Cover
Mulai sekarang gratis Hoofdstuk 1 - Inleiding.pdf
Summary
# Prestatiecriteria voor gebouwen
Prestatiecriteria definiëren de eisen waaraan gebouwen moeten voldoen op het gebied van binnenklimaat, veiligheid en duurzaamheid, en beïnvloeden bouwkundige keuzes [4](#page=4).
### 1.1 Evolutie van prestatiecriteria
In het verleden waren enkel enkele prestatiecriteria van belang, zoals stabiliteit, waterdichtheid en duurzaamheid (in de betekenis van een lange levensduur). Tegenwoordig is het aantal prestatiecriteria aanzienlijk toegenomen. Deze criteria zijn essentieel voor het bepalen van de keuze van bouwmaterialen en de constructiewijze van gebouwen. Het is echter belangrijk te erkennen dat verschillende prestatiecriteria niet altijd compatibel zijn en dat de continuïteit ervan in de constructie, met name bij aansluitingen, aandacht verdient [23](#page=23) [30](#page=30) [46](#page=46) [48](#page=48) [49](#page=49) [50](#page=50) [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 1.1.1 Prestatiecriteria binnenklimaat
Het creëren van een comfortabel binnenklimaat vereist aandacht voor de bouwfysische omgeving en de technische installaties. De bouwfysische omgeving omvat de interactie van natuurlijke elementen zoals warmte, water, damp, lucht, geluid en licht, zowel binnen als buiten de woning, en ondergronds [10](#page=10) [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Warmte:** Buiten variëren temperaturen van -10°C tot 35°C, terwijl binnen een comfortabele temperatuur van 18°C tot 22°C nagestreefd wordt. Ondergronds is er een constante temperatuur (10°C-12°C vanaf 15m) [11](#page=11).
* **Water:** Buiten kan neerslag variëren (droog, regen, sneeuw), terwijl binnen absoluut geen waterinsijpeling toegestaan is. Ondergronds is grondwater permanent aanwezig [12](#page=12).
* **Damp:** Buiten varieert de luchtvochtigheid, terwijl binnen een comfortabele luchtvochtigheid van 40-60% wordt nagestreefd. Ondergronds is damp verwaarloosbaar door de afwezigheid van lucht [13](#page=13).
* **Lucht:** Buiten is er variabele windsnelheid en luchtkwaliteit. Binnen is gecontroleerde ventilatie voor aan- en afvoer van lucht essentieel. Ondergronds is lucht verwaarloosbaar [14](#page=14).
* **Geluid:** Buiten is geluid variabel en afhankelijk van de omgeving. Binnen worden storende geluiden vermeden. Ondergronds kan er contactgeluid via trillingen optreden, wat echter afwezig is in sommige ondergrondse situaties [15](#page=15).
* **Licht:** Buiten is er variabel zonlicht, terwijl binnen zonlicht gedoseerd wordt. Ondergronds is dit element niet relevant [16](#page=16).
* **Stabiliteit:** Buiten wordt de constructie beïnvloed door zwaartekracht en windkrachten. Binnen is zwaartekracht een factor. Ondergronds komen hier zijdelingse en opwaartse grondwaterdruk bij [17](#page=17).
Bouwfysica, de natuurkunde van de gebouwde omgeving, focust op de natuurlijke elementen en de relatie tussen binnen- en buitenklimaat om tot goede bouwkundige oplossingen te komen voor de scheidingsconstructies. Bouwfysica en constructieleer werken samen om het gewenste binnenklimaat te handhaven en de constructies zelf in stand te houden [18](#page=18) [19](#page=19).
Het 'slim bouwconcept' kenmerkt traditionele bouwmethoden door het ontdubbelen van de gebouwschil en het combineren van de eigenschappen van duurzame materialen. Dit omvat een drager aan de binnenzijde voor stabiliteit, isolatie ertussen voor warmte, en een bekleding aan de buitenzijde voor waterdichtheid. Dit minimaliseert de behoefte aan extra technieken en energieverbruik, wat bijdraagt aan de EPB-regelgeving [20](#page=20) [21](#page=21).
