Cover
Mulai sekarang gratis GBWN1 - 9. Kelders - Deel 2.pdf
Summary
# Beschermingssystemen tegen waterinfiltraties
Hieronder volgt een gedetailleerde studiehandleiding over beschermingssystemen tegen waterinfiltraties, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 1. Beschermingssystemen tegen waterinfiltraties
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de diverse methoden en systemen ter bescherming van gebouwen, met name kelders, tegen waterinfiltraties, waarbij de keuze van het juiste systeem afhangt van specifieke parameters en gedetailleerde beschrijvingen van hun opbouw en uitvoering worden gegeven [4](#page=4).
### 1.1 Keuze van beschermingssysteem
De keuze van het juiste beschermingssysteem is cruciaal en wordt mede bepaald door diverse parameters. Een hulpmiddel hiervoor is de technische voorlichting 250 van Buildwise. Dit geeft het minimale vereiste beschermingssysteem weer, afhankelijk van de situatie [5](#page=5).
#### 1.1.1 Te controleren parameters
Om tot de juiste keuze te komen, dienen de volgende parameters gecontroleerd te worden [6](#page=6):
* **Bodemonderzoek:**
* Ligging (helling van het terrein rondom het gebouw) [6](#page=6).
* Permeabiliteit van de bodem (goed/zanderig, gering/kleiachtig) [6](#page=6).
* **Niveau van het grondwater (F.O.):**
* Permanent lager dan de keldervloer [6](#page=6).
* (Tijdelijk) hoger dan de keldervloer [6](#page=6).
* **Vochtgevoelige binnenafwerking:** Ja of Neen [6](#page=6).
#### 1.1.2 Mogelijk beschermingssysteem
Afhankelijk van de gecontroleerde parameters, kunnen de volgende systemen worden toegepast, in oplopende volgorde van prestaties (van a naar e) [6](#page=6):
* **a) Cementering aan de buitenzijde + bitumenemulsie (voor metselwerk) of ter plaatse gestorte betonconstructie (klasse 0)** [6](#page=6).
* **b) Drainagesysteem + cementering aan de buitenzijde (voor metselwerk)** [6](#page=6).
* **c) Waterdichte bekuiping: stijve bekuiping aan binnenzijde of ter plaatse gestorte betonconstructie (klasse 1)** [6](#page=6).
* **d) Waterdichte bekuiping: ter plaatse gestorte betonconstructie (klasse 2), eventueel aangevuld met injecties** [6](#page=6).
* **e) Waterdichte bekuiping: soepele bekuiping of ter plaatse gestorte betonconstructie (klasse 3)** [6](#page=6).
**Opmerkingen bij de klassen:**
* De aangeduide minimale bescherming kan verbeterd worden door gunstigere beschermingsklassen te kiezen [6](#page=6).
* Een stijve bekuiping betreft een minimum tweelaagse bepleistering die zichtbaar blijft voor herstellingen, met een cement- of harsgebonden bindmiddel [2](#page=2) [6](#page=6).
* Betonnen structuren klasse 1 staan een beperkt aantal lekken toe; klasse 2 vereistAinsi minimale lekken zonder vlekken [6](#page=6).
* Soepele bekuiping maakt gebruik van water- en dampdichte membranen met gelaste naden [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 1.1.3 Overzicht keuze beschermingssysteem
Een samenvattend schema toont de keuzes op basis van de positie van de keldervloer ten opzichte van de hoogste stand grondwater (F.O.) [47](#page=47) [8](#page=8).
* **Indien kelder permanent of tijdelijk onder F.O.:** Er is een waterdichte bekuiping noodzakelijk [47](#page=47) [8](#page=8).
* **Indien kelder volledig boven F.O.:**
* Minimale bescherming is vereist [47](#page=47) [8](#page=8).
* Indien nodig, beschermen tegen tijdelijke waterophoping [47](#page=47) [8](#page=8).
