Cover
Mulai sekarang gratis 7bestuuraansprakelijkheidWVVdecember2025.pptx
Summary
# Omschrijving van de plichten van bestuurders en hun aansprakelijkheid
Hier volgt een gedetailleerd overzicht van de plichten en aansprakelijkheid van bestuurders, opgesteld als studiemateriaal voor examens.
## 1. Omschrijving van de plichten van bestuurders en hun aansprakelijkheid
Dit onderwerp belicht de contractuele en buitencontractuele verplichtingen van bestuurders ten opzichte van de vennootschap en derden, inclusief de algemene zorgvuldigheidsplicht, specifieke wettelijke verplichtingen en de consequenties van het niet naleven hiervan.
### 1.1 Plichten van bestuurders
Bestuurders zijn in de eerste plaats gehouden tot een behoorlijke taakvervulling ten aanzien van de vennootschap. Dit is een contractuele plicht.
#### 1.1.1 Algemene zorgvuldigheidsplicht
De algemene plicht van behoorlijke taakvervulling houdt in dat bestuurders de vennootschap dienen te besturen. Dit omvat het opvolgen van de financiële toestand van de vennootschap, het nemen van maatregelen om de continuïteit van de onderneming te waarborgen, en het nakomen van specifieke wettelijke verplichtingen.
* **Continuïteit waarborgen:** Bestuurders moeten maatregelen nemen om de continuïteit van de vennootschap minstens twaalf maanden te garanderen, met name wanneer er een ernstige bedreiging van de continuïteit is.
* **Specifieke wettelijke verplichtingen:** Voorbeelden hiervan zijn het tijdig opstellen van de ontwerp-jaarrekening en het voorleggen ervan aan de algemene vergadering (AVA). De jaarrekening moet uiterlijk zes maanden na afsluiting van het boekjaar door de AVA worden goedgekeurd en binnen dertig dagen na goedkeuring worden gepubliceerd bij de Nationale Bank van België.
#### 1.1.2 Plichten van de commissaris
Wanneer een commissaris is aangesteld (meestal in grotere vennootschappen), heeft deze de plicht om de jaarrekeningen te controleren op een getrouw beeld van de financiële toestand van de vennootschap. Als de commissaris een bedreiging voor de continuïteit vaststelt, moet hij het bestuur hiervan inlichten. Het bestuur moet hier adequaat op reageren. Indien het bestuur niet adequaat reageert, mag de commissaris de voorzitter van de ondernemingsrechtbank inschakelen. De plicht van de commissaris ontslaat het bestuur echter niet van zijn eigen aansprakelijkheid voor het niet nemen van maatregelen bij een continuïteitsdreiging.
> **Tip:** De plicht van de commissaris om het bestuur te waarschuwen, betekent niet dat het bestuur zich kan verschuilen achter een zwijgende commissaris.
### 1.2 Aansprakelijkheid van bestuurders
Bestuurders kunnen zowel contractueel als buitencontractueel aansprakelijk worden gesteld.
#### 1.2.1 Contractuele aansprakelijkheid
Dit betreft de aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover de vennootschap voor het niet (behoorlijk) uitvoeren van hun contractuele verplichtingen als bestuurder. Dit wordt beschouwd als contractuele wanprestatie.
#### 1.2.2 Buitencontractuele aansprakelijkheid (onrechtmatige daad)
Bestuurders kunnen ook buitencontractueel aansprakelijk zijn ten opzichte van derden wanneer zij een onrechtmatige daad begaan die schade veroorzaakt aan deze derden, in de uitoefening van hun functie.
* **Orgaantheorie:** Volgens de orgaantheorie worden onrechtmatige daden begaan door organen van de vennootschap (zoals de raad van bestuur of een gedelegeerd bestuurder) in de uitoefening van hun functie, geacht onrechtmatige daden van de vennootschap zelf te zijn. Zowel de vennootschap als het bestuur kunnen door het slachtoffer worden aangesproken. De aansprakelijkheid van de vennootschap impliceert echter geen immuniteit voor de bestuurder.
* **Schending van wettelijke verplichtingen:** Het niet naleven van specifieke wettelijke verplichtingen, zoals de publicatie van de jaarrekening, kan leiden tot aansprakelijkheid, zowel ten opzichte van de vennootschap als ten opzichte van derden.
> **Tip:** De fout van de vennootschap bewijst nog geen fout van de bestuurder. De eigen fout van de bestuurder moet bewezen worden.
#### 1.2.3 Specifieke aansprakelijkheidsgronden
Verschillende soorten fouten kunnen aanleiding geven tot aansprakelijkheid:
* **Gewone bestuursfout:** Dit is een schending van de contractuele verplichting om de vennootschap behoorlijk te besturen. De vennootschap kan de bestuurder hiervoor aansprakelijk stellen na beslissing van de AVA. De norm is objectief: een professioneel bestuurder wordt beoordeeld onder dezelfde omstandigheden, waarbij gebrek aan ervaring of sectorkennis geen excuus is.
* **Beleidsfouten:** Hierbij is er sprake van een "marginale toetsing" door de rechter. De rechter mag niet oordelen op basis van achterafkennis (hindsight bias) of opportuniteitsafwegingen maken, maar toetst of de besluitvorming voldoende voorbereid was, alle belangen werden afgewogen en er geen persoonlijke belangen speelden. Notulering van dissidentie is hierbij belangrijk.
