjes) | Stollingsafwijking (bv. factoren) |
| :------------------ | :------------------------------------- | :-------------------------------- |
| Petechiën | + | - |
| Hemartrose/spierbloeding | - | + |
| Hematomen | + (zachte kern) | + (harde kern) |
| Posttraumatisch | Onmiddellijk | Vertraagd |
| Slijmvliesbloeding | Spontaan of na trauma | Minder frequent |
**Voorbeeld:** Een jonge patiënt met recidiverende epistaxis en gemakkelijk blauwe plekken suggereert een probleem met de primaire hemostase, terwijl spontane gewrichtsbloedingen eerder wijzen op een stollingsfactor deficiëntie [3](#page=3) [76](#page=76).
### 1.5 Verworven versus erfelijke bloedingsziekten
Het is cruciaal om onderscheid te maken tussen erfelijke bloedingsziekten, zoals hemofilie of de ziekte van Von Willebrand, en verworven bloedingsziekten, die kunnen ontstaan door bijvoorbeeld medicatie (antitrombotica), leverziekte, vitamine K-deficiëntie, of auto-immune processen. De klinische geschiedenis, medicatiegebruik en familiegeschiedenis zijn hierbij essentieel [2](#page=2) [3](#page=3) [76](#page=76).
---
# Erfelijke bloedingsziekten: hemofilie en ziekte van Von Willebrand
Dit deel van de studiehandleiding biedt een gedetailleerd overzicht van hemofilie A en de ziekte van Von Willebrand, inclusief hun kenmerken, diagnostiek en behandelingsstrategieën, met illustratieve casusvoorbeelden.
### 1.1 Hemofilie
Hemofilie is een X-gebonden recessieve erfelijke bloedingsziekte die wordt gekenmerkt door een tekort aan specifieke stollingsfactoren, voornamelijk factor VIII (hemofilie A) of factor IX (hemofilie B) [34](#page=34).
#### 1.1.1 Klinisch beeld en ernst
De ernst van de klinische symptomen bij hemofilie correleert met het resterende gehalte van de stollingsfactor in het bloed [37](#page=37).
* **Ernstige hemofilie:** Een factor gehalte van minder dan 1% leidt tot spontane bloedingen, voornamelijk in gewrichten en spieren [37](#page=37).
> **Tip:** Spontane gewrichtsbloedingen (hemartrose) zijn een kenmerkend symptoom van ernstige hemofilie [28](#page=28).
* **Matig-ernstige hemofilie:** Met een factor gehalte tussen 1% en 5% treden bloedingen op na trauma of chirurgische ingrepen. Gewrichtsbloedingen kunnen incidenteel voorkomen [37](#page=37).
* **Milde hemofilie:** Een factor gehalte tussen 5% en 40% resulteert in bloedingen die voornamelijk worden uitgelokt door trauma of chirurgie [37](#page=37).
#### 1.1.2 Diagnostiek
De diagnose van hemofilie wordt gesteld op basis van klinische presentatie en laboratoriumonderzoek. Belangrijke laboratoriumbevindingen zijn:
* **Verlengde geactiveerde Partiële Tromboplastinetijd (aPTT):** Dit is een veelvoorkomende bevinding bij hemofilie, omdat het de intrinsieke route van de stolling weerspiegelt. Een voorbeeld van een afwijkende aPTT is 50.3 seconden (normaal 25.1 - 36.5 s) [32](#page=32) [33](#page=33).
* **Normale Protrombinetijd (PT):** De PT blijft meestal binnen de normale grenzen [32](#page=32) [33](#page=33).
* **Specifieke factorbepaling:** Een laag gehalte aan factor VIII coagulans bevestigt de diagnose hemofilie A. Een factor VIII gehalte van 10.8% (normaal 50.0 - 150.0%) wijst op hemofilie A. Factor IX coagulans blijft normaal bij hemofilie A [33](#page=33).
