Cover
Mulai sekarang gratis 3) Ziekte- en invaliditeitsverzekering st(1).pptx
Summary
# Ziekte- en invaliditeitsverzekering: Algemeen overzicht en organisatie
Dit deel behandelt de algemene principes van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (ZIV), de structuur van de gezondheidszorg- en uitkeringssectoren, en de organisatorische elementen zoals het RIZIV en de verzekeringsinstellingen, met aandacht voor de algemene toekenningsvoorwaarden en rechthebbenden.
## 1. Algemeen overzicht en risico
De ziekte- en invaliditeitsverzekering (ZIV) dekt twee belangrijke risico's:
* **Ziekte- en invaliditeitssector gezondheidszorgen**: Dit omvat de kostenvergoeding voor medische prestaties en verzorging als gevolg van arbeidsongeschiktheid.
* **Ziekte- en invaliditeitssector uitkeringen**: Dit voorziet in een vervangingsinkomen bij inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid.
## 2. Organisatie van de ZIV
De ZIV-organisatie bestaat uit:
* **Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV)**: De centrale overheidsinstantie die toezicht houdt op de ZIV.
* **Verzekeringsinstellingen**:
* **Openbaar**: De Hulpkas ZIV en de kas van de NMBS.
* **Private ziekenfondsen**: Georganiseerd in vijf landsbonden.
### 2.1 Rechthebbenden
Nagenoeg 99% van de bevolking is rechthebbende op de ZIV. Dit omvat niet alleen de gerechtigden zelf, maar ook hun personen ten laste, die afgeleide rechten hebben.
## 3. Algemene toekenningsvoorwaarden voor ZIV
Om aanspraak te maken op de ZIV-voordelen, dient men aan de volgende voorwaarden te voldoen:
* Aansluiting bij een ziekenfonds naar keuze of de Hulpkas ZIV.
* Betaling van de minimale ZIV-bijdragen.
* Lidgeld van het ziekenfonds (indien van toepassing).
Extra terugbetalingen kunnen verkregen worden via de ziekenfondsen.
## 4. Gewaarborgd loon
### 4.1 Principe
Arbeidsongeschiktheid van een werknemer schorst de arbeidsovereenkomst. De werknemer heeft recht op gewaarborgd loon gedurende de eerste periode van arbeidsongeschiktheid, alvorens de ZIV-uitkeringen ingaan. De procedure hiervoor is vastgelegd in artikel 31 van de Wet op de Arbeidsovereenkomsten (WAO) en valt onder het arbeidsrecht.
### 4.2 Uitzonderingen op gewaarborgd loon
Gewaarborgd loon wordt **niet** betaald in de volgende gevallen:
* Bij een zware fout van de werknemer.
* Bij sportongevallen tijdens competities of demonstraties waarvoor een entreegeld werd betaald.
* Bij herval, tenzij de werknemer kan aantonen dat het een nieuwe arbeidsongeschiktheid betreft (in tegenstelling tot een verlenging van de oorspronkelijke ziekteperiode).
* Bij het saldo van de eerste periode van arbeidsongeschiktheid.
### 4.3 Gewaarborgd loon bij arbeiders
Voor arbeiders geldt een anciënniteitsvereiste van minstens één maand dienst. Het verloop van de betaling is als volgt:
* **Dag 1 t.e.m. 7**: Behoud van het nettoloon, betaald door de werkgever (RSZ-inclusief).
* **Dag 8 t.e.m. 14**: Behoud van het nettoloon, betaald door de werkgever (RSZ-vrijgesteld).
* **Dag 15 t.e.m. 30**: Uitkering van de ZIV, aangevuld tot het nettoloon door de werkgever (RSZ-vrijgesteld).
### 4.4 Gewaarborgd loon bij bedienden
De regeling voor bedienden hangt af van de duur van hun contract:
* **Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd korter dan 3 maanden**: De regeling voor arbeiders is van toepassing (86,93% van het loon, met anciënniteitsvereiste).
* **Andere bedienden (onbepaalde duur of bepaalde duur >= 3 maanden)**: Zij behouden hun gewaarborgd maandloon.
* **Eerste 30 kalenderdagen**: 100% van het brutoloon.
* Na de eerste 30 dagen: ZIV-uitkeringen en eventuele aanvulling door de werkgever.
## 5. ZIV-uitkeringen
### 5.1 Gerechtigden
De ZIV-uitkeringen zijn primair bestemd voor:
* **Werknemers**: In geval van ziekte of invaliditeit.
* **Gelijkgestelden**: Zoals werklozen, die onder bepaalde voorwaarden gelijkgesteld worden met werknemers.
### 5.2 Toekenningsvoorwaarden voor uitkeringen
Naast de algemene voorwaarden (zie sectie 3), zijn er specifieke voorwaarden voor uitkeringen:
* **Wachttijd**: Een bepaalde periode van bijdragebetaling kan vereist zijn.
* **Weigering van uitkering**: Een uitkering kan geweigerd worden bij:
* Geen loonverlies.
* Opzettelijk gepleegde fout die tot arbeidsongeschiktheid leidt.
* Niet-naleving van controleverplichtingen.
* Recht op pensioen.
* Reeds vergoede periode.
### 5.3 Gezinscategorieën voor uitkeringen
De hoogte van de ZIV-uitkering kan afhangen van de gezinssituatie:
* **G (Personen met gezinslast)**: Gezinshoofden, alleenstaanden of samenwonenden met kinderen of familieleden ten laste die geen of een zeer beperkt inkomen hebben.
