Importpathologie_2023 (1).pptx
Summary
# Importziekten na verblijf in het buitenland
Dit onderwerp behandelt medische aandoeningen die optreden na verblijf in het buitenland, met een focus op koorts na reizen naar tropische gebieden.
### 1.1 Algemene overwegingen bij koorts na buitenlands verblijf
Internationale reizen nemen toe, wat resulteert in een stijging van het aantal reizigers dat na terugkeer ziek wordt. Een aanzienlijk percentage van reizigers naar ontwikkelingslanden wordt geconfronteerd met ziekte, en een deel hiervan zoekt medische hulp. Koorts is een veelvoorkomende presentatieklacht bij terugkerende reizigers, wat een brede differentiële diagnose vereist. Hulpverleners zijn niet altijd bekend met deze tropische pathologieën, waardoor het cruciaal is om eraan te denken. Levensbedreigende pathologieën zoals malaria, buiktyphus en leverabcessen vereisen onmiddellijke herkenning, terwijl andere aandoeningen vaker goedaardig van aard zijn.
> **Tip:** Vraag altijd naar recent verblijf in het buitenland of tropische gebieden, vooral bij patiënten met koorts.
### 1.2 Risicofactoren en anamnese
De kans op blootstelling aan importziekten wordt beïnvloed door verschillende factoren:
* **Geografische anamnese:** Bestemming (Sub-Sahara Afrika, Azië en Latijns-Amerika zijn hoog-risicogebieden).
* **Verblijfsomstandigheden:** Van vijfsterrenhotel tot rugzaktoerisme.
* **Duur van de reis:** Langere verblijven verhogen het risico.
* **Blootstelling:** Contact met water, voedsel, insectenbeten, dieren en zieke mensen.
* **Seksuele activiteit.**
* **Profylaxe:** Hoewel nuttig, biedt chemoprofylaxe geen 100% bescherming tegen bijvoorbeeld malaria en buiktyphus.
### 1.3 Koortsende ziekten en differentiële diagnoses
Koortsende ziekten na een reis naar (sub)tropische gebieden kunnen een breed scala aan oorzaken hebben, waaronder virale, bacteriële en parasitaire infecties.
#### 1.3.1 Parasitaire ziekten
* **Malaria:**
* **Oorzaak:** Overdracht via de beet van een besmette mug (Anopheles). Verschillende soorten Plasmodium kunnen infectie veroorzaken: *P. falciparum* (meest dodelijke), *P. vivax*, *P. ovale*, *P. malariae*, en *P. knowlesi*.
* **Inkubatietijd:** Varieert, maar kan enkele dagen tot weken duren.
* **Kliniek:** Geen specifiek koortspatroon. Symptomen kunnen variëren van griepachtige verschijnselen tot ernstige complicaties. Alarmtekens zijn oligurie, donkere urine en bewustzijnsstoornissen.
* **Diagnose:** Dikkedruppeltest en sneltesten. Deze tests kunnen herhaald moeten worden als ze initieel negatief zijn, bij voorkeur tijdens koortsperioden.
* **Behandeling:**
* Niet-ernstige malaria (*P. vivax*, *P. ovale*, *P. malariae*): Chloroquine (Nivaquine) oraal (met uitzondering van Indonesië/Papoea-Nieuw-Guinea).
* Niet-ernstige *P. falciparum*: Atovaquon/proguanil (Malarone) oraal of artemether/lumefantrine (Eurartesim) oraal.
* Ernstige malaria: Artesunaat intraveneus of quinine intraveneus.
* **Complicaties:** *P. falciparum* kan leiden tot ernstige complicaties zoals cerebrale malaria, nierfalen, longoedeem en hemolytische anemie. Rode bloedcellen worden afgebroken, wat kan leiden tot een aanzienlijk percentage parasitemie.
* **Belangrijk:** Recidief infecties kunnen optreden bij *P. vivax* en *P. ovale* vanwege hypnozoïeten in de lever. Er zijn jaarlijks enkele overlijdens aan malaria in België.
* **Leveramoebenabces:**
* **Oorzaak:** Veroorzaakt door *Entamoeba histolytica*.
* **Kliniek:** Koorts, vermagering, vermoeidheid, malaise. Lokale symptomen afhankelijk van de grootte van het abces. Doorbraak naar buikholte of pleura is mogelijk.
* **Diagnose:** Echografie, serologie en onderzoek van feces op parasieten.
* **Behandeling:** Metronidazol.
