Cover
Mulai sekarang gratis bijzondere deel 1 KOOP.pdf
Summary
## Inleiding tot bijzondere overeenkomsten
Deze cursus behandelt specifieke overeenkomsten die in de wet worden geregeld, zoals de koop, kanscontracten en dading. Deze bijzondere overeenkomsten bouwen voort op de algemene beginselen van contractenrecht, maar kennen specifieke regels en nuances die cruciaal zijn voor de praktische toepassing. Bijzondere aandacht gaat uit naar de koopovereenkomst in al haar facetten.
### Begrip 'overeenkomst' en soorten overeenkomsten
Een overeenkomst, ook wel contract genoemd, is een meerzijdige rechtshandeling waarbij ten minste twee personen hun wil uiten met de bedoeling rechtsgevolgen te creëren. Dit houdt in dat er afdwingbare verbintenissen ontstaan tussen de partijen [ART. 5.4 BW. Het principe van *pacta sunt servanda* [ART. 5.69 BW onderstreept dat geldig aangegane overeenkomsten bindend zijn als wet voor de contractanten. Dit onderscheidt overeenkomsten van rechtsfeiten, zoals geboorte, die eveneens rechtsgevolgen teweegbrengen maar niet gebaseerd zijn op een bewuste wilsuiting.
#### Soorten overeenkomsten
Bij de analyse van overeenkomsten is het cruciaal om hun aard te kunnen classificeren, aangezien dit de toepasselijke regels en de gevolgen ervan bepaalt. De belangrijkste classificaties zijn:
* **Consensuele overeenkomst:** Deze overeenkomsten komen tot stand door loutere wilsovereenstemming tussen de partijen. Dit is de algemene regel in het Belgische recht [ART. 5.5 BW. Voorbeelden zijn koop, huur en aannemingsovereenkomsten.
* **Zakelijke overeenkomst:** Bij dit type overeenkomst is de feitelijke overhandiging van het voorwerp vereist voor de totstandkoming van het contract. Zolang de zaak niet is overhandigd, is er geen contract. Voorbeelden zijn bruikleen, handgift en bewaargeving. Een handgift is een concrete vorm van zakelijk contract waarbij men zonder notariële akte een goed schenkt; het is definitief bij overhandiging. Schenkingen van onroerende goederen kunnen echter niet via handgift gebeuren en vereisen een authentieke akte, wat ze tot plechtige overeenkomsten maakt.
* **Plechtige overeenkomst:** Deze overeenkomsten vereisen specifieke vormvereisten om geldig te zijn. Voorbeelden zijn huwelijken en schenkingen, die een authentieke akte vereisen. De totstandkoming is dus afhankelijk van de naleving van deze vormvereisten [ART. 5.5 BW.
#### Eenzijdige versus wederkerige overeenkomsten
* **Wederkerige overeenkomst:** Beide partijen verbinden zich over en weer tot een prestatie. Voorbeelden zijn koop, huur en lastgeving [ART. 5.6 BW.
* **Eenzijdige overeenkomst:** Slechts één partij heeft een verbintenis of moet iets doen. Bijvoorbeeld, bij een schenking is het enkel de schenker die een verplichting heeft. Bewaargeving, zoals een vestiaire, is meestal eenzijdig omdat enkel de bewaarnemer een verbintenis heeft. Het is belangrijk om een eenzijdige overeenkomst niet te verwarren met een eenzijdige rechtshandeling, die slechts één wilsuiting vereist (bv. een testament, aanbod) [ART. 5.125 BW.
#### Overeenkomst om niet versus onder bezwarende titel
* **Onder bezwarende titel:** Elke partij verkrijgt een economisch voordeel [ART. 5.7 BW.
* **Om niet:** Er is geen economisch voordeel voor de ene partij, vaak gedreven door de wil om te geven (*animus donandi*). Voorbeelden zijn schenking, bruikleen en leningen zonder rente.
#### Intuïtu personae
Dit zijn overeenkomsten die specifiek worden aangegaan omwille van de persoon of de persoonlijke kwaliteiten van de tegenpartij. Ze eindigen bij het overlijden van die persoon. Voorbeelden zijn contracten met een profvoetballer of een overeenkomst tot kredietopening.
#### Benoemde versus onbenoemde overeenkomsten
* **Benoemde overeenkomst:** Een overeenkomst die specifiek in de wet is geregeld.
* **Onbenoemde overeenkomst:** Een overeenkomst die wezenlijk verschilt van de in de wet geregelde benoemde overeenkomsten.
