Cover
Mulai sekarang gratis afkortingen & formules logistiek.docx
Summary
# Afkortingen en concepten in supply chain management
Dit onderwerp behandelt een breed scala aan afkortingen en fundamentele concepten die veelvuldig worden gebruikt binnen het vakgebied van supply chain management, inclusief verschillende modellen en terminologie.
## 1. Afkortingen en concepten in supply chain management
### 1.1 Algemene organisatorische en financiële afkortingen
* **WTO**: Wereldhandelsorganisatie
* **IMF**: Internationaal monetair fonds
* **EU**: Europese Unie
* **EGKS**: Europese gemeenschapen kolen en staal
* **EEG**: Europese economische gemeenschap
* **ROI**: Return on investment
* **COGS**: Cost of goods sold
### 1.2 Supply Chain Management (SCM) specifieke concepten en afkortingen
* **SCM**: Supply chain management - het overkoepelende management van de gehele keten, van grondstof tot eindgebruiker.
#### 1.2.1 Klantenorderontkoppelpunten (KOOP)
Deze punten bepalen waar in de keten de klantorder het proces binnenkomt en beïnvloeden de flexibiliteit en doorlooptijd.
* **KOOP 1**: Make-to-stock (MTS) - Productie wordt gestart zonder directe klantorder, voorraad wordt aangehouden.
* **KOOP 2**: Make-to-stock (MTS) central - Vergelijkbaar met KOOP 1, maar mogelijk met centrale planning of buffering.
* **KOOP 3**: Assemble-to-order (ATO) - Basiscomponenten worden op voorraad gemaakt, assemblage vindt plaats na klantorder.
* **KOOP 4**: Make-to-order (MTO) - Productie wordt gestart nadat een specifieke klantorder is ontvangen.
* **KOOP 5**: Engineer-to-order (ETO) - Het gehele productontwerp en productieproces wordt gestart na ontvangst van een klantorder, vaak complexe producten.
#### 1.2.2 Logistieke diensten (PL)
Dit model beschrijft de mate van outsourcing in de supply chain.
* **1PL**: Geen outsourcing - het bedrijf beheert zijn eigen logistieke activiteiten volledig zelf.
* **2PL**: Aanbieder van transport en/of opslag - een externe partij verzorgt transport en/of laad- en losactiviteiten.
* **3PL**: Third-party logistics - uitbesteding van transport en gerelateerde logistieke diensten (bv. warehousing, orderpicking).
* **4PL**: Fourth-party logistics - een externe partij beheert en ontwerpt de gehele supply chain, vaak als een centrale coördinator.
* **5PL**: Doet alles - een externe partij neemt de volledige verantwoordelijkheid voor de gehele supply chain op zich, inclusief strategie en beheer.
#### 1.2.3 Prestatie-indicatoren en managementconcepten
* **LPI**: Logistics performance index - een index die de logistieke prestaties van landen evalueert.
* **IOT**: Internet of things - netwerk van fysieke objecten die zijn ingebed met sensoren, software en andere technologieën om gegevens uit te wisselen.
* **KPI's**: Key performance indicators - meetbare waarden die aangeven hoe effectief een bedrijf zijn belangrijke zakelijke doelen bereikt.
* **SMART criteria** voor KPI's: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden.
* **WIP**: Work in progress - materialen die zich in een productiefase bevinden maar nog niet voltooid zijn.
* **MRO's**: Maintenance, repair and operating supplies - benodigdheden voor onderhoud, reparatie en operationele doeleinden, die niet direct deel uitmaken van het eindproduct.
* **PDCA**: Plan -> Do -> Check -> Act - een iteratief managementmodel voor continue verbetering.
* **JIT**: Just in time - een voorraadbeheerstrategie die erop gericht is goederen te ontvangen of te produceren precies wanneer ze nodig zijn, om voorraadkosten te minimaliseren.
* **SMED**: Single minute exchange of die - een methode om de productietijd te verkorten door snellere omsteltijden tussen verschillende producten.
* **5s**: Een werkplekorganisatiemethode gericht op het creëren van een schone, geordende en veilige werkomgeving. De principes zijn: Scheiden, Schikken, Schoonmaken, Standaardiseren, Stimuleren.
* **ESG-principes**: Environment, Social, Governance - richtlijnen voor duurzaam en verantwoord ondernemen.
* **CSRD**: Corporate sustainability reporting directive - Europese richtlijn voor duurzaamheidsverslaggeving door bedrijven.
* **SBT**: Science based targets - doelen voor emissiereductie die gebaseerd zijn op wetenschappelijke consensus over wat nodig is om de klimaatdoelstellingen te halen.
#### 1.2.4 Voorraadmanagement
* **Gewicht**: Verwijst naar de weging van voorraadperiodes, waarbij oudere periodes een hogere weging kunnen krijgen (bv. *1, *2, *3, …).
* **CB**: Bestelkosten - de kosten die gemaakt worden bij het plaatsen van een bestelling.
* **CV**: Voorraadkosten - de kosten die gemaakt worden voor het aanhouden van voorraad.
* **3 R's (voorraadopsplitsing)**:
* Rente: Opportuniteitskosten van gebonden kapitaal.
* Ruimte: Kosten van opslag.
