Cover
Mulai sekarang gratis kwartaal 2 les 4 reanimatie.pdf
Summary
# Basisprincipes van reanimatie
Dit onderwerp behandelt de fundamentele stappen die gevolgd moeten worden bij reanimatie, beginnend bij het veilig benaderen van de situatie en het controleren van het bewustzijn en de ademhaling.
### 1.1 De reanimatiestappen
De basisprincipes van reanimatie omvatten een reeks opeenvolgende stappen die essentieel zijn voor het bieden van levensondersteuning aan een persoon met een hartstilstand. Deze stappen worden systematisch doorlopen om de veiligheid van de hulpverlener en het slachtoffer te waarborgen en zo effectief mogelijk te handelen [4](#page=4) [5](#page=5).
### 1.2 Veiligheid eerst: benader veilig
De allereerste stap bij het constateren van een potentieel noodsituatie is het waarborgen van de veiligheid. Dit betekent dat de hulpverlener eerst de omgeving moet beoordelen om te controleren of deze veilig is voor zichzelf, het slachtoffer en eventuele omstanders. Pas na het vaststellen van de veiligheid kan met de verdere stappen van reanimatie worden begonnen [4](#page=4) [5](#page=5).
### 1.3 Controleer het bewustzijn
Nadat de veiligheid is gewaarborgd, dient het bewustzijn van het slachtoffer gecontroleerd te worden. Dit gebeurt door voorzichtig aan de schouders van de persoon te schudden en de vraag "Is alles in orde?" te stellen [10](#page=10) [6](#page=6) [7](#page=7).
* **Indien het slachtoffer reageert:** De persoon wordt in zijn huidige positie gelaten, er wordt uitgezocht wat het probleem is, hulp wordt ingeschakeld indien nodig, en het bewustzijn wordt regelmatig gecontroleerd. Als het slachtoffer normaal ademt en alleen gelaten moet worden, wordt deze in stabiele zijligging gelegd [7](#page=7) [8](#page=8).
* **Indien het slachtoffer niet reageert:** Een niet-reagerend persoon wordt beschouwd als een potentiële noodsituatie die medische hulp vereist [10](#page=10).
### 1.4 Roep hulp en bel 112
Als blijkt dat het slachtoffer niet reageert, is de volgende cruciale stap het roepen van hulp en het bellen van het noodnummer 112 [11](#page=11) [12](#page=12) [14](#page=14) [29](#page=29).
> **Tip:** Het is van essentieel belang om dit zo snel mogelijk te doen om professionele hulpverlening te activeren [11](#page=11).
De volgorde van de stappen kan variëren afhankelijk van de situatie, maar roepen van hulp en het bellen van 112 zijn fundamenteel onderdeel van het reanimatieprotocol [12](#page=12) [4](#page=4).
### 1.5 Open de luchtweg
Na het inschakelen van hulp en het controleren van het bewustzijn, is het openen van de luchtweg een volgende vitale stap. Een open luchtweg zorgt ervoor dat lucht vrij kan passeren naar de longen [16](#page=16) [4](#page=4).
### 1.6 Controleer de ademhaling
Vervolgens moet de ademhaling van het slachtoffer gecontroleerd worden. Deze controle dient gedurende tien seconden plaats te vinden en omvat het kijken naar de borstkasbeweging, het luisteren naar ademgeluiden en het voelen van luchtstroom [18](#page=18) [19](#page=19).
> **Belangrijk:** Een "gaspende ademhaling" mag niet verward worden met een normale ademhaling [20](#page=20).
#### 1.6.1 Agonale ademhaling
Een agonale ademhaling, ook wel "gasping" genoemd, is een zware, luidruchtige en moeilijke ademhaling die kortstondig aanwezig kan zijn na een hartstilstand. Dit wordt beschouwd als een teken van hartstilstand en vereist onmiddellijke reanimatie [21](#page=21).