* **Katayama koorts (acute schistosomiase):**
* **Oorzaak:** Na contact met zoet water besmet met *Schistosoma* eieren, vooral in Afrika, Azië en Latijns-Amerika.
* **Inkubatietijd:** Enkele weken na blootstelling (6-8 weken).
* **Kliniek:** Koorts, hoesten, dyspneu, urticaria, vermagering. Een allergische reactie op de wormen.
* **Diagnose:** Eosinofilie, serologie en onderzoek van feces op parasieten.
#### 1.3.2 Virale ziekten
* **Denguekoorts:**
* **Oorzaak:** Flavivirus, overgedragen door muggen (*Aedes aegypti*).
* **Kliniek:** Griepachtige toestand, hevige spierpijn en retro-orbitale pijn, morbilliforme huiduitslag. Kenmerkend is leukopenie. Er is een risico op een hemorragische vorm met shock.
* **Diagnose:** PCR (vroege fase) of serologie (latere fase, > 1 week).
* **Behandeling:** Ondersteunend.
* **Chikungunya en Zika:** Deze virale infecties kunnen ook griepachtige symptomen veroorzaken na muggenbeten.
#### 1.3.3 Bacteriële ziekten
* **Buiktyphus (Tyfuskoorts):**
* **Oorzaak:** *Salmonella Typhi*.
* **Kliniek:**
* Week 1: Koorts, hoofdpijn, malaise, anorexie, obstipatie, prikkelhoest.
* Week 2: Diffuse buikpijn, bewustzijnsdaling.
* Week 3: Complicaties zoals darmperforatie of intestinale bloeding.
* **Diagnose:** Bloedkweken.
* **Behandeling:** Cefalosporines of chinolonen.
* **Rickettsiose:**
* **Oorzaak:** Overgebracht door teken, luizen, vlooien of mijten.
* **Kliniek:** Hoofd-, spier- en gewrichtspijn, gegeneraliseerde huiduitslag. Vaak een necrotische plek op de plaats van de tekenbeet ('tache noire').
* **Behandeling:** Antibiotica (bv. doxycycline).
* **Leptospirose:**
* **Oorzaak:** Bacterie *Leptospira*, vaak geassocieerd met contact met besmet water (vooral zoet water).
* **Kliniek:** Kan variëren van mild griepachtig tot ernstige vormen zoals Weil's ziekte met icterus en nierfalen.
* **Brucellose en Q-koorts:** Hoger risico bij contact met dieren.
#### 1.3.4 Andere importziekten
* **Hepatitis A:** Vaak geassocieerd met slechte hygiëne en voedselinname.
* **Sexueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA's):** Zoals HIV, HBV, syfilis, urethritis, PID.
* **Huidinfecties:** Zoals scabies en pediculosis.
* **Gastro-intestinale parasieten:** Zoals *Giardia lamblia*.
### 1.4 Ziekten bij migranten
Migranten, vooral in de eerste maanden na verblijf in België of na terugkeer uit hun thuisland, kunnen geconfronteerd worden met:
* **Infectieziekten:** Malaria, buiktyphus, hepatitis A.
* **Huidinfecties:** Scabies, pediculosis, schimmelinfecties.
* **Gastro-intestinale parasieten:** *Giardia lamblia*, *Ascaris*.
* **Tuberculose:** Vooral bij personen uit hoog-endemische landen (Afrika, Azië, Oost-Europa).
* **HIV.**
### 1.5 Genetisch bepaalde ziekten
Sommige migrantenpopulaties hebben een hogere prevalentie van genetisch bepaalde aandoeningen, zoals:
* **Familiale Middellandse Zeekoorts:** Recidiverende polyserositis.
* **Hemoglobinopathieën:** Thalassemie en sikkelcelanemie, leidend tot hemolytische anemie en sikkelcelcrises.
### 1.6 Aanpak op spoedgevallen
Bij patiënten met koorts na een buitenlands verblijf is een systematische aanpak essentieel:
1. **Klinische alarmsymptomen evalueren:** Shock, bewustzijnsdaling, nekstijfheid, bloedingsdiathese, ernstige dyspneu.
2. **Eerste differentiële diagnose:** Ga er bij koorts na tropenreis van uit dat het malaria is tot het tegendeel bewezen is.
3. **Levensbedreigende aandoeningen overwegen:** Malaria, buiktyphus, amoebenabces. Houd rekening met het principe "wat frequent is, is frequent" (malaria, dengue, rickettsiose, buiktyphus zijn relatief veelvoorkomend).
4. **Laboratoriumonderzoek:**
* Dikkedruppelproef (malaria), eventueel herhaaldelijk.
