antropolgie hoofdstuk 3 en 2 (fout).pdf
Summary
# Communicatievaardigheden voor artsen
Dit studieonderdeel richt zich op essentiële communicatievaardigheden voor artsen, met de nadruk op breed observeren en reflexiviteit [41](#page=41) [42](#page=42) [43](#page=43) [44](#page=44) [45](#page=45) [46](#page=46) [47](#page=47) [48](#page=48) [49](#page=49) [50](#page=50).
### 1.1 Breed observeren
Breed observeren omvat het aandachtig waarnemen van de patiënt en de omgeving, waarbij zowel verbale als non-verbale signalen worden meegenomen [41](#page=41) [42](#page=42) [43](#page=43) [44](#page=44) [45](#page=45).
#### 1.1.1 Non-verbale signalen
Non-verbale communicatie, zoals lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en gedrag, biedt waardevolle inzichten in de gemoedstoestand van de patiënt. Artsen dienen deze signalen te herkennen en te interpreteren om de patiënt beter te begrijpen [42](#page=42).
> **Tip:** Benoem non-verbale signalen bij de patiënt [42](#page=42).
#### 1.1.2 Voorbeeld van breed observeren
Dr. Leila Khan observeert Miguel in de wachtkamer. Ze merkt op dat hij onrustig is, zijn handen samenvoegt en onontvankelijk lijkt, wat duidt op nervositeit en ongemak. Ze observeert ook zijn interactie met zijn gezin, de zorgzaamheid die hij toont, en de manier waarop zijn kind geruststelling bij hem zoekt, wat inzicht geeft in de gezinsdynamiek. Verder merkt ze de Latijns-Amerikaanse muziek op die hij luistert en zijn aarzeling bij het worden opgeroepen voor zijn afspraak [45](#page=45).
> **Voorbeeld:** Dr. Khan herkent non-verbale signalen van nervositeit en observeert de gezinsdynamiek door te letten op de interactie tussen Miguel en zijn gezin [45](#page=45).
#### 1.1.3 Vragen stellen
Open vragen stimuleren de patiënt om te praten en informatie te delen. Het is belangrijk om nieuwsgierig en sensitief door te vragen om diepere inzichten te verkrijgen [41](#page=41) [42](#page=42) [43](#page=43).
> **Tip:** Doorvraagmethoden die nieuwsgierig en sensitief zijn, helpen bij het verkrijgen van meer informatie [43](#page=43).
### 1.2 Reflexiviteit
Reflexiviteit is het vermogen van een arts om aandacht te besteden aan de manier waarop informatie binnenkomt en om te reflecteren op eigen gevoelens, oordelen en positie ten opzichte van het gehoorde [47](#page=47).
#### 1.2.1 Definitie en kenmerken van reflexiviteit
Reflexiviteit is de competentie waarbij men aandacht besteedt aan de manier waarop informatie wordt ontvangen en waarbij men reflecteert op eigen gevoelens, oordelen en positie rond het gehoorde. Dit omvat zowel verbredend (kaleidoscoop) als verdiepend (ijsberg) perspectief. Het impliceert bewustzijn van eigen perspectieven, mogelijke vooroordelen en hoe deze de perceptie van de patiënt beïnvloeden. Bij reflexief handelen ziet men eigen gedachten en houdingen, die als "normaal" of "goed" worden ervaren, als één van de mogelijke oplossingen voor een probleem. Het besef dat andere perspectieven waardevol zijn, is hierbij cruciaal [47](#page=47).
> **Definitie:** Reflexiviteit is het bewustzijn van en reflecteren op eigen gevoelens, oordelen en positie bij het ontvangen van informatie [47](#page=47).
#### 1.2.2 De arts als kaleidoscopic waarnemer (verbredend)
Het "Kaleidoscoop" perspectief binnen reflexiviteit benadrukt het verbredende aspect van observatie, waarbij de arts zich afvraagt "Waarom doet een mens wat zij/hij doet?". Dit omvat het overwegen van verschillende invalshoeken en factoren die iemands handelen beïnvloeden [48](#page=48).
#### 1.2.3 Kruispuntdenken en privilege
Binnen het kader van het kaleidoscopic perspectief kan kruispuntdenken worden toegepast, waarbij men rekening houdt met factoren als geslacht, seksuele geaardheid, etniciteit, opleidingsniveau, sociaaleconomische achtergrond en geboorteplaats. Het besef van eigen privilege op basis van deze factoren is een essentieel onderdeel van reflexiviteit [49](#page=49).
> **Voorbeeld:** Factoren zoals man-zijn, heteroseksualiteit, wit zijn, hoog opgeleid zijn, en geboren zijn in België kunnen individuele privileges vertegenwoordigen [49](#page=49).
#### 1.2.4 De arts als diepgaande waarnemer (verdiepend)
Het "Ijsberg" perspectief binnen reflexiviteit focust op het verdiepende aspect, waarbij de arts verder kijkt dan de oppervlakte om de onderliggende redenen en motieven te begrijpen: "Waarom doet een mens wat zij/hij doet?". Dit vereist diepgaande reflectie op de complexiteit van menselijk gedrag en motivatie [50](#page=50).
---
# Studiefinanciering en achtergrond van geneeskundestudenten
Dit onderwerp onderzoekt de financiële bronnen en achtergronden van geneeskundestudenten, met specifieke aandacht voor de invloed van familieachtergrond, inkomen en minderheidsstatus op studiefinanciering.
### 2.1 Achtergrondinformatie geneeskundestudenten
#### 2.1.1 Familieachtergrond en opleiding van de moeder
De opleiding van de moeder van een student wordt als een indicator voor de sociaaleconomische achtergrond gebruikt. Dit kan indirect iets zeggen over de middelen en de culturele hoofdstad die beschikbaar zijn voor de studie van de student .
#### 2.1.2 Familiale connecties met geneeskunde
Er wordt onderzocht of geneeskunde een "familieberoep" is, wat suggereert dat studenten met familieleden in de medische sector mogelijk andere stimulansen of ondersteuning ontvangen .
#### 2.1.3 Inkomen van de financier van de studie
Het inkomen van degene die de studie financiert, is een belangrijke factor in de studiefinanciering. Dit kan variëren van ouders tot de student zelf of andere bronnen .
#### 2.1.4 Belangrijkste bronnen van studiefinanciering
De belangrijkste bronnen van studiefinanciering worden geïdentificeerd, wat inzicht geeft in hoe studenten hun studie bekostigen. Dit kan een combinatie zijn van eigen middelen, leningen, beurzen of familiebijdragen .
#### 2.1.5 Minderheidsgroepen
De achtergrond van studenten die tot minderheidsgroepen behoren, wordt specifiek geanalyseerd in relatie tot hun studiefinanciering. Dit omvat mogelijke verschillen in toegang tot middelen of specifieke financieringsregelingen .
> **Tip:** Het bestuderen van de achtergrondkenmerken van geneeskundestudenten kan helpen om potentiële barrières of ondersteunende factoren met betrekking tot studiefinanciering te identificeren.
---
# De antropologische kijk op disease, illness en sickness
Dit onderwerp verkent hoe de antropologie de concepten ziekte (disease), ziek voelen (illness) en ziek zijn (sickness) benadert, waarbij de sociale, culturele en historische context centraal staat .
### 3.1 De concepten disease, illness en sickness
Binnen de antropologie worden de termen disease, illness en sickness onderscheiden om een genuanceerder beeld te krijgen van ziekte dan enkel de biomedische definitie .
#### 3.1.1 Disease
'Disease' verwijst naar een objectieve, biomedisch gedefinieerde ziekte, gekenmerkt door specifieke symptomen en vaak een duidelijke oorzaak. Hoewel het concept van 'disease' in de biomedische wereld als objectief en losstaand van sociale of culturele context wordt beschouwd, stelt de antropologie dat een volledig objectieve, cultuurvrije classificatie niet bestaat. De historische en geografische context bepalen onze kennis van wat als 'disease' wordt beschouwd .
* **Voorbeelden van 'disease' in de biomedische context:** Diabetes, hypertensie .
* **Nosologie:** Het systeem van classificatie van ziekten en symptomen, zoals de ICD (International Classification of Diseases) in de biomedische cultuur .
De antropologische invalshoek toont aan dat zelfs vermeende 'objectieve' ziekteclassificaties cultureel gevormd zijn .
##### 3.1.1.1 Invloed van context op 'disease'
De historische evolutie van medische en wetenschappelijke kennis is cruciaal. Het "Humane Genome Project" illustreert dit: aanvankelijk werd vermoed dat het menselijk genoom meer dan 100.000 genen bevatte, maar later onderzoek reduceerde dit tot ongeveer 20.000 genen. Dit leidde tot het concept van 'epigenetica', waarbij omstandigheden en contexten bepaalde genen "aan" of "uit" kunnen schakelen .
* **Epigenetica en overdraagbaarheid:** Hongersnood kan bijvoorbeeld een overlevingsmodus activeren, wat de kans op diabetes vergroot. Deze epigenetische veranderingen kunnen zelfs worden overgedragen op nakomelingen, die daardoor een hogere kans op diabetes hebben, ondanks dat zij de oorspronkelijke context van hongersnood nooit hebben meegemaakt. Idem geldt voor trauma, dat de omgang met angst en stress bij eerste en tweede generatie nakomelingen kan beïnvloeden .
De biomedische classificatie van 'disease' is dus niet universeel en tijdloos, maar wordt mede gevormd door de omgeving en historische ontwikkelingen .
#### 3.1.2 Illness
'Illness' verwijst naar de subjectieve ervaring van ziek zijn, de persoonlijke beleving van symptomen, klachten en het ziekteproces. Het is de 'zieke' beleving die mensen hebben van hun aandoening, onafhankelijk van de biomedische diagnose .
#### 3.1.3 Sickness
'Sickness' verwijst naar de sociale en culturele aspecten van ziek zijn. Het omvat hoe ziekte wordt erkend, geïnterpreteerd en behandeld binnen een samenleving. Dit omvat ook de sociale rollen die met ziekte gepaard gaan en hoe de maatschappij hierop reageert .
### 3.2 Culturele interpretatie van ziekte: Brazilië en de Candomblé
De Braziliaanse Candomblé-religie biedt een fascinerend voorbeeld van hoe culturele en religieuze overtuigingen de interpretatie van 'disease', 'illness' en 'sickness' beïnvloeden .
* **Candomblé:** Een religieuze filosofie die centraal staat in de Braziliaanse cultuur, met een pantheon van geesten die 'orichas' worden genoemd .
* **Bezetenheid versus psychose:** Binnen de Candomblé wordt het ervaren van bezetenheid en vereenzelviging met de geesten onderscheiden van wat in de westerse biomedische context als psychose of geestelijke ziekte wordt beschouwd. Dit illustreert hoe de culturele en religieuze kaders de betekenis en interpretatie van bepaalde ervaringen bepalen, en daarmee ook de sociale reactie daarop .
> **Tip:** Denk na over hoe de manier waarop je over een bepaalde klacht spreekt (illness) en hoe de maatschappij ermee omgaat (sickness) kan verschillen, zelfs als de onderliggende biologische oorzaak (disease) hetzelfde is in verschillende culturen .
---
# Macht, hegemonie, medicalisering en biomedische dominantie
Dit onderwerp onderzoekt hoe machtsstructuren, met name biomedische, invloed uitoefenen op de gezondheid, ziekte en maatschappelijke normen.
### 4.1 Macht en hegemonie in de geneeskunde
Hegemonie verwijst naar de macht om ideeën, waarden en betekenissen te bepalen, waardoor sociale orde en ongelijkheid als normaal en natuurlijk worden beschouwd. Medische kennis en instituties spelen hierin een cruciale rol door sociale controle te reproduceren. De biomedische geneeskunde functioneert als een vorm van macht en disciplinering, waarbij medische instellingen bepalen wat als "normaal", "gezond", "ziek" of "stoornis" geldt. Dit kan ertoe leiden dat sociale oorzaken van ziekte onderbelicht raken .
> **Tip:** Begrijpen hoe medische autoriteit en symboliek (zoals uniformen, dure apparatuur, ziekenhuisarchitectuur) een gevoel van helende kracht creëren, is essentieel om de invloed van biomedische tradities te doorgronden. Deze symboliek wekt verwachtingen die de effectiviteit van behandelingen kunnen beïnvloeden, ongeacht de specifieke medische interventie .
### 4.2 Medicalisering
Medicalisering is het proces waarbij gedrag, dat voorheen buiten het domein van de geneeskunde viel, wordt gedefinieerd en behandeld als een medisch probleem. Dit kan leiden tot de psychiatrie, waarbij diagnoses fungeren als instrumenten van "governance" .
> **Voorbeeld:** De COVID-19 pandemie wordt gezien als een voorbeeld van "governmentality" (Foucault). Politiek beleid werd sterk bepaald door biomedische perspectieven (epidemiologie, virologie), wat ten koste ging van sociale overwegingen en benaderingen uit de publieke gezondheid, sociologie en antropologie. Dit resulteerde in een focus op technologische oplossingen en een toename van sociale en technologische controle van individuen en groepen .
### 4.3 Biomedische dominantie en de reproduceerbaarheid van macht
Biomedische denkkaders bepalen in toenemende mate het sociale leven en politiek beleid, zonder dat de onderliggende sociale determinanten van gezondheid, zoals armoede, huisvesting en structureel racisme, adequaat worden aangepakt. Het biomedische, wetenschappelijke perspectief draagt zo bij aan de reproductie van politieke macht en controle, evenals sociale discriminatie .
#### 4.3.1 "Crazywise" en afwijkend gedrag
De documentaire "Crazywise" illustreert de marginalisering van "psychiatrische patiënten" en hoe verschillende culturen kijken naar "afwijkend gedrag". Dit benadrukt hoe culturele normen en biomedische definities van mentale gezondheid variëren en de maatschappelijke behandeling van individuen beïnvloeden .
---
# Tools for diverse patient groups
Deze sectie van de studiehandleiding behandelt diverse tools en benaderingen die ingezet kunnen worden om zorg te bieden aan patiëntengroepen met specifieke behoeften en achtergronden. Het doel is om gelijkwaardige zorg voor iedereen te waarborgen door rekening te houden met culturele, sociale, demografische en individuele verschillen [10](#page=10) [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [9](#page=9).
### 5.1 Medische antropologie en cultuur
Medische antropologie en culturele competentie zijn essentieel om de invloed van cultuur op gezondheid en ziekte te begrijpen. Het erkennen en respecteren van verschillende culturele opvattingen over gezondheid, ziekte, behandeling en genezing is cruciaal voor effectieve zorgverlening. Dit omvat kennis over [15](#page=15):
* **Culturele achtergronden:** Begrip van de waarden, overtuigingen, tradities en gewoonten die de gezondheidsperceptie en het gedrag van patiënten beïnvloeden [15](#page=15).
* **Communicatie:** Aandacht voor non-verbale communicatie, sociale etiquette en het vermijden van cultureel ongepaste taal of gebaren [15](#page=15).
* **Therapeutische relatie:** Opbouwen van vertrouwen door culturele sensitiviteit en het tonen van respect voor de patiënt en diens culturele context [15](#page=15).
### 5.2 Generieke competenties
Generieke competenties vormen de basis voor effectieve zorgverlening aan diverse patiëntengroepen. Deze competenties zijn toepasbaar in verschillende contexten en voor uiteenlopende patiëntkenmerken. Kernaspecten van generieke competenties omvatten [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18):
* **Evidence-based medicine (EBM):** Het integreren van de beste beschikbare wetenschappelijke evidentie met klinische expertise en patiëntvoorkeuren. Dit vereist het kritisch beoordelen van onderzoek en het toepassen van de resultaten in de praktijk [17](#page=17).
* **Mensenrechten:** Zorgverlening moet gebaseerd zijn op respect voor de inherente waardigheid en rechten van elke persoon, ongeacht hun achtergrond. Dit betekent het actief beschermen van patiëntenrechten en het bevorderen van gelijkheid [14](#page=14).
* **Tweesporenbeleid:** Dit beleid streeft ernaar om zowel generieke competenties te ontwikkelen die voor alle patiënten relevant zijn, als specifieke competenties die gericht zijn op bepaalde doelgroepen of situaties [18](#page=18).
### 5.3 Mensenrechten
Het respecteren van mensenrechten is een fundamenteel principe in de zorg voor diverse patiëntengroepen. Dit houdt in dat alle patiënten recht hebben op [14](#page=14):
* **Gelijkheid en non-discriminatie:** Zorg mag niet worden onthouden of verschillend worden verleend op basis van ras, etniciteit, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, religie, handicap of enige andere beschermde status [14](#page=14).
* **Toegang tot zorg:** Alle patiënten moeten toegang hebben tot adequate gezondheidszorg zonder financiële, geografische of andere barrières [14](#page=14).
* **Informed consent:** Patiënten hebben het recht om geïnformeerde beslissingen te nemen over hun eigen zorg, met duidelijke en begrijpelijke informatie [14](#page=14).
### 5.4 Taalondersteuning
Effectieve communicatie is cruciaal, en taal kan een aanzienlijke barrière vormen. Tools voor taalondersteuning omvatten [14](#page=14):
* **Professionele tolken:** Inzet van getrainde tolken, zowel live als via tele- of video-tolken, om de accurate overdracht van medische informatie te waarborgen [14](#page=14).
* **Vertaling van materialen:** Zorginformatie, zoals brochures en toestemmingsformulieren, beschikbaar stellen in de moedertaal van de patiënt [14](#page=14).
* **Gebruik van eenvoudige taal:** Zorgprofessionals moeten streven naar duidelijke, eenvoudige taal en jargon vermijden, ook wanneer er geen tolk aanwezig is [14](#page=14).
### 5.5 Gezondheidsvaardigheden
Gezondheidsvaardigheden (health literacy) verwijzen naar de mate waarin individuen de informatie kunnen verkrijgen, verwerken en begrijpen die nodig is om gezonde beslissingen te nemen. Tools om gezondheidsvaardigheden te verbeteren zijn onder andere [14](#page=14):
* **Visuele hulpmiddelen:** Gebruik van pictogrammen, afbeeldingen en diagrammen om informatie te verduidelijken [14](#page=14).
* **"Teach-back" methode:** Patiënten vragen om de informatie in hun eigen woorden te herhalen om begrip te controleren [14](#page=14).
* **Aangepast materiaal:** Het creëren van educatieve materialen op verschillende leesniveaus [14](#page=14).
### 5.6 Tools bij gender
Specifieke aandacht is nodig voor de zorg van patiënten van verschillende genders, waarbij rekening gehouden wordt met genderidentiteit en -expressie. Dit omvat [14](#page=14):
* **Respectvolle bejegening:** Gebruik van de juiste voornaamwoorden en het vermijden van aannames over iemands gender [14](#page=14).
* **Kennis van specifieke gezondheidsrisico's:** Begrip van gezondheidsproblemen die specifiek zijn voor bepaalde genderidentiteiten of gerelateerd zijn aan genderbevestigende zorg [14](#page=14).
* **Veilige omgeving:** Creëren van een inclusieve en veilige omgeving waarin patiënten zich comfortabel voelen om open te zijn over hun genderidentiteit [14](#page=14).
### 5.7 Tools bij een oudere leeftijd
De vergrijzing brengt specifieke uitdagingen met zich mee in de zorg. Tools en benaderingen die relevant zijn voor oudere patiënten zijn [14](#page=14):
* **Aanpassing van communicatie:** Langzamer spreken, duidelijke articulatie en het geven van voldoende tijd voor antwoorden [14](#page=14).
* **Geriatrische zorgprincipes:** Rekening houden met polyfarmacie, cognitieve achteruitgang, mobiliteitsproblemen en sociale isolatie [14](#page=14).
* **Multidisciplinaire aanpak:** Samenwerking tussen artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten en sociaal werkers [14](#page=14).
* **Ondersteuning van mantelzorgers:** Betrekken en ondersteunen van familieleden en informele zorgverleners [14](#page=14).
### 5.8 Tools bij migratieachtergrond
Patiënten met een migratieachtergrond kunnen te maken hebben met specifieke gezondheidsuitdagingen en culturele verschillen. Effectieve tools omvatten [14](#page=14):
* **Culturele sensitiviteit:** Diepgaand begrip van de culturele achtergronden, migratie-ervaringen en mogelijke stigma's die verband houden met gezondheid [14](#page=14).
* **Taalondersteuning:** Zoals eerder genoemd, is het bieden van taalondersteuning essentieel [14](#page=14).
* **Screening op specifieke aandoeningen:** Kennis van infectieziekten die vaker voorkomen in bepaalde populaties of ziekten die verband houden met migratie-ervaringen [14](#page=14).
* **Navigatie in het zorgsysteem:** Hulp bieden bij het begrijpen van het gezondheidszorgsysteem en het verkrijgen van toegang tot benodigde zorg [14](#page=14).
* **Interculturele communicatie:** Het ontwikkelen van vaardigheden om effectief te communiceren over gezondheidsthema's met mensen uit diverse culturele achtergronden [14](#page=14).
---
# Vragenlijst "The Net"
Deze sectie behandelt de structuur en de eerste demografische variabelen die worden verzameld via de "The Net" vragenlijst.
### 6.1 Algemene informatie over de vragenlijst
De vragenlijst "The Net" is een instrument dat wordt gebruikt om demografische gegevens te verzamelen van respondenten, met een focus op de context van studenten. Het doel is om een beeld te krijgen van de achtergrond van de studenten die deelnemen aan het onderzoek .
### 6.2 Demografische variabelen
De vragenlijst verzamelt een reeks demografische gegevens, waaronder:
#### 6.2.1 Gender
De vragenlijst registreert het gender van de respondenten. In de context van de verzamelde gegevens waren er 484 respondenten waarvan het gender werd geregistreerd .
#### 6.2.2 Moedertaal
Een andere kernvariabele is de moedertaal van de student. Dit draagt bij aan het begrip van de linguïstische achtergrond van de onderzochte groep .
#### 6.2.3 Geboorteland
De vragenlijst maakt onderscheid tussen het geboorteland van de student, specifiek kijkend naar het aandeel van studenten geboren in België en studenten geboren in niet-Belgische landen. Deze informatie helpt bij het analyseren van de geografische spreiding van de studentenpopulatie .
#### 6.2.4 Nationaliteit
Ten slotte wordt ook de nationaliteit van de student verzameld als een demografische variabele. Dit geeft inzicht in de diverse nationale achtergronden binnen de respondentengroep .
---
# Diversiteit, witte privilege en persoonlijke bewustwording in de geneeskunde
Dit onderwerp verkent de aanwezigheid en aard van diversiteit binnen geneeskundestudenten, introduceert het concept van witte privilege als een bron van blinde vlekken, en benadrukt het belang van persoonlijke bewustwording voor betere arts-patiëntrelaties en stressmanagement.
### 7.1 Diversiteit in de geneeskunde
Een aanzienlijk deel van de eerstejaars geneeskundestudenten komt uit gezinnen met een witte, hogere sociaaleconomische klasse en een hogere opleiding. Hoewel dit waar is, is er desondanks diversiteit aanwezig binnen de studentengroep. Deze diversiteit is dynamisch, evolueert constant en is niet altijd direct zichtbaar. Het erkennen en omgaan met deze diversiteit biedt de groep de kans om blinde vlekken te identificeren en aan te pakken .
### 7.2 Witte privilege en blinde vlekken
Het concept "witte privilege" dient niet om schuldgevoelens op te roepen. Het is eerder een bewustwording dat onze ervaring van de samenleving onvermijdelijk beïnvloed wordt door onze achtergrond, wat leidt tot "blinde vlekken" betreffende aspecten zoals armoede, migratie, gender en cultuur. Dit betekent dat onze beleving van de maatschappij verschilt van die van veel patiënten .
### 7.3 Persoonlijke bewustwording en de arts-patiëntrelatie
Verbeterde persoonlijke bewustwording faciliteert positieve relaties met patiënten en vergroot het vermogen om met stress om te gaan. Artsen die zich bewust worden van de invloed van persoonlijke factoren op hun gedrag, kunnen beter onderzoeken hoe en waarom ze bepaalde keuzes maken. Deze persoonlijke bewustwording is een cruciale eerste stap om aanpassingen in houding en gedrag te stimuleren. Bovendien kan het leiden tot een dieper en verfijnder begrip van het gedrag van patiënten .
> **Tip:** Beschouw het concept van witte privilege niet als een persoonlijke beschuldiging, maar als een analytisch instrument om de ingebakken ongelijkheden in de samenleving te begrijpen en te herkennen hoe deze uw interacties, inclusief die met patiënten, kunnen beïnvloeden.
> **Voorbeeld:** Een arts die is opgegroeid in een welvarend, wit gezin kan zich onbewust minder goed inleven in de financiële stress die een patiënt ervaart bij het kiezen tussen essentiële medicijnen en andere basisbehoeften. Het erkennen van dit "witte privilege" en de bijbehorende blinde vlek is de eerste stap om hier op een empathische en effectieve manier mee om te gaan.
---
# De antropologie van gezondheid en de betekenis van ziekte in verschillende culturen
De antropologie van gezondheid bestudeert hoe culturele contexten de perceptie, ervaring en betekenis van ziekte en gezondheid beïnvloeden.
### 8.1 Het culturele referentiekader van gezondheid en ziekte
De antropologie van gezondheid nodigt uit tot het in twijfel trekken van eigen vooroordelen door het perspectief van een specifieke cultuur te hanteren. Dit is in lijn met het principe van cultuurrelativisme, dat stelt dat normen en waarden alleen begrepen en beoordeeld kunnen worden binnen de context van die specifieke cultuur .
#### 8.1.1 Perspectieven in antropologisch onderzoek
Er worden twee belangrijke perspectieven onderscheiden in het onderzoek naar gezondheid en ziekte:
* **Etisch perspectief:** Dit is het perspectief van de onderzoeker, vaak een arts of antropoloog. Het kenmerkt zich door de vragen van de onderzoeker en wordt beschouwd als een 'objectieve' kijk van een buitenstaander .
* **Emisch perspectief:** Dit is het perspectief van de patiënt of het subject. Het richt zich op de betekenis en zingeving die het individu aan ziekte en gezondheid geeft en wordt beschouwd als een 'subjectieve' kijk van een insider .
#### 8.1.2 Onderzoeksmethoden in de antropologie van gezondheid
De kern van het antropologisch onderzoek ligt in participatieve observatie, waarbij onderzoekers de praktijk zelf gaan observeren en met de betrokkenen praten om te begrijpen wat er werkelijk gebeurt. Dit draagt bij aan het principe om "het vertrouwde exotisch te maken en het exotische vertrouwd" .
#### 8.1.3 Het cultureel referentiekader van de Westerse geneeskunde
De Westerse geneeskunde hanteert een specifiek cultureel referentiekader, dat de volgende uitgangspunten kent :
1. **Belang van het individu:** Er wordt grote nadruk gelegd op het individu en diens persoonlijke verantwoordelijkheid voor welzijn.
2. **Vooruitgang:** Er is een veronderstelling dat de geschiedenis een proces van continue sociale vooruitgang inhoudt.
3. **Controle over de natuur:** De mens wordt gezien als degene die de natuurlijke omgeving moet aanpassen en naar eigen noden moet kneden.
### 8.2 De rol van cultuur in ziekte en gezondheid
De antropologie van gezondheid stelt fundamentele vragen over hoe ziekte en gezondheid binnen verschillende culturen worden begrepen .
#### 8.2.1 Kernvragen binnen de antropologie van gezondheid
Centrale vragen die de antropologie van gezondheid tracht te beantwoorden zijn onder andere :
* Hoe wordt er nagedacht over ziekte en gezondheid?
* Welke rol speelt cultuur in ziekte en gezondheid?
* Wat betekent het om ziek te zijn in verschillende culturen?
* Welke betekenis geven mensen in verschillende culturen aan ziek zijn?
* Hoe geneest men in verschillende culturen?
* Welke rol speelt cultuur in genezingsprocessen?
* Hoe kunnen we door cultuurinzicht komen tot betere gezondheid van populaties?
#### 8.2.2 Wat de antropologie van gezondheid NIET nastreeft
Het is belangrijk te benadrukken dat de antropologie van gezondheid niet primair gericht is op het beantwoorden van vragen als:
* Wat werkt beter?
* Welke behandelingen zijn bewezen effectief en welke niet?
* Hoe kunnen we patiënten overtuigen om Westerse geneeskunde te verkiezen boven andere vormen?
#### 8.2.3 Factoren die gezondheid en welzijn beïnvloeden
De antropologie van gezondheid onderzoekt een breed scala aan factoren die invloed hebben op gezondheid en welzijn. Deze omvatten :
* **Culturele concepten:** Hoe pijn wordt beleefd en hoe men ermee omgaat .
* **Sociale invloeden:** De rol van familiale relaties en het 'sense of belonging' .
* **Maatschappelijke invloeden:** Zoals de verspreiding van ziekten als HIV .
* **Biologische factoren:** Bijvoorbeeld de prevalentie van genetische aandoeningen .
> **Voorbeeld:** Het verhaal van Amanullah illustreert de complexe interactie tussen culturele overtuigingen en ziekte-ervaringen. Zijn schuldgevoel en de opvatting dat ziekte een straf van God of geesten kan zijn, zijn cultureel bepaald en beïnvloeden zijn beleving en zoektocht naar genezing. Dit benadrukt de noodzaak van een cultureel sensitieve benadering, waarbij de arts functioneert als een antropoloog om de diepere betekenissen achter de klachten van de patiënt te begrijpen .
