Cover
Mulai sekarang gratis 8. H6 - Studie van de resultatenrekening.pptx
Summary
# Opbouw van de resultatenrekening
Dit onderwerp geeft inzicht in de structuur en de componenten van de resultatenrekening, van de bedrijfswinst tot de uiteindelijk te bestemmen winst.
### 1.1 Overzicht van de resultatenrekening
De resultatenrekening presenteert de opbrengsten en kosten van een onderneming over een bepaalde periode, resulterend in een winst of verlies. De algemene structuur kent de volgende hiërarchische indeling:
* Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies)
* Winst (Verlies) van het boekjaar vóór belasting
* Winst (Verlies) van het boekjaar
* Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar
### 1.2 Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies)
De bedrijfswinst of het bedrijfsverlies vertegenwoordigt het resultaat van de onderneming uit haar gewone kernactiviteiten. De berekening is als volgt:
$$ \text{Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies)} = \text{Bedrijfsopbrengsten} - \text{Bedrijfskosten} $$
#### 1.2.1 Bedrijfsopbrengsten
Dit zijn de opbrengsten die voortkomen uit de normale bedrijfsuitoefening. De belangrijkste posten zijn:
* Omzet (verkoop van goederen en diensten)
* Brutomarge
* Wijzigingen in voorraden van gereed product, onafgewerkte projecten en bestellingen in uitvoering
* Geproduceerde vaste activa
* Andere bedrijfsopbrengsten
* Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten
#### 1.2.2 Bedrijfskosten
Dit zijn de kosten die verband houden met de normale bedrijfsuitoefening. De belangrijkste posten zijn:
* Kosten van handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
* Kosten van diensten en diverse goederen
* Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
* Afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa
* Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen
* Voorzieningen voor risico's en kosten
* Andere bedrijfskosten
* Geactiveerde bedrijfskosten (bv. herstructureringskosten)
* Niet-recurrente bedrijfskosten
> **Tip:** Een imago-gerichte onderneming streeft ernaar de bedrijfswinst zo hoog mogelijk te houden door bedrijfsopbrengsten te maximaliseren en bedrijfskosten te minimaliseren.
### 1.3 Winst (Verlies) van het boekjaar vóór belasting
Dit resultaat omvat de winst of het verlies uit alle activiteiten van de onderneming, inclusief financiële opbrengsten en kosten. De berekening luidt:
$$ \text{Winst (Verlies) vóór belasting} = \text{Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies)} + \text{Financiële opbrengsten} - \text{Financiële kosten} $$
#### 1.3.1 Financiële opbrengsten
Dit zijn opbrengsten die voortkomen uit financiële transacties. Voorbeelden zijn:
* Opbrengsten uit financiële vaste activa (bv. dividenden)
* Opbrengsten uit vlottende activa (bv. intresten op bankdeposito's)
* Andere financiële opbrengsten
* Niet-recurrente financiële opbrengsten
#### 1.3.2 Financiële kosten
Dit zijn kosten die verband houden met financiële transacties. Voorbeelden zijn:
* Kosten van schulden (bv. intresten op leningen)
* Waardeverminderingen op vlottende activa (bv. op financiële vaste activa)
* Andere financiële kosten
* Niet-recurrente financiële kosten
> **Tip:** Een imago-gerichte onderneming streeft ernaar het financiële resultaat zo hoog mogelijk te houden door financiële opbrengsten te maximaliseren en financiële kosten te minimaliseren.
### 1.4 Winst (Verlies) van het boekjaar
Dit resultaat houdt rekening met de winst of het verlies vóór belasting, evenals met posten gerelateerd aan uitgestelde belastingen en belastingen op het resultaat. De berekening is:
$$ \text{Winst (Verlies) van het boekjaar} = (\text{Winst (Verlies) vóór belasting} + \text{Onttrekking aan uitgestelde belastingen}) - (\text{Overboeking naar uitgestelde belastingen} + \text{Belastingen op het resultaat}) $$
### 1.5 Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar
Dit is het resultaat van het boekjaar na aftrek of toevoeging van posten gerelateerd aan belastingvrije reserves. De berekening is:
$$ \text{Te bestemmen winst (verlies)} = \text{Winst (Verlies) van het boekjaar} - \text{Onttrekking aan belastingvrije reserves} + \text{Overboeking naar belastingvrije reserves} $$
Dit resterende resultaat wordt vervolgens verdeeld of verwerkt in de balans.
### 1.6 Resultaatverwerking
Dit betreft de verdeling van het behaalde resultaat na belastingen, en hoe dit resultaat tot uitdrukking komt in de balans van de onderneming.