* Bloedkweken.
* Routine labo (hemogram, elektrolyten, lever- en nierfunctie, CRP).
* Specifieke serologieën (bv. voor dengue, rickettsiose).
* Beeldvorming: Rx thorax, echo abdomen.
5. **Expert advies:** Raadpleeg gespecialiseerde centra zoals het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) of het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV).
6. **Isolatie:** Beoordeel de noodzaak van isolatie op basis van de vermoedelijke diagnose (bv. bij verdenking op MDR-tuberculose).
> **Tip:** Raadpleeg altijd een deskundige bij twijfel over de diagnose of behandeling van importziekten.
---
# Diagnostiek en aanpak van tropische ziekten
Dit deel focust op de diagnostische methoden en de aanpak op spoedgevallendiensten voor patiënten met mogelijke tropische aandoeningen.
### 2.1 Toename van internationale reizen en importziekten
Internationale reizen nemen toe, wat resulteert in een stijging van het aantal patiënten dat ziek wordt na een verblijf in het buitenland. Een aanzienlijk percentage van de reizigers naar ontwikkelingslanden wordt geconfronteerd met ziekte, waarbij een deel medische hulp zoekt. Koorts is een veelvoorkomende presentatieklacht bij terugkerende reizigers.
> **Tip:** De toenemende frequentie van internationale reizen maakt het cruciaal voor hulpverleners op spoedgevallendiensten om alert te zijn op importziekten.
### 2.2 Algemene principes van diagnostiek op spoedgevallendiensten
#### 2.2.1 Epidemiologische anamnese
Een grondige geografische anamnese is essentieel bij patiënten met mogelijke tropische aandoeningen. Hierbij worden de volgende aspecten bevraagd:
* **Bestemming:** Specifieke regio's binnen (sub)tropische gebieden.
* **Verblijfsomstandigheden:** Van vijfsterrenhotel tot rugzaktoerisme.
* **Duur van het verblijf:** Langere verblijven verhogen het risico.
* **Activiteiten tijdens verblijf:**
* Contact met zoet water.
* Voedings- en drinkgewoonten.
* Blootstelling aan insectenbeten.
* Contact met dieren of zieke personen.
* Seksuele activiteit.
* **Profylaxe:** Gebruik van profylactische middelen (bv. malariapillen) en de effectiviteit ervan.
> **Tip:** Vraag altijd of patiënten naar het buitenland zijn geweest, zelfs indien de reis als 'niet avontuurlijk' wordt beschouwd.
#### 2.2.2 Differentiële diagnose
Bij koorts na een verblijf in de tropen moet een brede differentiële diagnose worden overwogen. Veelvoorkomende oorzaken zijn:
* **Malaria:** Hoewel er chemoprofylaxe bestaat, is deze niet 100% doeltreffend. Malaria kan op verschillende momenten na de blootstelling optreden en moet altijd in de differentiaaldiagnose worden opgenomen.
* **Virale infecties:** Zoals Dengue, Chikungunya en Zika. Deze kunnen griepachtige symptomen met spierpijn en huiduitslag veroorzaken.
* **Bacteriële infecties:** Denk aan buiktyphus (Salmonella typhi), die na verloop van tijd kan leiden tot darmcomplicaties. Ook brucellose en Q-koorts, vaak geassocieerd met contact met dieren, behoren tot de mogelijkheden. Leptospirose is een andere belangrijke bacteriële infectie die via zoet water kan worden overgedragen.
* **Parasitaire infecties:** Naast malaria kunnen amoebenabcessen (Entamoeba histolytica) en Katayama-koorts (acute schistosomiasis) voorkomen.
#### 2.2.3 Klinische alarmsymptomen
Bepaalde symptomen op de spoedgevallendienst vereisen onmiddellijke aandacht en een snelle diagnostische aanpak:
* Shock
* Bewustzijnsstoornissen
* Nekstijfheid
* Bloedingsdiathese
* Ernstige dyspneu
#### 2.2.4 Levensbedreigende tropische ziekten
Sommige tropische ziekten zijn potentieel levensbedreigend en vereisen een snelle diagnose en behandeling:
* Malaria (vooral *Plasmodium falciparum*)
* Buiktyphus met complicaties (darmperforatie, bloeding)
* Leverabces door *Entamoeba histolytica*
* Ernstige vormen van Dengue (hemorragische koorts met shock)
> **Tip:** 'Koorts na de tropen is malaria tot het tegendeel bewezen' is een nuttige vuistregel om geen malaria te missen.