---
# Culturele concepten van distress (CCD)
Culturele concepten van distress (CCD) beschrijven de manieren waarop verschillende culturen ziekte, lijden en gezondheid begrijpen, benoemen en verklaren, waarbij ziekte wordt gezien als een sociaal en cultureel geconstrueerd fenomeen. Deze concepten zijn opgenomen in de DSM-5, voorheen bekend als "culturally bound syndromes". CCD omvat drie hoofdtypes: idioms of distress, cultural syndromes, en cultural explanations/explanatory models .
### 9.1 De zieke rol (sick role)
De concepten ziekte, illness en sickness zijn nauw met elkaar verbonden. Sickness verwijst naar het gedrag van mensen die ziek zijn, inclusief de communicatie van dit ziek-zijn naar de buitenwereld, zowel verbaal als non-verbaal. De "sick role" is sterk bepaald door culturele factoren en maatschappelijke verwachtingen, waardoor ziekte een sociale gebeurtenis is. Klachten worden op een cultureel aangeleerde manier kenbaar gemaakt; anders bestaat het risico op misverstanden en het uitblijven van steun, empathie of zorg .
Volgens T. Parsons omvat de zieke rol in westerse culturen vier kernaspecten (#page=201, 203) :
1. De zieke is ontslagen van dagelijkse sociale verantwoordelijkheden, zoals werk en school .
2. De zieke heeft hulp nodig en kan zichzelf niet genezen .
3. De zieke moet beter willen worden .
4. De zieke moet professionele zorg en advies inwinnen bij zorgverleners .
> **Tip:** De traditionele zieke rol van Parsons roept vragen op met betrekking tot chronische aandoeningen en mentale aandoeningen, die sterk kunnen samenhangen met sociaal-economische factoren zoals burn-out en verslaving. Het geval van Jaddati, een 60-jarige Syriër met diabetes en reeds bestaande mentale klachten, illustreert hoe ziekte (disease), illness en sickness in een specifieke culturele context worden geïnterpreteerd en hoe de familiale reactie (in de watten gelegd worden, niet meer op familiebezoek mogen) de mentale toestand kan beïnvloeden .
### 9.2 Culturele concepten van distress (CCD)
#### 9.2.1 Idioms of distress
Idioms of distress zijn sociaal en cultureel resonante manieren om lijden te ervaren en te uiten. Het zijn uitdrukkingsvormen die mogelijk geen specifieke symptomen of syndromen omvatten, maar wel collectieve, gedeelde manieren bieden om persoonlijke of sociale zorgen te ervaren en erover te praten. Deze cultureel specifieke uitdrukkingsvormen bieden een symbolische taal wanneer biomedische categorieën of gangbare woorden tekortschieten .
Kenmerken van idioms of distress:
* **Cultureel specifieke vormen:** Uitingen via lokaal specifieke symbolen en uitdrukkingen, zoals vermoeidheid, "mal partout" (overal slecht voelen), of verwijzingen naar geesten (Jins) .
* **Belichaamde uitdrukking:** Het lijden komt tot uiting via het lichaam, bijvoorbeeld hoofdpijn, zwakte of hartpijn .
* **Sociale boodschap:** Er is iets mis, niet alleen met de persoon, maar ook met de sociale omgeving, zoals familie, genderrollen, de gemeenschap of de bredere maatschappij .
* **Onderhandeling om hulp:** Ze onderhandelen hulp, empathie of zorg van anderen en vormen een meestal sociaal geaccepteerde manier om kwetsbaarheid te tonen .
> **Voorbeeld:** "Stress" kan als een westers idiom of distress worden beschouwd. In Ghana kan lijden echter worden uitgedrukt met de metafoor "Mijn ziel die naar beneden zakt" .
#### 9.2.2 Cultural syndromes
Cultural syndromes zijn patronen van symptomen en gedragingen die aan een specifieke cultuur gebonden zijn en worden geïnterpreteerd als een ziekte. Ze vertegenwoordigen een samenhangend geheel van bevindingen dat door leden van een specifieke cultuur als een ziekte wordt erkend (#page=205, 209) .
> **Tip:** De Wooclap-vraag op pagina 210 suggereert diverse aandoeningen die in westerse culturen vaak als zodanig worden gediagnosticeerd, waaronder ADHD, autisme, hoogbegaafdheid, hoogsensitiviteit, neurodivergentie (dyslexie, dyscalculie, etc.), psychisch trauma, chronische vermoeidheid, fibromyalgie, eetstoornissen, verslavingen en burn-out. Sommige van deze aandoeningen zijn opgenomen in de DSM-5 (vetgedrukt in de oorspronkelijke vraag), terwijl andere medische diagnoses zijn (cursief gedrukt). Dit illustreert hoe concepten die als cultureel syndroom kunnen worden beschouwd, in verschillende culturen variëren in hun diagnostische en maatschappelijke acceptatie .
#### 9.2.3 Cultural explanations / explanatory models
Dit type CCD betreft de cultureel specifieke verklaringen voor de oorzaken van ziekte, de pathogenese, de etiologie en de voorgeschreven behandelingen. Deze modellen beïnvloeden hoe individuen hun symptomen interpreteren en hoe ze omgaan met gezondheid en ziekte. Ze omvatten overtuigingen over wat ziekte veroorzaakt (bijvoorbeeld disbalans, spirituele oorzaken, sociale factoren) en hoe deze het best behandeld kan worden (bijvoorbeeld door traditionele genezers, biomedische zorg, of sociale aanpassingen) .
---
# Cultureel bepaalde verklaringsmodellen voor ziekte en gezondheid
Cultureel bepaalde verklaringsmodellen omvatten de betekenisgeving, oorzaken en beleving van ziekte en gezondheid binnen specifieke culturele contexten. Wat als "abnormaal" of "ziek" wordt beschouwd, varieert significant tussen samenlevingen, wat impliceert dat diagnoses en behandelingen cultureel sensitief moeten zijn .
### 10.1 Culturele syndromen als manifestaties van culturele verklaringsmodellen
Culturele syndromen worden gedefinieerd als "clusters van symptomen en attributies die de neiging hebben om samen voor te komen bij individuen in specifieke culturele groepen, gemeenschappen of contexten... die lokaal worden erkend als coherente patronen van ervaring". Deze syndromen illustreren hoe culturele overtuigingen en normen de expressie van psychisch lijden vormgeven .
#### 10.1.1 Voorbeelden van culturele syndromen
* **Ataque de nervios** .
* **Regio/Cultuur:** Latijns-Amerika .
* **Beschrijving:** Een plotselinge uitbarsting van huilen, schreeuwen, trillen, agressie of flauwvallen na een stressvolle gebeurtenis. Kenmerken kunnen intense emotionele opwinding, acute angst, woede of verdriet, onbeheersbaar schreeuwen en huilen, trillen, een opstijgende hitte in de borst naar het hoofd, en verbale/fysieke agressie omvatten. Dissociatieve ervaringen (depersonalisatie, derealisatie, amnesie), epileptische of flauwte-achtige episodes en suïcidale gebaren kunnen voorkomen, maar zijn niet altijd aanwezig. Een algemeen kenmerk is het gevoel de controle te verliezen .
* **Culturele betekenis/verklaring:** Een reactie op familiaal of sociaal conflict en wordt beschouwd als een acceptabele manier om emotioneel lijden te uiten. Het treedt vaak op als direct gevolg van een stressvolle gebeurtenis met betrekking tot familie, zoals het nieuws van het overlijden van een naaste, conflicten met een echtgenoot of kinderen, of het getuige zijn van een ongeval waarbij een familielid betrokken is .
* **Hikikomori** .
* **Regio/Cultuur:** Japan .
* **Beschrijving:** Jongvolwassenen die zich maanden of jaren terugtrekken in hun kamer en sociale contacten vermijden .
* **Culturele betekenis/verklaring:** Een reactie op hoge prestatiedruk, sociale schaamte en conformisme .
* **Dhat-syndroom** .
* **Regio/Cultuur:** India .
* **Beschrijving:** Angst bij mannen dat ze te veel "zaad" verliezen via masturbatie of dromen, wat leidt tot gevoelens van zwakte en angst. Het wordt ook wel F48.8 genoemd volgens de ICD-10. Het betreft de angst om vitale krachten te verliezen door spermaverlies, soms met hypochondrische vormen en schuldgevoelens. Symptomen omvatten gevoelens van zwakte en uitputting, vroegtijdige zaadlozing, impotentie en angst om sperma via de urine te lozen. Soms ervaren personen dat hun penis kleiner is geworden .
* **Culturele betekenis/verklaring:** Geassocieerd met ideeën over vitaliteit en mannelijkheid. Het woord "dhat" komt uit het Sanskriet en betekent levenssap. Vergelijkbare angstsymptomen kunnen optreden bij vrouwen met een overmatige productie van vaginaal vocht, dat in deze culturen ook als vitaal wordt beschouwd .
* **Eetstoornissen** .
* **Regio/Cultuur:** Europa/Noord-Amerika .
* **Beschrijving:** Eetweigering, lichaamsbeeldvervorming, fixatie op dunheid .
* **Culturele betekenis/verklaring:** Geassocieerd met schoonheidsidealen, controle en identiteit in een consumptiemaatschappij .
* **Burnout** .
* **Regio/Cultuur:** Europa/Noord-Amerika .
* **Beschrijving:** Uitputting door werkdruk, gevoelens van falen en leegte .
* **Culturele betekenis/verklaring:** Een reflectie van een neoliberaal arbeidsethos en de individualisering van succes/falen .
Andere culturele syndromen die genoemd worden zijn: khyâl cap ("wind attack"), kufingisisa ("thinking too much"), maladi moun (letterlijk "door mensen veroorzaakte ziekte"), nervios ("nerves"), shenjing shuairuo ("zwakte van het zenuwstelsel"), susto ("schrik"), en taijin kyofusho ("interpersoonlijke angststoornis") .
### 10.2 Evolutie en subjectiviteit in culturele verklaringen
Het is belangrijk op te merken dat er een constante evolutie gaande is in de nosologie (de studie van het ontstaan en verloop van ziekten). Tegelijkertijd ondergaat de culturele variatie in de manier waarop psychische aandoeningen of klachten worden geformuleerd, ervaren en geuit, voortdurende veranderingen, mede door globalisering, mondialisering en migratie. De persoonlijke ervaring van een hulpverlener speelt een belangrijke rol, maar de interpretatie van deze fenomenen is niet altijd eenvoudig .
### 10.3 Diverse verklaringsmodellen voor ziekte en gezondheid
Verschillende culturen hanteren uiteenlopende modellen om ziekte en gezondheid te verklaren:
* **Chinese geneeskunde:** Verklaart ziekte vaak vanuit een onevenwicht in de levensenergie (Qi) of een disharmonie tussen Yin en Yang .
* **Westerse geneeskunde:** Richt zich doorgaans op genetische factoren, levensstijl en de neurochemische balans in het lichaam als oorzaken van ziekte .
* **Andere modellen:** Kunnen een verstoring van het natuurlijke evenwicht tussen de gemeenschap en de kosmos (sociale disharmonie) of de invloed van boze geesten omvatten .
> **Tip:** Bij het analyseren van cultureel bepaalde verklaringsmodellen is het cruciaal om niet te oordelen, maar te streven naar begrip van de lokale betekenisgeving en context.
> **Voorbeeld:** In plaats van een cultuur die gelooft in door geesten veroorzaakte ziekte af te doen als irrationeel, is het nuttiger te onderzoeken welke sociale of psychologische behoeften dit verklaringsmodel vervult binnen die gemeenschap.
---
# Culturele competenties als zorgverlener
Culturele competenties als zorgverlener stellen zorgprofessionals in staat om zorg te verlenen die passend en gevoelig is voor de individuele levensbeschouwing en het begrip van gezondheid van de patiënt, waarbij racisme, stereotypen en de invloed van structurele factoren worden erkend en aangepakt .
### 11.1 Antropologie van gezondheid en culturele competenties
De antropologie van gezondheid biedt een kader voor het begrijpen van de culturele dimensies van gezondheid en ziekte. Culturele competenties zijn essentieel voor zorgverleners om patiënten op een effectieve manier te benaderen .
#### 11.1.1 Het belang van verklarende modellen
Het begrijpen van de verklarende modellen van patiënten en hun naasten over ziekte en welzijn is cruciaal. Dit omvat vragen over :
* Wat de patiënt de benaming van het probleem vindt .
* Wat de patiënt gelooft dat de oorzaak van het probleem is .
* Welk beloop de patiënt verwacht .
* Hoe ernstig de patiënt het probleem inschat .
* Wat de patiënt denkt dat het probleem met het lichaam doet .
* Hoe het probleem het lichaam en de geest van de patiënt beïnvloedt .
* Waar de patiënt het meest bang voor is met betrekking tot het probleem .
* Waar de patiënt het meest bang voor is met betrekking tot de behandeling .
#### 11.1.2 Gelijkwaardigheid en het vermijden van racisme en stereotypen
Zorgverlening dient cultureel passend en gevoelig te zijn voor het individuele begrip van gezondheid. Racisme, zowel op sociaal, institutioneel als individueel niveau, moet herkend, geconfronteerd en vermeden worden. Dit geldt ook voor subtielere vormen van racisme, zoals stereotiepe aannames over gezondheidsrisico's of concepten, overtuigingen en gedragingen van specifieke etnische of migrantengroepen .
#### 11.1.3 Culturele nederigheid en structurele competenties
De acceptatie van gezondheidsdiensten door migranten hangt af van de bekwaamheid en bereidheid van zorgprofessionals om cultureel geïnformeerde zorg te bieden. Dit omvat culturele nederigheid, wat een begrip en reflectie inhoudt van de eigen cultuur om niet-paternalistische klinische ontmoetingen te bevorderen. Naast cultureel bewustzijn is structurele competentie nodig om bredere structurele krachten te begrijpen die gezondheidsuitkomsten beïnvloeden. Een studie van Mexicaanse landarbeiders in de VS toonde aan dat structurele factoren zoals werktijden, economische druk, afwezigheid van verzekering en mobiliteit belangrijker waren dan cultuur voor de toegang tot gezondheidszorg .
#### 11.1.4 Culturele competentie als een doorlopende toewijding
Culturele competentie is geen technische vaardigheid die enkel door training verkregen wordt, hoewel training wel een belangrijk startpunt is. Het is een voortdurende toewijding aan "bewustzijn van de culturele factoren die de opvattingen en attitudes van anderen beïnvloeden" met betrekking tot gezondheid en ziekte. Het ondersteunt zorgverleners bij het benaderen van het begrip van de patiënt over de ziekte, inclusief hun gevoelens, percepties en reacties. Dit omvat ook traditionele geneeskunde die belangrijk kan zijn voor patiënten en hun omgeving .
#### 11.1.5 Reflectie op eigen aannames en institutionele cultuur
Systematische reflectie op de eigen aannames, overtuigingen, conventionele inzichten en waarden met betrekking tot geneeskunde, gezondheid en de eigen culturele of etnische achtergrond is essentieel. Ook het begrijpen van de organisatiecultuur en hoe medische instellingen en professionele groepen functioneren in specifieke settings, zoals non-gouvernementele organisaties die humanitaire hulp verlenen, zijn belangrijke factoren voor het bieden van effectieve zorg aan migrantenpopulaties .
### 11.2 Bewustzijn en zelfreflectie als kern van culturele competentie
Culturele competenties vereisen bewustzijn en zelfreflectie van de zorgverlener. Dit omvat het bevragen van de eigen sociale identiteit en culturele achtergrond, en wat het eigen denken beïnvloedt .
#### 11.2.1 Vragen voor zelfreflectie
Om cultureel competent te zijn, kan de zorgverlener zich de volgende vragen stellen :
* Wat zijn mijn sociale identiteiten en culturele achtergronden ?
* Wat beïnvloedt mijn manier van denken? In het heden en in het verleden ?
* Welke waarden vind ik belangrijk ?
* Heb ik bepaalde stereotype ideeën ?
* Hoe kunnen mijn waarden, ideeën, achtergrond een invloed hebben op mijn werk ?
#### 11.2.2 Kenmerken van cultureel gevoelige en responsieve benaderingen
Cultureel bewustzijn impliceert erkenning en gevoeligheid voor de perspectieven van de patiënt. Het omvat ook het onderzoeken van eigen stereotypen en vooroordelen, en een duidelijk begrip van hoe deze interacties met patiënten beïnvloeden .
> **Definitie:** Een "cultural sensitive" benadering vereist bewustzijn van de waarden, overtuigingen, levenswijzen en praktijken van een patiënt .
> **Definitie:** Een "cultural responsive" benadering integreert deze inzichten in een voor beide partijen aanvaardbaar behandelplan .
> **Tip:** Het onderscheid tussen 'sensitief' en 'responsief' benadrukt dat bewustzijn alleen niet voldoende is; actieve integratie in het zorgproces is noodzakelijk voor effectieve zorg.
---
# Verbindende communicatieprincipes
Verbindende communicatie draait om het bewustzijn van interne processen en het richten van de aandacht op specifieke aspecten van interactie, onderverdeeld in drie modussen: reflectie bij jezelf, breed observeren bij luisteren en verbindend communiceren bij het uiten [66](#page=66) [67](#page=67).
### 12.1 Kerncomponenten van verbindende communicatie
Verbindende communicatie vereist een bewustzijn van vier interne elementen [66](#page=66) [67](#page=67):
* **Oordelen:** De evaluaties of beoordelingen die we maken over situaties, personen of gedragingen.
* **Gedachten:** De mentale processen, redeneringen en interpretaties die we hebben.
* **Strategieën:** De plannen of methoden die we ontwikkelen om doelen te bereiken.
* **Eisen:** De verwachtingen of vereisten die we stellen, zowel aan onszelf als aan anderen.
Naast het bewustzijn van deze interne processen, is het cruciaal om de aandacht te richten op vier externe of waargenomen aspecten [66](#page=66) [67](#page=67):
* **Waarnemingen:** Wat we objectief zien, horen, ruiken, proeven of voelen, zonder interpretatie.
* **Gevoelens:** De emotionele staten die we ervaren.
* **Behoeften:** De universele menselijke verlangens die ten grondslag liggen aan onze gevoelens en acties.
* **Verzoeken:** Concreet geformuleerde vragen of oproepen tot actie.
### 12.2 De drie modussen van verbindende communicatie
Verbindende communicatie opereert binnen drie verschillende modussen [66](#page=66) [67](#page=67):
#### 12.2.1 Reflecteren bij jezelf
Deze modus omvat het interne proces van zelfbewustzijn. Het gaat hierbij om het onderzoeken van je eigen oordelen, gedachten, strategieën en eisen. Door deze interne dialoog kun je beter begrijpen waarom je reageert zoals je reageert en welke behoeften erachter liggen [66](#page=66) [67](#page=67).
#### 12.2.2 Breed observeren bij het luisteren
Wanneer je naar anderen luistert, is het belangrijk om breed te observeren. Dit betekent dat je aandacht niet alleen uitgaat naar de woorden die gesproken worden, maar ook naar de non-verbale signalen, de onderliggende gevoelens en de behoeften die mogelijk worden uitgedrukt. Het doel is om zo volledig mogelijk waar te nemen wat de ander communiceert [66](#page=66) [67](#page=67).
#### 12.2.3 Verbindend communiceren bij het uiten
Deze modus richt zich op het effectief en empathisch uitdrukken van jezelf. Het houdt in dat je je eigen waarnemingen, gevoelens, behoeften en verzoeken duidelijk en respectvol communiceert naar anderen, met als doel begrip en verbinding te creëren [66](#page=66) [67](#page=67).
> **Tip:** Zoek naar de kruispunten in communicatie; dit zijn de gebieden waar jouw behoeften en die van de ander elkaar kunnen ontmoeten en waar wederzijds begrip kan ontstaan [68](#page=68).
---
# Het belang van generieke competenties in de zorg
Generieke competenties in de zorg benadrukken het erkennen van patiënten als individuen met unieke levens en expertise, en het samenwerken om zorgplannen op te stellen die hierop aansluiten, waarbij diversiteit wordt genormaliseerd en gelijkwaardige zorg wordt nagestreefd.
### 13.1 Competenties benoemen en erkennen
De kern van competenties benoemen en erkennen ligt in de erkenning van de ander als een intelligent, communicerend medemens met de capaciteit om de eigen situatie aan te pakken, zelfs in probleemsituaties. Dit betekent dat de cliënt of patiënt wordt gezien als de deskundige van het eigen leven, terwijl de professional, zoals een arts, de deskundige is binnen zijn vakgebied [100](#page=100).
#### 13.1.1 Voorbeelden van competenties benoemen en erkennen
* Een patiënt met chronische reuma kan, ondanks mobiliteitsproblemen, ademhalingstechnieken uit yoga gebruiken om pijn te beheersen. Het erkennen van deze vaardigheid stelt de arts in staat de patiënt te ondersteunen en de levenskwaliteit te verbeteren .
* Een arts kan de zelfdiscipline van een patiënt die medicatie-regimes succesvol volgde, of het doorzettingsvermogen van iemand die chronische pijn goed hanteert, benoemen .
* Bij een patiënt die kampt met angst of depressie door ziekte, kan de arts het belang van sociale steun erkennen, bijvoorbeeld door te benoemen hoe gesprekken met een belangrijk persoon uit de omgeving waardevol zijn om met stress om te gaan en mentaal sterk te blijven .
* Culturele achtergronden kunnen worden meegenomen, zoals het erkennen van de waarde van acupunctuur in combinatie met conventionele behandelingen, wanneer een patiënt uit een gemeenschap komt waar dit gebruikelijk is .
### 13.2 Samen projecten maken
Deze competentie omvat onderhandelen en het gezamenlijk bepalen van doelen en actieplannen. Hulpverleners creëren projecten met patiënten waarbij de focus kan liggen op genezing, schadebeperking, preventie, of de invulling van levenskwaliteit door de patiënt zelf. Dit concept sluit nauw aan bij 'shared decision making' .
#### 13.2.1 Voorbeelden van samen projecten maken
* Een Turkse dame met diabetes vindt het lastig om gasten geen zoetigheden te presenteren en om niet mee te eten. Hoewel ze graag kookt, weet ze niet hoe suikervrij te koken. Samen met haar kan een plan worden opgesteld om dit te realiseren .
* Met een ongeneeslijk zieke patiënt kan worden besproken of de focus ligt op harm reduction of het geleidelijk afbouwen van medicatie richting een levenseinde .
* Een alleenstaande moeder met financiële problemen regelt de zorg voor haar dochter zodanig dat er maar twee maaltijden per dag nodig zijn, waardoor medicatie na het avondeten moeilijk in te nemen is. De arts dient de competentie van de moeder in het beheren van haar leven te erkennen en samen een oplossing te zoeken, zoals het aanpassen van de medicatiedosering, om een beschuldigende houding te vermijden en flexibel te zijn in het plan van aanpak .
### 13.3 Normaliseren
Het normaliseren van diversiteit en deze zichtbaar maken binnen de medische context houdt in dat artsen aandacht hebben voor de diverse factoren die de gezondheid van patiënten beïnvloeden. Dit leidt tot gelijkwaardige zorg, waarbij wordt erkend dat er geen 'standaardpatiënt' bestaat en dat verschillen in gender, huidskleur, leeftijd en cultuur de presentatie en behandeling van ziekten kunnen beïnvloeden. Dit bevordert persoonsgerichte zorg. Artsen dragen bij aan rechtvaardige gezondheidszorg door diversiteit structureel te integreren in hun denken en handelen, zodat diagnostiek en behandeling zijn afgestemd op uiteenlopende patiëntkenmerken. Dit is een vorm van structurele zorg .
> **Tip:** Het begrip 'normaliseren' binnen de zorgcontext verwijst naar het erkennen en accepteren van verschillen en diversiteit bij patiënten, in plaats van deze als afwijkend te beschouwen. Dit is essentieel voor het bieden van gelijkwaardige en persoonsgerichte zorg.
Het concept van normaliseren is te verbinden met de ideeën van superdiversiteit, intersectionaliteit en het tegengaan van gezondheidsongelijkheid, met als doel gelijkwaardige zorg voor iedereen te realiseren .
### 13.4 Visuele hulpmiddelen voor generieke competenties
Generieke competenties kunnen worden begrepen en toegepast door middel van drie visuele tools: VERBREDEN, VERDIEPEN en VERBINDEN. Deze tools helpen om het begrip van generieke competenties te vergroten en te structureren .
---
# Kritieken op het model van Hofstede
Het model van Hofstede, ondanks zijn populariteit, is onderworpen aan diverse kritieken die de bruikbaarheid en validiteit ervan in vraag stellen. Deze kritieken richten zich op de essentialistische, contextloze, verouderde en te nationaal georiënteerde aard van het model, wat leidt tot een vereenvoudigde en potentieel misleidende voorstelling van cultuur .
### 14.1 Essentialisme en stereotypering
Een belangrijk punt van kritiek is dat het model van Hofstede cultuur als vaststaand en homogeen beschouwt. Dit essentialistische perspectief negeert de interne diversiteit binnen culturen, zoals verschillen gebaseerd op klasse, gender en etniciteit. Het risico hiervan is dat culturen worden gereduceerd tot simpele clichés, bijvoorbeeld de simplistische dichotomie van "zij zijn collectivistisch, wij zijn individualistisch". Dit kan vooroordelen versterken in plaats van intercultureel begrip te bevorderen .
> **Tip:** Wees kritisch op generalisaties over culturen en zoek naar nuances en interne verschillen.
### 14.2 Contextloosheid
Het model wordt ook bekritiseerd om zijn contextloosheid. De meetwaarden worden gepresenteerd zonder rekening te houden met de historische context of machtsverhoudingen die culturele praktijken en identiteiten mede vormgeven. De impact van kolonialisme, bijvoorbeeld, op hedendaagse culturele manifestaties en discriminatie wordt genegeerd .
### 14.3 Verouderde data en methodologische beperkingen
De data waarop Hofstede's model gebaseerd is, zijn verouderd. Het onderzoek is uitgevoerd bij IBM-medewerkers in de jaren 1960-70. Hoewel de kwantificatie via vragenlijsten de suggestie van objectiviteit wekt, is de interpretatie ervan subjectief. Het model veronderstelt ten onrechte dat cultuur meetbaar en stabiel is, wat leidt tot een oppervlakkige operationalisering van cultuur .
### 14.4 Nationaal kader en methodologisch nationalisme
Een fundamentele kritiek is dat het model uitgaat van landen als natuurlijke culturele eenheden. Dit wordt ook wel "methodologisch nationalisme" genoemd. In de huidige geglobaliseerde wereld, gekenmerkt door migratie en de vorming van hybride identiteiten, negeert dit nationale kader de complexiteit van culturele grensoverschrijdingen .
> **Tip:** Besef dat culturele identiteiten vaak transnationaal en hybride zijn, en niet strikt gebonden aan landsgrenzen.
### 14.5 Implicaties voor cultuurbegrip
De kritieken op Hofstede's model hebben belangrijke implicaties voor hoe we cultuur en identiteit moeten begrijpen:
* **Cultuur is mobiel, gelaagd en hybride:** In plaats van statisch en nationaal, wordt cultuur nu gezien als dynamisch, relationeel en gevormd door diverse invloeden .
* **Identiteit in beweging:** Identiteit ontstaat in interactie, ontmoeting en soms confrontatie tussen mensen en groepen, eerder dan binnen afgebakende nationale grenzen .
* **Aandacht voor macht en representatie:** Onderzoek naar cultuur moet ook aandacht hebben voor machtsverhoudingen, ongelijkheid, (im)mobiliteit en de rol van verbeelding in het vormgeven van culturele percepties .
* **Vermijden van clichés:** Het is cruciaal om te voorkomen dat cultuur wordt gereduceerd tot simplistische clichés, wat intercultureel begrip kan belemmeren .
Het model van Hofstede dient dus als een startpunt, maar het is essentieel om de beperkingen ervan te erkennen en een meer genuanceerd en dynamisch perspectief op cultuur en identiteit te hanteren .
---
# nationaliteit en geboorteland van student, moeder en vader
Dit onderwerp behandelt de registratie van de nationaliteit en het geboorteland van de student, de moeder en de vader, zoals vastgelegd in de vragenlijst "The Net" .
### 15.1 Nationaliteit van de student
De nationaliteit van de student wordt geregistreerd door middel van een specifieke vraag in de "The Net" vragenlijst. Er wordt onderscheid gemaakt tussen Belgische en niet-Belgische nationaliteiten .
### 15.2 Geboorteland van de student
Het geboorteland van de student wordt eveneens bevraagd in de "The Net" vragenlijst. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan studenten die geboren zijn in landen die geen België zijn .
### 15.3 Geboorteland van de moeder
De "The Net" vragenlijst bevat ook velden om het geboorteland van de moeder te registreren. Er is een specifieke sectie voor moeders die niet in België geboren zijn .
### 15.4 Geboorteland van de vader
Net als bij de moeder, wordt het geboorteland van de vader vastgelegd in de "The Net" vragenlijst. Ook hier is er een aparte registratie voor vaders die buiten België geboren zijn .
