2026_geschiedenis_3DDG mim.pdf
Summary
# Het historisch referentiekader en periodisering
Dit onderwerp behandelt het begrijpen en situeren van historische gebeurtenissen, personen en kenmerken in tijd, ruimte en maatschappelijke domeinen, inclusief de kritische reflectie op de beperkingen van de westerse periodisering [2](#page=2).
### 1.1 Structuurbegrippen voor het historisch referentiekader
Het onderbouwen van een historisch referentiekader vereist het gebruik van structuurbegrippen die betrekking hebben op tijd, ruimte en maatschappelijke domeinen, evenals het identificeren van scharnierpunten die overgangen tussen historische periodes markeren [2](#page=2).
#### 1.1.1 Situeren in de tijd
Het courante westerse historisch referentiekader kent zeven periodes [2](#page=2):
* De prehistorie
* Het oude Nabije Oosten
* De klassieke oudheid
* De middeleeuwen
* De vroegmoderne tijd
* De moderne tijd
* De hedendaagse tijd
Historische kenmerken, personen, plaatsen, ontwikkelingen en gebeurtenissen kunnen binnen deze periodes en op een tijdlijn gesitueerd worden. Hiervoor worden de volgende structuurbegrippen rond tijd gebruikt [2](#page=2):
* **Tijdrekening**: Systemen voor het tellen en indelen van tijd.
* **Chronologie**: De volgorde van gebeurtenissen in de tijd.
* **Continuïteit**: Het voortduren van bepaalde kenmerken of processen over tijd.
* **Verandering**: Het optreden van vernieuwingen of transformaties.
* **Breuk**: Een abrupte en ingrijpende verandering.
* **Evolutie**: Een geleidelijke ontwikkeling.
* **Revolutie**: Een snelle en ingrijpende verandering.
* **Gelijktijdigheid**: Het gelijktijdig plaatsvinden van gebeurtenissen of processen.
* **Ongelijktijdigheid**: Het niet gelijktijdig plaatsvinden van gebeurtenissen of processen.
> **Voorbeeld:** De Reformatie kan binnen de juiste historische periode gesitueerd worden. De val van de Berlijnse Muur kan geanalyseerd worden op continuïteit of verandering in de naoorlogse periode in Europa [3](#page=3).
#### 1.1.2 Situeren in de ruimte
Historische kenmerken, personen, plaatsen, ontwikkelingen en gebeurtenissen kunnen ook op een kaart gesitueerd worden. Hierbij worden de volgende structuurbegrippen rond ruimte gehanteerd [3](#page=3):
* (West-)Europees
* Mondiaal
* Westers
* Niet-westers
* Stedelijk
* Ruraal
* Continentaal
* Maritiem
> **Voorbeeld:** De regio's van de eerste industriële revolutie kunnen aan de hand van grondstoffen op een kaart gesitueerd worden. De imperialistische ambities van Wilhelm II kunnen, op basis van bronnen, Europees of mondiaal gesitueerd worden [3](#page=3).
#### 1.1.3 Situeren in maatschappelijke domeinen
Historische kenmerken, personen, plaatsen, ontwikkelingen en gebeurtenissen kunnen worden gesitueerd binnen vier maatschappelijke domeinen [4](#page=4):
* Cultureel domein
* Economisch domein
* Politiek domein
* Sociaal domein
> **Voorbeeld:** De gotiek kan binnen het juiste maatschappelijke domein gesitueerd worden. Een propagandaposter van Jozef Stalin kan in verschillende maatschappelijke domeinen gesitueerd worden [4](#page=4).
#### 1.1.4 Scharnierpunten
Scharnierpunten zijn gebeurtenissen of evoluties die de overgang vormen tussen historische periodes. Deze kunnen eigen zijn aan specifieke periodes, zoals de moderne en hedendaagse tijd. Het situeren van scharnierpunten in tijd, ruimte en maatschappelijke domeinen is essentieel om hun betekenis te begrijpen [4](#page=4).
> **Voorbeeld:** De Franse Revolutie kan gesitueerd worden in tijd, ruimte en domeinen. Het einde van de Tweede Wereldoorlog kan worden toegelicht als begin van een nieuwe historische periode [4](#page=4).