### 1.7 Start de reanimatie: compressies en beademingen
De kern van de reanimatie bestaat uit een cyclus van 30 borstcompressies gevolgd door 2 beademingen. Deze handelingen zijn bedoeld om de bloedsomloop en de zuurstofvoorziening van het lichaam kunstmatig in stand te houden in afwachting van professionele hulp of de komst van een AED [29](#page=29) [43](#page=43) [4](#page=4).
### 1.8 Activeer de AED
Wanneer een Automatische Externe Defibrillator (AED) beschikbaar is, dient deze zo snel mogelijk geactiveerd te worden en moeten de instructies van het apparaat gevolgd worden. De AED kan elektrische schokken toedienen om het normale hartritme te herstellen [43](#page=43).
* * *
# Uitvoering van reanimatie
Dit gedeelte focust op de concrete handelingen van cardiopulmonale reanimatie (CPR), inclusief borstcompressies en beademingen, met aandacht voor de juiste techniek en frequentie.
### 2.1 Algemene stappen van reanimatie
De uitvoering van reanimatie volgt een gestructureerd protocol om de overlevingskansen van een slachtoffer te maximaliseren. De stappen omvatten het waarborgen van veiligheid, het controleren van het bewustzijn, het alarmeren van professionele hulp, het openen van de luchtweg, het controleren van de ademhaling, het uitvoeren van borstcompressies en beademingen, en indien beschikbaar, het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator (AED) [16](#page=16) [18](#page=18) [22](#page=22) [29](#page=29) [43](#page=43).
#### 2.1.1 Veiligheid en beoordeling
De eerste prioriteit is het waarborgen van de eigen veiligheid en die van het slachtoffer alvorens met de reanimatie te starten. Vervolgens wordt het bewustzijn van het slachtoffer gecontroleerd. Als er geen reactie is, wordt 112 gebeld om professionele hulpdiensten te alarmeren. Hierna wordt de luchtweg geopend en de ademhaling gecontroleerd [16](#page=16) [18](#page=18) [22](#page=22) [29](#page=29) [43](#page=43).
#### 2.1.2 Borstcompressies
Borstcompressies zijn een essentieel onderdeel van CPR. De correcte uitvoering omvat [23](#page=23):
* Plaats de hiel van één hand in het midden van de borstkas [23](#page=23).
* Plaats de andere hand bovenop de eerste hand [23](#page=23).
* Strengel de vingers ineen om de handen te ondersteunen [23](#page=23).
* Druk de borstkas met gestrekte armen in. De diepte van de compressie moet 5 tot 6 cm bedragen [23](#page=23).
* De frequentie van de compressies moet tussen de 100 en 120 per minuut liggen [23](#page=23).
* De tijd die nodig is om de borstkas in te drukken, moet gelijk zijn aan de tijd die nodig is om de borstkas volledig te laten herstellen (tijd voor indrukken = tijd voor loslaten) [23](#page=23).
> **Tip:** Wissel indien mogelijk elke 2 minuten van hulpverlener om vermoeidheid te voorkomen en de kwaliteit van de compressies te waarborgen. Houd de "hands-off" tijd (de tijd dat geen compressies worden uitgevoerd) zo kort mogelijk [23](#page=23).
#### 2.1.3 Beademingen
Na het uitvoeren van 30 borstcompressies volgen 2 beademingen [16](#page=16) [22](#page=22) [29](#page=29).
* Open de luchtweg door het hoofd van het slachtoffer naar achteren te kantelen en de kin omhoog te liften [25](#page=25).
* Knijp de neus van het slachtoffer dicht met de vingers van de hand die de kin omhoog houdt [25](#page=25).
* Neem zelf een normale ademteug [25](#page=25).
* Plaats de lippen stevig om de mond van het slachtoffer [25](#page=25).
* Blaas gedurende ongeveer 1 seconde in, tot de borstkas zichtbaar omhoogkomt [25](#page=25).
* Laat de borstkas terug dalen [25](#page=25).
* Herhaal deze beademing nogmaals [25](#page=25).
> **Tip:** Voer niet meer dan 2 beademingen uit en doe dit binnen een tijdsbestek van ongeveer 5 seconden. Als de eerste beademing mislukt, controleer dan de mond en de houding van het hoofd voordat u een tweede poging doet [26](#page=26).