> **Tip:** De ernst van hemofilie wordt bepaald door het percentage van de functionele stollingsfactor [36](#page=36).
#### 1.1.3 Behandeling
De huidige behandelingsstrategieën voor hemofilie richten zich op het herstellen van de deficientie van de stollingsfactor en omvatten:
* **Stollingsfactorconcentraten:** Deze worden toegediend om het bloedingsrisico te verminderen. Er zijn concentraten met een langere werkingsduur beschikbaar [40](#page=40).
* **Alternatieve therapieën:** Niet-stollingsfactor gerelateerde correctiemethoden, zoals bispecifieke antistoffen, bieden mogelijkheden voor subcutane toediening [40](#page=40).
* **Gentherapie:** Dit is een veelbelovende toekomstige behandelingsoptie [40](#page=40).
* **Desmopressine (DDAVP):** Deze medicatie kan worden gebruikt bij milde vormen van hemofilie A om de afgifte van endogeen factor VIII te stimuleren [40](#page=40).
> **Example:** Een 47-jarige man met een geschiedenis van neusbloedingen sinds de adolescentie en melena kan hemofilie hebben. Een patiënt die na extractie van wijsheidstanden gedurende enkele dagen veel bloedde, kan eveneens hemofilie hebben [15](#page=15) [28](#page=28).
### 1.2 Ziekte van Von Willebrand (ZVV)
De ziekte van Von Willebrand (ZVV) is de meest voorkomende erfelijke bloedingsstoornis en wordt veroorzaakt door kwantitatieve of kwalitatieve defecten in het Von Willebrand factor (vWF) [72](#page=72).
#### 1.2.1 Rol van Von Willebrand factor
De vWF speelt een cruciale rol in de hemostase op twee fronten:
* **Primaire hemostase:** vWF faciliteert de adhesie van bloedplaatjes aan de beschadigde vaatwand onder shear stress (vWF-BP under shear) [71](#page=71) [72](#page=72).
* **Secundaire hemostase:** vWF fungeert als drager van factor VIII, waardoor de halfwaardetijd van factor VIII in het plasma verlengd wordt [71](#page=71) [72](#page=72).
#### 1.2.2 Typen en ernst
Er zijn verschillende subtypes van ZVV, variërend van mild tot ernstig [72](#page=72).
#### 1.2.3 Diagnostiek
De diagnose van ZVV vereist specifieke laboratoriumtesten:
* **Verhoogd bloedingsrisico:** Symptomen kunnen bestaan uit hevige menstruatiebloedingen, tandvleesbloedingen en frequente neusbloedingen [65](#page=65) [66](#page=66).
* **Anemie:** Patiënten kunnen anemie ontwikkelen door chronisch bloedverlies, wat zich manifesteert in een laag hemoglobine (Hb) en MCV, en reticulocytose [67](#page=67) [68](#page=68).
* **Normale PT en aPTT:** De PT en aPTT zijn doorgaans normaal, evenals de bloedplaatjes en fibrinogeen [69](#page=69).
* **Specifieke vWF bepalingen:** Een laag vWF-antigeen (vWF:Ag) en een laag vWF-activiteit (vWF:Act) zijn kenmerkend voor ZVV. Een vWF:Ag van 17% en vWF:Act van 15% zijn significant verlaagd [70](#page=70).
* **Factor VIII gehalte:** Het factor VIII gehalte kan verlaagd zijn in ZVV, aangezien vWF de drager is van factor VIII. Een factor VIII gehalte van 63% kan voorkomen bij ZVV [70](#page=70) [71](#page=71).
> **Example:** Een 21-jarige vrouw met hevige maandstonden, tandvleesbloedingen en frequente neusbloedingen, die na een tandextractie veel bloedde, kan de ziekte van Von Willebrand hebben [65](#page=65) [66](#page=66).
#### 1.2.4 Behandeling
De behandeling van ZVV is afhankelijk van de ernst en het type. Opties zijn:
* **Transfusie met vWF-concentraat:** Dit is geïndiceerd bij ernstige vormen van de ziekte [72](#page=72).