### 2.3 Specifieke diagnostische methoden
#### 2.3.1 Laboratoriumonderzoek
Standaard laboratoriumonderzoek is cruciaal, aangevuld met specifieke testen:
* **Algemeen bloedonderzoek:**
* Hemolyse: kan wijzen op malaria (verhoogd bilirubine, verhoogd LDH, verlaagd haptoglobine).
* Trombocytopenie: frequent bij malaria en Dengue.
* Inflammatoire parameters (CRP): verhoogd bij infecties.
* Hyponatriëmie: kan voorkomen bij diverse tropische ziekten.
* **Malaria-diagnostiek:**
* **Dikkedruppelproef:** Goudstandaard voor de diagnose van malaria. Kan herhaaldelijk worden uitgevoerd, bij voorkeur tijdens koortsperiodes.
* **Malaria sneltest:** Snel, maar minder gevoelig dan de dikkedruppelproef.
* **Bloedkweken:** Essentieel bij verdenking op bacteriële infecties zoals buiktyphus.
* **Urine- en faeceskweken:** Om gastro-intestinale of urineweginfecties op te sporen.
* **Serologie:** Voor de diagnose van diverse virale en parasitaire infecties (bv. Dengue, Hepatitis A, Schistosomiasis). Bij verdenking op Dengue en een reis van minder dan een week, wordt PCR (aantonen genetisch materiaal) aangevraagd; bij een langer verblijf wordt serologie (antistoffen) gebruikt.
* **Beeldvorming:**
* **Röntgen thorax:** Bij verdenking op luchtweginfecties.
* **Echografie abdomen:** Kan splenomegalie (vergrote milt, frequent bij malaria) of leverabcessen aantonen.
#### 2.3.2 Specifieke ziektebeelden en hun diagnostiek
* **Malaria:**
* Diagnose middels dikkedruppel en sneltest. Bij negatieve uitslagen de test herhalen.
* *Plasmodium falciparum* is de dodelijkste vorm.
* **Dengue:**
* Klinisch beeld: griepachtige symptomen, spierpijn, hoofdpijn (vooral achter de ogen), huiduitslag.
* Diagnostiek: PCR (vroege fase), serologie (latere fase).
* Cave: hemorrhagische vorm met shock.
* **Buiktyphus (Tyfuskoorts):**
* Verwekker: *Salmonella typhi*.
* Kliniek: Koorts, hoofdpijn, buikpijn, obstipatie, later diarree. Complicaties zoals darmperforatie of bloeding zijn mogelijk.
* Diagnostiek: Bloedkweken.
* **Rickettsiose:**
* Overdracht: teken, luizen, vlooien, mijten.
* Kliniek: Hoofd-, spier- en gewrichtspijn, gegeneraliseerde huiduitslag, soms necrose op de plaats van de beet ('tache noire').
* **Amoebenabces:**
* Verwekker: *Entamoeba histolytica*.
* Presentatie: Koorts, vermagering, vermoeidheid, leverabces.
* Diagnostiek: Echografie, serologie, fecesonderzoek op parasieten.
* **Katayama-koorts (Acute schistosomiasis):**
* Ontwikkeling na contact met besmet zoet water.
* Kliniek: Koorts, hoesten, dyspneu, urticaria, vermagering.
* Diagnostiek: Eosinofilie, serologie, fecesonderzoek.
### 2.4 Behandeling op spoedgevallendiensten
#### 2.4.1 Behandeling van malaria
* **Niet-ernstige malaria:**
* *P. ovale, P. malariae, P. vivax*: Nivaquine oraal (uitzondering: Indonesië/Papoea-Nieuw-Guinea).
* *P. falciparum*: Malarone oraal of Eurartesim oraal.
* **Ernstige malaria:** Artesunaat intraveneus of quinine intraveneus.
#### 2.4.2 Behandeling van andere tropische ziekten
* **Dengue:** Ondersteunende behandeling.
* **Buiktyphus:** Cefalosporines of quinolones.
* **Amoebenabces:** Metronidazol.
#### 2.4.3 Algemene aanpak
* Altijd de ABC-evaluatie uitvoeren (Airway, Breathing, Circulation).
* Overweeg isolatie van de patiënt indien er sprake is van een potentieel besmettelijke ziekte.
* Raadpleeg expertise indien nodig (bv. tropenziekenhuizen, ITG, WIV).
* Denk ook aan niet-tropische aandoeningen, zeker bij patiënten die minder risicovol reizen.