* **Voorbeelden van gewone fouten:** Onvoldoende verzekeren, krediet verstrekken zonder voldoende zekerheden, werken met ongeregistreerde aannemers, nalaten een vermogende schuldenaar te vervolgen, manifest gebrekkige interne controle.
* **Schending van het WVV of statuten:** Dit wordt beschouwd als een "ernstige" fout, waarvoor bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn, ook indien het bestuur niet collegiaal is georganiseerd. Deze aansprakelijkheid geldt zowel tegenover de vennootschap als tegenover derden, inclusief individuele aandeelhouders.
* **Ontsnappingsmogelijkheid (disculpatie):** Bestuurders kunnen aan deze hoofdelijkheid ontsnappen indien zij kunnen bewijzen dat zij geen deelname hebben gehad aan de overtreding, dit hebben gemeld aan andere bestuursleden of de raad van toezicht, en de bespreking hiervan is genotuleerd.
* **6.5 BW-aansprakelijkheid (onrechtmatige daad t.o.v. derden):** De slechte uitvoering van het mandaat kan een onrechtmatige daad uitmaken die derden schade berokkent. Dit is ingebakken in de zorgvuldigheidsplicht ten opzichte van derden.
* **Hulppersonen:** Bestuurders kunnen als hulppersonen van de vennootschap beschouwd worden. Onder het nieuwe BW (art. 6.3 BW) kan de medecontractant van de vennootschap de bestuurder aansprakelijk stellen voor een onrechtmatige daad, mits een eigen fout van de bestuurder bewezen kan worden. De bestuurder kan daarbij dezelfde verweermiddelen inroepen als de vennootschap.
* **Kennelijk grove fout die bijdraagt tot faillissement (art. XX.225 WER):** Bestuurders die een kennelijk grove fout begaan die heeft bijgedragen tot het faillissement van de vennootschap, kunnen aansprakelijk worden gesteld voor het netto-passief (alle niet betaalde schulden na realisatie van activa). Ook feitelijke bestuurders kunnen hiervoor aansprakelijk zijn. Kwijting door de AVA biedt hiertegen geen bescherming.
* **Wrongful trading (art. XX.227 WER):** Bestuurders die weten of behoren te weten dat de vennootschap financieel reddeloos verloren is, en toch nieuwe schulden laten ontstaan door niet passend te reageren, kunnen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor het gehele netto-passief.
#### 1.2.4 Fiscale en RSZ-aansprakelijkheid
* **Fiscale aansprakelijkheid:** Bij herhaaldelijk niet-betalen van BTW of bedrijfsvoorheffing door de vennootschap, geldt een weerlegbaar vermoeden van een 6.5 BW-fout ten laste van de dagelijkse leiding en eventuele andere bestuurders, tenzij er een procedure inzake financiële moeilijkheden is geopend.
* **RSZ-aansprakelijkheid (art. XX.226 WER):** Bij faillissement kunnen bestuurders, feitelijke bestuurders of gewezen bestuurders persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle of een deel van de RSZ-schulden van de vennootschap. Dit geldt indien zij een grove fout hebben begaan die aan de basis lag van het faillissement, of indien zij betrokken waren bij twee faillissementen met RSZ-schulden in de voorgaande vijf jaar.
#### 1.2.5 Aansprakelijkheid van feitelijke bestuurders
Feitelijke bestuurders, die de werkelijke bestuursbevoegdheid hebben maar formeel geen bestuurder zijn, worden op dezelfde manier onderworpen aan de regels van bestuurdersaansprakelijkheid als formele bestuurders.
#### 1.2.6 Hoofdelijkheid
Wanneer het bestuur collegiaal is georganiseerd, zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor schendingen van het WVV of de statuten. Dit stimuleert wederzijdse controle. Ook indien het bestuur niet collegiaal is georganiseerd, geldt hoofdelijkheid voor schendingen van het WVV of statuten.
> **Tip:** De wetgever wil bestuurders stimuleren elkaar te controleren en in de gaten te houden, vandaar de hoofdelijke aansprakelijkheid in bepaalde gevallen.
### 1.3 Uitzonderingen en beperkingen van aansprakelijkheid
Er bestaan verschillende mechanismen die de aansprakelijkheid van bestuurders kunnen beperken of uitsluiten.
#### 1.3.1 Kwijting
De AVA kan jaarlijks kwijting verlenen aan de bestuurders voor hun handelingen in het voorgaande boekjaar. Dit houdt in dat de vennootschap afstand doet van het recht om bestuurders aansprakelijk te stellen voor fouten uit dat boekjaar.
* **Voorwaarden voor geldige kwijting:** Kennis van zaken is vereist. Dit betekent dat de jaarrekening correct en niet misleidend mag zijn. Indien de jaarrekening misleidend is, is de kwijting ongeldig. Indien het bestuur echter voldoende uitleg heeft gegeven op de AVA, kan de kwijting wel geldig zijn.
* **Niet tegenstelbaar aan derden:** Kwijting verleend door de vennootschap is niet tegenwerpelijk aan derden die schade hebben geleden door onrechtmatige daden van bestuurders.
