'H23' Aanbevelingen België.pptx
Summary
# Analyse van de Belgische economie en het economisch beleid
Dit document bespreekt de analyse van de Belgische economie en het economisch beleid, met een specifieke focus op het Europees Semester en de bijbehorende aanbevelingen.
## 1. Analyse van de Belgische economie en het economisch beleid
### 1.1 Het Europees Semester: een kader voor economische afstemming
Het Europees Semester is een systeem dat in 2011 is ingesteld om de economische beleidslijnen van de EU-lidstaten op elkaar af te stemmen. Het hoofddoel is het signaleren en aanpakken van economische onevenwichtigheden en problemen met de overheidsfinanciën binnen de lidstaten. Dit systeem werd ingevoerd naar aanleiding van de eurocrisis en de oprichting van een Europees monetair noodfonds.
#### 1.1.1 Doelstellingen en werking
Het Europees Semester is ontworpen om beter monetaire beleid te kunnen voeren, met name in een muntunie waar een enkele rentevoet wordt bepaald door de Europese Centrale Bank, terwijl lidstaten met uiteenlopende economische realiteiten kampen. Door onevenwichtigheden aan te pakken, kan een gecoördineerd monetair beleid worden ondersteund met meer toezicht op de overheidsfinanciën. Het systeem genereert landspecifieke aanbevelingen om problemen en onevenwichtigheden aan te pakken.
Indicatoren die binnen het Europees Semester worden geanalyseerd, omvatten:
* Overheidsfinanciën
* Financiële sector (en huizenmarkt)
* Concurrentievermogen
* Arbeidsmarkt
* Onderwijs
* Openbaar bestuur
Sinds 2013 zijn ook sociale componenten toegevoegd, zoals armoede en sociale uitsluiting, inkomensongelijkheid, en een verbeterde aandacht voor werkgelegenheid en met name de aanpak van jeugdwerkloosheid, in lijn met de Europese Pijler van Sociale Rechten (2017).
Het proces van het Europees Semester start met een herfstvoorspelling over de lidstaten. Het Europees Parlement formuleert hierover een opinie, en de Raad geeft beleidsrichtlijnen. Vervolgens kijkt de Commissie gedetailleerder naar de lidstaten, vooral die met de grootste tekorten en onevenwichtigheden. Lidstaten leggen hun plannen voor, wat resulteert in landspecifieke aanbevelingen (Country Specific Recommendations - CSRs) in mei.
#### 1.1.2 De impact van crises en recente ontwikkelingen
Het Europees Semester loopt nog steeds, hoewel de focus in het begin sterk lag op begrotingen. In 2020, na de uitbraak van de COVID-19 pandemie, werd de "general escape clause" in het Stabiliteits- en Groeipact geactiveerd. Dit gaf landen tijdelijk de mogelijkheid om af te wijken van begrotingsregels vanwege de ernstige economische neergang, wat leidde tot een sterke stijging van overheidsschulden. De Europese Semesters 2021-2023 legden de nadruk op begroting in samenhang met de Recovery and Resilience Facility.
Er is ook kritiek op het begrotingskader, dat als te streng wordt beschouwd en een procyclisch beleid zou stimuleren in plaats van een anticylisch beleid dat nodig is om de vraag te ondersteunen tijdens een crisis. Dit keurslijf zou ook investeringen en innovatie bedreigen, en zou op lange termijn economisch onzinnig kunnen zijn als de impact te groot is.
#### 1.1.3 Landspecifieke aanbevelingen voor België (voorbeeld 2019/2020)
De landspecifieke aanbevelingen (CSRs) voor België illustreren de focus van Europa op de economische en financiële gezondheid van het land.
Aanbevelingen die de Belgische overheid moet nastreven:
1. **Begrotingsconsolidatie:** Zorgen dat het nominale groeipercentage van de netto primaire overheidsuitgaven in 2020 niet boven een bepaald percentage uitkomt, wat neerkomt op een jaarlijkse structurele aanpassing. Meevallers moeten gebruikt worden om de overheidsschuldquote sneller te verminderen.
