25-26 - H3 Democratie.pptx
Summary
# Democratie als principe en bestuursvorm
Dit document verkent democratie als principe en als bestuursvorm, waarbij de rol van burgers, de kenmerken van liberale democratieën en de contrasten met autoritaire regimes worden belicht.
## 1. Democratie als principe
Democratie is primair een principe van gelijkheid, waarbij alle burgers het recht hebben om mee te bepalen hoe de samenleving wordt georganiseerd. Het is geen specifieke grondwet of bestuursvorm, maar de implementatie ervan varieert en wordt bepaald door de gekozen bestuursvorm en grondwet. De feitelijke regeervorm binnen een democratie is altijd een oligarchie, wat betekent dat de macht berust bij een groep. De mate waarin deze oligarchie ruimte laat voor democratische principes bepaalt hoe democratisch een regime is.
### 1.1 De spanning tussen democratie en oligarchie
De democratische principes staan inherent op gespannen voet met de oligarchische realiteit. De ruimte voor democratie moet voortdurend bevochten en bewaakt worden. Dit proces van democratisering is een continu proces dat nooit stopt.
### 1.2 Pogingen tot verdere democratisering
Er zijn diverse initiatieven om democratisering te bevorderen, zoals:
* **Burgerparticipatie via loting:** Willekeurige burgers worden via loting betrokken bij beleidsvorming, zoals in burgerpanels binnen de Duitstalige Gemeenschap in België. De aanbevelingen van deze panels zijn niet bindend, maar het parlement moet zich verantwoorden als het deze negeert.
* **Betrekken van burgers bij beleidsvorming:** Voorbeelden hiervan zijn de participatie van EU-burgers bij de vormgeving van eurobiljetten.
### 1.3 Twijfels over het democratisch gehalte
Landen die zich formeel democratisch noemen, kunnen toch twijfels oproepen over hun democratische gehalte. Dit kan blijken uit het ondermijnen van Europese waarden door bepaalde regimes.
## 2. Democratie als bestuursvorm
Democratie als bestuursvorm kan worden geanalyseerd vanuit de concepten "van, door en voor het volk".
### 2.1 Democratie als bestuur van, door en voor het volk
* **Bestuur van het volk:** Dit principe impliceert dat de staat zijn macht ontleent aan de burgers, via een sociaal contract. De soevereiniteit ligt bij het volk, wat politieke gelijkheid van alle burgers vereist. De vraag wie tot "het volk" behoort (en dus politiek burgerschap bezit) is hierbij cruciaal.
* **Bestuur door het volk:** Historisch gezien, zoals in de Griekse stadsstaten met directe democratie, beslisten burgers zelf. Tegenwoordig is dit meestal indirecte of representatieve democratie, waarbij vertegenwoordigers in naam van het volk besturen. Dit kan leiden tot een kloof tussen burger en politiek.
* **Bestuur voor het volk:** Dit houdt in dat er gehandeld wordt in het algemeen belang. De definitie van "algemeen belang" kan echter complex en betwistbaar zijn.
De kenmerken van "van, voor en door het volk" vallen niet altijd naadloos samen, wat leidt tot vragen over de kloof tussen volk en vertegenwoordigers, de definitie van het volk, het algemeen belang en de aard van vertegenwoordiging.
### 2.2 Verschillende manieren om democratie te organiseren
* **Directe democratie:** Burgers beslissen zelf, direct en zonder tussenkomst van vertegenwoordigers.
* **Indirecte democratie (representatieve democratie):** Burgers beslissen via gekozen vertegenwoordigers. De besluitvorming wordt gedelegeerd aan politici.
* **Deliberatieve democratie:** Een diverse groep burgers komt, na geïnformeerd te zijn, tot een politiek besluit door middel van overleg. Dit kan gebeuren via steekproeven of loting.
### 2.3 Kenmerken van de moderne liberale democratie
Moderne westerse democratieën worden vaak omschreven als liberale democratieën. Hierbij verwijst "liberaal" naar vrijheid en niet naar de politieke ideologie van liberale partijen. Zeven centrale kenmerken zijn:
* Respect voor fundamentele rechten en vrijheden.
* Een parlement van volksvertegenwoordigers.
* Verantwoording en verkiezingen.
* Een meerpartijenstelsel en pluralisme.
* Scheiding der machten en een onafhankelijke rechterlijke macht.
* Rechtsstaat en beperking van de staatsmacht.