### 1.2 Beperkingen van de westerse periodisering
De westerse periodisering, met zijn zeven historische periodes, kan worden vergeleken met andere periodiseringen in tijd, ruimte en maatschappelijke domeinen. De gelijkenissen en verschillen kunnen worden verklaard aan de hand van de principes van periodisering [4](#page=4):
* **Afbakening op basis van een selectie van kenmerken en gebeurtenissen**: Periodisering is gebaseerd op specifieke keuzes welke gebeurtenissen of kenmerken als belangrijk worden beschouwd.
* **Afbakening met een symbolische begin- en einddatum**: Periodes worden vaak afgebakend door symbolische data die niet altijd de realiteit accuraat weerspiegelen.
* **Afbakening is een constructie achteraf**: De indeling in periodes is een interpretatie die historici achteraf maken, niet een objectieve realiteit.
Periodisering heeft inherente beperkingen, waaronder [5](#page=5):
* **Een etnocentrische blik**: De focus ligt vaak op de geschiedenis van één cultuur of volk, meestal de eigen cultuur.
* **Een ruimtelijk beperkte blik**: Historische ontwikkelingen worden soms te veel vanuit een lokaal of regionaal perspectief bekeken.
* **Een gebrek aan meerdere perspectieven**: Alternatieve of niet-westerse perspectieven kunnen onderbelicht blijven.
* **Morele maatstaf**: Periodes kunnen worden beoordeeld aan de hand van hedendaagse normen en waarden.
> **Tip:** Het is belangrijk om kritisch te kijken naar de gebruikte periodisering en te beargumenteren welke gevolgen de gemaakte keuzes hebben [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Onderzocht kan worden welke principes van periodisering gebruikt worden in de periodisering van China. De keuze voor het Congres van Wenen als scharnierpunt in het courante historische referentiekader kan worden beargumenteerd als getuigend van een eurocentrische blik [5](#page=5).
### 1.3 Kenmerken en leerinhouden
De kenmerken van samenlevingen en interculturele contacten zijn over historische periodes geformuleerd. Voor de moderne en hedendaagse tijd worden specifieke leerinhouden aangereikt die de studenten moeten kunnen onderscheiden. Deze kenmerken en leerinhouden zijn cruciaal voor het examen [5](#page=5).
Voor westerse en niet-westerse samenlevingen uit de moderne en hedendaagse tijd geldt dat studenten [5](#page=5):
* Kenmerken van de verschillende maatschappelijke domeinen en interculturele contacten moeten kunnen toelichten.
* Verbanden tussen de maatschappelijke domeinen moeten kunnen toelichten.
---
# Kenmerken van samenlevingen en interculturele contacten
Dit onderwerp analyseert de politieke, sociale, culturele en economische kenmerken van westerse en niet-westerse samenlevingen in de moderne en hedendaagse tijd, evenals de aard van hun interculturele contacten [5](#page=5).
### 2.1 Kenmerken van maatschappelijke domeinen en interculturele contacten
Voor zowel westerse als niet-westerse samenlevingen in de moderne en hedendaagse tijd, is het cruciaal om de kenmerken van de verschillende maatschappelijke domeinen te kunnen onderscheiden en verbanden daartussen te leggen [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 2.1.1 Politieke kenmerken
Politieke kenmerken omvatten concepten zoals staats(her)vorming, veranderende territoriale invulling, imperialisme, kolonialisme en dekolonisatie. Daarnaast vallen politieke ideologieën, breuklijnen, de natiestaat, bestuurlijke organisatie en verschillende staatsvormen hieronder. Specifieke staatsvormen die benoemd worden zijn de totalitaire staat, de rechtsstaat, de dictatuur en de democratie. Verder zijn mensenrechten en supranationale en intergouvernementele organisaties relevant [6](#page=6).
#### 2.1.2 Sociale kenmerken
Sociale kenmerken richten zich op de structuur van de samenleving, zoals een gelaagde samenleving, en de overgang naar industriële en postindustriële samenlevingen. Sociale bewegingen, gelijkheid en ongelijkheid, vrijheid en onvrijheid, en de dynamieken van oorlog, geweld en vrede zijn hierin opgenomen. Genocide, minderheden, wij-zij-denken, burgerrechten, onderdrukking en emancipatie, en migratie vallen eveneens onder dit domein [6](#page=6).