> **Tip:** Bij patiënten die terugkeren uit endemische gebieden, dient men er rekening mee te houden dat recidieven van infecties (bv. malaria door *P. ovale* of *P. vivax*) mogelijk zijn, omdat deze vormen langdurig in de lever kunnen persisteren.
### 2.5 Ziekten bij migranten
Migranten kunnen gedurende de eerste maanden na aankomst in België of na terugkeer uit hun thuisland infectieziekten manifesteren, waaronder malaria, buiktyphus, hepatitis A, huidinfecties zoals scabies en pediculosis, en parasitaire infecties zoals Giardia lamblia en Ascaris. Ook tuberculose en HIV komen vaker voor in landen met een hoge endemie. Genetisch bepaalde ziekten zoals familiaire Middellandse Zeekoorts, hemoglobinopathieën (thalassemie, sikkelcelanemie) kunnen eveneens relevant zijn.
### 2.6 Rol van de spoedgevallendienst
De spoedgevallendienst speelt een cruciale rol in de vroege detectie en initiële management van tropische ziekten. Het is essentieel om alert te zijn op patiënten met koorts na een reis naar (sub)tropische gebieden en systematisch de juiste anamnese en diagnostiek toe te passen om levensbedreigende aandoeningen tijdig te herkennen en te behandelen.
---
# Specifieke importziekten
Deze sectie biedt een overzicht van specifieke ziekten die geïmporteerd kunnen worden na verblijf in het buitenland, met focus op ziektebeelden zoals malaria, dengue, buiktyphus en ricketsiose, inclusief hun diagnostiek en behandeling.
### 3.1 Algemene principes bij importziekten
De toename van internationale reizen resulteert in een groter aantal reizigers dat geconfronteerd wordt met ziekten, met name na verblijf in ontwikkelingslanden. Een aanzienlijk percentage van deze reizigers zoekt medische hulp, en hoewel de mortaliteit laag is, is de morbiditeit significant. Koorts is een veelvoorkomende presentatieklacht bij terugkerende reizigers, wat een brede differentiële diagnose noodzaakt. Zorgverleners zijn niet altijd bekend met deze tropische pathologie.
#### 3.1.1 Belang van de anamnese
Een gedetailleerde geografische anamnese is cruciaal voor het stellen van de juiste diagnose. Factoren zoals de bestemming, verblijfsomstandigheden (bv. vijfsterrenhotel vs. rugzaktoerisme), duur van de reis, contact met water, voeding, insectenbeten, contact met dieren of zieke mensen, en seksuele activiteit zijn van belang. Profylaxe, met name voor malaria en buiktyphus, is niet altijd 100% effectief. Hoe langer de reisduur, hoe groter het risico op blootstelling.
#### 3.1.2 Presentatie op spoedgevallen
Op de spoedgevallen presenteren patiënten zich vaak met koorts na een reis naar (sub)tropische gebieden. Naast de veelvoorkomende koorts, kunnen er diverse andere symptomen optreden, afhankelijk van de specifieke ziekte. Aandacht moet uitgaan naar potentieel levensbedreigende pathologieën zoals malaria, buiktyphus en leverabcessen, hoewel de meeste andere aandoeningen doorgaans goedaardiger van aard zijn.
> **Tip:** Vraag altijd expliciet of patiënten naar het buitenland zijn geweest, of ooit in de tropen zijn geweest, ook al lijkt de reis niet avontuurlijk.
#### 3.1.3 Differentiële diagnose bij koorts na tropen
De differentiële diagnose bij koorts na een tropische reis is breed en omvat virale, bacteriële en parasitaire infecties. Overwegingen bij de differentiële diagnose zijn onder meer:
* **Malaria:** Komt frequent voor bij reizen naar Afrika en Azië.
* **Dengue:** Ook frequent na reizen naar Azië, met symptomen die lijken op griep.
* **Buiktyphus:** Een bacteriële infectie met koorts, buikpijn en soms darmcomplicaties.
* **Ricketsiose:** Overgedragen door teken, met hoofdpijn, spierpijn en huiduitslag.
* **Andere:** Leptospirose, Q-koorts, brucellose, leverabces door amoeben, en virale infecties zoals chikungunya en zika.
> **Tip:** "Koorts na tropen is malaria tot het tegendeel bewezen" is een belangrijke vuistregel op de spoedgevallen.
### 3.2 Specifieke importziekten
#### 3.2.1 Malaria
Malaria is een ernstige, potentieel dodelijke ziekte veroorzaakt door parasieten van het geslacht *Plasmodium*, die worden overgedragen door vrouwelijke *Anopheles*-muggen.
