Cover
Mulai sekarang gratis slides deel 4 Erfrecht.pdf
Summary
# Kernbegrippen van het erfrecht en rechtsbekwaamheid
Dit hoofdstuk introduceert de fundamentele concepten van het erfrecht en de essentiële vereisten voor rechtsbekwaamheid bij natuurlijke en rechtspersonen.
## 1 Kernbegrippen van het erfrecht en rechtsbekwaamheid
### 1.1 De relatie tussen goederenrecht en erfrecht
Het erfrecht vertoont een nauwe band met het goederenrecht, met name met de concepten van volle eigendom, naakte eigendom en vruchtgebruik [2](#page=2).
#### 1.1.1 Volle eigendom
Volle eigendom omvat de volledige bevoegdheid over een goed, bestaande uit het recht op gebruik, genot en beschikking. Dit betekent dat de volle eigenaar het goed kan bewonen, verhuren, verkopen, schenken of genieten van de opbrengsten [2](#page=2).
#### 1.1.2 Vruchtgebruik
Vruchtgebruik is het recht om van de vruchten van een goed te genieten en het goed te gebruiken, zonder echter over het goed te kunnen beschikken. Dit recht dooft automatisch uit bij het overlijden van de vruchtgebruiker [2](#page=2).
> **Voorbeeld:** Een langstlevende echtgenoot kan het recht op vruchtgebruik hebben op een huis, waardoor deze erin kan wonen en huur mag innen, maar niet het recht heeft om het huis te verkopen [2](#page=2).
#### 1.1.3 Blote eigendom
De blote eigenaar is juridisch eigenaar van een goed, maar mist het genot en gebruiksrecht zolang het vruchtgebruik duurt. De volle eigendom wordt pas verkregen na het einde van het vruchtgebruik [2](#page=2).
> **Voorbeeld:** Kinderen kunnen de blote eigendom van een huis erven, maar kunnen er pas over beschikken nadat het vruchtgebruik van een andere persoon (bv. een langstlevende echtgenoot) is beëindigd [2](#page=2).
### 1.2 Personenrecht en rechtsbekwaamheid
Het personenrecht definieert een persoon als een rechtssubject, een drager van rechten en plichten, wat synoniem is met rechtsbekwaamheid. Rechtsbekwaamheid houdt in dat men rechten kan hebben en aanspraak kan maken op zaken zoals afstamming, eigendomsrechten, vermogen, erfrecht, vruchtgebruik, wettelijke reserve, reservataire erfgenaam zijn, en een volgorde in de wettelijke erfopvolging [3](#page=3).
Daarnaast brengt rechtsbekwaamheid ook plichten met zich mee, zoals het betalen van belastingen (erfbelasting, successierechten, schenkingsrechten), het respecteren van de wet en het naleven van contracten. Beperkingen op de rechtsbekwaamheid kunnen enkel worden opgelegd via een gerechtelijke beslissing, bijvoorbeeld ontzetting uit politieke rechten of ouderlijk gezag, of onwaardigheid om te erven [3](#page=3).
#### 1.2.1 Het begrip "persoon" in het personenrecht
Een persoon in het personenrecht is een levende mens vanaf de geboorte tot de dood. Een ongeboren kind is juridisch gezien nog geen persoon en dus nog niet rechtsbekwaam. Echter, onder bepaalde voorwaarden wordt een ongeboren kind wel als persoon beschouwd in het erfrecht: als het reeds verwekt was op het moment van overlijden van de erflater en levensvatbaar geboren wordt. Dit principe is gebaseerd op het Romeinse recht, waarbij het ongeboren kind in zijn voordeel als geboren wordt beschouwd [3](#page=3).
#### 1.2.2 Handelingsbekwaamheid
Handelingsbekwaamheid is de bekwaamheid om rechtshandelingen te stellen. Handelingen zoals het aanvaarden of verwerpen van een erfenis, schenken of het opmaken van een testament zijn rechtshandelingen. In beginsel is elke meerderjarige handelingsbekwaam. Een meerderjarige kan echter handelingsonbekwaam worden verklaard als beschermingsmaatregel, waarbij deze vertegenwoordigd wordt door een bewindvoerder. Minderjarigen zijn handelingsonbekwaam en worden vertegenwoordigd door de andere ouder of een voogd [3](#page=3).
### 1.3 Rechtspersonen en erfrecht
Rechtspersonen, zoals vennootschappen en verenigingen, zijn eveneens rechtssubjecten en drager van rechten en plichten, wat inhoudt dat zij rechtsbekwaamheid bezitten. Rechtspersonen handelen echter via hun vertegenwoordigers en kunnen niet zelfstandig rechtshandelingen stellen. Zowel publieke als private rechtspersonen kunnen erven [4](#page=4).
#### 1.3.1 Erven door rechtspersonen
Rechtspersonen erven niet automatisch via de wettelijke erfopvolging, maar wel via testament. Een voorwaarde is dat de rechtspersoon reeds opgericht (bestond) op het moment van het overlijden van de erflater. Het aanvaarden van een nalatenschap door een rechtspersoon is een rechtshandeling en vereist handelingsbekwaamheid van de rechtspersoon (via zijn vertegenwoordigers) [4](#page=4).
> **Tip:** Nalatenschappen aan erkende goede doelen zijn vaak vrijgesteld van erfbelasting. Voorbeelden van dergelijke organisaties zijn Unicef, het Rode Kruis, WWF, Artsen zonder Grenzen, de Stichting tegen kanker, en universiteiten [4](#page=4).
> **Voorbeeld:** Een bedrijf kan aandelen nalaten aan een vennootschap om de continuïteit van een onderneming te verzekeren, of een privécollectie kan geschonken worden aan een museum. In deze gevallen kan echter wel een aanzienlijke erfbelasting verschuldigd zijn [4](#page=4).
