TAB 4.2 intern noodplan TVA.pptx
Summary
# Wetgeving en goedkeuringsprocedure van ziekenhuisnoodplannen
Dit onderwerp behandelt de federale normen waaraan een ziekenhuisnoodplan moet voldoen en de procedures voor de goedkeuring ervan door de gemeenschappen en gewesten, inclusief de historische context, evaluaties en voorstellen tot aanpassing om de goedkeuring te vergemakkelijken.
### 1.1 Historische context en evaluatie van de noodplannen
Vroeger werden de normen voor ziekenhuisnoodplannen federaal vastgelegd, terwijl de goedkeuring ervan door de gemeenschappen en gewesten gebeurde. Dit leidde tot een situatie die als "typisch Belgisch" werd beschouwd.
Een evaluatie in 2014 toonde aan dat een aanzienlijk deel van de Belgische ziekenhuizen (één derde) niet over een goedgekeurd ziekenhuisnoodplan beschikte. Bovendien waren er grote verschillen in de plannen die wel bestonden.
### 1.2 Werkgroep 'Wetgeving' en haar doelstellingen
Om deze problemen aan te pakken, werd een werkgroep 'Wetgeving' opgericht met de volgende doelstellingen:
* De wetgeving aanpassen aan de bestaande realiteit in het veld.
* De goedkeuringsprocedure herzien om plaatselijke verankering te realiseren en haalbare termijnen na te streven.
* Zorgen dat de goedkeuring van ziekenhuisnoodplannen een haalbare kaart wordt en alle ziekenhuizen zo snel mogelijk een goedgekeurd plan hebben.
### 1.3 Protocolakkoord en goedkeuringsprocedure
Het protocolakkoord stelt een herziening van de huidige goedkeuringsprocedure voor, met respect voor de logica van het koninklijk besluit van 16 februari 2006. De procedure omvat de volgende stappen:
1. Het ziekenhuis vraagt een attest aan bij de burgemeester, conform de procedure voor het brandweerattest.
2. De burgemeester vraagt advies aan de gemeentelijke veiligheidscel.
3. De gemeentelijke veiligheidscel stelt een advies op voor de burgemeester, waarbij de provincie en de gezondheidsinspecteur worden betrokken.
4. De burgemeester geeft een attest met één van de volgende uitkomsten: goedgekeurd, goedgekeurd met opmerkingen, of afgekeurd.
Het koninklijk besluit van 23 oktober 1964, bijlage III, punt 14, stelt dat "ieder ziekenhuis moet beschikken over een ziekenhuisnoodplan om het hoofd te bieden aan ongevallen binnen en buiten het ziekenhuis."
### 1.4 Belangrijkste voorstellen van de werkgroep wetgeving
De werkgroep wetgeving deed de volgende voorstellen:
* Elk ziekenhuis duidt een noodplancoördinator aan als staffunctie.
* De algemeen directeur krijgt een grotere verantwoordelijkheid naast de hoofdarts.
* Binnen het permanent comité wordt een 'bureau' opgericht, bestaande uit de hoofdarts, noodplancoördinator, en medisch diensthoofd spoed.
* Er wordt een 5-jarenplan voor het oefenen van ziekenhuisnoodplannen ingevoerd.
* Aanvullende interventieprocedures voor specifieke scenario's worden uitgewerkt.
### 1.5 Ziekenhuisnoodplan: specifieke scenario's en risico's
Een ziekenhuisnoodplan moet rekening houden met diverse specifieke scenario's en risico's, waaronder:
* Brand
* Elektriciteit
* IT (Informatietechnologie)
* Terreur
* Chemische, Biologische, Radiologische, Nucleaire en Explosieve (CBRNE) incidenten
### 1.6 Definities en rollen binnen het ziekenhuisnoodplan
#### 1.6.1 Het permanent comité
Het permanent comité is verantwoordelijk voor:
* Het opstellen, actualiseren en valideren van het ziekenhuisnoodplan.
#### 1.6.2 Bureau van het permanent comité
Het bureau van het permanent comité bestaat uit de hoofdarts/algemeen directeur, de noodplancoördinator, het diensthoofd spoedopname en experts. Het fungeert als secretariaat.
#### 1.6.3 Huishoudelijk reglement
Het huishoudelijk reglement van het permanent comité bepaalt de opdrachten, de vergaderfrequentie en de wijze van besluitvorming.
#### 1.6.4 De algemeen directeur
De algemeen directeur (of diens vervanger) is eindverantwoordelijk voor het ziekenhuisnoodplan. Zijn/haar taken omvatten:
* Voorzitter zijn van het permanent comité.
* Voorzitter zijn van de coördinatiecel ziekenhuis (CCZ).
* 24/7 bereikbaar zijn.
* Optreden als contactpersoon voor de overheid bij rampen.
* Het bepalen van de behandelcapaciteit en deze melden via Paragon.
* Na overleg met de federale gezondheidsinspecteur de ultieme beslissing nemen om het ziekenhuis te sluiten indien het noodplan is afgekondigd (zonder de huisvestingscapaciteit aan te tasten).
