Familierecht - afstamming, huwelijk, echtscheiding.pptx
Summary
# Inleiding tot familierecht en familiaal vermogensrecht
Dit deel introduceert het vakgebied van het familierecht en familiaal vermogensrecht, definieert deze domeinen en schetst de structuur van het familiaal vermogensrecht.
## 1. Inleiding tot familierecht en familiaal vermogensrecht
### 1.1 Het OPO: Een Overzicht
Dit opleidingsonderdeel (OPO) behandelt het personen- en familierecht, met een specifieke focus op de aspecten die van invloed zijn op het familiaal vermogensrecht.
### 1.2 Definities en Afbakening
* **Personenrecht:** Regelt het statuut van een persoon als individu en juridisch subject, inclusief de regels rond de persoonlijkheid, bekwaamheid en het einde ervan.
* **Familierecht:** Regelt het statuut van een persoon in relatie tot anderen. Dit omvat:
* Verhoudingen die ontstaan uit voortplanting en daarmee vergelijkbare verhoudingen.
* Verhoudingen van personen die zich in een samenlevingsverband bevinden, vaak (maar niet noodzakelijk) gebaseerd op seksualiteit.
### 1.3 Familiaal Vermogensrecht: Vier Pijlers
Het familiaal vermogensrecht regelt in hoofdzaak de patrimoniale (vermogensrechtelijke) gevolgen van familierechtelijke verhoudingen. Het wordt onderverdeeld in vier hoofdgebieden:
1. **Huwelijksvermogensrecht:** De regels die gelden tussen echtgenoten betreffende hun vermogen. Dit omvat het primaire en secundaire stelsel.
2. **Samenwoningsrecht:** Dit onderdeel dient voor zelfstudie.
3. **Schenkingen:** Regels betreffende schenkingen tussen levenden.
4. **Erfrecht:** Zowel intestaat (wettelijk) als testamentair (op basis van een testament) erfrecht.
### 1.4 Evolutie van de Wetgeving
De wetgeving inzake personen-, familie- en relatievermogensrecht is in volle evolutie. Belangrijke recente wijzigingen betreffen de invoering van nieuwe Boeken in het Burgerlijk Wetboek:
* **Boek 2, Titel 3 NBW: "Relatievermogensrecht" (vanaf 1 juli 2022):** Dit heeft impact op het huwelijksvermogensrecht, met name de nummering en de codificatie van het wettelijk stelsel en scheiding van goederen. Het primaire stelsel (art. 212-224 OBW) blijft ongewijzigd.
* **Boek 4 NBW: "Nalatenschappen, schenkingen en testamenten" (vanaf 1 juli 2022):** Dit betreft het erfrecht. De invoering van dit boek heeft voornamelijk codificatie tot gevolg, zonder inhoudelijke wijziging aangezien het erfrecht in 2018 al grondig gewijzigd werd.
Voor de toepassing van de wet is het belangrijk om de correcte nummers in het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) en Oud Burgerlijk Wetboek (OBW) te raadplegen.
### 1.5 Personenrecht: Persoonlijkheid en Bekwaamheid
#### 1.5.1 De Persoon en Persoonlijkheid
* **Persoon:** Iedere drager van rechten en plichten.
* **Persoonlijkheid:** Het geheel van rechten en plichten van een persoon.
* **Onderscheid:** Natuurlijke persoon versus rechtspersoon.
* **Ontstaan van persoonlijkheid (natuurlijke persoon):** Vanaf de geboorte, op voorwaarde van levend en levensvatbaar geboren zijn. Een beperkte retroactieve werking is mogelijk in het voordeel van het kind (bv. erfrechten).
* **Einde van persoonlijkheid (natuurlijke persoon):** Tot aan de dood. Juridische dood wordt vastgesteld wanneer alle vitale functies definitief uitgevallen zijn. Legaal uitgevoerde euthanasie wordt gelijkgesteld met de natuurlijke dood.
#### 1.5.2 Bekwaamheid van de Persoon
* **Rechtsbekwaamheid:** Het hebben van rechten en plichten. In principe is iedere persoon rechtsbekwaam. Uitzonderingen kunnen gelden voor vreemdelingen, strafrechtelijk veroordeelden en rechtspersonen.
* **Handelingsbekwaamheid:** De bekwaamheid om rechtsgeldig wil te uiten en rechtshandelingen te stellen.
* **Principe:** Iedere persoon is in principe handelingsbekwaam (art. 488 OBW).
* **Uitzonderingen:** Niet-ontvoogde minderjarigen en beschermde meerderjarige personen die voor alle rechtshandelingen handelingsonbekwaam werden verklaard (algemeen handelingsonbekwaam).
* **Gedeeltelijke handelings(on)bekwaamheid:** Ontvoogde minderjarigen en beschermde personen die slechts voor specifieke rechtshandelingen onbekwaam werden verklaard.
* **Gevolgen handelingsonbekwaamheid:** Kan leiden tot vertegenwoordiging (volledig) of bijstand/toestemming/verzet (beperkt).
* **Onderscheid:** Handelingsbekwaamheid is niet hetzelfde als wilsbekwaamheid of oordeelsbekwaamheid (medisch recht).
### 1.6 Afstamming: Juridische Band tussen Kind en Ouders
Afstamming regelt de juridische band tussen een kind en zijn ouders, waaruit rechten en plichten voortvloeien.
#### 1.6.1 Oorspronkelijke Afstamming
De oorspronkelijke afstamming is de band die zoveel mogelijk gebaseerd is op de biologische realiteit, maar ook op sociale werkelijkheid of intentie.
* **Regels:** Een kind kan niet met meer dan twee personen een oorspronkelijke afstammingsband hebben (moeder alleen, moeder en vader, of moeder en meemoeder).
* **Principe:** De wetgever gaat in beginsel uit van de biologische realiteit, maar kent ook veel betekenis toe aan sociologisch ouderschap, rechtszekerheid, familiale banden en rust binnen gezinnen.
* **Adoptie:** Vormt een juridische instelling (gewone adoptie of volle adoptie) die een andere vorm van afstamming creëert.
#### 1.6.2 Moederschapsband
* **Vaststelling:** De moederafwstamming is eenvoudig vast te stellen volgens het principe "*mater semper certa est*" (de moeder is altijd zeker).
* **Geboorteakte:** De persoon die als moeder in de geboorteakte is vermeld, is de juridische moeder (art. 312 BW).
* **Anonieme bevalling:** Is in België niet mogelijk (art. 42 BW), hoewel er via een vondelingenschuif wel een optie is om het kind achter te laten zonder spoor naar de moeder.
#### 1.6.3 Vaderschapsband
De vaststelling van het vaderschap kent twee hoofdscenario's: binnen en buiten het huwelijk.
##### 1.6.3.1 Binnen het Huwelijk (Vaderschapsregel)
* **Principe:** "*Pater est quem nuptiae demonstrant*" (de vader is degene die het huwelijk aanwijst). De echtgenoot is de vader van het kind dat geboren is tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring ervan (art. 315 BW).
* **Toepassingsgebied:** Geldt wanneer er een huwelijk is met de moeder en het moederschap is vastgesteld. De 300-dagenregel geldt bij ontbinding door echtscheiding, overlijden van een partner, of nietigverklaring van het huwelijk.
* **Uitzonderingen:** Specifieke bepalingen regelen gevallen van afwezige echtgenoot of "verdachte gevallen" (art. 316-317 BW) waarbij de vaderschapsregel niet geldt ondanks het huwelijk.
##### 1.6.3.2 Buiten het Huwelijk
Er zijn twee mogelijkheden tot vaststelling van het vaderschap buiten het huwelijk:
1. **Erkenning:**
* **Initiatief:** Door de beweerde vader.
* **Voorwaarden:** Enkel mogelijk indien er geen vader is op grond van de vaderschapsregel (en geen meemoeder). Meerdere erkenningen zijn mogelijk, maar enkel de eerste heeft uitwerking zolang deze niet vernietigd wordt.
* **Hoe:** In de akte van geboorte of een authentieke akte. Prenatale erkenning is mogelijk, maar heeft pas gevolgen bij een levend en levensvatbaar geboren kind.
* **Toestemmingen:** Afhankelijk van het kind:
* Meerderjarig of ontvoogd minderjarig kind: Vereist toestemming van het kind, zonder verhaal tegen weigering.
* Minderjarig kind: Vereist toestemming van de moeder én het kind (vanaf 12 jaar). Tegen weigering kan verhaal worden aangetekend bij de rechtbank, die oordeelt in het belang van het kind.
2. **Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap:**
* **Wanneer:** Wanneer er geen vader is op grond van de vaderschapsregel, er geen erkenning is, en er geen meemoeder is (art. 322 BW).
* **Vordering ingesteld tegen:** De beweerde vader.
* **Wie vordert:** Het kind, de moeder, of de beweerde vader (vaak via een "twee-in-één-vordering" waarbij het bestaande juridische vaderschap wordt betwist en diens eigen vaderschap wordt vastgesteld).
* **Bewijs:** Op basis van alle wettelijke middelen, met name DNA-onderzoek en het "bezit van staat" (het gedragen worden als kind van de beweerde vader).
* **Verzet:** Tegen de vordering tot gerechtelijke vaststelling kan verzet worden aangetekend door het kind (vanaf 12 jaar) en/of de moeder. De rechtbank oordeelt in het belang van het kind.
#### 1.6.4 Betwisting van het Vaderschap
Betwisting houdt in dat bepaalde personen het vaderschap van de juridische vader aanvechten, omdat zij menen dat hij niet de biologische vader is.
* **Op basis van de vaderschapsregel (art. 318 BW):**
* **Wie mag betwisten:** Moeder, kind, juridische vader, of de man die het vaderschap opeist (beweerde biologische vader).
