Cover
Mulai sekarang gratis 2 pemberton-mulder-2023-bringing-injustice-back-in-secondary-victimization-as-epistemic-injustice.pdf
Summary
# Aanpakken van tekortkomingen in de huidige conceptualisering van secundaire victimisatie
Dit onderwerp onderzoekt de beperkingen van de huidige definitie van secundaire victimisatie en stelt voor om deze te verhelpen door het concept van epistemische onrechtvaardigheid te integreren.
### 1.1 Introductie tot secundaire victimisatie en de noodzaak van herconceptualisering
Secundaire victimisatie is een cruciaal concept in de studie van misdaadslachtoffers, beleid en ondersteuningsmaatregelen. Het verwijst naar de negatieve ervaringen die slachtoffers ondergaan na hun oorspronkelijke victimisatie, vaak door toedoen van maatschappelijke instellingen, met name binnen het strafrechtelijk systeem. Hoewel concepten als 'de tweede verkrachting' of 'de tweede aanranding' de ernst van deze ervaringen onderstrepen lijdt de huidige conceptualisering aan aanzienlijke tekortkomingen. Dit blijkt ook uit internationale juridische documenten zoals de EU Victims Directive en de aanbevelingen van de Raad van Europa, die weliswaar het belang benadrukken, maar geen duidelijke definitie bieden of kampen met conceptuele onduidelijkheid [1](#page=1) [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 1.1.1 De rol van de huidige definitie in beleid en wetgeving
Internationale wetgeving, zoals de EU Victims Directive van 2012 en de Raad van Europa-aanbeveling Rec 8, erkennen het belang van secundaire victimisatie. De EU-richtlijn vermeldt het concept maar liefst 17 keer, terwijl de Raad van Europa stelt dat bescherming tegen secundaire victimisatie een primair doel van slachtofferhulp is. Echter, de definitie van de Raad van Europa ('Secundaire victimisatie betekent de victimisatie die niet het directe gevolg is van de criminele daad, maar voortvloeit uit de reactie van instellingen en individuen op het slachtoffer') is vaag en problematisch in combinatie met de definitie van victimisatie zelf, omdat de meeste gevallen van secundaire victimisatie niet voortkomen uit een schending van het strafrecht, maar uit de werking ervan [2](#page=2).
#### 1.1.2 De vijf belangrijkste tekortkomingen in de huidige conceptualisering
De huidige conceptualisering van secundaire victimisatie vertoont vijf belangrijke tekortkomingen die het potentieel ervan als katalysator voor verandering beperken [3](#page=3):
1. **Fungeert als een containerbegrip:** Het concept wordt te breed gebruikt voor allerlei negatieve ervaringen na victimisatie, variërend van hertraumatisering tot lichte ontevredenheid, wat leidt tot conceptuele verwarring [2](#page=2) [3](#page=3) [5](#page=5).
2. **Onderstreept negatieve emotionele uitkomsten:** De nadruk ligt te veel op het verergeren van de emotionele gevolgen van de oorspronkelijke victimisatie, wat voorbijgaat aan andere vormen van onrechtvaardigheid [3](#page=3) [5](#page=5) [6](#page=6).
3. **Gelijkstellen van vrijwillige en onvrijwillige deelname:** De huidige definitie maakt geen onderscheid tussen situaties waar slachtoffers onvrijwillig aan worden blootgesteld en situaties waar ze vrijwillig aan deelnemen, zoals bij restauratieve rechtspraak [6](#page=6) [7](#page=7).
4. **Verwaarlozing van het uitblijven van actie:** Er is te weinig aandacht voor onrecht dat voortkomt uit het nalaten van actie of het gebrek aan reacties van maatschappelijke instellingen, in plaats van enkel uit actieve negatieve handelingen [7](#page=7) [8](#page=8).
5. **Onduidelijke institutionele vooroordelen:** Er wordt onvoldoende aandacht besteed aan subtiele, heimelijke of hegemoniële institutionele vooroordelen en structurele ongelijkheden die bijdragen aan de ervaringen en interpretaties van slachtoffers [3](#page=3) [8](#page=8) [9](#page=9).
### 1.2 Het concept van epistemische onrechtvaardigheid als oplossing
Om deze tekortkomingen aan te pakken, stellen de auteurs voor om secundaire victimisatie te koppelen aan het concept van **epistemische onrechtvaardigheid**, zoals ontwikkeld door Miranda Fricker. Epistemische onrechtvaardigheid betreft de schade die iemand wordt toegebracht in zijn of haar hoedanigheid als kenner. Dit concept omvat twee hoofdvormen [3](#page=3) [4](#page=4):
#### 1.2.1 Testimonial injustice (getuigenis-onrecht)
Testimonial injustice verwijst naar vooroordelen (die ongegrond zijn) met betrekking tot de geloofwaardigheid van de inbreng van een persoon. Binnen de context van secundaire victimisatie kan dit zich uiten wanneer de verklaringen of ervaringen van een slachtoffer niet serieus worden genomen of in twijfel worden getrokken door autoriteiten, wat hun rol als getuige ondermijnt. Dit is gerelateerd aan concepten als victim blaming en de acceptatie van verkrachtingsmythes, waarbij slachtoffers worden afgeschilderd als ongeloofwaardig of medeplichtig [3](#page=3) [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 1.2.2 Hermeneutical injustice (hermeneutisch onrecht)
Hermeneutical injustice verwijst naar oneerlijkheid in de toegankelijkheid en adequaatheid van collectieve bronnen voor zingeving. Dit betekent dat slachtoffers moeite hebben om hun ervaringen te begrijpen en te interpreteren, omdat de beschikbare maatschappelijke en institutionele kaders tekortschieten of hen niet adequaat ondersteunen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de juridische systemen een concept van misdaad hanteren dat niet aansluit bij de geleefde ervaring van het slachtoffer, zoals bij langdurige dwangcontrole in intieme partnergeweld zaken [3](#page=3) [9](#page=9).
#### 1.2.3 De integratie van epistemische onrechtvaardigheid in victimologie
Door secundaire victimisatie te begrijpen als een vorm van epistemische onrechtvaardigheid, wordt de focus verlegd van enkel emotionele schade naar schade die slachtoffers wordt toegebracht in hun rol als kenners en zin-gevers. Dit helpt om de volgende aspecten te verklaren [3](#page=3) [4](#page=4):
* **Onrechtvaardigheid door het ontbreken van actie:** Wanneer slachtoffers niet worden geholpen of genegeerd, ondermijnt dit hun vermogen om de gebeurtenissen te verwerken en betekenis te geven [8](#page=8).
* **Subtiele institutionele vooroordelen:** Heimelijke processen en structurele ongelijkheden die het juridische systeem doordringen, kunnen het begrip van slachtoffers van hun eigen ervaringen belemmeren [9](#page=9).
* **Het belang van zingeving:** Het helpt om te begrijpen waarom slachtoffers teleurgesteld kunnen zijn, zelfs in vrijwillige processen zoals restauratieve rechtspraak, omdat hun verwachtingen over de reactie van anderen niet worden waargemaakt [7](#page=7).
Deze integratie biedt een rijker en nauwkeuriger kader voor het begrijpen en aanpakken van secundaire victimisatie, wat kan leiden tot nieuwe onderzoekslijnen en beleidsmaatregelen die slachtoffers beter recht doen in hun capaciteit als kenner [3](#page=3) [4](#page=4).
---
Dit onderdeel behandelt de tekortkomingen in de huidige conceptualisering van secundaire victimisatie en stelt een alternatieve benadering voor, gebaseerd op het concept van epistemische onrechtvaardigheid.