#### 2.1.4 Veiligheid bij beademingen en COVID-19
Respecteer altijd de eigen veiligheid, vooral in contexten zoals COVID-19, waarbij mond-op-mondbeademing wordt afgeraden. Indien mogelijk, gebruik dan een beademingsballon. Als er geen hulpmiddel beschikbaar is om veilig te beademen, wordt geadviseerd om geen beademingen uit te voeren en uitsluitend door te gaan met borstcompressies. Meld deze keuze aan de centralist van 112 [27](#page=27).
#### 2.1.5 Continuïteit van CPR
De cyclus van 30 borstcompressies gevolgd door 2 beademingen (30:2) moet continu worden uitgevoerd totdat professionele hulp arriveert, de patiënt tekenen van leven vertoont, of de hulpverlener uitgeput is [28](#page=28) [29](#page=29).
### 2.2 Reanimatie bij kinderen
De algemene CPR-procedure voor volwassenen is ook bruikbaar bij kinderen. Een belangrijk verschil bij compressies is de diepte: deze moet ongeveer 1/3 van de diepte van de borstkas van het kind bedragen [41](#page=41).
### 2.3 Gebruik van de AED
Na het starten van CPR wordt aangeraden de Automatische Externe Defibrillator (AED) te activeren en de instructies te volgen. De AED zal aangeven of een schok wordt aanbevolen of niet. Na het toedienen van een schok, of wanneer er geen schok wordt aanbevolen, wordt de CPR (30:2) voortgezet volgens de instructies van de AED [37](#page=37) [38](#page=38) [43](#page=43).
* * *
# Gebruik van de Automatische Externe Defibrillator (AED)
Dit onderwerp beschrijft de gedetailleerde stappen en overwegingen voor het correct toepassen van een AED bij een slachtoffer, waarbij de nadruk ligt op het volgen van de apparaatinstructies.
### 3.1 Algemene stappen voor AED-gebruik
De toepassing van een AED volgt een gestructureerd proces dat begint na het vaststellen van de noodzaak en het verkrijgen van het apparaat. Het hele traject van hulpverlening, inclusief de inzet van de AED, is nauw verbonden met de basisprincipes van reanimatie [31](#page=31) [43](#page=43).
#### 3.1.1 Voorbereiding en activatie
1. **Veilig benaderen:** Zorg ervoor dat de omgeving veilig is voor zowel het slachtoffer als de hulpverlener [31](#page=31) [43](#page=43).
2. **Bewustzijn controleren:** Controleer of het slachtoffer reageert [31](#page=31) [43](#page=43).
3. **112 bellen:** Roep professionele hulp in door het alarmnummer 112 te bellen [31](#page=31) [43](#page=43).
4. **Luchtweg openen:** Zorg voor een open luchtweg bij het slachtoffer [31](#page=31) [43](#page=43).
5. **Ademhaling controleren:** Controleer de ademhaling van het slachtoffer [31](#page=31) [43](#page=43).
6. **AED halen:** Indien beschikbaar, haal de Automatische Externe Defibrillator (AED) [31](#page=31) [43](#page=43).
7. **AED aanzetten:** De AED wordt geactiveerd door het openen van het deksel of door op een "aan-uit"-knop te drukken [32](#page=32).
> **Tip:** Zorg dat iedereen in de omgeving weet waar AED-apparaten zich bevinden en hoe ze deze zo snel mogelijk kunnen verkrijgen.
#### 3.1.2 Plaatsing elektroden en ritmeanalyse
Na activatie van de AED volgt de fase van het uitvoeren van metingen en het voorbereiden van de toediening van een schok.
1. **Elektroden plaatsen:** Plak de elektroden op de ontblote borstkas van het slachtoffer. De AED-instructies, vaak visueel weergegeven op de verpakking van de elektroden of op het apparaat zelf, geven de precieze plaatsing aan [34](#page=34).