#### 2.1.3 Culturele kenmerken
Culturele kenmerken omvatten tradities en gewoonten, mens- en wereldbeelden, kunst- en cultuuruitingen, en levensbeschouwingen. Ook de multiculturele samenleving, fundamentalisme, de rol van wetenschappen en technologie, en propaganda zijn belangrijke elementen [6](#page=6).
#### 2.1.4 Economische kenmerken
Economische kenmerken bestrijken economische systemen, industrialisering, kapitalisme en mondialisering. Arbeidsorganisatie, productiemethoden, de beschikbaarheid van grondstoffen en materialen, en energiebronnen zijn hierin essentieel. Verder worden de consumptiemaatschappij, vraag en aanbod, concurrentie en de transport(r)evolutie behandeld [6](#page=6).
### 2.2 Interculturele contacten
De aard van interculturele contacten tussen westerse en niet-westerse samenlevingen in de moderne en hedendaagse tijd kan divers zijn. Dit kan variëren van vreedzaam contact tot gewelddadig contact. Andere vormen zijn wederkerigheid, uitbuiting, cultuurvermenging en cultuurdominantie. Ook wederzijdse perceptie en wederzijdse impact zijn hierin belangrijk. Bij het beschrijven van samenlevingen is het van belang om begrippen en personen te gebruiken die relevant zijn voor die specifieke samenlevingen [7](#page=7).
### 2.3 Leerinhouden moderne tijd
#### 2.3.1 Westerse samenleving en interculturele contacten (moderne tijd)
De moderne tijd in westerse samenlevingen wordt gekenmerkt door de restauratie en revolutie na het Congres van Wenen, waarbij de doelstellingen, beslissingen en gevolgen van dit congres relevant zijn. Liberalisme en nationalisme kwamen op, met specifieke ideeën die de politieke landschappen vormden. Het ontstaan van België, met figuren als Willem I en de gebeurtenissen rond de Belgische revolutie, illustreert de politieke ontwikkelingen. De kenmerken van de Belgische staat, zoals de constitutionele parlementaire monarchie, het cijnskiesrecht en de unionistische en confessionele standpunten in de grondwet, zijn hierbij van belang [7](#page=7).
Industrialisatie, met de eerste en tweede industriële revolutie, transformeerde de economie. Dit omvatte veranderingen in economische sectoren, grondstoffen en energie, transport en communicatie, en bedrijfsorganisatie. Industrialisatie in België werd mogelijk gemaakt door specifieke factoren [8](#page=8).
De moderne tijd zag ook het ontstaan van een klassenmaatschappij in Europa, leidend tot sociale strijd. Proletarisering, kinderarbeid en de leef- en werkomstandigheden van arbeiders stonden centraal. Verbeteringen kwamen voort uit coöperaties, mutualiteiten, vakbonden en sociale wetgeving. Ideologieën zoals marxisme, sociaaldemocratie en christendemocratie boden verschillende antwoorden op deze sociale kwesties [8](#page=8).
Migratie, met name van Europa naar Amerika, was een significant sociaal fenomeen [8](#page=8).
Cultureel uitte de moderne tijd zich in diverse kunststromingen zoals romantiek, realisme, impressionisme, kubisme, expressionisme, art nouveau, surrealisme en abstracte kunst. Het analyseren van kunstwerken aan de hand van de kenmerken van deze stromingen is een belangrijk examenonderdeel [9](#page=9).
Modern imperialisme, met name Europees imperialisme, kende specifieke voorwaarden en motieven, zoals de wedloop om Afrika en de impact op de buiten-Europese wereld. Belgisch imperialisme in Congo, met de Congo-Vrijstaat onder Leopold II en het rubberregime, had een verwoestende impact op de Congolese bevolking, wat leidde tot kritiek en een veranderende historische beeldvorming [9](#page=9).
De Eerste Wereldoorlog had diepgaande gevolgen, met specifieke aanleidingen, oorzaken en de overgang van bewegingsoorlog naar loopgravenoorlog. De Vrede van Versailles en de bepalingen ervan, evenals de bedoelde en onbedoelde gevolgen, legden de basis voor latere conflicten [10](#page=10).