* **Schending WVV/statuten:** Indien de inbreuken op het WVV of de statuten specifiek zijn vermeld in de oproeping voor de AVA, kan de VEN nog steeds kwijting verlenen.
#### 1.3.2 Verjaring
Alle rechtsvorderingen tegen organen van de vennootschap, inclusief bestuurders en feitelijke bestuurders, verjaren na vijf jaar.
#### 1.3.3 Aansprakelijkheidsplafond (cap)
Het aansprakelijkheidsplafond (art. 2:57 WVV) beperkt de aansprakelijkheid van bestuurders tot een bepaald bedrag, gebaseerd op de omvang van de vennootschap (balanstotaal en omzet). Er zijn vijf categorieën met plafonds variërend van 125.000 tot 12 miljoen dollars.
* **Draagwijdte:** Het plafond geldt per feit of geheel van feiten, ongeacht het aantal daders, slachtoffers of vorderingen.
* **Uitzonderingen:** Het plafond geldt niet bij bedrieglijk opzet, opzet om te schaden, zware fouten (inclusief kennelijk grove fouten die bijdragen aan faillissement), en herhaalde lichte fouten. Ook bepaalde vorderingen van de fiscus en RSZ vallen buiten het plafond.
* **Rechtvaardiging:** Het plafond zou bijdragen aan de verzekerbaarheid van bestuurdersaansprakelijkheid en de premies beheersbaar maken, waardoor meer bestuurders van KMO's verzekerd zijn.
> **Tip:** Het aansprakelijkheidsplafond geldt enkel voor gewone, niet voor zware fouten.
#### 1.3.4 Verbod op exoneratie en vrijwaring
De vennootschap of haar dochtermaatschappijen mogen bestuurders niet vooraf exonereren (vrijstellen van aansprakelijkheid) of vrijwaren (financiële gevolgen van aansprakelijkheid overnemen). Een moedermaatschappij mag echter wel een vrijwaring verlenen aan haar werknemers die als bestuurder optreden bij dochtermaatschappijen. De vennootschap mag bestuurders wel op haar kosten verzekeren.
### 1.4 Vorderingbevoegdheid
* **Vennootschapsvordering:** Normaal beslist de AVA over de aansprakelijkheid van bestuurders (art. 5:103 WVV). Bestuurders zijn niet bevoegd om zelf een andere bestuurder aansprakelijk te stellen.
* **Afgeleide vordering (minderheidsvordering):** In België bestaat de mogelijkheid voor minderheidsaandeelhouders om een vordering in te stellen voor rekening van de vennootschap, indien de AVA kwijting heeft verleend en de aandeelhouder niet voor de kwijting heeft gestemd. Hiervoor is een minimumpercentage aan stemrechten vereist (1% in een NV, 10% in een BV). De opbrengst van deze vordering komt toe aan de vennootschap. Dit komt weinig voor wegens de kosten die de eiser moet voorschieten.
#### 1.3.5 Wetgeving
De regels inzake bestuurdersaansprakelijkheid zijn voornamelijk gegroepeerd in Boek 2 van het WVV en zijn van toepassing op alle vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Aanvullende regels zijn te vinden in het WER (in geval van insolventie) en specifieke fiscale en RSZ-wetgeving.
> **Tip:** Begrijp de verschillende soorten aansprakelijkheidsgronden en de uitzonderingen hierop, evenals de rol van de orgaantheorie en de marginale toetsing.
---
# Specifieke aansprakelijkheidsgronden en wettelijke bepalingen
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de diverse specifieke gronden voor de aansprakelijkheid van bestuurders en de bijbehorende wettelijke bepalingen, met bijzondere aandacht voor hun rol bij financiële moeilijkheden en faillissement.
## 2. Specifieke aansprakelijkheidsgronden en wettelijke bepalingen
### 2.1 Algemene plichten van bestuurders
Bestuurders zijn jegens de vennootschap gehouden tot behoorlijke taakvervulling, wat een contractuele verplichting inhoudt. Dit omvat de plicht om maatregelen te nemen die de continuïteit van de vennootschap waarborgen, in ieder geval voor de komende twaalf maanden, indien er ernstige aanwijzingen zijn dat deze continuïteit bedreigd wordt. Deze plicht doet geen afbreuk aan de verplichtingen van een commissaris om het bestuur te waarschuwen bij ontdekking van een continuïteitsbedreiging.
Naast deze algemene plicht zijn er specifieke wettelijke verplichtingen, zoals het tijdig opstellen van de ontwerp-jaarrekening en het voorleggen ervan aan de algemene vergadering. Het bestuur dient zich te laten leiden door de wet, waaronder het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV), de statuten van de vennootschap en het vennootschapsbelang.
#### 2.1.1 Contractuele versus buitencontractuele aansprakelijkheid
Wanneer een bestuurder een onrechtmatige daad begaat, kan hij aansprakelijk worden gesteld tegenover derden die daardoor schade lijden. Deze aansprakelijkheid is buitencontractueel. De contractuele aansprakelijkheid geldt jegens de vennootschap zelf.
