Cover
Mulai sekarang gratis Strafrecht les 10 - les 7 november 2025.pptx
Summary
# De doelstellingen van de straf en strafuitvoeringsrecht
Dit onderwerp behandelt de verschillende doelstellingen die nagestreefd worden met bestraffing, van vergelding tot re-integratie, en introduceert de principes van strafuitvoering.
## 1\. De doelstellingen van de straf en strafuitvoeringsrecht
### 1.1 Algemeen overzicht van strafdoelstellingen
De kern van strafuitvoering ligt in de te realiseren doelstellingen die de rechter moet overwegen bij het bepalen van de strafsoort en strafmaat. Hoewel de klassieke opvatting de nadruk legde op het leedtoevoegende karakter van de straf, erkent de hedendaagse wetgeving, met name in het Strafwetboek van 2024, een breder scala aan doelstellingen. Deze doelstellingen zijn niet noodzakelijk cumulatief en de wetgever heeft een strikte motiveringsplicht geïntroduceerd, vooral bij het opleggen van gevangenisstraffen.
> **Tip:** De doelstellingen van de straf zijn cruciaal voor het bepalen van zowel de strafsoort als de strafmaat. Een grondige motivatie door de rechter is hierbij essentieel.
#### 1.1.1 Kernbegrippen en doelstellingen
* **Bescherming van de maatschappij:** Een fundamenteel doel is het onschadelijk maken van de dader voor de maatschappij en het voorkomen van toekomstige delicten.
* **Herstel:** Dit omvat zowel het bevorderen van het herstel van het maatschappelijk evenwicht als het herstel van de door het misdrijf veroorzaakte schade. Dit kan symbolisch plaatsvinden, bijvoorbeeld via een werkstraf.
* **Preventie:**
* **Generale preventie:** Het afschrikkende effect van de straf op potentiële daders.
* **Individuele preventie:** Het voorkomen dat de betrokkene zelf hervalt.
* **Re-integratie:** Het faciliteren van de maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader na het plegen van een misdrijf.
* **Maatschappelijke afkeuring:** Het uiten van de afkeuring van de samenleving ten aanzien van de overtreding van de strafwet.
> **Tip:** De doelstellingen van de straf worden niet louter als een lijstje beschouwd; de rechtspraak, met name die van het Hof van Cassatie, nuanceert en interpreteert deze.
#### 1.1.2 De rol van de rechter en de motiveringsplicht
De rechter bepaalt, binnen de wettelijke grenzen, de straffen en maatregelen die noodzakelijk zijn ter realisering van de beoogde doelstellingen. Sinds het Strafwetboek van 2024 is er een strikte motiveringsplicht voor de schriftelijke conclusies en bij het opleggen van gevangenisstraffen. Dit houdt in dat de rechter expliciet moet motiveren waarom een bepaalde straf wordt opgelegd in het licht van de strafdoelstellingen.
> **Tip:** Referenties naar de veronderstelde verwachtingen van slachtoffers en hun familie kunnen door de rechter worden meegenomen in de motivatie, mits deze kaderen binnen de algemene doelstellingen van de straftoemeting.
### 1.2 Gevangenisstraf als ultimum remedium
De gevangenisstraf wordt beschouwd als het "ultimum remedium", het laatste redmiddel, binnen het strafrechtelijk arsenaal. Dit principe van subsidiariteit is verankerd in het Strafwetboek en houdt in dat gevangenisstraffen alleen worden opgelegd wanneer andere, minder ingrijpende straffen niet volstaan. Hierbij wordt rekening gehouden met de ongewenste neveneffecten van detentie voor de betrokkenen, hun omgeving en de samenleving.
> **Tip:** De gevangenisstraf is pas verplicht in de hoogste strafniveaus (niveau 7 en 8). Voor lagere niveaus kan de rechter kiezen voor alternatieve straffen.
#### 1.2.1 Strafniveaus en gevangenisstraf
* **Niveau 1 en 2:** Geen verplichte gevangenisstraf. In niveau 2 kan een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar worden opgelegd, evenals andere vrijheidsbeperkende straffen.
* **Niveau 7 en 8:** Verplichte vrijheidsbenemende straffen (gevangenisstraf of behandeling onder vrijheidsberoving).
* **Vervangende gevangenisstraf:** Bij niet-uitvoering van bepaalde straffen zoals een werkstraf of probatiestraf, kan een vervangende gevangenisstraf worden opgelegd, met een maximumduur van één jaar.
### 1.3 Proportionele bestraffing
Een algemeen principe is de rechtvaardige proportionaliteit tussen het misdrijf en de straf. Dit betekent dat de straf in verhouding moet staan tot de ernst van het gepleegde feit.
* **Geldboeten:** Hoewel er geen inkomensgerelateerde geldboeten zijn in de strikte zin, wordt bij het vaststellen van geldboeten en geldstraffen rekening gehouden met de financiële draagkracht en de sociale toestand van de veroordeelde, alsook met het verwachte of behaalde voordeel uit het misdrijf.
* **Verbeurdverklaring:** Ook bij verbeurdverklaringen kan de rechter rekening houden met deze factoren.
### 1.4 Individualisering van de straf
De individualisering van de straf is een heilig principe. Dit houdt in dat de straf wordt aangepast aan de specifieke omstandigheden van de dader en het feit.
* **Voorlichtingsrapport:** De rechter kan een voorlichtingsrapport vragen om de meest optimale straf in een specifieke casus te bepalen.
* **Advies van deskundigen:** Bij specifieke delicten, zoals zeden- of terrorismemisdrijven, kan advies van deskundigen of gespecialiseerde diensten worden ingewonnen indien strikt noodzakelijk.