2. **Ritmeanalyse:** De AED voert nu een analyse uit van het hartritme van het slachtoffer. Tijdens deze analyse is het cruciaal dat niemand het slachtoffer aanraakt om een accurate meting te garanderen en onnodige schokken te voorkomen [35](#page=35).
> **Belangrijk:** Volg de gesproken en/of visuele instructies van de AED nauwkeurig op [37](#page=37) [38](#page=38).
#### 3.1.3 Schoktoediening
De analysefase bepaalt of een elektrische schok noodzakelijk is.
1. **Schok aanbevolen:** Als de AED een schok aanbeveelt, verzeker dan dat niemand het slachtoffer aanraakt. Zorg dat iedereen los is van het slachtoffer. Vervolgens dient de schok te worden toegediend door op de schokknop te drukken [36](#page=36).
2. **Schok toegediend:** Na de toediening van de schok zal de AED instructies geven voor vervolgstappen. Dit omvat doorgaans het direct hervatten van de reanimatie (30 compressies en 2 beademingen) [37](#page=37) [43](#page=43).
3. **Geen schok aanbevolen:** Indien de AED geen schok aanbeveelt, zal het apparaat instructies geven voor de vervolgstappen. Ook in dit geval wordt de reanimatie meestal hervat met 30 compressies en 2 beademingen [38](#page=38) [43](#page=43).
> **Tip:** Blijf de instructies van de AED volgen totdat professionele medische hulpverleners de zorg overnemen.
### 3.2 Gebruik van de AED bij kinderen
De toepassing van een AED bij kinderen vereist specifieke aandacht voor leeftijdsgrenzen en materiaalgebruik.
* **Ouder dan 8 jaar:** Bij kinderen ouder dan 8 jaar wordt de AED op dezelfde manier gebruikt als bij volwassenen [42](#page=42).
* **Tussen 1 en 8 jaar:** Bij kinderen tussen 1 en 8 jaar wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van kinderelektroden en/of een kinderinstelling op de AED, indien beschikbaar. Dit zorgt voor een optimale energieafgifte [42](#page=42).
* **Jonger dan 1 jaar:** Bij kinderen jonger dan 1 jaar mag een AED uitsluitend worden gebruikt wanneer de fabrikant specifieke instructies geeft voor veilig gebruik [42](#page=42).
> **Belangrijk:** Raadpleeg de handleiding van de specifieke AED voor gedetailleerde instructies over het gebruik bij kinderen, inclusief de eventuele beschikbaarheid van kinderelektroden of een kinderstand.
* * *
# Specifieke overwegingen bij reanimatie
Dit onderwerp behandelt specifieke aanpassingen en overwegingen tijdens reanimatie, met aandacht voor pediatrische reanimatie en de impact van de COVID-19 pandemie op beademingstechnieken.
### 4.1 Reanimatie bij kinderen
De algemene CPR-procedure voor volwassenen is ook toepasbaar bij kinderen [41](#page=41).
#### 4.1.1 Compressies bij kinderen
Bij kinderen is de diepte van de borstcompressies één derde van de diepte van de borstkas [41](#page=41).
#### 4.1.2 AED-gebruik bij kinderen
Het gebruik van een AED bij kinderen kent specifieke richtlijnen afhankelijk van de leeftijd:
* **Ouder dan 8 jaar**: De AED wordt gebruikt zoals bij volwassenen [42](#page=42).
* **Tussen 1 en 8 jaar**: Bij voorkeur worden kinderelektroden en/of een kinderinstelling op de AED gebruikt [42](#page=42).
* **Jonger dan 1 jaar**: Gebruik van de AED is uitsluitend toegestaan wanneer de fabrikant instructies geeft voor veilig gebruik [42](#page=42).
### 4.2 Impact van COVID-19 op beademingstechnieken
Tijdens de COVID-19 pandemie zijn specifieke aanpassingen in de reanimatieprocedure noodzakelijk, met name met betrekking tot beademing, om de veiligheid van de hulpverlener te waarborgen [27](#page=27).
