Cover
Mulai sekarang gratis H20 - les 3 - pg 33-53.pdf
Summary
# Externe effecten en marktfalen
Externe effecten leiden tot marktfalen doordat de prijzen van goederen en diensten niet alle kosten of baten weerspiegelen, wat resulteert in een suboptimale allocatie van middelen en welvaartsverlies.
## 1. Externe effecten en marktfalen
Externe effecten, ook wel externaliteiten genoemd, treden op wanneer het handelen van de ene persoon gevolgen heeft voor het welvaartsniveau van minstens één andere persoon, zonder dat er compensatie plaatsvindt. Dit leidt tot marktfalen, een inefficiënte allocatie van middelen die de maatschappelijke welvaart niet maximaliseert [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.1 Definitie van externe effecten
Externe effecten zijn kosten of opbrengsten die voortvloeien uit een markttransactie en die ten laste vallen of ten goede komen aan een derde partij die niet rechtstreeks bij de transactie betrokken is en ook geen compensatie ontvangt of betaalt [2](#page=2).
* **Negatieve externe effecten (externe kosten):** Komen voor wanneer productie of consumptie maatschappelijke kosten veroorzaakt die niet in de marktprijs zijn verrekend. Voorbeelden zijn geluidsoverlast, geurhinder, klimaatverandering, CO₂-uitstoot van auto's, files en luchtverontreiniging door bedrijven [1](#page=1) [2](#page=2) [4](#page=4).
* **Positieve externe effecten (externe baten):** Komen voor wanneer productie of consumptie maatschappelijke baten genereert die niet in de marktprijs zijn verrekend. Voorbeelden zijn goed onderhouden voortuinen, restauratie van historische gebouwen en inentingen tegen besmettelijke ziekten [2](#page=2).
Deze externe effecten ontstaan vaak doordat eigendomsrechten op bijvoorbeeld stilte, schone lucht of een mooi straatbeeld slecht zijn omschreven of niet bestaan [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.2 Marktfalen door negatieve externe effecten
Negatieve externe effecten leiden tot een situatie waarin de markt te veel produceert en vervuiling ontstaat, omdat de private kosten lager lijken dan de werkelijke maatschappelijke kosten [4](#page=4).
#### 1.2.1 Marginale externe kosten (MEK)
* **Private kosten (MK):** De kosten die direct door de producent worden ervaren, zoals lonen en grondstoffen. De private aanbodcurve ($A_{\text{privaat}}$) weerspiegelt deze MK [4](#page=4).
* **Marginale externe kosten (MEK):** De extra externe kosten die de productie van één extra eenheid met zich meebrengt. Deze kosten worden niet gedragen door de producent of consument, maar door derden [4](#page=4).
* **Maatschappelijke kosten ($MK + MEK$):** De som van de private kosten en de marginale externe kosten. De maatschappelijke aanbodcurve ($A_{\text{sociaal}}$) weerspiegelt deze totale maatschappelijke kosten [4](#page=4).
De externe kosten vormen het verticale verschil tussen de maatschappelijke aanbodcurve ($A_{\text{sociaal}}$) en de private aanbodcurve ($A_{\text{privaat}}$) [4](#page=4) [7](#page=7).
#### 1.2.2 Welvaartsverlies door overproductie
In een markt met negatieve externe effecten is het marktevenwicht ($Q_{\text{markt}}$) hoger dan de maatschappelijk wenselijke productiehoeveelheid ($Q_{\text{optimum}}$). Dit komt doordat de consumenten en producenten alleen rekening houden met de private kosten en baten [5](#page=5) [7](#page=7).
* **Marktevenwicht:** De prijs die consumenten betalen ($P_{\text{markt}}$) is lager dan de maatschappelijke kosten ($MK + MEK$) bij $Q_{\text{markt}}$. Hierdoor ontstaat een allocatiefout en marktfalen [10](#page=10).
* **Welvaartsverlies:** De eenheden die tussen $Q_{\text{optimum}}$ en $Q_{\text{markt}}$ worden geproduceerd, genereren extra welvaart voor consumenten en producenten (driehoek A), maar de externe kosten die hierbij komen kijken (oppervlakte A en B) zijn groter. Het welvaartsverlies wordt gemeten door de oppervlakte B, wat aangeeft dat er te veel geproduceerd wordt ten opzichte van de maatschappelijk optimale hoeveelheid [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
> **Tip:** De overheid kan ingrijpen om productie naar $Q_{\text{optimum}}$ te brengen, niet om externe kosten volledig te elimineren, maar om de maatschappelijke welvaart te maximaliseren [9](#page=9).