#### Raamcontract
Een contract waarin algemene principes worden overeengekomen die als kader dienen voor latere contracten. De latere contracten zijn dan uitvoeringscontracten [ART. 5.9 BW. Voorbeelden zijn alleenverkoopovereenkomsten tussen een concessiegever en -nemer.
#### Toetredingsovereenkomsten
Bij dit type overeenkomst heeft de ene partij (de zwakkere) geen zeggenschap over de inhoud, die eenzijdig door de andere (de sterkere) partij wordt vastgelegd. De enige vrijheid is om al dan niet te contracteren [ART. 5.10 BW.
## Deel 1: Overeenkomsten tot overdracht van eigendom
### De koopovereenkomst
De koopovereenkomst is een fundamentele overeenkomst waarbij eigendom wordt overgedragen tegen een prijs. Er zijn verschillende regimes van toepassing:
* **Koop van het gemeenrecht:** Dit is het residuaire regime en is van toepassing als de koop niet onder consumentenkoop of het Weens koopverdrag valt [ART. 1582-1689 BW. Het is aanvullend recht en geldt voor roerende en onroerende goederen, lichamelijk en onlichamelijk.
* **Consumentenkoop:** Specifiek gericht op de bescherming van de consument als koper. Dit is dwingend recht en geldt enkel voor roerende lichamelijke zaken, met een sterke nadruk op de garantieregeling bij gebrek aan kwaliteit.
* **Weens koopverdrag (CISG):** Dit verdrag regelt internationale koopovereenkomsten tussen professionelen in verschillende staten. Het is niet-dwingend recht en geldt enkel voor lichamelijke roerende goederen. Het is de toekomstige wereldwet inzake internationale koop.
#### Kenmerken van de koopovereenkomst
* **Wederkerig:** Beide partijen hebben verbintenissen: de koper betaalt, de verkoper levert de zaak [ART. 5.6 BW.
* **Onder bezwarende titel:** Beide partijen verkrijgen een economisch voordeel [ART. 5.7 BW.
* **Consensueel:** De koop is altijd consensueel [ART. 5.5 BW.
De twee essentiële kenmerken die leiden tot de totstandkoming van een koopovereenkomst bij wilsovereenstemming zijn de **eigendomsoverdracht** en de **betaling van de prijs** [ART. 1582 BW.
#### Constitutieve bestanddelen van de koop
1. Overeenkomst met betrekking tot een **goed** (geen diensten).
2. Overeenkomst met betrekking tot de **eigendomsoverdracht** van het goed.
3. Tegen betaling in geld: de **prijs**.
#### Eigendomsoverdracht
Volgens het principe *solo consensu* [ART. 1583 BW gaat de eigendom tussen partijen over zodra er overeenkomst is omtrent de zaak en de prijs, ook al is de zaak nog niet geleverd en de prijs nog niet betaald. De belangrijkste verbintenis van de verkoper is de levering van de zaak. Alleen de eigenaar kan een goed verkopen; de verkoop van andermans goed is ongeldig [ART. 1599 BW.
* **Consensualisme:** Geen formaliteiten nodig voor de eigendomsoverdracht, tenzij anders contractueel bepaald [ART. 5.28 BW.
* **Koopovereenkomst met eigendomsoverdragend effect:**
* **Welbepaalde goederen:** Eigendom gaat over bij wilsovereenstemming.
* **Soortgoederen:** Eigendom gaat over bij individualisering, wat soms vóór de levering kan gebeuren [ART. 1585 BW.
#### Uitstel eigendomsoverdracht
De onmiddellijke eigendomsovergang is aanvullend recht en kan conventioneel worden uitgesloten.
* **Onroerend goed:** Eigendomsoverdracht vindt plaats bij het verlijden van de notariële akte. Dit is relevant voor de relativiteit van de overeenkomst versus tegenwerpelijkheid aan derden.
* **Beding van eigendomsvoorbehoud:** De eigendom wordt pas overgedragen na betaling van de volledige prijs.
**Belangrijk voor het examen:** Bij de wilsovereenstemming gaan de eigendom en het risico over. De koper draagt dus het risico voor verlies of beschadiging van het goed, zelfs indien het nog niet is geleverd. Voor onroerende goederen geldt vaak een uitstel van eigendomsoverdracht tot bij het verlijden van de notariële akte.