Mogelijke waterdichte bekuipingen zijn: waterdichte betonnen constructie, soepele bekuiping (binnen of buiten), en stijve bekuiping (binnen) [47](#page=47) [8](#page=8).
#### 1.1.4 Toepassing keuzetabel (Voorbeeld)
Een kelderruimte die ingericht wordt als drukkerij met opslag van papier, verwarming en traditionele binnenafwerking (tegels, gipspleister), gelegen in zandige, vlakke grond, waar het F.O. in de winter boven de keldervloer komt, vereist een specifieke aanpak. Op basis van de tabel zou dit neerkomen op een toepassing die een hogere beschermingsklasse indiceert dan de basisoplossing 'a' [10](#page=10) [9](#page=9).
### 1.2 Minimale bescherming
Minimale bescherming is vereist wanneer de kelder **permanent boven het F.O.** is gelegen, er sprake is van een **goede permeabiliteit van de grond**, en er **geen of zeer beperkte waterstagnatie** is [12](#page=12).
#### 1.2.1 Uitvoering
De minimale bescherming kan worden gerealiseerd door:
* **Uitvoering met betonblokken (gemetselde kelder):**
* Gebruik van volle betonblokken voor grotere weerstand tegen druk [13](#page=13).
* De mortelvoegen zijn de zwakke schakels voor vochtinfiltratie [14](#page=14).
* Bij mortelvoegen is direct opvoegen (doorstrijken) aanbevolen [14](#page=14).
* Metselwerk wordt beschermd door een cementering en vervolgens een bitumenemulsie [16](#page=16).
* **Uitvoering met ter plaatse gestorte beton klasse 0:** [13](#page=13).
#### 1.2.2 Cementering
* **Samenstelling:** Een mengsel van cement, water en zand, resulterend in een vloeibare mortel met een dikte van minimaal 2 cm [17](#page=17).
* **Doel:** Het verkrijgen van een egaal oppervlak op het metselwerk [16](#page=16) [18](#page=18).
* **Aandachtspunten:**
* Niet uitvoeren bij koud weer of zonnig weer in combinatie met wind, vanwege gevoeligheid voor krimp, wat kan leiden tot scheuren [19](#page=19).
* Cementgebonden producten zijn weinig elastisch [19](#page=19).
* Toeslagstoffen en bescherming met bitumenemulsie kunnen de eigenschappen verbeteren [19](#page=19).
#### 1.2.3 Bitumenemulsie
* **Samenstelling:** Een product op basis van vloeibare bitumen [20](#page=20).
* **Functie:** Beschermt primair tegen agressieve stoffen in de grond en dicht poriën in de ondergrond [20](#page=20).
* **Belangrijk:** Het creëert **GEEN** waterdichte huid en biedt geen weerstand tegen water onder druk [20](#page=20).
* **Aandachtspunten:**
* Volg nauwgezet de voorschriften van de fabrikant [21](#page=21).
* Het is cruciaal om het onderscheid te maken tussen 'waterdicht' en 'vochtwerend' [21](#page=21).
* In de volksmond staat dit bekend als 'teren' [21](#page=21).
#### 1.2.4 Aandachtspunt uitvoering: Aansluiting wand – vloer
* Rechte of scherpe hoeken maken het cementeren, pleisteren en waterdicht maken moeilijker [23](#page=23).
* Een geleidelijke overgang, zoals schuin cementeren, is beter [23](#page=23).
* Bitumenemulsie is hierbij makkelijker aan te brengen [23](#page=23).
### 1.3 Drainagesysteem
Een drainagesysteem is aangewezen wanneer de kelder **permanent boven het F.O.** is, er sprake is van een **goede permeabiliteit van de grond**, en er **tijdelijke waterstagnatie** kan optreden. Dit systeem voert doorsijpelend water af en voorkomt waterophoping. Het mag **nooit** gebruikt worden bij permanente waterstagnatie, aangezien dit leidt tot dichtslibben en nadelige gevolgen heeft voor de grond- en waterhuishouding [25](#page=25) [26](#page=26) [45](#page=45).