* **Termijnen:** Korte vervaltermijnen, met uitzonderingen voor het kind op basis van belangenafweging.
* **Bewijs:** Bewijzen dat de echtgenoot niet de biologische vader is, vaak met DNA-onderzoek. Bij weigering tot medewerking kan een feitelijk vermoeden ontstaan.
* **"Twee-in-één-vordering":** Een gecombineerde vordering waarbij het juridische vaderschap wordt betwist en tegelijkertijd het eigen vaderschap wordt vastgesteld. Dit is enkel gegrond indien het biologisch vaderschap van de eiser vaststaat en er geen verzet is van bepaalde personen.
* **Op basis van erkenning (art. 330 BW):**
* **Wanneer:** Wanneer een eerder gedane erkenning kan worden betwist.
* **Wie mag betwisten:** Moeder, kind, de erkenner zelf, of de man die het vaderschap opeist.
* **Termijnen:** Gelijkaardig aan de betwisting op basis van de vaderschapsregel.
* **Bewijs:** Bewijzen dat de erkenner niet de biologische vader is.
* **Gevolg:** Bij succesvolle betwisting wordt de afstammingsband retroactief tenietgedaan.
#### 1.6.5 Afstamming na Medisch Begeleide Voortplanting en van Moederszijde
* **Medisch Begeleide Voortplanting (MBV):** De juridische afstamming wordt vastgesteld op basis van de toestemming van de wensouders tot het ouderschapsproject, ongeacht de biologische realiteit. De man die instemt met donorinseminatie van zijn echtgenote, kan zijn vaderschap niet betwisten op basis van een gebrek aan biologische band (art. 318, §4 BW).
* **Meemoederschap:** De regels voor vaststelling en betwisting van het vaderschap gelden analoog voor het meemoederschap. Een kind kan echter niet tegelijkertijd een vader en een meemoeder hebben.
### 1.7 Huwelijk
#### 1.7.1 Totstandkoming
* **Begrip:** Een privaatrechtelijke instelling, gebaseerd op een vormelijk contract, die rechtsbescherming verleent aan een op seksualiteit gesteunde bestendige levensgemeenschap tussen twee personen.
* **Grondvoorwaarden:**
* **Toestemmen:** Het aangaan van een doelgebonden levensgemeenschap. Schijnhuwelijken zijn vatbaar voor vernietiging.
* **Wilsgebreken:** Klassieke wilsgebreken (bedrog, dwaling, benadeling) zijn in principe niet inroepbaar, behalve bij dwaling omtrent de identiteit van de persoon. Geweld en bedreiging kunnen wel worden ingeroepen.
* **Huwelijksbeletselen:** Verbod op bloed- of aanverwantschap in bepaalde graden, en verbod op bigamie. Ontheffing is in sommige gevallen mogelijk.
* **Vormvoorwaarden:** Aangifte van het huwelijk, openbare voltrekking voor de ambtenaar van de burgerlijke stand, met mogelijks getuigen. Het burgerlijk huwelijk gaat vooraf aan het religieuze huwelijk.
* **Sancties:** Preventief (uitstel, weigering) of achteraf (nietigverklaring, die *ex tunc* werkt).
#### 1.7.2 Einde
Het huwelijk kan eindigen door:
* **De dood van een van de echtgenoten.**
* **Echtscheiding:**
* **Onherstelbare ontwrichting van het huwelijk (art. 229 BW):** Het voortzetten van de samenleving is onmogelijk geworden. Dit is geen schuldvraag meer. De ontwrichting kan rechtstreeks worden aangetoond of blijken uit een feitelijke scheiding van minimaal 1 jaar (één echtgenoot vraagt ES) of 6 maanden (beide echtgenoten vragen ES).
* **Onderlinge toestemming (EOT) (art. 230 BW):** Beide echtgenoten zijn akkoord over de ontbinding en de gevolgen ervan (vermogensrechtelijk, persoonlijk, alimentair).
* **Procedure:** De procedure kan variëren afhankelijk van de grond, maar omvat een gerechtelijke fase met mogelijke voorlopige maatregelen. Echtscheiding werkt *ex nunc* (vanaf nu), met uitzondering van vermogensrechtelijke gevolgen die terugwerken tot de instelling van de vordering.
### 1.8 Wettelijke Samenwoning
* **Begrip:** De toestand van samenleven van twee personen die een verklaring hebben afgelegd overeenkomstig artikel 1476 BW.
* **Grondvoorwaarden:** Toestemmen (levenspartners of economische overwegingen). Schijnwettelijke samenwoning is mogelijk. Wilsgebreken uit het contractenrecht zijn van toepassing.
* **Vormvoorwaarden:** Schriftelijke verklaring aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
* **Sancties:** Preventief (uitstel, weigering) of achteraf (nietigverklaring, die *ex tunc* werkt).
* **Einde:** Door huwelijk van één van de samenwoners, overlijden van één van hen, of een verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Wettelijke samenwoning dient te worden onderscheiden van feitelijke samenwoning, die geen wettelijke bescherming biedt.
**Tip:** Bij het bestuderen van dit onderwerp is het cruciaal om de verschillende wettelijke bepalingen (artikelen uit het OBW en NBW) en de specifieke procedures nauwkeurig te kennen. De jurisprudentie, met name de arresten van het Grondwettelijk Hof, is eveneens van groot belang voor de interpretatie en toepassing van de wet.
---
# Huwelijksvermogensrecht en erfrecht: vernieuwingen
Dit deel behandelt de veranderingen in het huwelijksvermogensrecht en erfrecht door de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) en de nieuwe nummering van artikelen.
## 2. Vernieuwingen in het huwelijksvermogensrecht en erfrecht
Het Burgerlijk Wetboek (BW) ondergaat ingrijpende veranderingen, met name door de invoering van nieuwe boeken en titels. Deze hervormingen hebben een directe impact op het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht.
### 2.1 De hervorming van het Burgerlijk Wetboek
Verschillende boeken van het BW zijn aangepast of hervormd. Belangrijk voor dit OPO zijn:
* **Boek 2, Titel 3 NBW: "Relatievermogensrecht"**: Deze titel trad in werking op 1 juli 2022 en heeft geleid tot een nieuwe nummering van de artikelen die het huwelijksvermogensrecht regelen, specifiek het secundaire stelsel (wettelijk stelsel en conventionele stelsels zoals scheiding van goederen).
* **Boek 4 NBW: "Nalatenschappen, schenkingen en testamenten"**: Dit boek trad in werking op 1 juli 2022 en brengt een nieuwe nummering voor het erfrecht met zich mee. Er was echter reeds in 2018 een grondige inhoudelijke wijziging van het erfrecht.
De volgende onderdelen blijven, ondanks de hervormingen, grotendeels ongewijzigd en vallen onder het oude Burgerlijk Wetboek (OBW):
* Het primair huwelijksvermogensstelsel (artikelen 212-224 OBW, Boek 1, Titel 5, "Het Huwelijk").
* De hoofdstukken "Afstamming" en "Huwelijk en echtscheiding" binnen het Personen- en familierecht.
### 2.2 Impact op het studiedeel
De vernieuwingen hebben specifieke gevolgen voor de te bestuderen leerstof:
* **Huwelijksvermogensrecht**:
* Het **primair huwelijksvermogensstelsel** blijft geregeld in het OBW.
* Het **secundair huwelijksvermogensstelsel** (inclusief het wettelijk stelsel, scheiding van goederen, etc.) is nu geregeld in Boek 2, Titel 3 NBW, met artikelen van 2.3.1 tot en met 2.3.88. De nummering van deze artikelen is gewijzigd, en enkele termen zijn aangepast.
* **Erfrecht**: Dit valt onder Boek 4 NBW, maar de inhoudelijke wijzigingen zijn voornamelijk een gevolg van de codificatie en de nieuwe nummering, aangezien het erfrecht reeds in 2018 grondig werd herzien.
## 3. Overzicht van de nieuwe Boeken in het Burgerlijk Wetboek
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste nieuwe boeken die relevant zijn of worden voor het juridische landschap:
* **Boek 1: Algemene bepalingen**: In werking getreden op 1 januari 2023.
* **Boek 2: Personen, familie en relatievermogensrecht**: Titel 3 "Relatievermogensrecht" is in werking getreden op 1 juli 2022. Deel "Personen en Familierecht" is nog niet aangenomen.
* **Boek 3: Goederen**: In werking getreden op 1 september 2021.
* **Boek 4: Nalatenschappen, schenkingen en testamenten**: In werking getreden op 1 juli 2022.
* **Boek 5: Verbintenissen**: In werking getreden op 1 januari 2023.
* **Boek 6: Buitencontractuele aansprakelijkheid**: Treedt in werking op 1 januari 2025.
* **Boek 7: Bijzondere overeenkomsten**: In opbouw.
* **Boek 8: Bewijs**: In werking getreden op 1 november 2020.
* **Boek 9: Zekerheden**: In opbouw.
* **Boek 10: Verjaring**: In opbouw.
---
# Personenrecht: de persoon als juridisch subject
Dit deel van het personenrecht focust op de begin- en eindpunten van iemands juridische persoonlijkheid en de bekwaamheid om rechtshandelingen te stellen.
## 3. Ontstaan en einde van de persoonlijkheid van de natuurlijke persoon
De persoonlijkheid van een natuurlijke persoon ontstaat **vanaf de geboorte**. Hierbij gelden twee cruciale voorwaarden: het kind moet **levend** en **levensvatbaar** geboren worden.
Er is een uitzondering mogelijk met een beperkte **retroactieve werking ten voordele van het kind**. Dit kan bijvoorbeeld spelen in het geval een kind geboren wordt na het overlijden van de vader tijdens de zwangerschap, waarbij nog vragen kunnen rijzen over het vaderschap en erfrechten.