* Hervormingen voortzetten om de budgettaire houdbaarheid van de stelsels voor langdurige zorg en pensioenen te waarborgen, onder meer door de mogelijkheden voor vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt te beperken.
* De samenstelling en efficiëntie van de publieke uitgaven verbeteren, onder meer door uitgaventoetsingen en betere coördinatie van het begrotingsbeleid tussen alle overheidsniveaus, om ruimte te creëren voor openbare investeringen.
* Indien er een hoogconjunctuur zou zijn, moet er worden gefocust op schuldafbouw in plaats van meer uitgaven.
2. **Arbeidsmarkt en onderwijs:** De hindernissen om te werken wegnemen en de doeltreffendheid van een actief arbeidsmarktbeleid versterken, met name voor laagopgeleiden, oudere werknemers en mensen met een migratieachtergrond. De prestaties en inclusiviteit van onderwijs- en opleidingssystemen verbeteren en vaardigheden-mismatches aanpakken. Dit kan gekoppeld worden aan investeringen in humaan kapitaal en R&D, wat kan leiden tot een hoger opgeleide beroepsbevolking en meer innovatie.
3. **Investeringen en duurzaamheid:** Het investeringsgerelateerde economische beleid toespitsen op duurzaam vervoer, inclusief verbetering van spoorweginfrastructuur, decarbonisatie en energietransitie, en onderzoek en innovatie, met name op het gebied van digitalisering, rekening houdend met regionale verschillen.
4. **Mobiliteit en ondernemerschap:** De groeiende mobiliteitsuitdagingen aangaan, onder meer via investeringen in vervoersinfrastructuur en sterkere prikkels voor collectief en emissiearm vervoer. De regelgevende en administratieve druk verminderen om ondernemerschap te stimuleren en de concurrentie in de dienstensector te vergroten. Dit kan leiden tot lagere mark-ups en meer concurrentiekracht.
#### 1.1.4 Evaluatie van implementatie
De evaluatie van de implementatie van de landspecifieke aanbevelingen (CSRs) laat zien dat een relatief klein percentage hiervan daadwerkelijk wordt geïmplementeerd. Aanbevelingen, zoals de tax shift, blijken moeilijk te realiseren. De Europese Commissie en de Raad maken zich hier zorgen over, aangezien aanbevelingen jaar na jaar niet worden opgevolgd. Als reactie hierop is de Recovery and Resilience Facility (EU-middelen na COVID) gekoppeld aan de implementatie van deze aanbevelingen in nationale regelgeving. Lidstaten, waaronder België, konden niet alle middelen ontvangen omdat niet alle aanbevelingen waren geïmplementeerd.
### 1.2 Aanbevelingen van andere internationale organisaties
Naast het Europees Semester, verstrekken ook andere internationale organisaties aanbevelingen voor het economisch beleid van lidstaten.
#### 1.2.1 Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
De OESO publiceert tweejaarlijkse rapporten met analyses en aanbevelingen voor haar lidstaten. Deze aanbevelingen zijn vaak sterk afgestemd op die van het Europees Semester, met een focus op economische hervormingen en beleidscoördinatie.
#### 1.2.2 Internationaal Monetair Fonds (IMF)
Het IMF publiceert ook rapporten, zoals het "Country Report Belgium", waarin hoofdpunten voor het economisch beleid worden uiteengezet. Deze rapporten benadrukken vaak de noodzaak van:
* **Fiscale consolidatie:** Een volgehouden en bij voorkeur front-loaded fiscale consolidatie is nodig ter ondersteuning van desinflatie, herstel van buffers, vermindering van de schuld, en behoud van het Belgische sociaal model. Dit moet gepaard gaan met rationalisatie en efficiëntie van overheidsuitgaven op alle niveaus, en significante hervormingen in belastingbeleid, pensioenen en gezondheidszorg.