#### 1.3.1 Opbouw van een drainagesysteem
Een drainagesysteem bestaat uit vier hoofdelementen [26](#page=26):
1. **Minimale waterdichting:** Kan vergelijkbaar zijn met de methoden voor minimale bescherming, of alternatieven zoals waterdichte geomembranen [27](#page=27).
2. **Drainerend materiaal:** Zorgt ervoor dat insijpelend water niet ophoopt en wordt afgevoerd naar de collectorbuis, waardoor waterdrukken op de wand vermeden worden. Voorbeelden hiervan zijn drainagematten en noppenfolie [28](#page=28).
* **Drainagematten:** Gemaakt van polypropyleen draden met holle ruimtes [29](#page=29).
* **Noppenfolie:** Geprofileerde kunststof matten (HDPE). Kan geperforeerd zijn of niet-geperforeerd. Noppenfolie zonder filterdoek heeft geen drainerende functie op zich, maar creëert luchtkanalen die water afvoeren en waterdrukken verdelen [31](#page=31) [32](#page=32) [33](#page=33) [34](#page=34).
* **Aandachtspunt:** Voorkom grond tussen de noppenfolie en de kelderwand [35](#page=35).
3. **Collectorbuis (drainagebuis):** Verzamelt het water en voert het af naar de infiltratievoorziening. Dit is een deels geperforeerde kunststof buis, vaak omhuld met waterdoorlatend materiaal. De positie is cruciaal om grondverzakking of functionaliteitsverlies te voorkomen [36](#page=36) [37](#page=37) [38](#page=38).
4. **Filterlaag:** Omringt al het drainerende materiaal, is waterdoorlatend, maar voorkomt dat gronddeeltjes het systeem dichtslippen. Geotextiel, geweven of ongeweven, is een veelgebruikt materiaal [40](#page=40) [41](#page=41).
#### 1.3.2 Schema drainagesysteem
Een visueel overzicht toont de opbouw van een drainagesysteem met de filterlaag rond het grind, de collectorbuis en het drainerend materiaal tegen de wand [42](#page=42) [43](#page=43) [44](#page=44).
### 1.4 Waterdichte bekuiping
Waterdichte bekuiping is noodzakelijk wanneer de kelder **permanent of tijdelijk onder F.O.** is, de **grond een slechte permeabiliteit** heeft, en er **tijdelijke of permanente waterdrukken aanwezig** zijn. De bekuiping moet minimaal 50 cm boven de maximale F.O. reiken. De uitvoering dient steeds in droge omstandigheden te gebeuren, eventueel met een bemalingssysteem om het F.O. te verlagen [49](#page=49) [51](#page=51) [52](#page=52).
#### 1.4.1 Soorten waterdichte bekuiping
Er worden drie hoofdsoorten onderscheiden [50](#page=50):
A. Waterdichte constructie in gewapend beton [50](#page=50).
B. Soepele bekuiping [50](#page=50).
C. Stijve bekuiping [50](#page=50).
##### 1.4.1.1 A. Betonnen constructie
De waterdichtheid van betonnen constructies hangt af van de permeabiliteit van het beton, de ontstane scheuren, en de aanwezigheid van voegen [54](#page=54).
* **Permeabiliteit van beton:** Beïnvloed door sterkteklasse, omgevingsklasse, hoeveelheid cement, W/C-factor, en toeslagstoffen. Beton is over het algemeen weinig waterdoorlatend, maar niet 100% waterdicht [55](#page=55).
* **Ontstaan van scheuren:** Veroorzaakt door trekspanningen en differentiële krimp. Opletten voor haarscheurtjes door te snelle uitdroging [56](#page=56) [58](#page=58).