Het einde van de persoonlijkheid van een natuurlijke persoon is **tot aan de dood**. Juridisch gezien is iemand pas dood wanneer alle vitale functies **volledig en onomkeerbaar uitgevallen** zijn. Legaal uitgevoerde euthanasie wordt hierbij gelijkgesteld met de natuurlijke dood.
Uitzonderlijk kunnen derden na het overlijden nog rechtshandelingen stellen die de (uitgedoofde) persoonlijkheid van de overledene kunnen wijzigen. Denk hierbij aan het betwisten of vaststellen van vaderschap, zelfs na het overlijden van de vermeende vader.
## 4. Bekwaamheid van de persoon
### 4.1 Begripsonderscheid
Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen verschillende vormen van bekwaamheid:
* **Feitelijke bekwaamheid:** Dit verwijst naar de inherente capaciteit van een persoon om te handelen, te begrijpen en beslissingen te nemen. Dit is een feitelijke vaststelling en geen juridisch concept.
* **Rechtsbekwaamheid:** Dit is de mogelijkheid om drager te zijn van rechten en plichten. Iedere persoon, zowel natuurlijk als rechtspersoon, is in principe rechtsbekwaam. Dit omvat het geheel van iemands rechten en plichten.
* **Principe:** Volle rechtsbekwaamheid geldt voor ieder persoon.
* **Uitzonderingen:** Beperktere rechtsbekwaamheid kan gelden voor vreemdelingen, bepaalde strafrechtelijk veroordeelden en rechtspersonen. Daarnaast kunnen specifieke rechtsonbekwaamheden voorzien zijn in de wet of door een rechterlijke uitspraak.
* **Handelingsbekwaamheid:** Dit is de bekwaamheid om **rechtsgeldig wil te uiten en rechtshandelingen te stellen**. Dit is de juridische mogelijkheid om de eigen rechten en plichten uit te oefenen.
* **Principe:** Iedere persoon is in principe handelingsbekwaam (art. 488 oud Burgerlijk Wetboek).
* **Uitzonderingen:** Niet-ontvoogde minderjarigen en beschermde meerderjarige personen die voor alle rechtshandelingen handelingsonbekwaam werden verklaard, zijn **algemeen handelingsonbekwaam**.
* **Gedeeltelijke handelings(on)bekwaamheid:** Ontvoogde minderjarigen en beschermde personen die slechts voor één of meer specifieke rechtshandelingen onbekwaam werden verklaard, zijn gedeeltelijk handelings(on)bekwaam.
* **Gevolgen van handelingsonbekwaamheid:** Handelingsonbekwaamheid kan leiden tot volledige vertegenwoordiging (door een bewindvoerder of wettelijke vertegenwoordiger) of beperkte bijstand, toestemming of verzet.
### 4.2 Onderscheid met wilsbekwaamheid
Het is cruciaal om handelingsbekwaamheid te onderscheiden van **wilsbekwaamheid** of **oordeelsbekwaamheid** (een medisch-juridisch concept, bijvoorbeeld bij de toepassing van de euthanasiewetgeving).
### 4.3 Toepassing op minderjarigen en beschermde meerderjarigen
* **Minderjarigen:** Een minderjarige is in principe handelingsonbekwaam. Ouders of wettelijke voogden vertegenwoordigen de minderjarige en beheren diens vermogen.
* Een minderjarige kan echter **wel degelijk juridische handelingen stellen**, maar deze zijn in principe vernietigbaar. De geldigheid van een rechtshandeling gesteld door een minderjarige wordt getoetst aan:
1. **Onderscheidingsvermogen:** Begrijpt de minderjarige de handeling en de gevolgen ervan? Zo neen, dan is het contract van rechtswege nietig.
2. **Daad van beheer of beschikking:** Betreft het een banale handeling (beheer) of een handeling met grote juridische gevolgen (beschikking)? Bijvoorbeeld, de aankoop van een bromfiets is een daad van beheer.
3. **Benadeling:** Is de minderjarige financieel benadeeld bij de handeling? Zo ja, dan kan het contract nietig verklaard worden.
* **Beschermde meerderjarigen:** Personen met bijvoorbeeld dementie of een mentale beperking kunnen, mits een gerechtelijke procedure en een verklaring van handelingsonbekwaamheid, onder een beschermingsstatuut vallen. De vrederechter kan een bewindvoerder aanstellen om de persoon bij te staan of te vertegenwoordigen. Het is niet omdat iemand symptomen vertoont, dat deze automatisch handelingsonbekwaam is; dit moet uitgesproken worden door de rechter.
### 4.4 Uitzonderingen voor minderjarigen
De rechtspraak en wetgeving aanvaarden wel bepaalde uitzonderingen waarbij minderjarigen wel degelijk bepaalde rechtshandelingen kunnen stellen, zoals het sluiten van een overeenkomst. De vernietiging van een dergelijke overeenkomst kan bijvoorbeeld een **relatieve nietigheid** zijn die door de rechtbank moet worden gevorderd.
## 5. Afstamming
Afstamming regelt de juridische band tussen een kind en zijn ouders, waaruit rechten en plichten voor beide partijen voortvloeien.
### 5.1 Onderscheid: oorspronkelijke en adoptieve afstamming
* **Oorspronkelijke afstamming:** Deze band is zoveel als mogelijk gebaseerd op de biologische realiteit, maar kan ook sociale werkelijkheid of intentie als grondslag hebben. Een kind kan niet met meer dan twee personen een oorspronkelijke afstammingsband hebben. De mogelijke combinaties zijn:
* Moeder alleen
* Moeder en vader
* Moeder en meemoeder
Oorspronkelijke afstamming is niet noodzakelijk gelijk aan biologische afstamming. De wetgever gaat weliswaar uit van de biologische realiteit, maar hecht ook veel belang aan sociologisch ouderschap, rechtszekerheid, familiale banden en rust binnen de gezinnen.
* **Adoptieve afstamming:** Dit is een juridische instelling, sinds 2006 mogelijk voor personen van hetzelfde geslacht. Dit kan gewone adoptie (waarbij een juridische band met de biologische ouders behouden blijft) of volle adoptie (waarbij de band met de biologische ouders volledig verbroken wordt) zijn.
### 5.2 Vaststelling van de afstamming van moederszijde
De afstamming van moederszijde is gebaseerd op het principe **"mater semper certa est"** (de moeder is altijd zeker).
* **Regel:** De moeder is de persoon die in de geboorteakte is vermeld (art. 312 oud Burgerlijk Wetboek).
* **Niet mogelijk in België:** Anonieme bevalling is in België niet mogelijk (art. 42 oud Burgerlijk Wetboek). De kennisgeving van de geboorte gebeurt door het ziekenhuis of de vroedvrouw binnen de eerste werkdag na de geboorte.
* **Uitzondering:** Indien de moederlijke afstamming niet vaststaat op basis van deze principes, kan deze alsnog vastgesteld worden via erkenning of gerechtelijke weg.
### 5.3 Vaststelling van de afstamming van vaderszijde
De vaststelling van de vaderschapsband kent belangrijke verschillen naargelang het kind al dan niet binnen het huwelijk geboren wordt.
#### 5.3.1 Binnen het huwelijk: de vaderschapsregel
* **Principe:** **"Pater est quem nuptiae demonstrant"** (de echtgenoot is de vader van het kind dat geboren is tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring daarvan) (art. 315 oud Burgerlijk Wetboek).
* **Voorwaarden:** Dit principe veronderstelt een huwelijk met de vrouw van wie het moederschap vaststaat.
* **Geldigheid:** De vaderschapsregel geldt in de volgende gevallen:
* Verwekt binnen en geboren binnen het huwelijk.
* Verwekt voor en geboren binnen het huwelijk.
* Verwekt binnen en geboren na het huwelijk (binnen 300 dagen na ontbinding/nietigverklaring).
* Verwekt voor en geboren na het huwelijk (kort huwelijk).
* Verwekt na en geboren na het huwelijk (bijvoorbeeld prematuur).
* **Uitzonderingen op de vaderschapsregel:** Er zijn specifieke uitzonderingen voorzien in de artikelen 316, 316bis en 317 oud Burgerlijk Wetboek. Deze "verdachte gevallen" kunnen leiden tot de niet-toepassing van de vaderschapsregel, ondanks het feit dat het koppel gehuwd is.
#### 5.3.2 Buiten het huwelijk: erkenning en gerechtelijke vaststelling
Wanneer de vaderschapsregel niet van toepassing is, zijn er twee andere mogelijkheden tot vaststelling van de vaderschapsband:
##### 5.3.2.1 Erkenning
* **Initiatief:** De beweerde vader neemt het initiatief tot erkenning.
* **Voorwaarden:** Erkenning is **enkel mogelijk indien er geen juridische vader is** op grond van de vaderschapsregel (of geen meemoeder op grond van de meemoederschapsregel).
* **Aantal erkenningen:** Meerdere erkenningen zijn mogelijk, maar enkel de eerste kan uitwerking hebben, tenzij deze vernietigd wordt door een betwisting.
* **Hoe:** De erkenning gebeurt in de akte van geboorte of in een authentieke akte (bij voorkeur bij de ambtenaar van de burgerlijke stand ter bestrijding van schijnerkenningen).
* **Prenatale erkenning:** Een kind kan tijdens de zwangerschap erkend worden, maar de gevolgen ervan werken pas ten volle na een levende en levensvatbare geboorte. Postnatale erkenning werkt retroactief tot de geboorte.
* **Toestemmingen:** Erkenning is afhankelijk van het verkrijgen van een aantal toestemmingen:
* **Toestemming van het kind:** Vereist indien het kind meerderjarig of ontvoogd minderjarig is. Weigering is hiertegen niet verhaalbaar.
* **Toestemming van de moeder:** Vereist bij een minderjarig kind.
* **Toestemming van het kind (ouder dan 12 jaar):** Vereist bij een minderjarig kind.