* Transparantie (controleerbaarheid).
### 2.4 Autoritaire en totalitaire regimes
Deze regimes kenmerken zich door:
* Een leider die als halfgod wordt beschouwd.
* Ondermijning van de rechtsorde.
* Controle over de privésfeer.
* Permanente mobilisatie van de bevolking.
* Legitimering door steun van "de massa".
Hannah Arendt stelt dat totalitaire regimes niet alleen de publieke ruimte vernietigen door individuen te isoleren en hun politieke capaciteiten te vernietigen, maar ook het privéleven zelf te ontwrichten.
Het verschil tussen een liberale democratie en een totalitair regime is aanzienlijk, waarbij de laatstgenoemde uitersten vertegenwoordigt.
### 2.5 Oligarchische bestuursvormen
In deze bestuursvormen voert dezelfde elitegroep systematisch de macht uit. Dit kan op twee manieren:
* **Duidelijke elite:** Een specifieke elitegroep behoudt de macht, formeel zonder democratische inspraak. Zij bezitten zowel formele als feitelijke macht (bv. religieuze leiders, koninklijke families).
* **Formele democratie met elitebehoud:** Hoewel formeel democratisch, berust de macht steeds bij dezelfde groep. Kiesregels kunnen worden aangepast om de machtsgreep te behouden (bv. Rusland onder Poetin, de VS onder Trump).
## 3. De Belgische pacificatiedemocratie
Dit deel behandelt de specifieke Belgische manier van democratisch besturen, gekenmerkt door consensus en pacificatie.
### 3.1 Meerderheids- en consensusdemocratie
Besturen in naam van het volk kan op verschillende manieren, zoals het competitiemodel (meerderheidsdemocratie) en het coalitiemodel (consensusdemocratie).
### 3.2 Gewapende vrede: de Belgische pacificatiedemocratie
De Belgische pacificatiedemocratie, ook wel "gewapende vrede" genoemd, kenmerkt zich door:
* Gesloten topoverleg tussen machtige elites die namens hun achterban optreden.
* Noodzakelijke compromissen die ook op basisniveau doorgedrukt kunnen worden.
* Elites die aanzienlijke macht hebben binnen en over hun achterban om "package deals" te laten naleven.
Deze vorm van democratie is ontstaan door de Belgische geschiedenis van scherpe conflicten op levensbeschouwelijke, sociaal-economische en communautaire breuklijnen. De spelregels zijn gericht op het beheersen van deze conflicten.
Volgens Lijphart is pacificatiedemocratie een type democratie met specifieke gedragsregels voor elites:
* Consensusbesluitvorming in plaats van meerderheidsbesluiten.
* Gesloten, vaak geheime onderhandelingen binnen een kleine groep.
* Een zakelijke en technische benadering van conflicten.
* Het zoeken naar compromissen en het afsluiten van "package deals".
* Belang van samenwerking en vertrouwen tussen onderhandelaars.
* Het erkennen van het andere kamp als tegenstander om mee te discussiëren, niet als vijand om te vernietigen.
Belangrijke voorbeelden van pacificatiebesluitvorming zijn de ondertekening van het Schoolpact (1958) en de Corona-onderhandelingen (april 2020), waarbij voorafgaand aan regeringsbeslissingen voorstellen werden geformuleerd binnen overlegstructuren zoals de "Groep van 10".
### 3.3 Gevolgen en het einde van een consensusmodel
De pacificatiedemocratie heeft aanzienlijke gevolgen voor de democratie:
* **Probleem 1: Democratie?** Er ontstaan parallelle circuits van besluitvorming, buiten het parlement om. De kwaliteit en democratische controle van deze parallelle circuits, inclusief belangengroepen, zijn twijfelachtig. Hun mogelijke monopoliepositie en interne democratische besluitvorming zijn ook aandachtspunten.
* **Probleem 2: Kostprijs?** Compromissen en "package deals" worden vaak gefinancierd met extra middelen, wat de kostprijs opdrijft. Dit wordt een groter probleem in tijden van besparingen.
De toenemende verschillen in stemgedrag en de moeizaam functionerende regeringen sinds de verkiezingen van 2019 en 2024 wijzen op een einde van het consensusmodel. Democratie dreigt te verworden tot een spel van ontevredenheid, protest en uiting van onvrede via politieke weg, acties, demonstraties of mediagemanipulatie.