* **Desmopressine (DDAVP):** Dit medicijn kan de afgifte van vWF uit de opslagplaatsen stimuleren en is effectief bij mildere vormen [72](#page=72) [74](#page=74).
* **Tranexaminezuur (Exacyl):** Dit is een antifibrinolytisch middel dat de afbraak van bloedstolsels remt en wordt gebruikt om bloedingen te verminderen, met name bij maandstonden. Het kan 1 gram 3-4 maal daags bij start van de menstruatie worden ingenomen [72](#page=72) [74](#page=74).
* **Hormonale therapie:** Het overwegen van een combinatiepil of minipil kan helpen bij het reguleren van hevige menstruatiebloedingen [74](#page=74).
* **Vermijden van NSAID's:** Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) dienen vermeden te worden, omdat ze de bloedplaatjesfunctie kunnen beïnvloeden [74](#page=74).
* **Desmopressinetest:** Een desmopressinetest kan nuttig zijn ter voorbereiding op toekomstige chirurgische ingrepen [74](#page=74).
---
# Verworven bloedingsziekten en specifieke casussen
Dit onderwerp behandelt verworven bloedingsstoornissen, met een focus op verworven hemofilie en vitamine K-tekort, geïllustreerd met gedetailleerde casusanalyses.
### 3.1 Verworven hemofilie
Verworven hemofilie is een zeldzame auto-immuunziekte die gekenmerkt wordt door de ontwikkeling van antistoffen tegen een specifieke stollingsfactor, meestal factor VIII (FVIII). Dit leidt tot een ernstige bloedingsneiging [13](#page=13).
#### 3.1.1 Diagnose en behandeling van verworven hemofilie
De diagnose wordt gesteld op basis van klinische symptomen en laboratoriumonderzoek dat een tekort aan een specifieke stollingsfactor aantoont, in combinatie met de aanwezigheid van specifieke antistoffen [13](#page=13).
De behandeling van verworven hemofilie richt zich op twee hoofddoelen:
1. **Eradicatie van de antistof:** Dit kan worden bereikt met immunosuppressieve therapie, zoals corticosteroïden en rituximab (een anti-CD20 antilichaam gericht tegen B-lymfocyten) [13](#page=13).
2. **Herstel van de hemostase:** Acuut bloedingsmanagement kan plaatsvinden met rFVIIa (recombinant factor VIIa) of een bispecifieke antistof gericht tegen FIXa en FX [13](#page=13) [14](#page=14).
### 3.2 Vitamine K-tekort
Vitamine K is essentieel voor de synthese van verschillende stollingsfactoren in de lever, waaronder factor II, VII, IX, en X, evenals de anticoagulantia proteïne C en S. Een tekort aan vitamine K kan leiden tot een verlengde protrombinetijd (PT) en geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT), en een verhoogd bloedingsrisico [57](#page=57).
#### 3.2.1 Oorzaken van vitamine K-tekort
Vitamine K-tekort kan diverse oorzaken hebben [57](#page=57):
* **Onvoldoende inname:** Zeldzaam bij gezonde volwassenen, maar kan voorkomen bij ouderen of patiënten die weinig verse groenten en fruit consumeren [57](#page=57).
* **Malabsorptie:** Aandoeningen van het maag-darmkanaal, zoals de ziekte van Crohn met uitgebreide darmresecties, kunnen leiden tot malabsorptie van vitamine K. Behandeling met cholestyramine (Questran) kan ook de absorptie van vetoplosbare vitaminen, waaronder vitamine K, verminderen [47](#page=47) [54](#page=54).
* **Verminderde synthese/verhoogd verbruik:** Infecties, zoals pneumonie, in combinatie met antibiotica-gebruik kunnen het microbioom dat vitamine K produceert verstoren [57](#page=57).