#### 2.1.2 Toerekening aan de vennootschap: de orgaantheorie
Volgens de orgaantheorie worden onrechtmatige daden die door organen van de vennootschap, zoals de raad van bestuur of een gedelegeerd bestuurder, zijn begaan in de uitoefening van hun functie, geacht onrechtmatige daden van de vennootschap zelf te zijn. Zowel de vennootschap als het bestuursorgaan kunnen door de benadeelde partij worden aangesproken.
> **Tip:** De orgaantheorie impliceert dat de fout van het bestuursorgaan aan de vennootschap wordt toegerekend, wat leidt tot een dubbele aansprakelijkheid (van de vennootschap en de bestuurder), zonder dat de aansprakelijkheid van de bestuurder hierdoor wordt geabsorbeerd of opgeheven.
Het tekortschieten van de vennootschap in haar verplichtingen mag in principe niet automatisch aan een bestuurder worden toegerekend. Er dient een fout van de bestuurder bewezen te worden, tenzij er sprake is van wettelijke toerekening, zoals in fiscale en RSZ-zaken.
### 2.2 Soorten bestuurdersfouten en hun gevolgen
#### 2.2.1 Gewone bestuursfout
Een gewone bestuursfout betreft het niet nakomen van de contractuele verplichting door een of meerdere bestuurders om de vennootschap behoorlijk te besturen. Dit is een contractuele wanprestatie waarvoor de vennootschap, op beslissing van de algemene vergadering, de bestuurder aansprakelijk kan stellen. Het slecht uitoefenen van de bestuursfunctie kan ook een onrechtmatige daad uitmaken die aan derden schade veroorzaakt, waardoor bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld.
De objectieve norm voor een gewone bestuursfout houdt in dat een bestuurder professioneel en zorgvuldig dient te handelen onder dezelfde omstandigheden als andere professionele bestuurders. Gebrek aan ervaring of sectorkennis is geen excuus.
> **Voorbeeld:** Enkele voorbeelden van een gewone bestuursfout zijn: onvoldoende verzekeren, krediet verstrekken zonder afdoende zekerheden, contracteren met ongeregistreerde aannemers, niet vervolgen van vermogende schuldenaars, kennelijk onredelijke publicitaire uitgaven, investeringen zonder rentabiliteitsonderzoek, manifest gebrekkige interne controle.
#### 2.2.2 Schending van Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) of statuten
Schending van het WVV of de statuten wordt beschouwd als een ernstigere fout. Alle bestuurders zijn hiervoor hoofdelijk aansprakelijk, ook indien het bestuur niet collegiaal is georganiseerd. Deze aansprakelijkheid geldt zowel tegenover de vennootschap als tegenover derden, inclusief individuele aandeelhouders.
**2.2.2.1 Ontsnappingsmogelijkheid: disculpatie**
Bestuurders kunnen aan deze hoofdelijke aansprakelijkheid ontsnappen indien zij kunnen bewijzen dat zij:
* Geen deel hebben genomen aan de overtreding.
* De fout hebben gemeld aan andere leden van het bestuursorgaan of aan de raad van toezicht (in een duaal systeem).
* Hun protest tegen de beslissing (dissidentie) hebben laten notuleren.
Dit vereist een actieve houding, zoals het informeren van collega-bestuurders en het formeel laten vastleggen van de bespreking in de notulen.
> **Voorbeelden van schendingen van WVV/statuten:** Nalaten van wettelijk verplichte bekendmakingen (statutenwijziging, jaarrekeningen), het overlaten van het bestuur aan een dagelijks bestuurder zonder de nodige bevoegdheden, ongerechtvaardigde afwezigheid op de raad van bestuur, schenden van de belangenconflictregeling, inkoop van eigen aandelen zonder machtiging van de algemene vergadering, niet naleven van de alarmbelprocedure, opstellen van de jaarrekening in strijd met de waarderingsregels.
#### 2.2.3 Onrechtmatige daad tegenover derden (art. 6.5 Nieuw BW)
De zorgvuldigheidsplicht van bestuurders geldt ook tegenover derden. Het voortzetten van reddeloze activiteiten of het bewust aangaan van verbintenissen die de vennootschap niet zal kunnen honoreren, kan leiden tot aansprakelijkheid. Dit omvat ook het betalen van schulden ondanks een beslag op bankrekeningen.
Bestuurders kunnen optreden als uitvoeringsagent van de vennootschap in haar contractuele verbintenissen tegenover derden. Volgens het nieuwe Burgerlijk Wetboek (art. 6.3) is er geen samenloopverbod meer tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Bestuurders kunnen dus, als hulppersonen, aansprakelijk worden gesteld op basis van onrechtmatige daad door de medecontractant van de vennootschap, mits er een fout aan hun zijde kan worden bewezen. Zij kunnen daarbij dezelfde verweermiddelen inroepen als de vennootschap.
> **Tip:** De fout van de vennootschap bewijst niet automatisch een fout van de bestuurder. De eigen fout van de bestuurder dient bewezen te worden.
