Cover
Mulai sekarang gratis Tell Beydar - Marit Adriaanse & Geike Zaman.pdf
Summary
# Geografie en opgraafgeschiedenis van Tell Beydar
Tell Beydar is een belangrijke archeologische vindplaats in Noord-Mesopotamië, waarvan de geografische ligging en de geschiedenis van de archeologische opgravingen de ontwikkeling en bewoning van de site in verschillende periodes belichten.
### 1.1 Geografische ligging
Tell Beydar is gelegen in noord-Mesopotamië, in het huidige Syrië. De vindplaats bevindt zich op de vruchtbare vlakte van Jezireh. Specifiek ligt de site nabij de rechteroever van Wadi Uwaji, een zijrivier van de Khabur-rivier. Dit plaatst Tell Beydar binnen de zogenaamde "Khabur driehoek", een delta die door zijrivieren van de Eufraat wordt gevormd, maar niet direct aan zee ligt. De jaarlijkse neerslag in dit gebied is voldoende voor regenlandbouw [3](#page=3).
### 1.2 Opgraafgeschiedenis
De archeologische interesse in Tell Beydar begon reeds in 1927, toen Poidebard de site fotografeerde. In de jaren twintig werden er kleine opgravingen uitgevoerd, waarbij men de site ten onrechte aanzag voor een deel van een Romeinse grensversterking [3](#page=3).
Een belangrijke fase in het onderzoek startte in 1991 met twee verkennende boringen en de opstelling van een topografische kaart door een team onder leiding van Marc Lebeau. Vanaf 1992 begonnen de daadwerkelijke opgravingen, uitgevoerd door een gemengd Europees-Syrisch team onder leiding van Marc Lebeau en Antoine Suleiman. In totaal zijn er 17 opgravingscampagnes op de site gehouden [3](#page=3).
### 1.3 Tijdsperioden van bewoning
* **Ontstaan en Vroeg-Dynastische periode:** Tell Beydar ontstond rond 2600 v.Chr., tijdens de overgang van het Vroeg-Dynastisch II naar het Vroeg-Dynastisch III. Het functioneerde in deze periode als een onafhankelijke stadstaat. Later kwam Tell Beydar onder het bestuur van het koninkrijk van Nagar (gelegen bij Tell Brak) [3](#page=3).
* **Verlating rond 2400 v.Chr.:** Rond 2400 v.Chr. werden diverse stadstaten in Mesopotamië verlaten, waaronder Tell Beydar. De exacte redenen hiervoor zijn onzeker; er zijn geen duidelijke sporen van grootschalige branden of verwoestingen gevonden. Mogelijke hypothesen voor dit verval omvatten klimaatverandering die de regio droger maakte, en demografische groei die leidde tot uitputting van natuurlijke hulpbronnen [3](#page=3).
* **Akadiërs (circa 2350 v.Chr.):** De site werd opnieuw bewoond vanaf circa 2350 v.Chr. door de Akkadiërs. De bewoning was in deze periode aanzienlijk minder omvangrijk, met een populatie die voornamelijk het bovenste deel van de site bewoonde. Na de Akkadische periode werd de site opnieuw verlaten [3](#page=3).
* **Mitanni periode (vanaf 1400 v.Chr.):** Vanaf circa 1400 v.Chr. vestigden de Mitanni zich in het gebied en bewonen zij ook Tell Beydar. Zij bouwden de benedenstad [3](#page=3).
* **Neo-Assyrische periode (911-610 v.Chr.):** Na de Mitanni volgde een Neo-Assyrische periode waarin de benedenstad eveneens bewoond werd [3](#page=3).
* **Hellenistische periode (150-70 v.Chr.):** De site kende ten slotte nog bewoning in de Hellenistische periode, van 150 tot 70 v.Chr. [3](#page=3).
> **Tip:** Houd bij het bestuderen van deze periode rekening met de mogelijke correlatie tussen archeologische vondsten en de beschreven periodes van bewoning en verlating. De verschillende lagen op de site weerspiegelen de opeenvolging van deze culturen en gebeurtenissen.
---
# Architectuur en stedelijke opbouw van Tell Beydar
De architectuur en stedelijke opbouw van Tell Beydar kenmerken zich door een gelaagde en verdedigbare structuur, met specifieke architectonische kenmerken voor het paleis, tempels en woonhuizen.