Het interbellum zag de opkomst van totalitarisme, zoals het stalinisme in de Sovjet-Unie (met economisch, politiek en cultureel beleid), het fascisme in Italië en nazi-Duitsland. Antisemitisme en de uitsluiting en vervolging van Joden waren kenmerkend voor nazi-Duitsland [10](#page=10) [11](#page=11).
De Tweede Wereldoorlog, met haar oorzaken, verloop, afloop en gevolgen, had een immense impact. De Holocaust is een cruciaal onderdeel van deze periode [11](#page=11) [12](#page=12).
#### 2.3.2 Niet-westerse samenleving en interculturele contacten (moderne tijd)
In de moderne tijd was China een belangrijke niet-westerse samenleving met eigen politieke, sociale, culturele en economische kenmerken. De interculturele contacten met het Westen, zowel qua aard als gevolgen, zijn hierin relevant [12](#page=12).
### 2.4 Leerinhouden hedendaagse tijd
#### 2.4.1 Westerse samenleving en interculturele contacten (hedendaagse tijd)
De hedendaagse tijd kenmerkt zich door een nieuwe wereldorde, met de oprichting en werking van de Verenigde Naties (VN) als belangrijk orgaan voor internationale samenwerking en conflictbeheersing. De Koude Oorlog, met haar ontstaan, verloop (in Europa en buiten Europa), oprichting van de NAVO en het Warschaupact, en uiteindelijke afloop door de val van de Berlijnse Muur en de implosie van de Sovjet-Unie, bepaalde lange tijd de internationale verhoudingen. Actuele verhoudingen tussen de Verenigde Staten en Rusland zijn hier een direct gevolg van [12](#page=12).
Europese eenmaking, met de oprichting van de Europese Unie (EU), haar doelstellingen, de bevoegdheden van de Europese instellingen en actuele uitdagingen, is een cruciaal politiek en economisch proces [13](#page=13).
Dekolonisatie, met name van Belgisch Congo naar onafhankelijkheid, is een belangrijk proces met eigen oorzaken en verloop. De politieke regimes in Congo na 1960 en de actuele verhoudingen tussen België en Congo zijn hierin relevant [13](#page=13).
In België zelf spelen breuklijnen en conflicten, zoals de drie voornaamste breuklijnen, de koningskwestie en de overgang van verzuiling naar ontzuiling, een belangrijke rol. België is een federale staat met specifieke bestuursniveaus en bevoegdheden van gewesten, gemeenschappen, de federale overheid en de Europese Unie. De standpunten van Vlaamse partijen en hun voorzitters zijn hierin relevant [13](#page=13).
Cultureel worden emancipatieprocessen zoals de seksuele revolutie, de strijd voor LGBTQIA+ rechten, en de strijd tegen rassensegregatie in de Verenigde Staten behandeld. Kunststromingen zoals popart, postmodernisme, Cobra, minimal art, optical art, land art en conceptuele kunst kenmerken de hedendaagse tijd [14](#page=14).
Actuele internationale verhoudingen en de evolutie van machtsverhoudingen sinds 1990, met name de Israëlisch-Palestijnse kwestie, zijn onderwerp van studie [14](#page=14).
#### 2.4.2 Niet-westerse samenleving en interculturele contacten (hedendaagse tijd)
De Volksrepubliek China heeft na de communistische staatsgreep door Mao Zedong, met specifieke kenmerken van zijn beleid, een periode van modernisering onder Deng Xiaoping gekend en kent nu een beleid onder Xi Jinping met eigen politieke, sociale, culturele en economische kenmerken. De interculturele contacten van China met het Westen, zowel qua aard als gevolgen, zijn cruciaal in de hedendaagse wereld [15](#page=15).
### 2.5 Vergelijking van samenlevingen en historische periodes
Het vergelijken van kenmerken van bestudeerde samenlevingen, zowel binnen eenzelfde periode als tussen verschillende historische periodes, is essentieel. Dit geldt voor de vergelijking van westerse en niet-westerse samenlevingen in de moderne en hedendaagse tijd, en in bredere zin over alle bestudeerde periodes: prehistorie, het oude nabije oosten, de klassieke oudheid, de middeleeuwen, de vroegmoderne tijd, de moderne tijd en de hedendaagse tijd. Hierbij worden gelijkenissen en verschillen onderscheiden [15](#page=15).