#### 1.1.2 Prestatiecriteria veiligheid
Veiligheid in gebouwen wordt gewaarborgd door diverse wetten, normen en richtlijnen [25](#page=25).
* **Brandveiligheid:** Het Koninklijk Besluit (KB) van 1994 vormt de Belgische basisnorm voor brandveiligheid, afgestemd op de Europese brandclassificatie NBN EN 1305-1. Eisen worden gesteld aan de *brandreactie* van materialen (hoe brandbaar ze zijn, of ze vuur voeden en gevaarlijke rook produceren) en de *brandweerstand* van constructies (hoe lang een bouwelement zijn functies kan behouden bij brand, aangeduid met R voor stabiliteit, E voor vlamdichtheid, en I voor thermische isolatie). Betonkolommen kunnen bijvoorbeeld R60 hebben [26](#page=26) [27](#page=27).
* **Glasnorm:** De NBN S23-002 beschermt personen tegen verwondingen en doorvallen bij glas in gebouwen. Er zijn twee soorten veiligheidsglas: gehard glas (5x sterker dan gewoon floatglas) en gelaagd glas (meerdere glasbladen met folie ertussen) [28](#page=28).
* **Toegankelijkheid:** De Vlaamse regelgeving inzake toegankelijkheid garandeert basistoegankelijkheid voor publieke gebouwen in Vlaanderen en omvat verplichtingen betreffende looproutes, parkeren, toegangen, niveauverschillen, sanitair, inrichting en signalisatie [29](#page=29).
#### 1.1.3 Prestatiecriteria duurzaamheid
Duurzaamheid in de bouwsector omvat aspecten zoals hygiëne, gezondheid en ecologie. Om een duurzame gebouwde omgeving te garanderen, zijn er diverse wetten, normen, richtlijnen en tools beschikbaar [31](#page=31) [32](#page=32).
* **EPB-regelgeving:** EPB staat voor EnergiePrestatie en Binnenklimaat. Het is een wettelijke methode om gebouwen energetisch te beoordelen en stelt eisen aan isolatie, installaties, ventilatie en oververhitting, wat ook de kwaliteit van het binnenklimaat beïnvloedt. De EPB-eisen worden jaarlijks strenger; sinds 2021 is voor nieuwbouwwoningen een E-peil van 30 (Bijna Energie Neutraal) de norm. De EPB-regelgeving focust op het energieverbruik tijdens de gebruiksfase van het gebouw, niet op het materiaalgebruik. Een hogere isolatie en meer technieken leiden tot een lager energieverbruik, maar potentieel tot een grotere milieu-impact van de bouwmaterialen. De Europese bouwsector is een grote verbruiker van grondstoffen, energie en water, en produceert veel afval en broeikasgassen [33](#page=33) [34](#page=34) [35](#page=35) [36](#page=36).
* **KB Milieuboodschappen:** Fabrikanten die een milieulabel op hun product willen aanbrengen, moeten een levenscyclusanalyse (LCA) uitvoeren. Dit proces bekijkt de milieu-impact van het product over de volledige levensduur en wordt geregistreerd in de EPD-databank van de overheid (Environmental Product Declaration) [37](#page=37).
* **TOTEM-tool van OVAM:** Deze tool, gebaseerd op LCA van bouwmaterialen volgens EN 15804+A2:2019 en EN15978:2011, helpt de milieu-impact te berekenen en optimaliseren op verschillende niveaus (materiaal, component, element, gebouw). De tool weegt de milieu-impact van bouwmaterialen (LCA) en het energieverbruik tijdens de gebruiksfase (EPB). Bij bestaande gebouwen is de milieu-impact van materialen beperkt, maar het energieverbruik is hoog. Bij lichte renovaties neemt de milieu-impact van materialen iets toe door toevoegingen, terwijl het energieverbruik sterk daalt. Ingrijpende renovaties verhogen de milieu-impact van materialen aanzienlijk, maar leiden tot verdere energiebesparing. Sloop en heropbouw vereisen veel nieuwe materialen en bieden de mogelijkheid om de meest efficiënte materialen en technieken toe te passen om het energieverbruik te beperken. Er is momenteel geen EPD-regelgeving gepland in België, maar wel in Nederland, Frankrijk en Denemarken. Europa is bezig met de herziening van de EPBD-richtlijn, wat vanaf 2027 verplichtingen voor nieuwe gebouwen voorziet, mogelijk geïntegreerd in het EPB-certificaat [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40) [41](#page=41) [42](#page=42) [43](#page=43) [44](#page=44) [45](#page=45).