### 2.1 Opbouw van de site
Tell Beydar is een site van 22 hectare met een circulaire opbouw, gekenmerkt door terrassen die hoogteverschillen creëren. In het vroege 3e millennium v.Chr. werd de Acropolis, de bovenstad omringd door een verdedigingsmuur met zeven poorten, op het hoogste punt gebouwd. Deze kern, Beydar I, werd tijdens de 14e eeuw v.Chr. uitgebreid met een benedenstad, Beydar II, eveneens omringd door verdedigingswerken door de Mitanni. Deze "cup-and-saucer tell" of "Kranzhügel tell" structuur is typisch voor archeologische sites met verhoogde kernen. De Acropolis huisvestte het paleis, meerdere tempels, opslagkamers en werkplaatsen, maar geen woonhuizen. De toegang tot de Acropolis bevindt zich in het zuiden en is bereikbaar via een monumentale trap. Verder zuidwaarts, op ongeveer 1 kilometer afstand, is Beydar III gevonden, een site uit het laat chalcolithicum (4300-3700 v.Chr.) [4](#page=4).
### 2.2 Paleis
Het paleis van Tell Beydar had vier hoofdfuncties. Op de begane grond bevonden zich vertrekken voor de ontvangst van bezoekers door stadsautoriteiten en opslagkamers voor waardevolle goederen. De eerste verdieping, die niet bewaard is gebleven, diende als residentie voor de heerser en voor administratieve werkzaamheden, aangezien het paleis ook het administratieve centrum van de stad was [4](#page=4).
De bloeiperiode van Tell Beydar in de eerste helft van het 3e millennium v.Chr. werd gekenmerkt door een eigen heerser en een hoogtepunt in bevolkingsaantal. Deze periode van zelfbestuur eindigde toen Tell Beydar deel werd van het Koninkrijk Nagar (Tell Brak), waarna de audiëntiezaal zijn functie verloor [4](#page=4).
Het paleis kent drie bouwfases. Fase 1 (rond 2500 v.Chr.) markeert de bouw van het paleis tijdens de periode van zelfbestuur. In fase 2 werden opslagruimtes toegevoegd aan de oost- en noordwestzijde, welke geselecteerd zijn voor de huidige restauratie. Fase 3 zag een verhoging van de paleisvloeren in het westen en de toevoeging van kamers op de eerste verdieping [4](#page=4).
### 2.3 Tempels
Tempels op Tell Beydar vertonen specifieke architectonische kenmerken. Voor de ingangen van de tempels bevinden zich straatverwijdingen, waaronder een plein voor Tempel A. De façades aan de buitenzijde zijn versierd met uitsparingen en nissen. De toegang geschiedde via een trap en een dubbele deur, gevolgd door een lange gang. In sommige tempels werd in de entreehal een vissengraatpatroon van gebakken stenen aangetroffen [5](#page=5).
Centraal in de tempels bevond zich een ceremoniële ruimte met een versierd leemstenen blok, ongeveer even hoog als de tempelmuren. Dit monumentale blok was altijd rechts van de ingang georiënteerd en werd pas zichtbaar bij het betreden van de ruimte. In deze ruimte waren tevens een bankje en een laag podium, waarschijnlijk gerelateerd aan offerbereiding en -uitvoering. Verder waren tempels voorzien van een cella en minimaal twee toiletten [5](#page=5).
Er zijn vijf gebouwen geïdentificeerd als tempels. Tempel A, aangebouwd tegen de zuidkant van het paleis, toont resten van een trap op de begane grond, wat duidt op een verdwenen extra verdieping. Tempel A werd herbouwd tijdens de Akkadische periode. Ten zuiden van Tempel A bevinden zich Tempels B en C, naast elkaar gelegen. Een nabijgelegen gebouw, aan de overkant van de weg, wordt geassocieerd met Tempels B en C en bevatte werkplaatsen en opslagkamers. Tempel D, gelegen ten oosten van Tempels B en C, heeft een L-vormige plattegrond en werd tijdens de Akkadische periode omgebouwd tot woonhuis voor de militaire leider. De grootste tempel, Tempel E, is recent ontdekt en bevindt zich ten zuiden van Tempels B en C, buiten de Acropolis [5](#page=5).
### 2.4 Woonhuizen
Relatief weinig woonhuizen zijn teruggevonden, voornamelijk omdat de Acropolis, waar de belangrijkste gebouwen stonden, het meest is opgegraven. Ten noorden van de Acropolis zijn aan weerszijden van een geplaveide straat een aantal woonhuizen gevonden. Deze huizen waren rechthoekig, relatief klein (gemiddeld 40 m²) en hadden enkel een begane grond. Er zijn geen resten van trappen gevonden en de muren waren niet stevig genoeg om een extra verdieping te dragen [5](#page=5).