### 1.5 Gediversifieerd sanctiepalet
Het Strafwetboek van 2024 voorziet in een gediversifieerd straffenpalet met verschillende strafniveaus (8 in totaal). Dit omvat een duidelijke inventaris van hoofd- en bijkomende straffen voor natuurlijke en rechtspersonen.
#### 1.5.1 Hoofd- en bijkomende straffen
* **Hoofdstraffen:** Kunnen afzonderlijk worden uitgesproken.
* **Bijkomende straffen:** Kunnen slechts samen met een hoofdstraf worden uitgesproken, met uitzondering van internering en opschorting van de uitspraak van de veroordeling, die wel met verbeurdverklaring kunnen gepaard gaan.
#### 1.5.2 Typen straffen
* **Vrijheidsbenemende straffen:** Gevangenisstraf, behandeling onder vrijheidsberoving.
* **Vrijheidsbeperkende straffen:** Straf onder elektronisch toezicht, probatiestraf, werkstraf.
* **Vermogensstraffen:** Geldboete, verbeurdverklaring (inclusief verruimde verbeurdverklaring), geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel.
* **Specifieke straffen:** Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten, beroepsverbod, verval van het recht tot sturen, verblijfs-, plaats- of contactverbod.
* **Spiegelstraffen:** Straf die het onderliggende misdrijf of de daderproblematiek reflecteert, met als doel het recidiverisico te verlagen.
#### 1.5.3 Consensuele straffen en bestraffingsmodaliteiten
De beklaagde kan instemmen met bepaalde straffen of bestraffingsmodaliteiten, zoals straf onder elektronisch toezicht, werkstraf, probatiestraf, dienstverleningsstraf, probatie-uitstel en opschorting van de uitspraak van de veroordeling.
### 1.6 Strafuitvoering
De uitvoering van straffen gebeurt op basis van definitieve veroordelingen met kracht van gewijsde.
* **Strafuitvoeringsrechtbank (SURB):** Zal de centrale uitvoeringsinstantie worden voor bepaalde straffen, hoewel deze nog niet volledig operationeel is. Momenteel is de probatiecommissie nog actief.
* **Vervangende straffen:** Worden subsidiair opgelegd en kunnen worden uitgevoerd als de hoofdstraffen niet (volledig) worden uitgevoerd. De vervangende gevangenisstraf bij geldboetes is afgeschaft ten gunste van gedwongen tenuitvoerlegging via inbeslagname en verkoop van goederen.
* **Niet-naleving:** Het niet-naleven van bepaalde straffen (zoals beroepsverbod, verval van het recht tot sturen) kan leiden tot een afzonderlijke strafbaarstelling.
> **Tip:** Het strafuitvoeringsrechtboek (Wet 13 maart 2024) regelt de tenuitvoerlegging van straffen. De SURB zal een cruciale rol spelen in het aanpassen, opschorten of beëindigen van straffen.
#### 1.6.1 Actieradius van bijkomende straffen
Bijkomende straffen worden uitgesproken ongeacht de plaats waar het misdrijf is gepleegd, zolang de toepassingsvoorwaarden van Boek I van het Strafwetboek zijn vervuld.
#### 1.6.2 Strafen voor rechtspersonen
Voor rechtspersonen gelden specifieke hoofd- en bijkomende straffen, waaronder geldboetes, dienstverleningsstraffen, probatiestraffen en verbeurdverklaringen. Ook kunnen zij verboden worden een bepaalde activiteit uit te oefenen of kan een inrichting gesloten worden.
> **Tip:** De wet maakt een duidelijk onderscheid tussen straffen toepasselijk op natuurlijke personen en rechtspersonen, met specifieke niveaus en strafmaten voor elk.
* * *
# De indeling en specificatie van straffen
Dit onderwerp behandelt de verschillende soorten straffen die opgelegd kunnen worden aan natuurlijke en rechtspersonen, inclusief de indeling in hoofd- en bijkomende straffen en het systeem van strafniveaus.
## 4.1 Algemene principes betreffende straffen
### 4.1.1 Kenmerken van een straf
Een straf is een punitieve sanctie die door een rechter wordt uitgesproken. Bestuurlijke sancties, hoewel soms ook een punitief karakter hebbend, worden door een bestuurlijke overheid opgelegd en vallen buiten de definitie van een straf in de zin van het strafrecht. De vraag of een sanctie als "criminal charge" in de zin van artikel 6 en 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) kan worden beschouwd, wordt beoordeeld op basis van de aard van de inbreuk en de aard en ernst van de sanctie, waarbij de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) casuïstisch is.
### 4.1.2 Uitvoering van de straf
De uitvoering van straffen vindt plaats na een definitieve veroordeling met kracht van gewijsde, waarbij de rechtsmiddelen zijn uitgeput. De uitvoering van vonnissen en arresten gebeurt "in naam des Konings". De strafrechtelijke aspecten worden op verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) uitgevoerd, terwijl de civiele aspecten op verzoek van burgerlijke partijen worden afgehandeld. De uitvoering van geldboeten en verbeurdverklaringen vereist een verzoek aan de FOD Justitie en de FOD Financiën. Het Strafuitvoeringswetboek (SW 2024) regelt het uitvoeringscontentieux.
Voorlopige hechtenis is geen straf, maar een georganiseerde vrijheidsberoving tijdens het gerechtelijk onderzoek die afgetrokken wordt van de opgelegde straf. Onmiddellijke aanhouding kan wel plaatsvinden zodra een straf definitief is. Het OM speelt een sleutelrol in de uitvoering van straffen.