#### 1.1.4 Andere prestatiecriteria
Naast binnenklimaat, veiligheid en duurzaamheid, kunnen ook andere criteria zoals uitzicht, kostprijs en uitvoeringstermijn een impact hebben op bouwen [47](#page=47).
### 1.2 Integratie in massiefbouw
Alle prestatiecriteria komen samen in massiefbouw. De verschillende prestatiecriteria zijn onderverdeeld in specifieke vakgebieden en afzonderlijke opleidingsonderdelen, waaronder bouwcomfort (ventilatie, thermisch comfort, akoestisch comfort, luchtdichtheid), stabiliteit, waterdichtheid, ecologie, duurzaamheid, brandveiligheid, inbraakveiligheid, toegankelijkheid, technische installaties en bouwwetgeving [51](#page=51) [52](#page=52).
---
# Bouwfysische omgeving en slimme bouwconcepten
Dit deel van de studiehandleiding verklaart bouwfysica als de natuurkunde van de gebouwde omgeving en belicht de interactie tussen het binnen- en buitenklimaat, waarbij ook het concept van een 'slimme gebouwschil' door middel van dubbele schilconstructies met diverse materialen en eigenschappen wordt behandeld.
### 2.1 De bouwfysische omgeving
Bouwfysica is de natuurkunde van de gebouwde omgeving en richt zich op de natuurlijke elementen die een rol spelen in en rondom constructies. Het bestudeert de relatie tussen het binnenklimaat en het buitenklimaat om optimale bouwkundige oplossingen te realiseren voor scheidingsconstructies. Samen met constructieleer zorgt bouwfysica ervoor dat het gewenste binnenklimaat behouden blijft en dat de constructies zelf in stand blijven [18](#page=18) [19](#page=19).
De bouwfysische omgeving kan worden onderverdeeld in verschillende zones: bovengronds (binnen en buiten de woning) en ondergronds (naast en onder de woning). Binnen deze zones spelen diverse natuurlijke elementen een rol: warmte, water, damp, lucht, geluid, licht en stabiliteit [10](#page=10) [9](#page=9).
#### 2.1.1 Prestatiecriteria binnenklimaat en natuurlijke elementen
De invloed van natuurlijke elementen op gebouwen en de gewenste prestatiecriteria voor het binnenklimaat kunnen per zone worden gedefinieerd:
* **Warmte:**
* Buiten: Variabele temperaturen van ongeveer -10°C tot 35°C [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Binnen: Een comfortabele temperatuur wordt nagestreefd tussen 18°C en 22°C [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Ondergronds naast de woning: De bovenste laag is onderhevig aan weersomstandigheden [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Ondergronds onder de woning: Een constante temperatuur van 10°C tot 12°C vanaf een diepte van 15 meter [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Water en Damp:**
* Buiten: Variabele neerslag (droog, regen, sneeuw) en variabele luchtvochtigheid [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Binnen: Absoluut geen waterinsijpeling is toegestaan. Een comfortabele luchtvochtigheid tussen 40% en 60% wordt nagestreefd [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Ondergronds naast en onder de woning: Grondwater is permanent aanwezig. De bovenste laag ondergronds naast de woning is onder invloed van weersomstandigheden [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Lucht:**
* Buiten: Variabele windsnelheid en luchtkwaliteit [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Binnen: Aan- en afvoer van lucht vindt plaats middels gecontroleerde ventilatie [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Ondergronds naast en onder de woning: Damp wordt als verwaarloosbaar beschouwd door de afwezigheid van lucht [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Geluid:**
* Buiten: Variabel geluid, afhankelijk van de omgeving [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Binnen: Het vermijden van storende geluiden is een doelstelling [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Ondergronds naast en onder de woning: Contactgeluid via trillingen is aanwezig [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Licht:**
* Buiten: Variabel zonlicht [16](#page=16) [17](#page=17).