* **Verzet tegen weigering:** Bij weigering van toestemming door de moeder en/of het kind (ouder dan 12 jaar) is verhaal mogelijk. De rechtbank beoordeelt de zaak mede rekening houdend met de belangen van het kind. De rechtbank kijkt hierbij naar de socio-affectieve banden, het belang van het kind om geen band met de erkenner vastgesteld te zien, en de belangen van de reeds bestaande juridische banden.
##### 5.3.2.2 Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap
* **Wanneer:** Dit is mogelijk wanneer er geen vader is op grond van de vaderschapsregel, er geen erkenning heeft plaatsgevonden en er ook geen meemoeder is (art. 322 oud Burgerlijk Wetboek).
* **Procedure:** Een vordering tot "gerechtelijke vaststelling" wordt ingesteld **tegen de beweerde vader**.
* **Wie vordert:** Het kind, de moeder, of de beweerde vader zelf. De vordering door de beweerde vader wordt vaak gecombineerd in een **"twee-in-één-vordering"** (zie hieronder).
* **Bewijs:** Het biologisch vaderschap van de man wiens vaderschap onderzocht wordt, is hierbij cruciaal. Dit kan bewezen worden met alle wettelijke middelen, waaronder DNA-onderzoek. Een weigering om mee te werken aan DNA-onderzoek kan leiden tot een feitelijk vermoeden.
* **Verzet:** Tegen een vordering tot gerechtelijke vaststelling van vaderschap kan **verzet** worden aangetekend (art. 332quindecies oud Burgerlijk Wetboek).
* **Bij meerderjarig of ontvoogd kind:** Het kind kan zich verzetten, wat de vordering sowieso onontvankelijk maakt.
* **Bij minderjarig kind:** De moeder en het kind (vanaf 12 jaar) kunnen zich verzetten. De rechtbank zal het verzet gegrond verklaren indien de vaststelling van het vaderschap strijdig is met de belangen van het kind.
* **Belang van het kind:** De beoordeling door de rechtbank gebeurt steeds in het belang van het kind. Dit kan ertoe leiden dat het belang van het kind om de afstammingsband met de biologische vader niet vastgesteld te zien, primeert op het belang van de biologische vader om zijn afstamming vastgesteld te zien.
* **Gevolg van een ingewilligde vordering:** De afstammingsband wordt (retroactief) terugwerkend tot de geboorte vastgesteld.
#### 5.3.3 De "twee-in-één-vordering"
Dit is een bijzondere procedure die ingesteld kan worden door de **beweerde biologische vader**. De vordering omvat twee stappen:
1. **Betwisting van het bestaande juridische vaderschap:** Dit kan het juridische vaderschap op grond van de vaderschapsregel (echtgenoot van de moeder) of op grond van een eerdere erkenning zijn.
2. **Gerechtelijke vaststelling van zijn eigen vaderschap:** De beweerde biologische vader vraagt om zelf als juridische vader te worden aangewezen.
* **Voorwaarden:**
* Het biologisch vaderschap van de eiser moet vaststaan.
* Er mag geen verzet zijn van bepaalde personen (zoals de moeder of het kind) tegen de gerechtelijke vaststelling van zijn vaderschap.
* **Ratio:** Deze vordering dient om te vermijden dat er een "lege vaderschapsstoel" ontstaat na een succesvolle betwisting, of dat een kind vaderloos zou zijn. Het biologisch vaderschap moet eerst vaststaan voordat het juridisch vaderschap van de ander kan worden betwist en ingenomen.
### 5.4 Betwisting van de afstamming
Betwisting houdt in dat bepaalde personen het vaderschap van de juridische vader aanvechten omdat zij menen dat deze niet de biologische vader is, en zij deze plaats wensen ingenomen te zien door de biologische vader.
#### 5.4.1 Betwisting op basis van de vaderschapsregel (art. 318 oud Burgerlijk Wetboek)
* **Voorwaarde:** Het juridisch vaderschap van de echtgenoot kan betwist worden voor zover het kind **geen "bezit van staat"** vertoont ten aanzien van de juridische vader. Het bezit van staat houdt in dat het kind gedragen wordt en als zodanig wordt erkend door zijn omgeving (familie, vrienden, maatschappij) als zijnde het kind van die juridische vader.
* **Belang van het kind:** Het Grondwettelijk Hof heeft bepaald dat het bezit van staat geen absolute grond van onontvankelijkheid meer mag vormen. De rechtbank mag oordelen dat een vordering tot betwisting toch ontvankelijk is, ondanks bezit van staat, gelet op het belang van het kind om zijn vaderschapsafstamming te kennen.
* **Wie mag betwisten?** Moeder, kind, juridische vader, man die het vaderschap opeist (vaak via een 2-in-1-vordering).
* **Termijnen:** Korte vervaltermijnen gelden, maar het kind kan uitzonderlijk later een vordering instellen op basis van belangenafweging.
#### 5.4.2 Betwisting op basis van erkenning (art. 330 oud Burgerlijk Wetboek)
* **Voorwaarde:** Het vaderschap van de erkenner kan betwist worden, tenzij er een **bezit van staat** is tussen het kind en de erkenner. Ook hier is het absolute karakter van het bezit van staat als onontvankelijkheidsgrond door het Grondwettelijk Hof verworpen.
* **Wie mag betwisten?** Moeder, kind, de erkenner zelf, man die het vaderschap opeist (vaak via een 2-in-1-vordering).
* **Termijnen:** Korte vervaltermijnen gelden, met uitzonderingen voor het kind op basis van belangenafweging.
* **Cruciale voorwaarde bij erkenning:** Een betwisting van een reeds gedane erkenning is slechts mogelijk indien kan worden aangetoond dat er een **gebrek kleefde aan de toestemming** die werd gegeven voor de erkenning (bijvoorbeeld dwaling omtrent het biologisch vaderschap). Een "erkenning de complaisance" (waarbij men bewust niet de biologische vader is maar toch erkent) kan niet zomaar betwist worden.
### 5.5 Afstamming na medisch begeleide voortplanting en van meemoederszijde
* **Medisch begeleide voortplanting:** Sinds 2007 is er een wettelijk kader voor medisch begeleide voortplanting. De wetgever gaat uit van de afstammingsband met de **wensouders** en hun toestemming tot het gezamenlijke ouderschapsproject, ook al stemt deze band niet overeen met de biologische realiteit (bijvoorbeeld bij donorzaadcellen). De man die instemt met donorinseminatie van zijn echtgenote kan het vaderschap niet betwisten op basis van het gebrek aan biologische band (art. 318, §4 oud Burgerlijk Wetboek).
* **Meemoederschap:** Sinds 2015 is er een wettelijke regeling voor meemoederschap. De afstamming ten aanzien van de meemoeder is gebaseerd op haar uitdrukkelijke toestemming tot het gezamenlijke ouderschapsproject.
* **Combinaties:** Een kind kan **nooit een oorspronkelijke afstammingsband hebben met zowel een vader als een meemoeder**. Dit betekent dat er slechts één juridische vader of één meemoeder naast de moeder kan zijn.
## 6. De persoon als juridisch subject in relatie tot het huwelijk en wettelijke samenwoning
### 6.1 Het huwelijk
* **Begrip:** Een privaatrechtelijke instelling, gebaseerd op een vormelijk contract, die rechtsbescherming verleent aan een op seksualiteit gesteunde bestendige levensgemeenschap tussen twee personen.
* **Grondvoorwaarden voor totstandkoming:**
* **Toestemmen:** Een doelgebonden levensgemeenschap is vereist. Schijnhuwelijken (waarvan de doelstelling niet de opbouw van een levensgemeenschap is) zijn vernietigbaar.
* **Wilsgebreken:** Klassieke wilsgebreken zoals bedrog en dwaling zijn in principe niet van toepassing op het huwelijkscontract, behalve in uitzonderlijke gevallen van dwaling omtrent de identiteit van de persoon. Geweld en bedreiging kunnen wel worden ingeroepen.
* **Huwelijksbeletselen:** Verboden van bloed- of aanverwantschap (rechte lijn, zijlijn tot derde graad) en het verbod van bigamie. Ontheffing is in bepaalde gevallen mogelijk door de rechtbank.
* **Vormvoorwaarden:** Aangifte van het huwelijk, huwelijk in het openbaar voor de ambtenaar van de burgerlijke stand, met mogelijks getuigen.
* **Sancties:** Preventieve uitstel of weigering van de huwelijksvoltrekking, of achteraf nietigverklaring van het huwelijk (werkt retroactief, *ex tunc*).
* **Einde van het huwelijk:**
* **Dood** van een echtgenoot.
* **Echtscheiding:**
* **Onherstelbare ontwrichting van het huwelijk:** Dit is de belangrijkste grondslag en vereist geen schuldvraag. Ontwrichting kan direct aantoonbaar zijn of blijken uit feitelijke scheiding van minstens één jaar (of zes maanden bij gezamenlijk verzoek).
* **Onderlinge toestemming (EOT):** Echtgenoten komen overeen over alle gevolgen (persoonlijk, vermogensrechtelijk, alimentair) en dienen dit via een wilsovereenstemming aan de rechtbank voor te leggen ter legaliteitscontrole en toetsing aan het belang van het kind.
* **Nietigverklaring:** Werkt *ex tunc*.
### 6.2 Wettelijke samenwoning
* **Begrip:** De toestand van samenleven van twee personen die een verklaring hebben afgelegd overeenkomstig artikel 1476 oud Burgerlijk Wetboek.
* **Grondvoorwaarden:** Toestemmen (levenspartners of economische overwegingen), handelingsbekwaamheid. Schijnwettelijke samenwoning is mogelijk. Wilsgebreken uit het contractenrecht zijn van toepassing.