> **Tip:** Het is belangrijk om nauwkeurig te zijn bij het invullen van deze gegevens, aangezien deze informatie vaak cruciaal is voor statistische analyses, onderzoek naar migratiepatronen, of het vaststellen van bepaalde rechten en plichten .
---
# Verschillende gezondheidsconcepten en geneeswijzen
Dit onderwerp verkent diverse gezondheidsconcepten en bijbehorende geneeswijzen die buiten de reguliere westerse geneeskunde vallen, met een focus op de antropologie van gezondheid .
### 16.1 Diversiteit aan geneeswijzen
Met verschillende gezondheidsconcepten gaan ook andere geneeswijzen gepaard. De antropologie van gezondheid bestudeert deze variëteit .
#### 16.1.1 Traditionele en alternatieve geneeswijzen
Een interactieve sessie (via Wooclap) peilde naar ervaringen met diverse geneeswijzen. De respondenten werden gevraagd of zij of iemand in hun directe omgeving de volgende geneeswijzen hadden geprobeerd of beoefend :
* Acupunctuur .
* Chiropraxie of osteopathie .
* Mindfulness .
* Fytotherapie (kruidengeneeskunde) .
* Homeopathie .
* Bezoek aan een imam, priester of andere traditionele of religieuze genezer .
* Antroposofische genezing .
* Plantenmedicijnen (entheogenen) in een sjamanistische/therapeutische setting (zoals psilocybine, cacao, ayahuasca, San Pedro, peyote, kambó, kratom, morning glory) .
* Andere alternatieve geneeswijzen .
* Geen alternatieve geneeswijzen toegepast .
#### 16.1.2 Kruidengeneeskunde
Kruidengeneeskunde is een van deze alternatieve geneeswijzen. De mondiale markt voor kruidengeneeskunde kende een aanzienlijke omvang en groei, met een verwachte groei van 9.4 procent vanaf 2024 tot 2030 .
> **Tip:** Het is belangrijk om potentiële conflicten van belangen te overwegen bij het onderzoeken van marktrapporten over kruidengeneeskunde .
#### 16.1.3 Culturele perspectieven op genezing
De documentatie bevat persoonlijke getuigenissen die de culturele dimensie van geneeswijzen illustreren. Deze voorbeelden belichten de interactie tussen traditionele en reguliere geneeskunde, en de communicatie (of het gebrek daaraan) tussen patiënten en artsen .
* Een jonge Turkse vrouw geeft aan dat haar vader's oom, een dokter in Turkije, nog steeds kruidenthee en andere middelen naar haar moeder stuurt. Haar moeder neemt deze middelen, hoewel haar eigen arts hierover niet geïnformeerd is en dit mogelijk met scepsis heeft ontvangen .
* Een 63-jarige Turkse vrouw, die al 30 jaar in België woont, zoekt hulp bij een imam voor genezing en heeft weinig vertrouwen in reguliere artsen. Ze vermoedt dat behandelingen soms bedoeld zijn om patiënten langdurig ziek te houden en is gestopt met haar reguliere behandeling .
* Een 24-jarige Chinese vrouw vertelt dat haar moeder nog steeds kruidenthee en andere middelen uit China gebruikt, die haar schoonmoeder opstuurt. Hoewel haar moeder dit als helend ervaart en gerustgesteld wordt, ontdekte de dochter dat deze thee in combinatie met haar moeders reguliere medicatie schadelijk kan zijn. De arts van de moeder is hier niet van op de hoogte .
#### 16.1.4 Concept van Chi/Qi
In Zuidoost-Azië wordt het concept van "Chi" of "Qi" gehanteerd, wat wordt vertaald als "levensenergie" of "voedsel dat de menselijke geest in stand houdt" .
> **Tip:** Het bestuderen van de antropologie van gezondheid biedt inzichten in hoe verschillende culturen gezondheid en ziekte conceptualiseren en behandelen .
---
# Generieke competenties in de zorg
Generieke competenties in de zorg omvatten een breed scala aan vaardigheden en inzichten die zorgverleners nodig hebben om patiënten effectief te observeren, begrijpen en ondersteunen binnen hun diverse leefwerelden. Dit wordt benaderd via een tweesporenbeleid dat zich richt op het verbreden, verdiepen en verbinden van de zorgrelatie [17](#page=17) [18](#page=18).
### 17.1 Het concept van breed observeren
Breed observeren betekent dat zorgverleners bewust, gepland en gericht leren kijken naar de diverse leefwerelden van patiënten. Dit concept wordt onderverdeeld in drie visuele tools: verbreden, verdiepen en verbinden [19](#page=19) [21](#page=21).
#### 17.1.1 Verbreden: de kaleidoscoop van de patiënt
Het verbreden van de observatie richt zich op het situeren van patiënten in een bredere context. Dit omvat het observeren van hun leefwerelden in relatie tot andere mensen en instituties binnen verschillende levensdomeinen [21](#page=21).
**De Patiënt: Kaleidoscoop** [22](#page=22).
Dit perspectief beantwoordt de vraag: "Waarom doet een mens wat zij/hij doet?" [22](#page=22).
##### 17.1.1.1 Benaderingen binnen verbreding
Verschillende concepten en technieken dragen bij aan het verbreden van de observatie [23](#page=23):
* **Kruispuntdenken:** Dit is een benadering die kijkt naar de intersectie van verschillende identiteitskenmerken en hoe deze leiden tot kwetsbaarheid of privileges [23](#page=23).
* **Voorbeeld:** Een alleenstaande man zonder papieren en dakloos wordt geconfronteerd met meerdere kwetsbaarheden [24](#page=24).
* **Sociale anamnese:** Dit is een gestructureerde manier om informatie te verzamelen over de sociale context van een patiënt. Aspecten die hierbij aan bod komen zijn [23](#page=23) [25](#page=25):
* Leeftijd [25](#page=25) [26](#page=26).
* Sekse/gender/oriëntatie [25](#page=25).
* Opleiding/tewerkstelling/financieel [25](#page=25).
* Cultuur/etniciteit/geloof/taal [25](#page=25).
* Specifieke tools voor leeftijdsgroepen:
* Jongeren: HEADS [26](#page=26).
* Ouderen: RUDAS [26](#page=26).
* **Cultureel interview:** Een methode om culturele achtergronden en hun invloed op de gezondheid en zorg te begrijpen [23](#page=23).
* **Positieve gezondheid:** Een benadering die zich richt op de veerkracht en het welbevinden van de patiënt, in plaats van enkel op de ziekte [23](#page=23).
#### 17.1.2 Verdiepen: de ijsberg van de patiënt
Verdiepen richt zich op het observeren van de patiënt zelf en eventuele begeleiders. Hierbij wordt aandacht besteed aan de verbale en nonverbale communicatie, het uiterlijk en gedrag van de patiënt. Dit helpt om de "onderliggende" aspecten van de patiënt te begrijpen die niet direct zichtbaar zijn, vergelijkbaar met een ijsberg waarvan het grootste deel onder water ligt [21](#page=21).
#### 17.1.3 Verbinden
Het verbindenselement in generieke competenties verwijst naar het integreren van de inzichten uit verbreding en verdieping om een holistisch beeld van de patiënt te vormen en de zorgrelatie te versterken [19](#page=19).
> **Tip:** Het combineren van het verbreden (de context) en verdiepen (de persoon) leidt tot een rijker en completer begrip van de patiënt, wat essentieel is voor gepersonaliseerde zorg.
> **Tip:** Het systematisch toepassen van technieken zoals kruispuntdenken en sociale anamnese helpt om blinde vlekken te voorkomen en alle relevante aspecten van de patiënt mee te nemen in de zorgplanning.
---
# Het concept van de patiënt als een breed observatiegebied
Het concept van de patiënt als een breed observatiegebied benadrukt de noodzaak om verder te kijken dan de directe klacht of bewuste uitingen van een patiënt en alle dimensies van hun identiteit en context in overweging te nemen [35](#page=35).
### 18.1 Het "kaleidoscoop"-model van de patiënt
Het kaleidoscopiche beeld van de patiënt erkent de dynamische, meerdimensionale en diverse aard van identiteiten. Dit model moedigt een brede observatie aan om deze diversiteit te begrijpen, zowel bij de patiënt als bij de zorgverlener zelf [36](#page=36).
#### 18.1.1 Leerdoelen gerelateerd aan het kaleidoscoop-model
* **Kennis:** Begrijpen van het dynamische perspectief op identiteiten, de meerdimensionaliteit ervan, de inherente diversiteit in elk individu en het concept van intersectionaliteit [36](#page=36).
* **Vaardigheden:** Het ontwikkelen van de kunst van het vragen stellen, actief luisteren en effectief communiceren. Daarnaast is reflectie op de eigen diversiteit door de verschillende identiteitsdimensies te onderzoeken een belangrijke vaardigheid [36](#page=36).
* **Bewustzijn:** Het cultiveren van nieuwsgierigheid, het herkennen van taboes en vooringenomenheden (bias), en het omgaan met onverwachte wendingen in de observatie [36](#page=36).
### 18.2 Het "ijsberg"-model van de patiënt
Het ijsbergmodel biedt een metafoor om de diepere, vaak onbewuste aspecten van een persoon te verkennen, naast wat direct zichtbaar is. Het stelt de vraag centraal: "Waarom doet een mens wat zij/hij doet?" [37](#page=37) [38](#page=38) [39](#page=39).
#### 18.2.1 Leerdoelen gerelateerd aan het ijsbergmodel
* **Kennis:** Begrip van het concept van een referentiekader, de ontologische vraag of er één enkele waarheid bestaat, en inzicht in hoe onbewuste elementen (onder de waterlijn) gedrag bepalen en sturen. Ook de invloed van de context op hoe bewuste en onbewuste waarden en normen worden uitgedrukt is hierbij van belang [40](#page=40).
* **Vaardigheden:** Het vermogen om te reflecteren op het eigen referentiekader, wat leidt tot reflexiviteit. Daarnaast het omgaan met verschillende meningen binnen een groep en het verkennen van deze meningen, wat het besef bevordert dat zowel men zelf als anderen onbewuste gedragsbepalers hebben. Het verkennen van verschillende perspectieven binnen een groep valt hier ook onder [40](#page=40).
* **Bewustzijn:** Het ontwikkelen van nieuwsgierigheid, het herkennen van vooringenomenheden (bias), het begrijpen dat verschillende referentiekaders impact hebben op emotioneel niveau, en het omgaan met onverwachte wendingen [40](#page=40).
### 18.3 Praktische instrumenten voor breed observeren
#### 18.3.1 Open vragen stellen
Het stellen van open vragen is cruciaal om de patiënt ruimte te geven zich volledig te uiten [41](#page=41) [42](#page=42).
> **Tip:** Tijdens consultvoering is het stellen van open vragen essentieel om de patiënt te laten uitspreken [41](#page=41).
#### 18.3.2 Het ICE-model
Het ICE-model (Ideas, Concerns, Expectation) is een nuttig framework om de gedachten, zorgen en verwachtingen van de patiënt systematisch in kaart te brengen [41](#page=41) [42](#page=42).
#### 18.3.3 Aandacht voor non-verbale communicatie
Het observeren en benoemen van non-verbale signalen kan waardevolle inzichten verschaffen die niet in woorden worden uitgedrukt [42](#page=42).
> **Tip:** Het benoemen van non-verbale communicatie kan helpen bij een bredere observatie van de patiënt [42](#page=42).
---
# Diversiteit normaliseren in de medische praktijk
Het normaliseren van diversiteit in de medische praktijk houdt in dat zorgverleners bewust aandacht besteden aan de diverse factoren die de gezondheid van patiënten beïnvloeden om gelijkwaardige en persoonsgerichte zorg te bieden .
### 19.1 Kernconcepten van diversiteit normaliseren
#### 19.1.1 Gelijkwaardige zorg
Gelijkwaardige zorg betekent dat zorgverleners erkennen dat er geen 'standaardpatiënt' bestaat. Verschillen in gender, huidskleur, leeftijd en cultuur kunnen de manier waarop ziektes zich manifesteren en behandeld worden, beïnvloeden. Het streven is naar gelijkwaardige, kwaliteitsvolle zorg voor iedereen, zelfs in een superdiverse realiteit .
#### 19.1.2 Persoonsgerichte zorg
Dit concept impliceert dat diagnostiek en behandeling worden afgestemd op de specifieke patiëntkenmerken .
#### 19.1.3 Structurele zorg
Artsen dragen bij aan rechtvaardige gezondheidszorg door diversiteit structureel te integreren in medisch denken en handelen .
### 19.2 Verbreden, verdiepen en verbinden
De competentie diversiteit normaliseren kan worden benaderd door drie visuele tools: verbreden, verdiepen en verbinden .
* **Verbreden:** Dit kan slaan op het vergroten van het bewustzijn over de diverse factoren die gezondheid beïnvloeden .
* **Verdiepen:** Dit betreft het dieper ingaan op de specifieke impact van deze diversiteit op gezondheid en ziekte .
* **Verbinden:** Dit duidt op het leggen van verbanden tussen diversiteit, gezondheidsongelijkheid en de principes van gelijkwaardige zorg .
### 19.3 Relevante concepten binnen diversiteit
* **Superdiversiteit:** Een realiteit waarin grote variatie in bevolkingskenmerken aanwezig is .
* **Intersectionaliteit:** De complexiteit van overlappende sociale identiteiten en hoe deze kunnen leiden tot discriminatie of privileges .
* **Gezondheidsongelijkheid:** Verschillen in gezondheidsuitkomsten tussen verschillende bevolkingsgroepen .
### 19.4 Context en bronnen
De informatie over dit onderwerp is gedeeltelijk afkomstig uit materiaal gerelateerd aan de Vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg van Universiteit Gent specifiek met vermelding van Prof. Dr. David Vanneste. Ook wordt er verwezen naar 'Cultuur en Antropologie van Gezondheid' door Prof. Dr. Egmont Ruelens .
> **Tip:** De kern van diversiteit normaliseren ligt in het actief erkennen en integreren van patiëntvariatie in de dagelijkse medische praktijk, wat leidt tot meer rechtvaardige en effectieve zorg .
>
> **Tip:** Conceptualiseer diversiteit niet als een uitzondering, maar als een integraal onderdeel van de menselijke ervaring die de gezondheid beïnvloedt .
---
# Kritiek op en herinterpretatie van cultuurmodellen
Deze sectie onderzoekt de kritiek op traditionele cultuurmodellen, met name dat van Hofstede, en stelt een meer dynamische, relationele en hybride visie op cultuur en identiteit voor.
### 20.1 Kritiek op de benadering van Hofstede
De benadering van Hofstede, hoewel invloedrijk, wordt bekritiseerd om verschillende redenen. Een belangrijk punt van kritiek is de reductie van cultuur tot clichés, wat kan leiden tot de versterking van vooroordelen in plaats van intercultureel begrip. Daarnaast wordt cultuur binnen dit model vaak als statisch beschouwd, in plaats van dynamisch en relationeel. Er is ook een gebrek aan aandacht voor machtsverhoudingen en representatie .
### 20.2 Een nieuwe kijk op cultuur en identiteit
Deze kritiek leidt tot een herinterpretatie van wat cultuur betekent:
* Cultuur wordt gezien als mobiel, gelaagd en hybride, en niet noodzakelijkerwijs gebonden aan nationale grenzen of stabiele kenmerken .
* Identiteit ontstaat in beweging, ontmoeting en soms confrontatie, in plaats van binnen afgebakende groepsgrenzen .
* Onderzoek naar cultuur zou aandacht moeten hebben voor (im)mobiliteit, ongelijkheid en verbeelding .
#### 20.2.1 Arjan Appadurai en cultuurstromen
Arjan Appadurai's werk benadrukt dat globalisering leidt tot een versnipperde, vloeibare wereld die gekenmerkt wordt door verschillende culturele stromen, de zogenaamde "scapes". Deze omvatten :
* **Ethnoscapes:** Stromen van mensen, zoals migranten, toeristen, vluchtelingen en expats, die grenzen en identiteiten hertekenen .
* **Technoscapes:** Stromen van technologie die mobiliteit en communicatie veranderen .
* **Mediascapes:** Beelden, verhalen en representaties die via media circuleren .
* **Financescapes:** Kapitaalstromen die ongelijkheid en afhankelijkheid creëren .
* **Ideoscapes:** Cultureel geladen ideeën en waarden, zoals democratie en mensenrechten .
> **Tip:** Hoewel de modellen van Hofstede en Appadurai verschillen, kunnen ze artsen helpen nadenken over complexe arts-patiënt relaties, inclusief machtsverschillen, genderkwesties, de rol van sociale relaties, en tijdsbesef in diverse culturele contexten, mits de inzichten niet leiden tot generalisaties en stereotypen .
#### 20.2.2 Sociale identiteit, cultuur en agency
Cultuur ontstaat door het delen en onderhandelen van sociale identiteiten. Cultuur wordt hierbij gezien als een dynamische context die betekenis verleent, terwijl identiteit een onderhandelde positie binnen die context is .
##### 20.2.2.1 Deelidentiteiten
Deelidentiteiten zijn soms zichtbaar en duidelijk, soms onzichtbaar en onduidelijk. Ze kunnen zelf geclaimd worden of toegeschreven door anderen, en krijgen vorm naar gelang de context. Narratieven over deze deelidentiteiten kunnen verschillende aspecten, dynamieken of accenten naar voren brengen, zoals het individu, de groep, of een abstracte gemeenschap. Deze narratieven en etiketten bepalen de tijdelijke identiteit die men in een gegeven context aanneemt en aan anderen toekent .
##### 20.2.2.2 Cultuur als leidraad en als proces
Elk individu beweegt zich in wisselende culturele sferen, zoals beroepsgroepen, sociaal-economische klassen, taalgemeenschappen, religieuze gemeenschappen, opleidingen en leefstijlen. Culturele sferen kunnen overlappen, het lokale overstijgen ("glocal cultures" zoals rapmuziek), hybride structuren vormen en interne tegenstellingen bevatten. Dit staat in contrast met een welomlijnde bundel van vaste groepskenmerken. De focus ligt hierbij op het vertrekken vanuit concrete situaties in plaats van abstracte categorieën .
Cultuur wordt ook beschreven als een proces dat betekenis geeft aan de wereld voor groepen die bepaalde deelidentiteiten delen, zoals waarden, rituelen, helden en symbolen. Dit proces is dynamisch, verbonden met levenslooptrajecten, onderhandelbaar met anderen, en een constructie die ontstaat en verandert door sociale interactie. Betekenissen worden niet alleen gereproduceerd, maar ook constant nieuwe gecreëerd, telkens in andere contexten en samen met anderen. De contexten waarin we leven hebben een eigen geschiedenis (met trends, innovaties, substituties, etc.) die aanpassing en verandering van identiteiten dwingt. Dit benadrukt cultuur als een dynamisch proces, constant in verandering en beweging .
##### 20.2.2.3 Agency
Agency verwijst naar de capaciteit om bewuste keuzes te maken en creatief om te gaan met cultuur. Deze capaciteit is echter beperkt door bepaalde structurele, maatschappelijke grenzen (economisch, politiek, cultureel, sociaal) die keuzes mogelijk maken of juist beperken. Deze structuur bepaalt het maatschappelijke discours: wat hoorbaar, zegbaar of uitvoerbaar is voor een individu. Over het algemeen geldt dat meer privilege binnen maatschappelijke structuren leidt tot grotere agency, hoewel dit niet noodzakelijk is .
### 20.3 Processen van acculturatie
Acculturatie is het proces waarbij culturen elkaar beïnvloeden, vaak als gevolg van kolonialisme en globalisering. Europese cultuur heeft op veel plaatsen een dominante positie ingenomen, wat kan leiden tot verdrukking, verval of hybridisering (creolisatie) van lokale culturen en identiteiten. Migratie kan leiden tot "cultural bereavement" en impact hebben op het psychosociaal welzijn, zowel op de oorspronkelijke als de migrerende groep .
Acculturatie kan geanalyseerd worden aan de hand van twee elementen:
* Mate van contact tussen culturen .
* Mate van behoud van de eigen cultuur .
> **Voorbeeld:** Een hypothetisch model voor acculturatie kan de mate van contact en de mate van behoud van de eigen cultuur als assen nemen om verschillende acculturatiestrategieën te illustreren .
### 20.4 Synthese: Oude versus nieuwe visies op cultuur en identiteit
Er is een duidelijke verschuiving van een oude, essentialistische visie naar een nieuwe, dynamische visie op cultuur en identiteit .
| Kenmerk | Oude (essentialistische) visie | Nieuwe (dynamische) visie |
| :------------------- | :-------------------------------------------------------------- | :------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| **Cultuur en identiteit** | Vastliggend, gedeeld door een homogene groep, gelinkt met land/etniciteit | Overlappend, hybride en chaotisch ("glocal cultures") |
| **Cultuur als...** | Structuur, wij-zij denken, typerend | Dynamisch proces van betekenisgeving, steeds in verandering; uitwisseling, onderhandeling, vernieuwing |
| **Identiteit als...** | Een typerende expressie van een cultuur | Onderhandeld door sociale interactie en discours; als agency |
---
# Culturele syndromen en hun betekenis in de gezondheidsantropologie
Culturele syndromen zijn patronen van symptomen en interpretaties die kenmerkend zijn voor specifieke culturele groepen en lokaal worden herkend als coherente ervaringen. Ze bieden inzicht in hoe gezondheid en ziekte cultureel worden geconstrueerd en ervaren .
### 2.1 Definitie en kenmerken van culturele syndromen
Culturele syndromen worden in de DSM-5 omschreven als "clusters van symptomen en attributies die de neiging hebben om samen voor te komen bij individuen in specifieke culturele groepen, gemeenschappen of contexten... die lokaal worden herkend als coherente patronen van ervaring". Deze syndromen omvatten zowel symptomen als de cultureel specifieke interpretaties die aan deze symptomen worden gegeven. Ze zijn vaak gelokaliseerd en weerspiegelen de culturele betekenissen en verklaringen die binnen een gemeenschap aan bepaalde klachten worden toegekend .
> **Tip:** Het is cruciaal om te beseffen dat de diagnose en presentatie van psychische aandoeningen en andere gezondheidsklachten sterk kunnen variëren tussen culturen. Wat in de ene cultuur als een medische of psychische aandoening wordt beschouwd, kan in een andere cultuur een normale reactie op stress of een uiting van culturele waarden zijn .
### 2.2 Voorbeelden van culturele syndromen
De literatuur beschrijft diverse culturele syndromen die illustreren hoe symptomen en hun betekenis cultureel bepaald zijn:
* **Ataque de nervios:** Dit syndroom komt voor bij personen van Latijns-Amerikaanse afkomst en wordt gekenmerkt door intense emotionele ontreddering, waaronder acute angst, woede of verdriet; onbeheersbaar schreeuwen en tieren; huilaanvallen; trillen; het gevoel van hitte dat vanuit de borst naar het hoofd stijgt; en verbaal en fysiek agressief gedrag. Dissociatieve ervaringen, aanval-achtige of flauwvallen-achtige episodes, en suïcidale gebaren kunnen prominent aanwezig zijn, evenals een gevoel van controleverlies. Vaak treedt dit syndroom op als direct gevolg van een stressvolle gebeurtenis gerelateerd aan de familie, zoals het horen van het overlijden van een naaste, conflicten met een echtgenoot of kinderen, of het getuige zijn van een ongeval waarbij een familielid betrokken is. Cultureel gezien is het een aanvaardbare manier om emotioneel lijden te uiten na familiaal of sociaal conflict .
* **Hikikomori:** Dit fenomeen, waargenomen in Japan, betreft jongvolwassenen die zich maanden of zelfs jaren terugtrekken in hun kamer en sociale contacten vermijden. Het wordt gezien als een reactie op hoge prestatiedruk, sociale schaamte en conformisme .
* **Dhat syndroom:** Dit syndroom, voorkomend in bepaalde culturen in India, is gerelateerd aan de angst bij mannen om "levenssap" of "vitale krachten" (dhatu) te verliezen door spermaverlies, bijvoorbeeld via masturbatie of dromen (#page=214, 215). Dit leidt tot gevoelens van zwakte, uitputting, vroegtijdige zaadlozing, impotentie en angst om sperma via de urine te lozen. Soms melden personen dat de penis kleiner is geworden. Vergelijkbare angstsymptomen kunnen optreden bij vrouwen die zich zorgen maken over overmatige vaginale vochtproductie, wat in die culturen ook als vitaal wordt beschouwd. Cultureel is het geassocieerd met ideeën over vitaliteit en mannelijkheid .
* **Eetstoornissen:** In Europa en Noord-Amerika worden eetstoornissen zoals anorexia en boulimia nervosa geassocieerd met eetweigering, lichaamsbeeldvervorming en een fixatie op dunheid. Deze worden gekoppeld aan schoonheidsidealen, controle en identiteit in een consumptiemaatschappij .
* **Burnout:** Ook in Europa en Noord-Amerika wordt burnout gezien als een syndroom van uitputting door werkdruk, met gevoelens van falen en leegte. Het wordt beschouwd als een reflectie van het neoliberale arbeidsethos en de individualisering van succes en falen .
Andere genoemde syndromen zijn: khyâl cap (‘wind attack’), kufingisisa (‘te veel nadenken’), maladi moun (letterlijk ‘door mensen veroorzaakte ziekte’), nervios (‘zenuwen’), shenjing shuairuo (‘zwakte van het zenuwstelsel’), susto (‘schrik’), en taijin kyofusho (‘angststoornis in sociale interacties’) .
### 2.3 Culturele context van specifieke diagnoses
Bepaalde diagnoses, zoals ADHD, kunnen ook culturele invloeden weerspiegelen. Factoren zoals de afbrokkeling van uitgebreide familierelaties, drukke en "hyperactieve" levensstijlen, en de waarde die in westerse culturen wordt gehecht aan individualisme, competitie en onafhankelijkheid, kunnen bijdragen aan de constructie en prevalentie van de ADHD-diagnose. Dit suggereert dat de normen en verwachtingen van een cultuur, met name ten aanzien van gedrag, aandacht en kinderlijk gedrag, een rol spelen in hoe ADHD wordt geconceptualiseerd .
### 2.4 Evolutie en implicaties in de gezondheidsantropologie
De nosologie (ziekteleer) en de culturele variatie in de uiting en ervaring van psychische aandoeningen en klachten zijn voortdurend in evolutie. Globalisering, mondialisering en migratie beïnvloeden hoe deze aandoeningen worden geformuleerd, ervaren en geuit. Dit benadrukt het belang van de persoonlijke ervaring van de hulpverlener en de uitdaging om culturele invloeden correct in te schatten .
> **Tip:** Als hulpverlener is het essentieel om een open en nieuwsgierige houding aan te nemen ten opzichte van de culturele achtergrond van patiënten. Het begrijpen van culturele syndromen helpt bij het vermijden van cultureel onsensitieve diagnoses en bevordert een meer holistische en effectieve zorg .
---
# sociale anamnese en cultureel interview
De sociale anamnese en het cultureel interview zijn cruciale onderdelen van de patiëntenzorg, gericht op het verkrijgen van een brede en diepgaande kijk op de patiënt, verder dan enkel de medische klachten. Het doel is om de patiënt te zien als een "kaleidoscoop" van verschillende factoren die invloed hebben op hun welzijn en gezondheid [25](#page=25).
### 22.1 Sociale anamnese
De sociale anamnese omvat het verzamelen van informatie over verschillende aspecten van het leven van de patiënt [25](#page=25).
#### 22.1.1 Basiscomponenten van de sociale anamnese
* **Leeftijd:** Dit is een fundamenteel gegeven dat kan variëren in de focus van de anamnese. Bij jongeren wordt bijvoorbeeld vaak de HEADS-methodiek gebruikt, terwijl bij ouderen de RUDAS-schaal relevant kan zijn [26](#page=26).
* **Sekse/gender/oriëntatie:** Het is belangrijk om respectvol om te gaan met de identiteit van de patiënt. Vragen als "Hoe wil je graag aangesproken worden?" zijn hierbij essentieel. De samenstelling van het huishouden ("Met wie woon je samen?") is ook relevant [27](#page=27).
* **Opleiding/tewerkstelling/financieel:** Dit aspect verkent de huidige en vroegere professionele situatie van de patiënt. Vragen kunnen gaan over het type werk (betaald of onbetaald), de sterke en zwakke punten van de patiënt, veranderingen in werk, toekomstplannen en financiële stabiliteit, inclusief eventuele schulden [29](#page=29).
* **Cultuur/etniciteit/geloof/taal:** Deze componenten bieden inzicht in de achtergrond en identiteit van de patiënt. Informatie over eerdere woonplaatsen kan hierbij relevant zijn [25](#page=25) [28](#page=28).
#### 22.1.2 Aanvullende overwegingen bij de sociale anamnese
* **Etniciteit en migratie:** Specifieke vragen over eerdere woonplaatsen kunnen worden gesteld om migratieachtergronden te begrijpen [28](#page=28).
* **Financiële situatie:** Aangezien veel mensen financieel kwetsbaar kunnen zijn, is het belangrijk om naar schulden te informeren [29](#page=29).
> **Tip:** Het "Breed observeren" principe is hier van toepassing; probeer een holistisch beeld van de patiënt te vormen [25](#page=25).