* Risico: Kosten van veroudering, beschadiging, diefstal, etc.
* **KN**: Kosten nee-verkopen - de kosten die ontstaan door het niet kunnen voldoen aan een klantvraag.
* **D**: Vraag over de beschouwde periode.
* **CS%**: Customer service - de mate waarin aan klantvragen kan worden voldaan.
* **N**: Nee-verkopen of weglopers - het aantal keren dat een product niet geleverd kon worden.
* **p**: Verkoopprijs.
* **E**: Aankoopprijs.
* **Kv**: Totale voorraadkost.
* **Cv**: Voorraadkost per stuk.
* **Q**: Hoeveelheid.
* **Kb**: Bestelkosten.
* **Cb**: Bestelkost per order.
* **D**: Totale jaarlijkse vraag.
* **EOQ**: Economic order quantity - de optimale bestelhoeveelheid die de totale kosten van bestellen en voorraad aanhouden minimaliseert. De formule hiervoor is:
$$Q = \sqrt{\frac{2 \cdot D \cdot C_b}{C_v}}$$
Waarbij:
* $Q$ = Economic order quantity
* $D$ = Totale jaarlijkse vraag
* $C_b$ = Bestelkost per order
* $C_v$ = Voorraadkost per stuk per jaar
#### 1.2.5 Inkoopproces
Het inkoopproces omvat de volgende stappen: Specificeren -> Selecteren -> Contacteren -> Bestellen -> Bewaken -> Nazorg.
* **RFI**: Request for information - een document dat wordt gebruikt om informatie van potentiële leveranciers te verzamelen.
* **RFP**: Request for proposal - een document dat wordt gebruikt om formele voorstellen van leveranciers aan te vragen.
* **RFQ**: Request for quotation - een document dat wordt gebruikt om prijzen op te vragen voor specifieke goederen of diensten.
* **SLA**: Service level agreement - een contract dat de serviceverplichtingen tussen een dienstverlener en een klant definieert.
* **TCO**: Total cost of ownership - de totale kosten die geassocieerd worden met het bezitten van een product of dienst gedurende de gehele levenscyclus.
* **BOM**: Bill of materials - een uitputtende lijst van alle componenten, subassemblages en materialen die nodig zijn om een eindproduct te produceren.
#### 1.2.6 Productie- en planningssystemen
* **MRP**: Material requirements planning - een systeem voor het plannen van de productie en de benodigde materialen.
* **MRP II**: Manufacturing resources planning - een uitgebreidere versie van MRP die ook andere productiemiddelen zoals machines en arbeid meeneemt.
* **ERP**: Enterprise resource planning - een geïntegreerd softwaresysteem dat alle kernprocessen van een organisatie beheert, inclusief financiën, HR, productie, supply chain, diensten, inkoop en meer.
#### 1.2.7 Warehousing en transport management
* **WMS**: Warehouse management system - software die gebruikt wordt om de activiteiten binnen een magazijn te beheren en te optimaliseren.
* **TMS**: Transport management system - software die gebruikt wordt om de logistieke planning, uitvoering en optimalisatie van goederenvervoer te beheren.
#### 1.2.8 Lean Manufacturing en Duurzaamheid
* **8 wastes of lean**:
* Transport
* Inventory (voorraad)
* Motion (beweging)
* Waiting (wachten)
* Overproduction (overproductie)
* Overprocessing (oververwerking)
* Defects (defecten)
* Skills (ongebruikte vaardigheden)
* **Duurzaamheid**:
* **Carbon footprint**: de totale uitstoot van broeikasgassen die wordt veroorzaakt door een activiteit, persoon, organisatie of product.
* **TEU**: Twenty-foot equivalent unit - een standaardmaat voor containers in de maritieme transportindustrie.
* **RO-RO**: Roll-on / Roll-off - een type schip dat is ontworpen voor het vervoer van rollend materieel, zoals vrachtwagens en auto's.
* **LEZ**: Lage emissiezone - een gebied waar de toegang voor vervuilende voertuigen wordt beperkt.
* **RFID**: Radio frequency identification - technologie die draadloze communicatie gebruikt om objecten te identificeren en te volgen.
* **ESPR**: Ecodesign for sustainable product regulations - regelgeving die eisen stelt aan het ecologisch ontwerp van producten om duurzaamheid te bevorderen.
* **10 R's (duurzaamheid)**: Refuse, Reduce, Redesign, Re-use, Repair, Refurbish, Remanufacture, Re-purpose, Recycle, Recover.
* **DPP**: Digital product passport - een digitaal document dat informatie bevat over de duurzaamheid en recyclebaarheid van een product.
* **GWP**: Global warming potential - de bijdrage van een broeikasgas aan de opwarming van de aarde, relatief ten opzichte van CO2.
### 1.3 Internationale handel en regelgeving
* **Incoterms**: International Commercial Terms - een reeks gestandaardiseerde internationale handelstermen die de kosten, risico's en verantwoordelijkheden tussen kopers en verkopers bij de levering van goederen definiëren.
* **T&T**: Tracking & Tracing - systemen en processen voor het volgen en traceren van zendingen tijdens het transport.
* **SEPA**: Single Euro Payments Area - een initiatief om betalingen in euro's binnen Europa te stroomlijnen.