### 4.1.3 Doelstellingen van de straf
De doelstellingen van straf zijn gericht op de bescherming van de maatschappij, het onschadelijk maken van de dader, het bereiken van herstel (al dan niet symbolisch), en preventie (generaal of individueel). Vergelding en re-integratie na het plegen van een misdrijf zijn eveneens van belang. De klassieke leer legde de nadruk op het leedtoevoegende karakter van de straf, terwijl de SW 2024 de nadruk legt op de bescherming van de maatschappij, het bevorderen van herstel en rehabilitatie, en de maatschappelijke afkeuring.
Gevangenisstraf wordt beschouwd als een \_ultimum remedium (laatste redmiddel), en er is een strikte motiveringsplicht bij het opleggen van een gevangenisstraf, met aandacht voor de ongewenste neveneffecten. De strafdoelstellingen zijn niet noodzakelijk limitatief.
### 4.1.4 Proportionele bestraffing
Een rechtvaardige proportionaliteit tussen het misdrijf en de straf is een algemeen principe. Geldboetes worden niet enkel inkomensgerelateerd vastgesteld, maar houden ook rekening met de financiële draagkracht en de sociale toestand van de veroordeelde.
### 4.1.5 Individualisering
De individualisering van de straf is cruciaal. Een voorlichtingsrapport (artikel 31 SW) kan worden opgesteld om de meest optimale straf in een specifieke casus te bepalen. Bij zeden- en terrorismemisdrijven kan, indien strikt noodzakelijk, advies van een deskundige of gespecialiseerde dienst worden ingewonnen (artikel 32 SW).
## 4.2 Indeling van straffen
De SW 2024 voorziet in een gediversifieerd sanctie- en straffenpalet, met een duidelijke inventaris van hoofd- en bijkomende straffen voor natuurlijke en rechtspersonen, verdeeld over acht strafniveaus.
### 4.2.1 Strafniveaus
De wetgever bepaalt de straf voor elk niveau en de eventuele straf na aanneming van verzachtende omstandigheden. Er is geen sprake meer van "correctionalisering" in de oude zin; er wordt rekening gehouden met de oude maximumstraffen die na correctionalisering van toepassing zouden zijn.
### 4.2.2 Hoofd- en bijkomende straffen
Hoofdstraffen kunnen afzonderlijk worden uitgesproken, terwijl bijkomende straffen slechts samen met een hoofdstraf kunnen worden opgelegd, met uitzonderingen zoals internering en opschorting van de uitspraak van de veroordeling, die ook met een verbeurdverklaring (bijkomende straf) gepaard kunnen gaan. Sommige bijkomende straffen kunnen in niveau 1 ook als hoofdstraf fungeren.
### 4.2.3 Strafbare feiten en straffen
De straffen zijn onderverdeeld in:
* **Hoofdstraffen voor natuurlijke personen**:
* **Niveau 8**: Levenslange gevangenisstraf; behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 18 jaar tot 20 jaar). Na verzachtende omstandigheden: niveau 7, 6, 5, 4 of 3.
* **Niveau 7**: Gevangenisstraf (meer dan 20 jaar tot 30 jaar); behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 16 jaar tot 18 jaar). Na verzachtende omstandigheden: niveau 6, 5, 4 of 3.
* **Niveau 6**: Gevangenisstraf (meer dan 15 jaar tot 20 jaar); behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 11 jaar tot 16 jaar). Na verzachtende omstandigheden: niveau 5, 4, 3 of 2.
* **Niveau 5**: Gevangenisstraf (meer dan 10 jaar tot 15 jaar); behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 6 jaar tot 11 jaar). Na verzachtende omstandigheden: niveau 4, 3 of 2.
* **Niveau 4**: Gevangenisstraf (meer dan 5 jaar tot 10 jaar); behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 4 jaar tot 6 jaar). Na verzachtende omstandigheden: niveau 3 of 2.
* **Niveau 3**: Gevangenisstraf (meer dan 3 jaar tot 5 jaar); behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 2 jaar tot 4 jaar). Na verzachtende omstandigheden: niveau 2 of 1.
* **Niveau 2**: Gevangenisstraf (6 maanden tot 3 jaar); behandeling onder vrijheidsberoving (6 maanden tot 2 jaar); straf onder elektronisch toezicht (1 maand tot 1 jaar); werkstraf (meer dan 120 uur tot 300 uur); probatiestraf (meer dan 12 maanden tot 2 jaar); veroordeling bij schuldigverklaring. Na verzachtende omstandigheden: niveau 1.
* **Niveau 1**: Geldboete (200 euro tot 20.000 euro); werkstraf (20 uur tot 120 uur); probatiestraf (6 maanden tot 12 maanden); verbeurdverklaring (inclusief verruimde verbeurdverklaring); geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel; veroordeling bij schuldigverklaring. Na verzachtende omstandigheden: bijkomende straf in plaats van de hoofdstraf.
* **Bijkomende straffen voor natuurlijke personen**:
* Verlengde opvolging (verplicht of facultatief)
* Geldboete (facultatief, niet voor niveau 1 en niet samen met geldstraf op basis van voordeel)
* Verbeurdverklaring (verplicht)
* Verruimde verbeurdverklaring (facultatief)
* Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel (facultatief)
* Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten (verplicht of facultatief)
* Beroepsverbod (facultatief)
* Bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling (in wettelijk bepaalde gevallen: facultatief)
* Sluiting van de inrichting (in wettelijk bepaalde gevallen: facultatief)
* Verval van het recht tot sturen (facultatief)
* Verblijfs-, plaats- of contactverbod (facultatief)
* **Hoofdstraffen voor rechtspersonen**:
* **Niveau 8**: Geldboete (meer dan 4.000.000 euro tot 5.760.000 euro). Na verzachtende omstandigheden: niveau 7, 6, 5, 4 of 3.