#### 1.6.5 De noodplancoördinator
De noodplancoördinator is het interne en externe aanspreekpunt voor ziekenhuisnoodplannen. Zijn/haar profiel en opdrachten omvatten:
* Werken onder supervisie van de algemeen directeur.
* Coördineren van toezicht en alle activiteiten met betrekking tot ziekenhuisnoodplanning, inclusief risicoanalyse.
* Verzekeren van het secretariaat van het permanent comité.
* Zetel hebben in de CCZ tijdens de toepassing van het noodplan, optreden als procesbewaker en de algemeen directeur ondersteunen.
* Zorgen voor de verspreiding van het noodplan, de organisatie van oefeningen en de opleiding van het personeel.
#### 1.6.6 Diensthoofd spoedgevallen
Het diensthoofd spoedgevallen wordt geacht expertise te hebben in rampenmanagement of experts te kunnen aanleveren.
#### 1.6.7 Experts
Experts worden ingeschakeld afhankelijk van het specifieke incident (bv. brand, IT, elektriciteit, terreur, CBRNE).
### 1.7 Algemene disciplines bij noodsituaties
Er zijn vijf algemene disciplines die betrokken zijn bij hulpverleningsoperaties in noodsituaties:
#### 1.7.1 Discipline 1: Brandweer
De taken omvatten:
* De noodsituatie beheren en risico's uitschakelen.
* Personen opsporen, bevrijden, helpen, redden en in veiligheid brengen, en hun goederen beschermen.
* Personen en goederen opeisen.
#### 1.7.2 Discipline 2: Medisch, sanitair en psychosociaal
De taken omvatten:
* De medische keten opstarten.
* Geneeskundige en psychosociale zorgen toedienen aan slachtoffers en betrokkenen.
* Het vervoer van slachtoffers organiseren.
* Maatregelen nemen ter bescherming van de volksgezondheid.
#### 1.7.3 Discipline 3: Politie
De taken omvatten:
* De openbare orde handhaven en herstellen.
* De toegangs- en evacuatiewegen vrijhouden en interventiediensten begeleiden.
* Perimeters installeren, afbakenen, signaleren en bewaken, en toegangscontrole waarborgen.
* De evacuatie van de bevolking uitvoeren en toezien op schuilen.
* Dodelijke slachtoffers identificeren.
* Bijstand verlenen aan het gerechtelijk onderzoek.
#### 1.7.4 Discipline 4: Logistieke steun
De taken omvatten (vaak door Civiele bescherming of Rode Kruis):
* Personeel en materieel versterken, en speciaal reddings- en hulpverleningsmaterieel leveren.
* Technische middelen voor communicatie organiseren tussen disciplines, de commandopost en coördinatiecomités.
* De bevoorrading organiseren van levensmiddelen en drinkwater voor interventiediensten en getroffenen.
#### 1.7.5 Discipline 5: Informatie
De taken omvatten:
* Informatie en richtlijnen aan de bevolking verschaffen (o.a. via media).
* Informatie verzorgen over maatregelen voor de terugkeer naar de normale situatie.
Daarnaast is het belangrijk om de rol van de Civiele bescherming en militairen niet te vergeten, evenals de rol van de overheid.
### 1.8 Oefening baart kunst!
* **Meerjarenplan voor oefeningen:** Ziekenhuizen moeten een meerjarenplan van 5 jaar voorzien voor het oefenen van hun noodplannen, met minimaal één oefening per jaar. Dit is ook een accreditatievoorwaarde voor NIAZ/JCI.
* **Vervanging van jaarlijkse oefening:** Een reële noodsituatie waarbij het ziekenhuisnoodplan is afgekondigd, kan een jaarlijkse oefening vervangen, mits er een kwalitatieve debriefing is gevolgd met alle betrokken actoren en de daaruit voortvloeiende verbeterpunten zijn geïmplementeerd.
* **Multidisciplinair oefenen:** Het is cruciaal om multidisciplinair te oefenen.
### 1.9 Rol van de FOD Volksgezondheid
De FOD Volksgezondheid stelt dat:
* Elk ziekenhuis een ziekenhuisnoodplan (ZNP) moet hebben om grote ongevallen binnen (bv. stroompanne, chemisch ongeval, ziekenhuisbacterie) en buiten het ziekenhuis (bv. kettingbotsing, overstroming, aanslag) het hoofd te bieden.
* Een ZNP de procedures beschrijft om een plotse toestroom aan patiënten efficiënt op te vangen zonder de zorg voor reeds opgenomen patiënten in het gedrang te brengen. De opvangcapaciteit moet snel kunnen worden opgedreven.
* Een ZNP wordt opgesteld om het monodisciplinaire plan van discipline 2 te ondersteunen, zonder er effectief deel van uit te maken.
De FOD Volksgezondheid heeft diverse werkgroepen samengesteld om de wetgeving en procedures te actualiseren:
* **Werkgroep 'wetgeving'**: Actualiseert de wetgeving en de goedkeuringsprocedure.
* **Werkgroep 'sjabloon'**: Stelt een eenduidig ziekenhuisnoodplan op met een leidraad, sjabloon, actiekaarten en checklist.
* **Werkgroep 'oefenen'**: Ontwikkelt een e-learning module.