Vergelijkingspunten voor politieke kenmerken omvatten imperialisme en staatsvormen zoals democratie en dictatuur. Culturele kenmerken zijn onder meer kunstuitingen, de multiculturele samenleving en propaganda. Sociale kenmerken betreffen migratie, slavernij en de gelaagde samenleving. Economische kenmerken omvatten industrialisering, arbeidsorganisatie en handel [16](#page=16).
Kunst en cultuur, door middel van kunst- en cultuuruitingen, bieden inzicht in de mens en de wereld. Het analyseren van deze uitingen gebeurt aan de hand van een stappenplan, waarbij de context, vorm en inhoud centraal staan [16](#page=16).
---
# Bronnnenanalyse en historische beeldvorming
Dit onderwerp richt zich op het kritisch beoordelen van historische bronnen, het evalueren van hun bruikbaarheid en betrouwbaarheid, en het begrijpen van hoe standplaatsgebondenheid en historische beeldvorming het beeld van het verleden beïnvloeden.
### 3.1 Bronnenanalyse: het beoordelen van bruikbaarheid en betrouwbaarheid
Bronnenanalyse is het proces van het actief bewerken van historische bronnen om informatie te verkrijgen die een historische vraag kan beantwoorden. Dit proces omvat het beoordelen van de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van deze bronnen [18](#page=18).
#### 3.1.1 Stappenplan voor bronnenanalyse
Het uitvoeren van een bronnenanalyse vereist een gestructureerde aanpak, door middel van een stappenplan met richtvragen om het proces te begeleiden [18](#page=18).
##### 3.1.1.1 Stap 1: Verzamel informatie over de context van elke bron
Bij deze stap worden de eigenschappen van de bronnen bepaald en eventueel ontbrekende contextgegevens geïdentificeerd [18](#page=18).
* **a) Situering in het historisch referentiekader:**
* In de tijd [18](#page=18).
* In de ruimte [18](#page=18).
* In de maatschappelijke domeinen [18](#page=18).
* **b) Bepalen van de soort bron:**
* Primair of secundair [19](#page=19).
* Geschreven, mondeling, materieel of audiovisueel [19](#page=19).
* **c) Contextualiseren van de maker van de bron:**
* Naam, beroep, afkomst (wie) [19](#page=19).
* Ooggetuige, tijdgenoot [19](#page=19).
* Opdrachtgever van de bron [19](#page=19).
* Maatschappelijke positie van de maker [19](#page=19).
* Perspectief van de maker [19](#page=19).
* **d) Bepalen van de eigenschappen van elke bron:**
* Het doelpubliek (voor wie) [19](#page=19).
* De inhoud (wat) [19](#page=19).
* De bedoeling (waarom) [19](#page=19).
##### 3.1.1.2 Stap 2: Bestudeer de inhoud van elke bron
Dit houdt in dat de bronnen gelezen of bekeken worden [19](#page=19).
##### 3.1.1.3 Stap 3: Interpreteer elke bron
Deze stap omvat de analyse en evaluatie van de bron [19](#page=19).
* **a) Toelichten hoe de historische context en de standplaatsgebondenheid de inhoud bepalen:** De historische context en de standplaatsgebondenheid van de maker kunnen de inhoud van de bron beïnvloeden [19](#page=19).
* **b) Beoordelen van de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van elke bron voor het beantwoorden van een historische vraag:**
1. **Argumenteren van de bruikbaarheid:**
* Geeft de bron rechtstreekse informatie over het onderwerp [19](#page=19)?
* Geeft de bron onrechtstreekse informatie over het onderwerp [19](#page=19)?
* Geeft de bron een volledig, gedeeltelijk of geen antwoord op de historische vraag [19](#page=19)?
2. **Argumenteren van de betrouwbaarheid:**
* Welke elementen in de historische context van de bron beïnvloeden de betrouwbaarheid [19](#page=19)?
* Welke criteria stellen de betrouwbaarheid van de inhoud van de bron in vraag [19](#page=19)?
* Welke criteria bevestigen de betrouwbaarheid van de inhoud van de bron [19](#page=19)?
**Mogelijke criteria om betrouwbaarheid te bepalen:**
* Gebruikte argumentatie [20](#page=20).