* **HS-code**: Harmonized system code - een internationaal gestandaardiseerde nomenclatuur voor de classificatie van producten, gebruikt voor douanetarieven en statistieken.
* **GATT**: General agreement for tariffs and trade - een multilaterale overeenkomst gericht op het verminderen van handelsbelemmeringen.
* **EBA**: European Banking Authority - een onafhankelijke EU-autoriteit die zich richt op het toezicht op de financiële sector.
* **EPA**: European partner agreement - kan verwijzen naar verschillende soorten partnerschapsovereenkomsten binnen Europa.
* **FTA**: Free trade agreement - een overeenkomst tussen twee of meer landen om handelsbelemmeringen tussen hen te verminderen of te elimineren.
* **AFCTA**: African continental free trade area - een handelsblok dat gericht is op het creëren van een gemeenschappelijke markt voor goederen en diensten in Afrika.
* **CvO**: Certificaat van oorsprong - een document dat bevestigt in welk land goederen zijn vervaardigd.
* **COC**: Certificate of Conformity - een document dat bevestigt dat een product voldoet aan specifieke normen of voorschriften.
* **CMR**: Vrachtbrief - een document dat dient als bewijs van een vervoersovereenkomst voor internationaal goederenvervoer over de weg.
* **TEN-T**: Trans European transport network - een plan van de Europese Unie om de transportinfrastructuur in heel Europa te ontwikkelen.
---
# Logistieke prestatie-indicatoren en processen
Logistieke prestatie-indicatoren en processen
Dit onderwerp behandelt essentiële Key Performance Indicators (KPI's) binnen de logistiek, de verschillende fasen van inkoopprocessen, en methoden voor procesverbetering zoals Lean en 5S.
## 2. Logistieke prestatie-indicatoren
Logistieke prestatie-indicatoren, of Key Performance Indicators (KPI's), zijn cruciaal voor het meten, monitoren en verbeteren van de efficiëntie en effectiviteit van logistieke activiteiten.
### 2.1 Typen KPI's
* **Kosten gerelateerde KPI's:**
* $ROI$ (Return on Investment): Meet de winstgevendheid van investeringen in logistieke activiteiten.
* $CB$ (Bestelkosten): Kosten die gemaakt worden bij het plaatsen van een bestelling.
* $CV$ (Voorraadkosten): Kosten die gepaard gaan met het aanhouden van voorraden. Deze kunnen onderverdeeld worden in de '3 R's': rente, ruimte, en risico.
* $KN$ (Kosten nee-verkopen): Kosten die ontstaan door het niet kunnen voldoen aan de vraag van de klant.
* $Kv$ (Totale voorraadkost): De som van alle kosten gerelateerd aan voorraadbeheer.
* $Cv$ (Voorraadkost per stuk): De kosten per eenheid product in voorraad.
* $Kb$ (Bestelkosten): De totale kosten voor het plaatsen van bestellingen over een bepaalde periode.
* $Cb$ (Bestelkost per order): De gemiddelde kosten per geplaatste bestelling.
* $COGS$ (Cost of Goods Sold): De directe kosten van de goederen die verkocht zijn.
* **Klantenservice gerelateerde KPI's:**
* $CS\%$ (Customer Service percentage): Het percentage van de vraag dat succesvol geleverd kon worden.
* $N$ (Nee-verkopen of weglopers): Het aantal keren dat een klant niet bediend kon worden.
* **Voorraad gerelateerde KPI's:**
* $WIP$ (Work in progress): De waarde of hoeveelheid van goederen die zich in het productie- of distributieproces bevinden.
* De gewichten voor periodes 1-5 kunnen een oudere periode meer impact geven in een berekening, bijvoorbeeld met factoren *1, *2, *3, etc.
* **Andere belangrijke KPI's en concepten:**
* $LPI$ (Logistics Performance Index): Een algemene index die de logistieke prestaties van een land meet.
* $ROI$ (Return on Investment): Meet de winstgevendheid van investeringen.
* $p$ (Verkoopprijs): De prijs waartegen een product verkocht wordt.
* $E$ (Aankoopprijs): De prijs waartegen een product ingekocht wordt.
* $D$ (Vraag over beschouwde periode): De totale vraag naar een product gedurende een specifieke periode.
* $Q$ (Hoeveelheid): De bestelde of geproduceerde hoeveelheid.
* $EOQ$ (Economic Order Quantity): De optimale bestelhoeveelheid die de totale kosten van bestellen en voorraadhouden minimaliseert.
#### 2.1.1 Formules voor KPI's
De $EOQ$ wordt berekend met de formule:
$$ Q = \sqrt{\frac{2DB}{Cb}} $$
Waarbij:
* $D$ = Totale jaarlijkse vraag
* $B$ = Bestelkosten per order (wordt soms ook aangeduid als $Cb$ of $Kb$)
* $Cb$ = Voorraadkosten per stuk per jaar (wordt soms ook aangeduid als $Cv$ of $Kv/Q$)
> **Tip:** Het correct toepassen van de $EOQ$-formule helpt bij het optimaliseren van de balans tussen bestelkosten en voorraadkosten.
## 3. Inkoopprocessen
Het inkoopproces is een reeks stappen die een organisatie doorloopt om goederen en diensten aan te schaffen.