* **Voorzorgsmaatregelen tegen krimpscheuren:** Korte tijdspanne tussen uitvoering vloerplaat en wanden, voldoende droogtijd, goed verdichten van beton, aandacht voor bekisting (met ontkistingsolie bij poreus materiaal) [57](#page=57) [59](#page=59).
* **Dimensionering:** Gebaseerd op dichtheidsklassen. Een betonnen constructie klasse 0 heeft een wanddikte van 200 mm en een vloerdikte van 150 mm [60](#page=60) [61](#page=61).
* **Aandacht voor voegen:** Hernemingsvoegen (tussen opeenvolgende uitvoeringsfases) vereisen specifieke maatregelen [62](#page=62).
* **Aansluiting kelderwand op vloer:** Wapening moet doorlopen, vloerplaat moet vlak zijn voor goede aansluiting bekisting, en vloerplaat kan breder worden uitgevoerd. Diverse bekistingssystemen kunnen worden gebruikt. Openingen van centerpennen moeten waterdicht gemaakt worden na ontkisting [63](#page=63) [64](#page=64) [65](#page=65) [67](#page=67) [68](#page=68) [69](#page=69) [70](#page=70) [71](#page=71) [72](#page=72).
* **Maatregelen bij waterdrukken t.h.v. aansluiting wand op vloer:**
1. **Kimplaat:** Verlengt de weg van het water. Kan metaal of kunststof zijn. Uitvoering van naden is cruciaal (lassen, lijmen, klemmen). Fouten in de uitvoering zijn illustratief weergegeven [74](#page=74) [75](#page=75) [77](#page=77) [78](#page=78) [79](#page=79) [80](#page=80).
* Kunststof kimplaten vereisen speciale klemmen en kunnen in combinatie met een zwelband worden toegepast [81](#page=81).
* Problemen met plaatsing t.o.v. bovenwapening kunnen worden opgelost door lokaal de wapening te laten verlagen (door stabiliteitsingenieur), een L-vormige kimplaat te gebruiken, of een rechte kimplaat met een verhoogde stortnaad [82](#page=82) [83](#page=83) [84](#page=84) [85](#page=85) [86](#page=86) [87](#page=87).
* **Actieve kimplaten** hebben een waterdichte coating die zelfherstellend is. Voorbeelden zijn Cemflex VB en Fradiflex ® [88](#page=88) [89](#page=89) [90](#page=90).
2. **Zwelband:** Zwelt op bij contact met water om holtes te dichten. Kan van bentoniet of rubber zijn. Betontoniet heeft een hoge zwelcapaciteit. Rubber zwelbanden bieden gecontroleerde zwelling. Uitvoering vereist lijmen en bescherming, minimaal 70 mm van de randen. Vaak in combinatie met een kimplaat [91](#page=91) [92](#page=92) [93](#page=93) [94](#page=94) [95](#page=95).
3. **Injectieslangen:** Gebruikt bij hoge dichtingsklassen. Geperforeerde slangen die na uitvoering worden geïnjecteerd om lekken te dichten [96](#page=96) [97](#page=97) [98](#page=98).
* **Overzicht afdichting hernemingsvoeg:** Een schema geeft een overzicht van de verschillende methoden [100](#page=100) [99](#page=99).
##### 1.4.1.2 B. Soepele bekuiping
Dit systeem waterdicht maken gebeurt middels membranen .
* **Mogelijke soorten:**
* **Geomembranen:** Waterdichte folies op basis van polymeren en/of bitumen (bv. EPDM, PVC) met gelaste naden .
* **Dakbanen (bitumen/EPDM):** Vergelijkbaar met producten voor waterdichting van muuraanzetten .
* **Vloeibare dichtingen:** Coatings op basis van bitumen, polymeren (epoxy) of cementgebonden, aangebracht in meerdere lagen. Voordeel is de afwezigheid van naden .
* **Positie:** In nieuwbouw aan de buitenzijde (beschermd tegen beschadiging bij aanaarden), in renovatie aan de binnenzijde .