* **Macroprudentieel beleid:** Verdere aanscherping van macroprudentieel beleid ter bescherming tegen stijgende systeemrisico's wordt verwelkomd. Het versterken van toezicht, crisisbeheer, resolutievoorbereiding, het macroprudentiële kader en de beoordeling van systeemrisico's is cruciaal om de economie te beschermen tegen macro-financiële schokken.
* **Structurele hervormingen:** Structurele hervormingen op de arbeids- en productmarkten, en verdere vooruitgang in de groene transitie, zijn essentieel om de potentiële groei te stimuleren, de impact van fiscale consolidatie te mitigeren en middellangetermijnuitdagingen aan te pakken.
Het IMF publiceert ook de "World Economic Outlook", waarin groeiprognoses worden gemaakt. Opvallend is vaak dat de groeiprognoses voor de Verenigde Staten hoger liggen dan die voor de EU, wat zorgwekkend is voor veel economen gezien de lagere groei in de EU.
### 1.3 Belgische overheidsfinanciën en begrotingsbeleid
De Belgische overheidsfinanciën en het begrotingsbeleid staan centraal in de analyse van het Europees Semester en de aanbevelingen van internationale instellingen. België heeft in het verleden gekampt met aanzienlijke tekorten, wat de noodzaak van budgettaire discipline en hervormingen onderstreept.
* **Tekorten en schuldquote:** Het overheidstekort en de overheidsschuldquote zijn belangrijke indicatoren die nauwlettend worden gevolgd. Het primair saldo verbeteren is cruciaal.
* **Begrotingsplanning:** Regeringen moeten een begroting voorleggen die in lijn ligt met de Europese normen. In het verleden zijn er voor België trajecten van 4 of 7 jaar voorgesteld om het tekort onder de Europese limiet (3% van het bbp) te brengen.
* **Investeringen en hervormingen:** De Hoge Raad voor de Financiën (CRB) wijst op de noodzaak van productiviteitsverhogende investeringen en hervormingen. De coördinatie tussen de verschillende Belgische overheden, en de betrokkenheid van sociale partners, worden als essentieel beschouwd.
* **Feedback-effecten:** Wijzigingen in overheidsuitgaven ($G$) of belastingen ($T$) kunnen op korte termijn de output ($Y$) beïnvloeden, wat via feedback-effecten de overheidsinkomsten en -uitgaven opnieuw kan beïnvloeden. Dit wordt gedekt door modellen zoals $G_{y/n} = G_A C_{SR}$.
* **Lange termijn versus korte termijn:** Er is een constante spanning tussen het op orde brengen van de begroting op korte termijn en het waarborgen van lange termijn investeringen en economische groei. Een te strikt begrotingskader kan de groei, innovatie en klimaatbeleid bedreigen.
> **Tip:** Probeer bij het bestuderen van de aanbevelingen van het Europees Semester en het IMF, deze te koppelen aan de economische modellen die in de cursus aan bod komen. Denk na over de mogelijke effecten van deze aanbevelingen op variabelen zoals output, werkgelegenheid, inflatie, en de begrotingsbalans.
> **Voorbeeld:** Een aanbeveling om de arbeidsparticipatie te verhogen kan worden geanalyseerd met behulp van een AS-AD model. Een toename van het arbeidsaanbod kan leiden tot een lagere productiekost voor bedrijven, wat de aggregate supply curve naar rechts verschuift, resulterend in een hogere output en potentieel lagere inflatie.
De analyse van de Belgische economie en het economisch beleid, zoals geschetst door het Europees Semester en andere internationale instellingen, benadrukt de noodzaak van een gecoördineerde aanpak die zowel fiscale discipline als structurele hervormingen omvat, met oog voor investeringen en de sociale dimensie.
---
# Het Europees Semester en landspecifieke aanbevelingen
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting over het Europees Semester en landspecifieke aanbevelingen, opgesteld als een examen-gereed studiemateriaal.
## 2. Het Europees semester en landspecifieke aanbevelingen
Het Europees Semester is een jaarlijkse cyclus waarin de Europese Commissie het economisch beleid van de lidstaten coördineert en beoordeelt, met als doel onevenwichtigheden en begrotingsproblemen tijdig te signaleren en aan te pakken.