* **Vitamine K-antagonisten:** Medicatie zoals coumarines (bijvoorbeeld warfarine, phenprocoumon, acenocoumarol) remmen de werking van vitamine K [62](#page=62).
#### 3.2.2 Klinische presentatie en laboratoriumbevindingen
De klinische presentatie van vitamine K-tekort omvat de ontwikkeling van hematomen en bloedingen. Typische patiënten kunnen oud zijn, een dieet met weinig verse groenten en fruit hebben, en recent een infectie hebben doorgemaakt waarvoor antibiotica zijn gebruikt. Laboratoriumonderzoek toont typisch een verlengde PT en aPTT, met een daling van de vitamine K-afhankelijke factoren (II, VII, IX, X), terwijl factor V normaal blijft [53](#page=53) [57](#page=57).
#### 3.2.3 Behandeling van vitamine K-tekort
De behandeling bestaat uit het toedienen van vitamine K (bijvoorbeeld Konakion). De PT dient na 8 uur gecontroleerd te worden om de effectiviteit van de behandeling te beoordelen. Bij ernstige bloedingen of bij patiënten die coumarines gebruiken en een snel effect van vitamine K nodig hebben, kan een vitamine K-afhankelijk factorenconcentraat (zoals een 4-factorenconcentraat) worden overwogen [56](#page=56) [57](#page=57) [61](#page=61).
### 3.3 Specifieke casussen
#### 3.3.1 Casus 1: Vrouw 26 jaar met diffuse ecchymoses
Een 26-jarige vrouw, die recent een vaginale partus had ondergaan (juli 2024), presenteerde zich in oktober 2024 met sinds enkele weken diffuse ecchymoses op armen en benen. Daarnaast rapporteerde ze hematurie, rectaal bloedverlies, tandvleesbloedingen en zeer hevige menstruaties in de afgelopen maand. Dit klinische beeld kan wijzen op verworven hemofilie, hoewel andere oorzaken van bloedingsneiging overwogen moeten worden [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 3.3.2 Casus 2: Man 19 jaar met psoashematoom
Een 19-jarige jongeman ervoer op 22 augustus 2015 plotselinge hevige pijn in de linkerlies bij het opstaan vanuit een stoel. Na tien dagen van toenemende pijn werd hij opgenomen op de spoeddienst. De diagnose werd gesteld op een psoashematoom. Na vier weken opname was hij rolstoelgebonden, kon hij het been niet meer belasten, vertoonde hij quadricepsatrofie en had hij een volledige uitval van de nervus femoralis. Dit benadrukt de mogelijke complicaties van uitgebreide hematomen op zenuwfuncties [22](#page=22) [26](#page=26).
#### 3.3.3 Casus 3: Man 78 jaar met uitgebreid huid-spier hematoom
Een 78-jarige man presenteerde zich met een zeer uitgebreid huid-spier hematoom na een griepprik in de rechter deltoideus. Zijn medische voorgeschiedenis is significant [41](#page=41) [45](#page=45):
* Ziekte van Crohn sinds 1967 met anale fistels, rechter hemicolectomie en uitgebreide dundarmresecties [47](#page=47) [54](#page=54).
* Diabetes mellitus sinds 1991 met diabetische nefropathie en chronische nierinsufficiëntie [47](#page=47) [54](#page=54).
* Ankyloserende spondylitis sinds 2017 [47](#page=47) [54](#page=54).
* Gebruik van cholestyramine (Questran) sinds augustus 2017 wegens diarree [47](#page=47) [54](#page=54).
* BLWI en behandeling met moxifloxacine (Avelox) in september 2017 [47](#page=47) [54](#page=54).
* Griepvaccinatie in oktober 2017 [48](#page=48) [54](#page=54).
Zijn medicatie omvatte Coversyl, Amlor, Lasix, Selozok, Lipitor, Asaflow (aspirine 160 mg), Omeprazole, Natriumbicarbonaat, insuline, Imodium, Questran en Avelox [49](#page=49).