* **Niveau 7**: Geldboete (meer dan 1.600.000 euro tot 4.000.000 euro). Na verzachtende omstandigheden: niveau 6, 5, 4 of 3.
* **Niveau 6**: Geldboete (meer dan 1.200.000 euro tot 1.600.000 euro). Na verzachtende omstandigheden: niveau 5, 4, 3 of 2.
* **Niveau 5**: Geldboete (meer dan 800.000 euro tot 1.200.000 euro). Na verzachtende omstandigheden: niveau 4, 3 of 2.
* **Niveau 4**: Geldboete (meer dan 600.000 euro tot 800.000 euro). Na verzachtende omstandigheden: niveau 3 of 2.
* **Niveau 3**: Geldboete (meer dan 360.000 euro tot 600.000 euro). Na verzachtende omstandigheden: niveau 2 of 1.
* **Niveau 2**: Geldboete (meer dan 20.000 euro tot 360.000 euro); dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap (geraamd op meer dan 20.000 euro tot 360.000 euro); probatiestraf (meer dan 12 maanden tot 2 jaar); cumulatie van twee straffen van niveau 1; veroordeling bij schuldigverklaring. Na verzachtende omstandigheden: niveau 1.
* **Niveau 1**: Geldboete (200 euro tot ten hoogste 20.000 euro); dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap (geraamd op 200 euro tot 20.000 euro); probatiestraf (6 maanden tot 12 maanden); verbod om een activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp uit te oefenen (1 jaar tot 10 jaar); verbeurdverklaring (inclusief verruimde verbeurdverklaring); geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel; sluiting van de inrichting; veroordeling bij schuldigverklaring. Na verzachtende omstandigheden: bijkomende straf in plaats van de hoofdstraf.
* **Bijkomende straffen voor rechtspersonen**:
* Geldboete (GB als hoofdstraf + GB als bijkomende straf)
* Verbeurdverklaring
* Verruimde verbeurdverklaring
* Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel
* Verbod om een activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp uit te oefenen (1 jaar tot 10 jaar)
* Sluiting van de inrichting
* Bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling
### 4.2.4 Specifieke strafmodaliteiten
* **Vrijheidsbenemende straffen**: Omvatten gevangenisstraf. Opsluiting en hechtenis bestaan niet meer. Behandeling onder vrijheidsberoving valt in het forensisch circuit vanaf 1 januari 2035.
* **Vrijheidsbeperkende straffen**: Straf onder elektronisch toezicht, probatiestraf, werkstraf (als hoofdstraffen). Verlengde opvolging, ontzetting uit burgerlijke en politieke rechten, beroepsverbod, verval van het recht tot sturen, verblijfs-/plaats-/contactverbod (als bijkomende straffen).
* **Vermogensstraffen**: Geldboete, verbeurdverklaring, verruimde verbeurdverklaring, geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of behaalde voordeel.
* **Spiegelstraffen**: Straf die het onderliggende misdrijf of de onderliggende daderproblematiek reflecteert, met als doel het crimineel gedrag te verminderen. Voorbeelden zijn verval van het recht tot sturen, beroepsverbod, verbeurdverklaring, geldstraf op basis van voordeel.
### 4.2.5 Consensuele straffen
Dit zijn straffen waarbij de beklaagde instemming verleent, persoonlijk of via advocaat (of vertegenwoordiger/lasthebber ad hoc voor rechtspersonen). Hieronder vallen straf onder elektronisch toezicht, werkstraf, probatiestraf, dienstverleningsstraf, probatie-uitstel, en opschorting van de uitspraak van de veroordeling.
### 4.2.6 Vervangende straffen
Een straf die subsidiair wordt opgelegd en enkel ten uitvoer kan worden gebracht als de hoofd straf niet (volledig) wordt uitgevoerd. De vervangende gevangenisstraf bij geldboetes is afgeschaft ten gunste van gedwongen tenuitvoerlegging. Vervangende gevangenisstraffen bestaan wel voor straf onder elektronisch toezicht, werkstraf, probatiestraf en behandeling onder vrijheidsberoving.
### 4.2.7 Veroordeling bij schuldigverklaring
Dit is een modaliteit die kan worden opgelegd, met name in de lagere strafniveaus.
> **Tip:** De indeling in strafniveaus en de specifieke strafmodaliteiten bieden de rechter een flexibel instrumentarium om straffen proportioneel en geïndividualiseerd op te leggen, rekening houdend met de ernst van het misdrijf en de kenmerken van de dader.
* * *
# Kenmerken en toetsing van straffen
Dit onderwerp behandelt de essentiële eigenschappen van een straf, de toepassing van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) op sancties, en de rechtspraak inzake de classificatie van sancties als straf.
### 3.1 Kenmerken van een straf
Een straf kenmerkt zich primair door haar rechterlijke aard. Een sanctie die door een bestuursrechtelijke overheid wordt opgelegd, zelfs indien deze een punitief karakter heeft, wordt niet als een straf in de zin van het strafrecht beschouwd. Toezeggingen door het Openbaar Ministerie vallen evenmin onder de definitie van een straf. De kern van een straf is dat het een punitieve sanctie betreft.
#### 3.1.1 "Criminal charge" onder het EVRM
De notie "criminal charge" in de zin van de artikelen 6 en 7 van het EVRM is cruciaal voor de beoordeling of een sanctie onder de bescherming van deze bepalingen valt.
#### 3.1.2 Toetsingscriteria voor de interne classificatie
De rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hanteert een casuïstische benadering om te bepalen of een sanctie als een straf kan worden geclassificeerd. Hierbij worden twee hoofdcriteria gehanteerd:
* **Aard van de inbreuk:** Wordt de sanctie opgelegd voor een gedraging die nationaalrechtelijk als een strafbaar feit wordt beschouwd?