### 1.1 Kritiek op de huidige conceptualisering
De huidige conceptualisering van secundaire victimisatie vertoont diverse problemen die voornamelijk voortkomen uit het onvoldoende meenemen van onrechtvaardigheid in de definitie. Specifieke tekortkomingen zijn [10](#page=10):
* **Conceptuele verwarring:** Negatieve, maar uiteenlopende, emotionele en psychologische ervaringen worden op één hoop gegooid [10](#page=10).
* **Te breed en te smal:** De huidige conceptualisering kan ervaringen omvatten die geen onrechtvaardigheid bevatten, en sluit ervaringen uit waarin onrechtvaardigheid wel aanwezig is [10](#page=10).
* Voorbeelden van te brede inclusie: Negatieve ervaringen en teleurstelling met door het slachtoffer vrijwillig gekozen instrumenten en mogelijkheden, evenals negatieve emotionele toestanden waarvan de oorzaak onduidelijk is [10](#page=10).
* Voorbeelden van te smalle exclusie: Onrechtvaardigheid in nalatigheden en het niet handelen waar slachtoffers onvrijwillig aan blootgesteld worden, en onrechtvaardigheden die niet leiden tot negatieve emotionele of psychologische gevolgen [10](#page=10).
* **Onderschatting van institutionele/societale aard:** De peculiariteit van de institutionele/societale aard van secundaire victimisatie wordt onvoldoende meegenomen, met name de belangrijkheid van onrechtvaardigheid als gevolg van nalatigheden en het niet handelen, en subtiele, verborgen vormen van onrecht. Maatschappelijke rationales binnen het strafrechtelijk systeem die onrecht veroorzaken, zijn mogelijk niet direct herkenbaar voor slachtoffers [10](#page=10).
### 1.2 Secundaire victimisatie als epistemische onrechtvaardigheid
De tekortkomingen in de huidige conceptualisering kunnen worden aangepakt door de lens van Miranda Fricker's notie van epistemische onrechtvaardigheid, zoals uiteengezet in haar boek uit 2007. Epistemische onrechtvaardigheid verwijst naar een onrecht dat een persoon aandoet in zijn of haar hoedanigheid van kennisdrager [10](#page=10) [11](#page=11).
#### 1.2.1 Kernconcepten van Epistemische Onrechtvaardigheid
Fricker onderscheidt twee hoofdtypen epistemische onrechtvaardigheid:
1. **Testimonial injustice (getuigenis-onrechtvaardigheid):** Dit treedt op wanneer de geloofwaardigheid van iemands getuigenis of bijdrage aan een epistemische praktijk onterecht wordt verminderd door vooroordelen met betrekking tot de sociale identiteit van die persoon of een ander kenmerk. Dit kan leiden tot een gebrek aan stem in processen een verminderd gevoel van competentie of het onvoldoende valideren of onderwaarderen van de inbreng van het slachtoffer [12](#page=12).
* Voorbeeld: Narratieven van slachtoffers worden afgedaan als 'slechts verhalen', terwijl het narratief van het strafrechtelijk proces aanspraak maakt op 'universele reden' [12](#page=12).
* Voorbeeld: In de VS worden slachtofferinput overwogen bij een proces, maar niet bij schikkingen tussen aanklager en verdediging [12](#page=12).
* Vooroordelen kunnen gebaseerd zijn op ras, gender, klasse, of specifieke stereotypen over victimisatie, zoals de vereiste kenmerken van demeanor, emoties en reacties. Ook de rol van psychologische en emotionele stoornissen kan leiden tot vermeende incompetentie [12](#page=12).
2. **Hermeneutical injustice (hermeneutische onrechtvaardigheid):** Dit vindt plaats wanneer een tekort in collectieve interpretatieve middelen iemand in een oneerlijk nadeel plaatst bij het begrijpen van sociale ervaringen. Dit kan leiden tot vormen van onrecht wanneer slachtoffers interageren met juridische actoren, en is een belangrijke reden voor het niet melden van delicten. Dit wijst op een tekort in het 'epistemische systeem zelf' [11](#page=11) [13](#page=13).
* Voorbeeld: Een slachtoffer van seksueel geweld in een dating-situatie dat ervan overtuigd is dat het geen 'echte verkrachting' is [13](#page=13).
* Hermeneutische onrechtvaardigheid is een structureel, grootschalig fenomeen dat ingebouwd is in de structuur van communicatieve praktijken [13](#page=13).
* Dit kan ook voortkomen uit systematische dynamieken en niet noodzakelijk uit de directe acties van individuen of instellingen [14](#page=14).
* Agentische vormen van hermeneutische onrechtvaardigheid, zoals (institutioneel) gaslighting, ondermijnen actief de interpretatie van slachtoffers van hun eigen situatie [14](#page=14).
#### 1.2.2 De rol van kennis en interpretatie bij victimisatie
Epistemische onrechtvaardigheid benadrukt het belang van erkenning van de kennis waarover slachtoffers beschikken. Slachtoffers hebben een 'epistemisch voordeel' betreffende hun eigen ervaringen en algemenere aspecten van victimisatie. Victimization kan ook gezien worden als een 'transformatieve ervaring' die niet alleen identiteit, maar ook kennis en begrip verandert. Het maken van zin en betekenis na victimisatie is cruciaal en intersubjectief van aard [11](#page=11).
#### 1.2.3 Gevormde epistemische onrechtvaardigheid in secundaire victimisatie
De epistemische aard van onrechtvaardigheid in secundaire victimisatie kan op drie manieren worden begrepen [12](#page=12):
1. Onrecht aangedaan aan het slachtoffer als kennisdrager (onvoldoende geloofwaardigheid, onvoldoende benutting van kennis) [12](#page=12).
2. Slachtoffers belemmeren in het verkrijgen van kennis die in hun belang is [12](#page=12).
3. Epistemische disfunctie veroorzaken door het verdraaien van het maatschappelijk begrip van de situatie van slachtoffers en het belemmeren van onderzoek [12](#page=12).
#### 1.2.4 Testimonial injustice in secundaire victimisatie
Veel expliciete vormen van secundaire victimisatie vallen onder testimonial injustice. Dit omvat situaties waarin de getuigenis van een slachtoffer minder geloofwaardigheid krijgt toebedeeld dan verdiend, vanwege vooroordelen. Dit kan leiden tot 'testimonial smothering', waarbij slachtoffers hun eigen getuigenis inkorten om misinterpretatie door het publiek te voorkomen. Dit is relevant voor het voorkomen van openbaarmaking van slachtoffers van huiselijk geweld in zorgcontexten en geldt breder voor andere slachtoffers, met name in juridische contexten [12](#page=12) [13](#page=13).
#### 1.2.5 Hermeneutische injustice in secundaire victimisatie
Hermeneutische onrechtvaardigheid bij secundaire victimisatie treedt op wanneer de woorden, concepten en framingen in maatschappelijk discours en institutionele benaderingen niet overeenkomen met de ervaringen van slachtoffers. Dit kan leiden tot onrechtvaardigheid bij interactie met juridische actoren en is een belangrijke oorzaak van niet-melding. Dit fenomeen kan structureel zijn en geworteld in de communicatieve praktijken van een cultuur. Judith Shklar wijst erop dat het rechtssysteem moeite heeft met het adequaat erkennen van slachtoffers, en dat er sprake is van hermeneutische onrechtvaardigheid die juridische processen niet kunnen vermijden. Dit kan ook optreden zonder een individuele of institutionele schuldige [13](#page=13).
### 1.3 Oplossingen voor de tekortkomingen
Het conceptualiseren van secundaire victimisatie door de lens van epistemische onrechtvaardigheid lost de geïdentificeerde tekortkomingen op [14](#page=14):
* **Coherentie en definitie:** Het brengt coherentie aan in het concept door de onrechtvaardigheid te articuleren: secundaire victimisatie doet slachtoffers onrecht aan als kennisdragers [15](#page=15).
