module 3 deel 2.docx
Summary
# Indeling van de bekkenbodemspieren
De bekkenbodemspieren, ook wel musculi perinealis genoemd, vormen een complexe musculatuur die de onderzijde van het bekken afsluit en essentiële functies vervult. Deze spieren worden anatomisch ingedeeld in drie functionele plannen: het oppervlakkige plan, het middenplan en het diepe plan.
## 1. Indeling van de bekkenbodemspieren
De bekkenbodemspieren worden onderverdeeld in de volgende plannen:
### 1.1 Spieren van het oppervlakkige plan
Dit plan bevat de spieren die direct aan de oppervlakte van het perineum liggen en voornamelijk betrokken zijn bij de afsluiting van de anale en urethrale openingen, evenals bij seksuele functies.
* **M. sfincter ani externus**
* **Locatie:** Omgeeft het gehele anaalkanaal.
* **Functie:** Zorgt voor de willekeurige contractie van de anus, vormt de aarsspleet en helpt bij het ophouden van de stoelgang.
* **M. bulbospongiosus**
* **Functie:** Speelt een rol bij erectie en ejaculatie (bij mannen) en sluit de vaginale opening af en trekt samen tijdens het orgasme (bij vrouwen).
* **Bij mannen:** Oorsprong aan het centrum tendineum perinei, aanhechting aan de corpora cavernosa en corpus spongiosum. Verloopt lateraal-craniaalwaarts.
* **Bij vrouwen:** Oorsprong aan het centrum tendineum perinei, aanhechting aan de dorsale clitoriswand. Verloopt circulair rond de vagina.
* **M. ischiocavernosus**
* **Functie:** Houdt de erectie in stand door de bloedafvoer uit de corpora cavernosa te belemmeren (bij mannen) en houdt de clitoriszwelling in stand (bij vrouwen).
* **Bij mannen:** Oorsprong aan de binnenzijde van het tuber ischiadicum en de ramus ossis ischii, aanhechting aan de crura.
* **Bij vrouwen:** Oorsprong aan de binnenzijde van het tuber ischiadicum en de ramus ossis ischii, aanhechting aan de dorsale zijde van de clitoris.
* **M. transversus perinei superficialis**
* **Oorsprong:** Tuber ischiadicum.
* **Aanhechting:** Centrum tendineum perinei.
* **Verloop:** Een zeer smalle, mediaalwaarts verlopende spier.
### 1.2 Spieren van het middenplan
Dit plan omvat spieren die de urethra stabiliseren en fixeren, en bijdragen aan de steun van het perineum.
* **M. transversus perinei profundus**
* **Oorsprong:** Ramus ossis ischii en ramus inferior ossis pubis.
* **Aanhechting:** Hiatus urogenitalis.
* **Verloop:** Mediaalwaarts.
* **Functie:** Biedt steun door het perineum te fixeren.
* **M. sfincter urethrae externus**
* **Verloop:** Versmelt partieel met de m. transversus perinei profundus.
* **Vorm:** Ringvormig.
* **Functie:** Fixeert de urethra in het perineum en zorgt voor de afsluiting van de urethra.
* **M. sfincter ani**
* Het diepe deel van deze spier behoort tot de middelste laag.
### 1.3 Spieren van het diepe plan
Dit is de meest diepgelegen laag en vormt het diafragma pelvis. De spieren in dit plan zijn cruciaal voor de ondersteuning van de bekkenorganen en de stabiliteit van het bekken.
* **M. levator ani**
* Deze spier bestaat uit drie delen:
1. **M. puborectalis:**
* **Oorsprong:** Os pubis (ongeveer 1 cm van de symphysis pubis).
* **Aanhechting:**
* Mannen: m. levator prostatae (aanhechting: zijwand prostaat).
* Vrouwen: m. pubovaginalis (aanhechting: zijwand vagina).
* Middelste vezels: Centrum tendineum perinealis.
* Dorsale vezels: Dorsale zijde van het rectum.
* **Verloop:** Caudo-medio-dorsaalwaarts.
* **Functie:** Creëert de anorectale hoek, essentieel voor fecale continentie.
2. **M. pubococcygeus:**
* **Oorsprong:** Os pubis.
* **Aanhechting:** Lig. anococcygeum en coccyx.
* **Verloop:** Caudo-medio-dorsaalwaarts.
* **Functie:** Licht coccyx op en creëert de crena ani (aarsgroeve).
3. **M. iliococcygeus:**
* **Oorsprong:** Spina ischiadica.
