ipr les 11.pptx
Summary
# Het verbod op het gebruik van gewapend geweld en de uitzonderingen
Dit onderwerp behandelt het verbod op het gebruik van geweld in het internationaal recht, de interpretaties daarvan, en de essentiële uitzonderingen hierop.
## 1. Het verbod op het gebruik van gewapend geweld en de uitzonderingen
Het verbod op het gebruik van gewapend geweld, gecentreerd rond artikel 2, paragraaf 4 van het VN-Handvest, vormt de hoeksteen van internationale vrede en veiligheid. Dit artikel bepaalt dat alle leden zich in hun internationale betrekkingen moeten onthouden van de dreiging met of het gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van enige staat, of op enige andere wijze die onverenigbaar is met de doeleinden van de Verenigde Naties.
### 1.1 De kern van artikel 2, paragraaf 4 HVN
Artikel 2, paragraaf 4 van het VN-Handvest, is de fundamentele bepaling die het gebruik van gewapend geweld in internationale betrekkingen verbiedt. Het is een centrale pijler van het internationaal recht inzake vrede en veiligheid.
#### 1.1.1 Toepassingsgebied: "in their international relations"
Het verbod geldt specifiek voor de betrekkingen tussen staten. Dit roept vragen op over de toerekening van handelingen van private actoren, zoals terroristische groeperingen, aan staten. Volgens de artikelen 4-8 van de ILC Articles (International Law Commission) is de toerekening van private handelingen aan een staat een complexe materie. Terrorisme zelf kan, tenzij het direct toerekenbaar is aan een staat (actief of passief), geen rechtvaardiging bieden voor het gebruik van gewapend geweld in zelfverdediging, hoewel het wel politionele activiteit kan verantwoorden.
#### 1.1.2 De betekenis van "force"
De interpretatie van "force" in artikel 2, paragraaf 4 is cruciaal. Hoewel de preambule van het VN-Handvest expliciet verwijst naar "armed force", wat suggereert dat de nadruk ligt op militair geweld, is dit niet onbetwistbaar. Economische of niet-militaire fysieke maatregelen vallen doorgaans eerder onder het non-interventieverbod of schending van soevereiniteit. De focus ligt dus primair op gewapend/militair geweld.
> **Tip:** Hoewel de preambule de nadruk legt op "armed force", is de exacte reikwijdte van "force" niet eenduidig vastgelegd en kan dit voor discussie zorgen, met name in nieuwe domeinen zoals cyberoorlogvoering.
#### 1.1.3 De aard van de schending: "against the territorial integrity or political independence"
Het verbod is specifiek gericht tegen inmenging in de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van een staat. Daarnaast is elke andere vorm van geweldsinzet die onverenigbaar is met de doeleinden van de Verenigde Naties verboden.
> **Voorbeeld:** Een staat die militaire middelen gebruikt om de regeringswisseling in een andere staat af te dwingen, schendt de politieke onafhankelijkheid.
#### 1.1.4 Het begrip "use"
De vraag wat precies onder "use" van geweld valt, is ook onderwerp van interpretatie. Dit omvat niet alleen directe confrontaties, maar potentieel ook acties zoals blokkades. De toerekening van geweld dat door of met steun van een staat wordt gepleegd door niet-statelijke actoren (zoals rebellenbewegingen) is bijzonder complex. Twee hypotheses in het aansprakelijkheidsrecht zijn hierbij relevant:
1. **Specifieke controle over een operatie:** De staat moet een specifieke aanval of operatie van een rebellenbeweging hebben gecontroleerd. Het louter geven van wapens of informatie is hiervoor niet voldoende.
2. **Totale controle over een rebellenbeweging:** Wanneer een beweging wordt beschouwd als een de facto orgaan van de staat, is de staat aansprakelijk voor al diens handelingen, inclusief operaties die niet specifiek werden gecontroleerd.
> **Tip:** Het onderscheid tussen direct en indirect gebruik van geweld, en de toerekening daarvan aan een staat, is cruciaal en vaak onderwerp van geschillen.
#### 1.1.5 Het begrip "threat"
Een bedreiging met geweld omvat de expliciete of impliciete aankondiging van het gebruik van gewapend geweld in specifieke omstandigheden. Zelfs de strategische ambiguïteit van een uitspraak als "we rule nothing in, we rule nothing out" kan worden beschouwd als een bedreiging. De moderne retoriek in internationale relaties neigt naar directere communicatie, wat de interpretatie van "threat" verder kan compliceren.
### 1.2 Uitzonderingen op het verbod op geweldgebruik
Ondanks het algemene verbod, kent het internationaal recht specifieke, nauwkeurig gedefinieerde uitzonderingen.
#### 1.2.1 Toestemming van de staat
Een staat kan expliciet toestemming geven voor het gebruik van zijn grondgebied voor militaire operaties door een andere staat. Dit is een legitieme uitzondering op het verbod op geweldgebruik.
#### 1.2.2 Zelfverdediging (Artikel 51 HVN)
Artikel 51 van het VN-Handvest erkent het inherente recht op zelfverdediging in het geval van een "armed attack" (gewapende aanval). Dit recht is niet onbeperkt en kent strikte voorwaarden:
* **Noodzaak en proportionaliteit:** De verdediging moet noodzakelijk zijn en proportioneel ten opzichte van de aanval.
* **Tegen de aanvaller:** Zelfverdediging mag alleen worden uitgeoefend tegen de partij die de oorspronkelijke aanval heeft uitgevoerd.
* **Preventieve zelfverdediging:** Echte preventieve aanvallen zijn verboden. Echter, wanneer een aanval dreigt en duidelijk is dat deze zal plaatsvinden, kan men reageren zodra de aanval is opgezet of begonnen door de tegenpartij. Het wachten tot het eerste schot gelost is, is niet vereist.