#### Betaling van de prijs
De prijs moet aan bepaalde voorwaarden voldoen:
* **Prijs in geld:** De tegenprestatie moet uit geld bestaan. Anders wordt het een ruil [ART. 1702 e.v. BW.
* **Prijs moet bepaald of bepaalbaar zijn:** De prijs moet duidelijk zijn of objectief bepaalbaar (bv. tegen dagprijs) [ART. 1591 BW. Een "verkoop tegen nader te bepalen prijs" is ongeldig indien niet bepaalbaar.
* **Prijs moet ernstig zijn:** Een volledig fictieve prijs, zoals 1 euro voor een huis, kan duiden op een vermomde schenking. Dit kan leiden tot inkorting en inbreng. De bewijslast van een vermomde schenking kan bij erfgenamen liggen.
* **Prijsbewimpeling/simulatie:** Naar buiten toe wordt een lagere prijs gesimuleerd dan de werkelijke prijs. Tussen partijen gelden de afspraken (bv. zwart geld is afdwingbaar via een tegenbrief), maar derden (zoals de fiscus) kunnen zich beroepen op de werkelijke of gesimuleerde prijs.
#### Relativiteit van de overeenkomst vs. tegenwerpelijkheid aan derden
* **Relativiteit van de overeenkomst:** Een overeenkomst bindt enkel de partijen *inter partes* [ART. 1134 BW / ART. 5.69 NBW. Derden kunnen zich hier niet op beroepen (*res inter alios acta*) [ART. 1165 BW / ART. 5.103 NBW.
* **Tegenwerpelijkheid aan derden:** Derden moeten het bestaan van de overeenkomst erkennen als een feit dat passief ondergaan moet worden. De verkoop van een huis door A aan B is tegenwerpelijk aan de buren; zij kunnen de verkoop niet tegenhouden, ook al heeft het invloed op hen.
* **Uitzonderingen:** De *actio pauliana* [ART. 1167 Oud BW / ART. 5.243 BW laat derden toe zich actief te beroepen op de overeenkomst om hun rechten te beschermen.
De tegenwerpelijkheid aan derden vereist dat de rechtshandeling rechtsgeldig is en dat de derde kennis heeft (of behoort te hebben) van de overeenkomst. Publiciteitssystemen (bv. hypotheekregisters) spelen hierbij een cruciale rol.
#### Koopovereenkomst onroerend goed
* **Consensualisme:** De eigenlijke koopovereenkomst is het compromis (onderhandse verkoopakte). De tussenkomst van een notaris is vaak gewenst om het compromis na te lezen en aan te passen in het voordeel van de koper.
* **Overgang eigendom:** Tenzij conventioneel uitgesteld, gaat de eigendom over bij de ondertekening van het compromis. Dit heeft gevolgen voor het risico.
* **Registratierechten:** Deze moeten binnen vier maanden na het compromis betaald worden.
**Voordelen tussenkomst notaris:**
1. **Opzoekingen en juridische controles:** Notaris verricht onderzoeken naar eigendomstitel, bekwaamheid, beschikkingsbevoegdheid van de verkoper, en doet dezelfde onderzoeken voor de koper. Dit is een resultaatsverbintenis voor de eigendomsoverdracht en een middelenverbintenis voor de geldigheid. Er is ook een informatieplicht.
2. **Gratis levensverzekering:** Voor overlijden van de koper door ongeval voor het verlijden van de authentieke akte (tot 250.000 euro).
3. **Voorschot:** Een voorschot (vaak 10%) wordt gestort op een geblokkeerde rekening van de notaris, wat koper en verkoper beschermt.
* **Notaris van koper/verkoper:** De notaris moet onpartijdig zijn. Beide partijen kunnen hun eigen notaris kiezen zonder meerkosten. De 'minuut' wordt bij de notaris van de koper gehouden.
De notariële akte wordt ingeschreven in het hypotheekregister, waardoor de verkoop tegenwerpelijk wordt aan derden.
#### Het 'flikkermoment'
Dit is het moment waarop een beslag wordt gelegd en overgeschreven op het hypotheekkantoor. Een latere overschrijving van een koopakte kan in het nadeel van de koper werken als er voordien een beslag werd gelegd.
#### Werkelijke en schijnbare eigenaar
Indien een eigendomsoverdracht niet wordt overgeschreven, blijft de verkoper voor de buitenwereld de eigenaar (schijnbare eigenaar), terwijl de koper de werkelijke eigenaar is. De koper kan zich niet op zijn eigendomsrecht beroepen tegenover derden te goeder trouw die geen kennis hadden van de verkoop.