* **A (Personen zonder gezinslast met verlies van enig inkomen)**: Alleenstaanden of samenwonenden met een beperkt beroepsinkomen of vervangingsinkomen.
* **S (Personen zonder gezinslast zonder verlies van enig inkomen)**: Alle overige gevallen.
### 5.4 Procedure voor uitkeringen
1. **Aangifte door werknemer**: Vul het "getuigschrift van arbeidsongeschiktheid" in door de behandelende arts. Dit moet tijdig gebeuren (meestal binnen 2 tot 14 of 28 kalenderdagen).
2. **Werkgever**: Vult een inlichtingenblad in en stuurt dit door naar de betreffende instantie (bv. ASR).
3. **Beoordeling**:
* **Primair**: Door de adviserend arts van het ziekenfonds.
* **Secundair**: Door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit (GRI) van het RIZIV.
4. **Re-integratieplan**: De adviserend arts stelt, uiterlijk na 3 maanden, een re-integratieplan op.
5. **Controleverplichtingen**: De rechthebbende moet controleverplichtingen naleven.
### 5.5 Berekening van de uitkering
* **Daguitkering**: Berekend op basis van 6 dagen per week.
* **Berekeningsgrondslag**:
* **Bedienden**: Gemiddeld dagloon berekend op basis van het maandloon gedeeld door 26.
* **Arbeiders**: Gemiddeld aantal arbeidsuren vermenigvuldigd met het uurloon. Dit wordt omgezet naar een dagloon met de factor 5/6.
* **Inhoudingen**:
* **Primair (eerste 30 dagen)**: 11,11% bedrijfsvoorheffing (BV), geen RSZ.
* **Secundair (na 30 dagen)**: Geen BV, wel 3,5% pensioenbijdrage.
## 6. Begrip arbeidsongeschiktheid
Volgens artikel 100 van de ZIV-wet wordt arbeidsongeschiktheid gedefinieerd als de onderbreking van alle werkzaamheden als direct gevolg van het intreden of verergeren van letsels of functionele stoornissen, waardoor het verdienvermogen van de persoon wordt aangetast tot ten hoogste 1/3 van wat een "maatman" (een vergelijkbaar persoon met dezelfde opleiding en stand) zou kunnen verdienen.
* **Eerste 6 maanden**: De beoordeling gebeurt ten opzichte van het "gewone beroep" (zoals gedefinieerd in art. 31 WAO).
* **Daarna**: De beoordeling gebeurt ten opzichte van "referentieberoepen" (de beroepencategorie waar de betrokkene toe behoort, of beroepen die hij zou kunnen uitoefenen op basis van zijn opleiding). Dit is een economische evaluatie.
### 6.1 Beoordeling van arbeidsongeschiktheid
* **Primair**: De adviserend geneesheer van het ziekenfonds stelt het vermoeden van arbeidsongeschiktheid vast.
* **Invaliditeit**: De Geneeskundige Raad voor Invaliditeit (GRI) beoordeelt de invaliditeit.
### 6.2 Vermoeden van arbeidsongeschiktheid
Een vermoeden van arbeidsongeschiktheid bestaat in de volgende situaties:
* Opname in een erkende verpleeginrichting of ziekenhuis.
* Werkverwijdering na blootstelling aan een besmettelijke ziekte.
* Begeleide arbeidshervatting.
* Volgen van een erkend programma van herscholing of revalidatie.
* Profylactisch verlof.
### 6.3 Gedeeltelijke werkhervatting
Gedeeltelijke werkhervatting, ook wel progressieve tewerkstelling genoemd, beoogt een geleidelijke re-integratie in het werk.
* **Voorwaarden**:
* Een vermindering van arbeidsvermogen van minstens 50%.
* De behouden activiteit moet verenigbaar zijn met de gezondheidstoestand.
* Voorafgaande toestemming van de adviserend geneesheer is vereist.
* **Gevolg**: Het geheel of gedeeltelijk behoud van de ZIV-uitkering.
* Bij minder dan 20% voltijdse activiteit: Volledig behoud van de uitkering.
* Bij meer dan 20% voltijdse activiteit: Elk percentage boven de 20% leidt tot een proportionele vermindering van de uitkering.
## 7. Moederschapsrust en gerelateerd verlof
### 7.1 Moederschapsrust
De totale duur van de moederschapsrust bedraagt 15 weken.
* **Prenataal verlof**: 1 week verplicht, 5 weken facultatief.
* **Postnataal verlof**: 9 weken verplicht, startend vanaf de bevalling. Er geldt een tewerkstellingsverbod gedurende deze periode.
* **Extra dagen**:
* Niet opgenomen facultatief prenataal verlof kan worden overgedragen.
* Een extra week kan toegekend worden bij arbeidsongeschiktheid gedurende de volledige 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum (VB).
* "Verlofdagen postnatale rust" komen overeen met de laatste 2 weken van het extra postnatale verlof.
### 7.2 Ontslagbescherming bij moederschapsrust
Vanaf de dag dat de werkgever wordt ingelicht over de zwangerschap tot één maand na het einde van de postnatale rust geniet de werkneemster ontslagbescherming. De werkneemster kan schriftelijk om redenen van ontslag vragen, met een sanctie van 6 maanden brutoloon bij overtreding.