## 4. Representatie en verkiezingen
Dit deel behandelt hoe burgers vertegenwoordigd worden en hoe verkiezingen georganiseerd worden.
### 4.1 Representatie
* **Modellen van vertegenwoordiging:**
* **Mandaatmodel via partijen:** Gekozenen vertegenwoordigen de partij en staan onder partijdiscipline om het partijprogramma te realiseren.
* **Territoriale vs. inhoudelijke vertegenwoordiging:** Bij territoriale vertegenwoordiging is de kieskring belangrijk en vertegenwoordigt men alle burgers uit die kring. Bij inhoudelijke vertegenwoordiging is het partijprogramma leidend.
* **Vertegenwoordiging en afspiegeling:** Idealiter weerspiegelt het parlement de samenleving, maar in de praktijk is dit vaak niet het geval. Sommige groepen zijn onder- of oververtegenwoordigd.
* **Anne Phillips' "politics of presence":** De aanwezigheid van leden van specifieke groepen vergroot de kans dat hun wensen en belangen beter vertegenwoordigd worden.
* **Verantwoording:** Vertegenwoordigers moeten achteraf verantwoording afleggen aan de bevolking over hun beleid. Legitimiteit is gebaseerd op de output en de evaluatie daarvan.
### 4.2 Verkiezingen
Eerlijke verkiezingen zijn competitief, vrij, eerlijk en gelijk.
#### 4.2.1 Organisatie van verkiezingen
De organisatie van verkiezingen beïnvloedt het bestuur na de verkiezingen. Opkomstplicht is geen stemplicht.
* **Kiessysteem:**
* **Kieskring:** Het geografische gebied waaruit vertegenwoordigers worden gekozen. De discussie over een federale kieskring voor federale verkiezingen is relevant.
* **Evenredig kiessysteem:** Zetels worden verdeeld over partijen op basis van hun aandeel in de uitgebrachte stemmen. In België geldt een proportioneel systeem met een kiesdrempel van 5% voor Vlaamse en federale verkiezingen.
* **Rekensysteem:** Het systeem-Dhondt wordt gebruikt om zetels toe te wijzen.
* **Opvolgerssysteem:** Bij lokale verkiezingen is er geen opvolgerssysteem; de eerstvolgende niet-verkozen kandidaat schuift in.
* **Selectiemechanismen:**
* **Stap 1 (partijzetels):** Bepalen hoeveel zetels een partij krijgt.
* **Stap 2 (kandidaatzetels):** Bepalen welke kandidaten verkozen zijn.
#### 4.2.2 Wijzigingen aan het kiessysteem (vanaf 2024)
* **Lokale verkiezingen:**
* Opkomstplicht afgeschaft.
* Geen kiesdrempel van 5%.
* Geen opvolgerssysteem; de eerst verkozen kandidaat schuift in.
* Alleen voorkeurstemmen bepalen wie zitting neemt.
* Afschaffing van de invloed van de lijststem; deze telt wel mee om de grootste partij te bepalen.
* De lijsttrekker van de grootste partij krijgt exclusief initiatiefrecht om een bestuursmeerderheid te vormen.
* De persoon met de hoogste voorkeurstemmen uit de grootste partij in de coalitie wordt burgemeester.
* Nieuwe gemeenteraden starten in december van het verkiezingsjaar.
* **Federale verkiezingen:**
* Aanpassing van het kiessysteem waarbij het effect van de lijststem wordt geneutraliseerd; alleen voorkeurstemmen tellen.
* Elke plaats op de lijst wordt een verkiesbare plaats.
* Waarschijnlijk zullen deze wijzigingen ook voor Vlaamse verkiezingen gelden.
---
# De Belgische pacificatiedemocratie
De Belgische pacificatiedemocratie kenmerkt zich door consensusbesluitvorming tussen elites, het zoeken naar compromissen en het beheersen van conflicten, vaak via gesloten overleg.
### 3.1 Meerderheids- en consensusdemocratie
Besturen in naam van het volk kan op verschillende manieren gebeuren. Twee modellen die hierbij centraal staan, zijn het competitiemodel en het coalitiemodel.
### 3.2 Gewapende vrede: de Belgische pacificatiedemocratie
De Belgische pacificatiedemocratie, ook wel aangeduid als 'de gewapende vrede', is een specifiek type democratie dat volgens Carl Devos gekenmerkt wordt door gesloten topoverleg tussen machtige elites. Deze elites moeten, indien nodig, namens hun achterban een vuist maken, maar zijn ook in staat om onvermijdelijke compromissen door te drukken. Essentieel is dat de elites voldoende macht binnen en over hun achterban beschikken om zogenaamde 'package deals' af te dwingen en na te leven.