* Interpretatie [20](#page=20).
* Veralgemening [20](#page=20).
* Vooroordeel [20](#page=20).
* Stereotypering [20](#page=20).
##### 3.1.1.4 Stap 4: Formuleer een beargumenteerd antwoord op de historische vraag
Bij deze stap wordt informatie uit verschillende bronnen geselecteerd en afgewogen om de historische vraag te beantwoorden, rekening houdend met de analyse van de historische context, bruikbaarheid en betrouwbaarheid. Het antwoord moet gestaafd worden met argumenten die gebaseerd zijn op de informatie uit de bronnen [20](#page=20).
> **Voorbeeld:** Bij de vraag "Was Mobutu een marionet voor het Westen?" worden bronnen zoals opvattingen van historici, getuigenissen, nieuwsfragmenten en foto's gebruikt. De analyse omvat het plaatsen en afwegen van argumenten uit deze bronnen om tot een beargumenteerd antwoord te komen [20](#page=20).
#### 3.1.2 Het redeneren met en over bronnen
Het actief bewerken van historische bronnen is essentieel om een antwoord te vinden op een historische vraag. Dit vereist dat men redeneert over de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van de bronnen in relatie tot de historische vraag [18](#page=18).
### 3.2 Historische beeldvorming en de invloed van standplaatsgebondenheid
Het verleden wordt door historici in beeld gebracht door een kritische analyse van bronnen, waarbij betrouwbare informatie wordt geconstrueerd tot een beeld van het verleden. Een historisch beeld is echter altijd een constructie van iemand, die bronnen selecteert, interpreteert en samenhang zoekt vanuit een bepaald perspectief. Bronnen kunnen elkaar tegenspreken, zeldzaam of nieuw zijn, wat kan leiden tot verschillende en veranderende historische beelden. Daarom moet historische beeldvorming met de nodige voorzichtigheid worden benaderd [20](#page=20).
#### 3.2.1 Historische beeldvorming
Bij historische beeldvorming wordt op het examen gebruik gemaakt van bronnen over een historische persoon of gebeurtenis, aangevuld met extra informatie over de maker en een historische vraag. Het doel is om een historische vraag te beantwoorden en voorbeelden van historische beeldvorming te beoordelen aan de hand van historische redeneerwijzen [21](#page=21).
**Gebruikte historische redeneerwijzen:**
* Oorzaak - gevolg benoemen [21](#page=21).
* Bedoelde en onbedoelde gevolgen onderscheiden [21](#page=21).
* Meerdere perspectieven hanteren [21](#page=21).
* Continuïteit en verandering benoemen [21](#page=21).
* Evolutie en revolutie benoemen [21](#page=21).
* Bewijs gebruiken [21](#page=21).
* Actualiseren [21](#page=21).
* Verbanden leggen [21](#page=21).
* Historisch contextualiseren [21](#page=21).
* Menselijke actoren (agency benoemen) [21](#page=21).
* Veralgemening analyseren [21](#page=21).
* Stereotypering analyseren [21](#page=21).
> **Voorbeeld:** Een fragment uit een handboek uit de jaren 1960 over de relatie tussen westerse kolonisatoren en lokale bevolking kan worden geanalyseerd op stereotyperingen en hoe deze de historische beeldvorming beïnvloeden [21](#page=21).
#### 3.2.2 Standplaatsgebondenheid
Standplaatsgebondenheid analyseert de invloed van de maatschappelijke en persoonlijke context van de maker op de vorming van een beeld van het verleden. Op het examen wordt dit toegepast op bronnen rond een historische persoon of gebeurtenis, met extra informatie over de maker en een historische vraag [22](#page=22).
> **Voorbeeld:** Bronnen die de kolonisatie van Congo vanuit een Congolees en een Belgisch oogpunt presenteren, kunnen worden geanalyseerd om het beeld over de kolonisatie te verklaren vanuit de standplaatsgebondenheid van de makers [22](#page=22).
### 3.3 Relatie verleden - heden - toekomst
Dit onderdeel richt zich op betekenissen die gegeven worden aan historische of actuele fenomenen uit de moderne en hedendaagse tijd. Het omvat het toelichten van deze betekenissen, het beoordelen van collectieve herinnering, en het reflecteren over de democratische rechtsstaat, verantwoordelijkheid en de eigen rol daarin [22](#page=22).