Het is cruciaal om de wettelijke reservataire erfgenamen niet te vergeten, aangezien hun rechten altijd gerespecteerd moeten worden [4](#page=4).
---
# De wettelijke erfopvolging en de erfrechtelijke orde
De wettelijke erfopvolging, ook wel wettelijke devolutie of intestaat erfrecht genoemd, regelt de automatische verdeling van een nalatenschap wanneer er geen testament is opgesteld of wanneer een testament niet alle vermogensbestanddelen dekt. In dit geval wordt de nalatenschap verdeeld volgens een specifieke hiërarchie van erfgenamen, de erfrechtelijke ordes [11](#page=11) [13](#page=13).
### 2.1 Wettelijke erfopvolging: algemene principes
De wettelijke erfopvolging treedt in werking na het overlijden, waarbij de nalatenschap automatisch openvalt. De erfgenamen worden bepaald volgens een bepaalde volgorde of orde. De belangrijkste beginselen zijn [10](#page=10):
* **Prioriteit van het testament:** Indien er een testament is, wordt dit eerst uitgevoerd. Pas daarna wordt gekeken naar wat resteert en naar de wettelijke erfgenamen [11](#page=11).
* **Wie zijn de erfgerechtigden?**
* Bloedverwanten volgens een specifieke rangorde: eerst de kinderen (en kleinkinderen via plaatsvervulling), daarna de ouders, broers en zussen, enzovoort [10](#page=10).
* De langstlevende partner wordt beschermd [10](#page=10).
* Erfgerechtigden moeten bestaan op het moment van overlijden van de erflater. Een verwekt kind dat levensvatbaar geboren wordt, telt mee [10](#page=10).
* Erfgerechtigden moeten de erflater overleven [10](#page=10).
#### 2.1.1 Bekwaamheid en onwaardigheid tot erven
Om te kunnen erven, moet een persoon bekwaam zijn. Dit betekent dat de erfgenaam moet bestaan op het moment van overlijden van de erflater. Verwekking volstaat, mits het kind levensvatbaar wordt geboren [12](#page=12).
**Onwaardigheid tot erven** kan automatisch of na tussenkomst van de rechter plaatsvinden [12](#page=12).
* **Automatisch:** Wanneer de erfgenaam zware misdrijven heeft gepleegd ten aanzien van de erflater, zoals moord of doodslag [12](#page=12).
* **Na tussenkomst van de rechter:** Bij ernstige feiten zoals verkrachting of opzettelijke slagen en verwondingen ten aanzien van de erflater [12](#page=12).
Het gevolg van onwaardigheid is een volledige uitsluiting, waarbij het aandeel van de onwaardige erfgenaam naar de andere erfgenamen gaat [12](#page=12).
#### 2.1.2 Beschermde erfdelen (wettelijke reserve)
Bepaalde erfgenamen zijn reservataire erfgenamen, wat betekent dat zij een voorbehouden erfdeel hebben dat niet zomaar ontnomen kan worden [10](#page=10).
* De kinderen krijgen samen de helft van de nalatenschap, te verdelen onder de kinderen [10](#page=10).
* De langstlevende echtgenoot kan niet onterfd worden. De wettelijk samenwonende wordt ook beschermd, maar kan wel bij testament onterfd worden [10](#page=10).
* Ouders hebben geen wettelijke reserve meer. Zij kunnen enkel een onderhoudsvordering instellen als ze behoeftig zijn [10](#page=10).
De erflater kan vrij beschikken over het niet-reservataire deel van zijn vermogen, bijvoorbeeld via een testament of schenking [10](#page=10).
> **Tip:** Erfbelasting is een fiscale kwestie en valt buiten het privaatrechtelijk erfrecht; het is een gewestelijke bevoegdheid [10](#page=10).
### 2.2 De erfrechtelijke ordes
De wettelijke erfgenamen worden bepaald volgens de volgende erfrechtelijke ordes:
#### 2.2.1 Eerste orde
* **Wie erft?** Langstlevende partner (huwelijk of wettelijke samenwoning) én afstammelingen (kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen). Afstamming is onbeperkt in graad [13](#page=13).
* **Plaatsvervulling:** Afstammelingen van vooroverleden verwanten in rechte lijn treden in hun plaats [13](#page=13).
* **Inclusief:** Buitenechtelijke (erkende of vastgestelde vaderschap/mee-moederschap) en geadopteerde kinderen [13](#page=13).
* **Exclusief:** Stiefkinderen, pleegkinderen, niet-erkende kinderen of kinderen van wie het vaderschap/mee-moederschap niet vaststaat [13](#page=13).
* **Wettelijke reserve:** De kinderen hebben recht op de helft van de nalatenschap, te verdelen onder hen. De langstlevende echtgenoot (LLE) geniet ook bescherming [13](#page=13).
> **Voorbeeld:** Jan is ongehuwd en laat 2 kinderen na: Anna en Tom. Beide kinderen erven 50% [15](#page=15).
> **Voorbeeld:** Jan is ongehuwd en laat 2 kinderen na: Anna (levend) en Tom (overleden met 2 kinderen). Anna erft 50%. Tom's deel (50%) wordt verdeeld onder zijn 2 kinderen, dus elk kleinkind krijgt 25% via plaatsvervulling [15](#page=15).
#### 2.2.2 Tweede orde
* **Wanneer treedt deze orde in?** Indien er geen afstammelingen zijn [13](#page=13).
* **Wie erft?** Bevoorrechte ascendenten (ouders) en bevoorrechte zijverwanten (broers, zussen en hun afstammelingen via plaatsvervulling) [13](#page=13).
* **Ouderaandeel:** Ouders erven elk een kwart (25%). Als een ouder vooroverleden is, gaat diens deel naar de andere ouder. Als beide ouders vooroverleden zijn, erven de broers en zussen het volledige deel van de ouders [13](#page=13).
* **Broers en zussen:** De broers en zussen erven het resterende deel (tot de nalatenschap op is) [13](#page=13).