### 7.3 Moederschapsrust bij meerlingen
Bij de geboorte van een meerling gelden aangepaste regels:
* Medisch attest is vereist.
* Prenataal én postnataal verlof: + 2 weken bij een meerling, en een bijkomende verlenging bij hospitalisatie van het kind langer dan 7 dagen, tot een maximum van 24 weken.
* De uitkering ("moederschapsuitkering") bedraagt de eerste 30 dagen 82% van het brutoloon (niet-begrensd), en vanaf de 31ste dag 75% van het begrensd loon.
### 7.4 Zwangerschapsonderzoeken
Werknemers hebben recht op afwezigheid met behoud van loon voor de duur die nodig is voor zwangerschapsonderzoeken, indien deze niet buiten de arbeidsuren kunnen plaatsvinden. Er is een verwittigingsplicht en een bewijs (medisch attest) kan gevraagd worden.
### 7.5 Profylactisch verlof
Dit is een verbod voor zwangere werkneemsters om bepaalde gevaarlijke werkzaamheden uit te voeren (bv. ioniserende straling, nachtwerk, lawaai, extreme temperaturen, of werk gevaarlijk door bedrijfsomstandigheden of de gezondheidstoestand van de werkneemster).
* De werkgever dient de arbeidsomstandigheden aan te passen, vervangingswerk te geven, of de werknemer te verwijderen.
* Bij verwijdering ontvangt de werkneemster een ZIV-uitkering van 90% van het gemiddeld begrensd dagloon.
* Hetzelfde geldt bij borstvoeding, tot maximaal 5 maanden na de bevalling (lactatieverlof), met een uitkering van 60% van het gemiddeld begrensd dagloon.
### 7.6 Borstvoedingspauzes
Volgens cao nr. 80bis hebben werknemers recht op twee pauzes van 30 minuten of één pauze van 1 uur per dag om melk af te kolven of borstvoeding te geven, tot 9 maanden na de geboorte.
* De ZIV-uitkering bedraagt 82% van het onbegrensd brutoloon.
* Er is een verwittigingsplicht en maandelijks bewijs vereist.
* Er geldt ontslagbescherming met een sanctie van 6 maanden brutoloon.
### 7.7 Geboorteverlof
Het geboorteverlof bedraagt 20 dagen, op te nemen binnen 4 maanden na de geboorte van het kind. Dit geldt voor de werknemer van wie de afstamming langs zijde vaststaat, of voor de wettelijk samenwonende meeouder die minstens 3 jaar feitelijk samenwoont met de moeder en het kind.
* De eerste 3 dagen worden betaald door de werkgever.
* Vanaf de 4e dag ontvangt de werknemer een ZIV-uitkering van 82% van het begrensd brutoloon.
* Er geldt ontslagbescherming met een sanctie van 6 maanden brutoloon.
### 7.8 Omgezette moederschapsrust bij overlijden of hospitalisatie moeder
* **Bij overlijden moeder**: De co-ouder kan het resterende moederschapsverlof opnemen. De uitkering is gelijk aan de moederschapsuitkering, berekend op het eigen loon van de co-ouder. Er geldt ontslagbescherming.
* **Bij hospitalisatie moeder**: Als de hospitalisatie langer dan 7 dagen duurt en het kind thuis is, kan de co-ouder verlof nemen voor de duur van het resterende moederschapsverlof of tot einde hospitalisatie. De uitkering is de gewone ZIV-uitkering voor de moeder. Er geldt ontslagbescherming.
### 7.9 Adoptie- en pleegouderverlof
Dit verlof bedraagt maximaal 6 weken voor elke ouder, binnen twee maanden na inschrijving van het kind in het bevolkingsregister. Er zijn 3 extra weken die verdeeld kunnen worden onder de ouders.
* De eerste 3 dagen worden betaald door de werkgever.
* Daarna ontvangt de werknemer een ZIV-uitkering van 82% van het begrensd brutoloon.
* Er geldt ontslagbescherming met een sanctie van 6 maanden brutoloon.
**Tip**: Let goed op de specifieke duur van de verschillende soorten verloven en de berekeningsgrondslagen van de uitkeringen, aangezien dit vaak gedetailleerde kennis vereist voor examens.
---
# Gewaarborgd loon en ZIV-uitkeringen
Dit gedeelte bespreekt het principe van gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid, de specifieke regels voor arbeiders en bedienden, en de procedure en voorwaarden voor ZIV-uitkeringen, inclusief weigeringsgronden.
### 2.1 Gewaarborgd loon
Het principe van gewaarborgd loon houdt in dat een werknemer recht heeft op loon gedurende de eerste periode van zijn arbeidsongeschiktheid, voordat de ZIV-uitkering van start gaat. Dit recht is geregeld in artikel 31 van de Wet op de Arbeidsovereenkomsten (WAO).
#### 2.1.1 Uitzonderingen op het recht op gewaarborgd loon
Er is geen recht op gewaarborgd loon in de volgende gevallen:
* Bij een zware fout van de werknemer.
* Bij een sportongeval waarbij deelgenomen wordt aan competities of exibities met entreegeld of vergoeding voor deelnemers.
* Bij hervalling, tenzij bewijs geleverd wordt van een nieuwe arbeidsongeschiktheid (en niet enkel een verlenging van de vorige periode).
#### 2.1.2 Gewaarborgd loon bij arbeiders
Voor arbeiders geldt een anciënniteitsvereiste van één maand. De regeling verloopt als volgt:
* **1e tot en met 7e kalenderdag:** Behoud van nettoloon, ten laste van de werkgever (met inhouding van RSZ).