Tell Beydar beschikte over een geavanceerd drainage systeem. In belangrijke gebouwen zoals het paleis en tempels zijn buizen en geulen voor waterafvoer aangetroffen. Ook in woonhuizen werden drainage systemen gevonden. Er was een centraal kanalisatiesysteem dat begon op de binnenplaats van het paleis en zich door de stad naar beneden bewoog [5](#page=5).
---
# Materiële cultuur en begrafenispraktijken
Dit onderdeel onderzoekt de materiële cultuur van Tell Beydar, met een specifieke focus op grafcultus, metaalbewerking, keramiek, glyptiek en schrift, gebaseerd op de vondsten in de documentatie [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8).
### 3.1 Grafcultus
Het merendeel van de begraven personen in Tell Beydar dateert uit de vroeg-Dynastische periode en werd gevonden onder huizen of op een begraafplaats buiten de noordelijke stadspoort. De graven waren overwegend kuilgraven, soms overdekt met mudbricks in een visgraatpatroon, of schachtgraven. Kinderen werden vaak begraven in potten. Alle geïnhumeerde doden lagen op hun zij, in een gehurkte positie, met het hoofd naar het westen gericht [6](#page=6).
De grafgiften varieerden; veel graven bevatten aardewerk, soms aangevuld met juwelen. Soldaten werden begraven met hun wapens en ambachtslieden met hun gereedschappen, terwijl ook voedsel werd meegegeven om de doden te eren [6](#page=6).
#### 3.1.1 Krijgers graf
Het zogenaamde "krijgers graf", daterend uit de Akkadische periode, werd onder tempel A aangetroffen. Deze tombe bestond uit twee voorkamers gevuld met aardewerk. In de hoofdkamer bevond zich het skelet van een man, liggend op zijn linkerzij in foetushouding, wat suggereert dat dit de laatste begrafenis in deze tombe was. Eerdere gebruiksfasen worden niet uitgesloten. Men vermoedt dat de tombe gereinigd en aangepast is voor deze elitekrijger [6](#page=6).
De man hield een opzettelijk doormidden gebroken bronzen bijl in zijn linkerhand en een dolk in zijn rechterhand. Twee mysterieuze stenen hopen, waarvan één met dierenresten en onder de ander een rechtopstaande dolk, suggereerden een rituele functie die nog niet verklaard is. Een gebroken beeldje, mogelijk "de geest" van de man, en twee speerpunten werden gevonden. Zilveren sieraden, zoals een hoofdband en armband, duidden waarschijnlijk op rang in plaats van algemene rijkdom, en het ontbreken van gouden objecten benadrukt de status van deze soldaat [6](#page=6).
#### 3.1.2 Graf II
Een ander opmerkelijk graf, uit de Akkadische periode, lag onder een doorgang naar het vroeg-Dynastische paleis. De tombe, opgebouwd uit mudbricks met een binnen- en buitenmuur, had een gewelfde binnenmuur met een plat dak in visgraatpatroon [6](#page=6).
Het graf bevatte het skelet van een man tussen de 30 en 50 jaar oud, waarschijnlijk behorend tot de hogere klasse. Hij lag in foetushouding op het bepleisterde deel van het graf, met het hoofd naar het westen georiënteerd. Naast hem werden diverse grafgiften aangetroffen, waaronder aardewerk, bronzen pinnen en de resten van twee kraanvogels [6](#page=6).
### 3.2 Metaalbewerking
De meeste metaalvondsten in Tell Beydar bestaan uit brons en dateren van ongeveer 2600-2250 v.Chr.. Deze bronzen artefacten zijn voornamelijk aangetroffen in funerale contexten en omvatten spelden, oorbellen, armbanden, dolken en bijlen. Uit analyse blijkt dat 80% van de bronzen objecten een legering van arseen en koper bevat, terwijl 20% een legering van tin en koper heeft [7](#page=7).
Een mogelijke metaalwerkplaats uit de Akkadische periode werd geïdentificeerd door de aanwezigheid van kleine nissen, een werkoppervlak en een oven, samen met artefacten zoals een mal [7](#page=7).
### 3.3 Keramiek
Het aardewerk uit de vroeg-Dynastische III periode (2600-2350 v.Chr.) omvat terracotta beeldjes van menselijke (meestal vrouwelijke) figuren, dieren en modellen van wagens. Daarnaast zijn tienduizenden scherven en honderden complete, herstelde vazen gevonden. Het meest voorkomende aardewerk is onbeschilderd; kookgerei, fijner keramiek, "metaalachtig" aardewerk en "tweekleurig Jezirah" aardewerk komen in kleinere hoeveelheden voor. Geïmporteerd aardewerk biedt inzicht in culturele en commerciële uitwisselingen in Noord-Mesopotamië [7](#page=7).