* **Niet reservatair:** Bevoorrechte ascendenten en zijverwanten zijn niet reservatair en kunnen onterfd worden [13](#page=13).
> **Voorbeeld:** Jan is ongehuwd en overlijdt kinderloos. Beide ouders en broer Piet zijn nog in leven. Elke ouder erft 25%, en Piet erft 50% [15](#page=15).
> **Voorbeeld:** Jan is ongehuwd en overlijdt kinderloos. Beide ouders zijn nog in leven, maar broer Piet is overleden en laat 2 kinderen na. Elke ouder erft 25%. Piet's deel (50%) wordt verdeeld onder zijn 2 kinderen, dus elk neef/nicht erft 25% via plaatsvervulling [15](#page=15).
#### 2.2.3 Derde orde
* **Wanneer treedt deze orde in?** Indien er geen afstammelingen en geen broers/zussen zijn [13](#page=13).
* **Wie erft?** Overige ascendenten (grootouders, overgrootouders) en hun afstammelingen. Dit is ter informatie en niet relevant voor examenoefeningen [13](#page=13).
* **Evolutie:** Als er geen broers en zussen zijn, gaan de ouders voor. Als de ouders er wel zijn, erven zij de volledige nalatenschap (elk 50%, of een ouder 100% indien de andere vooroverleden is) [13](#page=13).
> **Voorbeeld:** Jan is ongehuwd en overlijdt kinderloos. Beide ouders zijn vooroverleden, en broer Piet is kinderloos gestorven. In dit geval erven de overgrootouders (indien aanwezig). Als er enkel nog grootouders in leven zijn, erven deze. Als er geen broers/zussen of ouders zijn, maar wel een levende broer, dan erft die broer alles [15](#page=15).
> **Voorbeeld:** Jan is ongehuwd en overlijdt kinderloos. Ouders en grootouders zijn vooroverleden. In de derde orde zouden overgrootouders erven. Indien die er niet zijn, gaat het naar de vierde orde.
#### 2.2.4 Vierde orde
* **Wanneer treedt deze orde in?** Indien er geen afstammelingen, broers/zussen, noch overige ascendenten zijn [13](#page=13).
* **Wie erft?** Overige zijverwanten: ooms, tantes, neven, nichten, grootooms, groottantes met hun afstammelingen. Dit is ter informatie en niet relevant voor examenoefeningen [13](#page=13).
* **Kloving:** De nalatenschap wordt gesplitst: 50% naar de vaderlijke lijn en 50% naar de moederlijke lijn. Dit was historisch bedoeld om familievermogen in de oorspronkelijke families te houden [13](#page=13).
* **Plaatsvervulling:** Binnen de lijnen treden afstammelingen van vooroverleden verwanten in hun plaats [13](#page=13).
> **Voorbeeld:** Jan is ongehuwd en overlijdt kinderloos. Ouders en grootouders zijn vooroverleden. Jan heeft enkel een levende tante aan moederszijde en 2 neven in leven aan vaderszijde. De nalatenschap wordt gesplitst: 50% naar de vaderlijke lijn en 50% naar de moederlijke lijn. Aan vaderszijde erft de tante (de enige levende in die lijn) 50% (van de 50% die naar de vaderlijke lijn gaat). Aan moederszijde erft de overleden oom zijn deel (50% van de 50% die naar de moederlijke lijn gaat) verdeeld wordt onder zijn 2 kinderen (de neven), dus elke neef krijgt 25% [15](#page=15).
### 2.3 Specifieke situaties
* **Langstlevende partner zonder andere erfgenamen:** De langstlevende echtgenoot erft alles in volle eigendom [13](#page=13) [15](#page=15).
* **Geen langstlevende partner en geen andere erfgenamen:** Dit is een erfloze nalatenschap. In dat geval erft de Belgische staat [13](#page=13).
> **Ter info:** Het filmpje over de regels in België is een nuttige aanvulling [13](#page=13).
> **Ter info:** Eenvoudige casussen uit de voorbeelden kunnen wel examen relevant zijn [15](#page=15).
---
# De wettelijke reserve en de vrije beschikking over vermogen
Dit deel behandelt de bescherming van bepaalde erfgenamen via de wettelijke reserve en de vrijheid van de erflater om over het resterende deel van het vermogen te beschikken [10](#page=10).
### 3.1 Wettelijke erfopvolging en beschermde erfgenamen
Bij overlijden valt de nalatenschap automatisch open en komen de erfgenamen aan bod volgens een bepaalde volgorde, tenzij er een testament is. De erfgerechtigden zijn bloedverwanten volgens een rangorde (kinderen, ouders, broers/zussen), de langstlevende partner, en zij moeten de erflater overleven. Een kind moet bestaan op het moment van overlijden en levensvatbaar geboren worden [10](#page=10).
Bepaalde erfgenamen, de reservataire erfgenamen, hebben een voorbehouden erfdeel, de wettelijke reserve, dat niet kan worden ontnomen. De kinderen krijgen samen de helft van de nalatenschap. De langstlevende echtgenoot kan niet onterfd worden. Ouders hebben geen wettelijke reserve meer, maar kunnen wel een onderhoudsvordering instellen indien zij behoeftig zijn [10](#page=10).
> **Tip:** De fiscale aspecten van het erfrecht (erfbelasting) worden niet behandeld in het privaatrecht en vallen onder gewestelijke bevoegdheid [10](#page=10).
### 3.2 De wettelijke reserve bepalen
Om te weten over welk deel van het vermogen men vrij kan beschikken, moet eerst de wettelijke reserve bepaald worden. Dit proces is essentieel voor het correct uitvoeren van testamenten en schenkingen [14](#page=14).