* **Aard en ernst van de sanctie:** Is de sanctie punitief van aard en kan de ernst ervan wijzen op een strafrechtelijke behandeling?
Als een sanctie volgens het interne recht als een straf wordt geclassificeerd, vallen de artikelen 6 en 7 EVRM direct van toepassing. Indien de sanctie internrechtelijk niet als straf wordt beschouwd, kan het EHRM toch tot de conclusie komen dat er sprake is van een "criminal charge" indien zowel de aard van de inbreuk als de aard en ernst van de sanctie punitief zijn.
> **Tip:** Het EHRM hanteert soms een graduele rechtsbescherming voor geschillen die niet tot de "hard core" van het strafrecht behoren.
### 3.2 Toepassing van het EVRM op sancties
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is relevant voor de beoordeling van sancties. De belangrijkste artikelen hierbij zijn:
* **Artikel 3 EVRM:** Dit artikel verbiedt foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Dit geldt onverminderd de toepassing van de doodstraf, die zelf ook in strijd is met de beginselen van het EVRM, met name Protocollen 6 en 13.
* **Artikelen 6 en 7 EVRM:** Deze artikelen waarborgen het recht op een eerlijk proces en het legaliteitsbeginsel, en zijn van toepassing wanneer er sprake is van een "criminal charge".
### 3.3 De rechtspraak en classificatie van sancties
De rechtspraak, met name die van het EHRM, speelt een centrale rol in de classificatie van sancties als straffen. Zoals hierboven vermeld, gebeurt dit op een casuïstische wijze, waarbij zowel de nationale kwalificatie als de punitieve aard en ernst van de sanctie in overweging worden genomen.
#### 3.3.1 Voorbeelden van sancties die als straf kunnen worden beschouwd
Sancties die een punitief karakter hebben, kunnen onder de reikwijdte van de EVRM-bepalingen vallen, ook al worden ze internrechtelijk niet altijd als een straf geclassificeerd. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor administratieve boetes of andere bestraffende maatregelen die door bestuursorganen worden opgelegd.
#### 3.3.2 Gevangenisstraf
De gevangenisstraf is een klassieke vrijheidsbenemende straf. Het is belangrijk op te merken dat voorlopige hechtenis, hoewel het een vrijheidsberoving inhoudt, geen straf is in de zin van een definitieve bestraffing, maar een georganiseerde vrijheidsberoving gedurende het gerechtelijk onderzoek. De duur van de voorlopige hechtenis wordt wel afgetrokken van de uiteindelijke opgelegde straf.
#### 3.3.3 Doodstraf
De doodstraf is in België afgeschaft en wordt verboden door Protocollen 6 en 13 bij het EVRM. Artikel 3 EVRM verbiedt onmenselijke en onterende bestraffing, wat een verdere bescherming biedt tegen de invoering van dergelijke straffen.
### 3.4 Uitvoering van straffen
De uitvoering van straffen vindt plaats nadat een definitieve veroordeling met kracht van gewijsde is verkregen. Dit betekent dat alle rechtsmiddelen zijn uitgeput. De uitvoering geschiedt "in naam des Konings".
* **Strafrechtelijke aspecten:** Deze worden uitgevoerd op verzoek van het Openbaar Ministerie.
* **Burgerlijke aspecten:** Deze worden uitgevoerd op verzoek van burgerlijke partijen.
Het Openbaar Ministerie speelt een cruciale rol bij de tenuitvoerlegging van straffen, onder meer door het instellen van vorderingen bij vrees voor onttrekking aan de straf of recidivegevaar.
#### 3.4.1 Strafuitvoeringsrechtbank (SURB)
De Strafuitvoeringsrechtbank (SURB) is een nieuwe instantie die belast zal worden met de uitvoering van bepaalde straffen. Voorlopig blijft de probatiecommissie nog operationeel.
#### 3.4.2 Onmiddellijke aanhouding
Onmiddellijke aanhouding kan geschieden zodra een straf definitief is, zelfs indien de tenuitvoerlegging nog niet onmiddellijk aanvangt. Dit kan gevorderd worden door het Openbaar Ministerie bij vrees voor onttrekking of recidive, bij een minimale gevangenisstraf van drie jaar zonder uitstel, of bij ernstige schendingen van internationaal humanitair recht en seksueel strafrecht met een minimale gevangenisstraf van één jaar.
### 3.5 Doelstellingen van de straf
De doelstellingen van straffen zijn veelzijdig en omvatten onder meer:
* **Vergelding:** Het uitdrukken van maatschappelijke afkeuring.
* **Herstel:** Bevorderen van het herstel van het maatschappelijk evenwicht en de door het misdrijf veroorzaakte schade.
* **Rehabilitatie en Re-integratie:** Bevorderen van de maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader.
* **Bescherming van de maatschappij:** Zowel algemene preventie (afschrikking) als individuele preventie (voorkomen van recidive).
De klassieke leer stelde het leedtoevoegende karakter van de straf voorop, terwijl de moderne wetgeving (Sw. 2024) de nadruk legt op de doelstellingen van de straftoemeting.
#### 3.5.1 Gevangenisstraf als ultimum remedium
De gevangenisstraf wordt beschouwd als een "ultimum remedium", wat betekent dat het slechts als laatste redmiddel mag worden toegepast. Er moet rekening gehouden worden met ongewenste neveneffecten van detentie op de betrokkenen en hun omgeving.
#### 3.5.2 Proportionele bestraffing
Een essentieel beginsel is de rechtvaardige proportionaliteit tussen het misdrijf en de straf. Bij de bepaling van geldboetes wordt rekening gehouden met de financiële draagkracht en sociale toestand van de veroordeelde.