### 2.1 Het Europees Semester: mechanisme en doelstellingen
Het Europees Semester werd in 2011 ingevoerd, mede als reactie op de eurocrisis en de noodzaak van een meer gecoördineerd economisch beleid binnen de eurozone. Het systeem beoogt economische onevenwichtigheden tussen lidstaten te signaleren en aan te pakken, en problemen met de overheidsfinanciën te adresseren. Een cruciaal aspect is het bevorderen van een beter functionerend monetair beleid door de Europese Centrale Bank (ECB). Binnen een muntunie met één rentetarief, is het essentieel dat de economische omstandigheden van de lidstaten voldoende op elkaar zijn afgestemd om een uniform monetair beleid effectief te laten zijn.
#### 2.1.1 De jaarlijkse cyclus
De cyclus van het Europees Semester begint met de herfstvoorspelling van de Europese Commissie voor de lidstaten. Het Europees Parlement formuleert hierover een opinie, waarna de Raad in maart richtlijnen (policy orientations) vaststelt. Vervolgens kijkt de Commissie in detail naar de situatie per lidstaat, met speciale aandacht voor die met de grootste tekorten en onevenwichtigheden. Lidstaten presenteren hun beleidsplannen, wat leidt tot de publicatie van landspecifieke aanbevelingen (Country Specific Recommendations - CSRs) in mei.
> **Tip:** Begrijp de tijdslijn van het Europees Semester; de input van de Commissie, het Parlement en de Raad leidt uiteindelijk tot concrete aanbevelingen aan de lidstaten.
#### 2.1.2 Indicatoren
Het Europees Semester maakt gebruik van diverse indicatoren om de economische situatie van lidstaten te beoordelen. Oorspronkelijk lag de focus sterk op overheidsfinanciën, maar sinds 2013 zijn er ook sociale componenten toegevoegd. De belangrijkste indicatoren omvatten:
* **Overheidsfinanciën:** Begrotingstekorten, overheidsschulden, structurele aanpassingen.
* **Financiële sector:** Stabiliteit, risico's, huizenmarkt.
* **Concurrentievermogen:** Productiviteit, regelgeving, concurrentie.
* **Arbeidsmarkt:** Werkgelegenheid, werkloosheid (inclusief specifieke groepen zoals jongeren), lonen, arbeidsmarktbeleid.
* **Onderwijs en opleidingssystemen:** Vaardigheden, mismatches.
* **Openbaar bestuur:** Efficiëntie, coördinatie.
* **Sociale component (sinds 2013):** Armoede, sociale uitsluiting, inkomensongelijkheid, werkgelegenheid, aanpak van jeugdwerkloosheid. Dit sluit aan bij de Europese Pijler van Sociale Rechten (2017).
#### 2.1.3 Evolutie van het Europees Semester
Hoewel de nadruk aanvankelijk sterk op begrotingen lag, evolueerde het systeem. In 2020, tijdens de COVID-19 pandemie, werd de "general escape clause" van het Stabiliteits- en Groeipact geactiveerd. Dit maakte tijdelijke afwijkingen van begrotingsregels mogelijk, waardoor overheidsschulden sterk konden oplopen. De periode 2021-2023 kenmerkte zich door een focus op begroting in combinatie met de Recovery and Resilience Facility (RRF). Vóór de pandemie (circa 2019) was er een initiatief voor een "Europees Semester 2.0", met meer aandacht voor sociale componenten, maar dit werd tijdelijk opgeschort om eerst de economische onevenwichtigheden aan te pakken.
> **Tip:** Wees op de hoogte van de impact van externe schokken zoals COVID-19 op de toepassing en focus van het Europees Semester.