### 2.3 Aansprakelijkheid bij faillissement of financiële moeilijkheden
#### 2.3.1 Kennelijk grove fout die bijdraagt tot faillissement (art. XX.225 WER)
Indien een bestuurder een kennelijk grove fout heeft begaan die heeft bijgedragen aan het faillissement van de vennootschap, kan deze bestuurder persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor het netto-passief. Het netto-passief omvat de schulden van de vennootschap die niet kunnen worden voldaan na de realisatie van de activa. De rechter kan de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk stellen, maar dit is geen automatische hoofdelijkheid. Feitelijke bestuurders zijn eveneens aan deze aansprakelijkheid onderworpen.
Een kwijting door de algemene vergadering beschermt de bestuurders in principe niet tegen deze aansprakelijkheid, noch tegenover de curator, noch tegenover de schuldeisers. De vordering kan worden ingesteld door de curator, maar ook door individuele schuldeisers indien de curator nalaat dit te doen na aanmaning. Dit is een "afgeleide vordering" ten behoeve van de boedel.
> **Voorbeelden van kennelijk grove fouten:** Fiscale fraude, het achterwege laten van kostprijsberekeningen, het opnemen van tweemaal het kapitaalbedrag via rekening-courant, het niet toepassen van de liquiditeitstest bij een uitkering.
#### 2.3.2 Wrongful trading (art. XX.227 WER)
Dit principe houdt in dat bestuurders aansprakelijk zijn voor het netto-passief indien zij, ondanks kennis van de financiële reddeloosheid van de vennootschap, niet tijdig of passend hebben gereageerd en de vennootschap hierdoor nieuwe schulden heeft laten ontstaan. De aansprakelijkheid geldt voor het gehele netto-passief, ongeacht het moment waarop de schuld is ontstaan.
#### 2.3.3 Fiscale en RSZ-aansprakelijkheid
* **Fiscale aansprakelijkheid:** Bij herhaaldelijk niet-betalen van BTW of bedrijfsvoorheffing door de vennootschap, bestaat er een weerlegbaar vermoeden van een 6.5-fout ten laste van de dagelijkse leiding en eventueel andere bestuurders, tenzij er reeds een procedure inzake financiële moeilijkheden is geopend.
* **RSZ-aansprakelijkheid bij faillissement (art. XX.226 WER):** Bestuurders, feitelijke bestuurders en gewezen bestuurders kunnen persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of een deel van de RSZ-schulden van de vennootschap bij faillissement, indien zij een grove fout hebben begaan die tot het faillissement heeft geleid, of indien zij in de vijf voorafgaande jaren betrokken waren bij twee faillissementen waarbij RSZ-schulden openstonden.
### 2.4 Feitelijke bestuurders
De aansprakelijkheidsregels voor bestuurders zijn ook van toepassing op feitelijke bestuurders, dit zijn personen die weliswaar formeel geen bestuurder zijn, maar wel de feitelijke bestuursbevoegdheid hebben uitgeoefend. Dit kan voorkomen bij topmanagers of controlerende aandeelhouders aan wie het gehele bestuur is overgelaten.
### 2.5 Hoofdelijkheid en uitzonderingen
#### 2.5.1 Hoofdelijkheid
Normaal gesproken is de aansprakelijkheid van bestuurders individueel. Wanneer het bestuur echter collegiaal is georganiseerd, zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor schendingen van het WVV of de statuten. Dit geldt ook als het bestuur niet collegiaal is georganiseerd voor schendingen van het WVV of de statuten. Het idee hierachter is om bestuurders te stimuleren elkaar te controleren.
#### 2.5.2 Uitzonderingen op de individuele aansprakelijkheid (disculpatie)
Er zijn diverse uitzonderingen op de individuele aansprakelijkheid, waarbij de disculpatie onder art. 2:56, lid 4 WVV de belangrijkste is. Bestuurders kunnen aan hoofdelijke aansprakelijkheid ontsnappen indien zij kunnen bewijzen dat zij geen deel hebben genomen aan de overtreding, de fout hebben gemeld aan andere bestuursleden of de raad van toezicht, en dit hebben laten notuleren.
### 2.6 Aansprakelijkheid als uitvoeringsagent
Bestuurders die optreden als uitvoeringsagent voor de vennootschap in haar contractuele verbintenissen jegens derden, kunnen aansprakelijk worden gesteld op basis van onrechtmatige daad door de medecontractant van de vennootschap, mits er een fout aan hun zijde bewezen kan worden. Zij kunnen daarbij verweermiddelen inroepen die ook de vennootschap kan inroepen.
### 2.7 Kwijting, verjaring en aansprakelijkheidsplafond
#### 2.7.1 Kwijting
De algemene vergadering kan jaarlijks kwijting verlenen aan de bestuurders voor fouten begaan in het voorgaande boekjaar. Dit houdt in dat de vennootschap afstand doet van haar recht om de bestuurders aansprakelijk te stellen voor het verleden. Echter, deze kwijting geldt niet ten aanzien van derden. Een geldige kwijting vereist kennis van zaken; een misleidende jaarrekening kan de geldigheid ervan aantasten.
#### 2.7.2 Vorderingsbevoegdheid
Normaal beslist de algemene vergadering over de aansprakelijkheid van bestuurders. Indien de algemene vergadering gedomineerd wordt door bestuurders, of wanneer bestuurders zelf aandeelhouders zijn, kan dit leiden tot problemen. België kent daarom een afgeleide vordering, waarbij een aandeelhouder die het niet eens is met een kwijting, namens de vennootschap een vordering kan instellen.
