ask maeve.pptx
Summary
# Structuur van het onderwijs in Vlaanderen
Dit topic legt de organisatie van het onderwijs in Vlaanderen uit, inclusief de bevoegdheden van de overheid, de onderwijsnetten en onderwijskoepels, en de principes van vrijheid van onderwijs en leer-/schoolplicht.
### 1.1 Bevoegdheid onderwijs
Het beleidsdomein 'Onderwijs en Vorming' is een Vlaamse bevoegdheid, met uitzondering van diploma's, pensioenen en de leerplicht. De huidige minister van onderwijs stuurt dit beleidsdomein aan.
### 1.2 Het recht op onderwijs en vrijheid van onderwijs
De Belgische grondwet garandeert het recht op onderwijs. Dit recht uit zich in de vrijheid van onderwijs, die twee aspecten kent:
* **Vrijheid van organisatie:** Elke natuurlijke of rechtspersoon mag onderwijs organiseren en instellingen oprichten.
* **Vrijheid van schoolkeuze:** Leerlingen en hun ouders hebben het recht om een school naar keuze te kiezen, mits deze redelijk dichtbij de woonplaats is. Discriminatie op basis van huidskleur, afkomst, religie of geslacht is niet toegestaan.
> **Tip:** De vrijheid van onderwijs leidt tot de aanwezigheid van drie onderwijsnetten in Vlaanderen.
### 1.3 Leerplicht versus schoolplicht
* **Leerplicht:** De wettelijke verplichting om onderwijs te volgen gedurende een bepaalde periode.
* **Schoolplicht:** De specifieke verplichting om effectief aanwezig te zijn op school.
### 1.4 Onderwijsnetten en onderwijskoepels
Het onderwijslandschap in Vlaanderen is georganiseerd rond officieel onderwijs en vrij onderwijs.
#### 1.4.1 Officieel onderwijs
Scholen ingericht door of in opdracht van de overheid. Deze scholen zijn neutraal, wat betekent dat tot het einde van de leerplicht de keuze wordt geboden tussen lessen in verschillende godsdiensten (katholiek, orthodox, protestants, anglicans, joods, islamitisch) en niet-confessionele zedenleer. Er zijn twee onderwijsnetten binnen het officieel onderwijs:
* **GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap:** Officieel onderwijs georganiseerd door de openbare instelling 'het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap' in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. Neutraliteit is hierbij een grondwettelijke verplichting.
* **Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO):** Omvat gemeentelijk onderwijs (ingericht door gemeentebesturen) en provinciaal onderwijs (ingericht door provinciebesturen).
#### 1.4.2 Vrij onderwijs
Scholen die niet door de overheid zijn ingericht.
* **Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO):** Ingericht door een privépersoon of privé-organisatie, vaak een vereniging zonder winstoogmerk (vzw) als inrichtende macht. Dit onderwijsnet bestaat voornamelijk uit katholieke scholen, maar ook scholen met andere religieuze of levensbeschouwelijke achtergronden.
#### 1.4.3 Onderwijskoepels
Onderwijskoepels zijn onderdelen van onderwijsnetten en verenigen inrichtende machten. Ze bieden gezamenlijke vertegenwoordiging en ondersteuning.
* **GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap:** Heeft de onderwijskoepel 'Raad GO!'.
* **Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO):** De inrichtende machten van OVSG zijn verenigd in de onderwijskoepels:
* Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG)
* Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV)
* **Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO):** Binnen dit net zijn er vier onderwijskoepels die zich verenigen in het Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers:
* Federatie van Onafhankelijke Pluralistische Emancipatorische Methodescholen (FOPEM)
* Federatie Steinerscholen
* Raad van Inrichtende Machten van het Protestants-Christelijk Onderwijs
* Vlaams Onderwijs OverlegPlatform
Sommige scholen van het vrij onderwijs zijn niet aangesloten bij een onderwijskoepel.
> **Tip:** Confessioneel onderwijs is gebaseerd op een specifieke geloofsovertuiging, terwijl niet-confessioneel onderwijs een bredere, levensbeschouwelijke visie hanteert zonder religieuze grondslag.
### 1.5 Inrichtende macht en schoolbestuur
* **Inrichtende macht (schoolbestuur):** Verantwoordelijk voor één of meerdere scholen. Dit kan een overheid, een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn. Zij hebben ruime autonomie en zorgen voor diverse ideologische en onderwijskundige aanbod.
> **Voorbeeld:** Het schoolbestuur van een gemeentelijke basisschool is een gemeentebestuur (overheid), terwijl het schoolbestuur van de Damiaanschool een vzw (rechtspersoon) is.