* **8e tot en met 14e kalenderdag:** Behoud van nettoloon, ten laste van de werkgever (zonder RSZ-inhouding).
* **15e tot en met 30e kalenderdag:** Een uitkering vanuit de ZIV aangevuld tot het nettoloon, ten laste van de werkgever (zonder RSZ-inhouding).
#### 2.1.3 Gewaarborgd loon bij bedienden
Bij bedienden hangt de regeling af van de duur van het contract en de anciënniteit.
* **Arbeidsongeschiktheid van bepaalde tijd korter dan drie maanden:** De regeling voor arbeiders is van toepassing, met een loonbehoud van 86,93% en een anciënniteitsvereiste.
* **Andere bedienden (contracten van onbepaalde duur of van bepaalde duur van drie maanden of langer):** Zij genieten een gewaarborgd maandloon. Gedurende de eerste 30 kalenderdagen behouden zij 100% van hun brutoloon. Ook hier geldt een anciënniteitsvereiste, vergelijkbaar met die voor arbeiders.
> **Tip:** De anciënniteitsvereiste van één maand is cruciaal voor zowel arbeiders als bedienden om aanspraak te maken op gewaarborgd loon.
### 2.2 ZIV-uitkeringen
De Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (ZIV) voorziet in uitkeringen ter vervanging van inkomen bij arbeidsongeschiktheid.
#### 2.2.1 Rechthebbenden en voorwaarden
Rechthebbenden zijn in principe alle werknemers en gelijkgestelden (zoals werklozen). Om in aanmerking te komen voor een uitkering, moet men:
* Aangesloten zijn bij een ziekenfonds of het Hulpkas ZIV.
* Een wachttijd doorlopen hebben.
* Minimale ZIV-bijdragen betaald hebben.
#### 2.2.2 Weigering van ZIV-uitkeringen
Uitkeringen kunnen geweigerd worden in de volgende gevallen:
* Indien er geen sprake is van loonverlies.
* Bij opzettelijk gepleegde fouten die leiden tot de arbeidsongeschiktheid (zware fout).
* Wanneer controleverplichtingen niet nageleefd worden.
* Als de persoon reeds recht heeft op een pensioen.
* Wanneer de arbeidsongeschiktheid reeds vergoed wordt door een andere regeling.
#### 2.2.3 Gezinscategorieën voor de berekening van uitkeringen
De hoogte van de uitkering kan variëren afhankelijk van de gezinscategorie van de rechthebbende:
* **G (Gezinshoofden):** Personen met gezinslast, zoals alleenstaanden met kinderen ten laste of samenwonenden met bloed- of aanverwanten (tot de derde graad) ten laste die zelf weinig tot geen inkomen hebben.
* **A (Alleenstaanden):** Personen zonder gezinslast met een verlies van enig inkomen, die alleen wonen of samenwonen met iemand met een beperkt inkomen.
* **S (Samenwonenden):** Alle overige gevallen, zijnde personen zonder gezinslast zonder verlies van inkomen.
#### 2.2.4 Procedure voor het aanvragen van ZIV-uitkeringen
De procedure verloopt als volgt:
1. **Aangifte door de werknemer:** De werknemer vult een "getuigschrift van arbeidsongeschiktheid" in, dat door de behandelend arts wordt ingevuld. Dit moet tijdig ingediend worden (meestal binnen 2 tot 14 of 28 kalenderdagen, afhankelijk van de situatie).
2. **Werkgever:** De werkgever wordt geïnformeerd en moet een inlichtingenblad invullen en doorsturen naar de verzekeringsinstelling.
3. **Beoordeling:**
* **Primair:** De adviserend arts van het ziekenfonds beoordeelt de arbeidsongeschiktheid.
* **Secundair:** Indien nodig, volgt een beoordeling door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit (GRI) van het RIZIV.
4. **Re-integratieplan:** Uiterlijk na drie maanden stelt de adviserend arts een re-integratieplan op.
5. **Controleverplichtingen:** De rechthebbende moet de controleverplichtingen naleven.
#### 2.2.5 Berekening en uitbetaling van ZIV-uitkeringen
* **Daguitkering:** De uitkering wordt berekend op basis van een gemiddeld dagloon, wat neerkomt op zes dagen per week.
* **Bedienden:** Het brutomaandloon gedeeld door 26.
* **Arbeiders:** Het gemiddeld aantal arbeidsuren per week vermenigvuldigd met het uurloon, eventueel omgezet naar een dagloon met de factor 5/6 (voor een zesdaagse werkweek).
* **Uitbetaling:**
* Primaire uitkering: tweemaal per maand.
* Secundaire uitkering: eenmaal per maand.
* **Inhoudingen:**
* Primaire uitkering: 11,11% (Bruto-Vergoeding - BV), geen RSZ.
* Secundaire uitkering: geen BV, wel 3,5% pensioenbijdrage.
#### 2.2.6 Begrip arbeidsongeschiktheid
Volgens artikel 100 van de ZIV-wet is er sprake van arbeidsongeschiktheid wanneer alle werkzaamheden onderbroken zijn als een direct gevolg van het ontstaan of verergeren van letsels of functionele stoornissen, die het verdienvermogen aantasten tot ten hoogste een derde van het oorspronkelijke verdienvermogen (dus een arbeidsongeschiktheid van minstens 66%).