> **Tip:** Het onderscheid tussen reactieve zelfverdediging (na een aanval) en preventieve zelfverdediging (voordat een aanval heeft plaatsgevonden) is essentieel. Preventieve aanvallen zijn strikt genomen verboden.
#### 1.2.3 Collectieve veiligheid via de VN-Veiligheidsraad (Hoofdstuk VII HVN)
De VN-Veiligheidsraad speelt een cruciale rol bij het handhaven van internationale vrede en veiligheid door middel van collectieve actie.
##### 1.2.3.1 Verantwoordelijkheid van de Veiligheidsraad (Artikel 24 HVN)
Leden van de VN dragen de primaire verantwoordelijkheid voor de handhaving van internationale vrede en veiligheid over aan de Veiligheidsraad. De Raad handelt hierbij namens alle lidstaten.
##### 1.2.3.2 Bindende besluiten (Artikel 25 HVN)
De Veiligheidsraad kan bindende besluiten nemen die voor alle VN-lidstaten gelden. Deze bevoegdheid is effectief wanneer de Raad handelt volgens Hoofdstuk VII van het Handvest.
##### 1.2.3.3 Procedure en het veto (Artikel 27 HVN)
Artikel 27 regelt de procedures voor besluitvorming, inclusief het vetorecht van de permanente leden (China, Frankrijk, Rusland, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten). Het oorspronkelijke voorschrift dat partijen bij een geschil zich moesten onthouden van stemming, is in de praktijk grotendeels achterhaald. Het veto wordt vaak gebruikt om kwalificaties van geschillen te manipuleren of om de grond van de zaak te beïnvloeden.
> **Voorbeeld:** Rusland's eigen resolutie over het conflict met Oekraïne, waarbij het zich gedroeg als gelijke partij aan het slachtoffer, illustreert hoe het systeem onder druk staat door het gebruik van het veto en de politieke belangen van permanente leden.
##### 1.2.3.4 Regeling van geschillen en aanpassing van situaties (Hoofdstuk VI HVN)
Hoofdstuk VI richt zich op de vreedzame beslechting van geschillen. De Veiligheidsraad tracht hierbij problemen op te lossen door middel van onderhandelingen of bemiddeling, zonder direct bindende sancties op te leggen. Oorspronkelijke VN-vredesmachten (blauwhemden/blauwmutsen) vielen onder dit hoofdstuk, maar zijn geleidelijk geëvolueerd naar Hoofdstuk VII-operaties.
##### 1.2.3.5 Afdwinging van vrede en veiligheid (Hoofdstuk VII HVN)
Hoofdstuk VII biedt de Veiligheidsraad de mogelijkheid om bindende maatregelen te nemen, inclusief militair geweld, wanneer de vrede wordt bedreigd, geschonden, of wanneer er sprake is van agressie (Artikel 39 HVN). De kwalificatie van de situatie als "threat to the peace, breach of the peace, or act of aggression" is de sleutel tot het activeren van Hoofdstuk VII.
* **Evolutie van Hoofdstuk VII:** Na de Koude Oorlog is het gebruik van Hoofdstuk VII sterk toegenomen. De Veiligheidsraad heeft creatief gebruik gemaakt van de bepalingen, onder meer door interne conflicten te kwalificeren als bedreigingen voor de internationale vrede en veiligheid.
* **Diplomatieke en economische sancties (Artikel 41 HVN):** De Veiligheidsraad kan sancties opleggen, variërend van diplomatieke isolatie tot economische embargo's. Recente ontwikkelingen omvatten "smart sanctions" die gericht zijn op specifieke individuen of entiteiten om de negatieve impact op de burgerbevolking te beperken.
* **Gebruik van gewapend geweld (Artikel 42 HVN):** Indien niet-militaire maatregelen ontoereikend zijn, kan de Veiligheidsraad toestemming geven voor het gebruik van gewapend geweld door lidstaten of coalities van staten. Dit is een belangrijke uitzondering op het algemene verbod op geweldgebruik.
* **Omgekeerd Veto:** Een controversiële praktijk waarbij een staat die een mandaat heeft gekregen om op te treden, zijn veto gebruikt om te voorkomen dat dat mandaat wordt beëindigd, zelfs als andere staten dit wensen. Dit ondermijnt de oorspronkelijke bedoeling van het veto als een "zekering".
* **Algemene Vergadering:** Hoewel de Veiligheidsraad de primaire verantwoordelijkheid draagt, kan de Algemene Vergadering in bepaalde omstandigheden, zoals met de "Uniting for Peace" resolutie van 1950, ook actie ondernemen wanneer de Veiligheidsraad verlamd is.
#### 1.2.4 Andere potentiële uitzonderingen (minder behandeld in de tekst)
Hoewel niet diepgaand uitgewerkt in de verstrekte tekst, worden andere potentiële uitzonderingen kort genoemd: redding van onderdanen en humanitaire interventie. De nadruk ligt echter duidelijk op de reeds genoemde uitzonderingen.
### 1.3 Problematiek en kritiek
Het gebruik van geweld, zelfs binnen de kaders van uitzonderingen, is voortdurend onderhevig aan kritiek en interpretatieverschillen. De toepassing van het recht, met name door de Veiligheidsraad, wordt beïnvloed door politieke belangen en machtsverhoudingen. De discrepantie tussen het Handvest en de praktijk, en de impact van het vetorecht, ondermijnen de effectiviteit en legitimiteit van het systeem van collectieve veiligheid. Het gebrek aan transparantie en de politieke manoeuvres rond resoluties en sancties illustreren de uitdagingen in het handhaven van internationale vrede en veiligheid.