* **Vormvoorwaarden:** Schriftelijk, overeenkomstig de wettelijke vereisten, en overhandiging aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
* **Sancties:** Preventieve weigering van melding in het bevolkingsregister, of achteraf nietigverklaring van de wettelijke samenwoning.
* **Einde van de wettelijke samenwoning:**
* Huwelijk van één van de wettelijk samenwoners.
* Overlijden van één van de wettelijk samenwoners.
* Verklaring door één of beiden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.
* **Gevolgen:** De gevolgen van wettelijke samenwoning (met name op familiaal vermogensrechtelijk vlak) zijn een zelfstudieonderdeel.
---
**Belangrijke wetsartikelen om te onthouden:**
* Vaderschapsregel: art. 315 oud BW
* Betwisting vaderschap: art. 318 oud BW
* Erkenning algemeen en gerechtelijke vaststelling VS: art. 319 en 322 oud BW
* Toestemmingsvereiste bij erkenning/verzetsmogelijkheid bij gerechtelijke vaststelling VS: art. 329bis en 332quinquies oud BW
* 2-in-1 vordering: art. 318, §5 en 330, §3 oud BW
* Huwelijk: art. 143 e.v. oud BW
* Echtscheiding: art. 229, 230 oud BW
* Wettelijke samenwoning: art. 1475 e.v. oud BW
---
# Afstamming: vaststelling, betwisting en bijzondere gevallen
Dit deel van het familierecht regelt de juridische band tussen een kind en zijn ouders, met de bijhorende rechten en plichten, en omvat de methoden om deze band vast te stellen, te betwisten en bijzondere situaties te behandelen.
## 4.1 Het concept van afstamming
Afstamming omvat de juridische band die een kind verbindt met zijn of haar ouders, wat voortvloeit uit rechten en verplichtingen voor beide partijen. Er is een onderscheid tussen oorspronkelijke afstamming en adoptieve afstamming.
### 4.1.1 Oorspronkelijke afstamming
De oorspronkelijke afstamming is de band die zoveel mogelijk gebaseerd is op de biologische realiteit, maar ook rekening houdt met de sociale realiteit, de intentie van de betrokkenen en rechtszekerheid. Een kind kan maximaal twee personen als oorspronkelijke afstammingsband hebben:
* Moeder alleen
* Moeder en vader
* Moeder en meemoeder
De oorspronkelijke afstamming is niet altijd gelijk aan de biologische afstamming. De wetgever baseert zich in beginsel op de biologische realiteit, maar hecht ook belang aan sociologisch ouderschap, rechtszekerheid, familiale banden en rust binnen gezinnen.
### 4.1.2 Adoptieve afstamming
Adoptieve afstamming is een juridische instelling die sinds 2006 mogelijk is voor personen van hetzelfde geslacht. Er zijn twee vormen van adoptie:
* **Gewone adoptie**: Hierbij blijft een juridische band met de biologische ouders behouden (bv. voor erfrecht).
* **Volle adoptie**: Hierbij wordt de band met de biologische ouders volledig doorgeknipt.
## 4.2 Vaststelling van de moederschapsband
De moederschapsband wordt vastgesteld aan de hand van de "mater semper certa est" (de moeder is altijd zeker) regel.
### 4.2.1 De geboorteakte
De moeder is de persoon die als zodanig in de geboorteakte is vermeld. In België is een anonieme bevalling niet mogelijk. De geboorteaangifte moet binnen een bepaalde termijn na de geboorte gebeuren door de verantwoordelijke van de instelling waar de bevalling plaatsvond.
### 4.2.2 Uitzonderlijke gevallen
In zeer uitzonderlijke gevallen waarin de moederlijke afstamming niet vaststaat op basis van de geboorteakte, is erkenning of gerechtelijke vaststelling van de afstammingsband mogelijk.
## 4.3 Vaststelling van de vaderschapsband
De vaststelling van de vaderschapsband kent een belangrijk onderscheid tussen kinderen geboren binnen en buiten het huwelijk.
### 4.3.1 Vaststelling binnen het huwelijk: de vaderschapsregel
De vaderschapsregel, ook wel "pater est quem nuptiae demonstrant" genoemd, stelt dat de echtgenoot van de moeder de vader is van het kind dat geboren is tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring daarvan.
**Toepassingsgevallen van de vaderschapsregel:**
* Kind verwekt en geboren binnen het huwelijk.
* Kind verwekt vóór en geboren binnen het huwelijk.
* Kind verwekt binnen het huwelijk en geboren na het huwelijk (binnen 300 dagen na ontbinding/nietigverklaring).
* Kind verwekt vóór en geboren na het huwelijk (bv. bij een kort huwelijk).
* Kind verwekt na en geboren na het huwelijk (bv. bij een premature geboorte na minder dan 300 dagen na ontbinding/nietigverklaring).
**Uitzonderingen op de vaderschapsregel:**
Bepaalde wetsartikelen voorzien in uitzonderingen op deze regel, zoals in gevallen van afwezigheid van de echtgenoot, of in "verdachte gevallen" waarbij logischerwijs kan worden afgeleid dat de vaderschapsregel niet geldt ondanks het huwelijk.
### 4.3.2 Vaststelling buiten het huwelijk
Wanneer de vaderschapsregel niet van toepassing is, zijn er twee andere mogelijkheden voor vaststelling van de vaderschapsband: erkenning en gerechtelijke vaststelling.
#### 4.3.2.1 Erkenning
Erkenning is een spontaan en vrijwillig initiatief van de vermeende vader.
* **Wie kan erkennen?** Meerderjarigen, ontvoogde minderjarigen, niet-ontvoogde minderjarigen met onderscheidingsvermogen, en beschermde personen met machtiging van de vrederechter.
* **Wanneer mogelijk?** Enkel indien er geen juridische vader is op grond van de vaderschapsregel (en geen meemoeder).
* **Meerdere erkenningen:** Meerdere erkenningen zijn mogelijk, maar enkel de eerste heeft uitwerking, tenzij deze wordt vernietigd door betwisting.
* **Hoe?** In de geboorteakte of een authentieke akte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.
* **Prenatale erkenning:** Mogelijk tijdens de zwangerschap, met gevolgen enkel indien het kind levend en levensvatbaar wordt geboren. Postnatale erkenning werkt retroactief tot de geboorte.
* **Toestemmingen:**
* **Kind zelf:** Vereist indien het kind meerderjarig of ontvoogd minderjarig is. Geen verhaal tegen weigering mogelijk.
* **Moeder en kind (indien 12 jaar of ouder):** Vereist bij een minderjarig kind. Bij weigering is verhaal mogelijk bij de rechtbank, die oordeelt in het belang van het kind. De rechtbank kan het verzet van de moeder gegrond verklaren indien de erkenning strijdig wordt geacht met de belangen van het kind.
#### 4.3.2.2 Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap
Deze vordering wordt ingesteld wanneer er geen vader is op grond van de vaderschapsregel, er geen erkenning is, en er geen meemoeder is.
* **Wie vordert?** Het kind, de moeder, of de beweerde vader. Een vordering door de moeder of het kind is het meest zinvol.
* **Tegen wie?** Tegen de beweerde vader.
* **Bewijs:** De rechtbank kan gebruikmaken van alle wettelijke bewijsmiddelen, waaronder bezit van staat en DNA-onderzoek. De weigering om mee te werken aan DNA-onderzoek kan leiden tot een feitelijk vermoeden.
* **"Twee-in-één-vordering":** Een gecombineerde vordering waarbij het juridisch vaderschap van de echtgenoot van de moeder of de erkennende vader wordt betwist, en tegelijkertijd het eigen biologische vaderschap wordt vastgesteld. Deze vordering is enkel gegrond indien het biologisch vaderschap van de eiser vaststaat.
* **Verzet:** Tegen een vordering tot gerechtelijke vaststelling kan verzet worden aangetekend door het kind (indien meerderjarig of ontvoogd) of door de moeder en het kind (indien minderjarig en 12 jaar of ouder). De rechtbank oordeelt hierbij rekening houdend met het belang van het kind. Het belang van het kind kan primeren op het belang van de biologische vader.
* **Gevolgen:** Bij inwilliging werkt de afstammingsband retroactief terug tot de geboorte. Indien de man wiens vaderschap wordt vastgesteld gehuwd was, wordt de beslissing betekend aan zijn echtgeno(o)t(e). De vordering kan ook tegen de erfgenamen van een overleden man worden ingesteld.
## 4.4 Betwisting van de afstamming
Betwisting van de afstamming houdt in dat bepaalde personen het vaderschap van een juridische vader aanvechten, omdat zij menen dat hij niet de biologische vader is en zij de plaats van de juridische vader wensen ingenomen te zien door de biologische vader.
### 4.4.1 Betwisting op basis van de vaderschapsregel (kinderen geboren binnen het huwelijk)
Het vaderschap van de echtgenoot van de moeder kan betwist worden, maar de vordering is onontvankelijk indien het kind een bezit van staat vertoont ten aanzien van de juridische vader. Het Grondwettelijk Hof heeft het absolute karakter van deze regel van onontvankelijkheid ongrondwettig verklaard, waardoor de rechter kan oordelen dat de vordering ontvankelijk is ondanks het bezit van staat, rekening houdend met het belang van het kind om zijn vaderschapsafstamming te kennen.
* **Wie mag vorderen?** Moeder, kind, juridische vader, of de man die het vaderschap opeist (beweerde biologische vader).
* **Termijnen:** Er gelden korte vervaltermijnen, maar uitzonderingen zijn mogelijk op basis van de belangenafweging van het kind.
* **Bewijs:** Moet bewezen worden dat de echtgenoot niet de biologische vader is, vaak aan de hand van DNA-onderzoek.
* **Gevolg:** Bij succesvolle betwisting wordt de afstammingsband met de echtgenoot retroactief tenietgedaan.