### 3.1 Fasen van het inkoopproces
Het inkoopproces kan worden opgedeeld in de volgende algemene stappen:
1. **Specificeren:** Het nauwkeurig definiëren van de benodigde goederen of diensten, inclusief specificaties en vereisten.
2. **Selecteren:** Het identificeren en evalueren van potentiële leveranciers. Dit kan via een $RFI$ (Request for Information) om algemene informatie te verzamelen, gevolgd door een $RFP$ (Request for Proposal) voor gedetailleerde voorstellen, en eventueel een $RFQ$ (Request for Quotation) voor prijsopgaven.
3. **Contacteren:** Het aangaan van communicatie met de geselecteerde leveranciers.
4. **Bestellen:** Het plaatsen van een formele bestelling, vaak vastgelegd in een contract met afspraken over prijs, levering, kwaliteit, en een $SLA$ (Service Level Agreement).
5. **Bewaken:** Het monitoren van de voortgang van de bestelling, de levering en de prestaties van de leverancier.
6. **Nazorg:** Evaluatie na levering, factuurafhandeling, en het opbouwen van leveranciersrelaties.
### 3.2 Leveranciersniveaus (PL)
De mate van outsourcing in inkoop kan worden gecategoriseerd door de 'PL'-niveaus:
* **1PL (First Party Logistics):** Geen outsourcing; de organisatie regelt alle logistieke taken zelf.
* **2PL (Second Party Logistics):** Uitbesteden van specifieke logistieke taken zoals transport en laden/lossen aan een externe dienstverlener.
* **3PL (Third Party Logistics):** Uitbesteden van een breder scala aan logistieke diensten, zoals transport en magazijnbeheer. Bol.com is een voorbeeld van een bedrijf dat 3PL-diensten aanbiedt.
* **4PL (Fourth Party Logistics):** Beheer en ontwerp van de gehele supply chain, waarbij de 4PL de coördinatie van meerdere 3PL's op zich neemt.
* **5PL (Fifth Party Logistics):** De meest uitgebreide vorm, waarbij de 5PL alle aspecten van de supply chain beheert en ontwerpt, inclusief strategische planning en technologie-integratie.
### 3.3 Totale eigendomskosten
$TCO$ (Total Cost of Ownership) is een methode om alle kosten gerelateerd aan het bezit van een product of dienst te evalueren, inclusief aanschafkosten, operationele kosten, en onderhoudskosten.
## 4. Procesverbetering
Het continu verbeteren van logistieke processen is essentieel voor concurrentievermogen. Lean en 5S zijn populaire methoden hiervoor.
### 4.1 Lean principes
Lean is een methodologie gericht op het elimineren van verspilling in processen om waarde voor de klant te maximaliseren. De '8 verspillingen van Lean' zijn:
1. **Transport:** Onnodig verplaatsen van goederen.
2. **Inventory:** Overmatige voorraden.
3. **Motion:** Onnodige bewegingen van mensen.
4. **Waiting:** Wachttijden in het proces.
5. **Overproduction:** Meer produceren dan nodig is.
6. **Overprocessing:** Onnodige bewerkingen.
7. **Defects:** Fouten en herstelwerkzaamheden.
8. **Skills:** Het niet benutten van de vaardigheden van medewerkers.
> **Tip:** Focus op het identificeren en elimineren van deze verspillingen om efficiëntie te verhogen.
### 4.2 5S methode
De 5S-methode is een systematische aanpak voor werkplekorganisatie en standaardisatie, gericht op het creëren van een schone, veilige en efficiënte werkomgeving. De vijf stappen zijn:
1. **Scheiden (Seiri):** Scheiden van nodig en onnodig materiaal.
2. **Schikken (Seiton):** Een vaste, logische plaats geven aan alles wat nodig is.
3. **Schoonmaken (Seiso):** Grondig schoonmaken van de werkplek.
4. **Standaardiseren (Seiketsu):** Standaarden vaststellen en handhaven voor de eerste drie S'en.
5. **Stimuleren (Shitsuke):** Het discipline creëren om de standaarden te volgen en te verbeteren.
### 4.3 Andere verbetertechnieken
* **SMED (Single Minute Exchange of Die):** Een methode om de omsteltijd tussen verschillende producten te minimaliseren, wat leidt tot snellere productietijden en kleinere batchgroottes.
* **PDCA (Plan-Do-Check-Act):** Een iteratieve vierstappenmethode voor continue verbetering van processen en producten.
## 5. Klantenorderontkoppelpunten (KOOP)
De KOOP-strategie bepaalt waar in de supply chain de klantorder fysiek of administratief wordt gekoppeld aan de voorraad of productie. De vijf KOOP-niveaus zijn:
* **KOOP 1 (MTS local - Make-to-Stock):** Productie op basis van verwachte vraag, waarbij de klantorder geen directe invloed heeft op de productie.
* **KOOP 2 (MTS central - Make-to-Stock):** Vergelijkbaar met KOOP 1, maar mogelijk meer gecentraliseerd voorraadbeheer.
* **KOOP 3 (ATO - Assemble-to-Order):** Producten worden op voorraad gehouden in onderdelen of modules, en pas geassembleerd nadat de klantorder is ontvangen.