---
# Collectieve veiligheid via de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Dit onderwerp onderzoekt de rol van de VN-Veiligheidsraad in het handhaven van internationale vrede en veiligheid, met een focus op de bepalingen van Hoofdstuk VI en VII van het VN-Handvest, de mechanismen van geschillenbeslechting, bindende besluitvorming en de evolutie van sancties en militair geweld.
### 2.1 De basisprincipes van collectieve veiligheid
Het systeem van collectieve veiligheid, zoals uiteengezet in het VN-Handvest, beoogt internationale vrede en veiligheid te handhaven door middel van gecoördineerde actie van de lidstaten, voornamelijk via de Veiligheidsraad. Dit systeem steunt op een aantal fundamentele principes, waaronder het algemene verbod op het gebruik van geweld en de specifieke bevoegdheden van de Veiligheidsraad.
#### 2.1.1 Het algemene verbod op het gebruik van geweld (Art. 2 § 4 HVN)
Het verbod op het gebruik van gewapend geweld in internationale betrekkingen vormt de hoeksteen van de internationale rechtsorde na de Tweede Wereldoorlog. Artikel 2, paragraaf 4, van het VN-Handvest bepaalt dat alle leden zich onthouden van de dreiging met of het gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van een staat, of op enige andere wijze die onverenigbaar is met de doelstellingen van de Verenigde Naties.
* **Betekenis van "force":** De precieze omvang van "force" is niet eenduidig gedefinieerd. Hoewel de preambule van het VN-Handvest specifiek verwijst naar "armed force", is het niet uitgesloten dat ook andere vormen van dwang, zoals economische maatregelen of fysieke, niet-militaire middelen, onder dit verbod kunnen vallen, zij het eerder als schending van het non-interventieverbod of de soevereiniteit van een staat. De nadruk ligt echter op gewapend/militair geweld.
* **Toepassing van "against ... or ...":** Het geweldgebruik moet ofwel in strijd zijn met de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van een staat, ofwel op een andere wijze onverenigbaar zijn met de doelstellingen van de VN.
* **"Use" - wat is gebruik van geweld?** Vragen rondom gebruik van geweld zonder direct militair contact, zoals blokkades, of aanvallen op schepen en vliegtuigen, zijn complex. Belangrijk is het onderscheid tussen rechtstreeks en onrechtstreeks gebruik van geweld. De toerekening van daden van gewapend geweld aan een staat, wanneer deze worden uitgevoerd door niet-statelijke actoren (zoals rebellenbewegingen), is afhankelijk van de mate van controle die de staat over deze operaties uitoefent.
* **Hypothese 1: Specifieke controle over een operatie:** De staat is aansprakelijk indien kan worden bewezen dat de staat een specifieke aanval controleerde door middel van bevelen, instructies of aanzienlijke steun. Het louter verstrekken van wapens of informatie is hierbij onvoldoende.
* **Hypothese 2: Totale controle over een hele rebellenbeweging:** Indien een beweging fungeert als een de facto orgaan van de staat, wordt de staat aansprakelijk geacht voor alle handelingen van deze beweging.
* **"Threat" - bedreiging met geweld:** Een bedreiging met geweld kan zowel expliciet als impliciet zijn. De formulering "we rule nothing in, we rule nothing out" werd tijdens de Koude Oorlog door de VS gebruikt als een tactiek die op een dreiging leek zonder strikt genomen een schending te zijn.
#### 2.1.2 Uitzonderingen op het geweldverbod
Hoewel het geweldverbod de algemene regel is, kent het internationaal recht een aantal uitzonderingen:
* **Toestemming:** Een staat kan instemmen met het gebruik van zijn grondgebied voor militaire operaties door een andere staat.
* **Zelfverdediging (Art. 51 HVN):** Dit recht ontstaat bij een "armed attack", een aanval van voldoende ernst. Zelfverdediging is beperkt tot de aanvaller en vereist noodzaak en proportionaliteit. Preventieve aanvallen zijn in beginsel verboden, maar reactie op een reeds begonnen of dreigende aanval is toegestaan.
* **Onduidelijke uitzonderingen:** Vragen rondom het redden van onderdanen of humanitaire interventies vallen vaak buiten de expliciete uitzonderingen en worden controversieel geacht in het internationaal recht.
### 2.2 De Veiligheidsraad als orgaan voor collectieve veiligheid
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties draagt de primaire verantwoordelijkheid voor de handhaving van internationale vrede en veiligheid. De bevoegdheden en werkwijze van de Raad zijn vastgelegd in het VN-Handvest, met name in Hoofdstuk VI en VII.
#### 2.2.1 Rol en verantwoordelijkheid van de Veiligheidsraad (Art. 24 HVN)
Artikel 24 van het VN-Handvest verleent aan de Veiligheidsraad de "primary responsibility" voor de handhaving van internationale vrede en veiligheid. De lidstaten dragen deze verantwoordelijkheid over aan de Raad, die in hun naam handelt. Dit impliceert een aanzienlijke bevoegdheidsoverdracht, hoewel de Raad opereert binnen de grenzen van de doelstellingen en beginselen van de VN. De specifieke bevoegdheden van de Raad worden verder uiteengezet in Hoofdstukken VI, VII, VIII en XII van het Handvest.
#### 2.2.2 Bindende besluiten en procedure (Art. 25 & 27 HVN)
* **Bindende besluiten (Art. 25 HVN):** De lidstaten aanvaarden en voeren de besluiten van de Veiligheidsraad uit in overeenstemming met het Handvest. De bevoegdheid van de Veiligheidsraad om bindende besluiten te nemen, is cruciaal voor haar effectiviteit. Hoewel oorspronkelijk de vraag rees of deze bevoegdheid beperkt was tot Hoofdstuk VII, is de heersende opvatting dat de Veiligheidsraad ook buiten dit hoofdstuk bindende maatregelen kan nemen, alhoewel de tendens is om hiervoor Hoofdstuk VII te hanteren.