* **Aanhechting:** Lig. anococcygeum en coccyx.
* **Verloop:** Caudo-medio-dorsaalwaarts.
* **Functie:** Ondersteunt de bekkenbodem.
* **Inneratie:** Plexus sacralis (S3-S4).
* **M. coccygeus**
* **Oorsprong:** Spina ischiadica.
* **Aanhechting:** Laterale rand van het coccyx.
* **Inneratie:** N. coccygeus en plexus sacralis.
### 1.4 Functie van de bekkenbodemspieren
De bekkenbodemspieren, met name de spieren van het diepe plan die het diafragma pelvis vormen, zijn cruciaal voor:
* Ondersteuning van de bekkenorganen (blaas, darmen, baarmoeder/prostaat).
* Continentie van urine en feces door middel van sfincterfuncties.
* Stabiliteit van het bekken.
* Seksuele functies (erectie, orgasme).
> **Tip:** Het is nuttig om de locaties en origo/insertie van de belangrijkste spieren, zoals de m. levator ani en de sfincters, te memoriseren voor een dieper begrip van hun functie. De lagenstructuur helpt bij het visualiseren van hun onderlinge relatie.
---
# Functies van de bekkenbodemspieren
De bekkenbodemspieren vervullen essentiële rollen in de ondersteuning van organen, continentie, bekkenstabiliteit en seksuele functies.
### 2.1 Anatomische indeling van de bekkenbodemspieren
De bekkenbodemspieren worden onderverdeeld in drie anatomische lagen of plannen:
#### 2.1.1 Spieren van het oppervlakkige plan
Dit plan omvat spieren die voornamelijk rond de uitgangen van het urogenitale en anale kanaal liggen.
* **M. sfincter ani externus:**
* Locatie: Omgeeft het gehele anaalkanaal.
* Functie: Zorgt voor willekeurige contractie van de anus, vormt de aarsspleet en helpt bij het ophouden van de stoelgang.
* **M. bulbospongiosus:**
* Bij mannen:
* Oorsprong: Centrum tendineum perinei.
* Aanhechting: Corpora cavernosa en corpus spongiosum.
* Verloop: Lateraal-craniaalwaarts.
* Functie: Speelt een rol bij erectie, trekt ritmisch samen bij ejaculatie en evacueert sperma of urine uit de urethra tijdens contractie.
* Bij vrouwen:
* Oorsprong: Centrum tendineum perinei.
* Aanhechting: Dorsale clitoriswand.
* Verloop: Circulair rond de vagina.
* Functie: Sluit de vaginale opening af en trekt ritmisch samen tijdens het orgasme.
* **M. ischiocavernosus:**
* Bij mannen:
* Oorsprong: Binnenzijde van het tuber ischiadicum en de ramus ossis ischii.
* Aanhechting: Crura.
* Functie: Houdt de erectie in stand door de bloedafvoer uit de corpora cavernosa te belemmeren.
* Bij vrouwen:
* Oorsprong: Binnenzijde van het tuber ischiadicum en de ramus ossis ischii.
* Aanhechting: Dorsale zijde van de clitoris.
* Functie: Houdt de clitoriszwelling in stand.
* **M. transversus perinei superficialis:**
* Oorsprong: Tuber ischiadicum.
* Aanhechting: Centrum tendineum perinei.
* Verloop: Een zeer smalle, mediaalwaarts verlopende spier.
#### 2.1.2 Spieren van het middenplan
Dit plan bevat spieren die de urethra en het perineum ondersteunen.
* **M. transversus perinei profundus:**
* Oorsprong: Ramus ossis ischii en ramus inferior ossis pubis.
* Aanhechting: Hiatus urogenitalis.
* Verloop: Mediaalwaarts.
* Functie: Biedt steun door het perineum te fixeren.
* **M. sfincter urethrae externus:**
* Verloop: Versmelt partieel met de m. transversus perinei profundus.
* Vorm: Ringvormig.
* Functie: Fixeert de urethra in het perineum en zorgt voor de afsluiting van de urethra.
* **M. sfincter ani:** Het diepe deel van deze spier behoort tot de middelste laag.
#### 2.1.3 Spieren van het diepe plan
Dit plan vormt het diaphragma pelvis en de bekkenbodem.
* **M. levator ani:** Deze spier bestaat uit drie delen:
1. **M. puborectalis:**
* Oorsprong: Os pubis (ongeveer 1 cm van de symphysis pubis).