### 1.7 Vergelijking met IAS/IFRS
Internationale boekhoudnormen (IAS/IFRS) bieden meer flexibiliteit in de presentatie van de resultatenrekening, maar stellen wel minimumvereisten aan de op te nemen posten. Kernbegrippen zijn inkomen (opbrengsten en andere voordelen) en kosten (kosten en verliezen).
Enkele belangrijke verschillen tussen Belgian GAAP en IAS/IFRS zijn:
* **Goodwill:** IAS/IFRS vereist een jaarlijkse impairmenttest en schrijft afschrijvingen niet terug, terwijl Belgian GAAP een afschrijvingsperiode van 5 tot 10 jaar oplegt.
* **Voorraden:** De LIFO-waarderingsmethode is niet toegestaan onder IAS/IFRS, maar wel onder Belgian GAAP.
* **Uitgestelde belastingen:** IAS/IFRS kent uitgestelde belastingvorderingen, wat niet het geval is bij Belgian GAAP. De berekening van uitgestelde belastingverplichtingen onder IAS/IFRS is breder, gebaseerd op tijdelijke verschillen.
* **Personeelskosten:** Aandelen en aandelenopties worden onder IAS/IFRS opgenomen als personeelskosten, terwijl Belgian GAAP dit in de toelichting vermeldt.
* **Voorzieningen:** IAS/IFRS hanteert striktere regels voor het vormen van voorzieningen, met name voor herstellings- en onderhoudswerken en herstructureringen.
* **Afschrijvingen:** IAS/IFRS staat diverse afschrijvingsmethoden toe gebaseerd op economische realiteit (lineair, degressief, verbruikte werkeenheden). Belgian GAAP liet fiscaal degressief afschrijven toe, wat voor nieuwe investeringen vanaf 2020 niet meer fiscaal aanvaard wordt.
* **Waardeverminderingen:** Onder IAS/IFRS worden zowel materiële als immateriële vaste activa met beperkte en onbeperkte gebruiksduur jaarlijks getest op waardeverminderingen. Belgian GAAP staat dit enkel toe voor activa met onbeperkte gebruiksduur, tenzij aanvullende afschrijvingen voor activa met beperkte gebruiksduur.
---
# Vergelijking Belgian GAAP en IAS/IFRS
Dit onderdeel vergelijkt de presentatie en de regels van de resultatenrekening volgens de Belgische boekhoudregels (GAAP) met de internationale standaarden (IAS/IFRS).
## 2. Vergelijking Belgian GAAP en IAS/IFRS voor de resultatenrekening
De resultatenrekening toont de opbrengsten, kosten en winsten of verliezen van een onderneming over een bepaalde periode. Zowel Belgian GAAP als IAS/IFRS hebben hun eigen vereisten voor de presentatie en de waardering van deze posten. Hoewel er veel overlappingen zijn, bestaan er ook belangrijke verschillen die de vergelijkbaarheid en de informatiekwaliteit kunnen beïnvloeden.
### 2.1 Opbouw en inhoud van de resultatenrekening volgens Belgian GAAP
De Belgische boekhoudregels (GAAP) structureren de resultatenrekening aan de hand van verschillende niveaus, beginnend bij de bedrijfswinst en eindigend bij de winst van het boekjaar na belastingen, alvorens te komen tot de te bestemmen winst.
#### 2.1.1 Bedrijfswinst (bedrijfsverlies)
Dit is het resultaat van de onderneming uit haar gewone activiteiten. Het wordt berekend door de bedrijfskosten af te trekken van de bedrijfsopbrengsten.
* **Bedrijfsopbrengsten** omvatten:
* Omzet (verkopen van goederen en diensten)
* Brutomarge (indien van toepassing)
* Wijzigingen in grote projecten (GIP), grote productie (GP) en grote bestellingen (BIU)
* Geproduceerde vaste activa
* Andere bedrijfsopbrengsten
* Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten
* **Bedrijfskosten** omvatten:
* Kosten van handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
* Kosten van diensten en diverse goederen
* Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
* Afschrijvingen en waardeverminderingen op bedrijfsmiddelen (OK, IMVA, MVA)
* Waardeverminderingen op voorraden, BIU en handelsvorderingen
* Voorzieningen voor risico's en kosten
* Andere bedrijfskosten
* Geactiveerde bedrijfskosten (bv. herstructureringskosten)
* Niet-recurrente bedrijfskosten
Een imago-gerichte onderneming streeft ernaar om de bedrijfsopbrengsten te maximaliseren en de bedrijfskosten te minimaliseren om het bedrijfswinst zo hoog mogelijk te laten uitkomen.