### 1.6 Scholengemeenschap en scholengroep
* **Scholengemeenschap:** Een samenwerkingsverband van verschillende scholen van hetzelfde onderwijsniveau (basisonderwijs of secundair onderwijs) die samenwerken op vlak van logistiek, studieaanbod en personeelsbeleid. Scholen binnen een scholengemeenschap kunnen dezelfde of verschillende schoolbesturen hebben.
* **Scholengroep:** Een term die gebruikt wordt binnen GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Een scholengroep heeft bestuursbevoegdheid over alle GO!-instellingen in een bepaald gebied en omvat doorgaans basisscholen, secundaire scholen, een centrum voor volwassenenonderwijs en een CLB.
> **Let op:** Een scholengemeenschap en een scholengroep zijn dus niet hetzelfde begrip.
### 1.7 Kwaliteitsbewaking en leerplannen
De overheid bewaakt de kwaliteit van het onderwijs. Leerplannen van de verschillende onderwijsnetten zijn opgebouwd volgens specifieke principes.
#### 1.7.1 Ontwikkelingsdoelen, eindtermen en minimumdoelen
* **Ontwikkelingsdoelen:** Zijn gericht op de algemene, brede ontwikkeling van de leerling en worden voornamelijk gehanteerd in het kleuteronderwijs en in het buitengewoon onderwijs. Ze leggen de nadruk op de individuele vooruitgang van elke leerling.
* **Eindtermen:** Zijn normen die aangeven welke kennis, vaardigheden en attitudes leerlingen aan het einde van een bepaalde onderwijsloopbaan (bv. einde lager onderwijs, einde eerste graad secundair onderwijs) moeten bereikt hebben. Ze stellen een minimum set aan leerresultaten vast.
* **Minimumdoelen:** Deze zijn recent goedgekeurd (zomer 2025) en gelden specifiek voor het kleuteronderwijs. Ze definiëren essentiële leerdoelen voor de jongste leerlingen.
### 1.8 Zorgcontinuüm en leersteundecreet
Scholen bouwen een zorgbeleid uit dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ondersteunt. Dit proces omvat verschillende fases:
* **Fase 0: Brede basiszorg:** Algemene zorg en ondersteuning voor alle leerlingen.
* **Fase 1: Verhoogde zorg:** Intensievere ondersteuning voor leerlingen die extra hulp nodig hebben.
* **Fase 2: Uitbreiding zorg:** Verdere uitbreiding van de ondersteuning, mogelijk in samenwerking met externen.
* **Fase 3: Individueel aangepast curriculum:** Een curriculum dat volledig is afgestemd op de specifieke behoeften van de leerling.
Scholen voor gewoon basisonderwijs kunnen samenwerken met scholen voor buitengewoon onderwijs om expertise aan te trekken voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het **Decreet leersteun** (sinds 1 september 2023) vervangt het M-decreet en regelt het ondersteuningsmodel voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
Het doel is **inclusief onderwijs**, waarbij alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond of beperking, samen in dezelfde schoolomgeving leren. Het M-decreet, dat voorheen de basis vormde, gaf aan hoe scholen moeten omgaan met leerlingen die door een beperking niet zomaar de lessen in een gewone school kunnen volgen, met inclusief onderwijs als eerste optie.
---
# Recht op onderwijs en onderwijsvrijheid
Dit deel behandelt de grondwettelijke rechten met betrekking tot onderwijs in België, het onderscheid tussen leerplicht en schoolplicht, en de waarborging van de vrijheid van onderwijs en de keuze van een school.
### 2.1 Bevoegdheid en structuur van onderwijs in Vlaanderen
Het beleidsdomein 'Onderwijs en Vorming' is in principe een Vlaamse bevoegdheid. Enkele uitzonderingen, zoals diploma's, pensioenen en de leerplicht zelf, blijven federaal geregeld. De huidige minister die dit beleidsdomein aanstuurt, is Zuhal Demir.
De onderwijsstructuur in Vlaanderen omvat verschillende aspecten die door de overheid worden gegarandeerd.
### 2.2 Het recht op onderwijs en de leerplicht versus schoolplicht
Het recht op onderwijs is een grondwettelijk recht. De Belgische grondwet, specifiek artikel 14, waarborgt de vrijheid van onderwijs. Dit houdt in dat zowel natuurlijke personen als rechtspersonen het recht hebben om onderwijs te organiseren en hiervoor instellingen op te richten.