### 4.4.2 Betwisting op basis van erkenning
Het vaderschap van de erkenner kan betwist worden, op voorwaarde dat het kind geen bezit van staat vertoont ten aanzien van de erkenner. Ook hier heeft het Grondwettelijk Hof gesteld dat het bezit van staat niet langer een absolute grond van onontvankelijkheid is.
* **Wie mag betwisten?** Moeder, kind, de man die het kind erkend heeft, of de man die het vaderschap opeist (beweerde biologische vader).
* **Termijnen:** Gelijkaardig aan de betwisting op basis van de vaderschapsregel, met mogelijke uitzonderingen voor het kind.
* **Bewijs:** Moet bewezen worden dat de erkenner niet de biologische vader is.
* **Gevolg:** Bij succesvolle betwisting wordt de afstammingsband met de erkenner retroactief tenietgedaan.
### 4.4.3 Bijzonder geval: de "twee-in-één-vordering"
Deze vordering, ingesteld door de beweerde biologische vader, houdt in dat eerst het juridisch vaderschap van de echtgenoot van de moeder of de erkennende vader wordt betwist, waarna de plaats van de juridische vader wordt ingenomen door de biologische vader, wiens vaderschap gerechtelijk wordt vastgesteld. Dit is om te vermijden dat er een juridische vaderloze situatie ontstaat. De vordering is enkel gegrond indien het biologisch vaderschap van de eiser vaststaat en er geen verzet is van bepaalde personen.
## 4.5 Afstamming na medisch begeleide voortplanting en meemoederschap
De wetgever houdt rekening met medische en maatschappelijke evoluties door de regeling van medisch begeleide voortplanting en meemoederschap.
### 4.5.1 Juridische afstamming bij wensouders
De juridische afstamming wordt vastgesteld ten aanzien van de wensouders op basis van hun toestemming tot het gezamenlijke ouderschapsproject en het socio-affectieve ouderschap, ongeacht de biologische afstamming van donoren van genetisch materiaal. De echtgenoot van de moeder die instemt met donorinseminatie kan het vaderschap niet betwisten op basis van een gebrek aan biologische band.
### 4.5.2 Meemoederschap
De regels voor meemoederschap zijn analoog aan die voor vaderschap. Het is niet mogelijk om zowel een vader als een meemoeder te hebben; een kind kan slechts één juridische moeder en één juridische vader, of één juridische moeder en één meemoeder hebben. De juridische afstamming ten aanzien van de meemoeder is gebaseerd op haar uitdrukkelijke toestemming tot de medisch begeleide voortplanting.
## 4.6 Bijzondere toepassingen en voorbeelden
De casus van Delphine Boël, waarbij een gerechtelijke vaststelling van vaderschap werd ingesteld tegen de voormalige echtgenoot van de moeder, ondanks het bezit van staat, illustreert de evolutie van de rechtspraak met betrekking tot het belang van het kind en de flexibiliteit in de termijnen en ontvankelijkheidsvereisten. De zaak toonde aan dat het belang van het kind om zijn ware vaderschapsafstamming te kennen, kan primeren op eerdere juridische constructies.
**Oefening:**
Een koppel woont wettelijk samen en droomt van een kind. Door een langdurige ziekte van de man doen ze een beroep op zaadceldonatie, met succes. De man erkent het kind prenataal. Kan deze erkenning ongedaan gemaakt worden?
* **Antwoord:** In dit geval is de juridische afstamming gebaseerd op de toestemming en het intentionele ouderschap van de wensouders. De erkenning, die prenataal plaatsvond en een uiting is van hun gedeelde ouderschapsproject, kan in principe niet zomaar ongedaan gemaakt worden. De wetgever legt de nadruk op het socio-affectieve ouderschap en de rechtszekerheid voor het kind. Enkel indien de toestemming aan specifieke wilsgebreken zou hebben geleden, of indien er ernstige belangen van het kind in het gedrang zouden komen, zou een betwisting mogelijk zijn, wat hier niet direct uit de casus blijkt.
Een gehuwd koppel krijgt een kindje. De mama biecht op dat dit kind het resultaat was van een kortstondige buitenechtelijke relatie. Wat kan gebeuren?
* **Antwoord:**
* **Indien het kind jong is:** De juridische vader (de echtgenoot) kan het vaderschap betwisten. Dit kan leiden tot een gerechtelijke procedure waarbij de biologische vader eventueel wordt vastgesteld. De beslissing zal afhangen van het belang van het kind, rekening houdend met de bestaande familiale banden en de belangen van alle betrokkenen.
* **Indien het kind 18 jaar is:** Het kind kan zelf het vaderschap betwisten, of de biologische vader kan stappen ondernemen om zijn vaderschap vast te laten stellen. De termijnen voor betwisting en vaststelling zijn hierbij cruciaal. Indien de moeder het kind pas op 18-jarige leeftijd informeert, en de juridische vader al langere tijd niet meer bij het gezin betrokken is, kan dit de afweging door de rechtbank beïnvloeden. Het belang van het kind om zijn biologische identiteit te kennen, weegt hier zwaar.
Als de biologische vader nog leeft, maar al 80 jaar is, en het kind heeft inmiddels bezit van staat ten aanzien van de juridische vader, kan de biologische vader nog stappen ondernemen om zijn vaderschap te laten vaststellen?
* **Antwoord:** De termijnen voor het instellen van een vordering tot gerechtelijke vaststelling van vaderschap zijn lang, en de rechtspraak, mede door het Grondwettelijk Hof, is soepeler geworden met betrekking tot het belang van het kind om zijn afstamming te kennen. Hoewel het bezit van staat van de juridische vader een rol speelt, is het geen absolute beletsel meer. De leeftijd van de biologische vader zelf is geen directe wettelijke belemmering, maar het belang van het kind om een nieuwe juridische vader te krijgen, zal centraal staan in de beoordeling door de rechtbank, zeker in het licht van de bestaande familiale situatie.
Een mama voedt haar kind alleen op; de vader wist wellicht niet van de zwangerschap. Haar dochter, 20 jaar, verneemt wie haar biologische vader was, maar hij is ondertussen overleden. Kan zij nog iets ondernemen?
* **Antwoord:** Ja, een vordering tot gerechtelijke vaststelling van vaderschap kan ook tegen de erfgenamen van een overleden man worden ingesteld. De dochter kan dus proberen om via haar biologische vader (vertegenwoordigd door zijn erfgenamen) haar afstamming te laten vaststellen.
Zou de dochter hetzelfde kunnen doen indien de man nog geleefd had, maar al 80 jaar was?
* **Antwoord:** Ja, in beginsel wel. Hoewel de termijnen voor het instellen van vorderingen van belang zijn, is de rechtspraak flexibel geworden om het belang van het kind om zijn identiteit te kennen, te waarborgen. De leeftijd van de man op zich is geen absolute beletsel meer, maar de rechtbank zal de belangen van het kind afwegen tegen de belangen van de man en de bestaande familiale situatie.
## 4.7 Belangrijke wetsartikelen
* **Vaderschapsregel:** Artikel 315 BW
* **Betwisting vaderschap:** Artikel 318 BW
* **Erkenning en gerechtelijke vaststelling VS:** Artikelen 319 en 322 BW
* **Toestemmingsvereiste bij erkenning/verzetsmogelijkheid bij ger. vaststelling VS:** Artikelen 329bis en 332quinquies BW
* **2-in-1 vordering:** Artikelen 318, §5 en 330, §3 BW
---
# Huwelijk: totstandkoming, beletselen en einde
Dit deel behandelt de voorwaarden voor de totstandkoming van een huwelijk, de beletselen die een huwelijk kunnen verhinderen, en de manieren waarop een huwelijk kan eindigen, namelijk door overlijden, echtscheiding of nietigverklaring.
## 5. Huwelijk: totstandkoming, beletselen en einde
### 5.1 Totstandkoming van het huwelijk
#### 5.1.1 Begrip
Het huwelijk wordt gedefinieerd als een privaatrechtelijke instelling, gebaseerd op een vormelijk contract, die rechtsbescherming verleent aan een op seksualiteit gesteunde, bestendige levensgemeenschap tussen twee personen.
#### 5.1.2 Grondvoorwaarden
* **Toestemmen:** Er moet sprake zijn van wederzijdse toestemming met het doel een levensgemeenschap aan te gaan.
* **Schijnhuwelijk:** Een huwelijk waarvan het doel niet de opbouw van een doelgebonden levensgemeenschap is, is vatbaar voor vernietiging. De klassieke wilsgebreken uit het contractenrecht (bedrog, dwaling, benadeling) zijn in principe niet toepasbaar, met uitzondering van dwaling omtrent de identiteit van de persoon, geweld en bedreiging die determinerende beweegredenen waren.
* **Geslacht:** Het geslacht van de personen speelt geen rol meer; het huwelijk is mogelijk tussen personen van verschillend of hetzelfde geslacht.
* **Huwelijksbeletselen:** Er zijn specifieke beletselen die een huwelijk verbieden of beperken.
#### 5.1.3 Huwelijksbeletselen
* **Verbod van bloed- of aanverwantschap:**
* **Rechte lijn:** Een absoluut verbod op huwelijk tussen alle bloedverwanten in de rechte lijn (bv. ouder-kind). Dit geldt ook voor aanverwanten in de rechte lijn (bv. schoonouder-schoonkind).
* **Zijlijn:** Een verbod op huwelijk tussen bloedverwanten in de zijlijn tot en met de derde graad (bv. broer-zus, neef-nicht).
* **Ontheffing:** Een rechter kan om gewichtige redenen ontheffing verlenen van deze verboden, met uitzondering van de rechte lijn.
* **Verbod van bigamie:** Het is verboden om een huwelijk aan te gaan terwijl men nog gehuwd is.
* **Meerderjarigheid:** Beide personen moeten meerderjarig zijn. Ontheffing van de minderjarigheid is mogelijk indien er sprake is van gewichtige redenen en met inachtneming van de toestemming van de ouders.