#### 2.7.3 Minderheidsvordering
Minderheidsaandeelhouders (met minstens 1% van de stemrechten in een NV of 10% in een BV) die niet voor een kwijting hebben gestemd, kunnen, na de jaarlijkse algemene vergadering, een minderheidsvordering instellen voor rekening van de vennootschap. De opbrengst van een succesvolle vordering komt de vennootschap ten goede. Deze vorderingen komen weinig voor door de kosten en het risico voor de eiser.
#### 2.7.4 Verjaring
Alle rechtsvorderingen tegen organen van de vennootschap verjaren doorgaans na vijf jaar.
#### 2.7.5 Aansprakelijkheidsplafond (cap)
Het WVV kent een aansprakelijkheidsplafond (cap) voor bestuurders, gebaseerd op de omvang van de vennootschap (balanstotaal en omzet). Deze bedragen variëren en zijn bedoeld om de aansprakelijkheid voor gewone fouten te beperken en de verzekerbaarheid te bevorderen. De cap geldt per feit of geheel van feiten, ongeacht het aantal daders of slachtoffers.
**2.7.5.1 Uitzonderingen op het aansprakelijkheidsplafond:**
De cap geldt niet in geval van:
* Bedrieglijk opzet of opzet om te schaden.
* Zware fout (kennelijk grove fout).
* Herhaalde lichte fouten.
* Bepaalde vorderingen van de fiscus en RSZ.
* Aansprakelijkheid die niet onder de cap valt, zoals oprichtersaansprakelijkheid of aansprakelijkheid uit persoonlijk contract.
> **Tip:** De rechtvaardiging voor de aansprakelijkheidsplafonds ligt in het bevorderen van de verzekerbaarheid van bestuurdersaansprakelijkheid, wat kan leiden tot een grotere bereidheid om bestuurdersfuncties op zich te nemen, met name in KMO's.
### 2.8 Beschermingsmechanismen en vrijwaringen
#### 2.8.1 Verbod op "hold harmless" en vrijwaringen
Vennootschappen of hun dochterondernemingen mogen bestuurders niet op voorhand exonereren (vrijstellen van aansprakelijkheid). Een moedermaatschappij mag wel een vrijwaring verlenen. De algemene vergadering moet dergelijke vrijwaringen goedkeuren.
#### 2.8.2 Verzekering
Vennootschappen mogen bestuurders wel op haar kosten verzekeren tegen aansprakelijkheid.
#### 2.8.3 Academische voorkeur: verzekeringsplicht
Een mogelijke academische voorkeur is een plicht tot bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering die alles dekt behalve opzet en strafrechtelijke boetes, met een wettelijk vastgelegde franchise die niet verzekerbaar is en waarvoor geen vrijwaring is toegelaten. Dit zou de incentive-functie van het aansprakelijkheidsrecht moeten behouden.
#### 2.8.4 Academische voorkeur: procedurele toetsing
In plaats van de marginale toetsing, die conceptueel als onzinnig wordt beschouwd, wordt een duidelijkere procedurele toetsing voorgesteld, waarbij de focus ligt op het controleren van de procedurele correctheid van besluitvorming (geen opzet te schaden, geen belangenconflict, geen schending wet/statuten/contract) en het vermijden van beoordeling van de inhoud van de beslissing door de rechter.
---
# De impact van de aansprakelijkheids-cap en de kritiek erop
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting over de impact van de aansprakelijkheids-cap en de kritiek erop, bedoeld als studiemateriaal voor examens.
## 3. De impact van de aansprakelijkheids-cap en de kritiek erop
Dit hoofdstuk behandelt de beperking van de aansprakelijkheid van bestuurders via een 'cap' (maximumbedrag), inclusief de criteria, uitzonderingen, rechtvaardiging en kritiek op dit systeem.
### 3.1 De aansprakelijkheids-cap
De aansprakelijkheids-cap, geïntroduceerd in artikel 2:57 WVV, beperkt de aansprakelijkheid van bestuurders, maar enkel voor 'gewone' (niet zware) fouten. Deze beperking geldt niet voor situaties die buiten het normale bestuursmandaat vallen, zoals oprichtersaansprakelijkheid of aansprakelijkheid uit persoonlijke contracten. De cap is van toepassing op alle onrechtmatige daden, zelfs indien deze strafbaar zijn.
#### 3.1.1 Draagwijdte van de cap
De cap geldt per feit of een geheel van feiten, ongeacht het aantal betrokken bestuurders (daders), het aantal slachtoffers of vorderingen, en ongeacht verschillende kwalificaties van de fout (bijvoorbeeld jaarrekeningfraude en valsheid in geschrifte die simultaan worden geclaimd).
Er zijn vijf categorieën rechtspersonen met een specifieke cap, gebaseerd op de omvang van de onderneming (balanstotaal en omzet). De bedragen variëren van 125.000 dollars tot 12 miljoen dollars. Dezelfde bedragen gelden voor executives en non-executives leden van de raad van toezicht.
#### 3.1.2 Uitzonderingen op de cap
De cap geldt niet in de volgende gevallen:
* **Bedrieglijk opzet of opzet om te schaden:** Indien een bestuurder opzettelijk handelt met de intentie te schaden, vervalt de cap.