Laboratoriumonderzoek toonde normale bloedplaatjes (200 10^9/L), een sterk verlengde PT (>120 sec, PT <10%) en een licht verlengde aPTT (40 sec). De combinatie van een sterk verlengde PT met normale bloedplaatjes en een licht verlengde aPTT kan wijzen op een tekort aan gemeenschappelijke factoren (Fibrinogeen, Factor II, V, X) of specifieker op een vitamine K-tekort of antagonisme, waarbij vooral de PT sterk verlengd is door een daling van de vitamine K-afhankelijke factoren (II, VII, IX, X) [50](#page=50) [52](#page=52) [53](#page=53).
Bevestiging volgde met factorbepalingen: Factor II 3.1%, Factor VII 3.8%, Factor X 1.4%, en Factor V 89%. Dit leidde tot de diagnose van verworven vitamine K-tekort. De behandeling bestond uit het toedienen van vitamine K en controle van de PT na 8 uur. De cholestyramine in combinatie met mogelijke verminderde inname door ziekte en eventuele antibiotica-gebruik waren waarschijnlijke oorzaken voor het vitamine K-tekort [47](#page=47) [55](#page=55) [56](#page=56) [57](#page=57).
#### 3.3.4 Casus 4: Vrouw 66 jaar met melena en vitamine K-antagonisten
Een 66-jarige vrouw met een mitralis/aorta hartklepvervanging en gebruik van vitamine K-antagonisten (coumarines) presenteerde zich met melena. Ze had een Hb van 6 g/dl en een INR van 6 (wat correspondeert met een PT van 50 seconden en 15% van de normale activiteit) [58](#page=58) [59](#page=59).
Het behandelingsplan omvatte:
1. **Correctie van de stolling:** Toediening van vitamine K (eventueel herhaald) en een 4-factorenconcentraat [61](#page=61).
2. **Investigatie en correctie van de bloedingsplaats:** Opsporen en behandelen van de bron van het bloedverlies [61](#page=61).
3. **Herstart van antistolling:** Tijdelijk laagmoleculair heparine (LMWH) kon als overbrugging worden gebruikt [63](#page=63).
Het mechanisme van coumarines is het antagonisme van vitamine K, wat leidt tot de synthese van niet-functionele stollingsfactoren. De halfwaardetijden van deze factoren variëren, waarbij factor VII de kortste halfwaardetijd heeft (ongeveer 6-7 uur), gevolgd door factor IX (18-24 uur), factor X (40-50 uur), en factor II (48-60 uur). Dit verklaart waarom de PT sneller verslechtert en herstelt dan de aPTT bij wijzigingen in coumarine-antistolling [62](#page=62) [64](#page=64).
### 3.4 Hereditary Hemorrhagic Teleangiectasia (HHT) / Ziekte van Rendu-Osler-Weber
Hoewel dit geen verworven bloedingsziekte is, wordt HHT genoemd als een voorbeeld van een erfelijke bloedingsstoornis. Het wordt gekenmerkt door teleangiëctasieën in slijmvliezen (neus, mond, gastro-intestinaal) en arterioveneuze malformaties (AVM's) in organen zoals de longen, hersenen en lever. Klinische manifestaties kunnen invaliderende neusbloedingen, gastro-intestinale bloedingen en symptomen gerelateerd aan AVM's omvatten, zoals desaturatie door pulmonale shunts, beroertes of hersenabcessen door pulmonale AVM's, en high-output hartfalen door lever-AVM's. Het is een autosomaal dominante aandoening met een prevalentie van ongeveer 1 op 5000 [19](#page=19) [21](#page=21).