* **Bevrijding van negatieve consequenties:** Het concept wordt bevrijd van de exclusieve focus op negatieve emotionele consequenties. Secundaire victimisatie is, net als primaire victimisatie, onvrijwillig en mag niet gelijkgesteld worden aan negatieve psychologische en emotionele uitkomsten, hoewel deze vaak wel volgen [15](#page=15).
* > **Tip:** Het gelijkstellen van secundaire victimisatie aan negatieve emotionele uitkomsten is een categoriefout met (onbedoeld) anti-emancipatoire gevolgen.
* **Erkenning van vrijwillige deelname:** Slachtoffers kunnen deelnemen aan processen met de volledige wetenschap dat het moeilijk en pijnlijk kan zijn, zonder dat dit hun geloofwaardigheid als handelende personen ondermijnt, wat kan bijdragen aan testimonial injustice [15](#page=15).
* **Inclusie van nalatigheden:** Institutionele nalatigheden en het niet handelen kunnen worden begrepen als vormen van secundaire victimisatie [15](#page=15).
* **Systemische dynamiek:** De lens van epistemische onrechtvaardigheid benadrukt de systemische kenmerken van secundaire victimisatie, wat de noodzaak van het aanwijzen van individuele schuldigen vermindert. Dit betekent niet dat er geen verantwoordelijkheid is, maar dat deze collectief is om onrechtvaardigheid te erkennen en verandering te bevorderen [15](#page=15).
* **Voorkomen van 'blame games':** Net als bij primaire victimisatie, kan het focussen op systemische aspecten van secundaire victimisatie de aandacht afleiden van het vinden van effectieve manieren om slachtoffers te helpen [15](#page=15).
#### 1.3.1 Implicaties voor beleid
Drie belangrijke implicaties voor slachtofferbeleid vloeien voort uit dit argument [16](#page=16):
1. **Focussen op inhoud en oorzaken:** Beleid moet zich richten op de inhoud en oorzaken van negatieve ervaringen van slachtoffers, in plaats van secundaire victimisatie als een algemene term te gebruiken. Er dient meer voorzichtigheid te worden betracht bij het benadrukken van het risico op secundaire victimisatie bij vrijwillige deelname van slachtoffers aan gerechtelijke procedures [16](#page=16).
2. **Toegang tot formele processen:** Meer aandacht moet worden besteed aan hoe secundaire victimisatie kan voortvloeien uit het gebrek aan toegang tot formele processen, waaronder het strafrechtelijk systeem. Dit kan betekenen dat er explicietere verbanden worden gelegd tussen secundaire victimisatie en rechten op toegang tot recht, informatievoorziening en participatie [16](#page=16).
3. **Opname in juridische definities:** Een uitdaging is hoe epistemische onrechtvaardigheid nauwkeurig kan worden opgenomen in juridische definities van secundaire victimisatie. Hoewel de besproken kwesties geschikter zijn voor het begrijpen van de problemen van slachtoffers dan voor directe vertaling naar juridische bepalingen, kan dit artikel bijdragen aan dergelijke definities, bijvoorbeeld in de evaluatie van EU-richtlijnen [16](#page=16).
> **Tip:** De vertaling van deze concepten naar wetgeving dient te gebeuren met het besef dat die vertaling zelf een bron van epistemische onrechtvaardigheid kan zijn [16](#page=16).
---
# Secondaire victimisatie als epistemische onrechtvaardigheid
Secundaire victimisatie wordt geherconceptualiseerd als een vorm van epistemische onrechtvaardigheid, waarbij slachtoffers worden benadeeld in hun rol als kenners [10](#page=10).
### 2.1 Problemen met de huidige conceptualisering van secundaire victimisatie
De huidige opvatting van secundaire victimisatie kent meerdere tekortkomingen:
* **Conceptuele verwarring:** Negatieve, maar uiteenlopende emotionele en psychologische ervaringen worden op één hoop gegooid [10](#page=10).
* **Te breed en te nauw:**
* Het kan ervaringen omvatten die geen onrechtvaardigheid inhouden, zoals teleurstelling met vrijwillig gekozen opties of onduidelijke negatieve emoties [10](#page=10).
* Het negeert onrechtvaardigheden door nalatigheden en het uitblijven van handelen, evenals onrechtvaardigheden die geen negatieve emotionele gevolgen hebben [10](#page=10).
* **Onvoldoende aandacht voor institutionele/maatschappelijke aard:** Subtiele en verborgen vormen van onrechtvaardigheid die voortvloeien uit maatschappelijke rationales binnen het strafrechtelijk systeem worden niet altijd herkend door slachtoffers [10](#page=10).
### 2.2 De noodzaak van onrechtvaardigheid in de definitie
Secundaire victimisatie vereist een verwijzing naar onrechtvaardigheid. In tegenstelling tot primaire victimisatie, die gedefinieerd wordt door een inbreuk op de wet, is de onrechtvaardigheid bij secundaire victimisatie het gevolg van de werking van het strafrechtelijk systeem zelf, niet van wettelijke overtredingen. Deze onrechtvaardigheid is kwalitatief anders dan die van primaire victimisatie [10](#page=10).
### 2.3 Epistemische onrechtvaardigheid: een alternatieve lens
Miranda Fricker's notie van epistemische onrechtvaardigheid biedt inzichten om de tekortkomingen van de huidige conceptualisering te adresseren. Epistemische onrechtvaardigheid betreft onrecht tegen een persoon in diens hoedanigheid van kenner [10](#page=10) [11](#page=11).
#### 2.3.1 Twee hoofdvormen van epistemische onrechtvaardigheid
Fricker beschrijft twee hoofdvormen die relevant zijn voor victimologie:
* **Testimonial injustice (getuigenis-onrechtvaardigheid):** Dit betreft vooroordelen die de geloofwaardigheid van iemands bijdragen ondermijnen [11](#page=11).
* Het omvat negatieve, oordelende houdingen en gedragingen ten opzichte van slachtoffers [11](#page=11).
* Voorbeelden zijn een gebrek aan stem hebben in procedures, het onvoldoende valideren of onderschatten van de inbreng van slachtoffers, en het wegzetten van hun verhalen als 'slechts verhalen' in tegenstelling tot de 'universele rede' van het strafrechtelijk proces [12](#page=12).
* Vooroordelen kunnen gebaseerd zijn op algemene kenmerken zoals ras, geslacht, klasse, of op stereotypen gerelateerd aan victimisatie (bijvoorbeeld de vereiste demeanor, emoties en reacties) [12](#page=12).
* Ook de portrettering van slachtoffers als psychisch of emotioneel gestoord kan leiden tot vooroordelen over hun competentie [12](#page=12).
* **Testimonial smothering (getuigenis-verstikking):** Een specifieke vorm waarbij slachtoffers hun eigen getuigenis beperken uit angst voor misverstand of verkeerde toepassing door de toehoorder. Dit kan leiden tot het niet-melden van victimisatie [12](#page=12) [13](#page=13).
* **Hermeneutical injustice (interpretatie-onrechtvaardigheid):** Dit treedt op wanneer er een gat is in de collectieve interpretatieve middelen, waardoor iemand in een oneerlijk nadeel komt te verkeren bij het duiden van sociale ervaringen [11](#page=11).
* Dit wordt geïllustreerd door het gebrek aan woorden en concepten om ervaringen, zoals seksuele intimidatie, adequaat te beschrijven [11](#page=11).
* Het wijst op een discrepantie tussen de taal en kaders in maatschappelijke en institutionele benaderingen enerzijds, en de ervaringen van slachtoffers anderzijds [13](#page=13).