* **Betekenisgeving aan fenomenen:** Het toelichten van betekenissen die personen of groepen geven aan actuele of historische personen, plaatsen, gebeurtenissen en ontwikkelingen [22](#page=22).
* **Collectieve herinnering:** Het beoordelen of de betekenisgeving een voorbeeld is van collectieve herinnering [22](#page=22).
* **Democratische rechtsstaat:** Het toelichten van de betekenis, principes en werking van de democratische rechtsstaat op verschillende bestuursniveaus, het beoordelen van beperkingen in de praktijk en mogelijke groeikansen [22](#page=22).
* **Verantwoordelijkheid:** Het toelichten hoe men binnen de democratische rechtsstaat verantwoordelijkheid kan opnemen en het bepalen van de mogelijkheden en beperkingen van de eigen rol [22](#page=22).
---
# Relatie tussen verleden, heden en toekomst
Dit onderwerp onderzoekt de dynamische wisselwerking tussen hoe we betekenis geven aan actuele en historische gebeurtenissen, reflecteren op de democratische rechtsstaat en onze rol daarin, en hoe collectieve herinneringen zich ontwikkelen.
### 4.1 Betekenisgeving aan fenomenen
De betekenis die wordt toegekend aan actuele en historische fenomenen uit de moderne en hedendaagse tijd kan worden toegelicht. Personen of groepen geven betekenis aan dezelfde historische of actuele personen, plaatsen, gebeurtenissen en ontwikkelingen. Het beoordelen of deze betekenisgeving een voorbeeld is van collectieve herinnering is hierbij een belangrijk aspect [22](#page=22).
### 4.2 De democratische rechtsstaat en verantwoordelijkheid
Reflecteren op de betekenis, de principes en de werking van de democratische rechtsstaat is een centraal onderdeel. Dit omvat ook de eigen verantwoordelijkheid binnen deze staatsvorm [22](#page=22).
#### 4.2.1 Werking en principes van de democratische rechtsstaat
De betekenis, principes en werking van de democratische rechtsstaat kunnen worden toegelicht op verschillende bestuursniveaus. Tevens kan de beperkingen van een democratische rechtsstaat in de praktijk worden beoordeeld, evenals mogelijke groeikansen [22](#page=22).
#### 4.2.2 Verantwoordelijkheid opnemen in de rechtsstaat
Er kan worden toegelicht hoe men binnen de democratische rechtsstaat verantwoordelijkheid kan opnemen. Hierbij worden de mogelijkheden en beperkingen van de eigen rol bepaald [22](#page=22).
### 4.3 Evolutie van collectieve herinneringen
Het beoordelen of de gegeven betekenisgeving een voorbeeld is van collectieve herinnering is een belangrijk onderdeel van het begrijpen van de relatie tussen verleden, heden en toekomst. Collectieve herinneringen evolueren en worden gevormd door de interpretatie van historische gebeurtenissen vanuit verschillende perspectieven [22](#page=22).