### 2.2 Landspecifieke aanbevelingen: het geval België
De landspecifieke aanbevelingen (CSRs) bieden concrete beleidsrichtlijnen voor elke lidstaat. Voor België zijn er verschillende kritische aandachtspunten geïdentificeerd door Europese instanties, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
#### 2.2.1 Aanbevelingen van Europa voor België (voorbeeld 2019/2020)
De aanbevelingen voor België benadrukken vaak de noodzaak van begrotingsconsolidatie, structurele hervormingen en investeringen. Specifieke aandachtspunten zijn:
1. **Begrotingshoudbaarheid en overheidsfinanciën:**
* Het nominale groeipercentage van de netto primaire overheidsuitgaven inperken (bv. niet boven een bepaald percentage uitkomen) om een jaarlijkse structurele aanpassing te realiseren.
* Eventuele meevallers aanwenden voor snellere schuldafbouw.
* Hervormingen doorvoeren om de budgettaire houdbaarheid van stelsels voor langdurige zorg en pensioenen te waarborgen, mogelijk door beperking van vervroegde uittreding.
* Verbetering van de samenstelling en efficiëntie van publieke uitgaven, onder meer via uitgaventoetsingen.
* Verbetering van de coördinatie van begrotingsbeleid tussen alle overheidsniveaus om ruimte te creëren voor openbare investeringen.
> **Tip:** Houd rekening met het concept van "backloading" in begrotingsconsolidatie, waarbij inspanningen in latere perioden worden geconcentreerd, wat positieve verwachtingseffecten kan hebben.
2. **Arbeidsmarkt en onderwijs:**
* Wegnemen van hindernissen voor arbeidsparticipatie en versterken van actief arbeidsmarktbeleid, met name voor laagopgeleiden, oudere werknemers en mensen met een migratieachtergrond.
* Verbeteren van de prestaties en inclusiviteit van onderwijs- en opleidingssystemen en aanpakken van vaardigheden-mismatches.
3. **Investeringen en concurrentievermogen:**
* Toespitsen van investeringsgerelateerd economisch beleid op duurzaam vervoer (inclusief spoorweginfrastructuur, decarbonisatie, energietransitie) en onderzoek en innovatie (met name digitalisering), rekening houdend met regionale verschillen.
* Aanpakken van mobiliteitsuitdagingen door investeringen in vervoersinfrastructuur en stimuleren van collectief en emissiearm vervoer.
* Verminderen van regelgevende en administratieve druk om ondernemerschap te stimuleren en concurrentie in de dienstensector te vergroten. Dit kan leiden tot lagere mark-ups.
#### 2.2.2 Implementatie van aanbevelingen
Een kritische observatie is dat de implementatie van de landspecifieke aanbevelingen in België historisch gezien relatief laag is geweest (slechts een klein percentage werd volledig geïmplementeerd). Dit vormde een zorgpunt voor de Europese Commissie en Raad. Pogingen om de implementatie te stimuleren zijn gedaan door bijvoorbeeld de middelen van de Recovery and Resilience Facility te koppelen aan de realisatie van deze aanbevelingen in de nationale regelgeving.
#### 2.2.3 Kritiek op het begrotingskader
Er is ook kritiek op de bestaande begrotingskaders, zoals de Maastrichtnormen. Deze worden soms als te streng en procyclisch beschouwd. Een te strikt begrotingskader kan leiden tot een vermindering van overheidsinvesteringen op lange termijn, wat innovatie, economische groei en klimaatbeleid kan bedreigen. Het vinden van een evenwicht tussen begrotingsdiscipline en budgettaire expansie, met name in tijden van crisis, is een uitdaging. Een te sterke focus op schuldafbouw kan economisch onnuttig zijn als de impact op lange termijn te negatief is.
### 2.3 Vergelijkbare aanbevelingen van OESO en IMF
De aanbevelingen van andere internationale organisaties, zoals de OESO en het IMF, sluiten vaak nauw aan bij die van het Europees Semester.
* **OESO (Organisation for Economic Co-operation and Development):** Rapporteert tweejaarlijks over de economie van lidstaten en formuleert beleidsaanbevelingen die in lijn zijn met die van de EU.