Ons land kent een geschiedenis van scherpe conflicten langs levensbeschouwelijke, sociaal-economische en communautaire breuklijnen. De pacificatiedemocratie is het antwoord op de vraag hoe politieke besluitvorming in België geregeld is om deze conflicten te beheersen en welke spelregels hierbij gelden.
Volgens Lijphart is de pacificatiedemocratie een specifiek type democratie met de volgende gedragsregels voor de elites:
* **Consensusbesluitvorming:** Er wordt gestreefd naar consensus in plaats van een meerderheidsbesluit.
* **Gesloten overleg:** Overleg vindt vaak plaats in een kleine, gesloten en soms geheime groep.
* **Zakelijke benadering:** Conflicten worden op een zakelijke en technische manier benaderd.
* **Compromis en package deals:** Het zoeken naar compromissen leidt vaak tot het afsluiten van 'package deals'.
* **Samenwerking en vertrouwen:** Tussen de onderhandelaars is een sfeer van samenwerking en vertrouwen belangrijk.
* **Tegenstanders, geen vijanden:** In een democratie wordt het andere kamp beschouwd als een tegenstander om mee te discussiëren, niet als een vijand die vernietigd moet worden.
**Voorbeelden van pacificatiebesluitvorming:**
* **Ondertekening Schoolpact (1958):** Dit pact markeerde het einde van de schoolstrijd na discrete onderhandelingen tussen de toppen van de grote politieke families.
* **Corona-onderhandelingen (april 2020):** Voor het opvangen van de sociaal-economische gevolgen van de coronacrisis werden voorstellen geformuleerd binnen de 'Groep van 10', in samenspraak met politieke leiders, voorafgaand aan regeringsbeslissingen.
**Gevolgen van de pacificatiedemocratie:**
De pacificatiedemocratie heeft significante gevolgen voor de democratie zelf. Ze werd vaak toegepast bij 'explosieve kwesties' om tot een "gewapende vrede" te komen. Luc Huyse stelt dat de pacificatiedemocratie, als crisismanagementinstrument, zware gevolgen heeft voor de democratie:
* **Probleem 1: Democratie?**
* Er ontstaan parallelle circuits van besluitvorming naast de formele overheidsinstanties.
* De regering (uitvoerende macht) wordt een zenuwknooppunt voor de productie van politieke beslissingen.
* Een sterke parlement, onafhankelijke pers en magistratuur zijn nodig om een tegenmacht te vormen.
* De democratische controle en kwaliteit van de parallelle circuits, waar belangengroepen opereren, zijn discutabel. Er bestaat een risico op monopolievorming en gebrek aan interne democratische besluitvorming bij deze groepen.
* **Probleem 2: Kostprijs?**
* Compromissen worden vaak 'gesmeerd' met extra middelen, wat leidt tot hogere kosten.
* Package deals, waarbij iedereen iets krijgt, kunnen enkel worden afgesloten als er voldoende financiële middelen beschikbaar zijn, wat een probleem wordt in tijden van besparingen.
### 3.3 Het einde van een consensusmodel
Er zijn tekenen dat het consensusmodel onder druk staat:
* **Van compromis naar conflict:** De nadruk verschuift van compromis naar conflict.
* **Grote verschillen in stemgedrag:** Dit bemoeilijkt het vinden van consensus.
* **Asymmetrische coalities:** Deze zijn moeilijk te vormen en te bestendigen.
* **Moeilijk functionerende regeringen:** Dit wordt geïllustreerd door de instabiliteit rond de verkiezingen van 2019 en de verwachtingen voor 2024.
De vraag rijst of democratie is verworden tot een spel van ontevredenheid, onvrede en proteststemmen. Democratie biedt weliswaar veel mogelijkheden om onvrede te uiten (politieke weg, stemhokje, actie voeren, demonstreren, taal- en cultuuroorlogen in de media), maar de manier waarop beslissingen worden genomen, kan leiden tot verdere vervreemding.
---
# Representatie en verkiezingen
Dit onderwerp onderzoekt hoe burgers vertegenwoordigd worden in een democratisch systeem, de verschillende modellen die hierbij gehanteerd worden, de rol en kenmerken van verkiezingen, en de mechanismen die leiden tot de selectie van kandidaten.