Het aardewerk van de vroeg-Akkadische periode (2330-2150 v.Chr.) vertoont weinig verschil met dat van de voorgaande periode, hoewel de productietechniek verbeterde door het gebruik van een sneller pottenbakkerswiel. Antropomorfe terracotta beeldjes zijn ook voor deze periode gevonden. Een bijzonder interessant artefact is het hoofd van een vrouwelijk beeldje uit de vroegste laag, gekenmerkt door een hartvormig gezicht, langgerekte schedel en gedetailleerde kleikorrels voor het kapsel [7](#page=7).
### 3.4 Glyptiek
Naast aardewerk zijn er veel zegelafdrukken gevonden die dateren uit de Early Dynastic IIIB / Early Jezireh IIIb periode. In vroege Jezirah-woningen werden enkel naturalistisch cilinderzegels aangetroffen. Meer gedetailleerde glyptiek, in de vorm van zegelafdrukken en fragmenten, is vooral gevonden onder vloeren en tussen de muren van het paleis, daterend uit de 3e gebruiksperiode (2450–2415 v.Chr.). In het paleis zelf werden geen cilinderzegels gevonden [7](#page=7).
Sommige zegelafdrukken zijn opgebouwd uit verschillende registers met thema's zoals wedstrijden, banketten, dierengevechten, gevechten tussen mens en dier, strijdwagens, rijen dieren, bootscènes, geometrische patronen en herderstaferelen. De thema's in Tell Beydar vertonen grote gelijkenis met die van Tell Brak (vroeger Nagar), wat verklaard wordt door de controle van Nagar over Tell Beydar rond 2450-2400 v.Chr. [7](#page=7).
### 3.5 Schrift
In een drie-kamerhuis zijn 141 spijkerschrifttabletten gevonden. Verspreid over de site zijn er in totaal 230 geschreven documenten ontdekt, daterend rond 2400 v.Chr.. De meeste documenten werden in privéhuizen gevonden, maar ook in het paleis op de akropolis en in administratieve gebouwen [8](#page=8).
Het schrift diende voornamelijk administratieve doeleinden. Uit de kleitabletten bleek dat Tell Beydar Nabada heette. Naast administratieve teksten is er ook een literaire tekst in het Sumerisch gevonden. Meer dan dertig bullae (kleiklompjes) getuigen van het gebruik van schrift in combinatie met verzegeling [8](#page=8).
---
# Handel, economie en de huidige status van Tell Beydar
Tell Beydar fungeerde als een belangrijk knooppunt in een uitgebreid handelsnetwerk dankzij zijn strategische ligging in de vruchtbare Khabur-driehoek en zijn rol als doorgeefluik voor grondstoffen [8](#page=8) [9](#page=9).
### 6.1 Handelsroutes en economie
De locatie van Tell Beydar binnen de Khabur-driehoek, een vruchtbaar gebied met diverse wadi's, faciliteerde de ontwikkeling van talrijke nederzettingen die handel dreven via karren en wagens. Deze steden waren met elkaar verbonden via zogenaamde 'hollow ways', wat de bereikbaarheid verbeterde en resulteerde in een dicht handelsnetwerk [8](#page=8).
Daarnaast had Tell Beydar een cruciale positie voor het transport van ertsen. De stad diende als een doorgeefluik voor ertsen afkomstig uit de metaalbronnen van Ergani-Merden en Göltepe in Zuidoost-Anatolië, bestemd voor Zuid-Mesopotamië. Dit zorgde voor een constante doorstroom van handelaren in de stad [8](#page=8).
> **Tip:** De aanwezigheid van 230 geschreven documenten, gedateerd rond 2400 voor Christus, biedt waardevolle inzichten in de economische activiteiten en administratieve structuren van Tell Beydar [8](#page=8).
### 6.2 Schrift en administratie
De ontdekking van 141 tabletten met spijkerschrift in een driekamerhuis, en in totaal 230 geschreven documenten verspreid over de site, getuigt van het belang van schrift in Tell Beydar. Deze documenten werden voornamelijk aangetroffen in privéhuizen, het paleis op de akropolis en administratieve gebouwen [8](#page=8).