* **Werkgroep 'communicatie'**: Werkt aan een logo en uniforme huisstijl.
* **Stuurgroep van experten**: Coördineert de werkzaamheden van de werkgroepen en zal als federaal kenniscentrum ondersteunende tools actualiseren en optimaliseren.
### 1.10 Doel van een ziekenhuisnoodplan
Het hoofddoel van een ziekenhuisnoodplan is:
* Zo snel mogelijk transformeren van dagelijkse hulpverlening naar dringende noodhulpverlening.
* Noodsituaties die het ziekenhuis treffen, het hoofd bieden door zelf tussen te komen, en de interventie van externe overheden en diensten toe te staan en te ondersteunen.
### 1.11 Werking van het ziekenhuisnoodplan
Bij een incident wordt eerst een interventieploeg op pad gestuurd en wordt een coördinatiecel van het ziekenhuis (CCZ) geactiveerd.
#### 1.11.1 Samenstelling van de CCZ
De CCZ bestaat uit: hoofdarts/algemeen directeur, noodplancoördinator, diensthoofd spoedopname, communicatiedienst, secretariaatsfunctie en eventuele experts.
#### 1.11.2 Taken van de CCZ
De CCZ neemt de coördinatie en het commando over van de interventieleider en neemt de verdere beleidsbeslissingen voor het ziekenhuis. Afhankelijk van het incident wordt gehandeld volgens de procedure en actiekaarten (bv. actiekaart evacuatie hospitalisatieafdeling 2).
> **Tip:** Zorg dat de rollen en verantwoordelijkheden binnen het ziekenhuisnoodplan duidelijk gedefinieerd zijn voor alle betrokkenen, van de algemeen directeur tot de individuele medewerker.
> **Tip:** Regelmatige en realistische oefeningen zijn essentieel om de effectiviteit van het ziekenhuisnoodplan te waarborgen en de respons van het personeel te verbeteren.
> **Tip:** De samenwerking tussen de verschillende disciplines (medisch, brandweer, politie, etc.) is cruciaal voor een succesvolle afhandeling van noodsituaties.
> **Voorbeeld:** Bij een grote brand in een ziekenhuis zal de CCZ de coördinatie op zich nemen, waarbij de noodplancoördinator de voortgang bewaakt, de algemeen directeur de beslissingen neemt, en de verschillende disciplines (brandweer, medische teams, politie) hun specifieke taken uitvoeren conform het noodplan en de actiekaarten. De communicatiedienst zal de externe communicatie verzorgen.
---
# Definities, rollen en organisatorische structuur van het ziekenhuisnoodplan
Hieronder vindt u een gedetailleerd overzicht van de definities, rollen en organisatorische structuur van het ziekenhuisnoodplan, essentieel voor uw examenvoorbereiding.
## 2. Definities, rollen en organisatorische structuur van het ziekenhuisnoodplan
Dit onderdeel definieert de sleutelactoren binnen het ziekenhuisnoodplan, zoals de algemeen directeur en de noodplancoördinator, en hun respectievelijke verantwoordelijkheden en taken. Daarnaast wordt de samenstelling en de functies van het permanent comité en de coördinatiecel ziekenhuis (CCZ) uit de doeken gedaan.
### 2.1 Algemene principes en regelgeving
Het doel van een ziekenhuisnoodplan (ZNP) is het efficiënt opvangen van een plotse toestroom aan patiënten bij grote ongevallen, zowel binnen (bv. stroompanne, chemisch ongeval) als buiten het ziekenhuis (bv. kettingbotsing, overstroming, aanslag), zonder de zorg voor reeds opgenomen patiënten in het gedrang te brengen. Het plan omschrijft de procedures om de opvangcapaciteit van het ziekenhuis snel te kunnen verhogen. Een ziekenhuisnoodplan ondersteunt het monodisciplinaire plan van discipline 2 (medische hulpverlening) zonder er een integraal deel van uit te maken.
De wetgeving en de goedkeuringsprocedure van het ziekenhuisnoodplan zijn federaal tot stand gekomen. Goedkeuring gebeurt door de gemeenschappen en gewesten. Vroeger bestond er een grote variatie in de plannen en voldeed een aanzienlijk deel van de Belgische ziekenhuizen niet over een goedgekeurd plan. Een werkgroep 'Wetgeving' heeft de wetgeving aangepast aan de bestaande praktijk en de goedkeuringsprocedure herzien om deze haalbaarder te maken en de lokale verankering te versterken.
#### 2.1.1 Protocolakkoord en goedkeuringsprocedure
Het protocolakkoord stelt dat elk ziekenhuis moet beschikken over een ziekenhuisnoodplan om grote ongevallen binnen en buiten het ziekenhuis het hoofd te bieden. De herziene goedkeuringsprocedure, met respect voor het KB van 16 februari 2006, houdt in dat:
* Het ziekenhuis een attest aanvraagt bij de burgemeester, conform de procedure voor een brandweerattest.
* De burgemeester advies vraagt aan de gemeentelijke veiligheidscel.
* De gemeentelijke veiligheidscel, met betrekking van de provincie en de gezondheidsinspecteur, advies uitbrengt aan de burgemeester.