#### 3.5.3 Individualisering van de bestraffing
De individualisering van de bestraffing is cruciaal. Dit kan mede worden gerealiseerd door het aanvragen van een voorlichtingsrapport of het inschakelen van deskundigen.
#### 3.5.4 Gediversifieerd sanctiepalet
De wetgever voorziet in een gediversifieerd straffenpalet met verschillende strafniveaus, zowel voor natuurlijke als rechtspersonen. Dit omvat hoofd- en bijkomende straffen.
#### 3.5.5 Spiegelstraffen
Spiegelstraffen reflecteren het onderliggende misdrijf of de daderproblematiek. Voorbeelden hiervan zijn het verval van het recht tot sturen bij verkeersdelicten of een beroepsverbod bij economische misdrijven.
#### 3.5.6 Consensuele straffen en bestemmingsmodaliteiten
De beklaagde kan instemmen met bepaalde straffen, zoals straffen onder elektronisch toezicht, werkstraffen of probatiestraffen.
#### 3.5.7 Vervangende straffen
Vervangende straffen worden subsidiair opgelegd wanneer de hoofdgestrafte straf geen of geen volledige uitvoering krijgt. De wet voorziet in specifieke regels voor vervangende gevangenisstraffen en geldboetes.
#### 3.5.8 Indeling van straffen
De straffen worden onderverdeeld in verschillende categorieën:
* **Hoofdstraffen natuurlijke personen:** Variërend van gevangenisstraffen en behandeling onder vrijheidsberoving tot straffen onder elektronisch toezicht, werkstraffen, probatiestraffen en geldboetes, afhankelijk van het strafniveau.
* **Bijkomende straffen natuurlijke personen:** Zoals verlengde opvolging, geldboete, verbeurdverklaring, ontzetting uit burgerlijke en politieke rechten, beroepsverbod, verval van het recht tot sturen, en verblijfs-, plaats- of contactverboden.
* **Hoofdstraffen rechtspersonen:** Voornamelijk geldboetes, dienstverleningsstraffen, probatiestraffen, verboden op activiteiten, verbeurdverklaringen en sluiting van inrichtingen, eveneens ingedeeld per strafniveau.
* **Bijkomende straffen rechtspersonen:** Zoals geldboetes, verbeurdverklaringen, verboden op activiteiten en sluiting van inrichtingen.
#### 3.5.9 Veroordeling bij schuldigverklaring
Een veroordeling bij schuldigverklaring is een modaliteit die kan worden toegepast, zowel voor natuurlijke als rechtspersonen, en kan leiden tot straffen op lagere niveaus of tot bijkomende straffen in plaats van een hoofdstraf, afhankelijk van de omstandigheden en eventuele verzachtende omstandigheden.
* * *
# Casuïstiek en individuele straftoemeting
Dit onderwerp onderzoekt de toepassing van strafrechtelijke beginselen aan de hand van concrete oefeningen, met aandacht voor verzachtende omstandigheden en de individualisering van de straf.
## 4.1 Kenmerken van de straf
Een straf is een punitieve sanctie die rechterlijk wordt uitgesproken. Bestuurlijke sancties, hoewel punitief, worden niet door een rechter opgelegd. De kwalificatie als "straf" in de zin van artikel 6 en 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is afhankelijk van de aard van de inbreuk en de aard en ernst van de sanctie, waarbij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) een casuïstische beoordeling hanteert.
## 4.2 Uitvoering van de straf
De uitvoering van straffen geschiedt op basis van definitieve veroordelingen die kracht van gewijsde hebben verkregen. Zowel het Openbaar Ministerie (OM) als, in burgerlijke aspecten, de burgerlijke partijen kunnen de tenuitvoerlegging van een straf vorderen. De strafuitvoeringswet (SW 2024) regelt de bevoegdheden van het strafuitvoeringsrecht (SURB), dat de probatiecommissie zal vervangen.
Het OM kan overgaan tot onmiddellijke aanhouding indien er vrees is voor onttrekking aan de uitvoering van de straf of voor recidivegevaar, met name bij straffen van een bepaalde duur of bij ernstige internationale misdrijven. Voorlopige hechtenis is geen straf, maar een vrijheidsberoving tijdens het gerechtelijk onderzoek die van de opgelegde straf wordt afgetrokken.
## 4.3 Doelstellingen van de straf
De doelstellingen van strafvervolging omvatten onder meer het uiten van maatschappelijke afkeuring, het bevorderen van herstel, het bevorderen van maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie, en de bescherming van de maatschappij. De klassieke leer stelde het leedtoevoegende karakter van de straf voorop, maar de huidige wetgeving legt de nadruk op de veelvoudige doelstellingen van straf, waarbij gevangenisstraf als ultimum remedium wordt beschouwd.
> **Tip:** De doelstellingen van de straf zijn leidend bij de keuze van de strafsoort en strafmaat. De rechter heeft een strikte motiveringsplicht bij het opleggen van gevangenisstraffen.
### 4.3.1 Gevangenisstraf als ultimum remedium
De gevangenisstraf mag enkel als laatste redmiddel worden ingezet, rekening houdend met de ongewenste neveneffecten op betrokkenen en de samenleving. Bij een veroordeling in de hogere strafniveaus (7 en 8) is een gevangenisstraf verplicht.
### 4.3.2 Proportionele bestraffing
Een rechtvaardige proportionaliteit tussen het misdrijf en de straf is een algemeen principe. Bij geldboetes wordt rekening gehouden met de financiële draagkracht en sociale toestand van de dader, en de vaststelling kan gebeuren op basis van het verwachte of behaalde voordeel.