#### 5.1.4 Vormvoorwaarden
* **Aangifte van het huwelijk:** Er is een aangifteplicht en formaliteiten die vastgelegd worden in de Databank Akten Burgerlijke Stand (DABS). Er geldt een wachttijd.
* **Voltrekking:** Het huwelijk wordt in het openbaar voltrokken voor een ambtenaar van de burgerlijke stand, eventueel met maximum vier getuigen.
* **Burgerlijk en religieus huwelijk:** Eerst vindt het burgerlijk huwelijk plaats, gevolgd door het eventuele religieuze huwelijk.
#### 5.1.5 Sancties op het niet naleven van de voorwaarden
* **Preventief:** De ambtenaar van de burgerlijke stand kan de huwelijksvoltrekking uitstellen of weigeren bij het niet naleven van de voorwaarden, met name bij vermoeden van schijnhuwelijken.
* **Achteraf:** Nietigverklaring van het huwelijk, wat terugwerkt tot het moment van het aangaan ervan (ex tunc).
### 5.2 Einde van het huwelijk
Het huwelijk kan op de volgende wijzen eindigen:
#### 5.2.1 Dood van een echtgenoot
Het overlijden van één van de echtgenoten beëindigt het huwelijk.
#### 5.2.2 Echtscheiding
Sinds 2007 zijn er nog maar twee echtscheidingsgronden:
* **Onherstelbare ontwrichting van het huwelijk:**
* **Begrip:** De voortzetting van de samenleving en de hervatting ervan is onmogelijk geworden door de ontwrichting. Er is geen schuldvraag meer.
* **Bewijs van ontwrichting:** Kan rechtstreeks worden aangetoond (bv. overspel) of blijken uit het feit dat de echtgenoten enige tijd gescheiden leven.
* **Feitelijke scheiding van één jaar:** Indien één echtgenoot de echtscheiding vraagt.
* **Feitelijke scheiding van zes maanden:** Indien beide echtgenoten de echtscheiding vragen.
* **Feitelijke scheiding korter dan zes maanden:** De rechter spreekt de echtscheiding pas uit na een herhaalde echtscheidingsaanvraag, met een wettelijk bepaalde tussenperiode.
* **Procedure:** Er is geen minimumduur van het huwelijk vereist om een echtscheidingsprocedure te starten. De procedure kan via dagvaarding of verzoekschrift verlopen, afhankelijk van de vordering. Er zijn mogelijkheden voor voorlopige maatregelen. Het echtscheidingsvonnis treedt in werking vanaf de dag dat het in kracht van gewijsde treedt, met terugwerkende kracht tot de dag van de vordering voor de vereffening en verdeling van de goederen. Tegenover derden werkt het pas vanaf de overschrijving in de registers van de burgerlijke stand.
* **Onderlinge toestemming (EOT):**
* **Begrip:** De echtgenoten zijn niet alleen akkoord over de ontbinding van het huwelijk, maar ook over alle vermogensrechtelijke, persoonlijke en alimentatiegerelateerde gevolgen, zowel voor zichzelf als voor de gemeenschappelijke kinderen. Er is geen schuld vereist.
* **Procedure:** Omvat een buitengerechtelijke fase waarin akkoorden worden gesloten over familierechtelijke en vermogensrechtelijke aangelegenheden, en een gerechtelijke fase waarin de familierechtbank enkel de legaliteit en de regeling voor minderjarige kinderen toetst.
#### 5.2.3 Nietigverklaring van het huwelijk
De nietigverklaring werkt terug tot het moment van aangaan van het huwelijk (ex tunc). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een schijnhuwelijk of bij een aangetast toestemmingsvereiste. De wilsgebreken dwaling en bedrog zijn in principe niet toepasbaar, tenzij er sprake is van dwaling omtrent de identiteit van de persoon. Geweld en bedreiging kunnen wel leiden tot nietigverklaring.
### 5.3 De afstamming (relevante aspecten voor huwelijk)
Hoewel de afstamming een breder thema is, zijn er enkele cruciale raakvlakken met het huwelijk die relevant zijn voor de totstandkoming van een huwelijk en de daaruit voortvloeiende juridische banden.
#### 5.3.1 Vaststelling van de afstamming van vaderszijde binnen het huwelijk
* **Vaderschapsregel ("Pater is est quem nuptiae demonstrant"):** De echtgenoot van de moeder wordt automatisch als vader beschouwd van het kind dat tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring ervan wordt geboren. Dit geldt ook voor kinderen die verwekt zijn voor het huwelijk en geboren worden tijdens het huwelijk, of die verwekt zijn tijdens het huwelijk en geboren worden na de ontbinding (binnen 300 dagen).
* **Betwisting van het vaderschap op basis van de vaderschapsregel:** Dit kan enkel indien het kind geen bezit van staat vertoont ten aanzien van de juridische vader. De vordering kan worden ingesteld door de moeder, het kind, de juridische vader (echtgenoot van de moeder) of de man die het vaderschap opeist (beweerde biologische vader). Er gelden korte vervaltermijnen, hoewel het Grondwettelijk Hof de absolute aard van deze termijnen heeft genuanceerd met het oog op het belang van het kind. Het bewijs van niet-vaderschap kan met alle wettelijke middelen geleverd worden, vaak via DNA-onderzoek.
#### 5.3.2 Vaststelling van de afstamming van vaderszijde buiten het huwelijk
* **Erkenning:** Dit is een spontaan initiatief van de vermeende vader. Een erkenning is mogelijk indien er geen vader is op grond van de vaderschapsregel of meemoederschapsregel. De erkenning kan prenataal plaatsvinden en werkt retroactief tot de geboorte. Erkenning vereist toestemming van de moeder en, indien het kind 12 jaar of ouder is, ook van het kind zelf. Weigering van toestemming kan door de rechter worden getoetst aan het belang van het kind.
* **Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap:** Dit kan worden ingesteld wanneer er geen vader is op grond van de vaderschapsregel en er geen erkenning is. De vordering wordt ingesteld tegen de beweerde vader. Het bewijs kan geleverd worden met alle wettelijke middelen, waaronder bezit van staat en DNA-onderzoek. Ook hier kunnen personen verzet aantekenen indien het de belangen van het kind raakt.
#### 5.3.3 De "twee-in-één vordering"
Dit is een gecombineerde vordering waarbij eerst het juridisch vaderschap van de echtgenoot van de moeder of de erkennende vader wordt betwist, en vervolgens het vaderschap van de beweerde biologische vader wordt vastgesteld. Deze vordering is enkel gegrond indien het biologisch vaderschap van de beweerde vader vaststaat en er geen verzet is van bepaalde personen. Het doel is om te vermijden dat het kind vaderloos zou zijn of dat een niet-biologische vader juridisch vader wordt.
#### 5.3.4 Medisch Begeleide Voortplanting en meemoederschap
De wet erkent de juridische afstamming ten aanzien van de wensouders, los van de biologische realiteit, gebaseerd op hun toestemming tot het ouderschapsproject. De regels voor meemoederschap zijn analoog aan die voor vaderschap. Een kind kan slechts één moeder en één juridische vader hebben, of één moeder en één meemoeder. Het is niet mogelijk om tegelijkertijd een vader en een meemoeder te hebben.
> **Tip:** Bij de studie van afstamming is het cruciaal om de verschillende hypotheses (binnen/buiten huwelijk, erkenning, gerechtelijke vaststelling) nauwkeurig te onderscheiden en de toepasselijke wetsartikelen te kennen. De belangen van het kind staan centraal bij elke afweging door de rechter.
---
Dit overzicht beoogt een grondige voorbereiding op het examen te bieden. Zorg ervoor dat u de relevante wetsartikelen en jurisprudentie, zoals de zaak Delphine Boël, goed bestudeert.
---
# Wettelijke samenwoning: totstandkoming, einde en gevolgen
Dit onderdeel van de studiehandleiding behandelt de totstandkoming, vormvereisten, sancties en het einde van wettelijke samenwoning, met een verwijzing naar de zelfstudie van de vermogensrechtelijke gevolgen.
## 6. Wettelijke samenwoning: totstandkoming, einde en gevolgen
### 6.1 Totstandkoming van wettelijke samenwoning
Wettelijke samenwoning wordt gedefinieerd als de toestand van samenleven van twee personen die een verklaring hebben afgelegd overeenkomstig artikel 1476 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De basisvoorwaarden hiervoor zijn:
* **Toestemming:** Beide personen moeten instemmen met de wettelijke samenwoning. Dit kan gemotiveerd zijn door een gedeeld levensproject ('levenspartners') of door economische overwegingen.
* **Handelingsbekwaamheid:** Beide personen moeten handelingsbekwaam zijn om de verklaring af te leggen.
* **Niet gebonden door ander huwelijk of wettelijke samenwoning:** Personen die reeds gehuwd zijn of een andere wettelijke samenwoning hebben, kunnen geen nieuwe wettelijke samenwoning aangaan.
#### 6.1.1 Vormvereisten
De totstandkoming van wettelijke samenwoning vereist specifieke vormvereisten:
* **Geschrift:** De verklaring moet schriftelijk worden opgesteld en de gegevens vermeld in artikel 1476, §1 BW bevatten.
* **Overhandiging aan ambtenaar burgerlijke stand:** Het geschrift moet worden overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
#### 6.1.2 Quid schijnwettelijke samenwoning en gedwongen wettelijke samenwoning?
Net als bij het huwelijk, bestaat de mogelijkheid van schijnwettelijke samenwoning, waarbij de intentie om een gemeenschappelijke levenswijze te vormen ontbreekt. Ook gedwongen wettelijke samenwoning, waarbij een van de partners onder druk wordt gezet, is mogelijk. Deze situaties worden gesanctioneerd.