#### 3.2.1 Stappenplan voor het bepalen van de nalatenschap en de wettelijke reserve
Een algemeen stappenplan voor het bepalen van de nalatenschap en de wettelijke reserve omvat de volgende fasen [14](#page=14) [17](#page=17):
1. **Vereffening en verdeling van het huwelijksvermogenstelsel (HVS):** Dit is de eerste stap, vooral relevant bij gehuwden onder het wettelijk stelsel [14](#page=14) [17](#page=17).
2. **Bepalen van de nalatenschap en wettelijke reserve:** Hierbij wordt de eigenlijke nalatenschap vastgesteld en de omvang van de wettelijke reserve berekend [14](#page=14) [17](#page=17).
3. **Uitvoeren van het testament:** Het testament wordt uitgevoerd, rekening houdend met de wettelijke reserve [14](#page=14) [17](#page=17).
4. **Verdelen van het resterende:** Wat overblijft na de uitvoering van het testament wordt verdeeld onder de wettelijke erfgenamen [14](#page=14) [17](#page=17).
> **Tip:** Gedane schenkingen uit het verleden worden fictief ingebracht om de wettelijke reserve te bepalen [17](#page=17).
#### 3.2.2 Fictieve massa bij schenkingen
Om de wettelijke reserve correct te berekenen, worden schenkingen die tijdens het leven van de erflater zijn gedaan, fictief toegevoegd aan de nalatenschap. Dit creëert een 'fictieve massa' [16](#page=16) [17](#page=17).
> **Example:** Een erflater met een nalatenschap van 200.000 euro (bestaande uit 100.000 euro eigen goederen en 100.000 euro helft gemeenschappelijk vermogen) die eerder 100.000 euro aan een vriendin heeft geschonken. De fictieve massa bedraagt dan 200.000 (nalatenschap) + 100.000 (schenking) = 300.000 euro. De wettelijke reserve voor de kinderen is dan de helft van deze fictieve massa, dus 150.000 euro, en niet de helft van de loutere nalatenschap (100.000 euro) [17](#page=17).
### 3.3 Vrije beschikking over vermogen
De erflater kan vrij beschikken over het niet-reservataire deel van zijn vermogen via een testament of schenking. Dit betekent dat de helft van de nalatenschap, na aftrek van de wettelijke reserve, naar eigen goeddunken kan worden verdeeld. Ouders kunnen bijvoorbeeld de helft van hun vermogen aan een goed doel schenken [10](#page=10) [14](#page=14).
#### 3.3.1 Testament
Een testament is een akte waarin de erflater bepaalt wat er met zijn vermogen moet gebeuren na overlijden. Het testament treedt in werking voor de wettelijke erfopvolging, maar met respect voor de wettelijke reserve [16](#page=16).
#### 3.3.2 Schenking
Een schenking is een daad waarbij de erflater bij leven zijn vermogen gratis weggeeft. Het eigendom gaat onmiddellijk over. Schenkingen worden fictief gevoegd bij de nalatenschap om de wettelijke reserve te bepalen [16](#page=16).
### 3.4 Sancties bij schending van de wettelijke reserve
Indien de wettelijke reserve wordt geschonden, worden eerst de testamenten beperkt tot de wettelijke reserve. Als dat onvoldoende is, worden schenkingen ingekort, te beginnen met de meest recente. De begunstigde van een schenking moet dan het teveel teruggeven om de reserve te respecteren [16](#page=16).
---
# Testamenten en schenkingen versus wettelijke erfopvolging
Dit onderwerp verkent de verschillen en overeenkomsten tussen testamenten en schenkingen als middelen om vermogen bij overlijden te verdelen, met aandacht voor hun vormvereisten, onherroepelijkheid en fiscale implicaties, in vergelijking met de wettelijke erfopvolging.
### 4.1 Testamenten en schenkingen: definitie en werking
#### 4.1.1 Testament
Een testament is een document waarin de erflater (ook wel testator genoemd) bepaalt wat er met zijn vermogen of een deel daarvan moet gebeuren na zijn overlijden. Het testament treedt in werking op het moment dat de wettelijke erfopvolging zou intreden, maar wel met inachtneming van de wettelijke reserve [16](#page=16).
#### 4.1.2 Schenking
Een schenking is een handeling waarbij de erflater (schenker) bij leven reeds een deel van zijn vermogen gratis wegschenkt. Het eigendom van het geschonken goed gaat onmiddellijk over tijdens het leven van de schenker. Schenkingen van toekomstige goederen zijn niet mogelijk. Na het overlijden worden schenkingen fictief toegevoegd aan de nalatenschap om de wettelijke reserve te bepalen; dit dient als een correctie [16](#page=16) [18](#page=18).
### 4.2 Correctie bij schending van de wettelijke reserve
Indien de wettelijke reserve van bepaalde erfgenamen geschonden wordt door testamenten of schenkingen, worden eerst de testamenten beperkt tot de wettelijke reserve. Als dit onvoldoende is om de reserve te respecteren, worden de schenkingen ingekort, beginnend bij de meest recente. De begunstigde van de schenking moet dan het teveel teruggeven [16](#page=16).
### 4.3 Vergelijking: Testament vs. Schenking
| Aspect | Testament | Schenking |
| :------------------ | :---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | :-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| **Wat?** | De erflater bepaalt wat er met zijn vermogen of een deel ervan gebeurt bij overlijden. Treedt in werking vóór de wettelijke erfopvolging intreedt. | De erflater schenkt zijn vermogen bij leven. Eigendom gaat onmiddellijk over. | [18](#page=18).
| **Rechtshandeling** | Eenzijdige rechtshandeling: gaat uit van de erflater alleen. | Contract tussen twee partijen: vereist instemming van beide partijen. De schenker moet handelingsbekwaam zijn. Elke begiftigde kan aanvaarden, ook een ongeboren kind. | [18](#page=18).
| **Herroepbaar?** | De erflater kan bij leven het testament nog wijzigen. | Onherroepelijk: gegeven is gegeven. Uitzondering: schenkingen onder echtgenoten zijn wel herroepbaar. | [18](#page=18).
| **Vormvereisten** | - Testament kan slechts door één persoon worden opgesteld (geen gezamenlijk testament).