### 4.3.3 Individualisering van de straf
De individualisering van de straf is cruciaal. Hiervoor kan de rechter een voorlichtingsrapport opvragen (art. 31 SW 2024) of advies inwinnen bij deskundigen of gespecialiseerde diensten, met name bij zeden- en terrorismemisdrijven.
## 4.4 Gediversifieerd sanctiepalet
Het strafrecht voorziet in een gediversifieerd palet aan straffen, onderverdeeld in strafniveaus. Deze niveaus bepalen de mogelijke strafsoorten en strafmaten voor natuurlijke en rechtspersonen.
### 4.4.1 Hoofdstraffen voor natuurlijke personen
* **Niveau 8:** Levenslange gevangenisstraf, behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 18 jaar tot 20 jaar).
* **Niveau 7:** Gevangenisstraf (meer dan 20 jaar tot 30 jaar), behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 16 jaar tot 18 jaar).
* **Niveau 6:** Gevangenisstraf (meer dan 15 jaar tot 20 jaar), behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 11 jaar tot 16 jaar).
* **Niveau 5:** Gevangenisstraf (meer dan 10 jaar tot 15 jaar), behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 6 jaar tot 11 jaar).
* **Niveau 4:** Gevangenisstraf (meer dan 5 jaar tot 10 jaar), behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 4 jaar tot 6 jaar).
* **Niveau 3:** Gevangenisstraf (meer dan 3 jaar tot 5 jaar), behandeling onder vrijheidsberoving (meer dan 2 jaar tot 4 jaar).
* **Niveau 2:** Gevangenisstraf (6 maanden tot 3 jaar), behandeling onder vrijheidsberoving (6 maanden tot 2 jaar), straf onder elektronisch toezicht (1 maand tot 1 jaar), werkstraf (meer dan 120 uur tot 300 uur), probatiestraf (meer dan 12 maanden tot 2 jaar), veroordeling bij schuldigverklaring.
* **Niveau 1:** Geldboete (200 euro tot 20.000 euro), werkstraf (20 uur tot 120 uur), probatiestraf (6 maanden tot 12 maanden), verbeurdverklaring (inclusief verruimde verbeurdverklaring), geldstraf (gebaseerd op voordeel), veroordeling bij schuldigverklaring.
Na aanneming van verzachtende omstandigheden kunnen straffen in lagere niveaus worden opgelegd.
### 4.4.2 Bijkomende straffen voor natuurlijke personen
Bijkomende straffen kunnen enkel samen met een hoofdstraf worden uitgesproken. Voorbeelden zijn: verlengde opvolging, geldboete, verbeurdverklaring, ontzetting uit burgerlijke en politieke rechten, beroepsverbod, verval van het recht tot sturen, en verblijfs-, plaats- of contactverboden.
### 4.4.3 Hoofdstraffen voor rechtspersonen
De straffen voor rechtspersonen bestaan voornamelijk uit geldboetes, dienstverleningsstraffen en specifieke verboden, die ook ingedeeld zijn in strafniveaus, vergelijkbaar met die voor natuurlijke personen, maar met andere bedragen en duur.
### 4.4.4 Bijkomende straffen voor rechtspersonen
Bijkomende straffen voor rechtspersonen omvatten onder andere geldboetes, verbeurdverklaring, verbod op bepaalde activiteiten, en sluiting van de inrichting.
## 4.5 Casuïstiek en individuele straftoemeting
De casuïstiek toont aan dat de rechter bij de straftoemeting rekening moet houden met alle individuele omstandigheden van de dader en het misdrijf. Verzachtende omstandigheden, zoals de zorg voor een hulpbehoevende moeder of een eerste overtreding door een jongvolwassene, kunnen leiden tot een mildere straf. De intentie achter het misdrijf, de sociale context en de persoonlijke omstandigheden van de dader spelen een cruciale rol in de individualisering van de straf. Er is geen exhaustieve lijst van verzachtende omstandigheden; elke omstandigheid die een lagere schuld of strafwaardigheid impliceert, kan als zodanig worden beschouwd.
> **Voorbeeld:** In de casus van Jules kan de noodzaak om medicatie voor zijn zieke moeder te betalen als een verzachtende omstandigheid worden aangevoerd. Bij de jonge dader Thomas kan de druk om indruk te maken op zijn medestudente, hoewel geen rechtvaardiging, de beoordeling van zijn strafbaar gedrag beïnvloeden in het kader van individualisering.
## 4.6 Spiegeldende straffen en consensuele modaliteiten
Spiegeldende straffen zijn straffen die het onderliggende misdrijf of de daderproblematiek reflecteren, zoals het verval van het recht tot sturen bij verkeersmisdrijven of een beroepsverbod bij economische delicten. Consensuele straffen, zoals straf onder elektronisch toezicht, werkstraffen en probatiestraffen, vereisen de instemming van de beklaagde.
## 4.7 Vervangende straffen
Vervangende straffen treden in de plaats van de hoofdgevangenisstraf wanneer deze laatste niet of niet volledig wordt uitgevoerd. De regels voor vervangende straffen zijn in de SW 2024 gewijzigd, met afschaffing van de vervangende gevangenisstraf bij geldboetes en nieuwe regels voor de tenuitvoerlegging van andere straffen.
## 4.8 Verband tussen hoofd- en bijkomende straffen
Hoofdstraffen kunnen afzonderlijk worden uitgesproken, terwijl bijkomende straffen steeds samen met een hoofdstraf worden opgelegd, met uitzondering van bepaalde modaliteiten zoals internering en verbeurdverklaring.
> **Tip:** Bij de beoordeling van een casus is het belangrijk om onderscheid te maken tussen hoofd- en bijkomende straffen, en de mogelijke impact van verzachtende omstandigheden op de uiteindelijke straftoemeting te analyseren.