#### 2.2.1 Leerplicht versus schoolplicht
* **Leerplicht:** Dit is de wettelijke verplichting voor alle kinderen om gedurende een bepaalde periode onderwijs te volgen.
* **Schoolplicht:** Dit verwijst naar de concrete verplichting om effectief een school te bezoeken. De leerplicht is ruimer en omvat alle vormen van onderwijs, terwijl de schoolplicht de fysieke aanwezigheid op school regelt.
> **Tip:** Het is belangrijk om het verschil te kennen: de leerplicht definieert *dat* er onderwijs gevolgd moet worden, de schoolplicht definieert *hoe* dit gebeurt (namelijk door schoolbezoek).
#### 2.2.2 Vrijheid van onderwijs en schoolkeuze
De vrijheid van onderwijs heeft een dubbele betekenis:
1. **Vrijheid voor onderwijsaanbieders:** Elke natuurlijke of rechtspersoon mag onderwijs organiseren en instellingen oprichten.
2. **Vrijheid van schoolkeuze voor leerlingen en ouders:** Ouders en kinderen moeten de mogelijkheid hebben om een school naar keuze te kiezen. Deze keuze mag niet beperkt worden op grond van huidskleur, nationale of etnische herkomst, afkomst, religie of geslacht. De gekozen school dient op een redelijke afstand van de woonplaats gelegen te zijn.
Deze vrijheid van onderwijs leidt in Vlaanderen tot het bestaan van drie onderwijsnetten.
### 2.3 De onderwijsnetten en onderwijskoepels in Vlaanderen
Het Vlaamse onderwijslandschap is gestructureerd rond twee hoofdsoorten onderwijs: officieel onderwijs en vrij onderwijs.
#### 2.3.1 Officieel onderwijs
Officieel onderwijs omvat scholen die ingericht zijn door of in opdracht van de overheid. Dit kunnen de Vlaamse overheid, provincies, steden of gemeenten zijn.
* **Neutraliteit:** Deze scholen zijn neutraal. Dit betekent dat er tot het einde van de leerplicht keuze geboden wordt tussen lessen in verschillende godsdiensten (katholiek, orthodox, protestants, anglicaans, joods, islamitisch) en niet-confessionele zedenleer.
Binnen het officieel onderwijs onderscheiden we twee netten:
1. **GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap:** Dit is het officieel onderwijs georganiseerd door de openbare instelling 'het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap', in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. De grondwet verplicht hier tot neutraliteit.
2. **Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO):** Dit omvat het gemeentelijk onderwijs (ingericht door gemeentebesturen) en het provinciaal onderwijs (ingericht door provinciebesturen).
#### 2.3.2 Vrij onderwijs
Vrij onderwijs omvat scholen die niet door de overheid zijn ingericht, maar door een privépersoon of privé-organisatie. De inrichtende macht is hier vaak een vereniging zonder winstoogmerk (vzw).
* **Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO):** Dit is het enige onderwijsnet binnen het vrij onderwijs.
* Het bestaat hoofdzakelijk uit katholieke scholen, maar ook uit protestantse, joodse, orthodoxe, islamitische scholen, enzovoort.
* De grootste groep, de katholieke scholen, is verenigd in de koepel Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
#### 2.3.3 Onderwijskoepels
Onderwijskoepels zijn onderdelen van een onderwijsnet die instaan voor de vertegenwoordiging en ondersteuning van de inrichtende machten.
* **GO! onderwijs:** De koepel heet de 'Raad GO!'.
* **Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO):** De inrichtende machten van gemeentelijk en provinciaal onderwijs zijn verenigd in twee koepels:
* Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) voor gemeentelijk onderwijs.
* Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV) voor provinciaal onderwijs.
* **Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO):** Hier zijn er vier koepels die zich verenigen in het overlegplatform Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers:
* Federatie van Onafhankelijke Pluralistische Emancipatorische Methodescholen (FOPEM)
* Federatie Steinerscholen
* Raad van Inrichtende Machten van het Protestants-Christelijk Onderwijs
* Vlaams Onderwijs OverlegPlatform
Deze koepels bieden gezamenlijke vertegenwoordiging vanuit gedeelde standpunten in diverse beleidsorganen van de Vlaamse overheid. Sommige scholen van het vrij onderwijs zijn niet aangesloten bij een onderwijskoepel.
> **Tip:** Een onderwijskoepel is een structuur die de belangen behartigt van de scholen binnen een bepaald net of segment van het onderwijs.
#### 2.3.4 Confessioneel en niet-confessioneel onderwijs
* **Confessioneel onderwijs:** Onderwijs dat wordt opgesteld vanuit een bepaalde geloofsovertuiging of godsdienst.