#### 1.2.3 Totale Externe Kosten (TEK)
De Totale Externe Kosten (TEK) is de som van de marginale externe kosten voor alle geproduceerde eenheden. Grafisch gezien is dit de oppervlakte onder de MEK-curve (of het gebied tussen de $A_{\text{sociaal}}$ en $A_{\text{privaat}}$ curves) tot aan de betreffende productiehoeveelheid. Bij $Q_{\text{markt}}$ zijn de TEK aanzienlijk hoger dan bij $Q_{\text{optimum}}$ [5](#page=5) [7](#page=7).
#### 1.2.4 Illustratief voorbeeld: CO₂-uitstoot
De productie van goederen die CO₂ uitstoten, genereert externe kosten zoals klimaatverandering die toekomstige generaties treffen. Het marktevenwicht zal leiden tot een te hoge productie van deze goederen, omdat de maatschappelijke kosten van CO₂-uitstoot niet in de prijs zijn verwerkt [1](#page=1) [4](#page=4).
> **Voorbeeld:** Een metallurgisch bedrijf dat luchtvervuiling veroorzaakt, leidt tot geurhinder en gezondheidsproblemen bij omwonenden. Deze kosten worden niet door het bedrijf gedragen, waardoor de marktprijs te laag is en er te veel van het product wordt gemaakt [4](#page=4).
### 1.3 Positieve externe effecten
Bij positieve externe effecten bevat de Marginal Benefit Too Benefit (MBTB) niet alle baten, omdat derden ook profiteren zonder ervoor te betalen. Voorbeelden zijn een mooi onderhouden voortuin of restauratie van historische gebouwen. Dit leidt tot een te lage productie en consumptie vanuit maatschappelijk oogpunt, omdat de baten voor de samenleving hoger zijn dan de private baten [2](#page=2).
### 1.4 Analyse van externaliteiten
Er zijn twee manieren om externaliteiten te analyseren:
1. **Pigouviaanse analyse:** Kijkt naar de markt met vraag en aanbod en analyseert de impact van een (negatieve) externaliteit op het marktevenwicht en de maatschappelijke welvaart. Hierbij wordt gekeken hoe beleid kan worden gevoerd om de externaliteit te corrigeren [3](#page=3).
2. **Markt voor de externaliteit:** Beschouwt de externaliteit zelf als een markt, waarbij schadeveroorzakers tegenover schadelijders staan. Dit helpt bij het bepalen van een 'optimaal' niveau van vervuiling, door de reductiekosten van de veroorzakers af te wegen tegen de externe kosten voor de gedupeerden [3](#page=3).
#### 1.4.1 Voorbeeld: CO₂-uitstoot in de EU
De Europese Unie streeft met de EU Green Deal en "Fit for 55" naar een aanzienlijke reductie van broeikasgasemissies om klimaatverandering tegen te gaan. Dit beleid is een reactie op de negatieve externe effecten van CO₂-uitstoot op mondiale schaal [3](#page=3).
---
# Pigouviaanse belasting als oplossing voor negatieve externaliteiten
Hieronder volgt een gedetailleerde studiehandleiding over de Pigouviaanse belasting als oplossing voor negatieve externaliteiten, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 2. Pigouviaanse belasting als oplossing voor negatieve externaliteiten
Een Pigouviaanse belasting is een economisch instrument dat wordt ingezet om negatieve externaliteiten te corrigeren door de marktprijs en -hoeveelheid aan te passen aan de maatschappelijke kosten [11](#page=11).
### 2.1 Het concept van de Pigouviaanse belasting
#### 2.1.1 Definitie en doel
Een Pigouviaanse belasting is een belasting die gelijk is aan de marginale externe kost (MEK) van een bepaald product of activiteit. Het primaire doel van deze belasting is het corrigeren van marktfalen veroorzaakt door negatieve externaliteiten, waardoor het marktevenwicht verschuift naar het maatschappelijk wenselijke punt. Dit resulteert in een vermindering van de productie tot het sociaal optimale niveau [11](#page=11) [18](#page=18).