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Punitieve sanctie | Een sanctie die als doel heeft leed toe te voegen of te bestraffen, met het oog op vergelding, preventie of rehabilitatie van de dader. |
| Criminal charge | Een aanklacht wegens een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 6 en 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, die recht geeft op bepaalde procedurele waarborgen. |
| Internrechtelijke classificatie | De beoordeling of een sanctie volgens het nationale recht van een land als een straf wordt beschouwd, wat relevant is voor de toepassing van internationale mensenrechtenverdragen. |
| Aard van de inbreuk | De aard van de gedraging die strafbaar is gesteld, inclusief de ernst en de maatschappelijke impact ervan. |
| Aard en ernst van de sanctie | De kenmerken van een opgelegde sanctie, zoals de aard van de beperking of het leed dat het veroorzaakt, en de mate van impact op de betrokkene. |
| Casuïstisch | Een benadering die per geval wordt bekeken, waarbij de specifieke omstandigheden van een zaak de beslissing bepalen, in plaats van een algemene regel toe te passen. |
| Kracht van gewijsde | Het moment waarop een rechterlijke beslissing definitief is geworden en niet meer vatbaar is voor hoger beroep, waardoor de straf ten uitvoer kan worden gelegd. |
| Verbeurdverklaring | Een straf waarbij de veroordeelde de opbrengst van het misdrijf of voorwerpen die tot het misdrijf dienstig waren, moet afstaan aan de staat. |
| Strafuitvoeringswetboek | Een wetboek dat de regels bevat voor de uitvoering van straffen en maatregelen die door de rechter zijn opgelegd. |
| Strafniveau | Een indeling van straffen in verschillende gradaties van zwaarte, gebaseerd op de ernst van het misdrijf en de wettelijke bepalingen. |
| Preventie | Het voorkomen van strafbare feiten, onderverdeeld in algemene preventie (afschrikking van anderen) en individuele preventie (voorkomen van recidive bij de dader). |
| Re-integratie | Het proces waarbij een veroordeelde opnieuw wordt opgenomen in de samenleving na het uitzitten van een straf, met als doel te voorkomen dat hij of zij opnieuw strafbare feiten pleegt. |
| Ultimum remedium | Het laatste redmiddel, wat betekent dat een straf, met name vrijheidsbeneming, alleen mag worden opgelegd wanneer andere, minder ingrijpende middelen ontoereikend zijn. |
| Proportionaliteit | Het principe dat er een evenredigheid moet bestaan tussen de ernst van het misdrijf en de zwaarte van de opgelegde straf. |
| Individualisering | Het aanpassen van de strafmaat en de tenuitvoerlegging van de straf aan de specifieke omstandigheden van de dader en het begane misdrijf. |
| Gediversifieerd sanctiepalet | Een breed scala aan verschillende soorten straffen en maatregelen die de rechter kan opleggen, om zo beter aan te sluiten bij de individuele behoeften en omstandigheden. |
| Spiegelstraffen | Strafvormen die de aard van het onderliggende misdrijf of de problematische gedraging van de dader reflecteren, met als doel een dieper en meer aangepast herstel te bewerkstelligen. |
| Consensuele straffen | Strafmodaliteiten waarbij de instemming van de beklaagde, al dan niet via zijn advocaat, vereist is voor de oplegging ervan. |
| Vervangende straffen | Strafrechtelijke sancties die subsidiair worden opgelegd en ten uitvoer worden gebracht wanneer de hoofdstraffen niet (volledig) worden uitgevoerd. |
| Hoofdstraffen | De primaire straffen die door de rechter worden opgelegd voor een misdrijf, zoals gevangenisstraf of geldboete. |
| Bijkomende straffen | Strafrechtelijke sancties die naast een hoofdstraf kunnen worden opgelegd, zoals ontzetting uit burgerlijke en politieke rechten of een beroepsverbod. |
| Naturlijke personen | Individuele mensen, in tegenstelling tot rechtspersonen. |
| Rechtspersonen | Organisaties, zoals bedrijven of verenigingen, die volgens de wet drager kunnen zijn van rechten en plichten en dus ook strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. |
| Gevangenisstraf | Een vrijheidsbenemende straf die inhoudt dat de veroordeelde voor een bepaalde periode wordt opgesloten in een gevangenis. |
| Elektronisch toezicht | Een vorm van vrijheidsbeperking waarbij de veroordeelde wordt voorzien van een enkelband die elektronisch wordt gemonitord om zijn of haar bewegingsvrijheid te controleren. |
| Werkstraf | Een straf waarbij de veroordeelde onbetaald werk verricht ten dienste van de gemeenschap, als alternatief voor een vrijheidsstraf. |
| Probatiestraf | Een straf waarbij de veroordeelde onder toezicht wordt geplaatst en zich aan bepaalde voorwaarden moet houden, met als doel recidive te voorkomen. |
| Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap | Een straf waarbij de veroordeelde een bepaalde hoeveelheid uren onbetaald werk verricht ten behoeve van een non-profitorganisatie of de gemeenschap. |
| Verruimde verbeurdverklaring | Een vorm van verbeurdverklaring die niet beperkt is tot de opbrengsten van het specifieke misdrijf, maar ook de opbrengsten van andere misdrijven kan omvatten. |
| Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel | Een geldboete waarvan de hoogte wordt bepaald door de financiële winst die de dader heeft behaald of had kunnen behalen met het plegen van het misdrijf. |
| Ontbinding | De wettelijke beëindiging van het bestaan van een rechtspersoon, vaak als straf of beveiligingsmaatregel. |
| Beveiligingsmaatregel | Een maatregel die gericht is op het beschermen van de samenleving tegen personen die een gevaar vormen, zoals terbeschikkingstelling (TBS). |