* **Bescherming:** Beschermt tegen infiltrerend grondwater en vochttransport door dampdiffusie. Toepasbaar bij hoge eisen voor waterdichtheid .
* **Uitvoering:** .
1. Werkvloer in bouwput .
2. Randbekisting plaatsen.
3. Waterdicht membraan plaatsen.
4. Betonnen vloerplaat storten.
5. Kelderwand storten.
6. Hoek tussen wand en vloer schuin afwerken.
7. Waterdicht membraan tegen wand plaatsen, met voldoende overlap en aansluiting op de waterkering van de muurvoet .
##### 1.4.1.3 C. Stijve bekuiping
Dit systeem maakt gebruik van meerlaagse cementering aan de binnenzijde en wordt hoofdzakelijk toegepast bij bestaande kelders (renovatie). Het nadeel is plaatsverlies aan de binnenzijde .
* **Analyse vooraf:** Een grondige analyse van vochtproblemen is essentieel, inclusief vochtmetingen om de oorzaak te achterhalen (regenwater, grondwater, riolering, etc.) .
* **Uitvoering kelderwand waterdicht maken:**
1. Oude cementering of pleisterlagen verwijderen.
2. Ondergrond voorbereiden (scheuren opvullen, stofvrij maken).
3. Eerste laag cementering aanbrengen (met toeslagstoffen).
4. Laten uitdrogen volgens voorschriften fabrikant.
5. Afhankelijk van het aantal lekken, volgende lagen aanbrengen.
6. Waterdichte eindlaag aanbrengen.
* Alle lagen moeten langzaam uitdrogen .
* **Uitvoering keldervloer waterdicht maken:**
1. Bij barsten en holtes: injecteren (PU), coating of cementering aanbrengen, of nieuwe betonvloer storten indien nodig.
2. Waterdichte afwerking aanbrengen.
* De aansluiting tussen wand en vloer vraagt extra aandacht .
* **Productkeuze:** Kies betrouwbare producten (ATG-keuring) en gespecialiseerde aannemers. Vaak worden waterdichte lagen op basis van epoxy gebruikt .
* **Voorbeeld uitvoering:** Illustraties tonen de uitvoering van een stijve bekuiping .
#### 1.4.2 Keuze van beschermingssysteem – Ter herhaling
De principes voor de keuze van het beschermingssysteem worden nogmaals benadrukt, met de nadruk op de positie van de kelder ten opzichte van het grondwater en de noodzaak van waterdichtheid [47](#page=47).
---
# Kelder isoleren
Dit onderdeel behandelt de principes en methoden voor het isoleren van kelders, met een specifieke nadruk op buitengevelisolatie en de vereisten voor isolatiematerialen .
### 2.1 Principe van kelderisolatie
Kelderisolatie binnen een beschermd volume, zoals gedefinieerd door de normen, is essentieel voor de thermische prestaties van een gebouw. De voorkeursmethode voor kelderisolatie is langs de buitenzijde .
#### 2.1.1 Vereisten voor isolatiematerialen
Isolatiematerialen die worden gebruikt voor kelders moeten aan specifieke eigenschappen voldoen om effectief en duurzaam te zijn:
* **Waterdichtheid:** Het materiaal moet een gesloten cellenstructuur hebben om de opname van water te voorkomen. Dit is cruciaal om vochtproblemen in de constructie te vermijden .
* **Drukvastheid:** Omdat de isolatie blootgesteld wordt aan gronddruk en eventueel verkeer, moet het materiaal bestand zijn tegen druk. De benodigde druksterkte is afhankelijk van de specifieke toepassing en de verwachte belastingen .
Populaire materialen die aan deze eisen voldoen zijn geëxtrudeerd polystyreen (XPS) en cellenglas .
> **Tip:** De keuze van het isolatiemateriaal moet mede worden bepaald door de benodigde druksterkte voor de specifieke situatie .