* Deze vorm van onrechtvaardigheid is vaak structureel en schaalbaar, ingebed in de communicatieve praktijken van een cultuur, en hoeft niet voort te komen uit individuele kwade wil [13](#page=13).
* Het kan leiden tot **agentic hermeneutical injustice**, waarbij de interpretaties van slachtoffers actief ondermijnd worden, vergelijkbaar met **gaslighting**, waarbij men aan de eigen realiteit begint te twijfelen. Dit overlapt met het concept van **micro-agressies**, waarbij het gebrek aan intentie centraal staat [14](#page=14).
* Interpretatie-onrechtvaardigheid kan leiden tot diepe wonden, omdat het de kern van menselijkheid aantast door het bemoeilijken van betekenisgeving en betekenisdeling [14](#page=14).
#### 2.3.2 Epistemische voordelen van slachtoffers
Epistemische onrechtvaardigheid benadrukt het belang van de erkenning van kennis waarover slachtoffers beschikken. Standpoint theory stelt dat slachtoffers niet alleen kennis hebben van hun eigen ervaringen, maar ook een "epistemisch voordeel" bezitten ten aanzien van algemenere kenmerken van victimisatie. Dit omvat de mogelijkheid dat degenen die benadeeld zijn door structurele omstandigheden, beschikken over epistemische middelen die de bevoorrechten missen [11](#page=11).
Transformative experience (transformatiële ervaring), een concept van Laurie Ann Paul, benadrukt dat victimisatie zowel persoonlijk als epistemisch transformatief kan zijn, door nieuwe vormen van kennis en begrip te verschaffen die voorheen ontoegankelijk waren [11](#page=11).
#### 2.3.3 Epistemische aard van onrechtvaardigheid in secundaire victimisatie
Epistemische onrechtvaardigheid in secundaire victimisatie manifesteert zich op drie manieren [12](#page=12):
1. Benadeling als kenner: onvoldoende geloofwaardig worden geacht of kennis die onvoldoende wordt benut [12](#page=12).
2. Toegang tot kennis ontzeggen: slachtoffers weerhouden van kennis die in hun belang is [12](#page=12).
3. Epistemische dysfunctie: maatschappelijk begrip van de situatie van slachtoffers vervormen en onderzoek belemmeren [12](#page=12).
### 2.4 Het oplossen van de tekortkomingen met de lens van epistemische onrechtvaardigheid
Het toepassen van het concept van epistemische onrechtvaardigheid lost de geschetste tekortkomingen op:
* **Coherentie en erkenning van onrechtvaardigheid:** Het concept brengt coherentie door de onrechtvaardigheid te articuleren: secundaire victimisatie doet slachtoffers onrecht aan als kenners [15](#page=15).
* **Voorbij negatieve emotionele gevolgen:** Het bevrijdt het concept van de exclusieve focus op negatieve emotionele gevolgen, waardoor het meer vergelijkbaar wordt met primaire victimisatie die niet met deze gevolgen gelijkgesteld moet worden [15](#page=15).
* **Herkenning van institutionele nalatigheden:** Institutionele omissies en het uitblijven van handelen kunnen beter worden begrepen als vormen van secundaire victimisatie. Dit omvat ook gevallen van testimonial smothering [15](#page=15).
* **Nadruk op systemische kenmerken:** Het benadrukt de systemische aard van veel secundaire victimisatie, waardoor de focus verschuift van individuele schuld naar collectieve verantwoordelijkheid voor verandering [15](#page=15).
### 2.5 Implicaties voor beleid
Er vloeien verschillende beleidsimplicaties voort uit deze herconceptualisering:
* **Gedifferentieerde aanpak van negatieve ervaringen:** Beleid moet meer aandacht besteden aan de inhoud en oorzaken van negatieve ervaringen van slachtoffers, in plaats van secundaire victimisatie als een algemene containerterm te gebruiken. Er dient meer voorzichtigheid te zijn met het benadrukken van het risico op secundaire victimisatie bij vrijwillige deelname van slachtoffers aan gerechtelijke procedures [16](#page=16).
* **Aandacht voor toegankelijkheid van formele processen:** Meer aandacht moet uitgaan naar hoe secundaire victimisatie voortvloeit uit een gebrek aan toegang tot formele processen, inclusief het strafrechtelijk systeem. Dit kan betekenen dat er explicietere verbanden worden gelegd tussen secundaire victimisatie en rechten op toegang tot recht, informatie en deelname [16](#page=16).
* **Integratie in juridische definities:** Er is een uitdaging in hoe epistemische onrechtvaardigheid nauwkeurig in juridische definities van secundaire victimisatie kan worden opgenomen, omdat wetgeving zelf een bron van epistemische onrechtvaardigheid kan zijn. De hoop is dat dit artikel bijdraagt aan dergelijke definities, bijvoorbeeld in evaluaties van het EU-Slachtofferrichtlijn en aanbevelingen van de Raad van Europa [16](#page=16).
> **Tip:** Wanneer je de huidige conceptualisering van secundaire victimisatie analyseert, focus dan op de discrepantie tussen de ervaring van het slachtoffer en de institutionele reactie. De lens van epistemische onrechtvaardigheid helpt om deze discrepantie te begrijpen als een fundamenteel onrecht in plaats van enkel als negatieve psychologische gevolgen.
> **Voorbeeld:** Een slachtoffer van een zedenmisdrijf wordt door de politie gevraagd naar zijn of haar kledingkeuze en gedrag voorafgaand aan het incident. Dit kan worden gezien als testimonial injustice, waarbij de geloofwaardigheid van het slachtoffer wordt ondermijnd door impliciete of expliciete vooroordelen, en hun ervaringen worden gereduceerd tot mogelijke provocatie in plaats van een onrechtmatige daad. Dit is een vorm van secundaire victimisatie vanuit het perspectief van epistemische onrechtvaardigheid [12](#page=12).
---
# Secundaire victimisatie en de gevolgen ervan voor slachtoffers
Secundaire victimisatie verwijst naar de schade die slachtoffers oplopen door hun interactie met de maatschappij, inclusief het strafrechtelijk systeem, na de initiële traumatische gebeurtenis [20](#page=20).
### 3.1 Concept en oorzaken van secundaire victimisatie
Secundaire victimisatie is een herhaald trauma dat slachtoffers ervaren wanneer zij te maken krijgen met de reacties van hun omgeving op hun slachtofferschap. Dit kan voortkomen uit diverse bronnen, waaronder [20](#page=20):
* **Institutionele reacties:** Interacties met de politie, het openbaar ministerie, advocaten, en de rechtbank kunnen leiden tot secundaire victimisatie wanneer deze professionals onbegrip tonen, het slachtoffer niet geloven, of beschuldigende vragen stellen. Dit wordt soms ook wel de 'tweede aanval' genoemd [17](#page=17) [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Media en publieke opinie:** Ongevoelige berichtgeving in de media of negatieve publieke reacties kunnen het leed van slachtoffers verergeren [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Sociale omgeving:** Familie, vrienden en collega's kunnen onbedoeld of bewust bijdragen aan secundaire victimisatie door ongeloof, schuldtoewijzing, of bagatellisering van de ervaring [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Procedurele onrechtvaardigheid:** Het gevoel oneerlijk behandeld te worden binnen het juridische proces, zoals het niet gehoord worden of het ervaren van stigmatisering, draagt bij aan secundaire victimisatie [18](#page=18).
#### 3.1.1 Verschil met primaire victimisatie
Primaire victimisatie is het directe gevolg van een criminele daad. Secundaire victimisatie is de schade die hier bovenop komt door de reacties van de samenleving en instituties. Het kan gezien worden als een vervolg op het initiële trauma [17](#page=17) [20](#page=20).