### 3.5 Overige relevante informatie
* **IJzersuppletie:** Bij bloedverlies, met name ijzergebreksanemie, is het belangrijk om ijzertherapie niet te vergeten. Orale ijzerpreparaten zoals Fe derisomaltose of Fe carboxymaltose kunnen worden gebruikt, waarbij aandacht besteed moet worden aan mogelijke bijwerkingen zoals constipatie, maaglast, zwarte stoelgang, en de noodzaak om ze niet met melkproducten in te nemen. Fe derisomaltose heeft mogelijk een lager risico op hypofosfatemie dan Fe carboxymaltose [75](#page=75).
> **Tip:** Bij de interpretatie van bloedingsstoornissen is het cruciaal om de specifieke labwaarden (PT, aPTT, bloedplaatjes) te relateren aan de klinische presentatie en de medische voorgeschiedenis van de patiënt om tot de juiste diagnose en behandeling te komen. De casus van de man van 78 jaar illustreert hoe medicatie (Questran, moxifloxacine) en een onderliggende ziekte (Crohn) kunnen bijdragen aan een verworven bloedingsstoornis door vitamine K-tekort.
---
# Ziekte van Rendu-Osler-Weber (HHT)
De ziekte van Rendu-Osler-Weber (HHT) is een autosomaal dominante vasculaire malformatie die gekenmerkt wordt door teleangiëctasieën en arterioveneuze malformaties (AVM's) in verschillende organen [19](#page=19).
### 4.1 Kenmerken van teleangiëctasieën en arterioveneuze malformaties
#### 4.1.1 Teleangiëctasieën
Teleangiëctasieën zijn kleine, verwijde bloedvaatjes die zich voornamelijk manifesteren in de slijmvliezen [19](#page=19).
* **Locaties:** Neus, mond en het gastro-intestinale kanaal [19](#page=19).
* **Klinische manifestaties:**
* Invaliderende neusbloedingen, die typisch toenemen vanaf de adolescentie [19](#page=19).
* Gastro-intestinale bloedingen; het fenotype kan hierin wisselend zijn binnen families [19](#page=19).
#### 4.1.2 Arterioveneuze malformaties (AVM's)
AVM's zijn abnormale verbindingen tussen slagaders en aders, zonder tussenkomst van haarvaten. Deze kunnen voorkomen in diverse organen en leiden tot specifieke complicaties.
##### 4.1.2.1 Pulmonale arterioveneuze vasculaire malformaties / fistels
* **Hemodynamische weerslag:** Deze kunnen leiden tot een rechter-naar-linker shunt (R-L shunt), wat resulteert in desaturatie van het bloed [21](#page=21).
* **Risico's:**
* Beroerte (in plaats van longembolie) [21](#page=21).
* Hersenabcessen [21](#page=21).
##### 4.1.2.2 AVM's in de lever
* **Type malformaties:** Arterioveneus, arterioportaal en/of portoveneus [21](#page=21).
* **Risico:** High-output hartfalen [21](#page=21).
##### 4.1.2.3 AVM's in de hersenen
* **Risico:** Intracraniële bloedingen [21](#page=21).
#### 4.1.3 Epidemiologie en overerving
* De ziekte is autosomaal dominant overerfbaar [19](#page=19).