* **Niet-confessioneel onderwijs:** Onderwijs dat niet gebaseerd is op een religie, maar een onderwijsvisie hanteert met aandacht voor verschillende levensbeschouwingen.
### 2.4 Inrichtende macht en schoolbestuur
* **Inrichtende macht / Schoolbestuur:** Dit is de entiteit die verantwoordelijk is voor één of meerdere scholen. Het kan een overheid (gemeente, provincie), een natuurlijke persoon of een rechtspersoon (zoals een vzw) zijn. Deze entiteit heeft een ruime autonomie en kan verschillende soorten scholen op ideologisch en onderwijskundig vlak inrichten.
> **Example:** Het schoolbestuur van de Damiaanschool is een vzw (rechtspersoon), terwijl het schoolbestuur van een Gemeentelijke basisschool een gemeentebestuur (overheid) is.
### 2.5 Scholengemeenschap en scholengroep
* **Scholengemeenschap:** Een verzameling van verschillende scholen van hetzelfde onderwijsniveau (basisonderwijs of secundair onderwijs) die samenwerken op het vlak van logistiek, studieaanbod, personeelsbeleid, etc. Scholen met dezelfde of met verschillende schoolbesturen kunnen deel uitmaken van een scholengemeenschap.
* **Scholengroep:** Een term die specifiek wordt gebruikt binnen het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Een scholengroep heeft bestuursbevoegdheid over alle GO!-instellingen in een welbepaald gebied en omvat doorgaans basisscholen, secundaire scholen, een centrum voor volwassenenonderwijs en vaak ook een CLB.
> **Tip:** Een scholengemeenschap is breder en kan scholen uit verschillende netten omvatten, terwijl een scholengroep een interne structuur is binnen het GO!-onderwijs.
### 2.6 Kwaliteitsbewaking en leerplannen
De overheid bewaakt de kwaliteit van het onderwijs. De leerplannen van de verschillende onderwijsnetten zijn opgebouwd volgens bepaalde structuren, waaronder eindtermen, ontwikkelingsdoelen en minimumdoelen.
* **Eindtermen:** Verplichte leerplandoelen die alle leerlingen aan het einde van een bepaalde onderwijsloopbaan moeten beheersen.
* **Ontwikkelingsdoelen:** Richtlijnen voor het leerproces van leerlingen die de eindtermen niet volledig kunnen bereiken. Ze focussen op de algemene ontwikkeling van de leerling.
* **Minimumdoelen:** Vanaf 1 september 2023 geldt het decreet leersteun, dat de minimumdoelen in het kleuteronderwijs regelt.
### 2.7 Zorgcontinuüm en inclusief onderwijs
Scholen bouwen een zorgcontinuüm uit, wat een zorgbeleid inhoudt dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zo goed mogelijk ondersteunt. Dit gebeurt in samenwerking met het CLB en de ouders en doorloopt verschillende fases: brede basiszorg, verhoogde zorg, uitbreiding van zorg, en individueel aangepast curriculum.
* **Inclusief onderwijs:** Het doel is dat alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond of eventuele beperkingen, samen leren in dezelfde schoolomgeving. Dit is de eerste optie. Het decreet leersteun (dat het M-decreet vervangt) regelt de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs. Scholen voor gewoon basisonderwijs kunnen samenwerken met scholen voor buitengewoon onderwijs om expertise aan te trekken wanneer de zorgbehoefte van een leerling dit vereist.
---
# Ondersteuning en zorgcontinuüm in het onderwijs
Dit topic behandelt de implementatie van zorgbeleid binnen scholen, de verschillende fasen van het zorgcontinuüm, het ondersteuningsmodel voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, en de transitie naar het decreet leersteun.
### 3.1 De Vlaamse onderwijsstructuur: een overzicht
De bevoegdheid voor onderwijs en vorming in België ligt grotendeels bij de Vlaamse overheid, met uitzonderingen zoals diploma's, pensioenen en de leerplicht. De minister van onderwijs stuurt dit beleidsdomein aan.
#### 3.1.1 Onderwijsrecht en onderwijsvrijheid
De Belgische grondwet garandeert het recht op onderwijs en de vrijheid van onderwijs. Dit houdt in dat natuurlijke of rechtspersonen onderwijs mogen organiseren en instellingen kunnen oprichten. Ouders en leerlingen hebben recht op schoolkeuze, waarbij scholen geen leerlingen mogen weigeren op basis van huidskleur, herkomst, religie of geslacht.
#### 3.1.2 Leerplicht versus schoolplicht
* **Leerplicht:** De wettelijke verplichting voor kinderen om onderwijs te volgen.