* **Oorzakelijke agentia:** *Plasmodium falciparum* (meest dodelijk), *P. vivax*, *P. ovale*, *P. malariae*, en *P. knowlesi*.
* **Overdracht:** Via de beet van een geïnfecteerde mug.
* **Pathofysiologie:** De parasieten infecteren en vernietigen rode bloedcellen, wat leidt tot symptomen zoals koorts, rillingen, anemie en orgaanschade. *P. falciparum* wordt beschouwd als de meest dodelijke vorm.
* **Klinische presentatie:** Geen specifiek koortspatroon. Symptomen kunnen variëren van milde griepachtige klachten tot ernstige orgaandisfunctie.
* **Alarmtekens:** Oligurie, donkere urine, bewustzijnsstoornissen, icterus, convulsies, hemodynamische instabiliteit.
* **Diagnostiek:**
* **Dikkedruppelpreparaten:** Goudstandaard, kan herhaald worden, bij voorkeur tijdens koortsperiodes. Een parasitemie van meer dan 4% wordt als hoog beschouwd; 17% is zeer hoog.
* **Sneltesten:** Kunnen worden gebruikt, maar zijn minder gevoelig dan dikkedruppelpreparaten bij lage parasitemie.
* **Laboratoriumonderzoek:** Kan wijzen op hemolyse (verhoogd bilirubine, verhoogd LDH, verlaagd haptoglobine), trombocytopenie, anemie, hyponatriëmie en verhoogd CRP.
* **Behandeling:**
* **Niet-ernstige malaria:**
* *P. vivax, P. ovale, P. malariae* (niet uit Indonesië/Papua Nieuw-Guinea): Chloroquine (bv. Nivaquine).
* *P. falciparum*: Malaron of Eurartesim (oraal).
* **Ernstige malaria:** Artesunaat intraveneus (of quinine intraveneus).
* **Complicaties:** Difuus hersenoedeem, nierfalen, longoedeem, darmbloedingen, bacteriële co-infecties.
* **Preventie:** Chemoprofylaxe is niet 100% effectief.
* **Prognose:** Zonder adequate behandeling kan malaria levensbedreigend zijn. Sterfgevallen treden 2-4 keer per jaar op in België. Recidieven kunnen optreden bij *P. ovale* en *P. vivax* door langdurige leverreservoirs.
> **Example:** Een patiënt presenteert zich met koorts, rillingen, hoofdpijn en spierpijn na een verblijf in Zambia. Een dikkedruppelpreparaat toont *Plasmodium falciparum* met een parasitemie van 10%. Dit vereist onmiddellijke behandeling met intraveneus artesunaat vanwege de hoge parasitemie en het risico op ernstige complicaties.
#### 3.2.2 Dengue
Dengue is een virale infectie overgedragen door muggen, met een wereldwijde prevalentie in tropische en subtropische gebieden.
* **Oorzakelijke agentia:** Denguevirus (DENV), een flavivirus met vier serotypes (DENV-1, -2, -3, -4).
* **Overdracht:** Via de beet van geïnfecteerde muggen, voornamelijk *Aedes aegypti*.
* **Klinische presentatie:**
* **Klassieke dengue:** Koorts, hoofdpijn (vaak retro-orbitaal), spierpijn (myalgie), gewrichtspijn (arthralgie), huiduitslag (morbilliforme), misselijkheid en braken.
* **Dengue Hemorragische Koorts (DHF) en Dengue Shock Syndroom (DSS):** Ernstigere vormen met verhoogde vasculaire permeabiliteit, plasmaverlies, bloedingen en shock.
* **Diagnostiek:**
* **PCR:** Aanwezigheid van viraal RNA (hyperacuut, binnen de eerste week van de ziekte).
* **Serologie:** Antistoffen (NS1-antigeen, IgM, IgG) kunnen worden aangetoond, afhankelijk van het ziektestadium. Langer dan een week na het begin van de symptomen is serologie geïndiceerd.
* **Laboratoriumonderzoek:** Leukopenie is een veelvoorkomend kenmerk.
* **Behandeling:**
* **Supportief:** Geen specifieke antivirale therapie. Behandeling is gericht op symptoombestrijding en het voorkomen van complicaties zoals dehydratie en shock. Adequate vochttoediening is cruciaal.
* **Preventie:** Muggenwering en het bestrijden van muggenhabitats.