### 22.2 Cultureel interview
Het cultureel interview is gericht op het begrijpen van de culturele context van de patiënt, wat een directe impact kan hebben op hun gezondheid, ziektebeleving en de manier waarop ze zorg ontvangen en interpreteren [page=31 [page=32 [page=33 [page=34 [30](#page=30) [31](#page=31) [32](#page=32) [33](#page=33) [34](#page=34).
#### 22.2.1 Taal
De taal die een patiënt spreekt, is fundamenteel voor communicatie en culturele identiteit. Belangrijke vragen omvatten [30](#page=30):
* De moedertaal en eventuele andere talen die men sprak [30](#page=30).
* De taal die men nu thuis spreekt [30](#page=30).
* De eigen inschatting van de Nederlandse taalvaardigheid [30](#page=30).
* Het vermogen om zich duidelijk uit te drukken in het Nederlands [30](#page=30).
#### 22.2.2 Etniciteit en cultuur
Het exploreren van etniciteit en cultuur helpt om de sociale identiteit en de relatie van de patiënt met hun culturele achtergrond te begrijpen. Kernvragen zijn [31](#page=31):
* Of de patiënt tot een specifieke groep behoort die verschilt van andere groepen in hun land [31](#page=31).
* Wat deze groep onderscheidt [31](#page=31).
* Het belang van deze groepsidentiteit voor de patiënt [31](#page=31).
* Het huidige contact met mensen uit de eigen groep of cultuur [31](#page=31).
* De belangrijkste aspecten van de eigen cultuur [31](#page=31).
* Hoe de eigen cultuur verschilt van Belgische gewoontes en opvattingen [31](#page=31).
* De mate waarin de patiënt zichzelf passend voelt in België [31](#page=31).
#### 22.2.3 Familie
De rol en structuur van de familie zijn cultureel bepaald en cruciaal voor sociale steun en besluitvorming. Vragen hierover kunnen zijn [32](#page=32):
* De omschrijving van de relatie met de partner [32](#page=32).
* Of er personen in de buurt of familie zijn bij wie men raad of advies vraagt [32](#page=32).
* Bij wie men vroeger om raad of hulp zocht [32](#page=32).
#### 22.2.4 Geloof
Geloofsovertuigingen en -praktijken hebben een diepgaande invloed op iemands wereldbeeld en copingmechanismen. Relevante vragen zijn [33](#page=33):
* Of de patiënt gelovig is [33](#page=33).
* Of men bidt of religieuze diensten bijwoont (kerk, moskee, synagoge) [33](#page=33).
* Of dit verschilt van de situatie in het thuisland [33](#page=33).
* Of men steun haalt uit geloof en hoe dit vroeger was [33](#page=33).
#### 22.2.5 Klachten in cultureel perspectief
Dit deel van het interview richt zich op hoe de patiënt hun klachten en de behandeling ervan interpreteert binnen hun culturele kader. Belangrijke vragen zijn [34](#page=34):
* Hoe de klachten in de eigen taal worden benoemd [34](#page=34).
* Hoe mensen uit het land van herkomst de klachten zouden verklaren [34](#page=34).
* Hoe mensen met dergelijke klachten zouden omgaan in hun culturele context [34](#page=34).
* Of de patiënt zich begrepen voelt door familie en omgeving [34](#page=34).
* Of de patiënt zich begrepen voelt door hulpverleners in België [34](#page=34).
* Welk deel van de behandeling tot nu toe als meest effectief wordt ervaren [34](#page=34).
> **Tip:** Het cultureel interview is geen starre vragenlijst, maar een leidraad om een open dialoog te faciliteren en culturele verschillen te overbruggen in de zorgverlening [page=31 [page=32 [page=33 [page=34 [30](#page=30) [31](#page=31) [32](#page=32) [33](#page=33) [34](#page=34).
> **Tip:** Het is cruciaal om culturele sensitiviteit te tonen en aannames te vermijden. Vraag door en luister actief om de patiënt echt te leren kennen [31](#page=31).
---
# Het belang van flexibiliteit in de zorg
Flexibiliteit in de zorg is essentieel om effectief in te spelen op de diverse en veranderende behoeften van patiënten en de omgeving waarin zorg wordt verleend [75](#page=75).
### 23.1 Contextgericht werken
Contextgericht werken houdt in dat de zorgverlener ernaar streeft de context van de patiënt ondersteunend te laten zijn voor diens gezondheid en welzijn. Dit betekent dat interventies en adviezen worden getoetst aan de draagkracht van de patiënt en de directe of indirecte invloed van omgevingsfactoren. Door samen met de patiënt oplossingen te zoeken die passen bij diens leefwereld, vergroot men de kans op succesvolle naleving van het behandelplan en voelt de patiënt zich gesteund in het proces [71](#page=71).
#### 23.1.1 Aspecten van contextgericht werken
* **Ondersteuning door naasten**: Als arts onderzoek je of de patiënt kan rekenen op steun van familie, vrienden of andere naasten. Een belangrijke vraag hierbij is wie de mantelzorger is en wat diens draagkracht is [73](#page=73).
* **Praktische mogelijkheden**: Rekening houden met de praktische mogelijkheden van de patiënt is cruciaal. Dit omvat bijvoorbeeld de financiële draagkracht voor medicatie of therapie, en de toegang tot vervoer om afspraken tijdig bij te wonen [73](#page=73).
* **Opvattingen van de omgeving**: De opvattingen van de omgeving over de aandoening kunnen de ervaring en het herstel van de patiënt beïnvloeden. In sommige gemeenschappen kan er bijvoorbeeld een stigma rusten op bepaalde ziekten, wat kan leiden tot extra emotionele druk [73](#page=73).
### 23.2 Flexibiliteit
Flexibiliteit wordt gedefinieerd als de vaardigheid om eigen vaste patronen waar nodig los te laten en nieuwe elementen te integreren die de omgang met anderen in een specifieke context verbeteren. Flexibel gedrag omvat het vrijwillig aanpassen van de eigen houding en opvattingen aan veranderende omstandigheden in de (werk)omgeving. Flexibiliteit kan worden toegepast op het niveau van denken, voelen en handelen [75](#page=75) [81](#page=81) [82](#page=82).
#### 23.2.1 Flexibiliteit tussen jezelf, de andere en de evidence
Flexibiliteit speelt een rol in de balans tussen de eigen professionele houding, de interactie met de patiënt en de toepassing van wetenschappelijk bewijs (evidence) [76](#page=76).
#### 23.2.2 In- en uitzoomen tussen persoonsgerichte en structurele zorg
Flexibiliteit stelt zorgverleners in staat om te schakelen tussen een persoonsgerichte benadering, die focust op het individu, en een structurele benadering, die kijkt naar bredere systemen en processen binnen de zorg [77](#page=77).
#### 23.2.3 Taal aanpassen
Een belangrijk aspect van flexibiliteit is het aanpassen van taalgebruik aan de noden van de patiënt [78](#page=78) [79](#page=79).
* **Communicatieve vaardigheid**: Communicatief vaardig zijn betekent kunnen meespreken in de taal en "codes" van de ander, eventueel ondersteund door een tolk. Goede communicatieve competenties manifesteren zich wanneer men in verschillende contexten en met diverse personen professioneel en verstaanbaar kan interageren, en wanneer zowel de zorgverlener als de patiënt tevreden zijn over het communicatieproces [79](#page=79).
* **Verschillen in taalgebruik**:
* Het taalgebruik verschilt afhankelijk van de gesprekspartner, zoals een partner, ouders of collega's [80](#page=80).
* Patiënten met minder gezondheidsvaardigheden of een lagere opleiding kunnen hun klachten omschrijven in taal die sterk afwijkt van het gebruikelijke medische jargon [80](#page=80).
* Het gebruik van een tolk kan noodzakelijk zijn voor interactie en het toepassen van communicatieve competenties. Dit is een essentiële randvoorwaarde en een recht voor patiënten [80](#page=80).
#### 23.2.4 In denken, voelen, doen (Verbindende Communicatie)
Flexibiliteit in denken, voelen en doen, ook wel verbindende communicatie genoemd, is een cruciaal onderdeel van effectieve zorg. Dit impliceert dat zorgverleners in staat zijn hun mentale processen, emotionele reacties en gedrag aan te passen om beter aan te sluiten bij de patiënt [81](#page=81) [82](#page=82).
---
# Aanpassen van taalgebruik in de communicatie met patiënten
Het aanpassen van taalgebruik in de communicatie met patiënten is essentieel voor effectieve en respectvolle zorgverlening, waarbij de flexibiliteit van de zorgverlener centraal staat [78](#page=78) [79](#page=79).
### 24.1 Communicatieve vaardigheid en competenties
Communicatief vaardig zijn betekent dat de zorgverlener kan meespreken in de taal en "codes" van de patiënt, eventueel ondersteund door een tolk. Goede communicatieve competenties manifesteren zich wanneer de zorgverlener in diverse contexten en met uiteenlopende personen professioneel en verstaanbaar kan interageren, en wanneer zowel de zorgverlener als de patiënt tevreden zijn over het communicatieproces [79](#page=79).
### 24.2 Flexibiliteit in taalgebruik en benadering
#### 24.2.1 Contextafhankelijk taalgebruik
Het taalgebruik varieert per context; zo verschilt de taal die men gebruikt met een partner van die met ouders of collega's [80](#page=80).
#### 24.2.2 Gezondheidsvaardigheid en opleidingsniveau
Patiënten met lagere gezondheidsvaardigheden of een lagere opleiding kunnen hun ziekte, klachten of noden omschrijven op een manier die sterk afwijkt van de medische terminologie die zorgverleners hanteren [80](#page=80).
#### 24.2.3 Communicatie via een tolk
Het inschakelen van een tolk kan noodzakelijk zijn om interactie mogelijk te maken en communicatieve competenties toe te passen. Dit is een essentiële randvoorwaarde en een recht volgens de wet op de patiëntenrechten [80](#page=80).
### 24.3 Verbindende Communicatie: Denken, voelen en doen
Flexibiliteit in de zorgverlening omvat een aanpassing in denken, voelen en doen om zo een verbindende communicatie te bewerkstelligen [81](#page=81) [82](#page=82).
#### 24.3.1 Alertheid voor culturele en sociale signalen
Een voorbeeld van flexibiliteit is het opmerken van lokale gebruiken, zoals het uittrekken van schoenen bij het binnentreden van een woning. Door hier alert op te zijn en eventueel te vragen of men de schoenen ook wil uittrekken, kan het vertrouwen met de patiënt toenemen. Dit toont alertheid voor zaken die mogelijk belangrijk zijn voor de patiënt [83](#page=83).
#### 24.3.2 Respect voor de autonomie en wensen van de patiënt
In een situatie waar een arts een nieuwe, experimentele behandeling wil aanbieden voor kanker, maar de patiënt verkiest een minder uitputtende aanpak, is het tonen van flexibiliteit cruciaal. De arts neemt de wens van de patiënt serieus en integreert deze in de consultatie, zelfs als dit afwijkt van de medische voorkeur van de arts [84](#page=84).
### 24.4 Cultuursensitieve zorg en communicatie
Verschillen in culturele achtergronden hebben invloed op communicatiepatronen en de opvatting over ziekte en gezondheid [85](#page=85).
#### 24.4.1 Cultuur-spectrum en communicatiekenmerken
| Aspect | Individualistische cultuur | Collectivistische cultuur |
| :--------------------- | :------------------------------------- | :------------------------------------- |
| Algemeen | Eigen mening | Groepsmening |
| Regels | Grofmazig (weinig regels) | Fijnmazig (veel regels) |
| Rolverschil Man-vrouw | Man-vrouw gelijk | Rolverschil man-vrouw |
| Ziekte (oorzaak) | Wereld-natuur is beheersbaar | Wereld-natuur niet beheersbaar |
| Ziekte (interventie) | Ziekte heeft oorzaak, je kunt er zelf veel aan doen | Ziekte overkomt je, dokter geneest je |
| Ziekte (psychisch) | Psychisch is persoonlijk | Psychisch is bovennatuurlijk |
| Communicatie (relatie) | Gelijkwaardigheid tss arts en pt | Groot machtsverschil tss arts en pt |
| Communicatie (stijl) | Uitleg / overlegmodel | Plaats kennen |
| Communicatie (directheid)| Direct, expliciet | Indirect, Impliciet |
| Communicatie (taboes) | Taboes benoemen | Taboes ontwijken |
| Communicatie (focus) | Feiten boven aanzien | Eer boven feiten |
#### 24.4.2 Gelijkwaardigheid versus machtsverschil
In sommige culturen is er een nadruk op gelijkwaardigheid tussen arts en patiënt, terwijl in andere culturen een groter machtsverschil wordt erkend [86](#page=86) [87](#page=87).
#### 24.4.3 Directe versus indirecte communicatie
Communicatiestijlen variëren van direct en expliciet naar indirect en impliciet [88](#page=88) [89](#page=89).
#### 24.4.4 Omgaan met taboes
Culturele verschillen bepalen ook hoe omgegaan wordt met taboes; sommige culturen benoemen ze direct, andere vermijden ze [90](#page=90).
---
# flexibiliteit in communicatie en omgang
Flexibiliteit in communicatie en omgang draait om het vermogen om je aan te passen aan verschillende situaties en de ander te begrijpen, binnen de grenzen van je eigen normen en waarden [89](#page=89) [97](#page=97).
### 25.1 Directe versus indirecte communicatie
Communicatie kan direct en expliciet zijn, waarbij boodschappen helder en ondubbelzinnig worden geuit. Daartegenover staat indirecte en impliciete communicatie, waarbij de boodschap subtieler, suggestief of non-verbaal wordt overgebracht [89](#page=89).
#### 25.1.1 Taboes benoemen versus ontwijken
Een belangrijk aspect van flexibiliteit is hoe men omgaat met taboes. Men kan ervoor kiezen taboes direct te benoemen, wat een open en confronterende aanpak impliceert. Een andere benadering is het ontwijken van taboes, wat kan duiden op culturele gevoeligheden of een wens om conflicten te vermijden [90](#page=90) [91](#page=91).
### 25.2 Timing en flexibiliteit
Flexibiliteit in omgang heeft ook betrekking op timing. Het concept "op tijd zijn" suggereert het naleven van afspraken en deadlines. "Tijd hebben" impliceert daarentegen een flexibele instelling ten aanzien van tijdsdruk, waarbij er ruimte is voor het moment zelf en onverwachte gebeurtenissen [92](#page=92) [93](#page=93).
### 25.3 Eigen mening versus groepsmening
Flexibiliteit uit zich ook in de balans tussen de eigen mening en de groepsmening. Men kan flexibel zijn door de eigen mening te uiten en te verdedigen, ook al wijkt deze af van de groepsmening. Tegelijkertijd kan flexibiliteit betekenen dat men openstaat voor de groepsmening en deze, indien redelijk, kan overnemen. Het onderscheid tussen eigen mening (cognitief) en groepsmening (affectief) is hierbij relevant [94](#page=94) [95](#page=95).
### 25.4 Connecties en hun aard
In communicatie en omgang kunnen er grofmazige connecties bestaan, die breder en minder gedetailleerd zijn. Daarnaast zijn er fijnmazige connecties, die gekenmerkt worden door een grote mate van detail, nuance en precisie [96](#page=96).
### 25.5 De grenzen van flexibiliteit
Flexibiliteit moet altijd binnen bepaalde grenzen plaatsvinden. Als hulpverlener is het cruciaal om te bepalen hoe ver deze flexibiliteit reikt en waar de eigen grenzen liggen. Dit houdt in dat men de verschillen in normen en waarden constateert en bepaalt hoe hiermee om te gaan, welke aanpassingen men bereid is te doen en welke acceptatie men kan opbrengen. Deze grenzen dienen vervolgens duidelijk aan de ander te worden gecommuniceerd [97](#page=97).
#### 25.5.1 De driestapsmethode van Pinto
De driestapsmethode van Pinto biedt een gestructureerde aanpak voor het omgaan met culturele verschillen en het bepalen van flexibiliteitsgrenzen [98](#page=98).
* **Stap 1: Perspectief van de hulpverlener (Reflectiviteit)**
Het leren kennen van de eigen, cultuurgebonden normen, waarden en gedragscodes. Dit vereist zelfreflectie en bewustzijn van de eigen culturele achtergrond [98](#page=98).
* **Stap 2: Perspectief van de ander (Breed observeren)**
Het leren kennen van de (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes van de ander. Dit impliceert een open en observerende houding om de achtergrond van de ander te begrijpen [98](#page=98).
* **Stap 3: Omgaan met verschillen (Verbindende communicatie)**
Het bepalen van de eigen grenzen wat betreft aanpassing en acceptatie van de ander. Deze grenzen moeten duidelijk worden gecommuniceerd. Vervolgens wordt gezocht naar een acceptabele tussenweg die rekening houdt met beide perspectieven. Dit proces wordt "verbindende communicatie" genoemd [97](#page=97) [98](#page=98).
> **Tip:** Het bewustzijn van de eigen culturele bril is een fundamentele eerste stap in effectieve interculturele communicatie [98](#page=98).
>
> **Voorbeeld:** Een hulpverlener die gewend is om direct feedback te geven, moet zich bewust zijn dat dit in sommige culturen als onbeleefd kan worden ervaren. Het toepassen van de driestapsmethode helpt om hier gepast mee om te gaan [95](#page=95) [98](#page=98).
---
# De antropologie van ziekte, ziek zijn en ziektebeleving
De antropologie van ziekte, ziek zijn en ziektebeleving onderzoekt hoe ziektes cultureel geconstrueerd worden, hoe individuen ziekte ervaren en welke sociale betekenissen en gedragingen aan ziekte verbonden zijn .
### 26.1 Disease, Illness en Sickness: Een terminologische verkenning
Binnen de medische antropologie worden drie kernbegrippen onderscheiden die elk een specifiek facet van ziekte belichten: 'disease', 'illness' en 'sickness' .
#### 26.1.1 Disease: Het biomedische perspectief
'Disease' verwijst naar de biomedische, objectieve en wetenschappelijk vaststelbare afwijking van een normale lichaamsfunctie of structuur. Dit is het perspectief dat door artsen en wetenschappers wordt gehanteerd .
* **Voorbeeld diabetes:**
* **Westerse geneeskunde:** Verklaart diabetes als een uitputting van insuline in de pancreas en insulineresistentie in weefsels, gerelateerd aan een teveel aan suikers en een tekort aan lichaamsbeweging. De behandeling omvat medicatie, dieet en lichaamsbeweging .
* **Chinese geneeskunde (Xiao Ke):** Ziet diabetes als 'interne hitte' en een disbalans met een tekort aan Yin en verstoring van de Qi. Behandeling richt zich op het voeden van Yin, het vermijden van 'hitte-bevorderend' voedsel en acupunctuur om meridianen en Qi-stroom te harmoniseren .
#### 26.1.2 Illness: De subjectieve beleving
'Illness' omvat de subjectieve beleving van symptomen en 'diseases', de interpretatie van ziekte en het geven van zin aan een aandoening. Dit is een culturele constructie met een individuele invulling. De exploratie van 'illness' gebeurt via 'narratives' (verhalen), waarbij taal en communicatie cruciaal zijn .
* **Metaforen in de beleving van illness:**
* Het hart kan metaforisch gezien worden als een pomp of als de plaats van liefde .
* Volkse metaforen zoals "het is alsof er mieren in mijn buik zitten", "ze zit vol", of "mijnen tikker werkt niet meer" illustreren hoe mensen hun klachten proberen te duiden .
> **Tip:** Arthur Kleinman benadrukt dat 'illness narratives' meer zijn dan symptoomverslagen; ze zijn een mechanisme waarmee mensen hun ervaringen begrijpen en betekenis geven, waarbij een transformatie plaatsvindt van iets geleefds naar iets geïnterpreteerds .
#### 26.1.3 Sickness: Het sociale gedrag
'Sickness' betreft het gedrag van mensen die ziek zijn en hoe zij dit kenbaar maken aan hun omgeving, zowel verbaal als non-verbaal. De 'sick role' (ziek-rol) is sterk bepaald door culturele factoren en maatschappelijke verwachtingen. Ziekte wordt als een sociale gebeurtenis beschouwd .
* **De 'sick role':** Volgens T. Parsons omvat de 'sick role' de sociale aspecten van ziek worden, inclusief de bijbehorende privileges en verplichtingen .
* **Communicatie van ziek-zijn:** Klachten worden op een cultureel aangeleerde wijze gecommuniceerd. Als dit niet gebeurt, bestaat het risico op misverstanden en het uitblijven van steun, empathie of zorg .
### 26.2 Culturele constructie van ziekte
De manier waarop men binnen een bepaalde culturele context denkt over ziektes, deze benoemt, classificeert, en de oorzaken, morele en kosmologische betekenissen eraan toekent, is een culturele constructie .
### 26.3 Emic versus Etic perspectief
Het onderscheid tussen 'emic' en 'etic' perspectieven is cruciaal voor het begrijpen van ziektebeleving. Kwaliteitsvolle zorg vereist rekening houden met het 'emic' standpunt .
* **Etic perspectief (disease):** Dit is het perspectief van de onderzoeker of arts, gekenmerkt door objectiviteit en de vragen van de onderzoeker .
* **Emic perspectief (illness):** Dit is het perspectief van de patiënt, gericht op betekenisgeving en zingeving, en is subjectief en 'insider' .
> **Tip:** Houd rekening met de V-lijn communicatie (patiënten spoor: Ideas, Concerns, Expectations - ICE) bij het toepassen van het emic perspectief .
### 26.4 Culturele verschillen in ziekte-ervaringen
Hoewel fysieke symptomen zoals vermoeidheid, koorts en pijn bij een ziekte cultureel minder sterk verschillen, zijn er wel significante culturele variaties in:
* De subjectieve ervaring (bijv. schaamte, angst) .
* De vermoedde oorzaken (bijv. risicogedrag, straf van God) .
* De ervaren gevolgen voor het zelf (bijv. gezichtsverlies) en de collectieve waardering (bijv. zonde) .
* De omgang met ziekte ter beheer of herstel van zelfwaardering (bijv. genezingsrituelen, psychologische hulp, levensstijlveranderingen) .
* De reactie of expressie van ziekte (bijv. lichaamshouding, sociale terugtrekking) .
### 26.5 Candomblé en de antropologie van ziekte
In Brazilië, met de Candomblé religieuze filosofie, worden geesten (orichas) vereerd. Bezetenheid en vereenzelviging met deze geesten worden onderscheiden van psychose en geestelijke ziekte, wat illustreert hoe religieuze en spirituele belevingen de interpretatie van ziekte kunnen beïnvloeden .
---
# Culturele competenties en antropologie van gezondheid
Dit onderwerp onderzoekt hoe culturele gevoeligheid en bredere antropologische perspectieven essentieel zijn voor een holistische benadering van gezondheidszorg, met speciale aandacht voor de politieke en economische invloeden op gezondheid en ziekte.
### 27.1 Culturele competenties als zorgverlener
Culturele competenties vereisen een erkenning van en gevoeligheid voor de perspectieven van de patiënt, evenals het onderzoeken van eigen stereotypen en vooroordelen om de interactie met patiënten te verbeteren. Een “cultural sensitive” benadering richt zich op bewustzijn van de waarden, overtuigingen, levenswijzen en praktijken van een patiënt, terwijl een “cultural responsive” benadering deze culturele aspecten integreert in een wederzijds aanvaardbaar behandelplan .
> **Tip:** Het onderscheid tussen 'sensitive' en 'responsive' is cruciaal: bewustzijn is de eerste stap, maar actieve integratie in de zorg is de volgende.
### 27.2 Antropologie van gezondheid
#### 27.2.1 Critical Medical Anthropology
Critical Medical Anthropology (CMA) bestudeert de gezondheid en ziekte binnen hun bredere sociale, politieke en economische context. Een prominent figuur in dit veld is Gabor Maté, een Hongaars-Canadese arts en Holocaust-overlever, bekend om zijn werk over trauma en verslaving .
##### 27.2.1.1 Aandacht voor politieke en economische determinanten van gezondheid
CMA benadrukt dat ziekte en gezondheid gevormd worden door economische systemen en politieke beslissingen. Het kapitalisme, werkomstandigheden en klasseongelijkheden hebben een aanzienlijke impact op gezondheidsverschillen. Belangrijke vragen binnen CMA zijn :
* Wie heeft voordeel bij bepaalde zorgsystemen en wie niet ?
* Hoe beïnvloeden globale markten en bedrijven (zoals farmaceutische bedrijven, verzekeringsinstellingen, de agro-industrie en grondstofextractie) ziekte en gezondheid ?
* Wat is de impact van armoede en sociaaleconomische ongelijkheid op ziekte en gezondheid ?
* Wat is de impact van de nog steeds voelbare gevolgen van kolonisatie door Europese imperia op gezondheid ?
> **Tip:** Bij het analyseren van gezondheidsproblemen is het essentieel om verder te kijken dan puur biologische factoren en de structurele (economische en politieke) oorzaken te onderzoeken.
###### 27.2.1.1.1 Voorbeeld diabetes
Het biomedische perspectief op diabetes type 2 ziet de oorzaak primair in de uitputting van insuline in de pancreas en insulineresistentie, geassocieerd met een te hoge suikerinname en te weinig lichaamsbeweging. De behandeling richt zich op medicatie (zoals metformine en insuline), dieet en lichaamsbeweging .
Vanuit een CMA-perspectief wordt echter benadrukt dat er mogelijk een derde type diabetes bestaat: malnutrition-related diabetes mellitus, dat echter onderbelicht blijft in onderzoek en financiering. CMA pleit ervoor om voedselonzekerheid, honger en ondervoeding te erkennen als causale drijfveren van diabetes. Bovendien worden morele oordelen over patiënten met diabetes type 2, zoals de manier waarop vrouwen worden geïnstrueerd te eten, niet altijd gereflecteerd in de culturele context en kunnen deze oordelen de behandeling en perceptie van individuele patiënten beïnvloeden .
##### 27.2.1.2 Structureel geweld
Structureel geweld verwijst naar vormen van geweld waarbij mensen geschaad worden of sterven doordat hun basisbehoeften niet worden vervuld, als gevolg van sociale, politieke of economische structuren. Dit concept, geïntroduceerd door Johan Galtung in 1969, hangt nauw samen met sociale onrechtvaardigheid, armoede, racisme, seksisme en kolonialisme, en wordt beschouwd als een "sociale machinerie van onderdrukking". Structureel geweld is verankerd in langdurige en alomtegenwoordige sociale structuren, genormaliseerd door stabiele instellingen en regelmatige ervaringen, waardoor het vaak onzichtbaar wordt. De kern van dit concept is dat lijden sociaal geproduceerd is, niet toevallig .
> **Voorbeeld:** De situatie in Gaza illustreert hoe de focus op symptomen van psychische aandoeningen structureel geweld en onderdrukking kan verdoezelen .
---
# Reflexiviteit en zelfbewustzijn in de context van geneeskunde
Reflexiviteit en zelfbewustzijn zijn cruciale concepten voor artsen om hun eigen perspectief, vooroordelen en de impact daarvan op de patiëntenzorg te begrijpen [49](#page=49) [50](#page=50) [53](#page=53).
### 28.1 Kernconcepten van reflexiviteit
#### 28.1.1 Definities en principes
* **Reflexiviteit** wordt gedefinieerd als het proces van nadenken over de eigen gedachten, gevoelens, en acties, evenals de sociale en culturele context waarin deze plaatsvinden. Het is een voortdurende introspectie die helpt om te begrijpen "Waarom doet een mens wat zij/hij doet?" [50](#page=50) [53](#page=53).
* **Zelfbewustzijn** omvat het herkennen van de eigen identiteit, eigenschappen, emoties en gedragingen. Dit stelt een arts in staat om de eigen rol en invloed binnen de zorgrelatie te erkennen [51](#page=51) [53](#page=53).
* **Zelf-empathie** is een component van reflexiviteit, waarbij men in staat is om de eigen gevoelens en ervaringen te erkennen en te begrijpen, wat de basis vormt voor empathie jegens anderen [51](#page=51) [53](#page=53).
#### 28.1.2 Positionaliteit en privilege
* **Positionaliteit** verwijst naar de sociale, culturele, economische en persoonlijke positie van een individu. Deze positionering beïnvloedt hoe iemand de wereld ziet en hoe de wereld die persoon ziet [52](#page=52) [53](#page=53).
* **Privilege** is het geheel van voordelen die iemand geniet op basis van bepaalde kenmerken, zoals ras, gender, sociaaleconomische status, en opleidingsniveau [49](#page=49) [52](#page=52) [53](#page=53).
* Voorbeelden van privilege kunnen zijn: man zijn, heteroseksueel zijn, wit zijn, hoog opgeleid zijn, of een hoog opgeleide/welgestelde ouder hebben [49](#page=49).
* Het begrijpen van de eigen positionaliteit en het erkennen van privilege is essentieel voor reflexiviteit, omdat het helpt bij het herkennen van onbewuste vooroordelen en aannames die de zorgverlening kunnen beïnvloeden [52](#page=52) [53](#page=53).