* **IMF (International Monetary Fund):** Publiceert periodieke landrapporten (bv. Article IV-consultaties) met aanbevelingen voor landen. Voor België benadrukt het IMF de noodzaak van aanhoudende en bij voorkeur vooraanstaande begrotingsconsolidatie om desinflatie te ondersteunen, buffers te herstellen, schuld te verminderen en het sociale model te behouden. Dit vereist rationalisatie en efficiëntie van overheidsuitgaven, significante hervormingen in belastingbeleid, pensioenen en gezondheidszorg. Daarnaast worden structurele hervormingen in de arbeids- en productmarkten en verdere vooruitgang in de groene transitie als cruciaal beschouwd om potentiële groei te stimuleren en toekomstige uitdagingen aan te gaan.
> **Tip:** Verbind de aanbevelingen uit het Europees Semester met die van andere internationale instellingen om een completer beeld te krijgen van de verwachte beleidshervormingen.
### 2.4 Koppeling aan macro-economische modellen
De landspecifieke aanbevelingen kunnen gekoppeld worden aan verschillende macro-economische modellen. Bijvoorbeeld:
* **Begrotingsconsolidatie (G beperken of T verhogen):** Dit kan gemodelleerd worden met behulp van IS-LM modellen, waarbij een restrictiever fiscaal beleid leidt tot een daling van de aggregate demand, wat op korte termijn de output kan doen dalen. Dit kan echter ook de handelsbalans verbeteren door lagere importen.
* De relatie tussen overheidsuitgaven ($G$) en output ($Y$) kan algemeen worden weergegeven met modellen zoals: $Y = C + I + G + (X - M)$. Een verandering in $G$ heeft een directe impact op $Y$.
* De noodzaak om de primaire overheidsschuld te stabiliseren of te verminderen vereist een begrotingstekort ($BD$) dat de schuldquote niet laat toenemen.
* **Hervormingen op de arbeidsmarkt (hindernissen wegnemen, activeren):** Dit kan worden geanalyseerd met modellen die de arbeidsmarktstructuur en werkgelegenheid meenemen, zoals modellen met een focus op lonen, werkloosheid en arbeidsparticipatie. Een succesvolle activatiebeleid kan de natuurlijke werkloosheidsgraad verlagen.
* De output ($Y$) is afhankelijk van de gebruikte productiefactoren, waaronder arbeid ($L$). Verbeterde arbeidsmarktparticipatie verhoogt $L$ en potentieel $Y$.
* **Onderwijs en training (vaardigheden-mismatches aanpakken):** Dit raakt aan de kwalitatieve aspecten van arbeid en de lange-termijn productiviteit. Modellen van endogene groei, die menselijk kapitaal ($H$) als een productiefactor beschouwen, zijn hier relevant.
* Productiviteit kan toenemen met menselijk kapitaal, $A = f(H)$, waar $A$ de totale factorproductiviteit is.
* **Investeringen in onderzoek en innovatie (R&D):** Dit versterkt de lange-termijn groeipotentie en concurrentievermogen. Endogene groeimodellen, waarin innovatie en technologische vooruitgang de motor van groei zijn, zijn van toepassing.
* Economische groei op lange termijn wordt vaak verklaard door technologische vooruitgang, die wordt aangedreven door investeringen in R&D.
* **Concurrentie en regelgeving (ondernemerschap, dienstensector):** Dit beïnvloedt de efficiëntie van markten en de prijsstelling (mark-ups). Competitieve markten leiden doorgaans tot lagere mark-ups en hogere output.
* Prijszetting in imperfecte markten kan worden beschreven door een mark-up ($M$) boven de marginale kosten: $P = (1+M)MC$. Een verlaging van $M$ leidt tot lagere prijzen.