#### Illustraties van 'dubbele verkoop'
Deze illustraties tonen aan hoe de volgorde van overschrijving de rechten van partijen beïnvloedt, met name wie eigenaar wordt wanneer meerdere partijen hetzelfde goed kopen. De exceptie van niet-overschrijving speelt hierbij een cruciale rol.
#### Digitale koop - verkoop van onroerend goed
Hoewel consensualisme het uitgangspunt is, brengt technologie rechtsonzekerheid met zich mee. De rechtspraak en wetgeving (bv. art. XII.15 en 16 WER) proberen hierop een antwoord te bieden, waarbij de rol van bodemattesten en elektronische handtekeningen wordt besproken. De verkoop van onroerend goed blijft in principe consensueel, tenzij specifieke vormvereisten, zoals het bodemattest, wettelijk verplicht worden gesteld.
#### Koopovereenkomst roerend goed
* **Tegenwerpelijkheid:** Er is geen algemeen publiciteitssysteem voor roerende goederen. Tegenwerpelijkheid aan derden gebeurt vanaf de levering en inbezitstelling van het goed door de koper [ART. 1141 BW / ART. 3.24 BW. Derden mogen erop vertrouwen dat het bezit geldt als titel.
* **Dubbele verkoop:** Indien A eerst aan B verkoopt, en daarna aan C die het goed daadwerkelijk in bezit krijgt, is C de eigenaar ten opzichte van derden. B heeft zijn publiciteitsplicht (inbezitstelling) niet nageleefd.
* **Eigendomsvoorbehoud:** Dit beding, dat schriftelijk moet zijn overeengekomen en uiterlijk op het moment van levering, stelt de onbetaalde verkoper in staat het roerend goed terug te vorderen.
* **Risico:** De overdracht van eigendom impliceert de overdracht van risico [ART. 1138 BW / ART. 5.80 BW. Tenzij anders bedongen of bij eigendomsvoorbehoud, draagt de koper het risico vanaf de eigendomsoverdracht.
### Totstandkoming van de koopovereenkomst
De totstandkoming vereist wilsovereenstemming, bekwaamheid en een geoorloofd voorwerp.
* **Toestemming:** Vloeit voort uit een aanbod en een aanvaarding. De precontractuele fase kan leiden tot *culpa in contrahendo* (aansprakelijkheid wegens foutief onderhandelen) [ART. 1382-1383 BW.
* **Aanbod:** Alle elementen van de verkoop moeten aanwezig zijn, de aanbieder is gebonden door zijn aanbod eenmaal de tegenpartij er kennis van krijgt.
* **Aanvaarding:** Leidt tot de totstandkoming van het contract. Een tegenbod is geen aanvaarding.
* **Specifiek: Optie:** Een voorovereenkomst waarbij de ene partij (belover) zich ertoe verbindt een goed te verkopen aan de andere partij (begunstigde) tegen bepaalde voorwaarden, gedurende een bepaalde termijn. Het lichten van de optie is een eenzijdige rechtshandeling die leidt tot de totstandkoming van de koopovereenkomst. De belover is onherroepelijk verbonden gedurende de optietermijn. De optie kan om niet worden verleend of tegen betaling van een immobilisatiepremie.
#### Lichten van de optie
Dit is een eenzijdige rechtshandeling waarbij de begunstigde de koopovereenkomst aanvaardt. De koop komt tot stand op dat moment met alle juridische gevolgen.
#### Verkoop met miskenning optierecht
Als de verkoper het goed verkoopt aan een derde terwijl er een optie bestond, kan de begunstigde van de optie enkel verhaal zoeken via de algemene regels van dubbele verkoop, aangezien hij geen zakelijk recht heeft zolang de optie niet gelicht is.
#### Koop met commandverklaring
Hierbij treedt een schijnbare koper (commandataris) op voor de werkelijke koper (commandant). Dit moet uitdrukkelijk door de verkoper erkend worden. Tussen de schijnbare en werkelijke koper is er vaak een lastgevingsovereenkomst.
#### Gebreken bij totstandkoming
* **Dwaling:** Een onvrijwillige verkeerde voorstelling van de werkelijkheid. Om tot nietigheid te leiden, moet de dwaling verschoonbaar zijn en betrekking hebben op een zelfstandigheid van de zaak [ART. 1110 BW / ART. 5.34 BW.