* Binnen: Zonlicht wordt gedoseerd binnengelaten [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Stabiliteit:**
* Buiten: Zwaartekracht en windkrachten [17](#page=17).
* Binnen: Zwaartekracht [17](#page=17).
* Ondergronds naast en onder de woning: Zwaartekracht, zijdelingse en opwaartse grondwaterdruk [17](#page=17).
### 2.2 Het slim bouwconcept
De traditionele bouwwijze in België kenmerkt zich door spouwconstructies, wat neerkomt op het ontdubbelen van de gebouwschil. Door slim verschillende eigenschappen van duurzame materialen te combineren, ontstaat een 'slimme' gebouwschil [20](#page=20).
#### 2.2.1 Het ontdubbelen van de gebouwschil
Het ontdubbelen van de gebouwschil omvat typisch de volgende lagen:
* Een drager aan de binnenzijde voor stabiliteit [21](#page=21).
* Isolatie tussenin ter beperking van warmteverlies of -toename [21](#page=21).
* Een bekleding aan de buitenzijde ter bescherming tegen water [21](#page=21).
Dit ontwerp vereist slechts een minimaal gebruik van extra technieken (en dus een laag energieverbruik) om te voldoen aan de hedendaagse comfort- en wettelijke eisen, zoals de EPB-regelgeving. Dit draagt bij aan een efficiënte omgang met de natuurlijke elementen (lucht, warmte, geluid, licht, water + damp) tussen het binnen- en buitenklimaat [21](#page=21) [22](#page=22).
---
# Het olod massiefbouw en bouwknopen
Dit onderwerp introduceert de structuur van het leeronderdeel 'Massiefbouw', dat is onderverdeeld in zeven hoofdstukken over verschillende scheidingsconstructies en verder wordt uitgewerkt aan de hand van tien basis en extra bouwknopen die de aansluitingen tussen deze constructies demonstreren [53](#page=53) [54](#page=54) [55](#page=55) [56](#page=56).
## 3. Het olod massiefbouw
De aanpak van het leeronderdeel 'Massiefbouw' is gestructureerd in zeven hoofdstukken, die elk een specifiek type scheidingsconstructie behandelen. Deze constructies omvatten wanden, buitenschrijnwerk, vloerplaten op volle grond, tussenvloeren, platte daken en hellende daken [53](#page=53) [56](#page=56).
### 3.1 Structuur van het leeronderdeel
Het leeronderdeel is logisch opgebouwd om een grondig begrip van massiefbouw te faciliteren. De indeling volgens de verschillende scheidingsconstructies zorgt voor een systematische verkenning van de materie [53](#page=53) [56](#page=56).
#### 3.1.1 Hoofdstukindeling
De zeven hoofdstukken behandelen de volgende onderwerpen [53](#page=53) [56](#page=56):
* Hoofdstuk 2: Wanden [53](#page=53) [56](#page=56).
* Hoofdstuk 3: Buitenschrijnwerk [53](#page=53) [56](#page=56).
* Hoofdstuk 4: Vloerplaat op volle grond [53](#page=53) [56](#page=56).
* Hoofdstuk 5: Tussenvloeren [53](#page=53) [56](#page=56).
* Hoofdstuk 6: Platte daken [53](#page=53) [56](#page=56).
* Hoofdstuk 7: Hellend dak [53](#page=53) [56](#page=56).
### 3.2 Bouwknopen: Aansluitingen tussen constructies
Ter aanvulling op de hoofdstukken over scheidingsconstructies, wordt de theorie verder uitgewerkt aan de hand van tien specifieke bouwknopen. Deze bouwknopen illustreren de praktische aansluitingen tussen de verschillende scheidingsconstructies, wat essentieel is voor een correcte en waterdichte realisatie [54](#page=54) [55](#page=55).