#### 28.1.3 Intersectionaliteit
Intersectionaliteit onderzoekt hoe verschillende assen van identiteit (zoals ras, klasse, gender, seksualiteit) elkaar kruisen en hoe deze intersecties leiden tot unieke vormen van discriminatie of privilege. Dit concept is van belang om de complexe ervaringen van patiënten met diverse achtergronden volledig te begrijpen [53](#page=53).
### 28.2 Toepassing in de medische praktijk
#### 28.2.1 Impact van persoonlijke achtergrond op zorgverlening
Artsen komen de praktijk binnen met hun eigen achtergrond, ervaringen, waarden en overtuigingen, die onbewust hun benadering van geneeskunde kunnen beïnvloeden. Het is cruciaal dat artsen zich bewust zijn van deze invloeden om professioneel te kunnen handelen [58](#page=58).
#### 28.2.2 Voorbeelden van positieblindheid en culturele verschillen
* **Leeftijd en chronische aandoeningen:** Een jonge arts zonder eigen gezondheidsproblemen kan moeite hebben om de dagelijkse uitdagingen van oudere patiënten met chronische aandoeningen volledig te begrijpen en kan onbewust aannemen dat deze patiënten actiever zouden kunnen zijn dan ze werkelijk zijn [54](#page=54).
* **Socio-economische achtergrond:** Een arts die opgroeide in een welvarende familie kan moeite hebben om de financiële beperkingen van patiënten met lagere inkomens te doorgronden en kan aanbevelingen doen die financieel onhaalbaar zijn [54](#page=54).
* **Culturele verschillen in herstel na trauma:**
* Een patiënt uit een individualistische cultuur kan zich focussen op herstel naar onafhankelijkheid na een trauma, waarbij mantelzorgers en hulpverleners de rol zien van ondersteuning in terugkeer naar zelfzorg [54](#page=54).
* Mensen met een collectivistische culturele achtergrond kunnen meer focussen op blijvende hulp en ondersteuning, waarbij de uitgebreide familie actief betrokken is bij de zorg [54](#page=54).
#### 28.2.3 Reflexiviteit in crisissituaties
In situaties van grote chaos en nood, zoals een terroristische aanslag met veel gewonden, komen artsen en zorgverleners onder immense druk te staan. Reflexiviteit helpt hen om in deze hectische omstandigheden bewust te blijven van hun eigen reacties en de impact daarvan op hun handelen en de patiëntenzorg [55](#page=55) [56](#page=56) [57](#page=57).
### 28.3 Vragen ter bevordering van reflexie
De volgende reflectieve vragen kunnen artsen helpen om hun eigen positionaliteit, privilege, en de impact daarvan op hun medische beroep te onderzoeken [58](#page=58) [59](#page=59):
* Welke emotie roept de superdiverse samenleving op en zou dit veranderen afhankelijk van iemands sociaal-economische positie op de 'wheel of privilege' [58](#page=58)?
* Hoe hebben de eigen achtergrond en persoonlijke ervaringen de keuze om geneeskunde te studeren beïnvloed [58](#page=58)?
* Welke waarden of overtuigingen uit de opvoeding en cultuur zijn belangrijk in de benadering van geneeskunde [58](#page=58)?
* In hoeverre spelen zichtbare en onzichtbare kenmerken (zoals taal, etniciteit, geslacht, sociaaleconomische achtergrond) een rol in hoe men wordt gezien of benaderd binnen de opleiding [59](#page=59)?
* Hoe is de eigen cultuur gecategoriseerd in de 'wheel of privilege' [59](#page=59)?
* Hoe kan positieblindheid invloed hebben op het begrip van de ervaringen van anderen in de zorg [59](#page=59)?
* Hoe kan bewustzijn van de eigen achtergrond helpen om inclusiviteit en begrip te tonen in een toekomstige medische setting [59](#page=59)?
> **Tip:** Het actief stellen en beantwoorden van deze vragen helpt om zelfbewustzijn te vergroten en onbewuste vooroordelen te herkennen, wat essentieel is voor empathische en effectieve patiëntenzorg.
> **Voorbeeld:** Een arts die zich realiseert dat zijn/haar welgestelde achtergrond ertoe heeft geleid dat hij/zij geneigd is patiënten met beperkte financiële middelen te onderschatten qua vermogen om dure behandelingen te betalen, kan bewuster worden van de noodzaak om financiële opties te bespreken en oplossingen te zoeken die haalbaar zijn voor de patiënt [54](#page=54).
---
# Wat is cultuur en de culturele dimensies van Hofstede
Dit onderwerp verkent de definitie van cultuur en introduceert de culturele dimensies van Hofstede, met toepassingen binnen de gezondheidszorg.
### 29.1 Wat is cultuur?
Cultuur kan worden gedefinieerd als de gedeelde waarden, normen en percepties die het gedrag van een groep mensen in een bepaalde samenleving en tijdsperiode bepalen en uiten zich in dat gedrag. Het vormt de verbindende factor binnen een groep, waardoor leden elkaars gedrag begrijpen .
#### 29.1.1 Het ui-diagram van Hofstede
Het ui-diagram van Hofstede visualiseert cultuur als een gelaagde structuur, bestaande uit symbolen, rituelen en waarden .
##### 29.1.1.1 Symbolen
Symbolen zijn woorden, gebaren, afbeeldingen of voorwerpen met een specifieke betekenis die alleen begrepen wordt door leden van dezelfde cultuur. Ze vormen de buitenste, meest oppervlakkige laag van de ui. Nieuwe symbolen ontstaan gemakkelijk en oude verdwijnen, waarbij symbolen regelmatig worden overgenomen .
> **Voorbeeld:** Kleding, haardracht, vlaggen en statussymbolen, evenals medisch jargon of 'scrubs' als statussymbool, vallen onder symbolen. De witte doktersjas, hoewel minder zichtbaar bij huisartsen, blijft een symbool in publieke ruimtes bij studenten geneeskunde .
##### 29.1.1.2 Rituelen
Rituelen zijn collectieve activiteiten die technisch gezien overbodig zijn voor het bereiken van een doel, maar die sociaal essentieel worden geacht binnen een cultuur en omwille van zichzelf worden uitgevoerd. Ze bestendigen het groepsgevoel en gaan gepaard met specifieke taal, gedrag, hiërarchie en waarden .
> **Voorbeeld:** Een studentencantus, hoewel potentieel schadelijk voor de gezondheid en niet noodzakelijk, wordt verricht omwille van het groepsgevoel en de bijbehorende culturele uitingen .
##### 29.1.1.3 Waarden
Waarden vormen de kern van een cultuur en vertegenwoordigen een collectieve neiging om een bepaalde gang van zaken boven andere te verkiezen. Ze zijn gevoelsmatig met een positieve en negatieve pool en functioneren als morele economieën. Waarden komen tot uiting in maatschappelijke discussies over wat hoorbaar en zegbaar is, en welke handelingen aanvaardbaar zijn .
> **Voorbeeld in de zorg:** Waarden kleuren het debat over abortus en euthanasie, bepalen het belang van zelfbeschikkingsrecht van de patiënt, en beïnvloeden hoe er gekeken wordt naar druggebruik en mentale aandoeningen .
### 29.2 De culturele dimensies van Hofstede
Geert Hofstede ontwikkelde een model met vier (later uitgebreid met vijf) culturele dimensies die verschillende aspecten van cultuur onderscheiden en vergelijken .
#### 29.2.1 Machtsafstand
Dit verwijst naar hoe omgegaan wordt met macht en de omvang van machtsongelijkheid binnen een samenleving, bijvoorbeeld tussen ouders en kinderen of tussen leidinggevenden en werknemers .
In de gezondheidszorg manifesteert dit zich in de verhouding tussen arts en patiënt. Bij een kleinere machtsafstand behandelen patiënten artsen als gelijken en zijn ze mondiger, terwijl bij een grotere machtsafstand patiënten artsen als superieuren zien en consulten korter en meer door de arts gestuurd verlopen .
#### 29.2.2 Individualisme versus collectivisme
Deze dimensie onderzoekt het relatieve belang van het individu ten opzichte van de groep. In individualistische culturen primeert het individu, terwijl in collectivistische culturen de belangen van de groep (familie, gemeenschap, land) voorgaan .
In de gezondheidszorg beïnvloedt dit de keuzes die patiënten maken, gebaseerd op individuele of collectieve overwegingen .
* **Collectivistische culturen:** Kenmerken zijn het bewaren van harmonie met de sociale omgeving en het vermijden van directe confrontatie. 'Nee' kan betekenen 'misschien heb je gelijk' of 'we zullen erover denken', en 'ja' duidt niet per se op instemming, maar op het voortzetten van de communicatie .
* **Individualistische culturen:** Men uit direct gedachten en gevoelens als teken van eerlijkheid. Confrontatie kan als heilzaam worden beschouwd, waarbij uit meningsverschillen hogere waarheden kunnen voortkomen. Hoewel rekening gehouden wordt met de impact op de ander, rechtvaardigt dit geen verdraaiing van feiten .
> **Tip:** Begrijpen of een patiënt primair vanuit individuele of collectieve belangen handelt, kan cruciaal zijn voor een effectieve arts-patiëntrelatie.
#### 29.2.3 Masculiniteit versus femininiteit
Deze dimensie kijkt naar de verhouding tussen man en vrouw, takenverdeling en rolmodellen, en het belang van mannelijke (winnen, de beste zijn) versus vrouwelijke (zorgen, genieten) waarden in de samenleving. Aspecten als hiërarchie en patriarchaat spelen hierbij een rol .
In de gezondheidszorg zijn hier gerelateerd aan genderkwesties, abortus en seksuele gezondheid .
#### 29.2.4 Onzekerheidsvermijding
Dit aspect meet hoeveel vertrouwen er is in de toekomst, hoeveel regels er bestaan en hoe belangrijk zekerheid wordt gevonden, inclusief de rol van religie .
In de gezondheidszorg kan dit zich uiten in het gedrag van artsen. Artsen in landen met een lage onzekerheidsvermijdingsindex (OVI) tonen meer oogcontact en besteden meer aandacht aan het geruststellen van de patiënt, zelfs zonder medicatie voor te schrijven. Artsen in culturen met een hoge OVI schrijven doorgaans meer medicijnen voor, wat ook de verwachting van patiënten is .
#### 29.2.5 Lange termijn versus korte termijn oriëntatie
Deze dimensie onderzoekt of de focus ligt op de toekomst (lange termijn oriëntatie) of op het heden (korte termijn oriëntatie) .
In de gezondheidszorg is dit relevant voor gebieden zoals chronische zorg, bijvoorbeeld bij diabetes .
---
# Antropologie van gezondheid
De antropologie van gezondheid onderzoekt de culturele en sociale aspecten van ziekte, gezondheid en geneeskunde, en benadrukt dat er geen objectieve, neutrale waarheden bestaan, maar eerder verhalen en analyses die zinvol zijn binnen specifieke culturele contexten. Deze studie nodigt uit om te oordelen en te denken buiten termen als "goed/beter" of "slecht(er)", en "correct" of "onjuist" .
### 30.1 Wat is cultuur? Het ui-diagram van Hofstede
Cultuur wordt gedefinieerd als waarden, normen en percepties die aan de basis liggen van gedrag, en die tot uiting komen in dat gedrag bij een bepaalde groep mensen in een bepaald tijdsgewricht in een samenleving. Het vormt de verbindende factor tussen de leden van een groep, waardoor ze elkaars gedrag begrijpen. Hofstede's ui-diagram beschrijft cultuur in lagen, beginnend bij symbolen en eindigend bij waarden .
#### 30.1.1 Symbolen
Symbolen zijn woorden, gebaren, afbeeldingen of voorwerpen met een betekenis die alleen begrepen wordt door leden van de cultuur. Ze zijn de buitenste, meest oppervlakkige laag en kunnen gemakkelijk ontstaan, verdwijnen of worden overgenomen, zoals kleding, vlaggen, statussymbolen, of medisch jargon. De witte doktersjas is hier een voorbeeld van .
#### 30.1.2 Rituelen
Rituelen zijn collectieve activiteiten die technisch gesproken overbodig zijn voor het bereiken van een doel, maar binnen een cultuur sociaal essentieel worden geacht. Ze worden omwille van zichzelf verricht om groepsgevoel te bestendigen en gaan gepaard met specifieke taal, gedrag, hiërarchie en waarden, zoals de studentencantus .
#### 30.1.3 Waarden
Waarden vormen de kern van een cultuur en representeren een collectieve neiging om een bepaalde gang van zaken boven andere te verkiezen. Ze hebben een plus- en minpool en komen tot uiting in maatschappelijk discours over wat acceptabel is. In de zorg kleuren waarden debatten over abortus, euthanasie, zelfbeschikkingsrecht van de patiënt, druggebruik en de kijk op mentale aandoeningen .
### 30.2 De culturele dimensies van Hofstede
Hofstede's model identificeert culturele dimensies die de manier waarop groepen mensen de wereld ervaren, beïnvloeden .
#### 30.2.1 Machtsafstand
Deze dimensie beschrijft hoe omgegaan wordt met machtsongelijkheid, bijvoorbeeld tussen ouders en kinderen, of tussen baas en werknemer. In de gezondheidszorg beïnvloedt dit de relatie tussen arts en patiënt: een kleinere machtsafstand leidt tot mondige patiënten die artsen als gelijken behandelen, terwijl een grotere machtsafstand resulteert in consulten die korter en door de arts gestuurd zijn .
#### 30.2.2 Individualisme versus collectivisme
Dit gaat over het belang van het individu versus de groep. In individualistische culturen zijn eigen meningen en noden belangrijker, en wordt confrontatie soms als heilzaam beschouwd. In collectivistische culturen primeert wat belangrijk is voor de groep en wordt harmonie nagestreefd, wat leidt tot het vermijden van directe confrontatie. Dit heeft invloed op de arts-patiëntrelatie (#page=126, 127) .
#### 30.2.3 Masculiniteit versus femininiteit
Deze dimensie betreft de man-vrouwverhouding, taakverdeling en rolmodellen, en het belang van mannelijke (winnen, de beste zijn) versus vrouwelijke (zorgen, genieten) waarden. In de zorg kan dit relevant zijn voor genderissues, abortus en seksuele gezondheid .
#### 30.2.4 Onzekerheidsvermijding
Dit verwijst naar het vertrouwen in de toekomst, het aantal regels, het belang van zekerheid en de rol van religie. In de gezondheidszorg schrijven artsen in landen met een lage onzekerheidsvermijdingsindex (OVI) minder medicijnen voor en geven meer aandacht aan geruststelling, terwijl patiënten in culturen met een hoge OVI meer medicijnen verwachten .
#### 30.2.5 Lange termijn versus korte termijn oriëntatie
Deze dimensie kijkt naar de focus op de toekomst versus het heden. Dit is relevant voor de zorg, bijvoorbeeld bij chronische zorg zoals diabetes .
### 30.3 Kritieken op het model van Hofstede
Het model van Hofstede kent diverse kritieken [131-137](#page=131, 132, 133, 134, 135, 136, 137).
* **Essentialistisch en stereotyperend:** Het model beschouwt cultuur als vaststaand en homogeen, wat leidt tot generalisaties en het negeren van interne diversiteit (klasse, gender, etniciteit). Dit risico reduceert cultuur tot clichés en versterkt vooroordelen in plaats van intercultureel begrip .
* **Contextloos:** De metingen houden geen rekening met geschiedenis of machtsverhoudingen (#page=132, 133) .
* **Verouderde data:** Het model is gebaseerd op data van IBM-medewerkers uit de jaren 1960-70 .
* **Kwantificatie en subjectiviteit:** Het gebruik van kwantificatie suggereert objectiviteit, maar de interpretatie is subjectief, en het model veronderstelt dat cultuur meetbaar en stabiel is. Dit leidt tot een oppervlakkige operationalisering van cultuur .
* **Negeert globalisering, migratie en hybride identiteiten:** Het model houdt geen rekening met hedendaagse dynamieken .
* **Nationaal kader:** Het model gaat uit van landen als natuurlijke culturele eenheden, wat leidt tot methodologisch nationalisme (#page=135, 136) .
#### 30.3.1 Arjan Appadurai: Cultuur in een Wereld van Stromen
Appadurai's concept van "scapes" (ethnoscapes, technoscapes, mediascapes, financescapes, ideoscapes) benadrukt de versnipperde, vloeibare wereld van culturele stromen als gevolg van globalisering. Deze stromen hertekenen grenzen en identiteiten, veranderen mobiliteit en communicatie, creëren ongelijkheid en verspreiden ideeën en waarden .
> **Tip:** Het model van Hofstede kan nog steeds nuttig zijn om na te denken over arts-patiëntrelaties, machtsverschillen, gender, chronische zorg, en de invloed van sociale relaties, seksualiteit en tijdsbesef in verschillende culturele contexten, maar mag nooit leiden tot veralgemeningen en stereotypen .
### 30.4 Sociale identiteit, cultuur en agency
Cultuur ontstaat in het delen en onderhandelen van sociale identiteiten. Identiteit is een onderhandelde positie binnen de dynamische context van cultuur, die betekenis geeft .
#### 30.4.1 Deelidentiteiten
Deelidentiteiten kunnen zichtbaar of onzichtbaar, zelfgeclaimd of toegeschreven zijn, en krijgen vorm naar gelang de context. Ze worden bepaald door narratieven en etiketten, die de tijdelijke identiteit vormen die we aannemen en toekennen .
#### 30.4.2 Cultuur als leidraad en proces
Cultuur fungeert als leidraad voor individuen in routineuze handelingen en ideeën. Individuen bewegen zich in wisselende culturele sferen die kunnen overlappen, het lokale overstijgen, hybride structuren vormen en interne tegenstellingen bevatten. Cultuur wordt hier gezien als een chaotisch, hybride proces, in tegenstelling tot een welomlijnde bundel van vaste groepskenmerken .
Cultuur is ook een proces dat betekenis geeft aan de wereld voor groepen die deelidentiteiten delen. Het is dynamisch, verbonden met levenspaden, onderhandelbaar met anderen, en ontstaat en verandert door sociale interactie. Betekenissen worden niet alleen gereproduceerd, maar ook nieuw geproduceerd in wisselende contexten .
#### 30.4.3 Agency
Agency is de capaciteit om bewuste keuzes te maken en creatief om te gaan met cultuur, zij het binnen structurele, maatschappelijke grenzen die keuzes mogelijk maken of beperken. Groter privilege binnen deze structuren leidt meestal tot grotere agency, maar niet noodzakelijk .
### 30.5 Processen van acculturatie
Acculturatie omvat processen die optreden bij langdurig en direct contact tussen culturen .
* **Kolonialisme en globalisering:** Kunnen leiden tot verdrukking, verval of hybridisering (creolisatie) van lokale culturen en identiteiten .
* **Migratie en "cultural bereavement":** Hebben impact op psychosociaal welzijn en beïnvloeden zowel de oorspronkelijke groep als de migrerende groep .
* **Twee elementen:** De mate van contact en de mate van behoud van de eigen cultuur zijn hierin bepalend .
> **Tip:** De oude, essentialistische visie op cultuur en identiteit als vastliggend en homogeen, gekoppeld aan een "wij-zij" denken, staat tegenover de nieuwe, dynamische visie waarin cultuur overlappend, hybride en chaotisch is, en identiteit wordt onderhandeld door sociale interactie en agency .
### 30.6 Antropologie van gezondheid
De antropologie van gezondheid onderzoekt de culturele en sociale dimensies van ziekte, gezondheid en geneeskunde. Het verhaal van Amanullah, een 16-jarige vluchteling uit Afghanistan met pseudo-epileptische aanvallen, illustreert hoe een arts als antropoloog kan fungeren [174-177](#page=174, 175, 176, 177) .
#### 30.6.1 Het verhaal van Amanullah
Amanullah's aanvallen traden op na traumatische gebeurtenissen in Afghanistan, zoals het overlijden van zijn vader en de ontvoering van zijn broer. Hij ervaart schuldgevoel en beschouwt zijn ziekte mogelijk als straf van God of Djinns. Het culturele kader waarin zijn symptomen betekenis krijgen, zijn verklaringen voor de oorzaken, en de kijk van zijn omgeving (artsen, tolken, medestudenten) zijn cruciaal voor begrip. De patiënt wordt beschouwd als expert van zijn eigen lichaam, en zijn perspectief ("De patiënt heeft altijd gelijk") is existentieel belangrijk .
#### 30.6.2 Andere gezondheidsconcepten en geneeswijzen
De discipline bestudeert ziekte, ziektebeleving en geneeswijzen vanuit verschillende perspectieven .
#### 30.6.3 Disease, Illness, Sickness
Deze termen onderscheiden biologische afwijkingen (disease), de subjectieve ervaring van ziek zijn (illness), en de sociale rol van ziekte (sickness) .
#### 30.6.4 Cultural Concepts of Distress
Dit zijn cultureel specifieke manieren waarop emotioneel leed wordt ervaren en uitgedrukt .
#### 30.6.5 Culturele competenties als zorgverlener
Het ontwikkelen van culturele competenties is essentieel voor zorgverleners om effectief te kunnen werken in diverse culturele contexten .
#### 30.6.6 Critical Medical Anthropology
Dit veld analyseert hoe machtsverhoudingen, sociale ongelijkheid en politieke structuren de gezondheid beïnvloeden .
#### 30.6.7 Etic en Emic perspectief
* **Etic perspectief:** Het perspectief van de onderzoeker (arts) of buitenstaander, dat streft naar objectiviteit .
* **Emic perspectief:** Het perspectief van de subject (patiënt), gericht op betekenis en zingeving vanuit een insider standpunt .
> **Tip:** Cultuurrelativisme, zoals gepropageerd door Franz Boas, stelt dat normen en waarden alleen begrepen en beoordeeld kunnen worden binnen de context van de specifieke cultuur zelf. Dit is een uitnodiging om vooroordelen te laten varen en een dieper begrip te ontwikkelen .
---
# Critical medical anthropology als pleidooi voor rechtvaardige en billijke gezondheidszorg
Kritische medische antropologie pleit voor rechtvaardige en billijke gezondheidszorg door de sociale, culturele en politieke context van gezondheid en ziekte te onderzoeken en de machtsstructuren die leiden tot gezondheidsongelijkheden te bevragen [1](#page=1) [6](#page=6).
### 31.1 Kader
Het concept van 'superdiversiteit' erkent de complexiteit van hedendaagse samenlevingen, waarin individuen zich op meerdere manieren kunnen onderscheiden, niet alleen op basis van etniciteit of cultuur, maar ook van leeftijd, gender, sociaaleconomische status, en meer. Dit sluit nauw aan bij 'intersectionaliteit', dat analyseert hoe verschillende assen van ongelijkheid elkaar overlappen en versterken. Samen vormen deze concepten een basis voor het begrijpen van 'gezondheidsongelijkheid', waarbij bepaalde groepen significant slechtere gezondheidsuitkomsten ervaren dan andere. Het uiteindelijke doel is het realiseren van 'gelijkwaardige kwaliteitsvolle zorg voor iedereen'. Het Cynefin Framework wordt aangehaald als een middel om complexe situaties te analyseren en passende strategieën te ontwikkelen in de context van deze diversiteit [10](#page=10) [11](#page=11) [12](#page=12) [1](#page=1) [4](#page=4) [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
### 31.2 Tools voor een brede en diepgaande benadering
De studie van medische antropologie en cultuur biedt essentiële inzichten en instrumenten om gezondheidszorg te benaderen in een superdiverse realiteit. Deze benadering integreert generieke competenties, zoals mensenrechten, taalondersteuning, en gezondheidsvaardigheden. Evidence-based medicine, mits breed geïnterpreteerd, kan hierin een rol spelen. Een 'tweesporenbeleid' wordt voorgesteld om zowel individuele noden als bredere structurele factoren aan te pakken [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18).
#### 31.2.1 Breed observeren: Verbreden en Verdiepen
'Breed observeren' is een kerncompetentie die zich richt op bewust, gepland en gericht leren kijken naar de diverse leefwereld van patiënten. Dit omvat twee complementaire benaderingen [21](#page=21):
##### 31.2.1.1 Kaleidoscoop: Verbreden
De 'kaleidoscoop'-benadering richt zich op het situeren van patiënten in een bredere context, rekening houdend met hun relaties met andere mensen en instituties binnen verschillende levensdomeinen zoals gezin, sociale netwerken, werk, school, materiële levensomstandigheden en woonomstandigheden. Dit impliceert het bevragen van 'waarom' een mens doet wat hij of zij doet vanuit een breder perspectief [21](#page=21) [22](#page=22).
* **Kruispuntdenken:** Dit helpt bij het identificeren van potentiële kwetsbaarheden, zoals een alleenstaande, dakloze man zonder papieren [24](#page=24).
* **Sociale anamnese:** Deze tool verzamelt informatie over leeftijd, sekse/gender/oriëntatie, opleiding/tewerkstelling/financieel, cultuur/etniciteit/geloof/taal van de patiënt. Voor jongeren wordt de HEADS-methode genoemd, en voor ouderen de RUDAS [25](#page=25) [26](#page=26).
* **Leeftijd:** Vragen over levensfase en specifieke uitdagingen.
* **Sekse/gender/oriëntatie:** Vragen hoe de patiënt aangesproken wil worden en met wie hij/zij samenwoont [27](#page=27).
* **Etniciteit, Migratie:** Vragen naar vorige woonplaatsen en migratiegeschiedenis [28](#page=28).
* **Opleiding/tewerkstelling/financieel:** Vragen naar huidige en toekomstige loopbaanplannen, vaardigheden, en financiële situatie, inclusief eventuele schulden [29](#page=29).
* **Cultureel interview:** Dit instrument exploreert taalgebruik, etniciteit, cultuur, familiebanden, geloof en de culturele context van klachten [30](#page=30) [31](#page=31) [32](#page=32) [33](#page=33) [34](#page=34).
* **Taal:** Vragen over de moedertaal, huidige taalgebruik thuis, en de beheersing van de Nederlandse taal [30](#page=30).
* **Etniciteit en cultuur:** Vragen naar de identiteit binnen groepen, het belang daarvan, contacten met de eigen gemeenschap, culturele waarden, en de mate van integratie in de Belgische samenleving [31](#page=31).
* **Familie:** Vragen naar de relatie met de partner en naar personen aan wie raad of hulp wordt gevraagd, zowel in het heden als in het verleden [32](#page=32).
* **Geloof:** Vragen naar gelovigheid, religieuze praktijken, en de steun die uit het geloof gehaald wordt, inclusief eventuele verschillen met het thuisland [33](#page=33).
* **Klachten in cultureel perspectief:** Vragen hoe klachten in de eigen taal worden benoemd, hoe ze in het thuisland verklaard zouden worden, hoe ermee omgegaan zou worden, en of de patiënt zich begrepen voelt door familie, omgeving en hulpverleners [34](#page=34).
* **Positieve gezondheid:** Dit concept, dat verder gaat dan het enkel behandelen van ziekte, wordt ook als een instrument in het 'kaleidoscoop'-perspectief genoemd [35](#page=35).
##### 31.2.1.2 IJsberg: Verdiepen
De 'ijsberg'-benadering richt zich op het observeren van de patiënt zelf en eventuele begeleiders, met aandacht voor verbale en non-verbale taal, uiterlijk en gedrag. Dit impliceert het begrijpen van de diepere, vaak onbewuste, elementen die iemands gedrag sturen [21](#page=21) [37](#page=37) [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
* **Referentiekader:** Inzicht in het concept van een referentiekader en de ontologische vraag of er één enkele waarheid bestaat [40](#page=40).
* **Onbewuste elementen:** Begrip van hoe onbewuste elementen onder de waterlijn het gedrag bepalen en sturen [40](#page=40).
* **Invloed van context:** Hoe de omgeving de bewuste en onbewuste waarden, normen, etc. van een persoon beïnvloedt [40](#page=40).
* **Open vragen (laten uitspreken):** Het stellen van open vragen om de patiënt de ruimte te geven zich volledig te uiten, bijvoorbeeld met de ICE (Ideas, Concerns, Expectations) methodiek [41](#page=41).
* **Non-verbale signalen benoemen:** Aandacht hebben voor en het benoemen van non-verbale communicatie [42](#page=42).
* **Nieuwsgierig sensitief doorvragen:** Zonder oordeel, met oprechte nieuwsgierigheid, verdere vragen stellen [43](#page=43).
* **Empatisch luisteren:** Actief luisteren met inlevingsvermogen [44](#page=44).
> **Voorbeeld:** Dr. Leila Khan observeert Miguel in de wachtkamer. Ze merkt zijn onrust, zijn interactie met zijn gezin, de muziek die hij luistert, en zijn aarzeling bij het aanspreken door de verpleegkundige. Dit geeft haar waardevolle informatie over zijn toestand en de gezinsdynamiek [45](#page=45).
##### 31.2.1.3 Leerdoelen van Breed Observeren
Het doel is om een dynamisch perspectief op identiteiten te ontwikkelen, de meerdimensionaliteit ervan te erkennen, de diversiteit binnen elk individu te zien, en intersectionaliteit te begrijpen. Vaardigheden als de kunst van het vragen stellen, luisteren en praten, en reflecteren over eigen diversiteit zijn cruciaal. Bewustzijn van nieuwsgierigheid, taboes, vooringenomenheid (bias) en onverwachte wendingen is eveneens belangrijk. Voor het 'ijsberg'-perspectief omvatten de leerdoelen het begrijpen van referentiekaders, de invloed van onbewuste elementen, en hoe de context het gedrag stuurt. Vaardigheden omvatten reflexiviteit, omgaan met meningen, en het erkennen van verschillende perspectieven. Bewustzijn van nieuwsgierigheid, bias, en de impact van referentiekaders op emoties is essentieel [36](#page=36) [40](#page=40).