* **Procedure en veto (Art. 27 HVN):** Artikel 27 regelt de stemprocedures. Een belangrijk kenmerk, dat in de praktijk voorbijgestreefd is, is de verplichting voor partijen bij een geschil om zich van stemming te onthouden. De facto oefenen de vijf permanente leden (China, Frankrijk, Rusland, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten) aanzienlijke macht uit door middel van het vetorecht, dat zij ook kunnen gebruiken om de kwalificatie van een situatie (bv. "geschil" versus "situatie") te beïnvloeden.
#### 2.2.3 Hoofdstuk VI HVN: Regeling van geschillen en aanpassing van situaties
Hoofdstuk VI van het VN-Handvest richt zich op de vreedzame beslechting van geschillen. De Veiligheidsraad tracht hierbij, door middel van onderhandelingen, bemiddeling of andere vreedzame middelen, te voorkomen dat situaties escaleren tot een gevaar voor de internationale vrede en veiligheid.
* **Preventief optreden:** De bepalingen van Hoofdstuk VI maken een vroegtijdige interventie mogelijk om potentiële conflicten te de-escaleren.
* **"Blauwmutsen" operaties:** Oorspronkelijk werden VN-vredesoperaties, ook wel "blauwmutsen" of "blauwhelmen" genoemd, onder Hoofdstuk VI opgezet. Deze operaties zijn gaandeweg geëvolueerd en worden nu vaak onder Hoofdstuk VII uitgevoerd met een sterker militair mandaat.
* **Voorbeeld Rusland-Oekraïne conflict:** Een recente resolutie in het conflict tussen Rusland en Oekraïne illustreert de politieke complexiteit. Hoewel ingediend door Rusland, dat partij is bij het geschil en zich theoretisch had moeten onthouden van stemming, stemden westerse landen tegen en onthielden China en de VS zich, wat wijst op een verschuiving in de geopolitieke dynamiek.
#### 2.2.4 Hoofdstuk VII HVN: Handhaving van vrede en veiligheid
Hoofdstuk VII van het VN-Handvest voorziet in de bevoegdheid van de Veiligheidsraad om bindende maatregelen te nemen ter handhaving van internationale vrede en veiligheid, wanneer er sprake is van een "threat to the peace, breach of the peace, or act of aggression" (artikel 39).
* **Kwalificatie als "sleutel" tot Hoofdstuk VII:** De vaststelling van een van deze situaties door de Veiligheidsraad is cruciaal, aangezien dit de weg opent naar het nemen van bindende besluiten en sancties.
* **Evolutie van Hoofdstuk VII:**
* **Context 1945:** Aanvankelijk werd gedacht aan interventies tussen staten.
* **Koude Oorlog:** Het gebruik van Hoofdstuk VII was grotendeels geblokkeerd door het vetorecht.
* **Na de Koude Oorlog:** Een periode van creatief en effectief gebruik van Hoofdstuk VII, met name voor interne conflicten die als bedreiging voor de internationale vrede werden beschouwd (bv. door vluchtelingenstromen). De concepten van "negatieve vrede" (afwezigheid van conflict) en "positieve vrede" (harmonie, bredere stabiliteit) beïnvloedden de interpretatie van de Raad.
* **Bindende besluiten onder Hoofdstuk VII:** Wanneer de Veiligheidsraad handelt onder Hoofdstuk VII, gebruikt zij de formulering "Acting under Chapter VII of the Charter" en duidt zij bindende beslissingen aan met "decides". Andere formuleringen zoals "recommends" of "requests" impliceren geen bindende kracht.
* **Sancties (Art. 41 HVN):** De Veiligheidsraad kan diplomatieke en economische sancties opleggen.
* **Diplomatieke sancties:** Het verbreken van diplomatieke betrekkingen, die vaak als weinig effectief worden beschouwd.
* **Economische sancties:** Van algemene embargo's (die leidden tot humanitaire crises en inefficiëntie) is men overgegaan naar "smart sanctions", gericht op specifieke besluitvormers, regeringsleiders, of financieringsstromen (bv. terrorisme). Individuele sancties kunnen echter leiden tot mensenrechtenproblemen voor de betrokkenen.
* **Gebruik van gewapend geweld (Art. 42 HVN):** De Veiligheidsraad kan gewapend geweld toestaan als ultiem middel. Dit vormt een uitzondering op het algemene geweldverbod.
* **Ontbrekend VN-leger:** Het oorspronkelijk geplande VN-leger is door de Koude Oorlog nooit gerealiseerd.
* **Machtigingen aan coalities:** Na de Koude Oorlog worden machtigingen verleend aan "coalitions of the willing" om op te treden. De agenda's van deze coalities kunnen echter ook eigen politieke of economische belangen dienen, wat de scheiding tussen algemeen belang en grootmachtbelang bemoeilijkt.
* **Problematiek van het "omgekeerd veto":** Dit fenomeen treedt op wanneer een staat die een mandaat heeft gekregen om op te treden, zijn veto gebruikt om te verhinderen dat een ander orgaan of staat een resolutie indient die het beëindigen van dat mandaat beoogt. Dit is een omkering van de oorspronkelijke bedoeling van het veto als een "zekering" om escalatie te voorkomen.
* **Reactie op omgekeerd veto:** In het geval van de Rwandese genocide werd een mandaat aan Frankrijk strikt beperkt in tijd om het risico op een omgekeerd veto bij verlenging te minimaliseren.