Het schrift werd voornamelijk gebruikt voor administratieve doeleinden, waardoor de naam van de stad, Nabada, achterhaald kon worden. Naast administratieve teksten werd er ook een literaire tekst ontdekt, een mythe geschreven in het Sumerisch. Meer dan dertig bullae, kleiklompjes die in Tell Beydar zijn gevonden, tonen verder het gebruik van schrift aan in verband met verzegeling [8](#page=8).
### 6.3 Huidige status van archeologisch erfgoed
Momenteel vinden er geen opgravingen meer plaats vanwege de burgeroorlog. Echter, in 2003 is er een restauratieprogramma gestart om het historische erfgoed van de oude stad te behouden. De mudbricks waren ernstig aangetast door weersomstandigheden. Voor de restauratie worden uitsluitend traditionele materialen gebruikt, zoals aarde, water, stro en leemstenen. Over het algemeen worden de gebouwen herbouwd tot de oorspronkelijke hoogte waarop ze zijn ontdekt [8](#page=8).
> **Tip:** Het restauratieprogramma maakt gebruik van traditionele materialen om de authenticiteit van het erfgoed te waarborgen [8](#page=8).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Jezireh | Een vruchtbare vlakte in Noord-Mesopotamië, gelegen tussen de Eufraat en de Tigris, die van cruciaal belang was voor de landbouw en nederzettingen in de oudheid. |
| Khabur-driehoek | Een delta-achtig gebied gevormd door de zijrivieren van de Eufraat, gekenmerkt door voldoende neerslag voor regenlandbouw en de locatie van belangrijke archeologische vindplaatsen zoals Tell Beydar. |
| Vroeg-Dynastisch II en III | Twee opeenvolgende perioden in de Mesopotamische geschiedenis (ca. 2700-2350 v.Chr.), gekenmerkt door de opkomst van stadstaten en significante ontwikkelingen in architectuur en samenleving. |
| Stadstaat | Een onafhankelijke politieke entiteit bestaande uit een stad en het omliggende platteland, kenmerkend voor vroege Mesopotamische beschavingen. |
| Akkadische periode | Een periode in de Mesopotamische geschiedenis (ca. 2334-2154 v.Chr.) gekenmerkt door de heerschappij van het Akkadische Rijk, dat Mesopotamië verenigde onder één centraal bestuur. |
| Mitanni | Een koninkrijk dat zich rond de 15e eeuw v.Chr. vestigde in Noord-Mesopotamië en een belangrijke politieke en culturele kracht vormde in de regio. |
| Neo-Assyrische periode | Een periode in de Assyrische geschiedenis (911-610 v.Chr.) die bekend staat om de militaire expansie en de oprichting van een groot rijk in het Nabije Oosten. |
| Hellenistische periode | De periode in de geschiedenis die volgt op de veroveringen van Alexander de Grote (ca. 323-31 v.Chr.), gekenmerkt door de verspreiding van de Griekse cultuur en invloed over een groot gebied. |
| Acropolis | Het hoogste deel van een oude stad, vaak versterkt en bestemd voor belangrijke religieuze en bestuurlijke gebouwen, zoals het paleis en tempels. |
| Cup-and-saucer tell / Kranzhügel tell | Een archeologisch type vindplaats, herkenbaar aan een circulaire structuur met verschillende terrassen, waarbij de centrale verhoogde zone (de 'cup' of 'acropolis') wordt omgeven door een lagere, ringvormige stad (de 'saucer' of 'benedenstad'). |
| Mudbricks | Bakstenen gemaakt van klei en stro, die aan de lucht worden gedroogd, een veelgebruikt bouwmateriaal in het oude Nabije Oosten. |
| Cella | De binnenste kamer van een tempel, waar het beeld van de godheid werd geplaatst en waar religieuze ceremonies plaatsvonden. |
| Inhumaties | De gebruikelijke methode van begrafenis waarbij het lichaam van de overledene wordt bijgezet in de aarde, in tegenstelling tot crematie. |
| Grafgiften | Objecten die samen met de overledene in het graf werden geplaatst, zoals aardewerk, gereedschap, wapens of persoonlijke bezittingen, bedoeld voor het hiernamaals. |
| Cylindrische zegels (cilinderzegels) | Kleine cilindervormige objecten, vaak gemaakt van steen, met ingekerfde afbeeldingen en teksten, die werden gebruikt om documenten en goederen te verzegelen door eroverheen te rollen. |
| Bullae | Kleine kleiklompjes die werden gebruikt om documenten of pakketten te verzegelen, vaak voorzien van een zegelafdruk. |