#### 31.2.2 Reflexiviteit
Reflexiviteit is de competentie waarbij men aandacht besteedt aan hoe informatie binnenkomt en reflecteert over eigen gevoelens, oordelen en positie ten opzichte van wat gehoord wordt. Dit geldt zowel voor de 'kaleidoscoop' (verbredend) als de 'ijsberg' (verdiepend) benadering. Het impliceert het bewustzijn van de eigen perspectieven, mogelijke vooroordelen, en hoe deze de perceptie van de patiënt en zorg beïnvloeden. Reflexief handelen erkent dat eigen gedachten en houdingen slechts één van de mogelijke oplossingen zijn en dat andere perspectieven waardevol zijn [47](#page=47).
* **De Arts: Kaleidoscoop (Verbreden):** Dit omvat het analyseren van de eigen positie en privileges, bijvoorbeeld door kruispuntdenken rond privilege (man, hetero, wit, hoog opgeleid etc.) [48](#page=48) [49](#page=49).
* **De Arts: Ijsberg (Verdiepen):** Dit richt zich op de onbewuste elementen die het eigen handelen sturen [50](#page=50).
* **Zelf-empathie:** Het vermogen om empathisch te zijn naar zichzelf [51](#page=51).
* **Positionaliteit/privilege:** Bewustzijn van de eigen positie in de maatschappij en de bijbehorende privileges [52](#page=52) [53](#page=53).
> **Voorbeelden:**
> * Dr. Smit kan als jonge, gezonde arts moeite hebben de uitdagingen van oudere patiënten met chronische aandoeningen volledig te begrijpen, en onbewust aannemen dat zij actiever zouden kunnen zijn [54](#page=54).
> * Dr. Kamdem, opgegroeid in een welgestelde familie, kan financiële beperkingen van patiënten met lagere inkomens onderschatten en onhaalbare aanbevelingen doen [54](#page=54).
> * Culturele verschillen in de omgang met ziekte, zoals de focus op individuele onafhankelijkheid versus collectieve zorgondersteuning, kunnen leiden tot misverstanden [54](#page=54).
Reflectievragen benadrukken het belang van het onderzoeken van de emoties die superdiversiteit oproept, de invloed van sociaaleconomische positie, en hoe achtergrond en persoonlijke ervaringen de keuze voor geneeskunde hebben beïnvloed. Ook de impact van zichtbare en onzichtbare kenmerken op hoe men wordt gezien binnen de opleiding, en hoe positieblindheid het begrip van andermans ervaringen kan beïnvloeden, zijn centrale thema's. Een bewustzijn van de eigen achtergrond kan helpen bij het tonen van inclusiviteit en begrip in de medische setting [58](#page=58) [59](#page=59).
#### 31.2.3 Verbindende communicatie en empathie
'Verbindende communicatie' en 'empathie' zijn cruciale competenties voor effectieve zorgverlening. Empathie is het vermogen om zich in te leven in de gevoelens en gedachtegang van anderen, wat begint met het waarnemen en begrijpen van verbale en non-verbale boodschappen. In een context van brede diversiteit kunnen situaties en emoties van patiënten verder van de zorgverlener afstaan en moeilijker invoelbaar zijn [60](#page=60) [61](#page=61) [62](#page=62) [63](#page=63) [64](#page=64) [65](#page=65).
Verbindende communicatie impliceert bewustzijn van eigen oordelen, gedachten, strategieën en eisen, en een keuze om de aandacht te richten op waarnemingen, gevoelens, behoeften en verzoeken. Dit gebeurt in drie modussen: bij jezelf (reflecteren), bij het luisteren (breed observeren), en bij het uiten (verbindend communiceren) [66](#page=66) [67](#page=67).
> **Tip:** Zoek naar de kruispunten tussen verschillende perspectieven [68](#page=68).
> **Voorbeeld:** Verschillen in emotionele expressie tussen culturen kunnen tot misverstanden leiden. Als arts kan men, bij waargenomen verwarring, breed observeren en benoemen wat men ziet, en vervolgens open, nieuwsgierige vragen stellen om de ander te begrijpen en een brug te slaan [69](#page=69).
#### 31.2.4 Contextgericht werken
'Contextgericht werken' betekent ernaar streven dat de context van de patiënt ondersteunend werkt voor diens gezondheid en welzijn. Dit houdt in dat de hulpverlener zijn interventies en adviezen toetst aan de draagkracht en de invloed van omgevingselementen. Samen met de patiënt zoeken naar oplossingen die passen bij diens leefwereld vergroot de kans op therapietrouw en een gevoel van steun [71](#page=71) [72](#page=72).
* **Steun? Praktisch? Opvattingen?:** Men onderzoekt of de patiënt steun kan rekenen van familie/vrienden, houdt rekening met praktische mogelijkheden zoals kosten en vervoer, en is zich bewust van hoe opvattingen binnen de omgeving de ervaring van de patiënt kunnen beïnvloeden, bijvoorbeeld door stigma [73](#page=73).
#### 31.2.5 Flexibiliteit
Flexibiliteit is de vaardigheid om vaste patronen los te laten en nieuwe elementen te integreren die de omgang met anderen verbeteren in een specifieke context. Het betreft het vrijwillig aanpassen van de eigen houding en opvattingen aan veranderende omstandigheden, zowel in denken, voelen als doen [75](#page=75) [81](#page=81) [82](#page=82).
* **Tussen jezelf, de andere en de evidence:** Flexibiliteit kan worden toegepast in de balans tussen individuele noden, culturele context en evidence-based richtlijnen [76](#page=76).
* **In en uitzoomen tussen Persoonsgerichte en Structurele zorg:** Flexibiliteit stelt de zorgverlener in staat om zowel op individueel niveau als op maatschappelijk/structureel niveau te handelen [77](#page=77).
* **Taal aanpassen:** Het aanpassen van taalgebruik aan de noden van de patiënt is cruciaal. Dit betekent meespreken in de taal en "codes" van de ander, al dan niet met ondersteuning van een tolk. Dit is een recht van de patiënt [78](#page=78) [79](#page=79) [80](#page=80).
> * Het taalgebruik verschilt tussen partner, ouders en collega's [80](#page=80).
> * De taal die patiënten met minder gezondheidsvaardigheden gebruiken kan afwijken van de medische terminologie [80](#page=80).
> * Communicatie via een tolk is soms noodzakelijk [80](#page=80).
* **In denken, voelen, doen:**
> **Voorbeeld:** Het uitdoen van schoenen bij binnenkomst in een appartement kan het vertrouwen verhogen, ook al vraagt men dit niet expliciet [83](#page=83).
> **Voorbeeld:** Bij een patiënt die geen uitputtende behandeling meer wenst voor kanker, ook al is er een nieuwe experimentele behandeling, neemt de arts de wens van de patiënt mee in de consultatie [84](#page=84).
* **Cultuur-spectrum:** Er worden contrasten geschetst tussen individualistische en collectivistische culturen op gebieden zoals eigen mening vs. groepsmening, regels, rolverschillen man-vrouw, opvattingen over ziekte, psychische problemen, communicatiestijlen, en omgang met taboes [85](#page=85).
* Gelijkwaardigheid vs. machtsverschil arts-patiënt [86](#page=86) [87](#page=87).
* Directe, expliciete communicatie vs. indirecte, impliciete communicatie [88](#page=88) [89](#page=89).
* Taboes benoemen vs. taboes ontwijken [90](#page=90) [91](#page=91).
* Op tijd zijn vs. tijd hebben [92](#page=92) [93](#page=93).
* Eigen mening vs. groepsmening [94](#page=94) [95](#page=95).
* Grofmazige vs. fijnmazige connecties [96](#page=96).
##### 31.2.5.1 Flexibiliteit binnen grenzen
Het bepalen van de eigen grenzen als hulpverlener is essentieel. Dit omvat het bepalen hoe men omgaat met verschillen in normen en waarden, waar de grenzen liggen wat betreft aanpassing en acceptatie, en het duidelijk maken van deze grenzen aan de ander [97](#page=97).
* **Driestapsmethode van Pinto:**
1. **Perspectief Arts:** Het leren kennen van de eigen (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes (Reflectiviteit) [98](#page=98).
2. **Perspectief Patiënt:** Het leren kennen van de (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes (Breed Observeren) [98](#page=98).
3. **Omgaan met verschillen:** Bepalen van grenzen, deze duidelijk maken, en zoeken naar een acceptabele tussenweg (Verbindende Communicatie) [98](#page=98).
#### 31.2.6 Competenties benoemen en erkennen
Het benoemen en erkennen van competenties gaat fundamenteel over het erkennen van de ander als een intelligent, communicerend medemens. Dit betekent erkennen dat mensen competenties hebben om hun leven in handen te nemen, zelfs in probleemsituaties. De cliënt/patiënt is een competente specialist van zijn eigen leven, terwijl de professional een specialist is op zijn vakgebied [100](#page=100).
> * Een patiënt met reuma die pijn beheerst met ademhalingstechnieken. Door deze vaardigheid te erkennen, kan de arts de patiënt verder ondersteunen .
> * Het benoemen van de zelfdiscipline bij het volgen van een medicatieregime, of doorzettingsvermogen bij het omgaan met chronische pijn .
> * Het erkennen van de waarde van gesprekken met een belangrijke persoon uit het netwerk van een patiënt die worstelt met angst of depressie door ziekte .
> * Bij een patiënt uit een gemeenschap waar acupunctuur gebruikelijk is, kan de arts het belang van deze praktijk erkennen in combinatie met conventionele behandelingen .
---
Dit onderdeel van de studiehandleiding onderzoekt hoe kritische medische antropologie de gezondheidszorg kan bevorderen door aandacht te besteden aan culturele diversiteit, sociale rechtvaardigheid en persoonsgerichte zorg.
### 31.1 Samen projecten maken
Het concept "samen projecten maken" in de gezondheidszorg verwijst naar de gedeelde besluitvorming en het samenstellen van actieplannen tussen zorgverleners en patiënten. Dit omvat onderhandelingen over doelen, waarbij de focus kan liggen op genezing, schadebeperking, preventie of kwaliteit van leven zoals de patiënt die invult .
#### 31.1.1 Shared decision making
Shared decision making is een centraal principe waarbij de zorgverlener en patiënt samenwerken om beslissingen te nemen over de zorg .
#### 31.1.2 Voorbeelden van samen projecten maken
* Een Turkse dame met diabetes ervaart een conflict tussen haar culturele gewoonte om gasten te verwennen met eten en haar behoefte om suikerinname te beperken. Samen met de arts onderzoekt ze mogelijkheden voor suikervrij koken en hoe ze hiermee kan omgaan tijdens het ontvangen van bezoek .
* Met een ongeneeslijk zieke patiënt kan worden besproken of de voorkeur uitgaat naar harm reduction of het afbouwen van medicatie om naar een levenseinde toe te werken .
* Een alleenstaande moeder met financiële problemen houdt haar dochter 's avonds laat op om gezelschap te hebben en zodat het kind 's ochtends uitslaapt, wat resulteert in slechts twee maaltijden per dag. De arts erkent de competentie van de moeder in het beheren van haar leven en zoekt samen naar een oplossing om de medicatie van het kind toch te laten innemen, bijvoorbeeld door de dosering per inname te verhogen .
### 31.2 Normaliseren
Normaliseren binnen de gezondheidszorg betekent dat zorgverleners aandacht hebben voor de diversiteit van factoren die de gezondheid van patiënten beïnvloeden. Dit leidt tot gelijkwaardige en persoonsgerichte zorg, waarbij verschillen in gender, huidskleur, leeftijd en cultuur worden erkend als invloeden op de manifestatie en behandeling van ziekten. Diversiteit moet structureel geïntegreerd worden in medisch denken en handelen om diagnostiek en behandeling af te stemmen op uiteenlopende patiëntkenmerken .
#### 31.2.1 Kernconcepten bij normaliseren
* **Superdiversiteit**: Een samenleving waarin veel verschillende culturele, sociale en individuele kenmerken samenkomen .
* **Intersectionaliteit**: De interactie tussen verschillende sociale categorieën (zoals ras, klasse, gender) die leiden tot unieke vormen van discriminatie of privilege .
* **Gezondheidsongelijkheid**: Verschillen in gezondheidstoestand en toegang tot zorg tussen verschillende bevolkingsgroepen .
* **Gelijkwaardige zorg voor iedereen**: Het streven naar zorg die voor alle patiënten van gelijke kwaliteit is, ongeacht hun achtergrond .
#### 31.2.2 Generieke competenties
De drie visuele tools 'verbreden', 'verdiepen' en 'verbinden' worden gebruikt om generieke competenties te ontwikkelen in het omgaan met diversiteit .
### 31.3 Cultuur en identiteit
Dit deel van de cursus verkent de concepten cultuur en identiteit vanuit een antropologisch perspectief, met kritische reflectie op bestaande modellen en een focus op hun relevantie voor de gezondheidszorg.
#### 31.3.1 Disclaimer
Er wordt benadrukt dat verhalen en analyses over cultuur, ziekte en gezondheid zinvol zijn, maar geen "objectieve, neutrale waarheden" vertegenwoordigen. De uitnodiging is om niet te oordelen in termen van goed/fout of beter/slechter, maar om zelfbewust te worden van dergelijke oordelen .
#### 31.3.2 Wat is cultuur? Het ui-diagram van Hofstede
Cultuur wordt gedefinieerd als waarden, normen en percepties die gedrag sturen en zichtbaar worden in het gedrag van een groep mensen in een bepaalde tijd en samenleving. Het vormt een verbindende factor die ervoor zorgt dat leden van een groep elkaars gedrag begrijpen. Het ui-diagram van Hofstede onderscheidt drie lagen :
* **Symbolen**: Woorden, gebaren, afbeeldingen of voorwerpen met een betekenis die alleen begrepen wordt binnen de cultuur. Dit is de buitenste, meest oppervlakkige laag. Voorbeelden zijn kleding, haardracht, vlaggen, statussymbolen, medisch jargon of de witte doktersjas .
* **Rituelen**: Collectieve activiteiten die technisch gezien overbodig zijn voor het bereiken van een doel, maar sociaal essentieel worden geacht binnen een cultuur. Ze worden omwille van zichzelf verricht. Een voorbeeld is de studentencantus, die groepsgevoel bestendigt .
* **Waarden**: De kern van een cultuur, een collectieve neiging om bepaalde zaken te verkiezen boven andere. Waarden hebben een richting (plus- en minpool) en komen tot uiting in maatschappelijk discours. Voorbeelden in de zorg zijn de waarden die het debat over abortus en euthanasie kleuren, zelfbeschikkingsrecht, druggebruik en de kijk op mentale aandoeningen .
#### 31.3.3 De culturele dimensies van Hofstede
Hofstede's model beschrijft vijf culturele dimensies:
1. **Machtsafstand**: De manier waarop wordt omgegaan met machtsongelijkheid binnen een samenleving. In de gezondheidszorg beïnvloedt dit de verhouding tussen arts en patiënt, waarbij een kleinere machtsafstand leidt tot meer gelijkwaardige interacties en een grotere machtsafstand tot meer hiërarchische consulten .
2. **Individualisme vs. collectivisme**: Het belang van het individu versus de groep. In collectivistische culturen staat harmonie met de omgeving centraal en wordt directe confrontatie vermeden. In individualistische culturen zegt men direct wat men denkt, en kan confrontatie zelfs heilzaam zijn. Dit heeft invloed op de arts-patiëntrelatie .
3. **Masculiniteit vs. femininiteit**: De verhouding tussen man-vrouw, taakverdeling en rolmodellen, en het belang van mannelijke (winnen) versus vrouwelijke (zorgen) waarden. In de gezondheidszorg raakt dit genderissues, abortus en seksuele gezondheid .
4. **Onzekerheidsvermijding**: De mate van vertrouwen in de toekomst, het belang van regels en zekerheid, en de rol van religie. In culturen met een lage onzekerheidsvermijdingsindex (OVI) besteden artsen meer aandacht aan geruststellen, terwijl artsen in culturen met een hoge OVI meer medicijnen voorschrijven, wat patiënten ook verwachten .
5. **Lange termijn vs. korte termijn oriëntatie**: De focus op de toekomst versus het heden. Dit is relevant voor chronische zorg, zoals diabetes .
#### 31.3.4 Kritieken op het model van Hofstede
Het model van Hofstede kent diverse kritieken:
* **Essentialistisch en stereotyperend**: Cultuur wordt voorgesteld als vaststaand en homogeen, wat interne diversiteit negeert en kan leiden tot clichés .
* **Contextloos**: Meetwaarden worden bepaald zonder rekening te houden met geschiedenis of machtsrelaties .
* **Verouderde data**: Het model is gebaseerd op data uit de jaren 1960-70 en veronderstelt dat cultuur meetbaar en stabiel is .
* **Methodologisch nationalisme**: Gaat uit van landen als natuurlijke culturele eenheden, wat voorbijgaat aan globalisering, migratie en hybride identiteiten .
De risico's van deze benadering zijn het reduceren van cultuur tot clichés, het zien van cultuur als statisch en het negeren van macht en representatie. Cultuur is mobiel, gelaagd en hybride, en identiteit ontstaat in beweging en ontmoeting .
#### 31.3.5 Arjan Appadurai: Cultuur in een Wereld van Stromen
Appadurai's kernidee is dat globalisering leidt tot een versnipperde, vloeibare wereld van culturele stromen, gedefinieerd door vijf 'scapes': ethnoscapes (mensen), technoscapes (technologie), mediascapes (media), financescapes (kapitaal) en ideoscapes (ideeën en waarden). Hoewel Hofstede's model nuttig kan zijn voor artsen om na te denken over arts-patiëntrelaties, mag het niet leiden tot generalisaties en stereotypen .
#### 31.3.6 Sociale identiteit, cultuur en agency
Cultuur ontstaat in het delen en onderhandelen van sociale identiteiten. Identiteit is een onderhandelde positie binnen een dynamische culturele context die betekenis geeft .
* **Deelidentiteiten**: Kunnen zichtbaar of onzichtbaar zijn, zelf geclaimd of toegeschreven, en vormen zich naar gelang de context .
* **Cultuur als leidraad**: Biedt structuur voor routineuze handelingen en ideeën. Mensen bewegen zich in wisselende culturele sferen die kunnen overlappen, globaliseren of hybride structuren vormen .
* **Cultuur als betekenisgevend proces**: Het geeft betekenis aan de wereld, is dynamisch, verbonden met levenspaden, neegotieerbaar en constant in verandering door sociale interactie .
* **Agency**: De capaciteit om bewuste keuzes te maken en creatief om te gaan met cultuur, binnen bepaalde maatschappelijke grenzen. Privilege binnen maatschappelijke structuren vergroot agency, maar niet noodzakelijk .
#### 31.3.7 Processen van acculturatie
Acculturatie omvat de veranderingen die optreden door contact tussen culturen, vaak beïnvloed door kolonialisme, globalisering en migratie. Dit kan leiden tot verdrukking, verval of hybridisering van lokale culturen en identiteiten. Belangrijke elementen zijn de mate van contact en de mate van behoud van de eigen cultuur .
#### 31.3.8 Samenvatting: Visies op cultuur en identiteit
* **Oude (essentialistische) visie**: Cultuur en identiteit zijn vastliggend, gedeeld door homogene groepen, vaak gelinkt aan een land of etnische groep, met een "wij-zij" denken en cultuur als structuur .
* **Nieuwe (dynamische) visie**: Cultuur is overlappend, hybride en chaotisch ("glocal cultures"), een dynamisch proces van betekenisgeving en uitwisseling, onderhandeling en vernieuwing. Identiteit wordt onderhandeld door sociale interactie en discours, en is gerelateerd aan agency .
### 31.4 Vragenlijst “The Net”
De "Vragenlijst The Net" is een instrument om de diversiteit binnen een specifieke groep studenten te onderzoeken. De resultaten tonen aan dat een aanzienlijk deel van de eerstejaars geneeskundestudenten uit witte, hoogopgeleide, hogere klasse gezinnen komt .
#### 31.4.1 Bevindingen uit de vragenlijst
* Er is diversiteit binnen de groep, maar deze evolueert constant, is niet altijd zichtbaar en kan de groep helpen bij het herkennen en omgaan met "blind spots" .
* Het concept "white privilege" wordt aangehaald, niet om schuldgevoel op te wekken, maar om bewustwording te creëren dat de samenleving anders ervaren wordt dan door veel patiënten, wat leidt tot "blind spots" op gebieden als armoede, migratie, gender en cultuur .
* Verbeterde persoonlijke bewustwording faciliteert positieve relaties met patiënten en het omgaan met stress, en kan leiden tot een dieper begrip van patiëntgedrag .
### 31.5 Antropologie van gezondheid
Dit deel introduceert de antropologie van gezondheid als een discipline die culturele en sociale factoren in ziekte en gezondheid onderzoekt, met een focus op het begrijpen van verschillende gezondheidsconcepten en geneeswijzen.
#### 31.5.1 Het verhaal van Amanullah: de arts als antropoloog
Het verhaal van Amanullah, een 16-jarige vluchteling uit Afghanistan met pseudo-epileptische aanvallen, illustreert de noodzaak voor artsen om antropologisch te kijken. Artsen moeten zich afvragen hoe Amanullah zijn aandoening ervaart, welke verklaringen hij daarvoor heeft binnen zijn culturele kader, en hoe de omgeving (artsen, vrienden, Afghaanse gemeenschap) naar zijn klachten kijkt en welke impact dit heeft. De patiënt wordt beschouwd als expert op het eigen lichaam, en de arts moet de ideeën van de patiënt als waardevol erkennen. Amanullah's aanvallen begonnen in Afghanistan na het overlijden van zijn vader en ontvoering van zijn broer. Hij ervaart schuldgevoel en ziet zijn ziekte als straf. Zijn moeder ging bidden in de moskee, wat de aanvallen verbeterde .
#### 31.5.2 Wat is antropologie (van gezondheid)?
Antropologie van gezondheid onderzoekt hoe normen en waarden van een cultuur begrepen en beoordeeld moeten worden binnen de context van die cultuur zelf (cultuurrelativisme) .
* **Etic perspectief**: Het perspectief van de onderzoeker (arts), die outsider is en 'objectief' kijkt .
* **Emic perspectief**: Het perspectief van het subject (patiënt), dat zich richt op betekenis en zingeving vanuit een insiderrol .
De antropologische benadering kenmerkt zich door "out and see" en participatieve observatie, met als doel "the familiar exotic and the exotic familiar" te maken .
Het cultureel referentiekader van de Westerse geneeskunde omvat het belang van het individu en zijn verantwoordelijkheid, geloof in vooruitgang, en de rol van de mens in het aanpassen van de natuurlijke omgeving. Antropologie van gezondheid stelt vragen als: Hoe wordt nagedacht over ziekte en gezondheid? Wat is de rol van cultuur? Wat betekent ziek zijn in verschillende culturen? Hoe geneest men? En hoe kan begrip van cultuur leiden tot betere gezondheid?. Het doel is niet om te bepalen wat beter werkt of om patiënten te overtuigen Westerse geneeskunde te kiezen, maar om culturele invloeden op gezondheid en welzijn te onderzoeken. Dit omvat culturele concepten van pijnbeleving, sociale invloeden, maatschappelijke invloeden en biologische factoren .
#### 31.5.3 Andere gezondheidsconcepten en geneeswijzen
Verschillende culturen kennen andere concepten van gezondheid en bijbehorende geneeswijzen. Voorbeelden zijn Chi of Qi in Zuidoost-Azië (levensenergie) kruidengeneeskunde en diverse alternatieve geneeswijzen zoals acupunctuur, homeopathie en traditionele of religieuze genezers. Patiënten kunnen deze middelen gebruiken zonder medeweten van hun arts, wat kan leiden tot conflicten of gevaarlijke interacties .
#### 31.5.4 Disease, Illness, Sickness
Dit conceptuele raamwerk, afkomstig uit de sociologie en bekeken vanuit de antropologie, onderscheidt drie aspecten van ziekte:
* **Disease**: De door de biomedische wetenschap gedefinieerde ziekte, met welomschreven symptomen en oorzaken, die cultureel neutraal lijkt maar historisch en geografisch bepaald is. Epigenetica toont aan hoe omstandigheden en contexten genen kunnen beïnvloeden en dit zelfs aan nakomelingen kan worden overgedragen. Voorbeeld is de westerse definitie van diabetes versus de Chinese geneeskunde (Xiao Ke) die uitgaat van "interne hitte" en disbalans .
* **Illness**: De subjectieve beleving van symptomen en diseases, de interpretatie van ziekte en het geven van zingeving. Dit is een culturele constructie met individuele invulling, vaak uitgedrukt via narratieven, metaforen en volkse uitdrukkingen. Kwaliteitsvolle zorg houdt rekening met het "emic" standpunt van de patiënt. Culturele verschillen in illness manifesteren zich in subjectieve ervaringen (schaamte, angst), vermoede oorzaken, ervaren gevolgen voor het zelf, de omgang met de aandoening en de expressie ervan .
* **Sickness**: Het gedrag van zieke mensen en de manier waarop ziek-zijn wordt gecommuniceerd naar de buitenwereld. De "sick role" is sterk cultureel bepaald en omvat privileges en verplichtingen. In westerse culturen volgens Parsons omvat dit ontslag van verantwoordelijkheden, de noodzaak van hulp, de wil om beter te worden en het inwinnen van professionele zorg. Dit roept vragen op bij chronische aandoeningen en mentale ziekten. Het geval van Jaddati (60j, Syrië) met diabetes illustreert hoe disease, illness en sickness samenkomen: de diagnose (disease), zijn fixatie op glycemiewaarden en de verklaring van "suiker" voor mentale klachten (illness), en de rol die hij binnen de familie krijgt toegewezen (sickness/sick role) .
#### 31.5.5 Cultural Concepts of Distress (CCD)
Hoewel niet expliciet uitgewerkt in de documentatie, impliceert de discussie over illness en de subjectieve beleving van ziekte dat culturele concepten van distress een belangrijk onderzoeksveld zijn binnen de medische antropologie om te begrijpen hoe emotionele en psychische klachten in verschillende culturele contexten worden ervaren en geuit .
#### 31.5.6 Culturele competenties als zorgverlener
Het begrijpen van cultural concepts of distress, disease, illness en sickness is essentieel voor zorgverleners om cultureel competente zorg te verlenen. Dit vereist aandacht voor de emic perspectieven van patiënten en het vermijden van etnocentrisme .
#### 31.5.7 Critical Medical Anthropology
Kritische medische antropologie analyseert de rol van macht, economie en politiek in gezondheidsongelijkheden en de totstandkoming van ziekte. Het pleit voor rechtvaardige en billijke gezondheidszorg door structurele oorzaken van gezondheidsverschillen aan te kaarten. Het erkent dat wetenschappelijke kennis niet de enige relevante vorm van kennis is en dat patiënten experts zijn in hun eigen lichaam. Het bevordert een dialoog die verder gaat dan louter biomedische verklaringen en zich richt op de betekenisgeving van ziekte binnen een specifieke levenscontext .
---
## 31 Critical medical anthropology als pleidooi voor rechtvaardige en billijke gezondheidszorg
Dit onderdeel onderzoekt hoe kritische medische antropologie pleit voor een rechtvaardigere en billijkere gezondheidszorg door de politieke, economische en sociale determinanten van gezondheid te analyseren en de dominantie van biomedische perspectieven te bevragen.
### 31.1 Culturele concepten van ongemak (Cultural Concepts of Distress - CCD)
Culturele concepten van ongemak verwijzen naar de manier waarop verschillende culturen ziekte, lijden en gezondheid begrijpen, benoemen en verklaren, en hoe ziekte als sociaal en cultureel geconstrueerd wordt beschouwd. Deze concepten zijn opgenomen in de DSM-5, voorheen bekend als "culturally bound syndromes". Er worden drie types of subcategorieën onderscheiden: idiomen van ongemak, culturele syndromen en culturele verklaringen of verklaringsmodellen .
#### 31.1.1 Idiomen van ongemak (Idioms of distress)
Idiomen van ongemak zijn "socially and culturally resonant ways of experiencing and expressing suffering" ofwel cultureel specifieke manieren om psychologisch en sociaal lijden uit te drukken. Het is een symbolische taal die mensen gebruiken wanneer biomedische categorieën of gewone woorden tekortschieten. Deze idiomen zijn :
1. **Cultureel specifiek:** Uitgedrukt via lokaal specifieke symbolen en uitdrukkingen, zoals vermoeidheid, "mal partout", of Jins (geesten) .
2. **Belichaamd:** Komt tot uiting via het lichaam, zoals hoofdpijn, zwakte of hartpijn .
3. **Bevat een sociale boodschap:** Signaleert dat er iets mis is, niet alleen met de persoon, maar ook met de sociale omgeving (familie, genderrollen, gemeenschap, breder maatschappelijk) .