#### 2.2.5 De Algemene Vergadering en het "Uniting for Peace" beginsel
In 1950 werd de "Acheson-resolutie" (Uniting for Peace) aangenomen, die de Algemene Vergadering de bevoegdheid gaf om actie te ondernemen in gevallen waarin de Veiligheidsraad, door een veto van een permanent lid, verhinderd werd haar verantwoordelijkheid te nemen. Dit mechanisme is echter zelden effectief gebleken in de praktijk. Recentere spoedzittingen, zoals die in 2023 over de Palestijnse bezette gebieden, illustreren de voortdurende uitdagingen en politieke spanningen binnen het VN-systeem.
> **Tip:** Begrijp de evolutie van het gebruik van Hoofdstuk VII. De creatieve interpretatie van de Veiligheidsraad, hoewel effectief in de periode na de Koude Oorlog, heeft ook geleid tot kritiek en de ondergraving van het systeem door "twee maten en twee gewichten". Wees alert op de specifieke formuleringen in resoluties, met name "decides" versus "recommends".
> **Voorbeeld:** De resolutie betreffende Gaza, besproken in de colleges, toont hoe het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen in een door de VS voorgezeten plan wordt genegeerd, wat door velen als een fundamentele schending van het internationaal recht wordt beschouwd. Dit onderstreept de politieke realiteit die de toepassing van het collectieve veiligheidssysteem beïnvloedt.
---
# Interpretatie en toepassing van artikel 2, paragraaf 4 van het VN-Handvest
Dit deel van het studiemateriaal focust op de precieze betekenis en toepassingen van het verbod op geweldgebruik en de dreiging met geweld zoals vastgelegd in artikel 2, paragraaf 4 van het VN-Handvest, met speciale aandacht voor de toerekening van private handelingen aan staten.
### 3.1 Het verbod op het gebruik van geweld in artikel 2, paragraaf 4 HVN
Artikel 2, paragraaf 4 van het VN-Handvest vormt de hoeksteen van het verbod op het gebruik van gewapend geweld in het internationaal recht. De bepaling stelt: "Alle leden onthouden zich van het gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van enige staat, of op enigerlei andere wijze die onverenigbaar is met de Doelstellingen van de Verenigde Naties."
#### 3.1.1 Betekenis van "force"
De precieze betekenis van "force" in artikel 2, paragraaf 4 is niet eenduidig vastgesteld. Hoewel de preambule van het VN-Handvest expliciet verwijst naar "armed force", wat suggereert dat de nadruk ligt op militair geweld, is dit niet onbetwistbaar. Economische of fysieke, maar niet-militaire, maatregelen vallen eerder onder het non-interventieverbod of een schending van de soevereiniteit. Cyberaanvallen vormen een moderne uitdaging waarbij de definitie van "force" verder geëvolueerd is.
> **Tip:** Hoewel de nadruk ligt op militair geweld, blijft de interpretatie van "force" in het licht van nieuwe technologieën, zoals cyberaanvallen, een evoluerend vraagstuk in het internationaal recht.
#### 3.1.2 "Against ... or ..." - Reikwijdte van het verbod
Het verbod op geweldgebruik is van toepassing indien het geweld gericht is tegen de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van een staat, of "op enigerlei andere wijze die onverenigbaar is met de Doelstellingen van de Verenigde Naties". Dit laatste element biedt een brede interpretatie, waarbij elke vorm van geweld die indruist tegen de fundamentele principes van de VN, zoals vrede en veiligheid, verboden is.
> **Voorbeeld:** De aanmoediging van een staat om de politieke onafhankelijkheid van een andere staat te schenden, zelfs zonder direct militair ingrijpen, kan onder deze ruime interpretatie vallen.
#### 3.1.3 "Use" – Wat valt hieronder?
De interpretatie van "use of force" omvat meer dan enkel directe militaire confrontaties. Vragen rijzen over de toepassing bij afwezigheid van direct contact, zoals blokkades tegen schepen en vliegtuigen. Een cruciaal aspect van het "gebruik van geweld" betreft het rechtstreekse en onrechtstreekse gebruik ervan.
> **Voorbeeld:** De vraag of een staat aansprakelijk kan worden gesteld voor schendingen van artikel 2, paragraaf 4 wanneer gewapende acties worden uitgevoerd door niet-statelijke groeperingen die door die staat worden gesteund, is complex. Hierbij zijn twee hypothesen relevant uit het aansprakelijkheidsrecht:
>
> 1. **Specifieke controle over een operatie:** De staat oefent directe controle uit over de specifieke operatie die leidt tot de schending. Dit vereist meer dan enkel het verstrekken van wapens of informatie; er moet bewezen worden dat de staat een specifieke aanval van een specifieke groepering controleerde.
> 2. **Totale controle over een hele rebellenbeweging:** De rebellenbeweging wordt beschouwd als een de facto orgaan van de staat, waardoor de staat aansprakelijk is voor al haar handelingen, ook die welke niet specifiek door de staat werden gecontroleerd.
#### 3.1.4 "Threat" – Bedreiging met geweld
Een bedreiging met geweld houdt de expliciete of impliciete aankondiging in dat men in een bepaalde hypothese zal overgaan tot het gebruik van gewapend geweld. Zelfs een formulering die vaag lijkt, zoals de Amerikaanse uitdrukking "we rule nothing in, we rule nothing out", kan als een dreiging worden beschouwd indien dit de intentie weerspiegelt om geweld te gebruiken. De evolutie in internationale communicatie toont een trend naar directere bewoordingen.
> **Tip:** De context en de intentie achter de uiting zijn cruciaal bij de beoordeling of er sprake is van een "threat" in de zin van artikel 2, paragraaf 4.