> **Tip:** De belasting moet specifiek gericht zijn op de marginale externe kost in het optimale punt (Qoptimum) om effectief te zijn [11](#page=11).
#### 2.1.2 Werkingsmechanisme
* **Belasting per eenheid:** De producent betaalt een belasting per geproduceerde eenheid, vergelijkbaar met accijnzen [11](#page=11).
* **Prijsaanpassing:** Door de belasting stijgt de prijs die consumenten betalen, waardoor zowel consumenten als producenten rekening houden met de werkelijke maatschappelijke kosten [11](#page=11).
* **Verschuiving van aanbod:** Het private aanbod verschuift naar de maatschappelijke kostencurve, omdat de marginale kosten van de producent nu de externe kosten omvatten. De relatie wordt: $P = MK + MEK$ [11](#page=11).
* **Internalisering van externe kosten:** De belasting zorgt ervoor dat de veroorzaakte externe kosten worden geïnternaliseerd, wat betekent dat een van de marktpartijen deze kosten draagt. Dit leidt tot de realisatie van een "juiste" prijs voor het product [11](#page=11).
#### 2.1.3 Het belang van het belastingtarief
Het specifieke tarief van de Pigouviaanse belasting is cruciaal. Dit tarief ($t$) moet exact gelijk zijn aan de marginale externe kost in het optimale evenwichtspunt ($Q_{optimum}$). De formule hiervoor is [11](#page=11) [20](#page=20):
$$t = MEK_{Q_{optimum}}$$
Indien het tarief correct is ingesteld, zal de prijs die de consument betaalt de volledige sociale kost dekken, bestaande uit de private en externe kosten ($P = MK + MEK$) [20](#page=20).
> **Tip:** In de praktijk is het bepalen van de exacte marginale externe kost vaak moeilijk en vereist het uitgebreide studies en kan het deels op schattingen berusten [11](#page=11).
### 2.2 Gevolgen van de Pigouviaanse belasting
#### 2.2.1 Gevolgen voor het marktevenwicht en de welvaart
* **Verschuiving van evenwicht:** Het marktevenwicht verschuift van de oorspronkelijke markthoeveelheid ($Q_{markt}$) naar de optimale maatschappelijke hoeveelheid ($Q_{optimum}$) [12](#page=12) [14](#page=14).
* **Internalisering van externaliteit:** De negatieve externaliteit wordt geïnternaliseerd [12](#page=12).
* **Maximalisatie van maatschappelijke welvaart:** De maatschappelijke welvaart wordt gemaximaliseerd [12](#page=12).
#### 2.2.2 Verdeling van de belastingdruk (Incidentie)
Hoewel de belasting doorgaans bij de producent wordt geheven, wordt de fiscale last verdeeld tussen producenten en consumenten. De mate waarin elke partij de last draagt, hangt af van de prijsgevoeligheid (elasticiteit) van de vraag en het aanbod. Partijen die minder gemakkelijk kunnen uitwijken naar alternatieven, dragen een groter deel van de belastinglast [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Consumentenprijs:** Stijgt, omdat zij de belasting meebetalen [18](#page=18).
* **Producentenprijs:** Daalt, omdat zij de belasting moeten afdragen [18](#page=18).
* Het verschil tussen de consumentenprijs en de producentenprijs is gelijk aan de hoogte van de belasting ($t = MEK$) [18](#page=18).
> **Voorbeeld:** Een belasting van 2 euro per eenheid leidt niet noodzakelijkerwijs tot een prijsstijging van 2 euro voor de consument. De stijging kan bijvoorbeeld 1 euro zijn, waarbij de producent de resterende euro draagt [12](#page=12).
#### 2.2.3 Effecten op surplus
* **Consumentensurplus (CS):** Daalt. Het verlies voor de consument is de oppervlakte die het oorspronkelijke consumentensurplus (bv. C + D + A) verliest door de hogere prijs en lagere hoeveelheid (eindigt bij C) [15](#page=15) [19](#page=19).
* **Producentensurplus (PS):** Daalt. Het verlies voor de producent is de oppervlakte die het oorspronkelijke producentensurplus (bv. E + A′ + F) verliest door de lagere ontvangen prijs en lagere hoeveelheid (eindigt bij F) [15](#page=15) [19](#page=19).
* Het totale privéverlies voor consumenten en producenten bedraagt de oppervlakten D + E + A + A′ [19](#page=19).