* **Schoolplicht:** De concrete invulling van de leerplicht door het daadwerkelijk bezoeken van een school.
#### 3.1.3 Onderwijsnetten in Vlaanderen
De vrijheid van onderwijs resulteert in drie onderwijsnetten in Vlaanderen:
1. **Officieel onderwijs:**
* **GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap:** Officieel onderwijs ingericht door de openbare instelling 'het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap' in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. Dit net is neutraal, wat betekent dat er keuzes worden geboden tussen verschillende godsdiensten en niet-confessionele zedenleer.
* **Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO):** Dit omvat gemeentelijk onderwijs (ingericht door gemeentebesturen) en provinciaal onderwijs (ingericht door provinciebesturen).
2. **Vrij onderwijs:**
* **Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO):** Ingericht door private personen of organisaties, vaak verenigingen zonder winstoogmerk (vzw's). Dit net omvat voornamelijk katholieke scholen, maar ook scholen van andere levensbeschouwingen.
#### 3.1.4 Onderwijskoepels
Onderwijskoepels zijn organisaties die de belangen van verschillende inrichtende machten behartigen en hen vertegenwoordigen in beleidsorganen.
* De koepel van GO! heet de 'Raad GO!'.
* De inrichtende machten van het gemeentelijk en provinciaal onderwijs zijn verenigd in de koepels Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) en Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV).
* Binnen het vrij gesubsidieerd onderwijs zijn er diverse koepels, zoals de Federatie van Onafhankelijke Pluralistische Emancipatorische Methodescholen (FOPEM), Federatie Steinerscholen, Raad van Inrichtende Machten van het Protestants-Christelijk Onderwijs en het Vlaams Onderwijs OverlegPlatform. Sommige scholen zijn niet aangesloten bij een koepel.
#### 3.1.5 Inrichtende macht en scholengemeenschap
* **Inrichtende macht (schoolbestuur):** Verantwoordelijk voor één of meerdere scholen. Dit kan een overheid, een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn. De inrichtende macht geniet ruime autonomie.
* **Scholengemeenschap:** Een samenwerkingsverband tussen verschillende scholen van hetzelfde onderwijsniveau (basisonderwijs of secundair onderwijs) die samenwerken op logistiek, studieaanbod en personeelsbeleid. Scholen binnen een scholengemeenschap kunnen dezelfde of verschillende schoolbesturen hebben. In het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap wordt gesproken van een **scholengroep**, die bestuursbevoegdheid heeft over alle GO!-instellingen in een bepaald gebied.
#### 3.1.6 Confessioneel en niet-confessioneel onderwijs
* **Confessioneel onderwijs:** Onderwijs dat is opgesteld vanuit een bepaalde geloofsovertuiging of godsdienst.
* **Niet-confessioneel onderwijs:** Onderwijs dat niet op religie is gebaseerd, maar aandacht heeft voor verschillende levensbeschouwingen.
#### 3.1.7 Kwaliteitsbewaking
De overheid bewaakt de kwaliteit van het onderwijs. Leerplannen worden opgebouwd volgens bepaalde structuren.
#### 3.1.8 Doelen in het onderwijs
* **Ontwikkelingsdoelen:** Specifieke leerdoelen die gericht zijn op de brede ontwikkeling van een leerling, vaak gebruikt in het kleuteronderwijs en voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
* **Eindtermen:** Formele leerdoelen die leerlingen aan het einde van een bepaalde onderwijsloopbaan (bv. het lager of secundair onderwijs) moeten beheersen.
* **Minimumdoelen:** Specifieke leerdoelen die een minimale beheersing garanderen, recentelijk (goedgekeurd in de zomer van 2025) geïntroduceerd voor het kleuteronderwijs.
### 3.2 Zorgcontinuüm en ondersteuningsmodel voor leerlingen
Scholen bouwen een zorgcontinuüm uit door middel van een zorgbeleid dat de volgende fasen doorloopt, in samenwerking met het CLB en de ouders:
* **Fase 0: Brede basiszorg:** Algemene zorg en ondersteuning die aan alle leerlingen wordt geboden.
* **Fase 1: Verhoogde zorg:** Extra ondersteuning voor leerlingen die meer nodig hebben dan de brede basiszorg.
* **Fase 2: Uitbreiding van zorg:** Verdere intensivering van de zorg, waarbij mogelijk expertise van buiten de school wordt ingeschakeld.
* **Fase 3: Individueel aangepast curriculum:** Een gepersonaliseerd leertraject voor leerlingen met zeer specifieke onderwijsbehoeften.