* **Bedrog:** Een kunstgreep met de bedoeling te bedriegen [ART. 1116 BW / ART. 5.35 BW. Enkel hoofdbedrog leidt tot nietigheid.
* **Geweld:** Het uitoefenen van dwang op een redelijk mens [ART. 5.36 BW.
* **Benadeling:** Een aanzienlijke onevenredigheid tussen de wederzijdse prestaties, voornamelijk van toepassing bij verkoop van onroerende goederen [ART. 1674 BW.
#### Bekwaamheid
Iedereen die de wet niet verbiedt, mag kopen of verkopen [ART. 1594 BW. Er zijn specifieke onbekwaamheden, zoals tussen echtgenoten [ART. 1595-1597 BW.
#### Voorwerp
Het voorwerp van de overeenkomst moet bestaan, bepaald of bepaalbaar, mogelijk en wettelijk zijn [ART. 1130 BW / ART. 5.50 BW, ART. 1128 BW / ART. 1598 BW / ART. 5.48 BW. De verkoop van een toekomstige zaak is toegestaan. Het voorwerp moet "in de handel" zijn.
#### Vorm en bewijs
De koop is consensueel [ART. 5.28 BW. Voor burgerlijke zaken is boven 3.500 euro een geschrift vereist als bewijs.
### Verbintenissen van de verkoper
1. **Goed leveren:** De verkoper moet het verkochte goed in macht en bezit van de koper overdragen. Dit staat los van de eigendomsoverdracht [ART. 1604 BW.
2. **Vrijwaring voor uitwinning:** De verkoper moet instaan voor het rustige en ongestoorde bezit van het goed door de koper.
3. **Vrijwaring voor (verborgen) gebreken:** De verkoper staat in voor gebreken die het goed ongeschikt maken voor het gebruik waarvoor het bestemd is.
#### Levering
De levering is de overdracht van het verkochte goed in de macht en het bezit van de koper. Dit omvat ook toebehoren [ART. 1615 BW en opbrengsten [ART. 1614 BW. De staat, omvang en hoeveelheid moeten overeenkomen met de afspraken. De verkoper moet de zaak behouden tot aan de levering [ART. 1136 BW. De kosten van levering zijn ten laste van de verkoper, die van afhaling ten laste van de koper, tenzij anders bedongen. De plaats van levering is waar het goed zich ten tijde van de koop bevond [ART. 1609 BW, tenzij anders overeengekomen.
#### Conformiteit
Het geleverde goed moet conform zijn aan de verkochte zaak qua materiële kwaliteit, kwantiteit en identiteit. Bij niet-conformiteit kan de koper een vordering instellen wegens schending van de leveringsplicht. Bij aanvaarding verliest de koper dit recht.
#### Vrijwaring voor verborgen gebreken (gemeen recht)
* **Algemeen:** De koper wil niet alleen vreedzaam bezit (uitwinning), maar ook nuttig bezit (verborgen gebreken). De koper wil het goed kunnen gebruiken waarvoor het bestemd is.
* **Gemeen intern kooprecht:** Hanteert een dualisme: niet-conforme levering en verborgen gebreken.
* **Consumentenkoop & Weens koopverdrag:** Hanteert een monisme: niet-conforme levering *sensu lato*, wat zowel materiële kwaliteit als verborgen gebreken omvat.
**Zichtbare gebreken:** Moeten door de koper worden gewezen. Indien niet, worden ze geacht gedekt te zijn door de aanvaarding [ART. 1642 BW.
**Verborgen gebreken:** Verkoper staat hiervoor in ongeacht goedkeuring door de koper bij levering. Een gebrek is verborgen indien het bij normaal en aandachtig onderzoek, rekening houdend met de aard van de zaak en de hoedanigheid van de koper, niet detecteerbaar is. Het wordt pas waarneembaar na gebruik of proefnemingen.
**Aanvaarding:** De erkenning van conformiteit en de verzaking aan het recht om zich op niet-conformiteit te beroepen. Deze moet met kennis van zaken gebeuren. Bij stilzwijgen na levering wordt stilzwijgende aanvaarding vermoed.
**Voorwaarden voor een verborgen gebrek:**
1. **Gebrek:** Moet leiden tot ongeschiktheid voor het bestemde gebruik of een vermindering van de gebruikswaarde.
2. **Verborgen:** Niet zichtbaar bij normaal onderzoek.
3. **Ernstig:** Voldoende ernstig om de koop te beïnvloeden.
4. **Anterieur:** Het gebrek bestond (minstens in kiem) op het moment van de koop/risico-overgang.