* **KOOP 4 (MTO - Make-to-Order):** Productie start pas nadat een klantorder is ontvangen.
* **KOOP 5 (ETO - Engineer-to-Order):** Het product wordt vanaf nul ontworpen en geproduceerd op basis van de specifieke eisen van de klant.
## 6. Verdere logistieke concepten en afkortingen
* **SCM (Supply Chain Management):** Het beheer van de gehele keten van goederen- en dienstverlening, van grondstof tot eindgebruiker.
* **IOT (Internet of Things):** Technologie die fysieke objecten verbindt met het internet voor data-uitwisseling.
* **MRO's (Maintenance, Repair and Operating supplies):** Verbruiksartikelen voor onderhoud, reparatie en operaties.
* **JIT (Just-in-Time):** Productie of levering van goederen precies op het moment dat ze nodig zijn.
* **MRP (Material Requirements Planning) en MRP II (Manufacturing Resources Planning):** Planningssystemen voor materiaal en productie.
* **ERP (Enterprise Resource Planning):** Geïntegreerde softwareoplossingen die alle kernprocessen van een organisatie beheren.
* **TMS (Transport Management System):** Software voor het beheren en optimaliseren van transportactiviteiten.
* **WMS (Warehouse Management System):** Software voor het beheren en optimaliseren van magazijnactiviteiten.
* **Duurzaamheid:** Concepten zoals carbon footprint en de '10 R's' (Refuse, Reduce, Redesign, Re-use, Repair, Refurbish, Remanufacture, Re-purpose, Recycle, Recover) zijn belangrijk voor duurzame logistiek.
* **EV (Twenty-foot equivalent unit):** Een standaardmaat voor containers.
* **Incoterms:** Internationale handelsbepalingen die de rechten en plichten van kopers en verkopers bij internationale transacties definiëren.
* **T&T (Tracking & Tracing):** Het volgen en traceren van zendingen.
* **RFID (Radio Frequency Identification):** Technologie voor het identificeren en volgen van objecten met behulp van radiogolven.
* **ESG-principes (Environment, Social, Governance):** Criteria voor het meten van de duurzaamheid en ethische impact van een organisatie.
---
# Duurzaamheid en regelgeving in de logistiek
Dit deel behandelt de toenemende focus op duurzaamheid binnen de logistieke sector, inclusief concepten zoals de koolstofvoetafdruk, de circulaire economie met haar 10 R's, en de relevante internationale regelgeving en overeenkomsten die deze ontwikkelingen sturen.
### 3.1 Duurzaamheid in de logistieke context
Duurzaamheid in de logistiek verwijst naar het minimaliseren van de negatieve impact van logistieke activiteiten op het milieu, de maatschappij en de economie, terwijl efficiëntie en winstgevendheid behouden blijven.
#### 3.1.1 Koolstofvoetafdruk
De koolstofvoetafdruk, ook wel de Global Warming Potential (GWP) genoemd, is een maat voor de totale uitstoot van broeikasgassen (zoals CO2, methaan en lachgas) die wordt veroorzaakt door directe en indirecte activiteiten van een organisatie, product of dienst. In de logistiek is de koolstofvoetafdruk een cruciale indicator voor milieu-impact, voornamelijk gerelateerd aan transport en energieverbruik in magazijnen.
#### 3.1.2 Circulaire economie en de 10 R's
De circulaire economie is een economisch model dat is gericht op het maximaliseren van de levensduur van producten en materialen, door ze te behouden in een gesloten kringloop. Dit staat in contrast met het traditionele lineaire model van 'nemen-maken-weggooien'. Binnen de logistiek speelt de circulaire economie een sleutelrol door middel van de 10 R's, die strategische benaderingen bieden om afval te minimaliseren en waarde te maximaliseren:
* **Refuse** (Weigeren): Het vermijden van het gebruik van materialen of producten die onnodig zijn of een grote milieu-impact hebben.
* **Reduce** (Verminderen): Het minimaliseren van de hoeveelheid materiaal, energie en afval die wordt gebruikt of geproduceerd gedurende de gehele levenscyclus.
* **Redesign** (Herontwerpen): Het aanpassen van producten en processen om ze duurzamer, repareerbaar en recyclebaar te maken.
* **Re-use** (Hergebruiken): Het direct opnieuw gebruiken van producten of onderdelen zonder significante bewerking.
* **Repair** (Repareren): Het herstellen van defecte producten om hun levensduur te verlengen.
* **Refurbish** (Opknappen): Het restaureren van producten tot een functionele en acceptabele staat.
* **Remanufacture** (Reconditioneren): Het demonteren van gebruikte producten, het inspecteren en vervangen van onderdelen, en het opnieuw assembleren tot een product dat voldoet aan de originele specificaties.
* **Re-purpose** (Herbestemmen): Het gebruiken van een product of onderdeel voor een ander doel dan waarvoor het oorspronkelijk is ontworpen.
* **Recycle** (Recyclen): Het verwerken van afvalmaterialen tot nieuwe grondstoffen.
* **Recover** (Terugwinnen): Het terugwinnen van energie of materialen uit afvalstromen die niet op andere wijze kunnen worden hergebruikt of gerecycled.