* De burgemeester een attest verleent dat "goedgekeurd", "goedgekeurd met opmerkingen" of "afgekeurd" kan zijn.
#### 2.1.2 Werkgroep 'Wetgeving' voorstellen
De belangrijkste voorstellen van de werkgroep wetgeving omvatten:
* Elk ziekenhuis duidt een noodplancoördinator aan (een staffunctie).
* De algemeen directeur krijgt een grotere verantwoordelijkheid, naast de hoofdarts.
* Binnen het permanent comité wordt een 'bureau' opgericht bestaande uit de hoofdarts, de noodplancoördinator en het medisch diensthoofd spoed.
* Er wordt een meerjarenplan van 5 jaar opgesteld voor het oefenen van ziekenhuisnoodplannen.
* Aanvullende interventieprocedures voor specifieke scenario's (brand, elektriciteit, IT, terreur, CBRNE) worden uitgewerkt.
#### 2.1.3 Werking van het ziekenhuisnoodplan bij een incident
Bij een incident wordt een eerste interventieploeg op pad gestuurd en wordt een coördinatiecel van het ziekenhuis (CCZ) geactiveerd. Deze cel bestaat uit de hoofdarts/algemeen directeur, noodplancoördinator, diensthoofd spoedopname, communicatiedienst, secretariaatsfunctie en eventuele experts. De CCZ coördineert en neemt het commando over van de interventieleider en beslist over het verdere beleid voor het ziekenhuis. Afhankelijk van het incident wordt gehandeld volgens de specifieke procedures en actiekaarten (bv. actiekaart evacuatie hospitalisatieafdeling 2).
### 2.2 Definities en rollen van sleutelactoren
#### 2.2.1 Het permanent comité
Het permanent comité is verantwoordelijk voor:
* Het opstellen, actualiseren en valideren van het ziekenhuisnoodplan.
##### 2.2.1.1 Bureau van het permanent comité
Het bureau van het permanent comité bestaat uit de hoofdarts/algemeen directeur, de noodplancoördinator en het diensthoofd spoedopname, aangevuld met experts. De functie hiervan is een secretariaat te verzorgen, de opdrachten te bepalen, de vergaderfrequentie vast te leggen en de wijze van besluitvorming te regelen.
#### 2.2.2 De algemeen directeur
De algemeen directeur (of diens vervanger) draagt de eindverantwoordelijkheid voor het ziekenhuisnoodplan. Zijn/haar taken omvatten:
* Voorzitten van het permanent comité.
* Voorzitten van de coördinatiecel ziekenhuis (CCZ).
* 24/7 bereikbaar zijn.
* Optreden als contactpersoon voor de overheid bij interne of externe rampspoedige gebeurtenissen.
* Bepalen van de behandelcapaciteit en deze melden via Paragon.
* Na overleg met de federale gezondheidsinspecteur, de ultieme beslissing nemen om het ziekenhuis te sluiten indien het ziekenhuisnoodplan is afgekondigd (zonder de huisvestingscapaciteit aan te tasten).
#### 2.2.3 De noodplancoördinator
Elk ziekenhuis duidt een noodplancoördinator aan die zowel intern als extern optreedt als aanspreekpunt voor het ziekenhuisnoodplan.
* **Profiel en opdrachten:**
* Werkt onder supervisie van de algemeen directeur.
* Coördineert het toezicht op en alle activiteiten met betrekking tot de ziekenhuisnoodplanning, inclusief risicoanalyse.
* Verzekert het secretariaat van het permanent comité.
* Zetel in het CCZ tijdens de toepassing van het noodplan, fungeert als procesbewaker en ondersteunt de algemeen directeur.
* Zorgt voor de verspreiding van het ziekenhuisnoodplan, de organisatie van oefeningen en de opleiding van het personeel.
#### 2.2.4 Diensthoofd spoedgevallen
Dit diensthoofd wordt verondersteld de nodige expertise te hebben binnen rampenmanagement of in staat te zijn experts aan te leveren.
#### 2.2.5 Experts
Afhankelijk van het specifieke incident (brand, IT, elektriciteit, terreur, CBRNE, ...), worden experts uit verschillende disciplines ingeschakeld.
### 2.3 Disciplines en hun interventies
De interventies worden opgedeeld in vijf algemene disciplines:
#### 2.3.1 Discipline 1: Hulpverleningsoperaties (Brandweer)
* Beheren van de noodsituatie en uitschakelen van verbonden risico's.
* Opsporen, bevrijden, helpen, redden en in veiligheid brengen van personen en hun goederen.
* Opeisen van personen en goederen.
#### 2.3.2 Discipline 2: Medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening
* Opstarten van de medische keten.
* Toedienen van geneeskundige en psychosociale zorgen aan slachtoffers en betrokkenen.
* Organiseren van het vervoer van slachtoffers.
* Nemen van maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid.
#### 2.3.3 Discipline 3: Politie
* Handhaven en herstellen van de openbare orde.
* Vrijhouden van toegangs- en evacuatiewegen, en begeleiden van interventiediensten en middelen.
* Installeren, afbakenen, signaleren en bewaken van perimeters, en waarborgen van toegangscontrole.