#### 3.1.2 Belang van het strafrechtelijk systeem
Het strafrechtelijk systeem speelt een cruciale rol in zowel het voorkomen als het veroorzaken van secundaire victimisatie. De manier waarop slachtoffers worden bejegend door politie en justitie kan een grote impact hebben op hun herstelproces. Negatieve ervaringen met het rechtssysteem kunnen leiden tot een verergering van psychologische klachten en een verminderd vertrouwen in de rechtsgang [17](#page=17) [18](#page=18).
### 3.2 Gevolgen van secundaire victimisatie
Secundaire victimisatie kan diepgaande en langdurige negatieve gevolgen hebben voor slachtoffers, zowel op psychologisch als sociaal vlak.
#### 3.2.1 Psychologische gevolgen
De psychologische gevolgen van secundaire victimisatie kunnen variëren van verhoogde angst en depressie tot complex trauma en posttraumatische stressstoornis (PTSS) [17](#page=17) [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Emotionele impact:** Slachtoffers kunnen zich machteloos, vernederd, boos, en geïsoleerd voelen [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Verminderd zelfbeeld:** Beschuldigingen of ongeloof kunnen leiden tot zelfverwijt en een aantasting van het zelfvertrouwen [18](#page=18).
* **Reputatieschade:** Geruchten of negatieve publieke percepties kunnen de reputatie van het slachtoffer aantasten [17](#page=17).
* **Epistemische onrechtvaardigheid:** Wanneer het slachtoffer niet geloofd wordt of zijn of haar getuigenis wordt geminimaliseerd, spreekt men van epistemische onrechtvaardigheid. Dit ondermijnt de mogelijkheid van het slachtoffer om kennis over te dragen en erkend te worden [18](#page=18) [19](#page=19).
#### 3.2.2 Sociale en relationele gevolgen
Secundaire victimisatie kan ook leiden tot isolement, problemen in relaties, en moeite met het aangaan van nieuwe sociale contacten.
* **Uitsluiting en stigmatisering:** Slachtoffers kunnen zich buitengesloten voelen door hun sociale netwerk of gestigmatiseerd worden binnen de gemeenschap [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Verminderde hulpvraag:** De angst voor verdere secundaire victimisatie kan slachtoffers ontmoedigen om hulp te zoeken, zowel binnen als buiten het rechtssysteem [18](#page=18).
#### 3.2.3 Effecten op het herstelproces
Secundaire victimisatie kan het herstelproces van slachtoffers aanzienlijk belemmeren. Het kan leiden tot:
* **Vertraging in herstel:** De herhaalde trauma's maken het moeilijker voor slachtoffers om te genezen en verder te gaan met hun leven [17](#page=17) [20](#page=20).
* **Wantrouwen in hulpverlening:** Een negatieve ervaring met bijvoorbeeld de politie kan ervoor zorgen dat slachtoffers ook andere hulpverleners wantrouwen [18](#page=18).
* **Moeite met zingeving:** Het verwerken van het trauma en de daaropvolgende reacties bemoeilijkt het proces van zingeving en het herconstrueren van de identiteit [19](#page=19) [20](#page=20).
### 3.3 Preventie en interventie
Het is cruciaal om strategieën te ontwikkelen die secundaire victimisatie helpen voorkomen en de impact ervan te mitigeren.
#### 3.3.1 Belang van empathische en respectvolle bejegening
Een empathische, respectvolle en niet-oordelende benadering door professionals in het strafrechtelijk systeem is essentieel. Dit omvat luisteren naar het verhaal van het slachtoffer, geloof hechten aan hun ervaringen, en het bieden van duidelijke en eerlijke informatie [17](#page=17) [18](#page=18).
#### 3.3.2 Procedurele rechtvaardigheid en slachtofferparticipatie
Het waarborgen van procedurele rechtvaardigheid, waarbij slachtoffers het gevoel hebben dat ze gehoord en serieus genomen worden, is een sleutelfactor in het voorkomen van secundaire victimisatie. Het faciliteren van slachtofferparticipatie, bijvoorbeeld via slachtofferimpactverklaringen, kan bijdragen aan een gevoel van regie en erkenning, mits dit op een zorgvuldige manier gebeurt [17](#page=17) [18](#page=18) [19](#page=19).
#### 3.3.3 De rol van herstelbemiddeling
Herstelbemiddeling kan een rol spelen in het verminderen van secundaire victimisatie door slachtoffers een veilige ruimte te bieden om hun verhaal te doen en betrokken te zijn bij het oplossen van de gevolgen van het misdrijf. Dit kan helpen bij het herstellen van een gevoel van waardigheid en controle [17](#page=17) [19](#page=19).
#### 3.3.4 Voorlichting en training van professionals
Het is van groot belang om professionals die met slachtoffers werken te trainen in het herkennen en voorkomen van secundaire victimisatie. Dit omvat training in trauma-sensitieve bejegening en het omgaan met de emotionele impact van misdrijven [17](#page=17) [18](#page=18).
> **Tip:** Het concept van 'narratieve victimologie' benadrukt het belang van de verhalen van slachtoffers en hoe deze worden ontvangen door de omgeving. Het respecteren van de 'narratieve eigendom' van slachtoffers kan secundaire victimisatie tegengaan [19](#page=19).
> **Voorbeeld:** Een slachtoffer van seksueel geweld dat bij de politie aangifte doet en vervolgens wordt ondervraagd op een manier die impliceert dat zij zelf schuld heeft aan de aanranding, ervaart secundaire victimisatie. De politie professional die daarentegen empathisch luistert en het slachtoffer steunt, kan secundaire victimisatie juist voorkomen [17](#page=17) [18](#page=18).
---
# Epistemische onrechtvaardigheid en de rol van kennis en geloofwaardigheid
Dit onderwerp onderzoekt de concepten van epistemische onrechtvaardigheid en de invloed daarvan op de geloofwaardigheid van individuen, met name binnen de context van slachtofferschap en getuigenissen.
### 4.1 Epistemische onrechtvaardigheid
Epistemische onrechtvaardigheid verwijst naar onrecht dat iemand wordt aangedaan in zijn hoedanigheid van kennisdrager. Dit concept is verder uitgewerkt door Miranda Fricker die twee hoofdvormen identificeert [18](#page=18):
#### 4.1.1 Getuigenis-onrechtvaardigheid (testimonial injustice)
Getuigenis-onrechtvaardigheid treedt op wanneer de geloofwaardigheid van een spreker wordt ondermijnd door vooroordelen van de toehoorder, wat resulteert in een vermindering van de mate waarin de spreker als geloofwaardig wordt beschouwd. Dit kan leiden tot silencing, waarbij de ervaringen en perspectieven van het slachtoffer niet worden gehoord of serieus worden genomen. Dotson heeft het concept van 'epistemic violence' geïntroduceerd, wat verwijst naar de praktijken van het tot zwijgen brengen van getuigenissen, en heeft dit gerelateerd aan het onderdrukken van kennis [18](#page=18).
#### 4.1.2 Hermeneutische onrechtvaardigheid (hermeneutical injustice)
Hermeneutische onrechtvaardigheid vindt plaats wanneer een individu te maken krijgt met een gebeurtenis of ervaring waarvoor hij of zij geen adequaat conceptueel kader heeft om de ervaring te begrijpen of te communiceren, omdat dit conceptuele kader nog niet is ontwikkeld binnen de samenleving. Dit is met name relevant voor marginale groepen wiens ervaringen mogelijk niet adequaat worden begrepen of benoemd door de dominante discoursen. Medina noemt dit het gebrek aan de conceptuele middelen om een ervaring te begrijpen en te communiceren [19](#page=19).