### 2.2 Uitvoering van kelderisolatie
De correcte uitvoering van kelderisolatie is van groot belang voor de effectiviteit en levensduur van de isolatielaag.
#### 2.2.1 Plaatsingsmethoden
Isolatiematerialen voor kelders kunnen op verschillende manieren worden geplaatst:
* **Los geplaatst:** Het isolatiemateriaal wordt los tegen de wand geplaatst, zonder directe bevestiging aan de wand. Dit wordt vaak toegepast bij keldervloeren, waar de isolatie wordt ondersteund door gestabiliseerd zand .
* **Gelijmd:** De isolatieplaten worden met een geschikte lijm aan de ondergrond bevestigd. Dit zorgt voor een stabiele en continue isolatielaag .
* **Mechanische bevestiging is verboden:** Het is absoluut **niet** toegestaan om de isolatie mechanisch te bevestigen aan de kelderwand of -vloer. Dit kan de waterkerende functie aantasten en zorgen voor koudebruggen .
#### 2.2.2 Isoleren met cellenglas
Cellenglas (zoals Foamglas) is een veelgebruikt materiaal voor kelderisolatie vanwege zijn waterdichtheid, drukvastheid en onbrandbaarheid .
* **Keldervloer:** Bij het isoleren van de keldervloer wordt de isolatie vaak los geplaatst bovenop een PE-folie (als scheidingslaag) en onder een stabilisé zandlaag en de werkvloer .
* **Kelderwand:** Voor kelderwanden wordt de isolatie meestal gekleefd en vervolgens voorzien van een beschermings- en/of draineerlaag, waarna de aanvulling kan worden aangebracht .
> **Tip:** Bij het isoleren van de kelderwand met cellenglas wordt de isolatie met een hechtlaag aangebracht, gevolgd door de isolatieplaten die gekleefd worden .
#### 2.2.3 Isoleren met XPS
Geëxtrudeerd polystyreen (XPS) is een ander veelgebruikt materiaal voor kelderisolatie, bekend om zijn hoge druksterkte en goede isolatiewaarde .
* XPS-isolatie kan in twee lagen worden aangebracht, waarbij de lagen onderling met bitumen worden verlijmd .
* Net als bij cellenglas kan XPS ook los worden geplaatst, waarbij de aanvulling met grote zorg moet worden aangebracht om de isolatielaag niet te beschadigen .
### 2.3 Bouwput dichten na isolatie
Na het aanbrengen van de kelderisolatie moet de bouwput zorgvuldig worden gedicht. Dit proces is essentieel om stabiliteit te garanderen en latere verzakkingen te voorkomen .
* **Materiaal:** Gebruik goed verdichtbaar materiaal, zoals zand of een zandcementmengsel .
* **Methode:** Het dichten gebeurt laag per laag, met circa 30 cm per laag .
* **Zorgvuldigheid:** Bij los geplaatste isolatie is extra voorzichtigheid geboden tijdens het aanvullen en verdichten om de isolatielaag niet te beschadigen .
* **Gevolgen van slecht verdichten:** Een slecht verdichte aanvulling kan leiden tot latere zettingen, zoals het verzakken van een terras boven de kelder .
> **Voorbeeld:** De aanvulling van de bouwput dient laag per laag te gebeuren en te worden verdicht, vooral wanneer er sprake is van los geplaatste isolatie aan de buitenzijde van de kelderwand. Dit voorkomt verzakkingen .
#### 2.3.1 Omstandigheden voor isolatie en aanvulling
Het is aan te raden om de kelderisolatie uit te voeren in droge omstandigheden. Vervolgens wordt de bouwput laag per laag verdicht na het aanbrengen van de isolatie .
> **Tip:** Zorg ervoor dat de kelderisolatie en de daaropvolgende aanvulling van de bouwput in de juiste volgorde en onder optimale omstandigheden gebeuren om een duurzaam en stabiel resultaat te garanderen .