* **Zware fout:** Elke fout die de marginale toetsing niet doorstaat, wordt beschouwd als een zware fout, waardoor de cap niet van toepassing is. Dit geldt met name voor de aansprakelijkheid voor het netto-passief bij faillissement (art. XX.225 WER).
* **Herhaalde lichte fout:** De cap geldt niet bij herhaaldelijk begaan van 'lichte' fouten, die gelijkgesteld worden met 'gewone' fouten.
**Specifieke uitzonderingen met betrekking tot de fiscus en RSZ:**
* Niet doorstorten van bedrijfsvoorheffing: de cap geldt niet.
* Niet doorstorten van BTW: de cap geldt niet.
* Aansprakelijkheid ten aanzien van de RSZ of curator bij herhaalde betrokkenheid bij faillissementen (minstens tweemaal in vijf jaar, met sociale schulden): de cap geldt niet.
* 'Garantieverplichtingen' bij uitgifte van nieuwe aandelen: de cap geldt hier niet.
#### 3.1.3 Tegengewicht: verbod op vrijwaring
* **Vrijwaring en exoneratie:** Een vennootschap of haar dochteronderneming mag bestuurders niet op voorhand exonereren (vrijstellen van aansprakelijkheid) of vrijwaren (financiële gevolgen van aansprakelijkheid overnemen).
* **Moedermaatschappij:** Een moedermaatschappij mag wel vrijwaren, typisch wanneer zij eigen werknemers als bestuurder bij dochterondernemingen plaatst.
* **Verzekering:** De vennootschap mag bestuurders wel op haar kosten verzekeren. De Algemene Vergadering (AV) moet deze verzekering goedkeuren, vaak omdat verzekeringsmaatschappijen alle of geen enkele bestuurder willen verzekeren.
> **Tip:** Exoneratie bepaalt vooraf voor welke fouten de bestuurder niet aansprakelijk is, terwijl vrijwaring inhoudt dat de vennootschap de financiële gevolgen van aansprakelijkheid draagt.
### 3.2 Rechtvaardiging van de cap
De aansprakelijkheids-cap wordt gerechtvaardigd door diverse argumenten:
* **Verzekerbaarheid:** De cap maakt de omvang van de aansprakelijkheid voorspelbaar, wat leidt tot beheersbare verzekeringspremies. Hierdoor kunnen meer bestuurders van KMO's zich verzekeren, wat de daadwerkelijke vergoeding voor slachtoffers ten goede komt.
* **Behoud van incentive-functie:** De combinatie met het verbod op 'hold harmless' (vrijwaring) zorgt ervoor dat een bestuurder potentieel persoonlijk moet betalen zonder geruïneerd te worden. Dit bevordert de incentive-functie van het aansprakelijkheidsrecht. Tegelijkertijd vermijdt het circulaire problemen (vennootschap betaalt = onschuldige aandeelhouders en stakeholders betalen aan eisers) en wraakgevoelens.
* **Gelijkheid:** Het systeem vergroot de gelijkheid tussen bestuurders en andere professionele actoren zoals werknemers, ambtenaren, vrije beroepers en vooral topmanagers die zich via managementvennootschappen trachten in te dekken.
#### 3.2.1 Rechtvaardiging in een Belgisch perspectief
In een Belgisch rechtsvergelijkend perspectief wordt de ruime aansprakelijkheid van bestuurders tegenover derden benadrukt. Kenmerkend zijn:
* Geen relativiteitsleer inzake onrechtmatige daad.
* Geen business judgment rule (waarbij rechtbanken terughoudend zijn bij het beoordelen van zakelijke beslissingen).
* Geen 'faute détachable'-absorptieleer zoals in Frankrijk (waarbij een fout van een orgaan niet noodzakelijk aan de rechtspersoon wordt toegerekend).
### 3.3 Kritiek op de cap
Ondanks de rechtvaardigingen is er aanzienlijke kritiek op de aansprakelijkheids-cap:
* **Ongelijkheid:** De cap wordt bekritiseerd omdat het een ongelijke behandeling creëert, met name na het Fortis-schandaal.
* **Onvoldoende bescherming slachtoffers:** Het argument dat de cap verzekerbaarheid bevordert en zo slachtoffers beschermt, wordt betwist. Sommigen stellen dat er een verzekeringsplicht zou moeten zijn in plaats van een cap.
* **Modaliteiten en bedragen:** De koppeling aan de omvang van de vennootschap wordt als imperfect beschouwd. De bedragen worden als te hoog of te laag ervaren, en er is een wens om de cap te koppelen aan de omvang van de schade.
* **Fiscus en RSZ:** De uitzonderingen voor de fiscus en RSZ worden als niet gerechtvaardigd beschouwd, omdat ze de bescherming van het netto-passief bij faillissement door een kennelijk grove fout doorkruisen.
* **Ondermijning van incentives:** Het argument van het bevorderen van incentives wordt ondermijnd door de mogelijkheid om bestuurders op kosten van de vennootschap te verzekeren.
* **Topmanagers:** Topmanagers die geen bestuurder zijn, ontspringen de dans nu gemakkelijker. Dit kan leiden tot risicomijdende bestuurders die echter geen bestuurdersfunctie op zich nemen.