### 4.1 Representatie
Representatie betreft het mandaat dat verkozenen in het parlement ontvangen van de burgers om gedurende een bepaalde termijn beslissingen te nemen. Naast deze grondwettelijke invulling bestaan er feitelijke modellen die de rol van vertegenwoordigers bepalen.
#### 4.1.1 Modellen van vertegenwoordiging
* **Vertegenwoordiging via partijen (Mandaatmodel):** Partijen ontvangen een mandaat van de kiezer om hun programma te realiseren. Vertegenwoordigers zijn gebonden aan partijdiscipline om dit programma uit te voeren.
* **Territoriale of inhoudelijke vertegenwoordiging:**
* Bij **territoriale vertegenwoordiging** is de kieskring van belang. Vertegenwoordigers dienen alle burgers uit hun kieskring te vertegenwoordigen, of enkel de kiezers die zich achter het partijprogramma scharen. Bij gemeentelijke verkiezingen worden vertegenwoordigers verkozen over het hele grondgebied.
#### 4.1.2 Vertegenwoordiging en verantwoording
* **Vertegenwoordiging en afspiegeling:** Idealiter weerspiegelt het parlement de gehele samenleving. In de praktijk is dit vaak niet het geval, waarbij bepaalde groepen meer of minder vertegenwoordigd zijn. Er is een discussie over de vraag of een beperkt aantal parlementsleden voldoende representatief is voor miljoenen burgers, en of deze vertegenwoordigers de diversiteit (genderidentiteit, leeftijd, beroepsgroepen) in de samenleving adequaat weergeven.
* De 'politics of presence' stelt dat de aanwezigheid van leden van specifieke groepen de kans vergroot dat de belangen van die groepen beter behartigd worden. Naast genderbalans spelen ook partijverschillen een rol bij de standpunteninname in besluitvorming.
* **Verantwoording:** Vertegenwoordigers moeten achteraf verantwoording afleggen aan de bevolking over de aanpak van problemen. Legitimiteit wordt mede bepaald door de output en een gunstige evaluatie van hun handelen.
### 4.2 Verkiezingen
Verkiezingen vormen een cruciaal mechanisme in een democratie om burgers hun stem te laten horen en vertegenwoordigers te kiezen.
#### 4.2.1 Eerlijke verkiezingen
Eerlijke verkiezingen kenmerken zich door de volgende principes:
* Competitief
* Vrij
* Eerlijk
* Gelijk
#### 4.2.2 Organisatie van verkiezingen
De organisatie van verkiezingen heeft impact op het bestuur na de verkiezingen.
* **Kiesstelsel:** Het systeem bepaalt hoe stemmen worden omgezet in zetels.
* **Kieskring:** Het geografische gebied waarbinnen verkiezingen plaatsvinden. Bij federale verkiezingen wordt gediscussieerd over een federale kieskring. Provinciale kieskringen worden bepaald door het aantal inwoners.
* **Evenredig kiessysteem:** Zetels worden verdeeld op basis van het aandeel van partijen in de uitgebrachte stemmen. In België geldt een kiesdrempel van 5% voor Vlaamse en federale verkiezingen. Het systeem-Dhondt wordt gebruikt voor de zetelverdeling.
* **Opvolgerssysteem:** Bepaalt wie een vrijgekomen zetel inneemt.
* **Stemrecht:** Wie mag stemmen. Opkomstplicht is geen stemplicht.
* **Selectie van kandidaten:** Het proces waarbij personen op kieslijsten komen te staan en verkozen worden.
#### 4.2.3 Selectiemechanismen
Er zijn twee hoofdfasen in de selectie van verkozenen:
* **Stap 1: Welke partijen krijgen hoeveel zetels?** Dit wordt bepaald door het kiesstelsel en de kiesdrempel.
* **Stap 2: Welke kandidaten zijn verkozen?** Dit hangt af van de voorkeurstemmen die individuele kandidaten behalen, en de invloed van de lijststem.
##### Wijzigingen aan verkiezingen
* **Federale verkiezingen:** Het effect van de lijststem wordt geneutraliseerd; enkel uitgebrachte voorkeurstemmen tellen voor de selectie van verkozenen.
* **Lokale verkiezingen (vanaf 2024):**
* Opkomstplicht afgeschaft.
* Geen kiesdrempel van 5%.
* Geen opvolgerssysteem; de eerste niet-onmiddellijk verkozen kandidaat schuift in.