* **Eerste zes maanden:** De beoordeling gebeurt ten opzichte van het "gewone beroep" (conform artikel 31 WAO).
* **Daarna:** De beoordeling gebeurt ten opzichte van "referentieberoepen", wat een economische evaluatie inhoudt van de beroepencategorie waartoe de betrokkene behoort, of de beroepen die hij had kunnen uitoefenen gezien zijn opleiding en stand.
#### 2.2.7 Vermoeden van arbeidsongeschiktheid
Er bestaat een vermoeden van arbeidsongeschiktheid in de volgende situaties:
* Bij opname in een erkende verpleeginrichting of ziekenhuis.
* Bij werkverwijdering na contact met besmettelijke ziekten.
* Bij begeleide arbeidshervatting.
* Bij het volgen van een erkend programma voor herscholing of revalidatie.
* Bij profylactisch verlof.
#### 2.2.8 Gedeeltelijke werkhervatting
Het doel van gedeeltelijke werkhervatting (progressieve tewerkstelling) is de geleidelijke re-integratie van de werknemer.
* **Voorwaarden:** Een vermindering van het activiteitspotentieel van minstens 50% en een behouden activiteit die verenigbaar is met de gezondheidstoestand. Er is voorafgaande toestemming van de adviserend arts vereist.
* **Gevolg:** Het geheel of gedeeltelijk behoud van de ZIV-uitkering.
* Indien de resterende activiteit minder dan 20% van een voltijdse job bedraagt, is er een volledig behoud van de uitkering.
* Indien de resterende activiteit meer dan 20% bedraagt, wordt elk procent boven de 20% beschouwd als een vermindering van de uitkering.
### 2.3 Moederschapsrust en -uitkering
Moederschapsrust omvat een periode van in totaal 15 weken.
* **Prenataal verlof:** 1 week verplicht, 5 weken facultatief.
* **Postnataal verlof:** 9 weken verplicht (vanaf de bevalling).
* **Tewerkstellingsverbod:** Gedurende het postnatale verlof.
* **Extra verlof:**
* Niet opgenomen facultatief prenataal verlof kan worden toegevoegd.
* Bij arbeidsongeschiktheid gedurende de volledige zes weken voorafgaand aan de bevalling is een extra week mogelijk.
* De laatste twee weken van het postnatale verlof kunnen worden beschouwd als "verlofdagen postnatale rust".
#### 2.3.1 Ontslagbescherming bij moederschapsrust
Vanaf het moment dat de werkgever geïnformeerd is over de zwangerschap tot één maand na het einde van de postnatale rust geniet de werkneemster ontslagbescherming. De werkneemster kan schriftelijk om de redenen van een ontslag worden verzocht. Een schending van deze bescherming kan leiden tot een sanctie van zes maanden brutoloon.
#### 2.3.2 Moederschapsrust bij meerlingen
Bij een meerlingzwangerschap, met een medisch attest, geldt een prenataal verlof van 9 (in plaats van 7) weken. Er is een verlenging van het postnatale verlof mogelijk met twee weken bij hospitalisatie van het kind langer dan zeven dagen, tot een maximum van 24 weken in totaal.
#### 2.3.3 Moederschapsuitkering
De uitkering bedraagt:
* De eerste 30 dagen: 82% van het niet-begrensde brutoloon.
* Vanaf de 31e dag: 75% van het begrensde loon. Deze wordt betaald door de ZIV.
### 2.4 Zwangerschapsonderzoeken en profylactisch verlof
#### 2.4.1 Zwangerschapsonderzoeken
Zwangere werkneemsters hebben recht op afwezigheid met behoud van loon voor de tijd die nodig is voor zwangerschapsonderzoeken, indien deze niet buiten de arbeidsuren kunnen plaatsvinden. Ze dienen de werkgever vooraf te verwittigen en een medisch attest te overleggen indien gevraagd.
#### 2.4.2 Profylactisch verlof
Profylactisch verlof is het verbod voor zwangere werkneemsters om bepaalde risicovolle werkzaamheden uit te voeren. Dit geldt voor werkzaamheden die intrinsiek gevaarlijk zijn (bv. ioniserende straling, nachtwerk) of die gevaarlijk zijn door specifieke omstandigheden of de gezondheidstoestand van de werkneemster.
* **Werkgever's verplichtingen:** De werkgever dient de arbeidsomstandigheden aan te passen of een vervangende functie aan te bieden.
* **Verwijdering:** Indien dit niet mogelijk is, kan de werkneemster thuis blijven en ontvangt zij een ZIV-uitkering van 90% van het gemiddeld begrensd dagloon.
* **Borstvoeding:** Een vergelijkbare regeling geldt voor werkneemsters die borstvoeding geven, tot maximaal vijf maanden na de geboorte (lactatieverlof), met een ZIV-uitkering van 60% van het gemiddeld begrensd dagloon.
### 2.5 Borstvoedingspauzes
Conform cao nr. 80bis hebben werkneemsters tot negen maanden na de geboorte recht op twee pauzes van 30 minuten of één pauze van 1 uur per dag om melk af te kolven of borstvoeding te geven.
* **ZIV-uitkering:** Een uitkering van 82% van het onbegrensde brutoloon.
* **Voorwaarden:** Vereist voorafgaande verwittiging en maandelijks bewijs.
* **Ontslagbescherming:** Idem als bij moederschapsrust, met een sanctie van zes maanden loon bij schending.