- Eigenhandig testament: verplicht en volledig eigenhandig geschreven, ondertekend en gedagtekend door de testator. Heeft geringe bewijskracht en kan gemakkelijker betwist worden.
- Internationaal testament: schriftelijk (mag eigenhandig) opgesteld door testator en afgegeven bij notaris in aanwezigheid van 2 getuigen. Heeft grotere bewijskracht.
- Notarieel (authentiek) testament: komt tot stand voor de notaris, biedt sterke waarborg en heeft geringe kans op betwisting. | - Aanvaarding is vereist.
- Altijd notarieel voor onroerende goederen (OG).
- Vaak notarieel voor roerende goederen (RG).
- RG mogelijk via handgift (kan ook via bankgift/overschrijving).
- Registratie van schenking is mogelijk, met betaling van schenkingsrechten.
- Schenking zonder notaris en zonder schenkingsrechten is mogelijk, mits de erflater nog 5 jaar in leven blijft na de schenking; anders wordt erfbelasting geheven. | [18](#page=18). | **Reservataire erfgenamen** | De kinderen (helft van de nalatenschap) en de langstlevende echtgenoot. Bij wettelijke samenwoning is de partner geen reservatair erfgenaam. | De kinderen (helft van de nalatenschap) en de langstlevende echtgenoot. Bij wettelijke samenwoning is de partner geen reservatair erfgenaam. | [18](#page=18). | **Fiscale impact** | Erfbelasting: progressief. Hoger percentage bij verdere verwantschap of hoger vermogen. Kan oplopen tot 55% voor niet-verwanten in Vlaanderen. | Schenkingsbelasting ligt lager dan erfbelasting. Bij handgift bestaat het risico op erfbelasting indien de erflater overlijdt binnen de 5 jaar na de schenking. | [18](#page=18). | **Controle** | Tot overlijden behoudt de erflater volledige controle. | Na schenking verliest de schenker controle over het geschonken goed. | [18](#page=18). | **Voordelen** | - Flexibel, kan tot het laatste moment aangepast worden.
- Begunstigde hoeft niet op de hoogte te zijn voor overlijden ("koude hand").
- Mogelijkheid om ook andere regelingen te treffen (bv. voogdij, begrafenis). | - Vermindert toekomstige erfbelasting (successieplanning) en kan conflicten voorkomen.
- Schenken met een "warme hand" (bv. financiële hulp bij aankoop huis). | [18](#page=18). ### 4.4 Wettelijke erfopvolging Wanneer er geen testament is, of als het testament niet alle goederen van de nalatenschap regelt, treedt de wettelijke erfopvolging in werking. De wet bepaalt dan wie de erfgenamen zijn en welk deel van de nalatenschap zij erven. Dit systeem kent ook reservataire erfgenamen, zoals de kinderen en de langstlevende echtgenoot. De wettelijke reserve is de helft van de nalatenschap voor de kinderen [16](#page=16) [18](#page=18). > **Tip:** Begrijp dat zowel testamenten als schenkingen dienen om de wettelijke erfopvolging te omzeilen of aan te passen, maar ze hebben zeer verschillende juridische en fiscale consequenties. De keuze tussen beide hangt sterk af van de persoonlijke situatie, de gewenste flexibiliteit en de fiscale optimalisatie. > **Example:** Een persoon wil zijn kinderen helpen bij de aankoop van een woning. Een schenking met een "warme hand" is hier zeer geschikt voor, omdat het geld onmiddellijk ter beschikking staat en de fiscale lasten (schenkingsrechten) over het algemeen lager zijn dan de erfbelasting die later zou worden geheven. Daarentegen, als men een complexe nalatenschap heeft met specifieke wensen voor bepaalde goederen, is een testament flexibeler en kan het tot het einde van het leven aangepast worden. --- # De rol van huwelijksvermogensrecht en samenwoningsvormen in het erfrecht Dit onderwerp belicht de nauwe band tussen erfrecht en huwelijksvermogensrecht, en de specifieke rechten van echtgenoten en samenwonende partners bij een nalatenschap. ### 5.1 De onlosmakelijke verbinding tussen huwelijksvermogensrecht en erfrecht Het huwelijksvermogensrecht regelt de beheer en verdeling van het vermogen van echtgenoten tijdens het huwelijk en na ontbinding door echtscheiding of overlijden. Het erfrecht bepaalt vervolgens de verdeling van het vermogen van de overleden persoon. Cruciaal is dat het huwelijksvermogensrecht eerst het vermogen bepaalt dat daadwerkelijk deel uitmaakt van de nalatenschap [8](#page=8). #### 5.1.1 Bepaling van de nalatenschap na vereffening huwelijksvermogensrecht Voordat het erfrecht in werking treedt, moet eerst het huwelijksvermogensrecht worden vereffend en verdeeld. De samenstelling van de nalatenschap hangt af van het huwelijksvermogensstelsel [8](#page=8): * **Wettelijk stelsel (gemeenschap van aanwinsten):** De nalatenschap bestaat uit het eigen vermogen (EV) van de erflater en in principe de helft van het gemeenschappelijk vermogen (GV). De langstlevende echtgenoot (LLE) behoudt het eigen vermogen (VE) van de overledene [8](#page=8) [9](#page=9). * **Scheiding van goederen:** De nalatenschap omvat het eigen vermogen van de erflater en in principe de helft van de onverdeeldheid [8](#page=8). * **Gemeenschap van goederen:** De nalatenschap omvat in principe de helft van het gemeenschappelijk vermogen [8](#page=8). **Tip:** Specifieke clausules in huwelijkscontracten, zoals een keuzebeding, kunnen de bepaling van de nalatenschap beïnvloeden, bijvoorbeeld door de LLE toe te staan bepaalde goederen uit de nalatenschap in eigen vermogen te nemen [8](#page=8). #### 5.1.2 Samenwoningsvormen en hun erfrechtelijke