### 4.2 De rol van kennis en geloofwaardigheid in het strafrechtelijk proces
Binnen het strafrechtelijk proces is de geloofwaardigheid van getuigen en slachtoffers cruciaal voor het verkrijgen van gerechtigheid. Wanneer slachtoffers, met name van seksueel geweld of huiselijk geweld, hun verhaal doen, kunnen zij te maken krijgen met vormen van epistemische onrechtvaardigheid [18](#page=18) [19](#page=19).
#### 4.2.1 Secundaire victimisatie en geloofwaardigheid
Secundaire victimisatie, waarbij slachtoffers aanvullende schade lijden door de reacties van de omgeving en de instanties waarmee zij in contact komen, kan hun geloofwaardigheid verder ondermijnen. De manier waarop slachtoffers worden bejegend door professionals binnen het rechtssysteem, zoals politie, officieren van justitie en rechters, kan een aanzienlijke impact hebben op hoe hun getuigenis wordt gepercipieerd [17](#page=17) [18](#page=18) [19](#page=19) [20](#page=20).
> **Tip:** Wees je bewust van het concept van 'de ideale slachtoffer' (the ideal victim) aangezien dit vooroordelen kan creëren die de geloofwaardigheid van slachtoffers die niet aan dit ideaalbeeld voldoen, negatief beïnvloeden [17](#page=17).
#### 4.2.2 Narratieve identiteit en verhalen van slachtoffers
Pemberton et al. benadrukken het belang van verhalen en narratieve eigendom (narrative ownership) in de ervaringen van slachtoffers met het strafrechtelijk systeem. Het recht om hun eigen verhaal te vertellen en de controle te hebben over hoe dat verhaal wordt geïnterpreteerd, is essentieel voor hun herstel en gevoel van rechtvaardigheid. Epistemische onrechtvaardigheid kan het slachtoffer het gevoel geven dat hun verhaal niet hun eigendom is of dat het niet correct wordt begrepen, wat hun geloofwaardigheid aantast [19](#page=19).
#### 4.2.3 De rol van sociale en culturele factoren
Sociale en culturele mythes, zoals die rondom verkrachting, kunnen bijdragen aan de ongeloofwaardigheid van slachtoffers. Factoren zoals impliciete vooroordelen binnen de rechtbank kunnen de perceptie van geloofwaardigheid beïnvloeden. De emotionele reactie van een slachtoffer kan ook worden geïnterpreteerd als een teken van ongeloofwaardigheid, in plaats van als een natuurlijke reactie op trauma [17](#page=17) [18](#page=18).
#### 4.2.4 Empirisch onderzoek naar geloofwaardigheid
Onderzoek toont aan dat de manier waarop slachtoffers van zedenmisdrijven hun getuigenissen afleggen en hoe de autoriteiten daarop reageren, cruciaal is voor de uitkomst van rechtszaken. De constructie van 'waarheden' en de beoordeling van geloofwaardigheid in zedenzaken zijn complexe processen die sterk worden beïnvloed door sociaal-culturele opvattingen [18](#page=18) [19](#page=19) [20](#page=20).
> **Voorbeeld:** Een slachtoffer van aanranding dat kalm en beheerst vertelt over het incident, kan als minder geloofwaardig worden beschouwd dan een slachtoffer dat emotioneel is, wat een voorbeeld is van hoe stereotypen de beoordeling van geloofwaardigheid kunnen beïnvloeden [17](#page=17) [18](#page=18).
### 4.3 Implicaties voor slachtoffers en gerechtigheid
De ervaringen van epistemische onrechtvaardigheid en de ondermijning van geloofwaardigheid kunnen leiden tot diepgaande psychologische schade bij slachtoffers. Dit kan hun vermogen om betekenis te geven aan hun ervaringen en om te herstellen van trauma belemmeren. Het erkennen en aanpakken van epistemische onrechtvaardigheid is daarom essentieel voor het bevorderen van gerechtigheid en het welzijn van slachtoffers [18](#page=18) [19](#page=19) [20](#page=20).
#### 4.3.1 Het belang van een narratieve benadering
Een narratieve benadering, die ruimte biedt voor de complexiteit en subjectiviteit van slachtofferervaringen, kan helpen om epistemische onrechtvaardigheid te bestrijden. Door slachtoffers te empoweren om hun eigen verhaal te vertellen en te laten valideren, kan hun geloofwaardigheid worden hersteld [18](#page=18) [19](#page=19).
#### 4.3.2 De rol van misogyne gaslighting
Stark beschrijft hoe gaslighting, een vorm van psychologische manipulatie, kan worden gebruikt om het realiteitsbesef van vrouwen te ondermijnen, wat direct verband houdt met epistemische onrechtvaardigheid. Dit is een ernstige vorm van het ontkennen van iemands ervaringen en kennis [19](#page=19).
#### 4.3.3 Uitbreiding van het concept van transformatieve ervaring
Het concept van transformatieve ervaring, zoals besproken door Carel en Kidd, suggereert dat bepaalde ervaringen ons begrip van de wereld fundamenteel kunnen veranderen. Het proces van het delen van dergelijke ervaringen, zeker wanneer deze problematisch zijn, vereist dat anderen bereid zijn om te luisteren en de geleverde kennis serieus te nemen, wat wederom de rol van geloofwaardigheid onderstreept [17](#page=17).
---
# Herstelrecht en de rol ervan in het strafrechtelijk systeem
Herstelrecht biedt een alternatief perspectief op de traditionele benadering van strafrecht, waarbij de nadruk ligt op de schade die aan slachtoffers is toegebracht en de verantwoordelijkheid van plegers, in plaats van op het schenden van wetten en regels. Het bevordert de betrokkenheid van alle partijen die bij een misdrijf betrokken zijn: slachtoffers, daders, gemeenschappen en soms ook vertegenwoordigers van de staat [17](#page=17) [18](#page=18) [19](#page=19) [20](#page=20).
### 5.1 Kernprincipes van herstelrecht
Herstelrecht onderscheidt zich van het retributieve strafrecht door een aantal kernprincipes:
#### 5.1.1 Focus op schade en behoeften
In tegenstelling tot het retributieve strafrecht, dat zich richt op straf en schuld, stelt herstelrecht de schade die aan het slachtoffer is toegebracht centraal. Het tracht de behoeften van het slachtoffer te begrijpen en aan te pakken, inclusief emotionele, fysieke en materiële schade. Dit omvat ook het erkennen van de impact van het misdrijf op de gemeenschap [17](#page=17) [18](#page=18) [19](#page=19).
#### 5.1.2 Verantwoordelijkheid van de dader
Herstelrecht legt de nadruk op de verantwoordelijkheid van de dader om de veroorzaakte schade te herstellen. Dit gaat verder dan louter het ondergaan van straf; het moedigt daders aan om de gevolgen van hun daden te erkennen en zich in te zetten voor herstel [17](#page=17) [18](#page=18).
#### 5.1.3 Betrokkenheid van belanghebbenden
Een cruciaal aspect van herstelrecht is de actieve betrokkenheid van alle betrokken partijen. Dit omvat [17](#page=17):
* **Slachtoffers:** Zij krijgen een stem en de mogelijkheid om hun ervaringen te delen en hun behoeften kenbaar te maken [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Daders:** Zij worden aangemoedigd om actief deel te nemen aan het herstelproces en verantwoordelijkheid te nemen [17](#page=17) [20](#page=20).
* **Gemeenschap:** De bredere gemeenschap kan worden betrokken om de impact van het misdrijf te adresseren en gemeenschapsherstel te bevorderen [17](#page=17).