#### 3.2.1 Samenwerking met buitengewoon onderwijs
Scholen voor gewoon basisonderwijs kunnen samenwerken met scholen voor buitengewoon onderwijs wanneer de brede basiszorg en verhoogde zorg onvoldoende zijn, of wanneer een leerling een individueel aangepast curriculum volgt. Dit stelt de school voor gewoon onderwijs in staat om expertise aan te trekken voor de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
#### 3.2.2 Het M-decreet en het decreet leersteun
* Het **M-decreet** (ingevoerd vanaf schooljaar 2017-2018) legde de basis voor het ondersteuningsmodel in het gewoon basisonderwijs. Het beoogde inclusief onderwijs, waarbij zoveel mogelijk leerlingen in het gewoon onderwijs konden schoollopen en minder leerlingen naar scholen voor buitengewoon onderwijs werden verwezen. Inclusief onderwijs houdt in dat alle leerlingen samen leren in dezelfde schoolomgeving, ongeacht hun achtergrond of eventuele beperkingen.
* Vanaf 1 september 2023 wordt het M-decreet vervangen door het **decreet leersteun** en het bijbehorende **leersteunmodel**. Dit nieuwe decreet focust verder op de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften binnen het gewoon onderwijs.
> **Tip:** Het begrijpen van de evolutie van het zorgbeleid, van het M-decreet naar het decreet leersteun, is cruciaal om de huidige praktijk in het onderwijs te plaatsen.
> **Voorbeeld:** Een school die merkt dat meerdere leerlingen moeite hebben met lezen, kan binnen de brede basiszorg preventieve leesstimuleringsactiviteiten organiseren. Als een specifieke leerling echter blijvende leesproblemen ervaart, kan er overgeschakeld worden naar verhoogde zorg, met specifieke leesbegeleiding en eventueel een verwijzing naar het CLB. Indien de leesproblemen zeer ernstig zijn en een diepgaande aanpak vereisen, kan dit leiden tot fase 3 met een individueel aangepast curriculum.
---
# Leerplannen en onderwijsdoelen
Dit topic behandelt de structuur van het onderwijslandschap in Vlaanderen, de bevoegdheden van de overheid, de verschillende onderwijsnetten, en de diverse soorten onderwijsdoelen die de leerwegen binnen dit systeem bepalen.
### 4.1 De Vlaamse onderwijsstructuur en bevoegdheden
#### 4.1.1 Bevoegdheid en minister
Het beleidsdomein 'Onderwijs en Vorming' is een Vlaamse bevoegdheid, met uitzondering van diploma's, pensioenen en de leerplicht. De Vlaamse minister van onderwijs, Zuhal Demir, stuurt dit beleidsdomein aan.
#### 4.1.2 Grondwettelijke rechten op onderwijs
De Belgische grondwet garandeert twee fundamentele rechten met betrekking tot onderwijs:
* **Vrijheid van onderwijs:** Dit houdt in dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon het recht heeft om onderwijs te organiseren en instellingen op te richten. Daarnaast garandeert het de vrijheid van schoolkeuze voor leerlingen en hun ouders.
* **Recht op onderwijs:** Dit principe impliceert dat ouders en kinderen recht hebben op een schoolkeuze binnen een redelijke afstand van hun woonplaats en dat weigeringen op grond van huidskleur, afkomst, religie of geslacht niet toegestaan zijn.
#### 4.1.3 Leerplicht versus schoolplicht
* **Leerplicht:** De wettelijke verplichting om onderwijs te volgen gedurende een bepaalde periode.
* **Schoolplicht:** De verplichting om effectief naar school te gaan gedurende de leerplicht.
#### 4.1.4 Onderwijsnetten en onderwijskoepels
Als gevolg van de vrijheid van onderwijs kent Vlaanderen drie onderwijsnetten:
1. **Officieel onderwijs:** Scholen ingericht door of in opdracht van de overheid. Dit onderwijs is neutraal, wat betekent dat er tot het einde van de leerplicht keuze wordt geboden tussen verschillende godsdiensten en niet-confessionele zedenleer.
* **GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap:** Georganiseerd door de openbare instelling 'het GO!'. Deze scholen respecteren de religieuze, filosofische of ideologische overtuigingen van ouders en leerlingen. De bijbehorende onderwijskoepel heet de 'Raad GO!'.
* **Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO):**
* **Gemeentelijk onderwijs:** Georganiseerd door gemeentebesturen. De bijbehorende onderwijskoepel is het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG).