### 2.6 Geboorteverlof
Het geboorteverlof, geregeld in artikel 30, §2 WAO, is bedoeld voor de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs de werknemer vaststaat. Ook de wettelijk samenwonende partner of een feitelijk samenwonende partner die minstens drie jaar onafgebroken met de moeder en het kind samenwoont, kan hiervan gebruik maken.
* **Duur:** 20 dagen binnen vier maanden na de geboorte.
* **Betaling:**
* De eerste drie dagen worden betaald door de werkgever.
* Daarna ontvangt de werknemer een ZIV-uitkering van 82% van het begrensd brutoloon.
* **Ontslagbescherming:** Idem als bij moederschapsrust, met een sanctie van zes maanden brutoloon bij schending.
### 2.7 Omgezette moederschapsrust bij overlijden of hospitalisatie moeder
#### 2.7.1 Bij overlijden van de moeder
De co-ouder kan het resterende moederschapsverlof overnemen. De uitkering is dezelfde als de moederschapsuitkering, maar berekend op het eigen loon van de co-ouder. Er geldt ontslagbescherming met een sanctie van zes maanden brutoloon.
#### 2.7.2 Bij hospitalisatie van de moeder
Indien de moeder langer dan zeven dagen gehospitaliseerd is en het kind thuis is, kan de co-ouder het resterende moederschapsverlof overnemen of het verlof na het einde van de hospitalisatie opnemen. De uitkering is de gewone ZIV-uitkering (niet de moederschapsuitkering). Er geldt eveneens ontslagbescherming.
### 2.8 Adoptie- en pleegouderverlof
Dit verlof kan opgenomen worden binnen twee maanden na de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister.
* **Duur:** Maximaal zes weken voor elke ouder, met een mogelijkheid tot drie extra weken die onder de ouders verdeeld kunnen worden.
* **Betaling:**
* De eerste drie dagen worden betaald door de werkgever.
* Daarna volgt een ZIV-uitkering van 82% van het begrensd brutoloon.
* **Ontslagbescherming:** Idem als bij moederschapsrust, met een sanctie van zes maanden brutoloon bij schending.
> **Let op:** Pleegouderverlof dient onderscheiden te worden van pleegzorgverlof, dat uitbetaald wordt door de RVA (6 dagen per jaar).
---
# Arbeidsongeschiktheid, moederschapsrust en andere verlofstelsels
Dit onderwerp bespreekt de regelingen rondom arbeidsongeschiktheid, moederschapsrust, en andere diverse verlofstelsels die werknemers recht geven op loon of uitkeringen.
## 3. Arbeidsongeschiktheid, moederschapsrust en andere verlofstelsels
### 3.1 Arbeidsongeschiktheid
#### 3.1.1 Inleiding tot Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (ZIV)
De Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (ZIV) dekt enerzijds extra kosten door arbeidsongeschiktheid (sector gezondheidszorgen) en anderzijds inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid (sector uitkeringen). De organisatie ervan berust bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) en de verzekeringsinstellingen, waaronder openbare kassen en private ziekenfondsen. Om rechthebbende te zijn, moet men aangesloten zijn bij een ziekenfonds of de Hulpkas ZIV en minimale ZIV-bijdragen hebben betaald. Ongeveer 99% van de bevolking is rechthebbende.
#### 3.1.2 Gewaarborgd loon
Bij arbeidsongeschiktheid van een werknemer is dit een schorsingsoorzaak van de arbeidsovereenkomst. De werknemer heeft recht op gewaarborgd loon voor de aanvang van de arbeidsongeschiktheid, waarna de ZIV-uitkeringen intreden.
* **Geen gewaarborgd loon bij:** zware fout werknemer, sportongeval bij competitie of exhibitie met entreegeld, hervalling tenzij bewijs van nieuwe arbeidsongeschiktheid, of het saldo van de eerste periode.
* **Gewaarborgd loon bij arbeiders:**
* **Anciënniteitsvereiste:** 1 maand.
* **Verloop:**
* 1e t.e.m. 7e kalenderdag: behoud nettoloon (door werkgever).
* 8ste t.e.m. 14de kalenderdag: behoud nettoloon (door werkgever, geen RSZ).
* 15de t.e.m. 30ste kalenderdag: uitkering ZIV + aanvulling tot nettoloon (door werkgever, geen RSZ).
* **Gewaarborgd loon bij bedienden:**
* **Arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd < 3 maanden:** Regeling zoals bij arbeiders (86,93% + anciënniteitsvereiste).
* **Andere bedienden (contract van onbepaalde duur):** Gewaarborgd maandloon. De eerste 30 kalenderdagen behoud van brutoloon aan 100%. Anciënniteitsvereiste is van toepassing.
#### 3.1.3 ZIV-uitkeringen
* **Gerechtigden:** Werknemers en gelijkgestelden (zoals werklozen).
* **Toekenningsvoorwaarden:** Aansluiting bij ziekenfonds/HZIV, wachttijd, en bijdragen.
* **Weigering:** Geen loonverlies, opzettelijk gepleegde fout, zware fout, niet naleven van controleverplichtingen, recht op pensioen, reeds vergoed.
#### 3.1.4 Beoordeling van arbeidsongeschiktheid
* **Begrip arbeidsongeschiktheid:** Alle werkzaamheden onderbroken als direct gevolg van letsels of functionele stoornissen die het verdienvermogen aantasten tot 1/3 of minder dan een maatman (dus minstens 66% arbeidsongeschikt).