#### 3.2.1 Basis bouwknopen
Er worden vijf basis bouwknopen geïntroduceerd die de meest voorkomende aansluitingen tussen scheidingsconstructies demonstreren. Deze vormen de fundamentele elementen om de principes van aansluitingen te begrijpen [54](#page=54):
1. Raamaansluiting [54](#page=54).
2. Funderingsaanzet [54](#page=54).
3. Tussenvloer [54](#page=54).
4. Dakopstand (Plat dak) [54](#page=54).
5. Dakvoet (Hellend dak) [54](#page=54).
#### 3.2.2 Extra bouwknopen
Naast de basis bouwknopen worden nog vijf extra bouwknopen behandeld die complexere of meer specifieke aansluitingen belichten. Deze verdiepen het inzicht in detailoplossingen voor diverse bouwsituaties [55](#page=55):
6. Deurdorpel [55](#page=55).
7. Opgaande buitengevel met groendak [55](#page=55).
8. Raamaansluiting op dakterras [55](#page=55).
9. Uitkragend terras [55](#page=55).
10. Topgevel [55](#page=55).
> **Tip:** De studie van deze bouwknopen is cruciaal. Ze tonen niet alleen hoe constructies fysiek samenkomen, maar ook hoe ze functioneel en esthetisch geïntegreerd worden. Besteed veel aandacht aan de details en de materialisatie van deze aansluitingen [54](#page=54) [55](#page=55).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Prestatiecriteria | Eisen die gesteld worden aan gebouwen om te voldoen aan specifieke functionele, veiligheids-, comfort- en duurzaamheidseisen. |
| Binnenklimaat | De omstandigheden binnen een gebouw met betrekking tot temperatuur, luchtvochtigheid, luchtkwaliteit, akoestiek en verlichting, gericht op bewonerscomfort en gezondheid. |
| Veiligheidscriteria | Eisen die gericht zijn op het voorkomen van letsel, schade of gevaar voor bewoners en gebruikers van een gebouw, zoals brandveiligheid, inbraakwerendheid en toegankelijkheid. |
| Duurzaamheidscriteria | Eisen die gericht zijn op het minimaliseren van de milieu-impact van een gebouw gedurende de gehele levenscyclus, inclusief materiaalkeuze, energieverbruik en afvalproductie. |
| Bouwfysica | De wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met de natuurkundige eigenschappen van gebouwen en de interactie daarvan met de omgeving, zoals warmteoverdracht, vochttransport en luchtdoorlatendheid. |
| Slim bouwconcept | Een bouwmethode die streeft naar efficiëntie en comfort door de gebouwschil slim op te bouwen, vaak door middel van ontworpen lagen met specifieke functies zoals stabiliteit, isolatie en waterkering. |
| Massiefbouw | Een bouwwijze waarbij constructies worden opgebouwd uit massieve materialen zoals beton, steen of baksteen, wat resulteert in een hoge thermische massa en goede geluidsisolatie. |
| EPB-regelgeving | EnergiePrestatie en Binnenklimaat regelgeving, een wettelijk kader in België dat eisen stelt aan de energiezuinigheid en het binnenklimaat van gebouwen. |
| Levenscyclusanalyse (LCA) | Een methode om de milieu-impact van een product of dienst te beoordelen gedurende de gehele levensduur, van grondstofwinning tot afdanking of recycling. |
| TOTEM-tool | Een tool ontwikkeld door OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) die helpt bij het berekenen en optimaliseren van de milieu-impact van bouwmaterialen en -systemen op basis van LCA. |
| Bouwknopen | Essentiële aansluitingsdetails tussen verschillende bouwelementen (zoals wanden, vloeren, daken en kozijnen) die cruciaal zijn voor de bouwfysische prestaties van een gebouw. |
| Brandreactie | De mate waarin een bouwmateriaal bijdraagt aan de ontwikkeling van een brand, zoals hoe brandbaar het is en of het rook produceert. |
| Brandweerstand | De mate waarin een bouwelement (zoals een wand of kolom) zijn dragende, scheidende of isolerende functie kan behouden gedurende een bepaalde tijd tijdens een brand. |
| Gehard glas | Een type veiligheidsglas dat door een hittebehandeling sterker is gemaakt dan gewoon glas en bij breuk uiteenvalt in kleine, relatief ongevaarlijke scherfjes. |
| Gelaagd glas | Een type veiligheidsglas dat bestaat uit twee of meer glasplaten die met een tussenlaag van kunststof (meestal PVB) aan elkaar zijn verbonden, waardoor het bij breuk bij elkaar blijft. |