> **Example:** Een reiziger keert terug uit Cambodja met hoofdpijn, spierpijn en koorts. Op een van de onderarmen wordt een huiduitslag waargenomen. PCR-testen zijn negatief, maar na een week wordt dengue serologie positief voor IgM-antistoffen. De patiënt wordt behandeld met orale rehydratie en pijnstillers.
#### 3.2.3 Buiktyphus (Tyfuskoorts)
Buiktyphus is een bacteriële infectie veroorzaakt door *Salmonella enterica* serovar Typhi, die zich voornamelijk verspreidt via besmet voedsel en water.
* **Oorzakelijke agentia:** *Salmonella typhi*.
* **Overdracht:** Fecale-orale route via besmet voedsel en water.
* **Klinische presentatie:**
* **Week 1:** Progressieve koorts, hoofdpijn, malaise, anorexie, obstipatie (kan overgaan in diarree), prikkelhoest.
* **Week 2:** Diffuse buikpijn, afname van bewustzijn.
* **Week 3:** Complicaties zoals darmperforatie of intestinale bloedingen.
* **Diagnostiek:**
* **Bloedkweken:** Hoge sensitiviteit in de eerste week van de ziekte.
* **Feces- en urineculturen:** Positief in latere stadia.
* **Behandeling:**
* **Antibiotica:** Cefalosporines of chinolonen worden gebruikt.
* **Complicaties:** Darmperforatie, intestinale bloedingen, encefalopathie, cholecystitis, osteomyelitis.
* **Preventie:** Vaccinatie en naleving van hygiënische maatregelen (veilige voeding en water).
> **Tip:** Bij patiënten met buiktyphus kunnen de bacteriën zich in de lymfeklieren van de darm vestigen, wat kan leiden tot complicaties zoals perforatie.
#### 3.2.4 Ricketsiose
Ricketsiose is een groep bacteriële infecties die worden overgebracht door teken, luizen, vlooien of mijten.
* **Oorzakelijke agentia:** Diverse *Rickettsia*-soorten.
* **Overdracht:** Via beten van geïnfecteerde vectoren (voornamelijk teken).
* **Klinische presentatie:**
* Hoofd-, spier- en gewrichtspijn.
* Gegeneraliseerde huiduitslag.
* Vaak een necrotische plek op de plaats van de tekenbeet, de zogenaamde 'tache noire'.
* **Diagnostiek:** Serologie is de belangrijkste diagnostische methode.
* **Behandeling:** Antibiotica, zoals tetracyclines.
#### 3.2.5 Andere importziekten
* **Amoebenabces (leverabces):** Veroorzaakt door *Entamoeba histolytica*. Presenteert zich met koorts, vermagering, vermoeidheid en malaise. De grootte van het abces bepaalt de ernst van de lokale symptomen. Diagnose via echo, serologie en fecesonderzoek. Behandeling met metronidazol.
* **Katayama koorts (acute schistosomiase):** Ontstaat na contact met stilstaand zoetwater in endemische gebieden (voornamelijk Afrika, Latijns-Amerika). Presenteert zich met koorts, hoesten, dyspneu, urticaria en vermagering, meestal enkele weken na blootstelling. Diagnose door eosinofilie, serologie en fecesonderzoek.
* **SOA's (Seksueel Overdraagbare Aandoeningen):** Inclusief HIV, HBV, syfilis, urethritis en Pelvic Inflammatory Disease (PID).
### 3.3 Aanpak van importziekten op spoedgevallen
Bij patiënten met symptomen na verblijf in het buitenland, met name bij koorts, is een systematische aanpak essentieel.
#### 3.3.1 Klinische alarmsymptomen
Let op klinische alarmsymptomen zoals:
* Shock
* Bewustzijnsstoornissen
* Nekstijfheid
* Bloedingsdiathese
* Ernstige dyspneu
#### 3.3.2 Diagnostische stappen
1. **Anamnese:** Grondige geografische anamnese, reisomstandigheden, profylaxe.
2. **Klinisch onderzoek:** Beoordeling van alarmsymptomen, huiduitslag, icterus, etc.
3. **Basis laboratoriumonderzoek:**
* **Dikkedruppelpreparaat:** Essentieel voor malaria-diagnostiek, eventueel herhaald.
* **Bloedkweken:** Voor bacteriële infecties (bv. buiktyphus).
* **Routine labo:** Bloedbeeld, elektrolyten, lever- en nierfuncties, CRP.
4. **Beeldvorming:**
* **X-thorax:** Bij respiratoire klachten.
* **Echo abdomen:** Voor orgaanafwijkingen zoals splenomegalie of leverabcessen.
5. **Specifieke serologie of PCR:** Afhankelijk van de verdenking (bv. Dengue, Ricketsiose).