* Aanhechting: Voorste vezels: bij mannen de m. levator prostatae (aanhechting: zijwand prostaat); bij vrouwen de m. pubovaginalis (aanhechting: zijwand vagina). Middelste vezels: Centrum tendineum perinealis. Dorsale vezels: Dorsale zijde van het rectum.
* Verloop: Caudo-medio-dorsaalwaarts.
* Functie: Creëert de anorectale hoek, essentieel om faecaal continent te zijn.
2. **M. pubococcygeus:**
* Oorsprong: Os pubis.
* Aanhechting: Lig. anococcygeum en coccyx.
* Verloop: Caudo-medio-dorsaalwaarts.
* Functie: Licht coccyx op en creëert de crena ani (aarsgroeve).
3. **M. iliococcygeus:**
* Oorsprong: Spina ischiadica.
* Aanhechting: Lig. anococcygeum en coccyx.
* Verloop: Caudo-medio-dorsaalwaarts.
* Functie: Ondersteunt de bekkenbodem.
* Inneratie: Plexus sacralis ($S_3$-$S_4$).
* **M. coccygeus:**
* Oorsprong: Spina ischiadica.
* Aanhechting: Laterale rand van het coccyx.
* Inneratie: N. coccygeus en plexus sacralis.
### 2.2 Hoofdfuncties van de bekkenbodemspieren
De bekkenbodemspieren, met name de spieren van het diepe plan die het diaphragma pelvis vormen, zijn cruciaal voor:
* **Ondersteuning van de bekkenorganen:** Ze bieden steun aan de blaas, darmen en de baarmoeder (vrouwen) of prostaat (mannen).
* **Continentie van urine en feces:** Dit wordt bewerkstelligd door de sfincterfuncties van diverse bekkenbodemspieren.
* **Stabiliteit van het bekken:** Ze dragen bij aan de algehele stabiliteit van de bekkenregio.
* **Seksuele functies:** De spieren spelen een rol bij erectie en orgasme.
---
# Spieren van het oppervlakkige plan
De spieren van het oppervlakkige plan vormen de meest oppervlakkige laag van de bekkenbodemmusculatuur en spelen een rol bij continentie en seksuele functies.
### 3.1 M. sfincter ani externus
* **Locatie:** Omringt het gehele anaalkanaal.
* **Functie:** Zorgt voor de willekeurige contractie van de anus, sluit de anus (vormt de aarsspleet) en helpt bij het ophouden van de stoelgang.
### 3.2 M. bulbospongiosus
* **Man:**
* **Oorsprong:** Centrum tendineum perinei.
* **Aanhechting:** Corpora cavernosa en corpus spongiosum.
* **Verloop:** Lateraal-craniaalwaarts.
* **Functie:** Betrokken bij erectie, ritmische contractie tijdens ejaculatie en evacueert sperma of urine uit de urethra tijdens contractie.
* **Vrouw:**
* **Oorsprong:** Centrum tendineum perinei.
* **Aanhechting:** Dorsale clitoriswand.
* **Verloop:** Circulair rond de vagina.
* **Functie:** Sluit de vaginale opening af en trekt ritmisch samen tijdens het orgasme.
### 3.3 M. ischiocavernosus
* **Man:**
* **Oorsprong:** Binnenzijde van het tuber ischiadicum en de ramus ossis ischii.
* **Aanhechting:** Crura.
* **Functie:** Houdt de erectie in stand door de veneuze bloedafvoer uit de corpora cavernosa te belemmeren.
* **Vrouw:**
* **Oorsprong:** Binnenzijde van het tuber ischiadicum en de ramus ossis ischii.
* **Aanhechting:** Dorsale zijde van de clitoris.
* **Functie:** Houdt de zwelling van de clitoris in stand.
### 3.4 M. transversus perinei superficialis
* **Oorsprong:** Tuber ischiadicum.
* **Aanhechting:** Centrum tendineum perinei.
* **Verloop:** Een smalle, mediaalwaarts verlopende spier.
> **Tip:** De spieren van het oppervlakkige plan zijn vooral belangrijk voor de sluiting van de urethra en vagina, en spelen een sleutelrol bij seksuele functies zoals erectie en orgasme.
> **Example:** Bij mannen draagt de m. bulbospongiosus bij aan het ejectieproces van sperma door ritmische samentrekkingen van de urethra. Bij vrouwen zorgt dezelfde spier voor vernauwing van de vaginale opening en draagt bij aan de sensatie tijdens een orgasme.