#### 3.1.5 "In their international relations" – Toerekening van private handelingen
De bepaling geldt voor de "international relations" tussen staten. Dit roept de complexe problematiek op van de toerekening van private handelingen aan een staat, zoals uiteengezet in de artikelen 4-8 van de ILC Articles on State Responsibility. Terrorisme, bijvoorbeeld, kan geen gebruik van gewapend geweld in zelfverdediging rechtvaardigen, tenzij het terrorisme zelf toerekenbaar is aan de staat (actief of passief). Dergelijke acties kunnen wel politionele activiteiten verantwoorden.
> **Voorbeeld:** Wanneer een staat terrorisme faciliteert door steun te verlenen aan terroristische organisaties, en deze organisaties vervolgens aanvallen uitvoeren, kan de staat aansprakelijk worden gesteld voor de handelingen van deze organisaties, afhankelijk van de mate van controle en betrokkenheid.
### 3.2 Uitzonderingen op het verbod op geweldgebruik
Hoewel het verbod op geweldgebruik strikt is, zijn er specifieke uitzonderingen voorzien in het VN-Handvest en het internationaal recht.
#### 3.2.1 Toestemming van de staat
Een staat kan toestemming geven voor het gebruik van zijn grondgebied voor een militaire operatie. Dit geldt als een legitieme basis voor de aanwezigheid van buitenlandse troepen.
#### 3.2.2 Zelfverdediging (artikel 51 HVN)
Zelfverdediging is toegestaan in reactie op een "armed attack". Enkel ernstige schendingen van artikel 2, paragraaf 4 rechtvaardigen een beroep op artikel 51; loutere grensschermutselingen volstaan niet. De reactie moet gericht zijn tegen de oorspronkelijke aanvaller en voldoen aan de vereisten van noodzaak en proportionaliteit. Preventieve aanvallen in de strikte zin zijn verboden, maar een reactie is wel mogelijk indien de aanval reeds is begonnen of naderend is.
> **Tip:** Het onderscheid tussen preventieve aanvallen en reactieve zelfverdediging is essentieel. Een actie moet worden opgezet en begonnen door de tegenpartij om als rechtmatige zelfverdediging te worden beschouwd.
#### 3.2.3 Collectieve veiligheid via de Veiligheidsraad (Hoofdstuk VII HVN)
De Veiligheidsraad heeft de primaire verantwoordelijkheid voor de handhaving van internationale vrede en veiligheid.
##### 3.2.3.1 Rol van de Veiligheidsraad
* **Artikel 24 HVN:** De Veiligheidsraad handelt namens alle lidstaten en heeft de bevoegdheid om bindende besluiten te nemen krachtens artikel 25 HVN.
* **Artikel 27 HVN:** De procedurele regels, inclusief het vetorecht van de permanente leden, beïnvloeden de besluitvorming aanzienlijk. De regel van onthouding bij geschillen van partij zijn, is in de praktijk grotendeels genegeerd.
##### 3.2.3.2 Hoofdstuk VI HVN – Regeling van geschillen
Dit hoofdstuk voorziet in preventieve maatregelen en de vreedzame beslechting van geschillen, vaak via onderhandelingen of bemiddeling, om te voorkomen dat een situatie escaleert tot een gevaar voor de vrede. Blauwhelmenoperaties werden oorspronkelijk binnen dit kader opgezet, al evolueerden ze later naar Hoofdstuk VII-operaties.
##### 3.2.3.3 Hoofdstuk VII HVN – Handhaving van vrede en veiligheid
Dit hoofdstuk geeft de Veiligheidsraad de bevoegdheid om bindende maatregelen te nemen wanneer er sprake is van een "threat to the peace, breach of the peace, or act of aggression" (artikel 39 HVN).
* **Evolutie:** Oorspronkelijk gericht op interstatelijke conflicten, is de toepassing van Hoofdstuk VII verruimd om interne conflicten en andere bedreigingen van de internationale vrede te omvatten. De periode na de Koude Oorlog kenmerkt zich door een creatief en extensief gebruik van dit hoofdstuk.
* **Bindende besluiten:** Wanneer de Veiligheidsraad handelt "under Chapter VII", gebruikt zij het woord "decides" om bindende besluiten aan te geven, in tegenstelling tot "recommends" of "requests".
* **Sancties (artikel 41 HVN):**
* **Diplomatieke en economische sancties:** Deze kunnen variëren van het verbreken van diplomatieke betrekkingen tot economische embargo's. De praktijk heeft geleid tot een verschuiving naar "smart sanctions" die gericht zijn op specifieke personen of entiteiten om humanitaire catastrofes te vermijden.
* **Gebruik van gewapend geweld (artikel 42 HVN):** De Veiligheidsraad kan machtiging verlenen voor het gebruik van gewapend geweld door lidstaten of coalities. Dit vormt een uitzondering op het algemene geweldverbod. Het oorspronkelijk geplande VN-leger werd nooit gerealiseerd, en machtigingen worden nu vaak verleend aan coalities van staten.
* **Omgekeerd veto:** Een problematische praktijk waarbij een staat die een mandaat heeft gekregen, haar veto gebruikt om te verhinderen dat dit mandaat wordt beëindigd of gewijzigd, wat de oorspronkelijke bedoeling van het veto als controlemechanisme ondermijnt.
> **Voorbeeld:** Het gebruik van sancties tegen landen die de mensenrechten grof schenden, is een voorbeeld van de toepassing van Hoofdstuk VII. Echter, de inefficiëntie van algemene embargo's en de daaruit voortvloeiende humanitaire problemen hebben geleid tot de ontwikkeling van gerichtere sancties.