* **Intrinsiek gebrek:** Een defect in de zaak zelf (bv. constructiefout).
* **Functioneel gebrek:** Het goed is intrinsiek in orde, maar ongeschikt voor het door de koper bedoelde, aan de verkoper bekende gebruik.
#### Vrijwaring voor uitwinning
De verkoper moet garanderen dat de koper het rustige en ongestoorde bezit van het verkochte goed zal hebben. Dit geldt zowel voor eigen daden van de verkoper als voor daden van derden die juridische stoornissen veroorzaken. Feitelijke stoornissen van derden vallen hier doorgaans buiten de vrijwaringsplicht van de verkoper.
### Verweermiddelen van de verkoper (bij wanprestatie)
* **Exceptio non adimpleti contractus (ENAC):** De verkoper kan zijn leveringsplicht opschorten als de koper de prijs niet betaalt.
* **Ontbinding:** Bij ernstige wanprestatie van de koper kan de overeenkomst ontbonden worden.
* **Voorrecht (hypotheekwet):** De onbetaalde verkoper heeft een bevoorrecht recht op de verkochte zaak.
* **Revindicatierecht:** Bij roerende goederen kan de onbetaalde verkoper de zaak terugvorderen binnen acht dagen na levering, mits deze nog bij de koper is en in dezelfde staat verkeert.
## Deel 1 H2: Kanscontracten
Kanscontracten kenmerken zich door het **aleatoir karakter**, waarbij de gelijkwaardigheid van de prestaties afhangt van een onzekere gebeurtenis. Partijen aanvaarden een risico en kunnen nadien niet klagen.
### Soorten kanscontracten
* **Spel en weddenschap:** Contracten waarbij onzekerheid afhangt van toeval of het gedrag van partijen. Vorderingen voor speelschulden zijn in principe niet toegestaan [ART. 1965 BW, tenzij er sprake is van een uitzondering [ART. 1966 BW.
* **Lijfrente:** Een contract waarbij een partij een periodieke geldsom ontvangt gedurende het leven van een bepaald persoon (het 'lijf'). Dit is vaak een modaliteit van een andere overeenkomst (bv. verkoop) en moet onder bezwarende titel zijn om als kanscontract te gelden. Er moet een reële kans op winst en verlies zijn.
* **Tontine en aanwas:** Contracten waarbij bij overlijden van één partner diens aandeel automatisch naar de langstlevende partner gaat. Dit is geen erfrecht, maar een contractuele verkrijging. Het is vooral nuttig voor samenwonenden.
## Deel 1 H3: Dading
Dading is een contract waarbij partijen een gerezen of toekomstig geschil beëindigen door wederzijdse toegevingen [ART. 2044 BW. Het is een benoemd contract met specifieke regels.
### Essentiële bestanddelen van dading
1. Een **gerezen of toekomstig geschil**.
2. **Wederzijdse toegevingen:** De concessies hoeven niet gelijkwaardig te zijn, en er is geen benadelingsvordering mogelijk.
3. **Zonder gegrondheid aanspraken andere partij te erkennen:** Partijen doen toegevingen zonder de juridische grondslag van de ander te erkennen.
### Geldigheidsvereisten
* **Bekwaamheid:** Dading is een daad van beschikking en vereist bekwaamheid.
* **Toestemming:** Dwaling over het objectieve recht is niet mogelijk [ART. 2052 BW. Bedrog en geweld zijn wel wilsgebreken die tot nietigheid kunnen leiden.
* **Voorwerp:** Moet bestaan, bepaald/bepaalbaar, mogelijk en wettelijk zijn. Rechten die de openbare orde raken, kunnen geen voorwerp van dading zijn.
### Vorm en bewijs
Dading is een consensueel contract, maar een geschrift is vereist als bewijs boven 3.500 euro [ART. 2044 BW. Een gewoon geschrift is geen uitvoerbare titel; enkel een authentieke akte of akkoordvonnis is dit.
### Gevolgen
* **Principieel:** De dading bindt de partijen en voorkomt dat hetzelfde geschil opnieuw wordt aangevochten (exceptie van dading).
* **Niet-nakoming:** Kan leiden tot contractuele schadevergoeding of ontbinding.
---
**Veelgemaakte fouten om te vermijden:**
* Het verwarren van een eenzijdige overeenkomst met een eenzijdige rechtshandeling.
* Het onjuist classificeren van overeenkomsten (bv. zakelijk vs. consensueel).