#### 3.1.3 Duurzaamheid in logistieke operaties
Duurzaamheid kan worden geïntegreerd in verschillende aspecten van logistieke operaties:
* **Transportoptimalisatie:** Het kiezen voor efficiëntere transportmodi (bijvoorbeeld spoor of binnenvaart), route-optimalisatie, het verminderen van lege kilometers en het gebruik van alternatieve brandstoffen of elektrische voertuigen.
* **Warehouse management:** Energiezuinige gebouwen, duurzame verpakkingsmaterialen, efficiënt ruimtegebruik en afvalbeheer.
* **Supply chain design:** Het selecteren van leveranciers die duurzaamheidspraktijken hanteren, en het ontwerpen van netwerken die de ecologische voetafdruk minimaliseren.
* **Technologie:** Gebruik van technologie zoals Internet of Things (IoT) voor real-time monitoring van prestaties en milieu-impact, en data-analyse voor continue verbetering.
### 3.2 Internationale regelgeving en overeenkomsten
Verschillende internationale regelgevingen en overeenkomsten stimuleren en sturen de duurzaamheidsinspanningen in de logistieke sector.
#### 3.2.1 Milieuregelgeving en -beleid
* **Europese Unie (EU) initiatieven:** De EU speelt een voortrekkersrol in het bevorderen van duurzaamheid, met beleidsmaatregelen gericht op het verminderen van emissies, het bevorderen van de circulaire economie en het stimuleren van duurzaam transport. Voorbeelden zijn regelgevingen rondom emissienormen voor voertuigen en de promotie van lage-emissiezones (LEZ).
* **Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR):** Deze regelgeving streeft ernaar om producten duurzamer te maken gedurende hun gehele levenscyclus, van ontwerp tot einde levensduur. Dit heeft directe implicaties voor de productie, het transport en het hergebruik van goederen.
* **Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD):** Deze richtlijn verplicht grote bedrijven om uitgebreider te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties, inclusief milieu-, sociale en governance (ESG) aspecten. Dit zorgt voor meer transparantie en verantwoordelijkheid binnen de supply chain.
* **Science Based Targets (SBT):** Dit initiatief moedigt bedrijven aan om ambitieuze emissiereductiedoelstellingen vast te stellen die in lijn zijn met de wetenschappelijke consensus om de opwarming van de aarde te beperken.
#### 3.2.2 Internationale handelsakkoorden en duurzaamheid
Internationale handelsakkoorden kunnen ook invloed hebben op duurzaamheid in de logistiek, door bijvoorbeeld standaarden voor milieubescherming te harmoniseren of door te pleiten voor duurzame praktijken in handelsstromen.
* **Wereldhandelsorganisatie (WTO):** Hoewel de WTO zich primair richt op het faciliteren van internationale handel, kunnen handelsbesprekingen en -overeenkomsten indirect bijdragen aan duurzaamheid door het bevorderen van de uitwisseling van milieuvriendelijke technologieën en praktijken.
* **Regionale handelsakkoorden:** Akkoorden zoals de African Continental Free Trade Area (AfCTA) kunnen potentieel duurzaamheid integreren in hun beleidskaders, bijvoorbeeld door te focussen op groene logistiek of duurzame productieketens.
#### 3.2.3 Duurzaamheid en supply chain management
* **Total Cost of Ownership (TCO):** Bij het evalueren van leveranciers en logistieke oplossingen wordt steeds vaker gekeken naar de TCO, die niet alleen financiële kosten omvat, maar ook milieu- en sociale kosten.
* **ESG-principes (Environment, Social, Governance):** Bedrijven worden steeds vaker beoordeeld op hun prestaties volgens ESG-criteria. Logistieke dienstverleners moeten hieraan voldoen om concurrerend te blijven en investeerders aan te trekken.
* **Digital Product Passport (DPP):** Dit initiatief, vaak gekoppeld aan ESPR, beoogt meer transparantie te bieden over de duurzaamheidskenmerken van producten gedurende hun hele levenscyclus, wat logistieke planning en afvalbeheer kan beïnvloeden.
> **Tip:** Bij het bestuderen van duurzaamheid in de logistiek, is het essentieel om de onderlinge samenhang tussen milieuaspecten (zoals koolstofvoetafdruk), economische haalbaarheid en sociale verantwoordelijkheid (ESG-principes) te begrijpen.