---
# Spieren van het middenplan
De spieren van het middenplan van de bekkenbodem spelen een belangrijke rol bij het fixeren van de urethra en het perineum, en dragen bij aan de structurele integriteit van het bekken.
### 4.1 Beschrijving van de spieren van het middenplan
Het middenplan van de bekkenbodem omvat voornamelijk de volgende spieren:
#### 4.1.1 M. transversus perinei profundus
* **Oorsprong:** Ramus ossis ischii en ramus inferior ossis pubis.
* **Aanhechting:** Hiatus urogenitalis.
* **Verloop:** Mediaalwaarts.
* **Functie:** Deze spier biedt ondersteuning door het perineum te fixeren.
#### 4.1.2 M. sfincter urethrae externus
* **Verloop:** Versmelt gedeeltelijk met de *m. transversus perinei profundus*.
* **Vorm:** Ringvormig.
* **Functie:** De primaire functie is het fixeren van de urethra binnen het perineum en het waarborgen van de afsluiting van de urethra.
#### 4.1.3 M. sfincter ani (diepe deel)
* Het diepe deel van de *m. sfincter ani* wordt geclassificeerd als behorende tot de middelste laag van de bekkenbodemspieren.
> **Tip:** De spieren van het middenplan werken nauw samen met de spieren van het oppervlakkige en diepe plan om de algehele stabiliteit en functionaliteit van de bekkenbodem te garanderen.
### 4.2 Functie van de spieren van het middenplan
De spieren van het middenplan zijn essentieel voor:
* **Fixatie van de urethra:** De *m. sfincter urethrae externus* zorgt voor de tonische contractie die nodig is om de urinebuis gesloten te houden.
* **Fixatie van het perineum:** De *m. transversus perinei profundus* helpt bij het stabiliseren van het centrum van het perineum.
* **Ondersteuning van bekkenorganen:** Hoewel de primaire ondersteuning afkomstig is van het diepe plan, dragen de spieren van het middenplan bij aan de algehele ondersteuning van de bekkenorganen door de structurele integriteit van de bekkenbodem te handhaven.
---
# Spieren van het diepe plan
De spieren van het diepe plan vormen de kern van de bekkenbodem en zijn essentieel voor de ondersteuning van de bekkenorganen, continentie en bekkenstabiliteit.
### 5.1 Overzicht van de diepe bekkenbodemspieren
De spieren van het diepe plan omvatten voornamelijk de musculi levator ani en de musculi coccygeus. Deze spieren vormen samen het diaphragma pelvis, een krachtige ondersteunende structuur.
#### 5.1.1 M. levator ani
De m. levator ani is een brede, dunne spier die een aanzienlijk deel van de bekkenbodem vormt. Deze spier bestaat uit drie delen:
1. **M. puborectalis:**
* **Oorsprong:** Os pubis, ongeveer één centimeter van de symphysis pubis.
* **Aanhechting:** De vezels hechten verschillend aan:
* Voorste vezels: Bij mannen aan de m. levator prostatae (zijwand prostaat); bij vrouwen aan de m. pubovaginalis (zijwand vagina).
* Middelste vezels: Aan het centrum tendineum perinealis.
* Dorsale vezels: Aan de dorsale zijde van het rectum.
* **Verloop:** Caudaal-mediaal-dorsaalwaarts.
* **Functie:** Cruciaal voor het creëren van de anorectale hoek, wat essentieel is voor fecale continentie.
2. **M. pubococcygeus:**
* **Oorsprong:** Os pubis.
* **Aanhechting:** Ligamentum anococcygeum en het coccyx.
* **Verloop:** Caudaal-mediaal-dorsaalwaarts.
* **Functie:** Heeft een rol bij het optillen van het coccyx en draagt bij aan de vorming van de aarsgroeve (crena ani).
3. **M. iliococcygeus:**
* **Oorsprong:** Spina ischiadica.
* **Aanhechting:** Ligamentum anococcygeum en het coccyx.
* **Verloop:** Caudaal-mediaal-dorsaalwaarts.
* **Functie:** Biedt structurele ondersteuning aan de bekkenbodem.
* **Inneratie m. levator ani:** Plexus sacralis (segmenten S3-S4).
#### 5.1.2 M. coccygeus
De m. coccygeus, ook wel de staartspier genoemd, is een kleine spier die de bekkenbodem verder completeert.
* **Oorsprong:** Spina ischiadica.
* **Aanhechting:** Laterale rand van het coccyx.