4. **Onderhandelt hulp:** Dient als een manier om kwetsbaarheid te tonen en hulp, empathie of zorg van anderen te onderhandelen, meestal op een sociaal aanvaarde manier .
Een voorbeeld van een westers idiom of distress is "stress", terwijl in Ghana men spreekt van "Mijn ziel die naar beneden zakt" .
#### 31.1.2 Culturele syndromen (Cultural syndromes)
Culturele syndromen worden gedefinieerd als "clusters of symptoms and attributions that tend to co-occur among individuals in specific cultural groups, communities, or contexts... that are recognized locally as coherent patterns of experience". Deze worden erkend binnen specifieke culturele groepen als coherente patronen van ervaring .
##### Voorbeelden van culturele syndromen
* **Ataque de nervios:** Komt voor bij Latino's en kenmerkt zich door plotse uitbarstingen van huilen, schreeuwen, trillen, agressie of flauwvallen na een stressvolle gebeurtenis. Het is een reactie op familiaal of sociaal conflict en een aanvaardbare manier om emotioneel lijden te uiten. Symptomen kunnen intense emotionele ontsteltenis, acute angst, woede of verdriet omvatten, alsook ongecontroleerd schreeuwen, huilbuien, trillen, een opstijgende hitte in de borst naar het hoofd, en verbaal en fysiek agressief gedrag. Dissociatieve ervaringen, insult-achtige of flauwval-episodes, en suïcidale gebaren kunnen prominent zijn. Het treedt vaak op als direct gevolg van een stressvolle gebeurtenis met betrekking tot de familie .
* **Hikikomori:** Jongvolwassenen in Japan die zich maanden of jaren terugtrekken in hun kamer en sociale contacten vermijden. Dit wordt gezien als een reactie op hoge prestatiedruk, sociale schaamte en conformisme .
* **Dhat:** Angst bij mannen in India dat ze te veel "zaad" verliezen via masturbatie of dromen, wat leidt tot zwakte en angst. Dit wordt geassocieerd met ideeën over vitaliteit en mannelijkheid. Symptomen kunnen gevoelens van zwakte en uitputting, vroegtijdige zaadlozing, impotentie, en angst om sperma via de urine te lozen omvatten. Vergelijkbare angstsymptomen kunnen optreden bij vrouwen met betrekking tot vaginale vochtproductie .
* **Eetstoornissen:** In Europa en Noord-Amerika, gekenmerkt door eetweigering, lichaamsbeeldvervorming en fixatie op dunheid, geassocieerd met schoonheidsidealen, controle en identiteit in een consumptiemaatschappij .
* **Burnout:** In Europa en Noord-Amerika, gekenmerkt door uitputting door werkdruk, gevoelens van falen en leegte. Dit wordt gezien als een reflectie van het neoliberale arbeidsethos en de individualisering van succes/falen .
Andere voorbeelden zijn khyâl cap ('wind attack'), kufingisisa ('thinking too much'), maladi moun (lit. 'human caused illness'), nervios ('nerves'), shenjing shuairuo ('weakness of the nervous system'), susto ('fright'), en taijin kyofusho ('interpersonal fear disorder') .
#### 31.1.3 Culturele verklaringen/verklaringsmodellen (Cultural explanations/explanatory models)
Verklaringsmodellen zijn "labels, attributions, or features of an explanatory model that indicate culturally recognized meaning or etiology for symptoms, illness, or distress". Dit zijn cultureel bepaalde modellen die verklaren wat als "abnormaal" of "ziek" geldt, en die cultureel sensitieve diagnoses en behandelingen beïnvloeden .
* **Voorbeelden van verklaringen:** Chinese geneeskunde (onevenwicht Qi, Yin-Yang), westerse geneeskunde (genetische factoren, levensstijl, neurochemische balans), en andere (verstoring natuurlijk evenwicht tussen gemeenschap en kosmos, sociale disharmonie, boze geesten) .
* Het verklaren van een ziekte is een culturele daad waarbij genezer, patiënt en omgeving putten uit een reservoir van culturele waarheden. Dominante culturele concepten manifesteren zich in ziekteverklaringen, zoals sociale oorzaken in collectivistische culturen (jaloezie, hekserij) of natuurwetenschappelijke inzichten .
Om competente zorg te verlenen, is aandacht nodig voor zowel de verklaringsmodellen van de patiënt als die van de verzorger, inclusief hun percepties van ziekte en welzijn. Essentiële vragen hierbij zijn :
* Wat noemt u dit probleem?
* Wat gelooft u dat de oorzaak is van dit probleem?
* Welke loop verwacht u dat dit probleem zal nemen?
* Hoe ernstig is het?
* Wat denkt u dat dit probleem in uw lichaam doet?
* Hoe beïnvloedt dit probleem uw lichaam en uw geest?
* Waar bent u het meest bang voor met betrekking tot dit probleem?
* Waar bent u het meest bang voor met betrekking tot de behandeling ?
#### 31.1.4 Culturele competenties als zorgverlener
Culturele competenties in de gezondheidszorg vereisen dat de zorgverlening cultureel passend en gevoelig is voor het individuele begrip van gezondheid. Racisme, zowel op sociaal als institutioneel niveau, moet erkend, geconfronteerd en vermeden worden, inclusief minder subtiele vormen van racisme in stereotype aannames. Voor migranten hangt de acceptatie van gezondheidsdiensten af van de bereidheid van professionals om cultureel geïnformeerde zorg te bieden, wat culturele nederigheid inhoudt: reflectie op de eigen cultuur om niet-paternalistische klinische ontmoetingen te bevorderen .
Structurele competentie is ook noodzakelijk om bredere structurele krachten die gezondheidsuitkomsten beïnvloeden te begrijpen. Een studie van Mexicaanse landarbeiders in de VS toonde aan dat structurele problemen zoals werkroosters, economische druk en gebrek aan verzekering, en niet primair de cultuur, barrières vormden voor gezondheidstoegang .
Culturele competentie is geen technische vaardigheid, maar een voortdurende toewijding aan "awareness of the cultural factors that influence another’s views and attitudes". Het ondersteunt de zorgverlener bij het benaderen van het patiëntenbegrip van ziekte, inclusief traditionele geneeskunde. Zelfreflectie van de zorgverlener over eigen aannames, overtuigingen en waarden is essentieel. Het begrijpen van de organisatorische cultuur van medische instellingen is ook belangrijk .
#### 31.1.5 Culturele bewustzijn en zelfreflectie
Cultureel bewustzijn vereist:
* Erkenning van en gevoeligheid voor de perspectieven van de patiënt .
* Het onderzoeken van eigen stereotypen en vooroordelen, en hoe deze interacties beïnvloeden .
Een "cultureel gevoelige" benadering vereist bewustzijn van de waarden, overtuigingen en praktijken van een patiënt, terwijl een "cultureel responsieve" benadering deze integreert in een aanvaardbaar behandelplan .
### 31.2 Kritische medische antropologie (Critical Medical Anthropology - CMA)
Kritische medische antropologie benadrukt de noodzaak om de politieke en economische determinanten van gezondheid aan te pakken en pleit voor rechtvaardige en billijke gezondheidszorg .
#### 31.2.1 Aandacht voor politieke en economische determinanten van gezondheid
Ziekte en gezondheid worden gevormd door economische systemen en politieke beslissingen. Het kapitalisme, werkomstandigheden en klasseongelijkheden hebben een grote impact op gezondheidsongelijkheden. Essentiële vragen hierbij zijn :
* Wie heeft voordeel bij bepaalde zorgsystemen? Wie niet ?
* Hoe geven globale markten en bedrijven (big pharma, verzekeringsinstellingen, agro-industrie, grondstof-extractie) vorm aan ziekte en gezondheid ?
* Wat is de impact van armoede en socio-economische ongelijkheid op ziekte en gezondheid ?
* Wat is de impact van de nog steeds voelbare gevolgen van de kolonisatie van grote delen van de wereld door Europese empires ?
##### Voorbeeld: Diabetes
* **Biomedisch perspectief:** Uitputting van insuline in de pancreas en insulineresistentie in weefsels; te veel suikers en te weinig lichaamsbeweging. Behandeling omvat medicatie, dieet en lichaamsbeweging .
* **CMA-perspectief:** CMA benadrukt dat er mogelijk een derde type diabetes is – "malnutrition-related diabetes mellitus" – dat echter weinig onderzoek en financiering krijgt. Globale gezondheid moet zich richten op voedselonzekerheid, honger en ondervoeding als causale drijfveren van diabetes. Bovendien kunnen morele oordelen achter een diagnose van type 2 diabetes de klinische perceptie van patiënten beïnvloeden, wat niet altijd cultureel contextueel is .
#### 31.2.2 Structureel geweld (Structural violence)
Structureel geweld zijn "vormen van geweld waarbij mensen worden geschaad of sterven doordat hun basisbehoeften niet worden vervuld - als gevolg van sociale, politieke of economische structuren". Dit hangt nauw samen met sociale onrechtvaardigheid, armoede, racisme, seksisme en kolonialisme, en wordt beschouwd als een "sociale machinerie van onderdrukking". Structureel geweld is verankerd in langdurige, alomtegenwoordige sociale structuren, genormaliseerd door stabiele instellingen en regelmatige ervaringen, waardoor het vaak onzichtbaar is. Het principe is: "Suffering is socially produced, not accidental" .
#### 31.2.3 Embodiment
Embodiment beschrijft hoe sociale en politieke krachten zich fysiek inschrijven op en in het lichaam, wat zich manifesteert in ziekte en gezondheid .
#### 31.2.4 Macht, hegemonie, medicalisering en biomedische dominantie
Biomedische zorg wordt gekenmerkt door het gebruik van specifieke kleding, dure machines en gebouwen die autoriteit en genezende kracht uitstralen. Deze symboliek creëert verwachtingen die de effectiviteit van behandelingen kunnen beïnvloeden, ongeacht de specifieke medische interventie. Hegemonie is de macht om ideeën, waarden en betekenissen te bepalen, waardoor sociale orde en ongelijkheid als "normaal" en "natuurlijk" worden gezien .
Medische kennis en instituties kunnen sociale controle reproduceren. Biomedische geneeskunde functioneert als een vorm van macht en disciplinering, waarbij medische instellingen definiëren wat "normaal", "gezond", "ziek" of een "stoornis" is. Hierdoor raken sociale oorzaken onderbelicht. Dit omvat de medicalisering van gedrag en de rol van psychiatrie en diagnoses als "governance" .
##### Voorbeeld: COVID-19 pandemie
De COVID-19 pandemie is een voorbeeld van "governmentality" (Foucault), waarbij politiek beleid sterk bepaald werd door biomedische perspectieven (epidemiologie, virologie), ten koste van sociale overwegingen. Dit leidde tot een focus op technologische oplossingen en toenemende sociale en technologische controle van individuen en groepen. Biomedische denkkaders bepalen het sociale leven en politieke beleid, zonder de onderliggende sociale determinanten van gezondheid adequaat aan te pakken. Het biomedische, wetenschappelijke perspectief draagt zo bij aan de reproductie van politieke macht, controle en sociale discriminatie .
#### 31.2.5 Verzet, agency en sociale bewegingen
Kritische medische antropologie stelt dat "anthropology cannot be neutral - it must take a side". Dit impliceert een actieve rol in het bevorderen van verzet, agency en sociale bewegingen die streven naar rechtvaardige en billijke gezondheidszorg .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Open vraag | Een vraag die de patiënt uitnodigt om uitgebreid te antwoorden en zijn gedachten, gevoelens en ervaringen te delen, in plaats van een simpel ja- of nee-antwoord te geven. Dit bevordert een dieper begrip van de situatie van de patiënt. |
| Ideas, Concerns, Expectation (ICE) | Een model dat artsen helpt de communicatie met patiënten te structureren door te vragen naar de ideeën van de patiënt over zijn aandoening, zijn zorgen, en wat hij verwacht van de consultatie. Dit zorgt voor een patiëntgerichte benadering. |
| Breed observeren | Het aandachtig en systematisch waarnemen van alle relevante signalen van een patiënt, zowel verbaal als non-verbaal, inclusief de omgeving en de interactie met anderen. Dit helpt bij het vormen van een completer beeld van de patiënt en zijn situatie. |
| Non-verbale benoemen | Het herkennen en benoemen van de lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, houding en andere non-verbale signalen van een patiënt. Dit kan helpen om gevoelens zoals nervositeit of ongemak te valideren en de communicatie te verdiepen. |
| Nieuwsgierig sensitief doorvragen | Het stellen van verdiepende vragen op een empathische en respectvolle manier, vanuit een oprechte nieuwsgierigheid naar de ervaringen en perspectieven van de patiënt. Dit moedigt de patiënt aan om meer te delen. |
| Empatisch luisteren | Actief luisteren waarbij de arts probeert de gevoelens en het perspectief van de patiënt te begrijpen en te erkennen, zonder direct te oordelen. Dit creëert een veilige omgeving voor de patiënt om zich open te stellen. |
| Reflexiviteit | De competentie waarbij een arts bewust aandacht besteedt aan hoe informatie wordt ontvangen en reflecteert op eigen gevoelens, oordelen en positie ten opzichte van wat gehoord wordt. Dit omvat zowel verbredende als verdiepende inzichten in de eigen perceptie. |
| Kaleidoscoop (De Arts: Kaleidoscoop) | Een metafoor voor het verbreden van de blik bij reflexiviteit, waarbij de arts verschillende perspectieven en mogelijke verklaringen voor het gedrag van een patiënt verkent, zonder direct tot conclusies te komen. |
| IJsberg (De Arts: IJsberg) | Een metafoor voor het verdiepen van de blik bij reflexiviteit, waarbij de arts achter de zichtbare oppervlakte van een probleem of gedrag kijkt om onderliggende oorzaken, motieven en gevoelens te ontdekken. |
| Kruispuntdenken (Kruispuntdenken: Privilege) | Een concept binnen reflexiviteit dat erkent hoe verschillende identiteitskenmerken (zoals geslacht, etniciteit, sociaaleconomische status) elkaar kruisen en invloed hebben op iemands ervaringen, kansen en privileges binnen de maatschappij. |
| Hoogste opleiding moeder | Dit verwijst naar het hoogst behaalde opleidingsniveau van de moeder van de student, een variabele die vaak wordt gebruikt om sociaaleconomische achtergrond te meten. |
| Zit geneeskunde in de familie? | Een vraag die peilt of er reeds familieleden zijn die geneeskunde hebben gestudeerd of in de medische sector werkzaam zijn, wat kan duiden op een familiale interesse of aanleg voor het vakgebied. |
| Inkomenscategorie van degene die studies financieert | De financiële klasse of het inkomen van de persoon of entiteit die verantwoordelijk is voor het betalen van de studiekosten van de student, wat invloed kan hebben op de studiemogelijkheden en financiële druk. |
| Belangrijkste bron studiefinanciering | De primaire manier waarop een student zijn of haar studie bekostigt, zoals ouderlijke bijdragen, leningen, beurzen of eigen inkomen, wat de financiële afhankelijkheid en keuzes van de student beïnvloedt. |
| Minderheidsgroepen | Groepen studenten die behoren tot bevolkingssegmenten die statistisch ondervertegenwoordigd zijn binnen de geneeskundestudentenpopulatie, vaak gebaseerd op etniciteit, sociaaleconomische status of andere demografische kenmerken. |
| Disease | Een ziekte die wordt gekenmerkt door welomschreven symptomen en meestal een duidelijke oorzaak heeft, vaak gezien vanuit een biomedisch perspectief en gecategoriseerd in nosologieën zoals de ICD. |
| Illness | De subjectieve ervaring van ziekte door het individu, hoe iemand zich voelt en de betekenis die aan de symptomen wordt gegeven binnen een persoonlijke en culturele context. |
| Sickness | De sociale en culturele aspecten van ziekte, inclusief de rol die ziekte speelt in de maatschappij, de sociale gevolgen ervan en hoe de maatschappij omgaat met zieke individuen. |
| Nosologie | Een classificatiesysteem voor ziekten, gebaseerd op symptomen, oorzaken en pathologische kenmerken, zoals de International Classification of Diseases (ICD) in de biomedische wereld. |
| Epigenetica | Een onderzoeksveld dat bestudeert hoe omgevingsfactoren en levensomstandigheden de genexpressie kunnen beïnvloeden zonder de DNA-sequentie zelf te veranderen, wat kan leiden tot veranderingen in gezondheid en ziekte, zelfs over generaties heen. |
| Candomblé | Een Afro-Braziliaanse religieuze filosofie die geesten (orichas) centraal stelt, waarbij de ervaring van bezetenheid en vereenzelviging met deze geesten kan worden gecontrasteerd met Westerse concepten van psychose en geestelijke ziekte. |
| Macht | Het vermogen om invloed uit te oefenen en beslissingen te nemen, vaak zichtbaar in de autoriteit en symboliek die medische professionals en instellingen omringen, zoals uniformen en dure apparatuur. |
| Hegemonie | Het vermogen om ideeën, waarden en betekenissen te bepalen, waardoor sociale orde en ongelijkheid als "normaal" en "natuurlijk" worden beschouwd, en medische kennis sociale controle kan reproduceren. |
| Medicalisering | Het proces waarbij gedrag, aandoeningen of sociale problemen worden gedefinieerd en behandeld als medische kwesties, vaak met de nadruk op biomedische oplossingen en disciplinering door medische instituties. |
| Biomedische dominantie | De overheersing van biomedische perspectieven en denkkaders in het sociale leven en politiek beleid, wat kan leiden tot een focus op technologische oplossingen en verhoogde controle, terwijl onderliggende sociale determinanten van gezondheid onderbelicht blijven. |
| Embodiment | Het proces waarbij sociale en politieke krachten zich fysiek manifesteren en inschrijven op en in het lichaam, wat invloed heeft op zowel ziekte als gezondheid. |
| Governmentality | Een concept dat beschrijft hoe politiek beleid, zoals tijdens de COVID-19 pandemie, sterk wordt bepaald door specifieke perspectieven, in dit geval biomedische, ten koste van bredere sociale overwegingen. |
| Cynefin Framework | Een conceptueel raamwerk dat helpt bij het begrijpen van de complexiteit van besluitvorming en het beheren van situaties door deze te classificeren in vijf domeinen: eenvoudig, ingewikkeld, complex, chaotisch en miskend. Het wordt gebruikt om de juiste aanpak te bepalen voor verschillende soorten problemen en contexten. |
| Medische antropologie en cultuur | Het onderzoeksveld dat zich bezighoudt met de culturele aspecten van gezondheid, ziekte en geneeskunde. Het analyseert hoe culturele overtuigingen, praktijken en sociale structuren de gezondheidszorgervaringen en -uitkomsten van patiënten beïnvloeden. |
| Generieke competenties | Fundamentele vaardigheden, kennis en attitudes die essentieel zijn voor effectieve professionele praktijk in diverse contexten. Deze competenties zijn overdraagbaar en toepasbaar op verschillende situaties, waaronder het werken met diverse patiëntengroepen. |
| Mensenrechten | Universele, fundamentele rechten die inherent zijn aan alle mensen, ongeacht hun achtergrond. In de gezondheidszorg impliceren mensenrechten het recht op de hoogst haalbare gezondheid, non-discriminatie en respectvolle behandeling. |
| Taalondersteuning | Voorzieningen en strategieën die worden ingezet om communicatiebarrières te overbruggen voor patiënten die een andere taal spreken dan de zorgverlener. Dit kan bestaan uit tolken, vertaalde documenten en meertalige informatie. |
| Gezondheidsvaardigheden | De mate waarin individuen de informatie en diensten kunnen verkrijgen, verwerken en begrijpen die nodig zijn om passende gezondheidsbeslissingen te nemen. Dit omvat zowel het begrijpen van medische informatie als het navigeren door het gezondheidszorgsysteem. |
| Tweesporenbeleid | Een beleidsbenadering die twee parallelle strategieën volgt om een bepaald doel te bereiken. In de context van diverse patiëntengroepen kan dit betekenen dat er zowel algemene beleidsmaatregelen worden genomen als specifieke interventies voor bepaalde subgroepen. |
| Vragenlijst "The Net" | Een specifieke vragenlijst die wordt gebruikt om gegevens te verzamelen over verschillende demografische en culturele aspecten van studenten, zoals gender, moedertaal en geboorteland. |
| Gender | Een sociaal en cultureel construct dat verwijst naar de rollen, gedragingen, uitdrukkingen en identiteiten van personen. In de context van de vragenlijst "The Net" wordt dit waarschijnlijk gebruikt om de verdeling van respondenten op basis van hun genderidentiteit te analyseren. |
| Moedertaal | De taal die een persoon als eerste heeft geleerd en die het meest natuurlijk voor hem of haar is. De moedertaal van studenten is een belangrijk criterium in de vragenlijst "The Net" om culturele achtergronden te begrijpen. |
| Geboorteland student | Het land waar een student geboren is. Dit criterium wordt in de vragenlijst "The Net" gebruikt om de geografische spreiding van de respondenten te bepalen, met specifieke aandacht voor studenten geboren in België en in niet-Belgische landen. |
| Nationaliteit student | De juridische status van een persoon die burgerschap van een bepaald land bezit. De nationaliteit van studenten wordt in de vragenlijst "The Net" verzameld om inzicht te krijgen in de diverse achtergronden van de deelnemers. |
| Diversiteit | De aanwezigheid van een breed scala aan verschillen binnen een groep, die zowel zichtbaar als niet-zichtbaar kunnen zijn, en die bijdragen aan de collectieve leerervaring door het herkennen en omgaan met "blind spots". |
| Witte privilege | Het concept dat aangeeft dat individuen uit de witte meerderheid bepaalde voordelen en een bevoorrechte positie in de samenleving genieten, zonder dat dit noodzakelijkerwijs tot schuldgevoelens hoeft te leiden, maar wel tot een verhoogde bewustwording van hoe de samenleving anders wordt ervaren dan door minderheidsgroepen. |
| Persoonlijke bewustwording | Het proces waarbij men zich bewust wordt van de invloed van persoonlijke factoren op eigen gedrag, wat leidt tot een beter begrip van waarom bepaalde keuzes worden gemaakt en stimuleert tot adaptieve veranderingen in houding en gedrag, resulterend in een dieper inzicht in het gedrag van patiënten. |
| Blind spots | Onbewuste vooroordelen of beperkingen in het eigen perspectief die voortkomen uit de manier waarop men de samenleving ervaart, waardoor bepaalde aspecten zoals armoede, migratie, gender of cultuur minder goed begrepen worden, wat de interactie met patiënten kan beïnvloeden. |
| Cultuurrelativisme | Het principe dat de normen en waarden van een cultuur alleen begrepen en beoordeeld kunnen worden binnen de context van die specifieke cultuur zelf, zonder deze te vergelijken met externe standaarden. Dit principe geldt ook voor andere sociale identiteiten zoals armoede. |
| Etic perspectief | Het perspectief van de onderzoeker, zoals een arts, die een ‘objectieve’ afstand bewaart en vragen stelt vanuit een ‘outsider’-positie om de fenomenen te bestuderen. Dit staat tegenover het emic perspectief van de onderzochte persoon. |
| Emic perspectief | Het perspectief van de onderzochte persoon, zoals een patiënt, die de betekenis en zingeving van een ervaring vanuit een ‘insider’-positie, dus ‘subjectief’, beschrijft. Dit perspectief is cruciaal voor het begrijpen van de subjectieve ervaring van ziekte. |
| Participatieve observatie | Een onderzoeksmethode waarbij de antropoloog actief deelneemt aan de activiteiten van de te bestuderen gemeenschap om te observeren wat er werkelijk gebeurt en direct met de mensen te praten. Dit helpt om zowel het bekende vreemd te maken als het vreemde bekend. |
| Cultureel referentiekader Westerse geneeskunde | De fundamentele aannames en waarden die ten grondslag liggen aan de Westerse medische benadering, waaronder het belang van het individu en diens verantwoordelijkheid, de nadruk op vooruitgang en sociale ontwikkeling, en de menselijke drang om de natuurlijke omgeving naar eigen behoeften aan te passen. |
| Ziekte (Sickness) | Het gedrag dat vertoond wordt door mensen die zich ziek voelen, inclusief de verbale en non-verbale communicatie van dit ziek-zijn naar de buitenwereld. De "zieke rol" is hierbij sterk cultureel en maatschappelijk bepaald, wat ziekte tot een sociale gebeurtenis maakt waarbij klachten op een cultureel aangeleerde wijze geuit worden. |
| Ziekterol (Sick role) | Een sociaal concept dat de sociale aspecten van ziekte omvat, inclusief de privileges en verplichtingen die gepaard gaan met het ziek zijn. In westerse culturen volgens Parsons omvat dit onder andere ontslag van sociale verantwoordelijkheden, de noodzaak van hulp, de wens om beter te worden en het inwinnen van professionele zorg. |
| Culturele concepten van distress (CCD) | De manieren waarop verschillende culturen ziekte, lijden en gezondheid begrijpen, benoemen en verklaren, waarbij ziekte wordt gezien als sociaal en cultureel geconstrueerd. Dit concept, voorheen bekend als "culturally bound syndromes", omvat drie subcategorieën: idioms of distress, cultural syndromes en cultural explanations/explanatory models. |
| Idioms of distress | Sociaal en cultureel resonante manieren om lijden te ervaren en te uiten, die niet noodzakelijk specifieke symptomen of syndromen omvatten. Het zijn collectieve, gedeelde manieren om persoonlijke of sociale zorgen te ervaren en erover te praten, vaak via lokaal specifieke symbolen, uitdrukkingen of belichaamde uitingen die een sociale boodschap bevatten en hulp of zorg van anderen onderhandelen. |
| Culturele syndromen | Specifieke culturele manifestaties van ziekte of lijden die binnen een bepaalde cultuur herkend en begrepen worden. Deze syndromen kunnen zich uiten in een breed scala aan aandoeningen, waaronder psychische en somatische klachten, en zijn vaak opgenomen in diagnostische handboeken zoals de DSM-5. |
| Ataque de nervios | Een syndroom dat voorkomt bij personen van Latijns-Amerikaanse afkomst, gekenmerkt door intense emotionele ontsteltenis, waaronder acute angst, woede of verdriet; ongecontroleerd schreeuwen en tieren; huilbuien; trillen; een gevoel van hitte in de borst dat naar het hoofd stijgt; en verbaal en fysiek agressief gedrag. |
| Hikikomori | Een fenomeen waarbij jongvolwassenen zich maanden of jaren terugtrekken in hun kamer en sociale contacten vermijden, vaak als reactie op hoge prestatiedruk, sociale schaamte en conformisme. |
| Dhat syndroom | Een psychische aandoening die voorkomt bij bepaalde culturen in India, waarbij angst bestaat om vitale krachten te verliezen door spermaverlies, wat kan leiden tot gevoelens van zwakte, uitputting, vroegtijdige zaadlozing, impotentie en angst om sperma via de urine te lozen. |
| Burnout | Een staat van uitputting die wordt veroorzaakt door werkdruk, met gevoelens van falen en leegte, en die wordt gezien als een reflectie van een neoliberaal arbeidsethos en de individualisering van succes en falen. |
| Verklaringsmodellen | Labels, toeschrijvingen of kenmerken van een verklaringsmodel die cultureel erkende betekenis of etiologie voor symptomen, ziekte of leed aangeven. |
| Cultureel sensitieve diagnostiek en behandeling | Het proces van diagnosticeren en behandelen van ziekte en gezondheid waarbij rekening wordt gehouden met de culturele context en de specifieke betekenissen die binnen een samenleving aan gezondheid en ziekte worden toegekend. |
| Culturele competenties | Het vermogen van een zorgverlener om effectieve en passende zorg te verlenen aan patiënten met diverse culturele achtergronden, waarbij rekening wordt gehouden met hun specifieke opvattingen over gezondheid, ziekte en behandeling. Dit omvat zowel kennis van culturele factoren als de vaardigheid om deze kennis toe te passen in de klinische praktijk. |
| Explanatory models (Verklarende modellen) | De individuele en cultureel bepaalde opvattingen van patiënten en hun naasten over de aard, oorzaak, ernst, beloop en behandeling van een ziekte of gezondheidsprobleem. Het begrijpen van deze modellen is essentieel voor het leveren van cultureel passende zorg. |
| Culturele gevoeligheid (Cultural sensitivity) | Het bewustzijn van en respect voor de waarden, overtuigingen, levenswijzen en praktijken van een patiënt. Dit vereist erkenning van en gevoeligheid voor de perspectieven van de patiënt, zonder deze direct te integreren in het behandelplan. |
| Culturele responsiviteit (Cultural responsiveness) | Een benadering waarbij de waarden, overtuigingen, levenswijzen en praktijken van een patiënt actief worden geïntegreerd in een behandelplan dat voor zowel de patiënt als de zorgverlener acceptabel is. Dit gaat verder dan alleen bewustzijn en vereist actieve aanpassing van de zorg. |
| Culturele nederigheid (Cultural humility) | Een houding van voortdurende zelfreflectie en bewustzijn van de eigen culturele achtergrond en mogelijke vooroordelen, met als doel het bevorderen van niet-paternalistische klinische interacties en het opbouwen van een gelijkwaardige relatie met de patiënt. |
| Structurele competentie (Structural competence) | De vaardigheid om de bredere structurele krachten te begrijpen die gezondheidsuitkomsten beïnvloeden, zoals sociaaleconomische factoren, beleid en institutionele structuren. Dit helpt zorgverleners om te herkennen dat culturele factoren niet altijd de primaire barrière voor gezondheidstoegang zijn. |