#### 4.2.1 Veilige beademing tijdens COVID-19
* **Prioriteit aan eigen veiligheid**: De hulpverlener dient altijd de eigen veiligheid te respecteren [27](#page=27).
* **Geen mond-op-mond beademing**: In het kader van COVID-19 mag er geen mond-op-mond beademing worden toegepast [27](#page=27).
* **Gebruik van beademingsapparatuur**: Indien mogelijk dient een beademingsballon gebruikt te worden [27](#page=27).
* **Geen beademingen zonder device**: Indien er geen beademingsdevice beschikbaar is, worden er geen beademingen gegeven [27](#page=27).
* **Voortzetten van hartmassage**: De hartmassage wordt onverminderd voortgezet [27](#page=27).
* **Melding aan 112**: De noodcentrale dient geïnformeerd te worden over deze aanpassing in de procedure [27](#page=27).
### 4.3 Stabiele zijligging na herstel van ademhaling
Wanneer een slachtoffer weer normaal ademt en alleen gelaten moet worden, dient deze in de stabiele zijligging te worden gelegd [39](#page=39) [8](#page=8).
> **Tip:** De stabiele zijligging is cruciaal om te voorkomen dat het slachtoffer stikt in braaksel of de tong de luchtweg blokkeert.
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Cardiopulmonale Reanimatie (CPR) | Een levensreddende techniek die wordt toegepast wanneer iemands hart stopt met kloppen en/of de ademhaling stopt. Het omvat borstcompressies en kunstmatige beademingen om de bloedcirculatie en zuurstoftoevoer naar vitale organen te behouden. |
| Hartstilstand | Een medische noodsituatie waarbij het hart plotseling stopt met effectief pompen van bloed. Dit leidt tot het wegvallen van de ademhaling en het bewustzijn van de persoon. |
| Overleving | Het percentage van slachtoffers dat een medische gebeurtenis, zoals een hartstilstand, overleeft en ontslagen wordt uit het ziekenhuis. Vroege interventie verhoogt de overlevingskansen aanzienlijk. |
| Keten van Overleving | Een concept dat de opeenvolgende stappen beschrijft die nodig zijn voor een optimale uitkomst na een hartstilstand. Deze keten omvat vroege herkenning en alarmering, vroege reanimatie, vroege defibrillatie en vroege geavanceerde medische zorg. |
| Bewustzijn | De mate waarin een persoon zich bewust is van zijn omgeving en zichzelf. Bij reanimatie wordt dit gecontroleerd door te schudden aan de schouders en te vragen of alles in orde is. |
| Ademhaling | Het proces van in- en uitademen. Bij reanimatie wordt de normale ademhaling gecontroleerd door te kijken, luisteren en voelen gedurende maximaal 10 seconden. |
| Agonale ademhaling | Een abnormale, luide en zware ademhaling die kan optreden na een hartstilstand. Dit is geen normale ademhaling en wordt beschouwd als een teken van hartstilstand. |
| Borstcompressies | Het ritmisch indrukken van de borstkas om het bloed door het lichaam te laten circuleren wanneer het hart niet meer pompt. De compressies moeten met een specifieke diepte en frequentie worden uitgevoerd. |
| Beademingen | Het kunstmatig toedienen van lucht aan een persoon die niet zelfstandig ademt. Dit gebeurt door de luchtweg open te houden, de neus dicht te knijpen en lucht in de mond te blazen. |
| Automatische Externe Defibrillator (AED) | Een draagbaar medisch apparaat dat een elektrische schok kan toedienen aan iemand met een hartritmestoornis, in een poging het normale hartritme te herstellen. Het apparaat geeft gesproken instructies aan de gebruiker. |
| Stabiele zijligging | Een positie waarin een bewusteloos persoon wordt gelegd om te voorkomen dat de tong de luchtweg blokkeert en om de afvoer van vocht (zoals braaksel) mogelijk te maken. |
| Kinderelektroden | Speciale elektroden die ontworpen zijn voor gebruik bij kinderen, waarbij de schokenergie wordt aangepast aan de leeftijd en het gewicht van het kind. |