> **Voorbeeld:** Een logistiek bedrijf dat investeert in een vloot van elektrische vrachtwagens (Reduce, Redesign) om hun koolstofvoetafdruk te verkleinen, draagt bij aan zowel milieu- als regelgevingsdoelstellingen. Het succes wordt gemeten aan de hand van KPI's zoals gereduceerde CO2-uitstoot en lagere operationele kosten op lange termijn (TCO).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wereldhandelsorganisatie (WTO) | Een internationale organisatie die regels opstelt voor handel tussen landen en geschillen tussen lidstaten oplost. |
| Internationaal Monetair Fonds (IMF) | Een organisatie die wereldwijde financiële stabiliteit nastreeft en landen ondersteunt bij economische crises. |
| Europese Unie (EU) | Een politieke en economische unie van 27 Europese landen die samenwerken op diverse beleidsterreinen. |
| Supply Chain Management (SCM) | Het beheer van de gehele keten van activiteiten die betrokken zijn bij het produceren en leveren van een product of dienst aan de klant. |
| Klantenorderontkoppelpunt (KOOP) | Het punt in de productie- of leveringsketen waar een specifieke klantorder wordt ontkoppeld van de algemene productieplanning. |
| Make-to-stock (MTS) | Een productie-strategie waarbij producten worden gemaakt op basis van verwachte vraag en op voorraad worden gehouden. |
| Assemble-to-order (ATO) | Een productie-strategie waarbij eindproducten worden samengesteld uit reeds geproduceerde modules zodra een klantorder binnenkomt. |
| Make-to-order (MTO) | Een productie-strategie waarbij producten pas worden geproduceerd nadat een specifieke klantorder is geplaatst. |
| Engineer-to-order (ETO) | Een productie-strategie waarbij producten pas worden ontworpen en geproduceerd nadat een specifieke klantorder is ontvangen. |
| Internet of Things (IOT) | Een netwerk van fysieke objecten die zijn ingebed met sensoren, software en andere technologieën om gegevens te verzamelen en uit te wisselen. |
| Onderzoek & ontwikkeling (O&O) | Activiteiten gericht op het verwerven van nieuwe kennis en het toepassen daarvan voor de creatie van nieuwe producten, processen of diensten. |
| Party Logistics (PL) | Dienstverleners die logistieke functies uitbesteden, zoals transport, opslag of distributie. |
| Return on investment (ROI) | Een financiële maatstaf die de winstgevendheid van een investering meet ten opzichte van de kosten ervan. |
| Key performance indicators (KPI’s) | Meetbare waarden die aangeven hoe effectief een bedrijf presteert bij het bereiken van belangrijke bedrijfsdoelstellingen. |
| Work in progress (WIP) | Producten die zich in een tussenfase van het productieproces bevinden en nog niet voltooid zijn. |
| Maintenance, repair and operating supplies (MRO’s) | Goederen die nodig zijn voor het onderhoud, de reparatie en de operationele werking van apparatuur en installaties. |
| Bestelkosten (CB) | Kosten die gepaard gaan met het plaatsen van een bestelling bij een leverancier, zoals administratieve kosten en communicatiekosten. |
| Voorraadkosten (CV) | Kosten die gerelateerd zijn aan het aanhouden van voorraad, zoals opslagkosten, verzekeringskosten en financieringskosten. |
| Kosten nee-verkopen (KN) | De kosten die voortvloeien uit het niet kunnen voldoen aan de vraag van de klant, zoals gederfde winst en reputatieschade. |
| Klantenservice (CS%) | Het percentage van de klantvraag dat direct uit voorraad kan worden geleverd zonder vertraging. |
| Economische bestelhoeveelheid (EOQ) | De optimale bestelhoeveelheid die de totale kosten van bestellen en voorraadhouden minimaliseert. |
| Request for information (RFI) | Een document dat wordt gebruikt om informatie te verzamelen over potentiële leveranciers en hun capaciteiten. |
| Request for proposal (RFP) | Een document dat wordt gebruikt om gedetailleerde voorstellen van leveranciers te verkrijgen voor een specifiek project of dienst. |
| Request for quotation (RFQ) | Een document dat wordt gebruikt om prijsopgaven te verkrijgen van leveranciers voor specifieke producten of diensten. |
| Service level agreement (SLA) | Een contractuele overeenkomst tussen een dienstverlener en een klant die de servicevereisten, prestatiedoelen en verantwoordelijkheden definieert. |
| Total cost of ownership (TCO) | De totale kosten die gepaard gaan met het bezitten en gebruiken van een product of dienst gedurende de gehele levenscyclus. |
| Bill of materials (BOM) | Een uitgebreide lijst van alle grondstoffen, componenten en subassemblages die nodig zijn om een product te produceren. |
| Just in time (JIT) | Een voorraadbeheerstrategie gericht op het minimaliseren van voorraden door componenten en materialen te ontvangen en te produceren net op tijd voor gebruik. |
| Material requirements planning (MRP) | Een systeem voor productieplanning en voorraadbeheer dat de planning van materialen en componenten automatiseert. |
| Enterprise resource planning (ERP) | Geïntegreerde software die verschillende bedrijfsfuncties beheert, zoals financiën, human resources, productie en supply chain management. |
| Transport management system (TMS) | Software die helpt bij het plannen, uitvoeren en optimaliseren van het fysieke transport van goederen. |
| Warehouse management system (WMS) | Software die helpt bij het beheren en optimaliseren van magazijnactiviteiten, zoals ontvangst, opslag en verzending van goederen. |