* Uitvoeren van evacuatie van de bevolking en toezien op schuilen.
* Identificeren van dodelijke slachtoffers.
* Bijstand verlenen aan het gerechtelijk onderzoek.
#### 2.3.4 Discipline 4: Logistieke steun (Civiele bescherming, Rode Kruis)
* Waarborgen van versterking inzake personeel en materieel, en leveren van speciaal reddings- en hulpverleningsmaterieel.
* Organiseren van technische middelen voor communicatie tussen disciplines, de operationele commandopost en coördinatiecomités.
* Organiseren van de bevoorrading van levensmiddelen en drinkwater voor interventiediensten en getroffenen.
#### 2.3.5 Discipline 5: Informatie
* Verschaffen van informatie en richtlijnen aan de bevolking, onder andere via de media.
* Verzorgen van informatie over maatregelen voor de terugkeer naar de normale situatie.
### 2.4 Oefening en accreditatie
Het ziekenhuis moet een meerjarenplan van 5 jaar voorzien voor het oefenen van de noodplannen, met minimaal één oefening per jaar. Dit is tevens een accreditatievoorwaarde voor NIAZ/JCI. Een reële noodsituatie waarbij het ziekenhuisnoodplan werd afgekondigd, kan een jaarlijkse oefening vervangen mits een kwalitatieve debriefing met alle betrokken actoren en de implementatie van daaruit voortvloeiende verbeterpunten. Het is belangrijk om multidisciplinair te oefenen.
### 2.5 Organisatorische structuur van het ziekenhuisnoodplan
#### 2.5.1 Het Permanent Comité
* **Functies:** Opstellen, actualiseren en valideren van het ziekenhuisnoodplan.
* **Bureau:** Bestaande uit hoofdarts/algemeen directeur, noodplancoördinator, diensthoofd spoedopname en experts.
* **Huishoudelijk reglement:** Bepaalt opdrachten, vergaderfrequentie en wijze van besluitvorming.
#### 2.5.2 De Coördinatiecel Ziekenhuis (CCZ)
* **Samenstelling:** Hoofdarts/algemeen directeur, noodplancoördinator, diensthoofd spoedopname, communicatiedienst, secretariaatsfunctie en eventuele experts.
* **Functie:** Neemt de coördinatie en het commando over van de interventieleider en neemt beleidsbeslissingen voor het ziekenhuis tijdens de toepassing van het ZNP.
> **Tip:** De rol van de algemeen directeur is cruciaal als eindverantwoordelijke. Zorg dat u zijn/haar brede verantwoordelijkheden en beslissingsbevoegdheid goed kent.
> **Tip:** Begrijp de functionele overlap en de specifieke verantwoordelijkheden van de noodplancoördinator ten opzichte van de algemeen directeur en het diensthoofd spoedgevallen.
> **Voorbeeld:** Een chemische lekkage binnen het ziekenhuis vereist de inzet van Discipline 1 (Brandweer), Discipline 2 (medische hulp voor slachtoffers), Discipline 4 (logistieke steun voor beschermende kleding en opvang) en Discipline 5 (informatie naar personeel en patiënten). De algemeen directeur en de noodplancoördinator coördineren deze disciplines vanuit de CCZ.
---
# Specifieke scenario's, risico's en disciplines binnen een ziekenhuisnoodplan
Dit gedeelte behandelt de diverse risico's en scenario's waarvoor een ziekenhuisnoodplan is opgesteld, evenals de algemene disciplines van hulpverlening en hun specifieke taken.
### 3.1 Specifieke scenario's en risico's
Een ziekenhuisnoodplan is cruciaal om het hoofd te bieden aan een breed scala aan onverwachte gebeurtenissen, zowel intern als extern. Deze gebeurtenissen kunnen de normale werking van het ziekenhuis ernstig verstoren en vereisen een gecoördineerde en efficiënte respons. De volgende specifieke scenario's en risico's worden doorgaans gedekt:
* **Brand:** Een van de meest voorkomende en potentieel verwoestende rampen in een ziekenhuis, die snelle evacuatie en brandbestrijding vereist.
* **Elektriciteitsstoringen:** Een stroompanne kan de medische apparatuur die essentieel is voor de patiëntenzorg direct beïnvloeden, wat noodoplossingen zoals noodgeneratoren vereist.
* **IT-storingen:** Moderne ziekenhuizen zijn sterk afhankelijk van IT-systemen voor patiëntendossiers, communicatie en apparatuurbeheer. Een storing kan leiden tot een informatiechaos en de continuïteit van de zorg in gevaar brengen.
* **Terreur incidenten:** Aanslagen of dreigingen vereisen een robuuste beveiligingsrespons, evacuatieplannen en de opvang van grote aantallen slachtoffers.
* **CBRNE-incidenten:** Dit staat voor Chemische, Biologische, Radiologische, Nucleaire en Explosieve incidenten. Deze scenario's brengen specifieke uitdagingen met zich mee op het gebied van detectie, decontaminatie, medische behandeling en bescherming van personeel en patiënten.