* **Provinciaal onderwijs:** Georganiseerd door provinciebesturen. De bijbehorende onderwijskoepel is Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV).
2. **Vrij onderwijs:** Scholen die niet door de overheid zijn ingericht, maar door private personen of organisaties.
* **Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO):** De inrichtende macht is vaak een vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Dit net omvat voornamelijk katholieke scholen, maar ook protestantse, joodse, orthodoxe en islamitische scholen. De grootste groep, de katholieke scholen, zijn verenigd in de koepel Katholiek Onderwijs Vlaanderen (KathOndVla). Binnen het VGO zijn er verder vier onderwijskoepels die zich verenigen in het Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers (OKO):
* Federatie van Onafhankelijke Pluralistische Emancipatorische Methodescholen (FOPEM)
* Federatie Steinerscholen
* Raad van Inrichtende Machten van het Protestants-Christelijk Onderwijs
* Vlaams Onderwijs OverlegPlatform
Een onderwijskoepel is een onderdeel van een onderwijsnet en zorgt voor de gezamenlijke vertegenwoordiging vanuit gedeelde standpunten in diverse beleidsorganen van de Vlaamse overheid. Sommige scholen van het vrij onderwijs zijn niet aangesloten bij een onderwijskoepel.
#### 4.1.5 Confessioneel en niet-confessioneel onderwijs
* **Confessioneel onderwijs:** Onderwijs dat wordt opgesteld vanuit een bepaalde geloofsovertuiging of godsdienst.
* **Niet-confessioneel onderwijs:** Onderwijs dat niet op een religie is gebaseerd, maar wel aandacht heeft voor verschillende levensbeschouwingen.
#### 4.1.6 De inrichtende macht
De inrichtende macht of het schoolbestuur is verantwoordelijk voor één of meerdere scholen. Dit kan een overheid, een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn. Zij hebben een ruime autonomie om scholen op ideologisch en onderwijskundig vlak vorm te geven.
#### 4.1.7 Scholengemeenschap en scholengroep
* **Scholengemeenschap:** Een verzameling van verschillende scholen van hetzelfde onderwijsniveau (basisonderwijs of secundair onderwijs) die samenwerken op het vlak van logistiek, studieaanbod en personeelsbeleid. Scholen binnen een scholengemeenschap kunnen tot dezelfde of verschillende inrichtende machten behoren.
* **Scholengroep:** Een term die specifiek gebruikt wordt binnen GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Een scholengroep heeft bestuursbevoegdheid over alle GO!-instellingen in een bepaald gebied en omvat doorgaans basisscholen, secundaire scholen, een centrum voor volwassenenonderwijs en een centrum voor leren en ontwikkeling (CLB).
#### 4.1.8 Kwaliteitsbewaking van het onderwijs
De overheid bewaakt de kwaliteit van het onderwijs via verschillende mechanismen, waaronder inspecties en het vastleggen van onderwijsdoelen.
### 4.2 Onderwijsdoelen
Onderwijsdoelen bepalen de leerwegen en verwachte leerresultaten binnen het onderwijs. Er worden verschillende niveaus onderscheiden:
#### 4.2.1 Ontwikkelingsdoelen
Ontwikkelingsdoelen richten zich op de algemene ontwikkeling van de leerling op verschillende domeinen. Ze zijn breder en meer procesgericht dan eindtermen.
#### 4.2.2 Eindtermen
Eindtermen zijn de minimale leerresultaten die leerlingen op het einde van een bepaalde onderwijsloopbaan of graad moeten beheersen. Ze specificeren welke kennis, vaardigheden en attitudes leerlingen verworven moeten hebben.
#### 4.2.3 Minimumdoelen
Minimumdoelen zijn het laagste niveau van leerdoelen. Ze geven de absolute basisvereisten aan die elke leerling moet kunnen behalen. Sinds de zomer van 2025 zijn er ook minimumdoelen voor het kleuteronderwijs goedgekeurd.
> **Tip:** Het is belangrijk om het onderscheid tussen ontwikkelingsdoelen, eindtermen en minimumdoelen te kennen, aangezien deze verschillende functies vervullen in het curriculum en de beoordeling van leerlingen.
### 4.3 Zorgcontinuüm en ondersteuning
#### 4.3.1 Zorgbeleid
Scholen bouwen een zorgcontinuüm uit, wat inhoudt dat er een zorgbeleid is dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ondersteunt. Dit beleid doorloopt verschillende fases:
* **Fase 0: Brede basiszorg:** De standaardzorg die aan alle leerlingen wordt geboden.
* **Fase 1: Verhoogde zorg:** Intensievere ondersteuning voor leerlingen die extra hulp nodig hebben.