#### 5.1.4 Integrale aanpak van misdaad
Herstelrecht ziet misdaad niet alleen als een schending van de wet, maar primair als een schending van menselijke relaties en gemeenschappen. De aanpak is gericht op het herstellen van deze relaties en het bevorderen van heling en vergeving [17](#page=17) [18](#page=18) [20](#page=20).
### 5.2 Methoden binnen herstelrecht
Binnen het brede kader van herstelrecht bestaan diverse methoden die worden toegepast om de principes ervan te realiseren. Deze methoden variëren in hun structuur en de mate van formele betrokkenheid van het strafrechtelijk systeem.
#### 5.2.1 Herstelbemiddeling (Restorative Mediation)
Herstelbemiddeling is een van de meest bekende en toegepaste methoden binnen het herstelrecht. Het is een proces waarbij een neutrale bemiddelaar betrokken partijen, met name slachtoffers en daders, samenbrengt om te praten over het misdrijf, de gevolgen ervan en mogelijke manieren om tot herstel te komen [17](#page=17).
* **Doel:** Het faciliteren van een dialoog, het bevorderen van begrip, het bieden van ruimte voor excuses en het ontwikkelen van een plan voor herstel [17](#page=17).
* **Toepassing:** Kan worden ingezet in verschillende fasen van het strafrechtelijk proces, van vroegtijdige interventie tot na veroordeling [17](#page=17).
#### 5.2.2 Victim Impact Statements (VIS)
Victim Impact Statements stellen slachtoffers in staat om de rechter, de jury of andere betrokkenen te informeren over de persoonlijke impact van het misdrijf. Hoewel ze primair gericht zijn op het bieden van informatie, kunnen ze ook een emotionele functie hebben voor het slachtoffer [17](#page=17) [19](#page=19).
* **Rol in het strafrecht:** VIS kunnen invloed hebben op strafmaatregelen, maar de nadruk ligt op het informeren van het systeem over de menselijke kosten van criminaliteit [17](#page=17) [19](#page=19).
* **Kritiek:** Er is discussie over de effectiviteit en potentiële contraproductieve effecten van VIS, zoals het opnieuw traumatiseren van slachtoffers [17](#page=17) [19](#page=19).
#### 5.2.3 Conferenties voor gemeenschapsherstel (Community Conferencing)
Deze methode breidt de participatie uit tot de gemeenschap. Naast slachtoffers en daders kunnen familieleden, vrienden, vertegenwoordigers van de school of werkplek, en leden van de gemeenschap deelnemen [17](#page=17).
* **Focus:** Het collectief adresseren van de schade, het begrijpen van de bredere impact en het ontwikkelen van een gezamenlijk plan voor herstel en preventie [17](#page=17).
#### 5.2.4 Andere vormen
Naast de bovengenoemde methoden zijn er andere benaderingen die elementen van herstelrecht integreren, zoals het werken met de 'narratieve victimologie' waarbij slachtoffers hun verhalen en de eigendom van hun narratief centraal stellen [19](#page=19).
### 5.3 Herstelrecht en het bredere strafrechtelijk systeem
De relatie tussen herstelrecht en het traditionele strafrechtelijk systeem is complex en dynamisch. Herstelrecht kan gezien worden als een aanvulling op, of soms als een alternatief voor, de formele gerechtelijke procedures.
#### 5.3.1 Secundaire victimisatie
Een belangrijk concept dat vaak in relatie tot herstelrecht wordt besproken, is secundaire victimisatie. Dit verwijst naar de negatieve ervaringen die slachtoffers kunnen hebben wanneer zij te maken krijgen met het strafrechtelijk systeem of andere instituties. Dit kan variëren van ongeloof, bagatellisering, tot onzorgvuldige bejegening door politie, officieren van justitie of andere professionals [17](#page=17) [18](#page=18) [20](#page=20).
* **Rol van herstelrecht:** Herstelrechtelijke benaderingen, met hun focus op empathie, begrip en het bieden van een stem aan slachtoffers, kunnen helpen om secundaire victimisatie te verminderen [17](#page=17) [18](#page=18).
#### 5.3.2 Epistemische en hermentische onrechtvaardigheid
Deze concepten, gerelateerd aan hoe kennis wordt gedeeld en begrepen, zijn relevant voor de ervaringen van slachtoffers in het rechtssysteem. Epistemische onrechtvaardigheid treedt op wanneer de kennis of geloofwaardigheid van een persoon wordt ondermijnd vanwege hun sociale identiteit. Hermentische onrechtvaardigheid betreft het onvermogen om een ervaring te begrijpen en te communiceren omdat er geen geschikte taal of conceptueel kader beschikbaar is [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Herstelrecht als remedie:** Door het bieden van een platform voor slachtoffers om hun ervaringen te delen en te laten erkennen, kan herstelrecht bijdragen aan het tegengaan van deze vormen van onrecht [17](#page=17) [18](#page=18) [19](#page=19).
#### 5.3.3 De rol van emoties
Emoties spelen een significante rol in de ervaringen van zowel slachtoffers als daders binnen het strafrechtelijk systeem, en ook binnen herstelrechtelijke processen. Herstelrecht erkent de emotionele impact van misdaad en zoekt manieren om deze te verwerken en te helen [17](#page=17) [19](#page=19).
> **Tip:** Bij het bestuderen van herstelrecht is het cruciaal om de nuances te begrijpen tussen de verschillende methoden en hoe deze zich verhouden tot de doelen van het traditionele strafrecht. De nadruk ligt op het helen van relaties en het herstellen van schade, wat een fundamenteel andere insteek is dan de strafgerichte benadering.
### 5.4 Uitdagingen en kritiek
Ondanks de groeiende erkenning en toepassing kent herstelrecht ook uitdagingen en kritiek.
* **Machtsongelijkheid:** Er kan sprake zijn van aanzienlijke machtsongelijkheid tussen slachtoffers en daders, wat het proces kan bemoeilijken of onveilig kan maken [17](#page=17).
* **Geschiktheid van gevallen:** Niet elk misdrijf of elke situatie leent zich even goed voor herstelrechtelijke interventies. Ernstige gewelddadige misdrijven, met name die met een hoog niveau van geweld of manipulatie, kunnen speciale overwegingen vereisen [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Schaalbaarheid:** Het effectief implementeren van herstelrecht op grote schaal binnen bestaande strafrechtelijke systemen is een uitdaging [17](#page=17).