* **Grote ongevallen buiten het ziekenhuis:** Dit kan variëren van kettingbotsingen en overstromingen tot grote industriële ongevallen, die een plotselinge toestroom van slachtoffers naar het ziekenhuis kunnen veroorzaken.
* **Interne ziekenhuisincidenten:** Naast de hierboven genoemde, kunnen dit ook ziekenhuisbacteriën zijn die een snelle quarantaine en verspreidingscontrole vereisen.
Het doel van een ziekenhuisnoodplan is om de transformatie van dagelijkse hulpverlening naar dringende noodhulpverlening zo soepel mogelijk te laten verlopen, en om zowel zelf tussen te komen als de interventie van externe overheden en diensten efficiënt te ondersteunen.
### 3.2 Algemene disciplines van hulpverlening en hun taken
Binnen een ziekenhuisnoodplan worden verschillende disciplines ingeschakeld die elk hun eigen cruciale rol spelen. De algemene disciplines kunnen als volgt worden ingedeeld:
#### 3.2.1 Discipline 1: Brandweer
De brandweer is primair verantwoordelijk voor het beheren van de noodsituatie en het uitschakelen van de daaraan verbonden risico's, met name die gerelateerd aan brand. Hun taken omvatten:
* Het opsporen, bevrijden, helpen, redden en in veiligheid brengen van personen.
* Het beschermen van goederen.
* Het opeisen van personen en goederen indien nodig.
#### 3.2.2 Discipline 2: Medisch
Deze discipline richt zich op de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening aan slachtoffers en betrokkenen. De taken omvatten:
* Het opstarten van de medische keten.
* Het toedienen van geneeskundige en psychosociale zorgen aan slachtoffers en betrokkenen.
* Het organiseren van het transport van slachtoffers.
* Het nemen van maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid.
#### 3.2.3 Discipline 3: Politie
De politie is verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid op de plaats van de noodsituatie. Hun taken zijn onder andere:
* Het handhaven en herstellen van de openbare orde.
* Het vrijhouden van toegangs- en evacuatiewegen, en het begeleiden van interventiediensten.
* Het installeren, afbakenen, signaleren en bewaken van perimeters, en het waarborgen van toegangscontrole tot het interventieterrein.
* Het uitvoeren van de evacuatie van de bevolking en toezien op schuilen.
* Het identificeren van dodelijke slachtoffers.
* Het verlenen van bijstand aan het gerechtelijk onderzoek.
#### 3.2.4 Discipline 4: Logistiek
Logistieke ondersteuning, vaak verzorgd door de Civiele Bescherming of het Rode Kruis, is essentieel voor het waarborgen van de benodigde middelen en faciliteiten. Taken omvatten:
* Het waarborgen van versterking inzake personeel en materieel, inclusief speciaal reddings- en hulpverleningsmaterieel.
* Het organiseren van technische middelen voor communicatie tussen de disciplines, de operationele commandopost en de coördinatiecomités.
* Het organiseren van de bevoorrading van levensmiddelen en drinkwater voor interventiediensten en getroffenen.
#### 3.2.5 Discipline 5: Informatie
De informatievoorziening is cruciaal voor zowel de getroffen bevolking als de interne communicatie. Taken omvatten:
* Het verschaffen van informatie en richtlijnen aan de bevolking, onder andere via de media.
* Het verzorgen van de informatie over de maatregelen voor de terugkeer naar de normale situatie.
Naast deze algemene disciplines kunnen ook civiele bescherming en militairen een rol spelen, afhankelijk van de aard en schaal van het incident.
### 3.3 Beheer en verantwoordelijkheden
Het ziekenhuisnoodplan wordt gecoördineerd door specifieke organen en functionarissen binnen het ziekenhuis:
* **Het Permanent Comité:** Dit comité is verantwoordelijk voor het opstellen, actualiseren en valideren van het ziekenhuisnoodplan. Het legt de opdrachten vast, bepaalt de vergaderfrequentie en de wijze van besluitvorming.
* **Het Bureau van het Permanent Comité:** Dit bureau bestaat uit het medisch diensthoofd, de noodplancoördinator, het diensthoofd spoedopname en experts. Het fungeert als secretariaat.
* **De Algemeen Directeur:** De algemeen directeur (of zijn vervanger) draagt de eindverantwoordelijkheid voor het ziekenhuisnoodplan. Hij/zij is voorzitter van het permanent comité en de coördinatiecel ziekenhuis (CCZ). De algemeen directeur is 24/7 bereikbaar, fungeert als contactpersoon voor de overheid, bepaalt de behandelcapaciteit en kan, na overleg met de federale gezondheidsinspecteur, de sluiting van het ziekenhuis beslissen indien het noodplan is afgekondigd.
* **De Noodplancoördinator:** Elke ziekenhuis duidt een noodplancoördinator aan die intern en extern als aanspreekpunt fungeert. Deze persoon coördineert de activiteiten rondom de ziekenhuisnoodplanning, verzekert het secretariaat van het permanent comité, zetelt in de CCZ als procesbewaker en ondersteunt de algemeen directeur. Daarnaast is de coördinator verantwoordelijk voor de verspreiding van het noodplan, de organisatie van oefeningen en de opleiding van het personeel.