#### 2.1.2 Winst (verlies) van het boekjaar vóór belasting
Dit is het resultaat van de onderneming uit alle activiteiten, inclusief financiële inkomsten en uitgaven. Het wordt berekend door de financiële kosten af te trekken van de financiële opbrengsten en dit resultaat toe te voegen aan de bedrijfswinst.
* **Financiële opbrengsten** omvatten:
* Opbrengsten uit financiële vaste activa
* Opbrengsten uit vlottende activa (bv. intresten op bankdeposito's)
* Andere financiële opbrengsten
* Niet-recurrente financiële opbrengsten
* **Financiële kosten** omvatten:
* Kosten van schulden (bv. intresten op leningen)
* Waardeverminderingen op vlottende activa
* Andere financiële kosten
* Niet-recurrente financiële kosten
Ook hier streeft een imago-gerichte onderneming naar een zo hoog mogelijke financiële opbrengst en zo lage mogelijke financiële kosten.
#### 2.1.3 Winst (verlies) van het boekjaar
Dit is het resultaat van het boekjaar na belasting, waarbij rekening wordt gehouden met uitgestelde belastingen.
De berekening is:
`Winst (Verlies) van het boekjaar vóór belasting` + `Onttrekking aan uitgestelde belastingen` - `Overboeking naar uitgestelde belastingen` - `Belastingen op het resultaat` = `Winst (Verlies) van het boekjaar`
#### 2.1.4 Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar
Dit is het resultaat na belastingen, waarbij rekening wordt gehouden met de verdeling van het resultaat, zoals onttrekkingen aan of overboekingen naar belastingvrije reserves.
De berekening is:
`Winst (Verlies) van het boekjaar` - `Onttrekking aan belastingvrije reserves` + `Overboeking naar belastingvrije reserves` = `Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar`
Dit laatste resultaat heeft betrekking op de verwerking ervan in de balans.
### 2.2 Internationale Standarden (IAS/IFRS) voor de resultatenrekening
IAS/IFRS hanteren geen strikt standaardmodel voor de resultatenrekening, maar specificeren wel een minimumlijst van posten die moeten worden opgenomen. De kernprincipes zijn het onderscheiden van 'inkomen' (opbrengsten en andere voordelen) en 'kosten' (kosten en verliezen).
* **Inkomsten** ontstaan uit de normale bedrijfsuitoefening (verkopen, intresten, dividenden, huur) of zijn andere voordelen (bv. voordelen bij vervreemding van vaste activa, niet-gerealiseerde winsten).
* **Kosten** ontstaan uit normale bedrijfsactiviteiten (kostprijs van verkopen, afschrijvingen, lonen) of zijn verliezen (bv. kosten van rampen, kosten uit vervreemding van vaste activa).
#### 2.2.1 Belangrijke verschillen met Belgian GAAP
Er zijn diverse gebieden waarop IAS/IFRS significant afwijken van Belgian GAAP wat betreft de presentatie en waardering in de resultatenrekening:
* **Goodwill:**
* **IAS/IFRS:** Goodwill wordt jaarlijks getoetst op waardeverminderingen. Een geboekte waardevermindering kan niet worden teruggenomen.
* **Belgian GAAP:** Goodwill moet worden afgeschreven over een periode van minimaal vijf en maximaal tien jaar.
* **Voorraden:**
* **IAS/IFRS:** De LIFO- (Last-In, First-Out) waarderingsmethode voor voorraden is niet toegelaten.
* **Belgian GAAP:** LIFO is wel toegelaten.
* **Uitgestelde belastingen:**
* **IAS/IFRS:** Er wordt gerekend met uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen, berekend op basis van tijdelijke verschillen.
* **Belgian GAAP:** Kent geen uitgestelde belastingvorderingen. Uitgestelde belastingen zijn enkel van toepassing op kapitaalsubsidies en op gerealiseerde meerwaarden op immateriële en materiële vaste activa.
* **Personeelskosten:**
* **IAS/IFRS:** Aandelen en aandelenopties die verband houden met personeel worden opgenomen onder de personeelskosten in de resultatenrekening.
* **Belgian GAAP:** Deze informatie wordt enkel in de toelichting vermeld.
* **Voorzieningen:**
* **IAS/IFRS:** Definieert voorzieningen als verplichtingen die voortvloeien uit gebeurtenissen uit het verleden en die naar de toekomst toe aanleiding geven tot een uitstroom van middelen. Er mogen geen voorzieningen worden geboekt voor grote herstellings- en onderhoudswerken. Een voorziening voor herstructurering is enkel mogelijk indien er een feitelijke verplichting tot reorganisatie bestaat.
* **Belgian GAAP:** Heeft een bredere benadering van voorzieningen.
* **Afschrijvingen:**
* **IAS/IFRS:** De economische realiteit primeert. Toegelaten methoden zijn lineair, degressief en op basis van verbruikte werkeenheden.