---
# Beperkingen en uitdagingen van het VN-Veiligheidsraad systeem
Dit onderwerp behandelt de kritiek op en de praktische problemen binnen het functioneren van de Veiligheidsraad, met speciale aandacht voor het vetorecht en het fenomeen van het "omgekeerde veto".
### 4.1 Het vetorecht van permanente leden
Het VN-Handvest kent een specifieke procedurele regelgeving voor de Veiligheidsraad, met name in artikel 27. Een cruciaal kenmerk hiervan is het vetorecht van de vijf permanente leden (P5): China, Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
#### 4.1.1 Oorspronkelijke bedoeling en de praktijk van het vetorecht
Oorspronkelijk was artikel 27, §3 bedoeld om onpartijdigheid te waarborgen door te stellen dat staten die partij zijn bij een geschil zich onthouden van stemming bij de behandeling daarvan. Deze bepaling is echter in de praktijk een dode letter geworden. Permanente leden gebruiken hun vetorecht niet alleen om resoluties te blokkeren over de inhoud van een geschil, maar ook om de kwalificatie van een kwestie te bepalen (bijvoorbeeld of het een "geschil" of een "situatie" is), waardoor ze de verplichting tot onthouding kunnen omzeilen.
De stemmingspraktijk heeft geleid tot een aanzienlijke machtsconcentratie bij de grootmachten, die verder gaat dan wat de oorspronkelijke opstellers van het Handvest voor ogen hadden. Dit heeft de effectiviteit en legitimiteit van de Raad ondermijnd, met name in situaties waarin de belangen van de P5 uiteenlopen.
#### 4.1.2 Het "omgekeerde veto"
Een meer recente en problematische ontwikkeling is het zogenaamde "omgekeerde veto". Dit doet zich voor wanneer een staat die een mandaat heeft gekregen om op te treden, zijn veto gebruikt om te verhinderen dat een andere staat het einde van dit mandaat wil bewerkstelligen. De oorspronkelijke functie van het veto was om het systeem stil te leggen wanneer vitale belangen van een grootmacht in gevaar waren, om zo grotere conflicten te vermijden. Het omgekeerde veto draait deze logica om: het wordt gebruikt om verdere actie te garanderen, zelfs wanneer de meerderheid van de leden wil stoppen.
> **Voorbeeld:** In een scenario waarin de VS en bondgenoten een mandaat krijgen om Koeweit te bevrijden, en na de bevrijding door willen stoten naar een regime change, kunnen andere staten proberen dit te verhinderen door een resolutie in te dienen om de operatie te stoppen. Als de VS dan hun veto gebruiken, blijft het mandaat bestaan, wat een pure omkering is van de oorspronkelijke bedoeling van het veto.
Tijdens de Rwandese genocide werd dit probleem acuut. Frankrijk, dat een mandaat vroeg, werd door andere leden wantrouwd, die vreesden dat Frankrijk misdadigers zou beschermen. De oplossing was om Frankrijk een mandaat te geven, maar met een strikt beperkte tijdsduur, om zo een omgekeerd veto bij verlenging te voorkomen.
### 4.2 Sancties en het gebruik van gewapend geweld onder Hoofdstuk VII
Hoofdstuk VII van het VN-Handvest voorziet in de mogelijkheid voor de Veiligheidsraad om bindende maatregelen te nemen, inclusief sancties en het toestaan van gewapend geweld, wanneer een bedreiging van de vrede, schending van de vrede of daad van agressie wordt vastgesteld (artikel 39).
#### 4.2.1 Diplomatieke en economische sancties
De Veiligheidsraad kan diplomatieke en economische sancties opleggen (artikel 41). Oorspronkelijk werden algemene embargo's gebruikt, die echter vaak leidden tot schendingen van mensenrechten en inefficiënt bleken, aangezien dictators toegang behielden tot middelen. Dit leidde tot een overgang naar "smart sanctions", die gericht zijn op specifieke personen, financieringsstromen of tegoeden. Individuele sancties creëren echter hun eigen uitdagingen, met name wat betreft de bewijslast en het recht op verhaal voor de gesanctioneerden, wat vaak leidt tot juridische procedures bij rechtbanken zoals het Hof van Justitie van de EU.
#### 4.2.2 Gebruik van gewapend geweld
Artikel 42 voorziet in de mogelijkheid voor de Veiligheidsraad om het gebruik van gewapend geweld toe te staan, wat een van de uitzonderingen is op het algemene verbod op geweldgebruik. Het oorspronkelijke plan voor een VN-leger onder leiding van een generale staf is nooit gerealiseerd vanwege de Koude Oorlog. Na de Koude Oorlog werd dit vervangen door machtigingen aan coalities van staten ("coalition of the willing") om op te treden.
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te maken tussen de oorspronkelijke bepalingen van het Handvest en de latere interpretaties en praktijk, met name na de Koude Oorlog. De creatieve interpretatie van Hoofdstuk VII door de Veiligheidsraad, hoewel soms nuttig, heeft ook geleid tot kritiek op "twee maten, twee gewichten", met name wanneer het Westen, en in het bijzonder de Verenigde Staten, deze bepalingen voor eigen doeleinden hebben gebruikt.
#### 4.2.3 Kritiek op het gebruik van Hoofdstuk VII
De creatieve interpretatie van artikel 39, bijvoorbeeld door interne conflicten die vluchtelingenstromen veroorzaken te kwalificeren als een bedreiging van de internationale vrede en veiligheid, heeft de reikwijdte van Hoofdstuk VII verruimd. Dit is echter bekritiseerd als een loskoppeling van de oorspronkelijke betekenis.