* Eerste 6 maanden: beoordeeld ten opzichte van het gewone beroep.
* Daarna: beoordeeld ten opzichte van referentieberoepen (economische evaluatie).
* **Procedure:**
1. Werknemer dient een "getuigschrift van arbeidsongeschiktheid" in, ingevuld door de behandelend arts (binnen 2-14/28 kalenderdagen).
2. Werkgever stuurt een inlichtingenblad door naar de ASZ.
3. Primair: Beoordeling door de adviserend arts van het ziekenfonds.
4. Secundair: Beoordeling door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit (GRI) van het RIZIV.
5. Re-integratieplan wordt opgesteld door de adviserend arts, ten laatste na 3 maanden.
6. Naleven van controleverplichtingen is essentieel.
* **Vermoeden van arbeidsongeschiktheid:** Bij opname in een erkende verpleeginrichting of ziekenhuis, werkverwijdering na contact met besmettelijke ziekte, begeleide arbeidshervatting, volgen van een erkend programma van herscholing of revalidatie, of bij profylactisch verlof.
#### 3.1.5 Gedeeltelijke werkhervatting
Dit betreft een progressieve tewerkstelling met als doel geleidelijke re-integratie.
* **Voorwaarden:** Vermindering van vermogen van minstens 50% en behoud van activiteit die verenigbaar is met de gezondheidstoestand. Voorafgaande toestemming van de adviserend geneesheer is vereist.
* **Gevolg:** Geheel of gedeeltelijk behoud van ZIV-uitkering.
* < 20% voltijds: Volledig behoud van uitkering.
* > 20% voltijds: Elk procent boven deze grens wordt beschouwd als een percentage vermindering van de uitkering.
#### 3.1.6 Uitkeringen
De ZIV-uitkering wordt berekend op basis van het gemiddeld dagloon.
* **Daguitkering:** Wordt berekend op 6 dagen per week.
* **Berekening dagloon:**
* **Bediende:** Brutomaandloon / 26.
* **Arbeider:** Gemiddeld aantal arbeidsuren x uurloon (omgezet naar een 6-dagenweek: dagloon x 5/6).
* **Inhoudingen:**
* **Primair:** 11,11% personenbelasting (PB), geen RSZ.
* **Secundair:** Geen PB, 3,5% pensioenbijdrage.
### 3.2 Moederschapsrust
Moederschapsrust bedraagt in totaal 15 weken.
* **Prenataal verlof:** 1 week is verplicht, 5 weken zijn facultatief.
* **Postnataal verlof:** 9 weken zijn verplicht (vanaf de bevalling). Er geldt een tewerkstellingsverbod.
* **Extra verlof:**
* Niet opgenomen facultatief prenataal verlof (gewerkte + gelijkgestelde dagen, niet laagste loon categorie).
* Extra week bij arbeidsongeschiktheid gedurende de volledige 6 weken voor de bevalling.
* "Verlofdagen postnatale rust" kunnen de laatste 2 weken van extra postnataal verlof omvatten.
#### 3.2.1 Ontslagbescherming
Vanaf de dag dat de werkgever werd ingelicht tot één maand na de postnatale rust. De werkneemster kan schriftelijk in kennis gesteld worden van de redenen van ontslag. Sanctie bij onrechtmatig ontslag: 6 maanden brutoloon.
#### 3.2.2 Meerling en andere situaties
* **Meerling:** Medisch attest is vereist. 9 (in plaats van 7) weken voor de bevalling.
* **Hospitalisatie kind langer dan 7 dagen:** Verlenging van postnataal verlof met extra hospitalisatietijd, tot maximaal 24 weken.
* **Uitkering:**
* Eerste 30 dagen: 82% van het niet-begrensde brutoloon.
* Vanaf de 31ste dag: 75% van het begrensde loon, betaald door ZIV.
### 3.3 Zwangerschapsonderzoeken
Werkneemsters hebben recht op afwezigheid met behoud van loon voor de tijd die nodig is voor zwangerschapsonderzoeken, indien dit niet buiten de arbeidsuren kan plaatsvinden. Ze dienen de werkgever vooraf te verwittigen en op verzoek een medisch attest voor te leggen.
### 3.4 Profylactisch verlof
Dit is een verbod voor zwangere werkneemsters om bepaalde werkzaamheden uit te voeren:
* **Intrinsiek gevaarlijke werken:** Erkend bij Koninklijk Besluit (bv. ioniserende straling, nachtwerk, lawaai, extreme temperaturen).
* **Gevaarlijke werken wegens bijzondere omstandigheden:** Aangewezen door de arbeidsgeneesheer, rekening houdend met de specifieke bedrijfssituatie of de gezondheidstoestand van de werkneemster.
* De werkgever moet de arbeidsomstandigheden aanpassen of een vervangingswerk geven.
* Bij verwijdering: ZIV-uitkering van 90% van het gemiddeld begrensd dagloon.
* **Borstvoeding (tot max. 5 maanden):** Idem als profylactisch verlof, met een ZIV-uitkering van 60% van het gemiddeld begrensd dagloon (lactatieverlof).
### 3.5 Borstvoedingspauzes
Volgens CAO nr. 80bis hebben werkneemsters tot 9 maanden na de geboorte recht op twee pauzes van 30 minuten of één pauze van 1 uur per dag om melk af te kolven of borstvoeding te geven. De ZIV-uitkering bedraagt 82% van het onbegrensd brutoloon. Er geldt ontslagbescherming met een sanctie van 6 maanden loon bij overtreding.