* **Inneratie:** N. coccygeus en plexus sacralis.
### 5.2 Functie van de diepe bekkenbodemspieren
De musculi levator ani en coccygeus, als de primaire spieren van het diepe plan, vervullen vitale functies:
* **Ondersteuning van bekkenorganen:** Ze vormen een gespierd "diafragma" dat de blaas, darmen en bij vrouwen de baarmoeder (of bij mannen de prostaat) ondersteunt en op hun plaats houdt.
* **Continentie:** Door hun sfincterfunctie dragen ze bij aan de willekeurige controle over de sluiting van de anus en urethra, wat essentieel is voor continentie van urine en feces.
* **Bekkenstabiliteit:** Ze dragen bij aan de algehele stabiliteit van het bekken, vooral tijdens bewegingen en bij het dragen van gewicht.
* **Seksuele functies:** De spieren van de bekkenbodem spelen een rol bij seksuele respons, waaronder erectie en orgasme.
> **Tip:** Begrijpen hoe de m. levator ani door de anorectale hoek bijdraagt aan continentie is cruciaal voor het begrijpen van anale continentiestoornissen.
> **Voorbeeld:** Bij een zwakke m. levator ani door bijvoorbeeld een bevalling, kan dit leiden tot urine-incontinentie of een verzakking van de bekkenorganen, omdat de ondersteunende functie van deze spier afneemt.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Bekkenbodemspieren | Deze spieren vormen de musculatuur aan de onderzijde van het bekken, essentieel voor ondersteuning, continentie en seksuele functies. Ze worden ingedeeld in drie anatomische plannen. |
| Musculi perinealis | Een Latijnse term voor de spieren van de bekkenbodem, die een complex netwerk vormen om de onderkant van het bekken te sluiten. |
| Oppervlakkige plan | Het meest oppervlakkige van de drie lagen bekkenbodemspieren, inclusief spieren zoals de m. sfincter ani externus en de bulbo- en ischiocavernosusspieren. |
| Middenplan | De middelste laag van de bekkenbodemspieren, die voornamelijk bestaat uit de m. transversus perinei profundus en de m. sfincter urethrae externus, belangrijk voor het stabiliseren van de urethra. |
| Diepe plan | De diepste laag van de bekkenbodemspieren, gedomineerd door de m. levator ani en de m. coccygeus, die de bekkenorganen ondersteunen en stabiliseren. |
| M. sfincter ani externus | De externe anale sluitspier, verantwoordelijk voor de willekeurige controle over de anus en helpt bij het ophouden van de stoelgang. |
| M. bulbospongiosus | Een spier in het oppervlakkige plan die bij mannen betrokken is bij ejaculatie en bij vrouwen helpt de vaginale opening te vernauwen en samentrekt tijdens het orgasme. |
| M. ischiocavernosus | Een spier die bij mannen de erectie in stand houdt door de bloedafvoer te beperken en bij vrouwen de clitoriszwelling ondersteunt. |
| M. transversus perinei superficialis | Een kleine spier in het oppervlakkige plan die van het zitbeenknobbeltje naar het centrum tendineum loopt. |
| M. transversus perinei profundus | Een spier in het middenplan die het perineum fixeert en bijdraagt aan de stabiliteit van de urethra. |
| M. sfincter urethrae externus | De externe urethrale sluitspier, die helpt de urethra af te sluiten en te fixeren in het perineum. |
| M. levator ani | Een grote spier in het diepe plan, bestaande uit drie delen, die cruciaal is voor het ondersteunen van bekkenorganen en het creëren van de anorectale hoek voor continentie. |
| M. puborectalis | Een deel van de m. levator ani dat de anorectale hoek vormt, essentieel voor fecale continentie. |
| M. pubococcygeus | Een deel van de m. levator ani dat het staartbeen optilt en bijdraagt aan de vorming van de aarsgroeve. |
| M. iliococcygeus | Een deel van de m. levator ani dat de bekkenbodem ondersteunt, oorsprong vindend vanaf de spina ischiadica. |
| M. coccygeus | Een spier in het diepe plan, gelegen achter de m. levator ani, die het staartbeen ondersteunt. |
| Continentie | Het vermogen om urine en feces op te houden, een functie die sterk afhankelijk is van de juiste werking van de bekkenbodemspieren, met name de sfincters. |
| Diaphragma pelvis | De onderste sluiting van het bekken, gevormd door de spieren van het diepe plan van de bekkenbodem, die vitale organen ondersteunt. |