gevolgen De juridische status van samenwoning heeft directe gevolgen voor de erfrechtelijke rechten van de langstlevende partner. ##### 5.1.2.1 Gehuwden De rechten van gehuwden bij overlijden zijn afhankelijk van de aanwezigheid van een testament. * **Nalatenschap zonder testament (wettelijke devolutie):** * Bij aanwezigheid van kinderen: de langstlevende echtgenoot (LLE) verkrijgt het vruchtgebruik (VG) op de gehele nalatenschap, inclusief de gezinswoning met inboedel [6](#page=6). * Bij afwezigheid van kinderen, maar met andere erfgenamen: de LLE erft het volledig eigen vermogen (VE) op het volledige gemeenschappelijk vermogen plus het VG op het EV van de overleden echtgenoot [6](#page=6). * Bij afwezigheid van kinderen en andere erfgenamen: de LLE erft de volledige nalatenschap in VE [6](#page=6). * **Nalatenschap met testament:** Bij een testament moet rekening gehouden worden met het wettelijk erfdeel (reserve). De LLE kan niet volledig onterfd worden; een minimumregel garandeert het VG op de helft van de nalatenschap, inclusief de gezinswoning. De LLE kan via schenking of testament meer verkrijgen [6](#page=6). **Let op:** Bij feitelijke scheiding blijven echtgenoten in principe nog gehuwd en gelden de erfrechtelijke bepalingen, tenzij de feitelijke scheiding langer dan zes maanden duurt, wat onterving mogelijk maakt [6](#page=6). ##### 5.1.2.2 Wettelijk samenwonenden Bij wettelijk samenwonen is er geen sprake van een huwelijksvermogensrecht of gemeenschappelijk vermogen [8](#page=8). * **Rechten zonder testament:** In principe verkrijgt de langstlevende wettelijk samenwonende partner het VG op de gezinswoning met inboedel. Deze partner heeft geen andere wettelijke rechten uit de samenwoning [6](#page=6). * **Rechten met testament:** De langstlevende wettelijk samenwonende partner kan volledig onterfd worden via een testament, aangezien deze partner geen reservataire rechten heeft. Indien er kinderen zijn, zal de erflater bij testament wel rekening moeten houden met hun wettelijke reserve (de helft van de nalatenschap) [6](#page=6). **Opmerking:** Er kan waarschijnlijk wel sprake zijn van een onverdeeldheid bij wettelijk samenwonenden, wat de langstlevende partner in principe recht geeft op de helft [8](#page=8). ##### 5.1.2.3 Feitelijk samenwonenden Feitelijk samenwonenden hebben geen wettelijk erfrecht; de partner erft in principe niets en geniet geen wettelijke bescherming. Erfenis is enkel mogelijk via een testament, waarbij wel rekening gehouden moet worden met de wettelijke reserve van eventuele kinderen (de helft van de nalatenschap) [6](#page=6). **Voorbeeld:** Een gehuwd koppel onder het wettelijk stelsel met kinderen: * **Stap 1: Vereffening en verdeling van het huwelijksvermogensrecht:** Het eigen vermogen van de overledene valt in de nalatenschap. Het gemeenschappelijk vermogen wordt in twee gelijke delen verdeeld, waarvan de helft in de nalatenschap valt [9](#page=9). * **Stap 2: Toepassing van het erfrecht:** Op basis van de bovenstaande verdeling van de nalatenschap worden de erfdelen van de kinderen en de langstlevende echtgenoot bepaald, rekening houdend met hun wettelijke reserves en eventuele testamentaire bepalingen [6](#page=6) [9](#page=9). --- ## Veelgemaakte fouten om te vermijden - Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens - Let op formules en belangrijke definities - Oefen met de voorbeelden in elke sectie - Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
- Eigenhandig testament: verplicht en volledig eigenhandig geschreven, ondertekend en gedagtekend door de testator. Heeft geringe bewijskracht en kan gemakkelijker betwist worden.
- Internationaal testament: schriftelijk (mag eigenhandig) opgesteld door testator en afgegeven bij notaris in aanwezigheid van 2 getuigen. Heeft grotere bewijskracht.
- Notarieel (authentiek) testament: komt tot stand voor de notaris, biedt sterke waarborg en heeft geringe kans op betwisting. | - Aanvaarding is vereist.
- Altijd notarieel voor onroerende goederen (OG).
- Vaak notarieel voor roerende goederen (RG).
- RG mogelijk via handgift (kan ook via bankgift/overschrijving).
- Registratie van schenking is mogelijk, met betaling van schenkingsrechten.
- Schenking zonder notaris en zonder schenkingsrechten is mogelijk, mits de erflater nog 5 jaar in leven blijft na de schenking; anders wordt erfbelasting geheven. | [18](#page=18). | **Reservataire erfgenamen** | De kinderen (helft van de nalatenschap) en de langstlevende echtgenoot. Bij wettelijke samenwoning is de partner geen reservatair erfgenaam. | De kinderen (helft van de nalatenschap) en de langstlevende echtgenoot. Bij wettelijke samenwoning is de partner geen reservatair erfgenaam. | [18](#page=18). | **Fiscale impact** | Erfbelasting: progressief. Hoger percentage bij verdere verwantschap of hoger vermogen. Kan oplopen tot 55% voor niet-verwanten in Vlaanderen. | Schenkingsbelasting ligt lager dan erfbelasting. Bij handgift bestaat het risico op erfbelasting indien de erflater overlijdt binnen de 5 jaar na de schenking. | [18](#page=18). | **Controle** | Tot overlijden behoudt de erflater volledige controle. | Na schenking verliest de schenker controle over het geschonken goed. | [18](#page=18). | **Voordelen** | - Flexibel, kan tot het laatste moment aangepast worden.