#### 3.3.1 Academische voorkeuren en suggesties
Vanuit academisch perspectief worden verschillende verbeteringen voorgesteld:
* **Plicht tot bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering:** Een wettelijk vastgelegde franchise (bijvoorbeeld op basis van het jaarloon) die niet verzekerbaar is en waarvoor geen vrijwaring is toegestaan, zou een stimulans zijn voor bestuurders. Eventueel gecombineerd met een bonus-malussysteem voor de vennootschap.
* **Procedurele toetsing in plaats van marginale toetsing:** De marginale toetsing wordt als conceptueel onzinnig beschouwd, maar praktisch onschadelijk. Een duidelijker procedurele toetsing, waarbij de rechter enkel beoordeelt of er opzet om te schaden was, er geen belangenconflicten of zelfverrijking speelden, en geen wetten, statuten of contracten werden geschonden, zou de besluitvorming toetsen zonder de inhoud van de beslissing zelf te beoordelen.
> **Uitzondering:** De cap geldt niet voor aansprakelijkheid als oprichter, aandeelhouder, of uit een persoonlijk contract.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Behoorlijke taakvervulling | De contractuele verplichting van een bestuurder om de vennootschap met de nodige zorgvuldigheid en inachtneming van de geldende wetten en statuten te besturen, teneinde de continuïteit en het belang van de vennootschap te waarborgen. |
| Continuïteitsbedreiging | Een situatie waarin er een ernstige aanwijzing is dat de vennootschap haar verplichtingen, met name de schulden die binnen twaalf maanden opeisbaar worden, niet zal kunnen voldoen, wat maatregelen van het bestuur vereist. |
| Orgaantheorie | Een juridisch concept dat stelt dat onrechtmatige daden begaan door organen van een vennootschap, zoals het bestuursorgaan, bij de uitoefening van hun functie, worden toegerekend aan de vennootschap zelf, alsof de vennootschap de daad heeft begaan. |
| Hoofdelijke aansprakelijkheid | Een vorm van aansprakelijkheid waarbij meerdere personen gezamenlijk en solidair verantwoordelijk worden gehouden voor een schuld of schade, waardoor elke persoon voor het geheel kan worden aangesproken, ook al was de bijdrage aan de schade beperkt. |
| Bestuursfout | Een handeling of nalaten van een bestuurder die niet voldoet aan de vereisten van professionele zorgvuldigheid, resulterend in schade voor de vennootschap of derden, en die kan leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid. |
| Kennelijk grove fout | Een ernstige fout die duidelijk de grenzen van professioneel en zorgvuldig handelen overschrijdt en die bijdraagt aan financiële problemen of een faillissement van de vennootschap. |
| Netto-passief | Het bedrag van de schulden van een vennootschap dat overblijft na de realisatie van alle activa van de vennootschap en dat niet uit die opbrengst kan worden voldaan. |
| Curator | Een door de rechtbank benoemde persoon die belast is met het beheer en de vereffening van het vermogen van een gefailleerde vennootschap, inclusief het instellen van vorderingen tegen bestuurders. |
| Afgeleide vordering | Een vordering die door een derde (zoals een aandeelhouder of schuldeiser) wordt ingesteld ten behoeve van de vennootschap zelf, met name wanneer de vennootschap aanspraken heeft tegen haar eigen organen, zoals bestuurders. |
| Wrongful trading | Een situatie waarin bestuurders nalaten passende maatregelen te nemen wanneer zij weten of behoren te weten dat de vennootschap financieel reddeloos verloren is, waardoor nieuwe schulden ontstaan waarvoor zij aansprakelijk kunnen worden gesteld. |
| Kwijting | Een beslissing van de algemene vergadering van aandeelhouders waarbij de vennootschap afstand doet van haar recht om bestuurders aansprakelijk te stellen voor hun handelen in een bepaald boekjaar, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. |
| Aansprakelijkheids-cap | Een wettelijke beperking van het maximale bedrag waarvoor bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor bepaalde fouten, gebaseerd op de omvang van de vennootschap. |
| Marginal toetsing | Een juridisch toetsingscriterium waarbij de rechter beoordeelt of het handelen van een bestuurder kennelijk buiten de marge valt waarbinnen zorgvuldige personen redelijkerwijs van mening kunnen verschillen, ter voorkoming van hindsight bias. |
| Fiscale aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die voortvloeit uit het niet-naleven van fiscale verplichtingen door de vennootschap, waarbij een vermoeden van een fout van het bestuur kan worden gehanteerd, zoals bij niet-betaalde BTW of bedrijfsvoorheffing. |
| Hulppersoon | Een persoon die een vennootschap helpt bij de uitvoering van haar contractuele verbintenissen jegens derden, zoals een bestuurder die optreedt als uitvoeringsagent, en die onder bepaalde omstandigheden zelf aansprakelijk kan zijn jegens de medecontractant van de vennootschap. |
| Vrijwaring | Een overeenkomst waarbij een partij (vaak de vennootschap of een moedermaatschappij) zich ertoe verbindt de financiële gevolgen te dragen van aansprakelijkheid die een bestuurder oploopt. |