* De invloed van de lijststem wordt afgeschaft; deze telt enkel nog mee om de grootste partij te bepalen.
* De lijsttrekker van de grootste partij heeft een exclusief initiatiefrecht om een bestuursmeerderheid te vormen.
* De persoon met het hoogste aantal voorkeurstemmen uit de grootste partij in de coalitie wordt burgemeester.
* Nieuwe gemeenteraden starten in december van het verkiezingsjaar, in plaats van in januari van het jaar erop.
> **Tip:** Het is belangrijk om de specifieke regels en recente wijzigingen rond kiesstelsels en selectiemechanismen goed te kennen, aangezien deze directe invloed hebben op de samenstelling van parlementen en besturen.
> **Voorbeeld:** De afschaffing van de lijststem bij lokale verkiezingen vergroot de individuele invloed van de kiezer op welke kandidaten daadwerkelijk verkozen worden. Dit kan leiden tot een grotere focus op individuele kandidaten en hun programma's in plaats van enkel op de partijlijst.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Democratie als principe | Democratie verwijst naar de fundamentele gelijkheid van alle burgers bij het meebeslissen over de organisatie van de samenleving, los van specifieke bestuursvormen of grondwetten. |
| Democratie als bestuursvorm | De concrete invulling en vormgeving van democratie via specifieke grondwetten, politieke regimes en besluitvormingsmechanismen, die de structuur en resultaten van politieke interactieprocessen bepalen. |
| Pacificatiedemocratie | Een type democratie, zoals de Belgische, waarbij elites via gesloten topoverleg tot consensusbesluiten komen, vaak door middel van compromissen en 'package deals', om conflicten te beheersen en stabiliteit te waarborgen. |
| Representatie | Het proces waarbij gekozen vertegenwoordigers in organen zoals parlementen het mandaat krijgen van burgers om namens hen beslissingen te nemen gedurende een bepaalde termijn. |
| Verkiezingen | Een fundamenteel onderdeel van democratie waarbij burgers hun vertegenwoordigers kiezen. Eerlijke verkiezingen vereisen competitie, vrijheid, gelijkheid en integriteit in het stemproces. |
| Oligarchie | Een bestuursvorm waarbij de macht systematisch wordt uitgeoefend door een kleine, dominante elitegroep, die dit formeel of feitelijk kan doen met of zonder democratische pretenties. |
| Liberale democratie | Een moderne westerse democratie die gekenmerkt wordt door respect voor fundamentele rechten en vrijheden, een parlement van volksvertegenwoordigers, verantwoording en verkiezingen, een meerpartijenstelsel, scheiding der machten, een rechtsstaat en transparantie. |
| Directe democratie | Een vorm van democratie waarbij burgers zelf, direct en zonder tussenkomst van vertegenwoordigers, beslissingen nemen, bijvoorbeeld via referenda. |
| Indirecte democratie (Representatieve democratie) | Een vorm van democratie waarbij burgers beslissingen nemen via indirecte weg, door vertegenwoordigers die via verkiezingen zijn verkozen en de besluitvorming delegeren. |
| Deliberatieve democratie | Een model van democratie waarbij een diverse groep burgers, na geïnformeerd te zijn over de problematiek, tot een politiek besluit komt door middel van overleg en discussie om tot de best mogelijke oplossing te komen. |
| Sociaal contract | Een theoretisch of impliciet contract tussen burgers en de staat, waarbij de burgers macht aan de staat verlenen in ruil voor bescherming en organisatie van de samenleving. |
| Algemeen belang | Het belang dat geacht wordt te gelden voor de gehele bevolking of samenleving, vaak een centraal, doch soms moeilijk te definiëren, concept binnen de politieke filosofie. |
| Package deal | Een onderhandelingsresultaat waarbij meerdere afzonderlijke kwesties of voorstellen tegelijkertijd worden afgehandeld en goedgekeurd, vaak als onderdeel van een grotere compromisvorming. |
| Kieskring | Een geografisch of demografisch afgebakend gebied dat dient voor de organisatie van verkiezingen, waarbij het aantal vertegenwoordigers per kieskring afhankelijk kan zijn van het aantal inwoners of kiezers. |
| Evenredig kiessysteem | Een kiessysteem waarbij de zetels in het parlement evenredig worden verdeeld over de politieke partijen op basis van hun aandeel in het totale aantal uitgebrachte stemmen. |