* De prevalentie wordt geschat op 1 op de 5000 personen [19](#page=19).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Hemofilie | Hemofilie is een groep erfelijke bloedingsstoornissen waarbij het bloed niet goed stolt door een tekort aan bepaalde stollingsfactoren, voornamelijk factor VIII (Hemofilie A) of factor IX (Hemofilie B). Dit kan leiden tot ernstige bloedingen, zowel inwendig als uitwendig. |
| Ziekte van Von Willebrand | De ziekte van Von Willebrand is de meest voorkomende erfelijke bloedingsstoornis, gekenmerkt door een tekort aan of een disfunctie van het Von Willebrand factor (vWF). Deze factor speelt een cruciale rol bij de primaire hemostase door bloedplaatjes aan te hechten aan de beschadigde vaatwand en fungeert ook als drager voor factor VIII. |
| Ziekte van Rendu-Osler-Weber (ROW/HHT) | Hereditary Hemorrhagic Teleangiectasia (HHT), ook bekend als de ziekte van Rendu-Osler-Weber, is een erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door de vorming van teleangiëctasieën (kleine, verwijde bloedvaten) in slijmvliezen en arterioveneuze malformaties (AVM's) in verschillende organen. Dit kan leiden tot recidiverende bloedingen. |
| Protrombinetijd (PT) | De protrombinetijd (PT) is een laboratoriumtest die de snelheid meet waarmee bloed stolt. Het evalueert de extrinsieke en gemeenschappelijke paden van de bloedstolling. Een verlengde PT kan wijzen op een tekort aan bepaalde stollingsfactoren, zoals de vitamine K-afhankelijke factoren (II, VII, IX, X), of op leverziekten. |
| aPTT (geactiveerde partiële tromboplastinetijd) | De geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT) is een bloedtest die de intrinsieke en gemeenschappelijke paden van de bloedstolling evalueert. Een verlengde aPTT kan duiden op afwijkingen in stollingsfactoren zoals factor VIII, IX, XI, of XII, of op de aanwezigheid van lupus anticoagulans. |
| Lupus anticoagulans | Lupus anticoagulans is een auto-antilichaam dat de bloedstolling kan beïnvloeden, vaak resulterend in een verlengde aPTT. Hoewel het geassocieerd wordt met trombose, kan het bij sommige patiënten ook een verhoogde bloedingsneiging veroorzaken, met name bij het gebruik van bepaalde antistollingsmedicatie. |
| Hemartrose | Hemartrose is de medische term voor bloeding in een gewricht. Dit kan leiden tot pijn, zwelling en beperkte mobiliteit van het gewricht. Hemartrose is een veelvoorkomend symptoom bij patiënten met ernstige hemofilie of andere stoornissen van de bloedstolling. |
| Epistaxis | Epistaxis is de medische term voor neusbloedingen. Recidiverende of hevige epistaxis kan een symptoom zijn van een onderliggende bloedingsstoornis, zoals de ziekte van Von Willebrand of de ziekte van Rendu-Osler-Weber. |
| Teleangiëctasieën | Teleangiëctasieën zijn kleine, zichtbare, verwijde bloedvaten, meestal in de huid of slijmvliezen. Ze ontstaan door dilatatie van de capillairen en kunnen voorkomen bij verschillende aandoeningen, waaronder de ziekte van Rendu-Osler-Weber (HHT), waar ze leiden tot recidiverende bloedingen. |
| Arterioveneuze malformatie (AVM) | Een arterioveneuze malformatie (AVM) is een abnormale verbinding tussen arteriën en venen, waarbij het capillaire netwerk wordt omzeild. Dit kan leiden tot een verhoogde bloedstroom en een verhoogd risico op bloedingen, beroertes of hartfalen, afhankelijk van de locatie. |
| Verworven hemofilie | Verworven hemofilie is een zeldzame auto-immuunziekte waarbij het lichaam antistoffen produceert tegen stollingsfactor VIII. Dit leidt tot een ernstig tekort aan factor VIII en een verhoogde bloedingsneiging, die plotseling kan optreden bij volwassenen zonder eerdere voorgeschiedenis van hemofilie. |
| Vitamine K-tekort | Een vitamine K-tekort kan leiden tot een verminderde aanmaak van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren (II, VII, IX, X). Dit resulteert in een verlengde protrombinetijd (PT) en verhoogde bloedingsneiging. Oorzaken zijn onder andere malabsorptie, ondervoeding of het gebruik van vitamine K-antagonisten. |
| INR (International Normalized Ratio) | De INR is een gestandaardiseerde maat die wordt gebruikt om de protrombinetijd (PT) te rapporteren, vooral bij patiënten die vitamine K-antagonisten (zoals warfarine) gebruiken. Het vergelijkt de PT van de patiënt met een normale referentietijd, wat helpt bij het monitoren van de antistollingstherapie. |