* Het negeren van de specifieke regimes van consumentenkoop en het Weens koopverdrag.
* Het onjuist toepassen van de regels rond eigendomsoverdracht en risico.
* Het over het hoofd zien van de gevolgen van de publiciteitssystemen bij onroerende goederen.
* Het onderschatten van de vereisten voor verborgen gebreken en de verschillende regimes.
* Het verkeerd interpreteren van de reikwijdte van de vrijwaringsplicht van de verkoper.
* Het onjuist toepassen van de regels rond kanscontracten en de vereiste van 'alea'.
* Het verkeerd toepassen van de vorm- en bewijsregels bij dading.
* Het niet correct omgaan met de verschillende publiciteitsregels voor roerende en onroerende goederen.
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
| :------------------------ | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Afbetalingsverkoop | Een kredietovereenkomst waarbij een consument goederen op krediet koopt en deze in termijnen afbetaalt, inclusief interesten. Dit is gereguleerd in het Wetboek Economisch Recht. |
| Aanwasbeding | Een contractuele bepaling, vaak gebruikt bij samenwonende partners, waarbij bij overlijden van één partner zijn aandeel automatisch naar de langstlevende partner gaat, waardoor het buiten de nalatenschap valt. |
| Aleatoir karakter | Het kenmerk van een kanscontract waarbij de gelijkwaardigheid van de wederzijdse prestaties onzeker is, afhankelijk van een onzekere gebeurtenis, met een kans op winst of verlies voor de partijen. |
| Bezwarende titel | Een overeenkomst waarbij elke partij een economisch voordeel verkrijgt in ruil voor de prestatie die zij levert. |
| Contract | Een meerzijdige rechtshandeling waarbij wilsovereenstemming tussen twee of meer personen wordt bereikt met de bedoeling rechtsgevolgen te doen ontstaan, wat leidt tot afdwingbare verbintenissen. |
| Consensualisme | Het principe dat een overeenkomst tot stand komt door loutere wilsovereenstemming, zonder bijkomende vormvereisten. Dit is de algemene regel in het Belgisch recht. |
| Consumentenkoop | Een koopovereenkomst tussen een professionele verkoper en een consument die koopt voor niet-beroepsdoeleinden, waarbij de consument beschermd wordt door dwingende wetgeving, met name op het gebied van garanties. |
| Dading | Een contract waarbij partijen een bestaand of toekomstig geschil beëindigen door wederzijdse toegevingen te doen, met als doel rechtszekerheid te creëren zonder de juridische grondslag van de aanspraken van de andere partij te erkennen. |
| Eigendomsvoorbehoud | Een clausule in een overeenkomst waarbij de eigendom van het verkochte goed pas overgaat op de koper nadat de volledige prijs is betaald, wat de verkoper het recht geeft het goed terug te vorderen bij wanbetaling. |
| Eenzijdige overeenkomst | Een overeenkomst waarbij slechts één partij een verbintenis heeft of zich over en weer verbindt, terwijl de andere partij geen specifieke prestatie hoeft te leveren. |
| Essentiële kenmerken | De constitutieve bestanddelen van een overeenkomst die noodzakelijk zijn voor haar geldigheid, zoals bij de koopovereenkomst de wilsovereenstemming over de zaak en de prijs. |
| Foutloze aansprakelijkheid | Een vorm van aansprakelijkheid die niet gebaseerd is op een bewezen fout van de aangesprokene, maar op de wet, zoals bij productaansprakelijkheid. |
| Gemeenrecht | De algemene regels die van toepassing zijn op overeenkomsten en rechtshandelingen, tenzij specifieke wetgeving (zoals consumentenrecht) afwijkt of partijen contractueel andere afspraken maken. |
| Handelsprijs | De prijs die objectief bepaalbaar is, bijvoorbeeld de dagprijs op de markt, en die geldig is voor een overeenkomst. |
| Handgift | Een zakelijk contract waarbij een goed wordt overhandigd zonder dat daar een schenkingsakte voor nodig is, wat betekent dat het definitief is zodra het is overhandigd. |
| Incoterms | Internationale handelstermen die de verantwoordelijkheden van kopers en verkopers met betrekking tot levering, risico en kosten van transport van goederen definiëren. |
| Intrinsiek gebrek | Een defect in de zaak zelf, zoals een constructiefout, dat de geschiktheid voor het normale gebruik aantast. |