#### 2.2.4 Belastinginkomsten van de overheid
De overheid ontvangt belastinginkomsten, die een deel van de verliezen van consumenten en producenten vertegenwoordigen [19](#page=19).
* **Formule belastinginkomsten:** Belastinginkomsten = $Q_{optimum} \times t$ [19](#page=19).
* Deze inkomsten worden beschouwd als een verschuiving van welvaart, niet als een welvaartsverlies [19](#page=19).
#### 2.2.5 Maatschappelijke baten en netto-effect
* **Afname van externaliteiten:** Omdat de productie afneemt, vermindert de externe schade zoals vervuiling [16](#page=16) [19](#page=19).
* **Totale externe kosten vermindering:** De vermindering van totale externe kosten is gelijk aan de oppervlakten A + A′ + B [19](#page=19).
* **Netto maatschappelijke baat:** De maatschappelijke baat van de verminderde externaliteiten (A + A′ + B) is groter dan het privéverlies (A + A′). Het netto-effect is een welvaartsstijging die gelijk is aan de oppervlakte B. Dit was exact het welvaartsverlies dat werd geleden door marktfalen zonder de belasting [16](#page=16) [19](#page=19).
> **Tip:** De Pigouviaanse belasting streeft naar welvaartsmaximalisatie, niet noodzakelijk naar nul vervuiling, aangezien het elimineren van alle vervuiling ook alle welvaart uit productie zou kunnen wegnemen [20](#page=20).
### 2.3 Beperkingen en politieke aspecten
Ondanks de theoretische voordelen, stuit de invoering van Pigouviaanse belastingen in de praktijk vaak op politieke weerstand. De overheid moet de noodzaak en de voordelen ervan goed kunnen beargumenteren. De belangrijkste uitdaging ligt in de accurate meting van de marginale externe kosten, wat essentieel is voor het correct bepalen van het belastingtarief. Zelfs bij het optimale productieniveau kunnen er nog steeds externe kosten bestaan [11](#page=11) [17](#page=17) [20](#page=20).
---
# Toepassing van rekeningrijden als externe kostenbelasting
Rekeningrijden wordt onderzocht als een toepassing van Pigouviaanse belastingen om de externe kosten van weggebruik, specifiek fileremming, te internaliseren [21](#page=21).
### 3.1 Concept van rekeningrijden
Het kernidee achter rekeningrijden is het opleggen van een belasting per gereden kilometer. Dit wordt gemotiveerd door het feit dat fileremming en het daaruit voortvloeiende tijdverlies negatieve externe effecten zijn, waarbij elke automobilist extra kosten veroorzaakt voor andere weggebruikers [21](#page=21).
#### 3.1.1 Economische logica
De economische logica achter rekeningrijden is gebaseerd op het internaliseren van de externe kosten die gepaard gaan met weggebruik [21](#page=21).
* **Private kosten:** De private marginale kost (MK) per kilometer met de auto, zoals brandstofkosten, wordt als constant beschouwd [21](#page=21).
* **Externe kosten:** De marginale externe kosten (MEK) stijgen echter convex door fileremming, wat betekent dat naarmate meer mensen de auto gebruiken, de fileremming en de bijbehorende kosten voor anderen exponentieel toenemen [21](#page=21).
* **Belasting:** De voorgestelde belasting moet gelijk zijn aan de MEK om deze externe kosten te internaliseren [21](#page=21).
#### 3.1.2 Variabele tarieven
Het tarief voor rekeningrijden zou idealiter moeten variëren afhankelijk van het moment van de dag [21](#page=21).
* **Vraagfluctuaties:** De vraag naar verkeer is niet constant, maar varieert tussen daluren (lage vraag) en spitsuren (hoge vraag) [21](#page=21).
* **Optimum en tarief:** Het economische optimum, waar de maatschappelijke kosten worden geminimaliseerd, ligt op verschillende punten voor de spitsuren en de daluren. Dit impliceert dat het tarief lager zou moeten zijn in de daluren en hoger in de spitsuren [21](#page=21).
> **Tip:** Het aanpassen van het tarief op basis van het tijdstip van de dag kan automobilisten stimuleren om na te denken over de noodzaak van hun reis, vooral tijdens de spits [21](#page=21).