| Plan-Do-Check-Act (PDCA) | Een iteratieve vierstaps managementmethode die wordt gebruikt voor de controle en continue verbetering van processen en producten. |
| 8 wastes of lean | Acht categorieën van verspilling die geïdentificeerd en geëlimineerd moeten worden in Lean manufacturing: transport, voorraad, beweging, wachten, overproductie, oververwerking, defecten en onbenutte vaardigheden. |
| Single minute exchange of die (SMED) | Een methode om de omsteltijd van machines drastisch te verkorten, zodat kleinere series efficiënter geproduceerd kunnen worden. |
| 5S | Een werkplekorganisatiemethode gebaseerd op vijf Japanse woorden die gericht zijn op het creëren van een schone, georganiseerde en efficiënte werkomgeving: Scheiden, Schikken, Schoonmaken, Standaardiseren, Stimuleren. |
| Value added logistics (VAL) | Logistieke diensten die waarde toevoegen aan het product of de klant, buiten de standaard opslag en transport. |
| Value added services (VAS) | Extra diensten die worden aangeboden naast de kernproducten of -diensten, zoals verpakken, labelen of assemblage. |
| Distributiecentrum (DC) | Een faciliteit die wordt gebruikt voor de opslag en distributie van goederen naar retailers, consumenten of andere bestemmingen. |
| Koolstofvoetafdruk | De totale hoeveelheid broeikasgassen die wordt uitgestoten door een individu, organisatie, gebeurtenis of product. |
| Twenty-foot equivalent unit (TEU) | Een standaardmaat voor vrachtcontainers, gelijk aan de inhoud van een 20 voet lange container. |
| Roll-on / Roll-off (RO-RO) | Een scheepstype dat speciaal is ontworpen om wielenvoertuigen, zoals vrachtwagens en auto's, te vervoeren. |
| International Commercial Terms (Incoterms) | Een reeks gestandaardiseerde internationale handelstermen die de verantwoordelijkheden van kopers en verkopers definiëren met betrekking tot de levering van goederen. |
| Tracking & Tracing (T&T) | Systemen en technologieën die worden gebruikt om de locatie en status van goederen gedurende het transport te volgen. |
| Lage emissiezone (LEZ) | Een geografisch gebied waar het wegverkeer wordt beperkt of ontmoedigd om luchtvervuiling te verminderen. |
| Radio frequency identification (RFID) | Een technologie die gebruikmaakt van radiogolven om informatie op te slaan en op te halen van tags die aan objecten zijn bevestigd. |
| Ecodesign for sustainable product regulations (ESPR) | Regelgeving die eisen stelt aan het ecologisch ontwerp van producten om hun duurzaamheid en milieueffect gedurende de levenscyclus te verbeteren. |
| 10 R’s | Een reeks principes voor een circulaire economie die gericht zijn op het minimaliseren van afval en het maximaliseren van het gebruik van hulpbronnen: Weigeren, Reduceren, Herontwerpen, Hergebruiken, Repareren, Opknappen, Reviseren, Herbestemmen, Recyclen, Terughalen. |
| Digital product passport (DPP) | Een digitaal document dat informatie bevat over de duurzaamheid, herkomst en recyclingmogelijkheden van een product. |
| ESG-principes | Principes die betrekking hebben op milieu (Environment), sociaal beleid (Social) en goed bestuur (Governance) en die worden gebruikt om de duurzaamheidsprestaties van bedrijven te beoordelen. |
| Corporate sustainability reporting directive (CSRD) | Een Europese richtlijn die vereist dat bedrijven uitgebreid verslag uitbrengen over hun duurzaamheidsprestaties. |
| Science based targets (SBT) | Klimaatdoelstellingen die bedrijven stellen om hun uitstoot van broeikasgassen in lijn te brengen met de doelstellingen van het Parijsakkoord. |
| Global warming potential (GWP) | Een maat voor de bijdrage van een broeikasgas aan de opwarming van de aarde, vergeleken met kooldioxide. |
| Trans European transport network (TEN-T) | Een netwerk van geplande transportcorridors in Europa die de interconnectiviteit en duurzaamheid van het Europese transportstelsel moeten verbeteren. |
| Vrachtbrief (CMR) | Een document dat dient als bewijs van het transportcontract voor internationaal goederenvervoer over de weg. |
| Internationaal bankverkeer (SEPA) | Single Euro Payments Area, een gebied binnen Europa waar eurobetalingen efficiënt en uniform kunnen plaatsvinden. |
| Harmonized system code (HS-code) | Een internationaal gestandaardiseerd systeem voor het classificeren van producten die worden verhandeld, gebruikt door douaneautoriteiten wereldwijd. |
| General agreement voor tariffs en trade (GATT) | Een internationaal verdrag dat tot doel had om handelsbelemmeringen, zoals tarieven, te verminderen en de internationale handel te stimuleren. |
| Europese bankautoriteit (EBA) | Een onafhankelijke EU-autoriteit die verantwoordelijk is voor de prudentiële regelgeving en het toezicht op banken in de Europese Unie. |
| European partner agreement (EPA) | Een overeenkomst tussen de Europese Unie en een partnerland of -regio om handel, investeringen en samenwerking te bevorderen. |
| Free trade agreement (FTA) | Een handelsovereenkomst tussen twee of meer landen die handelsbelemmeringen, zoals tarieven en quota, elimineert of vermindert. |
| African continental free trade area (AFCTA) | Een vrijhandelszone op het Afrikaanse continent met als doel de handel tussen Afrikaanse landen te stimuleren. |
| Certificaat van oorsprong (CvO) | Een document dat aangeeft in welk land een product is vervaardigd, vaak vereist voor douanedoeleinden. |
| Certificaat van Conformity (COC) | Een document dat bevestigt dat een product voldoet aan de relevante normen, specificaties en regelgeving. |