| Intuïtu personae | Een overeenkomst die specifiek is aangegaan omwille van de persoon of de persoonlijke kwaliteiten van de tegenpartij, waardoor de overeenkomst ten einde komt bij het overlijden van die persoon. |
| Kanscontract | Een wederkerige overeenkomst waarbij de gelijkwaardigheid van de prestaties afhangt van een onzekere gebeurtenis, met een kans op winst of verlies voor de partijen. |
| Koopovereenkomst | Een wederkerige overeenkomst onder bezwarende titel, consensueel, waarbij de verkoper zich verbindt om een goed over te dragen en de koper zich verbindt om daarvoor een prijs in geld te betalen. |
| Lijfrente | Een contract waarbij een partij een periodieke geldsom ontvangt gedurende het leven van een bepaald persoon (het 'lijf'), vaak gekoppeld aan een verkoop of schenking. |
| Niet-conforme levering | Een levering waarbij het geleverde goed materieel, kwantitatief of qua identiteit niet overeenkomt met wat contractueel was afgesproken. |
| Openbare orde | De fundamentele rechtsbeginselen en maatschappelijke normen die essentieel zijn voor de bescherming van de samenleving als geheel en waarvan niet mag worden afgeweken. |
| Pacta sunt servanda | Een fundamenteel principe dat stelt dat geldig aangegane overeenkomsten partijen binden als wet. |
| Prijsbewimpeling | Het simuleren van een lagere prijs dan de werkelijke prijs om bijvoorbeeld registratierechten te ontduiken. Dit kan leiden tot de toepassing van de leerstukken van simulatie en tegenbrieven. |
| Productaansprakelijkheid | Een wettelijke regeling die producenten aansprakelijk stelt voor schade veroorzaakt door gebrekkige producten, ongeacht of er een fout is aangetoond. |
| Raamcontract | Een overeenkomst waarin algemene principes worden vastgelegd waarbinnen later individuele contracten (uitvoeringscontracten) zullen worden gesloten. |
| Rechtshandeling | Een bewuste handeling die erop gericht is rechtsgevolgen te doen ontstaan. |
| Relativiteit van de overeenkomst | Het principe dat een overeenkomst enkel rechten en plichten creëert tussen de contracterende partijen en geen gevolgen heeft voor derden, tenzij de wet anders bepaalt. |
| Risico-overdracht | Het moment waarop het risico van tenietgaan of beschadiging van het verkochte goed overgaat van de verkoper op de koper, wat vaak samenvalt met de eigendomsoverdracht. |
| Ruil | Een overeenkomst waarbij goederen worden uitgewisseld tegen andere goederen, zonder tussenkomst van geld. |
| Schenking | Een eenzijdige overeenkomst waarbij een partij om niet een goed overdraagt aan een andere partij, met de bedoeling haar te begunstigen. |
| Simulatie | Het opzettelijk creëren van een valse schijn van rechtshandeling om de werkelijke wil van partijen te verbergen, wat kan leiden tot ongeldigheid ten opzichte van derden. |
| Soortgoederen | Goederen die niet individualiseerbaar zijn en worden aangeduid naar hun soort, waarbij de eigendom pas overgaat op het moment van individualisering. |
| Tegenwerpelijheid | Het principe dat een rechtshandeling of overeenkomst kenbaar is en erkend moet worden door derden, hoewel deze geen partij zijn bij de overeenkomst. |
| Tontine | Een financiële constructie, vaak bij vastgoedtransacties tussen samenwonenden, waarbij bij overlijden van één partner diens aandeel naar de langstlevende gaat, waardoor het buiten de nalatenschap valt. |
| Uitwinning | Situatie waarbij de koper het rustige en ongestoorde bezit van het gekochte goed wordt ontnomen, hetzij door de verkoper zelf, hetzij door een derde die een recht op het goed kan laten gelden. |
| Verborgen gebrek | Een defect aan een verkocht goed dat niet zichtbaar is bij een normaal, aandachtig onderzoek en pas na gebruik of proefnemingen waarneembaar wordt. |
| Verbintenis | Een juridische verplichting om iets te doen, niet te doen, of te geven, voortvloeiend uit een overeenkomst, de wet of een andere rechtsbron. |
| Verkoop op afbetaling | Zie afbetalingsverkoop. |
| Wederkerige overeenkomst | Een overeenkomst waarbij beide partijen zich over en weer verbinden tot een prestatie. |
| Zakelijk contract | Een overeenkomst die pas tot stand komt door de feitelijke overhandiging van het voorwerp van de overeenkomst. |