#### 3.1.3 Doelstellingen van rekeningrijden
Het implementeren van rekeningrijden heeft verschillende doelen:
* Stimuleren van autogebruikers om buiten de spits te rijden [21](#page=21).
* Aantrekkelijker maken van alternatieve vervoermodi [21](#page=21).
* Verhogen van de maatschappelijke welvaart door het internaliseren van externe kosten [21](#page=21).
#### 3.1.4 Effectiviteit
De effectiviteit van rekeningrijden hangt af van meerdere factoren:
* **Prijsgevoeligheid:** De mate waarin de vraag naar wegverkeer reageert op prijsveranderingen [21](#page=21).
* **Alternatieven:** De beschikbaarheid en aantrekkelijkheid van alternatieve vervoersmogelijkheden [21](#page=21).
> **Voorbeeld:** Als het tarief tijdens de spitsuren aanzienlijk stijgt, zullen prijsgevoelige weggebruikers mogelijk overwegen om met het openbaar vervoer te reizen of hun reis uit te stellen tot de daluren, indien deze alternatieven beschikbaar en aantrekkelijk zijn [21](#page=21).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Marktfaling | Een situatie waarin de allocatie van goederen en diensten door een vrije markt niet leidt tot een maatschappelijk optimale uitkomst, vaak veroorzaakt door externe effecten, asymmetrische informatie of marktmacht. |
| Externaliteit | Een economisch effect van een transactie dat een derde partij beïnvloedt, zonder dat deze partij direct betrokken is bij de transactie en zonder compensatie of vergoeding te ontvangen of te betalen. |
| Negatieve externe effecten | Kosten die voortvloeien uit een markttransactie en die ten laste vallen van een derde partij, die niet rechtstreeks betrokken is bij de transactie en ook niets ontvangt of betaalt ter compensatie. |
| Positieve externe effecten | Baten of opbrengsten die voortvloeien uit een markttransactie en die ten goede komen aan een derde partij, die niet rechtstreeks betrokken is bij de transactie en ook niets ontvangt of betaalt ter compensatie. |
| Marginale externe kost (MEK) | De extra kosten die ontstaan voor een derde partij als gevolg van de productie of consumptie van één extra eenheid van een goed of dienst. |
| Totale externe kosten (TEK) | De som van alle externe kosten die worden veroorzaakt door alle geproduceerde eenheden tot een bepaald niveau, wat overeenkomt met de oppervlakte onder de curve van de marginale externe kosten. |
| Maatschappelijke kosten | De totale kosten voor de samenleving van de productie of consumptie van een goed of dienst, bestaande uit de private kosten van de producent of consument plus de externe kosten die aan derden worden opgelegd. |
| Maatschappelijke baten | De totale baten voor de samenleving van de productie of consumptie van een goed of dienst, bestaande uit de private baten voor de consument of producent plus de externe baten die aan derden ten goede komen. |
| Pigouviaanse belasting | Een belasting die wordt geheven op een product of activiteit die negatieve externe effecten veroorzaakt, met een tarief dat gelijk is aan de marginale externe kost in het maatschappelijk optimale punt, om zo de externe kosten te internaliseren. |
| Internaliseren van externe kosten | Het proces waarbij de kosten van externe effecten worden opgenomen in de beslissingen van de partijen die de transactie aangaan, bijvoorbeeld door middel van belastingen of subsidies, zodat de marktprijs de maatschappelijke kosten beter weerspiegelt. |
| Welvaartsverlies | Een vermindering van de totale welvaart in de economie, die kan optreden wanneer de markt niet efficiënt functioneert, bijvoorbeeld door marktfalen, monopolies of externaliteiten. |
| Consumentensurplus | Het verschil tussen de maximale prijs die een consument bereid is te betalen voor een goed of dienst en de werkelijke marktprijs, wat een maatstaf is voor de welvaart die consumenten uit de markt halen. |
| Producentensurplus | Het verschil tussen de prijs die een producent ontvangt voor een goed of dienst en de minimale prijs waarvoor hij bereid is het te produceren, wat een maatstaf is voor de winst of het welzijn van producenten. |
| Rekeningrijden | Een vorm van variabele tolheffing waarbij bestuurders betalen op basis van het gebruik van wegen, met name rekening houdend met factoren zoals afstand, tijdstip en verkeersdrukte, om de externe kosten van weggebruik te internaliseren. |