- Begunstigde hoeft niet op de hoogte te zijn voor overlijden ("koude hand").
- Mogelijkheid om ook andere regelingen te treffen (bv. voogdij, begrafenis). | - Vermindert toekomstige erfbelasting (successieplanning) en kan conflicten voorkomen.
- Schenken met een "warme hand" (bv. financiële hulp bij aankoop huis). | [18](#page=18). ### 4.4 Wettelijke erfopvolging Wanneer er geen testament is, of als het testament niet alle goederen van de nalatenschap regelt, treedt de wettelijke erfopvolging in werking. De wet bepaalt dan wie de erfgenamen zijn en welk deel van de nalatenschap zij erven. Dit systeem kent ook reservataire erfgenamen, zoals de kinderen en de langstlevende echtgenoot. De wettelijke reserve is de helft van de nalatenschap voor de kinderen [16](#page=16) [18](#page=18). > **Tip:** Begrijp dat zowel testamenten als schenkingen dienen om de wettelijke erfopvolging te omzeilen of aan te passen, maar ze hebben zeer verschillende juridische en fiscale consequenties. De keuze tussen beide hangt sterk af van de persoonlijke situatie, de gewenste flexibiliteit en de fiscale optimalisatie. > **Example:** Een persoon wil zijn kinderen helpen bij de aankoop van een woning. Een schenking met een "warme hand" is hier zeer geschikt voor, omdat het geld onmiddellijk ter beschikking staat en de fiscale lasten (schenkingsrechten) over het algemeen lager zijn dan de erfbelasting die later zou worden geheven. Daarentegen, als men een complexe nalatenschap heeft met specifieke wensen voor bepaalde goederen, is een testament flexibeler en kan het tot het einde van het leven aangepast worden. --- # De rol van huwelijksvermogensrecht en samenwoningsvormen in het erfrecht Dit onderwerp belicht de nauwe band tussen erfrecht en huwelijksvermogensrecht, en de specifieke rechten van echtgenoten en samenwonende partners bij een nalatenschap. ### 5.1 De onlosmakelijke verbinding tussen huwelijksvermogensrecht en erfrecht Het huwelijksvermogensrecht regelt de beheer en verdeling van het vermogen van echtgenoten tijdens het huwelijk en na ontbinding door echtscheiding of overlijden. Het erfrecht bepaalt vervolgens de verdeling van het vermogen van de overleden persoon. Cruciaal is dat het huwelijksvermogensrecht eerst het vermogen bepaalt dat daadwerkelijk deel uitmaakt van de nalatenschap [8](#page=8). #### 5.1.1 Bepaling van de nalatenschap na vereffening huwelijksvermogensrecht Voordat het erfrecht in werking treedt, moet eerst het huwelijksvermogensrecht worden vereffend en verdeeld. De samenstelling van de nalatenschap hangt af van het huwelijksvermogensstelsel [8](#page=8): * **Wettelijk stelsel (gemeenschap van aanwinsten):** De nalatenschap bestaat uit het eigen vermogen (EV) van de erflater en in principe de helft van het gemeenschappelijk vermogen (GV). De langstlevende echtgenoot (LLE) behoudt het eigen vermogen (VE) van de overledene [8](#page=8) [9](#page=9). * **Scheiding van goederen:** De nalatenschap omvat het eigen vermogen van de erflater en in principe de helft van de onverdeeldheid [8](#page=8). * **Gemeenschap van goederen:** De nalatenschap omvat in principe de helft van het gemeenschappelijk vermogen [8](#page=8). **Tip:** Specifieke clausules in huwelijkscontracten, zoals een keuzebeding, kunnen de bepaling van de nalatenschap beïnvloeden, bijvoorbeeld door de LLE toe te staan bepaalde goederen uit de nalatenschap in eigen vermogen te nemen [8](#page=8). #### 5.1.2 Samenwoningsvormen en hun erfrechtelijke gevolgen De juridische status van samenwoning heeft directe gevolgen voor de erfrechtelijke rechten van de langstlevende partner. ##### 5.1.2.1 Gehuwden De rechten van gehuwden bij overlijden zijn afhankelijk van de aanwezigheid van een testament. * **Nalatenschap zonder testament (wettelijke devolutie):** * Bij aanwezigheid van kinderen: de langstlevende echtgenoot (LLE) verkrijgt het vruchtgebruik (VG) op de gehele nalatenschap, inclusief de gezinswoning met inboedel [6](#page=6). * Bij afwezigheid van kinderen, maar met andere erfgenamen: de LLE erft het volledig eigen vermogen (VE) op het volledige gemeenschappelijk vermogen plus het VG op het EV van de overleden echtgenoot [6](#page=6). * Bij afwezigheid van kinderen en andere erfgenamen: de LLE erft de volledige nalatenschap in VE [6](#page=6). * **Nalatenschap met testament:** Bij een testament moet rekening gehouden worden met het wettelijk erfdeel (reserve). De LLE kan niet volledig onterfd worden; een minimumregel garandeert het VG op de helft van de nalatenschap, inclusief de gezinswoning. De LLE kan via schenking of testament meer verkrijgen [6](#page=6). **Let op:** Bij feitelijke scheiding blijven echtgenoten in principe nog gehuwd en gelden de erfrechtelijke bepalingen, tenzij de feitelijke scheiding langer dan zes maanden duurt, wat onterving mogelijk maakt [6](#page=6). ##### 5.1.2.2 Wettelijk samenwonenden Bij wettelijk samenwonen is er geen sprake van een huwelijksvermogensrecht of gemeenschappelijk vermogen [8](#page=8). * **Rechten zonder testament:** In principe verkrijgt de langstlevende wettelijk samenwonende partner het VG op de gezinswoning met inboedel. Deze partner heeft geen andere wettelijke rechten uit de samenwoning [6](#page=6). * **Rechten met testament:** De langstlevende wettelijk samenwonende partner kan volledig onterfd worden via een