> **Example:** Een herstelbemiddelingssessie voor een geval van diefstal waarbij een jongere dader een buurman bestolen heeft. De bemiddelaar helpt de jongere om de angst en schaamte te uiten, en de buurman om zijn gevoel van onveiligheid en verlies van vertrouwen te delen. Samen komen ze tot een overeenkomst waarbij de jongere de gestolen goederen vervangt en een bijdrage levert aan de gemeenschap door bijvoorbeeld te helpen met tuinwerkzaamheden, en waarbij de buurman de kans krijgt om zijn verhaal te doen en de dader te vergeven [17](#page=17).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Secundaire victimisatie | Het fenomeen waarbij slachtoffers van criminaliteit negatieve ervaringen ondergaan als gevolg van de reacties van de samenleving en maatschappelijke instituties, met name binnen het strafrechtelijk systeem, na hun oorspronkelijke victimisatie. Dit kan leiden tot verdere schade, naast de directe gevolgen van de misdaad zelf. |
| Epistemische onrechtvaardigheid | Schade die iemand wordt toegebracht specifiek in diens hoedanigheid als kennisdrager. Dit omvat situaties waarin iemands geloofwaardigheid wordt betwijfeld of waarin de toegang tot en de adequaatheid van collectieve middelen voor zingeving oneerlijk wordt belemmerd. |
| Testimonial injustice (Testimoniale onrechtvaardigheid) | Een vorm van epistemische onrechtvaardigheid die ontstaat door ongegronde vooroordelen met betrekking tot de geloofwaardigheid van de bijdrage van een persoon. Dit leidt ertoe dat iemands getuigenis of inbreng minder geloofwaardig wordt geacht dan verdiend, vaak gebaseerd op sociale identiteit of andere afkeurenswaardige kenmerken. |
| Hermeneutische onrechtvaardigheid | Een vorm van epistemische onrechtvaardigheid die betrekking heeft op oneerlijkheid in de toegankelijkheid en adequaatheid van collectieve middelen voor zingeving. Dit treedt op wanneer er een tekort is in de collectieve interpretatieve middelen, waardoor iemand in een oneerlijk nadeel wordt gebracht bij het begrijpen van sociale ervaringen. |
| Container term (Containerbegrip) | Een term die zo breed wordt gebruikt dat deze een grote verscheidenheid aan verschillende ervaringen omvat, wat leidt tot conceptuele verwarring en een gebrek aan precisie in de interpretatie van onderzoek. Secundaire victimisatie wordt in de huidige conceptualisering vaak als zodanig gebruikt. |
| Re-traumatiserings-these | De opvatting dat secundaire victimisatie leidt tot een toename van posttraumatische stressreacties op het oorspronkelijke trauma, waardoor het effect van de oorspronkelijke victimisatie wordt verergerd. Dit suggereert dat de negatieve ervaringen na de misdaad de oorspronkelijke psychologische schade vergroten. |
| Omissiebias | Een cognitieve bias waarbij acties meer kritisch worden beoordeeld dan het nalaten van actie (omissies). In de context van secundaire victimisatie kan dit ertoe leiden dat nalaten van hulp of ondersteuning door instituties minder snel als onrechtvaardig wordt beschouwd dan actieve negatieve handelingen. |
| Epistemische transformatie | Het proces waarbij een ervaring, zoals victimisatie, leidt tot nieuwe vormen of gradaties van kennis en begrip die voorheen ontoegankelijk waren. Dit benadrukt hoe slachtoffers door hun ervaringen een uniek perspectief en inzicht kunnen verwerven dat essentieel is voor zingeving. |
| Testimonial smothering (Testimoniale verstikking) | Een vorm van testimonial injustice waarbij iemand zijn of haar eigen getuigenis inkort of beperkt om ervoor te zorgen dat deze alleen inhoud bevat waarvoor het publiek blijk geeft van "testimonial competence" (geloofwaardigheid). Dit gebeurt uit angst voor misinterpretatie of misbruik van de informatie. |
| Epistemische voorsprong | Het idee dat gemarginaliseerde of benadeelde groepen, door hun specifieke ervaringen en positie, unieke inzichten en kennis kunnen bezitten die voor geprivilegieerde groepen ontoegankelijk zijn. |
| Transformative experience (Transformatieve ervaring) | Een ervaring die niet alleen persoonlijk transformerend is door het veranderen van waarden en identiteit, maar ook epistemisch transformerend, omdat het nieuwe vormen van kennis en begrip oplevert die voorheen ontoegankelijk waren. |
| Gaslighting | Een vorm van (institutionele) manipulatie waarbij de interpretaties van een slachtoffer van hun eigen situatie actief worden ondermijnd door de reacties van anderen, inclusief instellingen, waardoor het slachtoffer aan zijn of haar eigen waarneming gaat twijfelen. |
| Epistemische dysfunctie | Een verstoring in het functioneren van kennisverwerving en -verspreiding, die kan optreden wanneer de maatschappelijke opvattingen over de situatie van slachtoffers worden vervormd of wanneer onderzoek wordt belemmerd. |
| Narratieve victimologie | Een benadering binnen de victimologie die zich richt op de verhalen die slachtoffers vertellen over hun ervaringen, waarbij de nadruk ligt op hoe deze verhalen worden gevormd, gedeeld en geïnterpreteerd binnen sociale en culturele contexten. |
| Herstelbemiddeling | Een proces waarbij slachtoffers, daders en soms gemeenschapsleden betrokken zijn om de schade veroorzaakt door criminaliteit te herstellen, waarbij de nadruk ligt op verantwoordelijkheid, verzoening en het voldoen aan de behoeften van alle partijen. |
| Emotioneel slachtoffer effect | Het fenomeen waarbij de emotionele reacties van een slachtoffer de verwachtingen van anderen schenden, wat kan leiden tot een negatieve beoordeling van het slachtoffer en hun ervaringen. |
| Procedurele rechtvaardigheid | De perceptie van eerlijkheid in de processen en procedures die worden gebruikt om beslissingen te nemen, met name binnen het strafrechtelijk systeem, en hoe deze percepties de tevredenheid en het vertrouwen van slachtoffers beïnvloeden. |
| Getuigenisverstikking (Testimonial smothering) | Een concept dat beschrijft hoe de getuigenissen van slachtoffers, met name in gevallen van huiselijk geweld, worden onderdrukt of genegeerd, wat leidt tot verdere isolatie en ontkenning van hun ervaringen. |
| Verhaalbezit (Narrative ownership) | Het concept dat aangeeft hoe slachtoffers controle uitoefenen over hun eigen verhalen en hoe dit hun ervaringen met het strafrechtelijk systeem beïnvloedt, waarbij het gevoel van eigenaarschap cruciaal is voor hun herstel. |
| Herstel van de zelf (Remaking of the Self) | Het proces waarbij individuen hun identiteit en zelfbeeld reconstrueren na een traumatische gebeurtenis, waarbij de nadruk ligt op het integreren van de ervaring in hun levensverhaal en het vinden van nieuwe betekenis. |
| Epistemische onderdrukking | Een concept dat beschrijft hoe bepaalde groepen systematisch worden belemmerd in het produceren, delen en valideren van hun kennis, wat leidt tot een ongelijke positie in het kennislandschap. |
| Epistemische geweld | De praktijk van het systematisch ondermijnen of ontkennen van iemands kennis, ervaringen of perspectieven, vaak door middel van uitsluiting, marginalisering of het creëren van twijfel aan hun getuigenis. |
| Geloofwaardigheidstekort | Een situatie waarin een persoon minder geloofwaardig wordt geacht door anderen, vaak gebaseerd op stereotypen of vooroordelen, wat hun vermogen om te worden geloofd en hun toegang tot kennis beperkt. |
| Getuigenis | Het proces waarbij iemand zijn of haar ervaringen en kennis deelt, en de manier waarop deze getuigenissen worden ontvangen en beoordeeld door anderen, wat cruciaal is voor het begrijpen van epistemische onrechtvaardigheid. |
| Transformative experience | Een ingrijpende ervaring die iemands wereldbeeld, waarden of identiteit fundamenteel verandert, vaak als gevolg van traumatische gebeurtenissen of diepgaande persoonlijke groei. |
| Herstelrecht | Een benadering van rechtvaardigheid die zich richt op het herstellen van schade veroorzaakt door criminaliteit, waarbij de nadruk ligt op de behoeften van slachtoffers, daders en de gemeenschap, in plaats van op louter straf. |
| Victimologie | Het academische veld dat zich bezighoudt met de studie van slachtoffers van criminaliteit, hun ervaringen, de oorzaken van victimisatie en de reacties van de maatschappij en het rechtssysteem. |
| Transformatiële ervaring | Een ingrijpende levenservaring die leidt tot een fundamentele verandering in iemands wereldbeeld, zelfperceptie of waarden, vaak als gevolg van trauma of significante gebeurtenissen. |
| Slachtofferimpactverklaring | Een verklaring die door een slachtoffer of diens vertegenwoordiger wordt afgelegd aan de rechtbank, waarin de impact van het misdrijf op het slachtoffer wordt beschreven, vaak ter ondersteuning van de strafoplegging. |