> **Belangrijk:** Ga uit van de vuistregel dat koorts na een tropenreis malaria kan zijn, totdat het tegendeel is bewezen. Beoordeel de noodzaak van isolatie, afhankelijk van de vermoedelijke ziekte.
#### 3.3.3 Expert advies
Indien nodig, kan advies ingewonnen worden bij experts op het gebied van tropische geneeskunde, bijvoorbeeld via het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) of het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Importpathologie | Medische aandoeningen die ontstaan na verblijf in een ander land, vaak met tropische of exotische oorzaken. |
| GeoSentinel | Een wereldwijd netwerk van reizigersgezondheidsklinieken dat gegevens verzamelt over ziekten die reizigers oplopen. |
| Profylaxe | Preventieve maatregelen die worden genomen om ziekte of infectie te voorkomen, zoals medicatie of vaccinatie. |
| Incubatietijd | De periode tussen de blootstelling aan een ziekteverwekker en het optreden van de eerste symptomen. |
| Febrille illness | Een ziekte die gepaard gaat met koorts als een van de belangrijkste symptomen. |
| Buiktyphus | Een bacteriële infectie veroorzaakt door Salmonella typhi, die voornamelijk het maagdarmkanaal aantast. |
| Malaria | Een door muggen overgedragen parasitaire ziekte die koorts, koude rillingen en griepachtige symptomen veroorzaakt. |
| Plasmodium falciparum | De gevaarlijkste malariaparasiet die ernstige complicaties en zelfs de dood kan veroorzaken. |
| Parasitemie | De aanwezigheid van parasieten in het bloed, uitgedrukt als een percentage van de geïnfecteerde rode bloedcellen. |
| Dikdruppeltest | Een laboratoriumtest die gebruikt wordt om malaria te diagnosticeren door de aanwezigheid van malariaparasieten in een druppel bloed te onderzoeken. |
| Eurartesim | Een combinatiegeneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van malaria, bestaande uit artemether en lumefantrine. |
| Artesunaat | Een intraveneus medicijn dat wordt gebruikt voor de behandeling van ernstige malaria. |
| Dengue | Een door muggen overgedragen virale ziekte die kan leiden tot ernstige symptomen, waaronder hevige spier- en gewrichtspijn en, in ernstige gevallen, hemorragische koorts. |
| Chikungunya | Een virale ziekte die door muggen wordt overgedragen en die hevige gewrichtspijn, koorts en huiduitslag veroorzaakt. |
| Zika | Een virale ziekte die door muggen wordt overgedragen en die milde symptomen veroorzaakt, maar gevaarlijk kan zijn voor zwangere vrouwen vanwege het risico op microcefalie bij de foetus. |
| Ricketsiose | Een groep bacteriële infecties die worden overgebracht door teken, luizen, vlooien of mijten, en die symptomen zoals koorts, hoofdpijn en huiduitslag veroorzaken. |
| Tache noire | Een karakteristieke zwarte plek op de plaats van een tekenbeet, vaak een symptoom van ricketsiose. |
| Amoebenabces | Een abces dat wordt veroorzaakt door de parasiet Entamoeba histolytica, vaak voorkomend in de lever. |
| Schistosomiase (Katayama koorts) | Een parasitaire infectie die wordt opgelopen door contact met besmet water, en die koorts, hoesten en huiduitslag kan veroorzaken. |
| SOA (Seksueel Overdraagbare Aandoening) | Infecties die worden overgedragen via seksueel contact. |
| Tuberculose | Een bacteriële infectie die voornamelijk de longen aantast, maar ook andere delen van het lichaam kan beïnvloeden. |
| Hemoglobinopathieen | Een groep genetische aandoeningen die de structuur of functie van hemoglobine beïnvloeden, zoals sikkelcelanemie en thalassemie. |
| Sikkelcelanemie | Een erfelijke bloedaandoening waarbij rode bloedcellen een sikkelvorm hebben, wat kan leiden tot pijn, orgaanschade en anemie. |
| Anamnese | De medische voorgeschiedenis van een patiënt, verzameld door middel van vragen stellen. |
| Cosmopolitische aandoeningen | Ziekten die wereldwijd voorkomen, maar die in tropische gebieden frequenter kunnen optreden of een ander verloop kunnen hebben. |
| Bloedingsdiathese | Een neiging tot bloedingen, vaak veroorzaakt door problemen met de bloedstolling. |
| Levensbedreigende aandoening | Een medische toestand die acuut levensgevaar oplevert. |