testament, aangezien deze partner geen reservataire rechten heeft. Indien er kinderen zijn, zal de erflater bij testament wel rekening moeten houden met hun wettelijke reserve (de helft van de nalatenschap) [6](#page=6). **Opmerking:** Er kan waarschijnlijk wel sprake zijn van een onverdeeldheid bij wettelijk samenwonenden, wat de langstlevende partner in principe recht geeft op de helft [8](#page=8). ##### 5.1.2.3 Feitelijk samenwonenden Feitelijk samenwonenden hebben geen wettelijk erfrecht; de partner erft in principe niets en geniet geen wettelijke bescherming. Erfenis is enkel mogelijk via een testament, waarbij wel rekening gehouden moet worden met de wettelijke reserve van eventuele kinderen (de helft van de nalatenschap) [6](#page=6). **Voorbeeld:** Een gehuwd koppel onder het wettelijk stelsel met kinderen: * **Stap 1: Vereffening en verdeling van het huwelijksvermogensrecht:** Het eigen vermogen van de overledene valt in de nalatenschap. Het gemeenschappelijk vermogen wordt in twee gelijke delen verdeeld, waarvan de helft in de nalatenschap valt [9](#page=9). * **Stap 2: Toepassing van het erfrecht:** Op basis van de bovenstaande verdeling van de nalatenschap worden de erfdelen van de kinderen en de langstlevende echtgenoot bepaald, rekening houdend met hun wettelijke reserves en eventuele testamentaire bepalingen [6](#page=6) [9](#page=9). --- ## Veelgemaakte fouten om te vermijden - Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens - Let op formules en belangrijke definities - Oefen met de voorbeelden in elke sectie - Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Burgerlijk recht | Het recht dat de verhoudingen tussen burgers onderling regelt, zoals contracten, eigendom en familierecht. |
| Erfrecht | Het rechtsgebied dat regelt wat er met het vermogen van een persoon gebeurt na diens overlijden, inclusief de verdeling onder erfgenamen. |
| Volle eigendom | Het meest omvattende recht op een goed, dat de bevoegdheden van gebruik, genot en beschikking omvat. |
| Naakte eigendom | Het juridisch eigendom van een goed, zonder het recht op gebruik en genot ervan, dat bij het einde van een vruchtgebruik overgaat in volle eigendom. |
| Vruchtgebruik | Het recht om de vruchten van een goed te genieten en het goed te gebruiken, zonder het recht om erover te beschikken. Dit recht eindigt automatisch bij overlijden van de vruchtgebruiker. |
| Rechtsubject | Een drager van rechten en plichten in een rechtssysteem, zoals een natuurlijk persoon of een rechtspersoon. |
| Rechtsbekwaamheid | De bekwaamheid van een rechtssubject om rechten te hebben en plichten te dragen. |
| Handelingsbekwaamheid | De bekwaamheid van een rechtssubject om rechtshandelingen te stellen, zoals het aanvaarden van een erfenis of het opmaken van een testament. |
| Rechtspersoon | Een entiteit, zoals een vennootschap of vereniging, die door de wet wordt erkend als drager van rechten en plichten, vergelijkbaar met een natuurlijk persoon. |
| Afstamming | De juridische band tussen ouders en kinderen, die de basis vormt voor het erfrecht en de erfopvolging, en die kan ontstaan door bloedverwantschap of adoptie. |
| Wettelijke erfopvolging | De automatische verdeling van een nalatenschap volgens de wet, wanneer er geen testament is opgesteld door de erflater. |
| Wettelijke reserve | Een voorbehouden deel van de nalatenschap dat wettelijk beschermd is voor bepaalde erfgenamen, zoals kinderen, en waar de erflater niet vrij over kan beschikken. |
| Erflater | De persoon die overlijdt en wiens nalatenschap wordt verdeeld. |
| Erfgenaam | De persoon of entiteit die een deel van het vermogen van de erflater verkrijgt. |
| Onwaardigheid tot erven | Een wettelijke uitsluiting van erfopvolging voor personen die ernstige misdrijven hebben gepleegd tegen de erflater. |
| Plaatsvervulling | Een mechanisme waarbij de afstammelingen van een vooroverleden erfgenaam diens plaats innemen in de erfopvolging. |
| Testament | Een juridische akte waarin de erflater zijn wensen vastlegt met betrekking tot de verdeling van zijn vermogen na overlijden. |
| Schenking | Een rechtshandeling waarbij de schenker bij leven een goed gratis overdraagt aan een begiftigde, waarbij de eigendom onmiddellijk overgaat. |
| Fictieve massa | De totale waarde van de nalatenschap, aangevuld met de waarde van schenkingen die bij leven zijn gedaan, om de wettelijke reserve te kunnen berekenen. |
| Huwelijksvermogensrecht | Het rechtsgebied dat regelt hoe het vermogen van gehuwde personen wordt beheerd en verdeeld, zowel tijdens het huwelijk als na ontbinding door echtscheiding of overlijden. |
| Gemeenschappelijk vermogen | Het vermogen dat tijdens het huwelijk door echtgenoten wordt opgebouwd en dat bij ontbinding van het huwelijk tot de nalatenschap kan behoren, afhankelijk van het huwelijksstelsel. |
| Eigen vermogen | Het vermogen dat een echtgenoot vóór het huwelijk had of tijdens het huwelijk door erfenis of schenking heeft verkregen, en dat in principe privé blijft. |
| Onverdeeldheid | Een situatie waarin meerdere personen gezamenlijk eigenaar zijn van een goed of vermogen, en waarbij het goed of vermogen nog niet is verdeeld. |
| Reservataire erfgenaam | Een erfgenaam die wettelijk recht heeft op een bepaald deel van de nalatenschap (de wettelijke reserve) dat niet kan worden ontnomen door de erflater. |