### 3.6 Geboorteverlof
* **Gerechtigden:** Werknemers voor de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs hun zijde vaststaat. Ook de meeouder die wettelijk samenwoont met de moeder en het kind, of die minstens 3 jaar onafgebroken feitelijk samenwoont met de moeder en het kind op permanente en affectieve wijze, komt in aanmerking.
* **Duur:** 20 dagen binnen 4 maanden na de geboorte.
* **Betaling:**
* Eerste 3 dagen: Loon door de werkgever.
* Daarna: ZIV-uitkering van 82% van het begrensd brutoloon.
* **Ontslagbescherming:** Sanctie van 6 maanden brutoloon bij overtreding.
### 3.7 Omgezette moederschapsrust
* **Bij overlijden moeder (voor co-ouder):** Het verlof bedraagt de duur van het nog niet opgenomen moederschapsverlof. De uitkering is dezelfde als die van de moeder (moederschapsuitkering), berekend op het eigen loon. Er geldt ontslagbescherming (sanctie: 6 maanden brutoloon).
* **Bij hospitalisatie moeder (voor co-ouder):** Indien de hospitalisatie langer dan 7 dagen duurt en het kind thuis is. Het verlof bedraagt de duur van het nog niet opgenomen moederschapsverlof of het einde van de hospitalisatie. De gewone ZIV-uitkering (moeder ontvangt moederschapsuitkering) is van toepassing. Er geldt ontslagbescherming (sanctie: 6 maanden brutoloon).
### 3.8 Adoptie- en pleegouderverlof
* **Duur:** Maximaal 6 weken (voor elke ouder), binnen twee maanden na inschrijving van het kind in het bevolkingsregister. Drie extra weken kunnen onder de ouders worden verdeeld.
* **Betaling:**
* Eerste 3 dagen: Loon door de werkgever.
* Daarna: ZIV-uitkering van 82% van het begrensd brutoloon.
* **Ontslagbescherming:** Sanctie van 6 maanden brutoloon bij overtreding.
* **Opmerking:** Pleegouderverlof (ZIV) is verschillend van pleegzorgverlof (uitkering RVA, 6 dagen per jaar).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Ziekte- en invaliditeitsverzekering (ZIV) | Een sociale zekerheidsstelsel dat inkomensverlies compenseert bij arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte of invaliditeit, en tussenkomt in de kosten voor gezondheidszorg. |
| Arbeidsongeschiktheid | De situatie waarin een werknemer niet in staat is om zijn normale werkzaamheden uit te voeren als direct gevolg van letsels of functionele stoornissen, waardoor zijn verdienvermogen significant is aangetast. |
| Gewaarborgd loon | Een wettelijke verplichting van de werkgever om het loon van een werknemer door te betalen voor een bepaalde periode bij arbeidsongeschiktheid, voordat de ZIV-uitkeringen ingaan. |
| Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) | De overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het beheer en de organisatie van de ziekte- en invaliditeitsverzekering in België. |
| Verzekeringsinstellingen | Organisaties die de ZIV-verzekering uitvoeren, zoals openbare instellingen (bv. Hulpkas) en private ziekenfondsen, onder toezicht van het RIZIV. |
| Rechthebbenden | Personen die, voldoen aan de wettelijke voorwaarden, aanspraak kunnen maken op uitkeringen of vergoedingen in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. |
| Daguitkering | Een financiële vergoeding die door de ZIV wordt uitgekeerd voor elke dag van arbeidsongeschiktheid, berekend op basis van het gemiddelde dagloon van de verzekerde. |
| Gezinscategorieën (G, A, S) | Classificaties binnen de ZIV-uitkeringen die de gezinstoestand van de rechthebbende weerspiegelen (G = Gezinshoofd, A = Alleenstaande met verlies van inkomen, S = Samenwonende zonder verlies van inkomen), wat invloed heeft op de hoogte van de uitkering. |
| Moederschapsrust | Een wettelijk vastgelegde periode waarin een zwangere werkneemster recht heeft op afwezigheid van het werk met behoud van loon of een uitkering, voorafgaand aan en na de bevalling. |
| Profylactisch verlof | Een verlofstelsel voor zwangere werkneemsters dat hen vrijstelt van het uitvoeren van werkzaamheden die intrinsiek gevaarlijk zijn voor hun gezondheid of die van de foetus. |
| Lactatieverlof | Verlof verleend aan moeders om te kolven of borstvoeding te geven, waarbij de werkgever de omstandigheden moet aanpassen, of een vervangingswerk moet geven, of een ZIV-uitkering verstrekt. |
| Geboorteverlof | Verlof voor de partner van de moeder, dat opgenomen kan worden binnen een bepaalde termijn na de geboorte van het kind, met een combinatie van loondoorbetaling door de werkgever en ZIV-uitkeringen. |
| Adoptie- en pleegouderverlof | Verlof dat wordt toegekend aan ouders die een kind adopteren of een pleegkind opnemen, om hen in staat te stellen voor het nieuwe kind te zorgen, met financiële compensatie. |
| Maatman | Een referentiepersoon die wordt gebruikt om de mate van arbeidsongeschiktheid te bepalen, door de verdienvermogen van de arbeidsongeschikte te vergelijken met dat van een persoon van dezelfde stand en opleiding. |