> **Tip:** Bij de analyse van historische bronnen is het cruciaal om rekening te houden met de "standplaatsgebondenheid" van de maker. Dit houdt in dat de maatschappelijke en persoonlijke context van de maker het beeld van het verleden kan beïnvloeden. Denk hierbij aan bronnen die de kolonisatie van Congo vanuit een Congolees en Belgisch oogpunt bekijken, waarbij informatie over de maker, de tijd, de ruimte en de maatschappelijke context essentieel is voor de interpretatie [22](#page=22).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vakfiche | Een document dat alle essentiële informatie bevat die nodig is voor een student om een specifiek vak te studeren en het bijbehorende examen met succes af te leggen, inclusief leerstof, examenstructuur, beoordelingscriteria en aanbevolen studiemateriaal. |
| Domeingebonden doorstroomfinaliteit | Een onderwijsrichting die leerlingen voorbereidt op hoger onderwijs in een specifiek domein, met een nadruk op academische kennis en vaardigheden om door te stromen naar een verwante opleiding. |
| Historisch referentiekader | Een gestructureerd raamwerk dat historische gebeurtenissen, periodes, personen en maatschappelijke domeinen ordent en relateert, teneinde inzicht te verschaffen in het verleden en de context van de eigen tijd te begrijpen. |
| Structuurbegrippen | Concepten die gebruikt worden om historische fenomenen te analyseren en te situeren, zoals tijd (chronologie, continuïteit, verandering) en ruimte (stedelijk, ruraal, mondiaal), en maatschappelijke domeinen (politiek, economisch, sociaal, cultureel). |
| Scharnierpunten | Bepaalde historische gebeurtenissen of ontwikkelingen die fungeren als overgangsmomenten tussen verschillende historische periodes, kenmerkend voor significante veranderingen in de maatschappij. |
| Periodisering | Het proces van het indelen van de geschiedenis in afgebakende periodes op basis van specifieke kenmerken en gebeurtenissen, vaak met symbolische begin- en einddata, wat een constructie achteraf is. |
| Etnocentrische blik | Een visie die uitgaat van de eigen cultuur als superieur of als norm, en andere culturen beoordeelt vanuit de eigen culturele waarden en normen, wat kan leiden tot een beperkt perspectief. |
| Maatschappelijk domein | Een specifieke sfeer van menselijke activiteit en organisatie binnen een samenleving, zoals het politieke, economische, sociale en culturele domein, waarin historische gebeurtenissen en ontwikkelingen zich afspelen. |
| Leerdoel | Een duidelijke omschrijving van de competenties en kennis die een student aan het einde van een leereenheid of vak dient te verwerven, gericht op wat de student moet kennen en kunnen. |
| Interculturele contacten | De interacties en relaties tussen verschillende culturen, variërend van vreedzaam contact en cultuurvermenging tot gewelddadig contact en cultuurdominantie, die de maatschappelijke en culturele ontwikkeling beïnvloeden. |
| Kunststroming | Een beweging binnen de kunstgeschiedenis die wordt gekenmerkt door een gemeenschappelijke stijl, filosofie, thema's en technieken, beoefend door een groep kunstenaars gedurende een bepaalde periode. |
| Modern imperialisme | Een periode in de geschiedenis (ca. 1870-1914) waarin Europese machten hun invloed en controle uitbreidden over grote delen van Afrika en Azië, gedreven door economische, politieke en strategische motieven. |
| Vrede van Versailles | Het vredesverdrag dat in 1919 werd gesloten na de Eerste Wereldoorlog, waarbij Duitsland zware herstelbetalingen en territoriale verliezen werden opgelegd, wat bijdroeg aan de politieke instabiliteit die leidde tot de Tweede Wereldoorlog. |
| Totalitarisme | Een politiek systeem waarin de staat de absolute controle uitoefent over alle aspecten van het publieke en private leven van de burgers, en waar individuele vrijheden sterk worden beperkt ten gunste van de staatsmacht. |
| Koude Oorlog | Een periode van geopolitieke spanning tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en hun respectievelijke bondgenoten, gekenmerkt door ideologische strijd, wapenwedloop en proxy-oorlogen, maar zonder directe grootschalige militaire confrontatie tussen de supermachten. |
| Dekolonisatie | Het proces waarbij koloniën onafhankelijk worden van hun moederlanden, vaak na een periode van politieke strijd en sociale transformatie, zoals de onafhankelijkheid van Belgisch Congo. |
| Democratische rechtsstaat | Een staatsvorm die gebaseerd is op de principes van democratie, de rechtsstaat en de scheiding der machten, waarbij de rechten en vrijheden van burgers worden beschermd door onafhankelijke rechtspraak. |
| Collectieve herinnering | Het gedeelde geheugen van een groep of samenleving over gebeurtenissen uit het verleden, die wordt gevormd door culturele uitingen, onderwijs en sociale interacties, en die de identiteit en het zelfbeeld van de groep beïnvloedt. |
| Bronnenanalyse | Het systematisch onderzoeken en interpreteren van historische bronnen (geschreven, mondeling, materieel, audiovisueel) om informatie af te leiden, de betrouwbaarheid en bruikbaarheid te beoordelen en een antwoord te formuleren op een historische vraag. |
| Standplaatsgebondenheid | Het idee dat de perceptie en interpretatie van gebeurtenissen of informatie altijd wordt beïnvloed door de specifieke sociale, culturele, historische en persoonlijke context van de waarnemer of maker van de bron. |