---
# Toepassing en controle van bouwvoorschriften
Dit onderdeel van het studiemateriaal behandelt de praktische aspecten van het toepassen en controleren van bouwvoorschriften, met specifieke aandacht voor kelders en gerelateerde constructies. Het biedt richtlijnen en aandachtspunten voor controleurs om ervoor te zorgen dat bouwprojecten voldoen aan de geldende normen en regelgeving [2](#page=2) [3](#page=3).
### 3.1 Algemene aandachtspunten en controle
Bij de controle van bouwvoorschriften is het essentieel om een gestructureerde aanpak te hanteren en specifieke aandachtspunten te doorlopen. Dit geldt in het bijzonder voor complexe bouwelementen zoals kelders, waar verschillende systemen en materialen samenkomen. De controleur dient te verifiëren of alle voorgeschreven materialen en technieken correct worden toegepast .
#### 3.1.1 Eisen
Het document verwijst naar algemene eisen die gesteld worden aan constructies. Hoewel de specifieke details van deze eisen niet in de verstrekte tekst staan, impliceert de context dat ze betrekking hebben op structurele integriteit, waterdichting, isolatie en de correcte aansluiting van verschillende bouwlagen [3](#page=3).
#### 3.1.2 Beschermingssystemen
De controle omvat ook de verificatie van toegepaste beschermingssystemen, zoals drainagesystemen en maatregelen rondom voegverbindingen .
> **Tip:** Zorg ervoor dat de controleur bij drainagesystemen specifiek nagaat of deze correct zijn aangesloten op de infiltratie, om effectieve waterafvoer te garanderen .
#### 3.1.3 Kelder isoleren
Een belangrijk aspect van de controle betreft de isolatie van kelders. Hierbij moet worden nagegaan of de kelder wordt geïsoleerd, welk type isolatiemateriaal wordt gebruikt en hoe dit materiaal wordt bevestigd .
#### 3.1.4 Praktische controlepunten voor kelders
Specifieke, praktische controlepunten voor kelders zijn gedocumenteerd en dienen als leidraad voor inspecteurs:
* **Drainagesysteem:** Controleer de aansluiting op infiltratie .
* **Hernemingsvoeg (wand en vloer):** Inventariseer de genomen maatregelen .
* **Kimplaat:** Verifieer de correcte plaatsing volgens de 'regels van de kunst' .
* **Kelderisolatie:** Controleer de aanwezigheid, het type isolatie en de bevestigingsmethode .
* **Spouwmuuraansluiting:** Onderzoek hoe de spouwmuur aansluit op de kelderwand .
Deze punten garanderen dat de kritieke onderdelen van de kelderconstructie voldoen aan de gestelde eisen .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Kelders | Een ondergrondse of gedeeltelijk ondergrondse ruimte van een gebouw, die doorgaans voor opslag, technische installaties of leefruimte wordt gebruikt. |
| Beschermingssystemen | Een reeks maatregelen en technieken die worden toegepast om een constructie, zoals een kelder, te beschermen tegen externe invloeden zoals waterinfiltratie, gronddruk of temperatuurschommelingen. |
| Waterinfiltratie | Het ongewenst binnendringen van water in een constructie of gebouw, wat kan leiden tot vochtschade, schimmelvorming en structurele aantasting. |
| Grondwater (F.O.) | Het water dat zich in de poriën en scheuren van de bodem bevindt, en waarvan het niveau (stand) kan variëren afhankelijk van neerslag, seizoen en omgevingsfactoren. |
| Permeabiliteit van de bodem | De mate waarin de bodem water kan doorlaten. Een hoge permeabiliteit betekent dat water gemakkelijk kan wegvloeien, terwijl een lage permeabiliteit zorgt voor waterophoping. |
| Vochtgevoelige binnenafwerking | Afwerkingsmaterialen aan de binnenzijde van een ruimte die gevoelig zijn voor vocht en daardoor kunnen beschadigen of hun eigenschappen verliezen bij blootstelling aan hoge luchtvochtigheid of direct watercontact. |