#### 6.1.3 Sancties op het niet naleven van de voorwaarden
* **Preventief:** De ambtenaar van de burgerlijke stand kan de melding in het bevolkingsregister weigeren of uitstel verlenen, met name indien er een vermoeden is van schijn- of gedwongen wettelijke samenwoning. Dit is geregeld in artikel 1476quater BW.
* **Achteraf:** Indien de voorwaarden niet worden nageleefd, kan de wettelijke samenwoning nietig worden verklaard. Dit is voorzien in artikel 1476quinquies BW, specifiek voor schijn- en gedwongen wettelijke samenwoning. De nietigverklaring werkt retroactief (ex tunc).
### 6.2 Einde van de wettelijke samenwoning
De wettelijke samenwoning eindigt in de volgende gevallen:
* **Huwelijk van één van de samenwoners:** Indien één van de wettelijk samenwonenden een huwelijk aangaat, eindigt de wettelijke samenwoning.
* **Overlijden van één van de samenwoners:** Het overlijden van een van de partners beëindigt de wettelijke samenwoning.
* **Verklaring bij ambtenaar burgerlijke stand:** Eén of beide samenwonenden kunnen de beëindiging van de wettelijke samenwoning verklaren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Het einde van de wettelijke samenwoning dient te worden onderscheiden van de feitelijke samenwoning, waarbij er geen wettelijke bescherming is voor de twee-relatie.
### 6.3 Gevolgen van de wettelijke samenwoning
De vermogensrechtelijke gevolgen van wettelijke samenwoning worden behandeld in Deel II van het Familiaal Vermogensrecht en dienen zelfstandig verwerkt te worden.
---
**Tip:** Wettelijke samenwoning is een contractuele regeling die minder ver strekt dan het huwelijk, maar wel juridische bescherming biedt aan samenwonende partners, voornamelijk op familiaal en vermogensrechtelijk vlak. Het is essentieel om de specifieke vormvereisten en de gevallen van beëindiging te kennen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Personenrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met het statuut van de persoon als individu en juridisch subject. Het regelt de rechten en plichten die inherent zijn aan het mens-zijn. |
| Familierecht | Het rechtsgebied dat de regels omvat met betrekking tot de status van personen in hun relatie tot anderen, met name de verhoudingen die ontstaan uit voortplanting en samenlevingsverbanden. |
| Familiaal vermogensrecht | Het rechtsgebied dat de patrimoniale of vermogensrechtelijke gevolgen van familierechtelijke verhoudingen regelt. Dit omvat onder meer huwelijksvermogensrecht, samenwoningsrecht, schenkingen en erfrecht. |
| Patrimonium | Het geheel van goederen, rechten en plichten die een juridisch subject bezit. In de context van familierecht verwijst het naar de vermogensrechtelijke gevolgen van familiebanden. |
| Huwelijksvermogensrecht | Het onderdeel van het familiaal vermogensrecht dat de vermogensrechtelijke betrekkingen tussen echtgenoten regelt, zowel tijdens het huwelijk als bij ontbinding ervan, en onderscheidt tussen het primaire en secundaire stelsel. |
| Secundair stelsel | De huwelijksvermogensregeling die echtgenoten vrijelijk kunnen overeenkomen, naast het wettelijk bepaalde primaire stelsel. Hieronder vallen onder andere het wettelijk stelsel en de scheiding van goederen. |
| Primair stelsel | Het wettelijk vastgelegde regime van huwelijksvermogensrecht dat van toepassing is op alle gehuwde koppels, ongeacht hun keuze voor een secundair stelsel. Dit regelt fundamentele verplichtingen tussen echtgenoten. |
| Erfrecht | Het rechtsgebied dat de regels bepaalt voor de overgang van nalatenschappen (vermogen, rechten en plichten) van een overleden persoon naar diens erfgenamen, zowel bij versterf (intestaat) als op basis van een testament (testamentair). |
| Reservataire erfgenamen | Erfgenamen die door de wet beschermd worden tegen onterving, zoals de wettelijke erfgenamen in rechte lijn (kinderen, afstammelingen). Hun wettelijk voorbehouden deel kan niet volledig door een testament worden ontnomen. |
| Natuurlijke persoon | Een mens van vlees en bloed, die als juridisch subject drager is van rechten en plichten. De persoonlijkheid van een natuurlijke persoon ontstaat bij de geboorte en eindigt bij de dood. |
| Rechtspersoon | Een juridische entiteit die door de wet is erkend en de mogelijkheid heeft om zelfstandig rechten en plichten te hebben, contracten aan te gaan en voor de rechtbank te verschijnen, net als een natuurlijk persoon. |
| Rechtsbekwaamheid | Het vermogen om drager te zijn van rechten en plichten. In principe is iedere persoon rechtsbekwaam. |
| Handelingsbekwaamheid | Het vermogen om zelfstandig rechtshandelingen te stellen en rechtsgeldig zijn wil te uiten. Dit vermogen is gebonden aan leeftijd en mogelijke beschermingsstatuut. |
| Wilsbekwaamheid | Het vermogen om de gevolgen van eigen beslissingen te begrijpen en om dienovereenkomstig te handelen. Dit is een medische en psychologische beoordeling en niet identiek aan handelingsbekwaamheid. |
| Afstamming | De juridische band tussen een kind en zijn ouders. Deze band kan oorspronkelijk (meestal gebaseerd op biologische realiteit of intentie) of adoptief zijn. |
| Oorspronkelijke afstamming | De juridische band tussen een kind en zijn ouders die zo veel mogelijk gebaseerd is op de biologische realiteit, maar ook rekening kan houden met sociale werkelijkheid of intentie, zoals bij gezinnen die gebruik maken van medisch begeleide voortplanting. |
| Adoptieve afstamming | Een juridische instelling waarbij een kind een wettelijke band krijgt met zijn adoptiefouders. Dit kan volledig zijn, waarbij de band met de biologische ouders wordt verbroken, of gewoon, waarbij bepaalde juridische banden behouden blijven. |
| Moederschapsregel | De vaststelling van het moederschap, gebaseerd op het principe "mater semper certa est" (de moeder is altijd zeker). De moeder is de persoon die als zodanig in de geboorteakte is vermeld. |
| Vaderschapsregel | De automatische vaststelling van het vaderschap binnen het huwelijk, gebaseerd op het principe "pater est quem nuptiae demonstrant". De echtgenoot van de moeder wordt geacht de vader te zijn van het kind dat tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring daarvan geboren wordt. |
| Erkenning (vaderschap) | Een vrijwillige handeling waarbij een man het vaderschap op zich neemt voor een kind, indien er geen vader is op grond van de vaderschapsregel of meemoederschapsregel. Dit kan prenataal of postnataal gebeuren. |
| Gerechtelijke vaststelling van vaderschap | Een procedure waarbij een rechter op vordering van het kind, de moeder of de beweerde vader het vaderschap vaststelt. Dit gebeurt wanneer er geen vader is op grond van de vaderschapsregel en geen erkenning heeft plaatsgevonden. |
| Bezit van staat | Een feitelijke toestand waarbij een persoon gedurende een bepaalde periode als vader (of andere ouder) wordt erkend en behandeld, zowel door het kind als door de familie en de maatschappij. Dit kan een rol spelen bij de betwisting van vaderschap. |
| Betwisting vaderschap | Een juridische procedure waarbij het vaderschap van een juridische vader wordt aangevochten, omdat men van mening is dat deze persoon niet de biologische vader is. Dit kan gebeuren op grond van de vaderschapsregel of op grond van een erkenning. |
| Twee-in-één vordering | Een gecombineerde vordering waarbij eerst het juridisch vaderschap van de echtgenoot van de moeder of een erkennende vader wordt betwist, en vervolgens de juridische vaststelling van het vaderschap van de beweerde biologische vader wordt gevraagd. |
| Meemoederschap | De juridische erkenning van het moederschap door een tweede vrouw in een relatie met een vrouw die een kind baart, bijvoorbeeld via medisch begeleide voortplanting. De regels hiervoor zijn analoog aan die voor vaderschap. |
| Medisch begeleide voortplanting (MBV) | Technieken voor voortplanting die medische tussenkomst vereisen, zoals donorinseminatie of in-vitrofertilisatie. Het juridische ouderschap kan hierbij losstaan van de biologische afstamming. |
| Schijnhuwelijk | Een huwelijk dat gesloten wordt met een ander doel dan het stichten van een doelgebonden levensgemeenschap, bijvoorbeeld om administratieve redenen of verblijfsvergunningen te verkrijgen. Dit kan leiden tot nietigverklaring van het huwelijk. |
| Wilsgebreken | Gebreken in de toestemming die een contract of rechtshandeling ongeldig kunnen maken. Bij het huwelijk zijn klassieke wilsgebreken zoals bedrog en dwaling slechts uitzonderlijk inroepbaar. |
| Huwelijksbeletselen | Wettelijke verboden of beperkingen op het sluiten van een huwelijk, gebaseerd op bloedverwantschap, aanverwantschap, bigamie of leeftijd. |
| Onherstelbare ontwrichting van het huwelijk | Een echtscheidingsgrond die inhoudt dat de voortzetting van de samenleving onmogelijk is geworden, los van enige schuldvraag. De ontwrichting kan blijken uit feitelijke scheiding van minstens zes maanden tot een jaar. |
| Echtscheiding door onderlinge toestemming (EOT) | Een echtscheidingsvorm waarbij beide echtgenoten het eens zijn over de ontbinding van het huwelijk en alle gevolgen daarvan, waaronder vermogensrechtelijke en persoonlijke aspecten. |
| Wettelijke samenwoning | Een situatie van samenleven tussen twee personen die een verklaring hebben afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, en die rechtsgevolgen met zich meebrengt, hoewel deze minder verstrekkend zijn dan bij een huwelijk. |