* **Belgian GAAP:** Fiscaal degressief afschrijven was ook toegelaten, hoewel dit voor nieuwe investeringen vanaf 1 januari 2020 fiscaal niet meer aanvaard wordt.
* **Waardeverminderingen op vaste activa (MVA en IMVA):**
* **IAS/IFRS:** Vaste activa met zowel een beperkte als onbeperkte gebruiksduur worden jaarlijks getoetst op waardeverminderingen.
* **Belgian GAAP:** Waardeverminderingen zijn enkel mogelijk op activa met een onbeperkte gebruiksduur. Voor activa met een beperkte gebruiksduur kunnen wel aanvullende afschrijvingen worden toegepast.
> **Tip:** Bij de analyse van financiële staten is het cruciaal om de gehanteerde boekhoudstandaard te kennen, aangezien dit aanzienlijke verschillen in resultaten kan verklaren. De overgang van Belgian GAAP naar IAS/IFRS resulteert vaak in een aanpassing van zowel de winst als het eigen vermogen.
> **Voorbeeld:** Een onderneming die onder Belgian GAAP goodwill heeft afgeschreven over 5 jaar, zou onder IAS/IFRS een andere impact op de winst hebben als er enkel een waardevermindering wordt toegepast, wat in een bepaald jaar een grotere of kleinere impact kan hebben dan de lineaire afschrijving.
Dit overzicht biedt een basis om de resultatenrekeningen opgesteld volgens beide stelsels te begrijpen en te vergelijken. De focus van IAS/IFRS ligt meer op de economische realiteit, terwijl Belgian GAAP ook rekening houdt met fiscale aspecten en een meer gestructureerd model hanteert.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Resultatenrekening | Een financiële verklaring die de inkomsten, kosten en winsten of verliezen van een onderneming gedurende een specifieke periode weergeeft. Het geeft inzicht in de operationele prestaties van de onderneming. |
| Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) | Het resultaat van een onderneming uit haar normale, doorlopende operationele activiteiten, berekend als het verschil tussen de bedrijfsopbrengsten en de bedrijfskosten. |
| Bedrijfsopbrengsten | De inkomsten die een onderneming genereert uit haar kernactiviteiten, zoals omzet uit de verkoop van goederen of diensten. |
| Bedrijfskosten | De uitgaven die een onderneming maakt om haar normale operationele activiteiten uit te voeren, zoals kosten van ingekochte goederen, lonen en afschrijvingen. |
| Financiële opbrengsten | Inkomsten die voortkomen uit financiële activiteiten van de onderneming, zoals rente-inkomsten op beleggingen of ontvangen dividenden. |
| Financiële kosten | Kosten die verband houden met de financieringsstructuur van de onderneming, zoals rentekosten op leningen of andere schulden. |
| Winst (Verlies) van het boekjaar vóór belasting | Het resultaat van een onderneming uit al haar activiteiten vóór aftrek van belastingen op de winst. Het omvat zowel operationele als financiële resultaten. |
| Winst (Verlies) van het boekjaar | Het nettoresultaat van een onderneming na aftrek van alle kosten en belastingen. Dit is het bedrag dat aan aandeelhouders kan worden uitgekeerd of dat wordt gereserveerd. |
| Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar | Het deel van de winst van het boekjaar dat na belasting beschikbaar is voor verdeling, zoals uitkering aan aandeelhouders of overboeking naar reserves. |
| Resultaatverwerking | Het proces waarbij het nettoresultaat van het boekjaar wordt verdeeld en tot uitdrukking komt in de balans, bijvoorbeeld door uitkering aan aandeelhouders of toevoeging aan reserves. |
| IAS/IFRS | Internationale Accounting Standards / International Financial Reporting Standards. Een reeks wereldwijd erkende boekhoudnormen die bedoeld zijn om de financiële verslaggeving te harmoniseren. |
| Belgian GAAP | Belgian Generally Accepted Accounting Principles. De boekhoudregels en -principes die van toepassing zijn in België. |
| Goodwill | Een immaterieel activum dat ontstaat bij de overname van een bedrijf, wanneer de betaalde prijs hoger is dan de reële waarde van de identificeerbare nettoactiva. |
| Voorzieningen | Verplichtingen die voortvloeien uit gebeurtenissen uit het verleden en die waarschijnlijk leiden tot een uitstroom van middelen, maar waarvan de omvang of het tijdstip onzeker is. |
| Afschrijvingen | De systematische toerekening van de kosten van een vast actief over de economische levensduur ervan. |
| Waardeverminderingen | Een aanpassing van de boekwaarde van een actief wanneer de realiseerbare waarde lager is dan de boekwaarde. |