| Cementering | Een laag aangebracht mortel, meestal op basis van cement, zand en water, die dient ter bescherming, egalisatie of waterdichting van een ondergrond. |
| Bitumenemulsie | Een product op basis van vloeibare bitumen, gemengd met water en een emulgator, dat wordt gebruikt voor bescherming tegen vocht en agressieve stoffen in de grond. Het vormt geen waterdichte huid onder druk. |
| Drainagesysteem | Een systeem ontworpen om overtollig water rondom een constructie af te voeren en waterophoping te voorkomen, waardoor de waterdruk op de constructie wordt verminderd. |
| Waterdichte bekuiping | Een ondoordringbare laag of constructie die voorkomt dat water de kelder binnenkomt. Dit kan variëren van speciale membranen tot waterdichte betonconstructies. |
| Stijve bekuiping | Een waterdichte afwerking aan de binnenzijde van een constructie, vaak toegepast bij renovaties, bestaande uit meerdere cementgebonden lagen die speciaal zijn samengesteld om water tegen te houden. |
| Soepele bekuiping | Een waterdichte afwerking die wordt aangebracht aan de binnen- of buitenzijde van een constructie, gebruikmakend van flexibele membranen of vloeibare dichtingen die na uitharding een naadloze, waterdichte laag vormen. |
| Betonconstructie (klasse 0, 1, 2, 3) | De waterdichtheid van een betonnen constructie wordt aangeduid met dichtheidsklassen, waarbij hogere klassen een hogere mate van waterdichtheid garanderen. Klasse 0 is de minimale eis, terwijl klasse 3 de hoogste waterdichtheid vertegenwoordigt. |
| Waterdruk | De druk die water uitoefent op een constructie, veroorzaakt door de hoogte van de waterkolom en de omringende bodemgesteldheid. |
| Collectorbuis (drainagebuis) | Een geperforeerde buis die in een drainagesysteem wordt gebruikt om het verzamelde water op te vangen en af te voeren naar een lager gelegen punt of afvoer. |
| Filterlaag (geotextiel) | Een laag materiaal, vaak een geweven of ongeweven stof (geotextiel), die water doorlaat maar fijne gronddeeltjes tegenhoudt, om dichtslibben van het drainagesysteem te voorkomen. |
| Krimpscheuren | Kleine scheuren die ontstaan in beton of andere bouwmaterialen door het drogen en krimpen van het materiaal onder invloed van temperatuur en vochtverschillen. |
| Hernemingsvoeg | Een voeg die ontstaat tussen twee opeenvolgende uitvoeringsfasen van een constructie, bijvoorbeeld tussen een gestorte vloer en een gestorte wand, en die een potentieel zwak punt vormt voor waterinfiltratie. |
| Kimplaat | Een profiel, meestal van metaal of kunststof, dat wordt ingebed in de aansluiting tussen een vloer en een wand om de weg van water te verlengen en waterinfiltratie te bemoeilijken. |
| Zwelband | Een materiaal dat bij contact met water uitzet om holtes en scheuren af te dichten, vaak gebruikt bij hernemingsvoegen om waterinfiltratie te voorkomen. |
| Injectieslangen | Geperforeerde slangen die worden ingestort in naden of scheuren, en waarlangs later een afdichtingsvloeistof kan worden geïnjecteerd om lekken te dichten. |
| Isolatie (XPS, cellenglas) | Materialen die worden gebruikt om warmteoverdracht te beperken. Voor kelders worden materialen zoals geëxtrudeerd polystyreen (XPS) of cellenglas gebruikt, die drukbestendig en waterdicht moeten zijn. |
| Bouwput dichten | Het proces waarbij de ruimte rondom een bouwput na voltooiing van de ondergrondse constructie wordt opgevuld en verdicht met geschikte materialen om stabiliteit te garanderen en zettingen te voorkomen. |