* **Fase 2: Uitbreiding van zorg:** Verdere escalatie van ondersteuning wanneer brede basiszorg en verhoogde zorg niet volstaan.
* **Fase 3: Individueel aangepast curriculum:** Een leerplan dat specifiek wordt aangepast aan de behoeften van een leerling.
#### 4.3.2 Samenwerking met CLB en ouders
Bij het uitwerken van het zorgbeleid werkt de school nauw samen met het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) en de ouders om de nodige aanpassingen en maatregelen te bepalen.
#### 4.3.3 Samenwerking met buitengewoon onderwijs
Scholen voor gewoon basisonderwijs kunnen samenwerken met scholen voor buitengewoon onderwijs om expertise aan te trekken voor de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, met name wanneer de zorg op school zelf niet volstaat.
#### 4.3.4 M-decreet en decreet leersteun
* Het **M-decreet** regelde hoe Vlaamse scholen moesten omgaan met leerlingen die door een beperking de lessen in een gewone school niet zomaar konden volgen, waarbij inclusief onderwijs de eerste optie was.
* Vanaf 1 september 2023 wordt het **decreet leersteun** van kracht, dat het M-decreet vervangt en een nieuw leersteunmodel introduceert voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het doel blijft het bevorderen van inclusief onderwijs, waarbij alle leerlingen samen leren in dezelfde schoolomgeving.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Bevoegdheid onderwijs | De autoriteit die verantwoordelijk is voor het onderwijsbeleid en de organisatie ervan binnen een bepaald territorium of niveau. In Vlaanderen is onderwijs grotendeels een Vlaamse bevoegdheid. |
| Leerplicht | De wettelijke verplichting voor alle kinderen om onderwijs te volgen tot een bepaalde leeftijd, ongeacht of ze ingeschreven zijn in een school of niet. |
| Schoolplicht | De verplichting om ingeschreven te zijn in een onderwijsinstelling en deze te volgen. Dit is een specifiekere vorm van de leerplicht. |
| Vrijheid van onderwijs | Een grondwettelijk recht dat iedereen de vrijheid geeft om onderwijs te organiseren en instellingen op te richten, evenals de vrijheid van schoolkeuze voor leerlingen en ouders. |
| Onderwijsnet | Een van de drie systemen waarin het onderwijs in Vlaanderen is georganiseerd, gebaseerd op de vrijheid van onderwijs. Deze netten zijn het officiële onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (GO!), officieel gesubsidieerd onderwijs (gemeentelijk en provinciaal) en vrij gesubsidieerd onderwijs. |
| Onderwijskoepel | Een organisatie die de belangen behartigt van de inrichtende machten binnen een specifiek onderwijsnet en hen vertegenwoordigt in beleidsorganen. |
| Inrichtende macht | De entiteit, zoals een overheid, een rechtspersoon of een natuurlijke persoon, die verantwoordelijk is voor het oprichten en besturen van een of meerdere scholen. |
| Confessioneel onderwijs | Onderwijs dat gebaseerd is op een specifieke religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging. |
| Niet-confessioneel onderwijs | Onderwijs dat niet gebaseerd is op een specifieke religie en aandacht heeft voor diverse levensbeschouwingen, vaak met een neutrale houding. |
| Scholengemeenschap | Een samenwerkingsverband tussen verschillende scholen van hetzelfde onderwijsniveau, die op het vlak van logistiek, studieaanbod en personeelsbeleid samenwerken. |
| Scholengroep | Een specifieke term binnen het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, die bestuursbevoegdheid uitoefent over alle GO!-instellingen in een bepaald gebied. |
| Zorgcontinuüm | Een beleid binnen een school dat erop gericht is leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ondersteuning te bieden door middel van verschillende zorgfasen, in samenwerking met ouders en het CLB. |
| Decreet leersteun | De recente regelgeving die het ondersteuningsmodel voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften regelt en het M-decreet vervangt. |
| Inclusief onderwijs | Een onderwijsvisie waarbij alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond of beperking, samen leren in dezelfde schoolomgeving. |
| Ontwikkelingsdoelen | Leerdoelen die gericht zijn op de algemene ontwikkeling van leerlingen, vaak gebruikt in het kleuteronderwijs. |
| Eindtermen | Leerdoelen die leerlingen aan het einde van een bepaalde onderwijsloopbaan moeten bereikt hebben, en die de basis vormen voor het curriculum. |
| Minimumdoelen | Leerdoelen die een basisniveau van kennis en vaardigheden garanderen voor alle leerlingen. |