* **Diensthoofd Spoedgevallen:** Wordt geacht de nodige expertise in rampenmanagement te bezitten of experts te kunnen aanleveren.
* **Experts:** Afhankelijk van het specifieke incident (brand, IT, CBRNE, etc.) kunnen verschillende experts geraadpleegd worden.
Bij een incident wordt eerst een interventieploeg op pad gestuurd en wordt de coördinatiecel ziekenhuis (CCZ) geactiveerd. De CCZ neemt de coördinatie en het commando over van de interventieleider en neemt beleidsbeslissingen.
### 3.4 Oefening en validatie
* **Oefenplicht:** Ziekenhuizen moeten een meerjarenplan van vijf jaar opstellen voor het oefenen van hun noodplannen, met minimaal één oefening per jaar. Dit is tevens een accreditatievoorwaarde voor instanties zoals NIAZ/JCI.
* **Vervanging van oefeningen:** Een echte noodsituatie waarbij het ziekenhuisnoodplan is afgekondigd, kan een jaarlijkse oefening vervangen, mits er een kwalitatieve debriefing plaatsvindt met alle betrokken actoren en de geïdentificeerde verbeterpunten worden geïmplementeerd.
* **Multidisciplinair oefenen:** Het is cruciaal om multidisciplinair te oefenen om de samenwerking tussen de verschillende disciplines te optimaliseren.
### 3.5 Wetgeving en regelgeving
De normen waaraan een ziekenhuisnoodplan moet voldoen, zijn federaal vastgelegd. De goedkeuring van het ziekenhuisnoodplan is een bevoegdheid van de gemeenschappen en gewesten. Een herziene goedkeuringsprocedure stelt dat het ziekenhuis een attest aanvraagt bij de burgemeester. De burgemeester vraagt advies aan de gemeentelijke veiligheidscel, die hierbij de provincie en de gezondheidsinspecteur betrekt. De burgemeester kan het plan vervolgens goedkeuren, goedkeuren met opmerkingen, of afkeuren.
#### 3.5.1 Voorstellen vanuit de Werkgroep Wetgeving
Er werden diverse voorstellen gedaan om de ziekenhuisnoodplanning te verbeteren en te professionaliseren, waaronder:
* Elk ziekenhuis duidt een noodplancoördinator aan als staffunctie.
* De algemeen directeur krijgt een grotere verantwoordelijkheid naast de hoofdarts.
* Oprichting van een 'bureau' binnen het permanent comité met specifieke leden en taken.
* Opstellen van een 5-jarenplan voor het oefenen van ziekenhuisnoodplannen.
* Ontwikkeling van aanvullende interventieprocedures voor specifieke scenario's.
> **Tip:** De accreditatievoorwaarden van NIAZ/JCI benadrukken het belang van regelmatige en kwalitatieve oefeningen voor de effectiviteit van het ziekenhuisnoodplan.
> **Voorbeeld:** Een ziekenhuis dat een grootschalige brand meemaakt, kan deze gebeurtenis, na een grondige evaluatie en implementatie van leerpunten, laten tellen als een jaarlijkse oefening, op voorwaarde dat alle betrokken partijen actief deelnemen aan de debriefing.
---
# Oefening en evaluatie van ziekenhuisnoodplannen
Dit onderwerp benadrukt het belang van regelmatige oefening en evaluatie van het ziekenhuisnoodplan, inclusief de vereiste frequentie en de rol ervan als accreditatievoorwaarde, en bespreekt de mogelijkheid om een echte noodsituatie als vervanging voor een oefening te gebruiken.
### 4.1 Het belang van oefenen en evalueren
Regelmatige oefening van het ziekenhuisnoodplan is cruciaal voor de effectieve implementatie ervan in een noodsituatie.
#### 4.1.1 Meerjarenplan voor oefeningen
* Elk ziekenhuis dient een meerjarenplan van vijf jaar op te stellen voor het oefenen van de noodplannen.
* Er moet minimaal één keer per jaar geoefend worden.
#### 4.1.2 Accreditatievoorwaarde
* Het voldoen aan de oefenvereisten is een accreditatievoorwaarde voor instanties zoals NIAZ/JCI. Dit benadrukt het belang van getraind personeel en geteste procedures voor kwaliteitsborging en erkenning.
#### 4.1.3 Alternatieven voor jaarlijkse oefeningen
* Een echte noodsituatie waarbij het ziekenhuisnoodplan succesvol is afgekondigd en operationeel is, kan een jaarlijkse oefening vervangen.
* **Voorwaarde:** Er moet een kwalitatieve debriefing plaatsvinden met alle betrokken actoren. De geïdentificeerde verbeterpunten uit deze debriefing moeten vervolgens geïmplementeerd worden om de effectiviteit van het plan te waarborgen en te verbeteren.
#### 4.1.4 Multidisciplinair oefenen
* Het is van groot belang om multidisciplinair te oefenen. Dit betekent dat verschillende disciplines binnen het ziekenhuis, en potentieel ook externe hulpdiensten, samen moeten trainen om de coördinatie en communicatie tijdens een noodsituatie te optimaliseren.