| Racisme in de zorg | De erkenning, confrontatie en vermijding van racisme op sociaal, institutioneel en individueel niveau binnen de gezondheidszorg. Dit omvat ook subtiele vormen van racisme, zoals stereotypering over gezondheidsrisico's of -gedragingen van specifieke etnische of migrantengroepen. |
| Antropologie van gezondheid | Het wetenschapsgebied dat de culturele en sociale aspecten van gezondheid, ziekte en geneeskunde bestudeert. Het biedt inzichten in hoe culturele contexten de opvattingen en praktijken rondom gezondheid beïnvloeden. |
| Verbindende Communicatie | Een communicatievorm waarbij men zich bewust is van eigen oordelen, gedachten, strategieën en eisen, en ervoor kiest om de aandacht te richten op waarnemingen, gevoelens, behoeften en verzoeken, uitgevoerd in drie modi: reflecteren bij jezelf, breed observeren bij het luisteren, en verbindend communiceren bij het uiten. |
| Oordelen | De mentale processen waarbij men een mening vormt over iets of iemand, vaak gebaseerd op persoonlijke criteria of waarden, en die een rol spelen in het bewustzijn tijdens verbindende communicatie. |
| Gedachten | De mentale processen die voortkomen uit het bewustzijn, inclusief overtuigingen, interpretaties en redeneringen, die aandacht vereisen binnen het kader van verbindende communicatie. |
| Strategieën | De plannen of methoden die men hanteert om bepaalde doelen te bereiken, welke bewustzijn vereisen bij het toepassen van verbindende communicatieprincipes. |
| Eisen | De sterke wensen of verwachtingen die men heeft, die herkend en begrepen moeten worden om effectief te kunnen communiceren vanuit een verbindend perspectief. |
| Waarnemingen | De directe registraties van wat men ziet, hoort, voelt of ervaart, zonder interpretatie of oordeel, en die een focuspunt vormen in verbindende communicatie. |
| Gevoelens | De emotionele toestanden die men ervaart, zoals blijdschap, verdriet of angst, die een essentieel onderdeel zijn van het bewustzijn en de expressie binnen verbindende communicatie. |
| Behoeften | De fundamentele menselijke vereisten, zoals veiligheid, verbinding of autonomie, die ten grondslag liggen aan gedrag en gevoelens, en die centraal staan in verbindende communicatie. |
| Verzoeken | Duidelijke en specifieke vragen of oproepen tot actie die men formuleert om aan eigen behoeften te voldoen, en die een cruciaal element vormen van verbindende communicatie. |
| Reflecteren (bij jezelf) | Het proces van innerlijke zelfobservatie en zelfbewustzijn, waarbij men de eigen gedachten, gevoelens en behoeften onderzoekt, als een van de drie modi van verbindende communicatie. |
| Breed observeren (bij het luisteren) | Het aandachtig en openstaan voor de uitingen van anderen, waarbij men zich richt op hun waarnemingen, gevoelens, behoeften en verzoeken zonder direct te oordelen, als een modus van verbindende communicatie. |
| Uiten (verbindend communiceren) | Het helder en empathisch verwoorden van eigen waarnemingen, gevoelens, behoeften en verzoeken, met als doel begrip en verbinding te creëren, als een actieve modus van verbindende communicatie. |
| Competenties benoemen en erkennen | Dit houdt in dat men de ander erkent als een intelligent communicerend individu met het vermogen om zelfstandig beslissingen te nemen en problemen op te lossen, zelfs in moeilijke situaties. Het erkent de cliënt/patiënt als expert van het eigen leven en de professional als expert van zijn vakgebied. |
| Samen projecten maken | Dit omvat het vermogen om te onderhandelen en gezamenlijk doelen en actieplannen te bepalen. Het gaat om het creëren van projecten met de patiënt, waarbij de focus kan liggen op genezing, schadebeperking, kwaliteitsverbetering van het leven, of een combinatie hiervan, wat aansluit bij het principe van "shared decision making". |
| Normaliseren | Deze competentie binnen de geneeskunde betekent dat artsen aandacht besteden aan de diverse factoren die de gezondheid van patiënten beïnvloeden. Het erkent dat er geen "standaardpatiënt" bestaat en dat verschillen in gender, huidskleur, leeftijd en cultuur de manifestatie en behandeling van ziekten kunnen beïnvloeden, wat leidt tot persoonsgerichte en structurele zorg. |
| Superdiversiteit | Dit verwijst naar de toenemende complexiteit en veelzijdigheid van diversiteit binnen de samenleving, die ook invloed heeft op de gezondheidszorg en de behoeften van patiënten. Het erkent dat individuen vaak meerdere identiteiten en achtergronden hebben die hun gezondheidservaringen vormgeven. |
| Intersectionaliteit | Dit concept onderzoekt hoe verschillende sociale categorieën, zoals ras, klasse, gender en seksuele geaardheid, elkaar kruisen en overlappen, wat leidt tot unieke vormen van discriminatie en privileges. Binnen de zorg betekent dit dat men rekening houdt met de gecombineerde effecten van deze identiteiten op de gezondheid en zorgervaring van een patiënt. |
| Gezondheidsongelijkheid | Dit beschrijft de onbillijke en vermijdbare verschillen in gezondheidstoestand en toegang tot zorg tussen verschillende groepen in de bevolking. Het benadrukt dat factoren zoals sociaaleconomische status, etniciteit en leefomgeving een significante rol spelen in deze verschillen. |
| Gelijkwaardige zorg | Dit principe streeft ernaar dat alle patiënten, ongeacht hun achtergrond of omstandigheden, toegang hebben tot zorg van dezelfde hoge kwaliteit. Het vereist dat zorgverleners rekening houden met individuele behoeften en diversiteit om ervoor te zorgen dat iedereen de best mogelijke zorg ontvangt. |
| Essentialistisch | Een benadering waarbij cultuur wordt voorgesteld als iets dat vaststaand, onveranderlijk en homogeen is binnen een groep, zonder rekening te houden met interne verschillen. |
| Stereotyperend | Het negeren van de interne diversiteit binnen een cultuur, zoals verschillen gebaseerd op klasse, gender of etniciteit, wat leidt tot het reduceren van culturen tot simplistische en vaak onjuiste clichés. |
| Contextloos | Een kritiek die stelt dat meetwaarden of analyses worden uitgevoerd zonder rekening te houden met de historische achtergrond, sociale structuren of machtsverhoudingen die de cultuur beïnvloeden. |
| Verouderde data | De kritiek dat de gegevens waarop het model van Hofstede is gebaseerd, afkomstig zijn van onderzoek onder IBM-medewerkers in de jaren 1960-1970, wat mogelijk niet meer representatief is voor hedendaagse culturele normen. |
| Methodologisch nationalisme | De kritiek dat onderzoek uitgaat van landen als natuurlijke en afgebakende culturele eenheden, wat de complexiteit van cultuur en identiteit in een geglobaliseerde wereld negeert. |
| Oppervlakkige operationalisering | Het proces waarbij een complex concept zoals cultuur wordt gemeten op een manier die te simplistisch is, vaak door middel van vragenlijsten die de diepte en nuance van culturele fenomenen niet volledig vatten. |
| Hybride identiteiten | Identiteiten die ontstaan uit de vermenging van verschillende culturele invloeden, vaak als gevolg van globalisering en migratie, en die niet passen binnen een enkel nationaal of cultureel kader. |
| Geboorteland moeder | Dit is het land waar de moeder van de student geboren is. Deze informatie wordt gebruikt om de intergenerationele migratiepatronen en de culturele achtergrond van studenten te bestuderen. |
| Geboorteland moeder niet-België | Dit specificeert dat het geboorteland van de moeder van de student een land buiten België betreft. Dit onderscheid is cruciaal voor het identificeren van studenten met een migratieachtergrond via de moeder. |
| Geboorteland vader | Dit is het land waar de vader van de student geboren is. Net als bij het geboorteland van de moeder, draagt deze variabele bij aan het begrijpen van de familieachtergrond en mogelijke migratiestromen. |
| Geboorteland vader niet-België | Dit duidt erop dat het geboorteland van de vader van de student een land is dat niet België is. Dit helpt bij het nauwkeurig categoriseren van studenten met een vaderlijke migratieachtergrond. |
| Chi of Qi | Een concept uit Zuidoost-Azië dat verwijst naar "levensenergie" en wordt omschreven als "voedsel dat de menselijke geest in stand houdt". |
| Acupunctuur | Een alternatieve geneeswijze die oorspronkelijk uit China komt en waarbij dunne naalden op specifieke punten in het lichaam worden ingebracht om de energiestroom te beïnvloeden. |
| Chiropraxie of osteopathie | Geneeswijzen die zich richten op de diagnose, behandeling en preventie van mechanische stoornissen van het bewegingsapparaat, met name de wervelkolom. |
| Mindfulness | Een mentale toestand die wordt bereikt door de aandacht te richten op het huidige moment, zonder oordeel, vaak beoefend als techniek voor stressvermindering en welzijn. |
| Fytotherapie (kruidengeneeskunde) | Een geneeswijze die gebruik maakt van planten en plantaardige extracten voor therapeutische doeleinden, gebaseerd op traditionele kennis en wetenschappelijk onderzoek. |
| Homeopathie | Een alternatieve geneeswijze die werkt met sterk verdunde stoffen die in grotere doses symptomen zouden veroorzaken die lijken op de te behandelen aandoening. |
| Antroposofische genezing | Een holistische benadering van geneeskunde die is gebaseerd op de antroposofie van Rudolf Steiner, waarbij de mens wordt gezien als een samenspel van lichaam, ziel en geest. |
| Plantenmedicijnen (entheogenen) | Stoffen afkomstig van planten die in een sjamanistische of therapeutische setting worden gebruikt om bewustzijnsveranderende ervaringen op te wekken, zoals psilocybine, cacao of ayahuasca. |
| Traditionele of religieuze genezer | Een persoon, zoals een imam of priester, die binnen een bepaalde culturele of religieuze context hulp biedt bij genezing, vaak gebruikmakend van spirituele of rituele methoden. |
| Kaleidoscoop/verbreden | Dit aspect van breed observeren richt zich op het verkennen van de diverse leefwerelden van patiënten. Het gaat om het observeren van patiënten in relatie tot andere mensen en instituties binnen verschillende levensdomeinen zoals gezin, werk en woonsituatie. |
| IJsberg/verdiepen | Dit aspect van breed observeren richt zich op de patiënt zelf en de personen die hen vergezellen. Er wordt aandacht besteed aan zowel verbale als non-verbale communicatie, het uiterlijk en het gedrag van de patiënt. |
| Kruispuntdenken | Een benadering die zich richt op de potentiële kwetsbaarheid van een persoon door rekening te houden met verschillende overlappende factoren zoals leeftijd, sociaaleconomische status, burgerlijke staat en afkomst. |
| Sociale anamnese | Een gestructureerde bevraging gericht op het verzamelen van informatie over de sociale, culturele en demografische achtergrond van een patiënt. Dit omvat aspecten zoals leeftijd, gender, opleiding, financiële situatie, cultuur en geloof. |
| Positieve gezondheid | Een benadering die verder kijkt dan enkel de afwezigheid van ziekte en zich richt op het bevorderen van welzijn en veerkracht bij patiënten, rekening houdend met hun persoonlijke doelen en levenskwaliteit. |
| Kaleidoscoop (patiënt) | Een metafoor die de patiënt voorstelt als een veelzijdig en veranderlijk geheel van identiteiten, ervaringen en perspectieven. Dit benadrukt de diversiteit en complexiteit van elk individu. |
| Dynamisch perspectief op identiteiten | Het inzicht dat identiteiten niet statisch zijn, maar voortdurend veranderen en evolueren onder invloed van ervaringen, relaties en de omgeving. Dit vereist een flexibele en open benadering van de patiënt. |
| Meerdimensionaliteit van identiteiten | Het erkennen dat een persoon niet wordt gedefinieerd door één enkele identiteit, maar door een complex samenspel van verschillende identiteitskenmerken, zoals cultuur, geslacht, leeftijd en sociale achtergrond. |
| Vooringenomenheid (bias) | Onbewuste of bewuste voorkeuren, aannames of vooroordelen die de perceptie en beoordeling van een persoon kunnen beïnvloeden, wat kan leiden tot onjuiste interpretaties of ongelijke behandeling. |
| Referentiekader | Het geheel van overtuigingen, waarden, normen en ervaringen dat iemands perceptie van de werkelijkheid vormt en hoe die persoon informatie interpreteert en beslissingen neemt. |
| Ontologische loep | Een concept dat de vraag stelt of er één objectieve waarheid bestaat, of dat de waarheid subjectief is en afhankelijk van het perspectief van de waarnemer. Dit nodigt uit tot het bevragen van aannames. |
| Persoonsgerichte zorg | Een benadering van zorgverlening die de unieke kenmerken, voorkeuren en waarden van de individuele patiënt centraal stelt, in plaats van uit te gaan van een generieke of "standaard" patiënt. |
| Structurele zorg | De integratie van diversiteit in de systemen, beleidslijnen en praktijken van de gezondheidszorg, zodat diagnostiek en behandeling systematisch worden aangepast aan uiteenlopende patiëntkenmerken om rechtvaardigheid te bevorderen. |
| Ethnoscapes | Stromen van mensen, zoals migranten, toeristen, vluchtelingen en expats, die grenzen en identiteiten hertekenen in een geglobaliseerde wereld. |
| Technoscapes | Stromen van technologie die de mobiliteit en communicatie wereldwijd veranderen, en zo invloed hebben op culturele interacties en verspreiding. |
| Mediascapes | Beelden, verhalen en representaties die via diverse media circuleren en bijdragen aan de vorming van culturele percepties en identiteiten over grenzen heen. |
| Financescapes | Stromen van kapitaal die wereldwijd circuleren en die ongelijkheid en afhankelijkheid tussen verschillende regio's en groepen kunnen creëren. |
| Ideoscapes | Stromen van ideeën en waarden, zoals democratie en mensenrechten, die cultureel geladen zijn en zich verspreiden, wat leidt tot culturele uitwisseling en soms spanningen. |
| Deelidentiteiten | Verschillende identiteiten die een individu bezit, die soms zichtbaar en duidelijk, soms onzichtbaar en onduidelijk zijn, en die vorm krijgen afhankelijk van de context en de narratieven die worden gehanteerd. |
| Agency | De capaciteit van een individu om bewuste keuzes te maken en creatief om te gaan met culturele invloeden, binnen de grenzen van maatschappelijke structuren die deze keuzes mogelijk maken of beperken. |
| Acculturatie | Processen die plaatsvinden wanneer groepen individuen met verschillende culturele achtergronden met elkaar in contact komen, wat kan leiden tot verdrukking, verval of hybridisering van lokale culturen en identiteiten. |
| Glocal cultures | Culturele uitingen die zowel lokale als globale invloeden integreren, waarbij het lokale overstegen wordt door mondiale trends, zoals bijvoorbeeld in bepaalde muziekgenres. |
| Essentialistische visie op cultuur | Een opvatting waarbij cultuur en identiteit worden gezien als vastliggend, gedeeld door een homogene groep en vaak gelinkt aan een specifiek land of etnische groep, wat kan leiden tot stereotypering en een "wij-zij" denken. |
| Dynamische visie op cultuur | Een opvatting waarbij cultuur wordt beschouwd als overlappend, hybride en chaotisch, als een dynamisch proces van betekenisgeving dat voortdurend in verandering is door sociale interactie en uitwisseling. |
| Eetstoornissen (in bredere zin) | Een reeks eetgerelateerde aandoeningen die voorkomen in Europa en Noord-Amerika, waaronder eetweigering, lichaamsbeeldvervorming en fixatie op dunheid, geassocieerd met schoonheidsidealen, controle en identiteit in de consumptiemaatschappij. |
| Neurodivergentie | Een parapluterm die verschillende vormen van neurologische variatie omvat, zoals ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie, dyspraxie, Gilles de la Tourette en obsessieve-compulsieve stoornis (OCD), die afwijken van de typische neurologische ontwikkeling. |
| Cultureel interview | Een specifieke vorm van bevraging die dieper ingaat op de culturele achtergrond, waarden, normen en gebruiken van een patiënt, met als doel het begrijpen van de invloed van cultuur op gezondheid, ziektebeleving en de omgang met klachten. |
| HEADS (jongeren) | Een acroniem dat staat voor Home, Education/Employment, Activities, Drugs/Diet, and Social/Sexuality, gebruikt als een raamwerk voor de sociale anamnese bij jongeren om diverse levensdomeinen te exploreren. |
| RUDAS (ouderen) | Een acroniem dat staat voor Rituals, Understanding, Drugs, Activities, and Social network, gebruikt als een raamwerk voor de sociale anamnese bij ouderen om cultureel relevante aspecten van hun leven te belichten. |
| Etniciteit | De culturele identiteit van een persoon of groep, gebaseerd op gedeelde afkomst, taal, religie, geschiedenis en tradities, die invloed kan hebben op de perceptie van gezondheid en ziekte. |
| Migratie | Het proces van verhuizen van de ene woonplaats naar de andere, vaak over landsgrenzen heen, wat kan leiden tot culturele aanpassingen en specifieke uitdagingen op het gebied van gezondheid en welzijn. |
| Klachten in cultureel perspectief | De manier waarop patiënten hun gezondheidsproblemen benoemen, verklaren en ermee omgaan binnen hun eigen culturele context, inclusief de rol van familie, gemeenschap en traditionele geneeswijzen. |
| Contextgericht werken | Het streven om de omgeving van de patiënt ondersteunend te laten zijn voor diens gezondheid en welzijn, waarbij de hulpverlener tussenkomsten en adviezen toetst aan de draagkracht en de invloed van omgevingsfactoren. |
| Flexibiliteit | De vaardigheid om eigen vaste patronen waar nodig te verlaten en nieuwe elementen te integreren die in een specifieke context de omgang met anderen verbeteren, door de eigen houding en opvattingen vrijwillig aan te passen aan veranderende omstandigheden. |
| Mantelzorger | Een persoon die, zonder professionele opleiding, zorg verleent aan een naaste met een gezondheidsprobleem, waarbij de draagkracht van deze mantelzorger een belangrijke factor is in de contextgerichte zorg. |
| Gezondheidsvaardigheid | Het vermogen van een persoon om gezondheidsinformatie te vinden, te begrijpen en toe te passen om beslissingen te nemen over de eigen gezondheid, wat kan verschillen van de taal die een arts hanteert. |
| Communicatieve competenties | Het vermogen om in verschillende situaties en met diverse personen professioneel en begrijpelijk te interageren, waarbij zowel de zorgverlener als de patiënt tevreden zijn over het communicatieproces. |
| Taal aanpassen | Het flexibel wijzigen van het eigen taalgebruik om beter aan te sluiten bij de specifieke behoeften en het begripsniveau van de patiënt, wat essentieel is voor effectieve communicatie. |
| Tolk | Een persoon die de communicatie faciliteert tussen personen die verschillende talen spreken. Het gebruik van een tolk is een essentiële voorwaarde voor effectieve communicatie wanneer taalbarrières bestaan en is een recht van de patiënt. |
| Cultuursensitieve zorg | Zorg die rekening houdt met de culturele achtergrond, waarden en overtuigingen van de patiënt, en die het taalgebruik en de communicatiestijl hierop aanpast om de zorg effectiever en respectvoller te maken. |
| Machtsverschil arts-patiënt | De inherente ongelijkheid in autoriteit en kennis tussen een arts en een patiënt, die de communicatie kan beïnvloeden. Het erkennen en aanpassen aan dit verschil is cruciaal voor een gelijkwaardige interactie. |
| Directe, expliciete communicatie | Een communicatiestijl waarbij boodschappen duidelijk en ondubbelzinnig worden geuit, zonder veel ruimte voor interpretatie. Dit staat tegenover indirecte, impliciete communicatie. |
| Indirecte, impliciete communicatie | Een communicatiestijl waarbij boodschappen subtieler worden overgebracht, vaak met gebruik van non-verbale signalen of context, waardoor de ontvanger de betekenis moet afleiden. |
| Taboes benoemen | Het openlijk bespreken van onderwerpen die in een bepaalde cultuur of context als gevoelig of verboden worden beschouwd, wat een vorm van directe communicatie kan zijn. |
| Taboes ontwijken | Het vermijden van het bespreken van gevoelige of verboden onderwerpen, wat kenmerkend kan zijn voor indirecte communicatiestijlen in bepaalde culturen. |
| Directe communicatie | Een communicatiestijl waarbij boodschappen expliciet en ondubbelzinnig worden geuit, zonder veel ruimte voor interpretatie door de ontvanger. Dit staat tegenover indirecte communicatie. |
| Indirecte communicatie | Een communicatiestijl waarbij boodschappen subtiel, impliciet of via non-verbale signalen worden overgebracht, waardoor de ontvanger de betekenis moet interpreteren. Dit staat tegenover directe communicatie. |
| Op tijd zijn | Het respecteren van afgesproken tijden voor afspraken, deadlines of gebeurtenissen, wat duidt op betrouwbaarheid en efficiëntie in planning en uitvoering. |
| Tijd hebben | De beschikbare capaciteit of gelegenheid hebben om aandacht te besteden aan een persoon, taak of situatie, wat flexibiliteit in de planning en prioriteitenstelling weerspiegelt. |
| Eigen mening | Het individuele standpunt, oordeel of idee dat iemand heeft over een bepaald onderwerp, gebaseerd op persoonlijke ervaringen, waarden en cognitieve processen. |
| Groepsmening | Het collectieve standpunt, oordeel of idee dat binnen een groep heerst, vaak beïnvloed door sociale druk, consensusvorming en affectieve bindingen. |
| Grofmazige connecties | Relaties of interacties die minder intensief, minder frequent of minder diepgaand zijn, vaak gekenmerkt door een bredere, maar minder gedetailleerde uitwisseling van informatie of emoties. |
| Fijnmazige connecties | Relaties of interacties die intensief, frequent en diepgaand zijn, gekenmerkt door een gedetailleerde uitwisseling van informatie, emoties en wederzijds begrip. |
| Reflectiviteit | Het proces van zelfbewustzijn waarbij men de eigen normen, waarden, gedragscodes en culturele achtergrond leert kennen en begrijpen. Dit is essentieel voor interculturele competentie. |
| Culturele constructie van ziekte | De manier waarop binnen een specifieke culturele context over ziektes wordt gedacht, hoe ze worden benoemd, geclassificeerd, wat de vermeende oorzaken zijn, en welke morele en kosmologische betekenis eraan wordt toegekend, inclusief de voorgeschreven behandeling. |
| Narratives | Verhalen die patiënten vertellen over hun ziekte, waarin de ziekte wordt ingebed in een web van betekenissen die alleen in de context van een specifiek leven zinvol zijn; deze verhalen zijn niet slechts verslagen van symptomen, maar een mechanisme waarmee mensen hun ervaringen bewust worden en er betekenis aan geven. |
| Orichas | Geesten binnen de religieuze filosofie van Candomblé in Brazilië, waarbij bezetenheid en vereenzelviging met deze geesten worden onderscheiden van psychose en geestelijke ziekte. |
| Cultural awareness | Bewustzijn en erkenning van de culturele verschillen en overeenkomsten tussen mensen, en de impact daarvan op gedrag en interacties, met name in de gezondheidszorg. |
| Cultural sensitive benadering | Een benadering in de zorg die zich richt op het bewustzijn van de waarden, overtuigingen, levenswijzen en praktijken van een patiënt, zonder deze noodzakelijkerwijs direct te integreren in het behandelplan. |
| Cultural responsive benadering | Een benadering in de zorg die de culturele waarden, overtuigingen, levenswijzen en praktijken van een patiënt actief integreert in het opstellen van een voor beide partijen aanvaardbaar behandelplan. |
| Critical Medical Anthropology (CMA) | Een tak binnen de medische antropologie die zich richt op de politieke en economische determinanten van gezondheid, en hoe sociale structuren, machtsrelaties en economische systemen bijdragen aan gezondheidsongelijkheden en ziektepatronen. |
| Structureel geweld | Vormen van geweld waarbij mensen worden geschaad of sterven doordat hun basisbehoeften niet worden vervuld, als gevolg van sociale, politieke of economische structuren die leiden tot sociale onrechtvaardigheid, armoede, racisme, seksisme en kolonialisme. |
| Biomedisch perspectief | Een benadering van gezondheid en ziekte die primair focust op biologische en fysiologische processen, met de nadruk op pathologie, symptomen en wetenschappelijk bewezen behandelingen. |
| Zelf empathie | Het vermogen om begrip en compassie te tonen voor de eigen emoties en ervaringen, vergelijkbaar met hoe men empathie zou tonen voor een ander, wat bijdraagt aan een gezonde emotionele regulatie bij zorgverleners. |
| Positionaliteit | Het bewustzijn van de eigen sociale, culturele en economische positie en hoe deze de perceptie, ervaringen en interacties met anderen beïnvloedt, wat cruciaal is voor het begrijpen van machtsverhoudingen en vooroordelen in de gezondheidszorg. |
| Privilege | Onverdiende voordelen of voorkeursbehandelingen die voortvloeien uit iemands positie binnen sociale structuren, zoals ras, geslacht, sociaaleconomische status of geaardheid, die onbewust de interacties en besluitvorming in de medische praktijk kunnen beïnvloeden. |
| Reflectie | Het proces van bewust nadenken over ervaringen, gebeurtenissen of situaties, met als doel hiervan te leren en inzichten te verkrijgen die kunnen leiden tot persoonlijke groei en verbeterde praktijkvoering, met name relevant voor artsen in hun omgang met patiënten en complexe medische dilemma's. |
| Positieblindheid | Het onvermogen om de eigen sociale, culturele en economische positie en de bijbehorende privileges of nadelen te herkennen, wat kan leiden tot een gebrek aan begrip voor de ervaringen van anderen en tot het onbewust handhaven van bestaande ongelijkheden binnen de zorg. |
| Cultuur | Een verzameling van waarden, normen en percepties die aan de basis liggen van gedrag, en die tot uiting komen in dat gedrag bij een bepaalde groep mensen en in een bepaald tijdsgewricht in een samenleving. Cultuur vormt de verbindende factor tussen de leden van een groep op dat moment en op die plaats, in die zin dat cultuur ervoor zorgt dat mensen binnen die groep elkaars gedrag begrijpen. |
| Symbolen | Woorden, gebaren, afbeeldingen of voorwerpen met een betekenis die alleen begrepen wordt door hen die deel hebben aan de cultuur. Nieuwe symbolen ontstaan gemakkelijk en oude verdwijnen, en ze worden regelmatig overgenomen. Dit is de buitenste, meest oppervlakkige laag van het ui-diagram van Hofstede. |
| Rituelen | Collectieve activiteiten die technisch gesproken overbodig zijn om het gewenste doel te bereiken, maar die binnen een cultuur als sociaal essentieel worden beschouwd en dus worden verricht omwille van zichzelf. Ze worden vaak gepaard met specifieke taal, gedrag, hiërarchie en waarden om het groepsgevoel te bestendigen. |
| Waarden | De kern van een cultuur, bestaande uit een collectieve neiging om een bepaalde gang van zaken te verkiezen boven andere. Waarden zijn gevoelens met een plus- en minpool en komen tot uiting in maatschappelijk discours over wat acceptabel is. |
| Machtsafstand | De mate waarin men omgaat met machtsongelijkheid binnen een samenleving, bijvoorbeeld tussen ouders en kinderen of tussen leidinggevenden en werknemers. In de gezondheidszorg beïnvloedt dit de verhouding tussen arts en patiënt. |
| Individualisme vs. collectivisme | Een culturele dimensie die het belang van het individu tegenover de groep weerspiegelt. Individualistische culturen leggen de nadruk op persoonlijke meningen en noden, terwijl collectivistische culturen prioriteit geven aan de harmonie en belangen van de groep. |
| Masculiniteit vs. femininiteit | Deze dimensie beschrijft de rol van mannelijke (zoals winnen en de beste zijn) versus vrouwelijke (zoals zorgen en genieten) waarden in een samenleving, inclusief de man-vrouw verhouding en taakverdeling. |
| Onzekerheidsvermijding | De mate van vertrouwen in de toekomst, de hoeveelheid regels en het belang van zekerheid binnen een cultuur, evenals de rol die religie speelt. Dit beïnvloedt hoe men omgaat met onzekere situaties en risico's. |
| Lange termijn vs. korte termijn oriëntatie | Deze culturele dimensie geeft aan of men primair gericht is op de toekomst en het uitstellen van bevrediging, of juist op het heden en directe resultaten. |
| Kaleidoscoop (in breed observeren) | Een metafoor die gebruikt wordt om de diverse leefwerelden van patiënten te observeren, hen te situeren in een bredere context en rekening te houden met verschillende levensdomeinen. |
| IJsberg (in breed observeren) | Een metafoor die gebruikt wordt om de patiënt zelf en de verbale en non-verbale communicatie, uiterlijk en gedrag te observeren, met aandacht voor zowel bewuste als onbewuste elementen. |