De recente resolutie over Gaza (S/RES/2803(2025)) wordt aangehaald als een voorbeeld van de problemen die zich voordoen wanneer het zelfbeschikkingsrecht van een volk, zoals de Palestijnen, niet wordt erkend in de plannen die door de Veiligheidsraad worden opgesteld. Dit wordt beschouwd als buitengewoon zorgwekkend en potentieel een fundamentele schending van het internationaal recht, mede omdat ook Europese lidstaten hiervoor hebben gestemd.
De Veiligheidsraad, hoewel belast met de primaire verantwoordelijkheid voor internationale vrede en veiligheid, kampt dus met significante beperkingen die voortvloeien uit het vetorecht van permanente leden en de politieke dynamiek binnen de Raad, wat de effectiviteit en legitimiteit van haar acties in de praktijk belemmert.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gewapend geweld | Het gebruik van militaire middelen, zoals legers, wapens en oorlogsmaterieel, om fysieke schade toe te brengen aan een staat of zijn bevolking, hetzij direct hetzij indirect. Dit kan variëren van invasies tot cyberaanvallen met militaire implicaties. |
| Territoriale integriteit | Het principe dat de grenzen van een staat onaantastbaar zijn en dat geen enkele staat het recht heeft om deze grenzen met geweld te schenden of territorium te annexeren. Dit is een fundamenteel beginsel van de soevereiniteit van staten in het internationaal recht. |
| Politieke onafhankelijkheid | Het recht van een staat om zijn eigen politieke systeem te bepalen, zijn eigen regering te kiezen en zijn eigen beleid te voeren zonder externe dwang of inmenging van andere staten. Schending hiervan kan bijvoorbeeld het afdwingen van een regeringswissel inhouden. |
| Non-interventieverbod | Een algemeen rechtsbeginsel dat staten verbiedt zich te mengen in de interne aangelegenheden van andere staten. Dit omvat het verbod op het politiek, economisch of militair beïnvloeden van de binnenlandse politiek van een ander land. |
| Soevereiniteit | Het hoogste gezag dat een staat heeft binnen zijn eigen grondgebied, zowel intern als extern. Het impliceert het recht om eigen wetten te maken en uit te voeren, en om onafhankelijk te opereren op het internationale toneel zonder ondergeschikt te zijn aan een hogere macht. |
| VN-Handvest | Het oprichtingsverdrag van de Verenigde Naties, dat de doelstellingen, principes en structuur van de organisatie vastlegt. Het bevat fundamentele regels voor internationale betrekkingen, waaronder het verbod op geweldgebruik en de mechanismen voor collectieve veiligheid. |
| Artikel 2, paragraaf 4 HVN | Een bepaling in het VN-Handvest die alle lidstaten verplicht zich in hun internationale betrekkingen te onthouden van de dreiging met of het gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van enige staat, of op enige andere wijze die onverenigbaar is met de doelstellingen van de Verenigde Naties. |
| Gewapende aanval (armed attack) | Een gewapende aanval die voldoende ernstig is om een staat het recht op zelfverdediging te geven onder artikel 51 van het VN-Handvest. Dit omvat typisch militaire invasies of grootschalige aanvallen met wapens, maar de precieze definitie kan complex zijn. |
| Noodzaak en proportionaliteit (zelfverdediging) | Twee cruciale voorwaarden voor de rechtmatigheid van zelfverdediging. Noodzaak vereist dat de reactie absoluut vereist is en er geen andere middelen zijn, terwijl proportionaliteit eist dat de reactie in verhouding staat tot de aanval. |
| Collectieve veiligheid | Een systeem waarbij staten overeenkomen om gezamenlijk op te treden tegen agressie of bedreigingen van de vrede, om de veiligheid van allen te waarborgen. De VN-Veiligheidsraad is het centrale orgaan voor collectieve veiligheid. |
| Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | Het belangrijkste orgaan van de VN dat verantwoordelijk is voor de handhaving van internationale vrede en veiligheid. Het kan bindende besluiten nemen en sancties opleggen, inclusief het autoriseren van militair geweld. |
| Hoofdstuk VII HVN | Een essentieel deel van het VN-Handvest dat de Veiligheidsraad bevoegdheden geeft om maatregelen te nemen bij bedreiging van de vrede, schending van de vrede of daden van agressie. Dit omvat sancties en het autoriseren van militair geweld. |
| Artikel 39 HVN | Bepaalt dat de Veiligheidsraad het bestaan van een bedreiging van de vrede, een schending van de vrede of een daad van agressie kan vaststellen, wat de basis vormt voor actie onder Hoofdstuk VII. |
| Sancties (diplomatiek, economisch) | Maatregelen die door de Veiligheidsraad kunnen worden opgelegd aan staten, entiteiten of personen om naleving van internationale normen af te dwingen. Dit kan variëren van diplomatieke isolatie tot economische embargo's en bevriezing van tegoeden. |
| Machtiging tot militair geweld (art. 42 HVN) | Het recht van de Veiligheidsraad om staten of coalities van staten toestemming te geven om militair geweld te gebruiken ter handhaving of herstel van internationale vrede en veiligheid, als onderdeel van de maatregelen onder Hoofdstuk VII. |
| Veto-recht | Het recht van de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad (China, Frankrijk, Rusland, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten) om een bindende resolutie tegen te houden door ertegen te stemmen. Dit kan de effectiviteit van de Veiligheidsraad aanzienlijk beïnvloeden. |
| Omgekeerd veto | Een situatie waarin een permanent lid van de Veiligheidsraad zijn veto gebruikt om te voorkomen dat een mandaat dat het eerder heeft ontvangen, wordt beëindigd, waardoor de operatie langer kan doorgaan dan oorspronkelijk gepland of bedoeld door andere leden. |