> **Tip:** Een grondige debriefing na een echte noodsituatie of een oefening is net zo belangrijk als de oefening zelf. Het biedt de kans om te leren van successen en falen en het noodplan continu te verbeteren.
> **Tip:** Zorg ervoor dat de oefeningen zo realistisch mogelijk zijn, binnen de grenzen van veiligheid en haalbaarheid. Dit helpt personeel om beter voorbereid te zijn op de stress en complexiteit van een echte noodsituatie.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Ziekenhuisnoodplan | Een document dat de procedures beschrijft om een plotselinge toestroom van patiënten efficiënt op te vangen en grote ongevallen, zowel intern als extern, te beheersen, zonder de zorg voor reeds opgenomen patiënten in gevaar te brengen. |
| FEDERAAL | Verwijst naar wetgeving of normen die op federaal niveau in België zijn vastgesteld en van toepassing zijn op het gehele land. |
| GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN | De Belgische federale structuur die bevoegd is voor de goedkeuring van specifieke plannen, zoals ziekenhuisnoodplannen, binnen hun respectievelijke domeinen. |
| Noodplancoördinator | Een aangewezen persoon binnen het ziekenhuis die optreedt als intern en extern aanspreekpunt voor alles wat met ziekenhuisnoodplannen te maken heeft, werkend onder supervisie van de algemeen directeur. |
| Permanent comité | Een orgaan binnen het ziekenhuis dat verantwoordelijk is voor het opstellen, actualiseren en valideren van het ziekenhuisnoodplan, en waarvoor een bureau met specifieke leden wordt opgericht. |
| Bureau van permanent comité | Een subgroep binnen het permanent comité, bestaande uit de hoofdarts/algemeen directeur, de noodplancoördinator, het diensthoofd spoedopname en experts, die een secretariaatsfunctie vervult. |
| Algemeen directeur | De persoon die eindverantwoordelijk is voor het ziekenhuisnoodplan, voorzitter is van het permanent comité en de coördinatiecel ziekenhuis (CCZ), en fungeert als contactpersoon voor de overheid bij rampen. |
| Coördinatiecel ziekenhuis (CCZ) | Een cel die geactiveerd wordt bij een incident, waarin de belangrijkste leidinggevenden van het ziekenhuis zetelen om de coördinatie en beleidsbeslissingen te nemen, en de leiding te nemen over de interventie. |
| CBRNE | Een acroniem dat staat voor Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair en Explosief, verwijzend naar specifieke risico's waarvoor een ziekenhuisnoodplan voorbereidingen treft. |
| Actiekaarten | Gestandaardiseerde procedures of instructies die specifieke taken of reacties beschrijven die gevolgd moeten worden in geval van bepaalde incidenten, zoals evacuatie van een hospitalisatieafdeling. |
| Discipline 1: de hulpverleningsoperaties | De taken die gericht zijn op het beheren van de noodsituatie, het neutraliseren van risico's, het opsporen, redden en in veiligheid brengen van personen en goederen. |
| Discipline 2: de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening | De taken die betrekking hebben op het opstarten van de medische keten, het toedienen van geneeskundige en psychosociale zorgen aan slachtoffers, en het organiseren van transport. |
| Discipline 3: de politie van de plaats van de noodsituatie | De taken die gericht zijn op het handhaven van de openbare orde, het vrijhouden van wegen, het afbakenen van perimeters, het begeleiden van interventiediensten en het uitvoeren van evacuatiemaatregelen. |
| Discipline 4: logistieke steun | De taken die zorgen voor de versterking van personeel en materieel, de organisatie van communicatie tussen disciplines, en de bevoorrading van levensmiddelen en drinkwater. |
| Discipline 5: informatie | De taken die zich richten op het verschaffen van informatie en richtlijnen aan de bevolking en de media, en het verzorgen van informatie over de terugkeer naar de normale situatie. |
| KB 23-10-1964 | Koninklijk Besluit van 23 oktober 1964, waarin organisatorische normen zijn vastgelegd die onder andere betrekking hebben op de verplichting voor elk ziekenhuis om een noodplan te hebben. |
| Protocolakkoord | Een overeenkomst of akkoord dat specifieke procedures vastlegt voor de herziening en goedkeuring van ziekenhuisnoodplannen, met respect voor bestaande wetgeving zoals het KB van 16 februari 2006. |
| Brandweerattest | Een attest dat de burgemeester aanvraagt, conform de procedure voor brandweerattesten, als onderdeel van het proces voor de goedkeuring van een ziekenhuisnoodplan. |
| Gemeentelijke veiligheidscel | Een cel op gemeentelijk niveau die advies uitbrengt aan de burgemeester over de goedkeuring van een ziekenhuisnoodplan, en daarbij de provincie en de gezondheidsinspecteur kan betrekken. |
| OEFENING BAART KUNST! | Een gezegde dat de nadruk legt op het belang van oefening en training om vaardigheden te ontwikkelen en procedures te beheersen, met name relevant voor de implementatie en effectiviteit van noodplannen. |
| NIAZ/JCI | Accreditatieorganisaties die normen stellen voor de kwaliteit en veiligheid van gezondheidszorginstellingen, waarbij het hebben van een geoefend noodplan een voorwaarde kan zijn voor accreditatie. |