> **Voorbeeld:** Als België de aanbeveling volgt om de hindernissen op de arbeidsmarkt weg te nemen, zou dit kunnen leiden tot een hogere arbeidsparticipatie. Dit kan, volgens een groeimodel met menselijk kapitaal, niet alleen de output op korte termijn verhogen, maar ook, indien gepaard gaand met verbeterd onderwijs, de productiviteit en daarmee de potentiële groei op lange termijn stimuleren. Dit heeft tevens positieve implicaties voor de overheidsfinanciën door hogere belastinginkomsten en lagere uitgaven voor werkloosheid.
---
# Rol van internationale organisaties en hun aanbevelingen
Dit topic verkent de aanbevelingen en analyses van internationale organisaties zoals de OESO en het IMF met betrekking tot de Belgische economie en het economisch beleid.
### 3.1 Het Europees Semester: een kader voor economische beleidsafstemming
Het Europees Semester is een systeem dat in 2011 is opgezet om de economische beleidslijnen van de EU-lidstaten op elkaar af te stemmen. Het hoofddoel is het signaleren en aanpakken van onevenwichtigheden in de economische ontwikkelingen van landen, evenals problemen met de overheidsfinanciën. Dit systeem is mede ingegeven door de eurocrisis en de instelling van een Europees monetair noodfonds.
Het systeem draagt bij aan de coördinatie van het monetaire beleid binnen de eurozone, waar één rentevoet van de Europese Centrale Bank van toepassing is op diverse nationale economische realiteiten. Het Europees Semester identificeert kritieke indicatoren zoals:
* Overheidsfinanciën
* Financiële sector en de huizenmarkt
* Concurrentievermogen
* Arbeidsmarkt
* Onderwijs
* Openbaar bestuur
Sinds 2013 is hier een sociale component aan toegevoegd, met meer aandacht voor armoede, sociale uitsluiting, inkomensongelijkheid, werkgelegenheid en de aanpak van jeugdwerkloosheid, mede onder invloed van de European Pillar of Social Rights.
Het proces van het Europees Semester verloopt in verschillende fasen:
* De *Autumn Forecast* evalueert de lidstaten.
* Het Europees Parlement formuleert een opinie.
* In maart geeft de Raad beleidsrichtlijnen.
* De Commissie analyseert vervolgens gedetailleerd de situaties, met speciale aandacht voor landen met grote tekorten of onevenwichtigheden.
* Lidstaten dienen hun plannen in, wat leidt tot *Country Specific Recommendations* (CSRs) in mei.
#### 3.1.1 Aanbevelingen voor België binnen het Europees Semester
In het verleden, bijvoorbeeld in de aanloop naar 2020, werden specifieke aanbevelingen gedaan aan België:
1. **Begroting en overheidsfinanciën:**
* Zorgen dat het nominale groeipercentage van de netto primaire overheidsuitgaven in 2020 niet boven de 1,6% uitkomt, wat een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,6% van het bruto binnenlands product (bbp) vereist. Dit houdt in dat de overheidsuitgaven (G) beperkt of verlaagd moeten worden.
* Meewervende inkomsten (meevallers) gebruiken om de overheidsschuld sneller af te bouwen.
* Hervormingen doorzetten om de budgettaire houdbaarheid van stelsels voor langdurige zorg en pensioenen te waarborgen, onder meer door het beperken van mogelijkheden voor vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt.
* De samenstelling en efficiëntie van publieke uitgaven verbeteren, onder meer door uitgaventoetsingen.
* De coördinatie van het begrotingsbeleid tussen alle overheidsniveaus verbeteren om ruimte te creëren voor openbare investeringen.
**Tip:** Een daling van de overheidsuitgaven (G) kan op korte termijn leiden tot een lagere output (Y), wat via feedback-effecten opnieuw de overheidsfinanciën kan beïnvloeden.
2. **Arbeidsmarkt en onderwijs:**
* Hindernissen voor arbeid wegnemen en de effectiviteit van actief arbeidsmarktbeleid versterken, specifiek gericht op laagopgeleiden, oudere werknemers en mensen met een migratieachtergrond.
* De prestaties en inclusiviteit van onderwijs- en opleidingssystemen verbeteren en *skill mismatches* aanpakken. Dit kan gekoppeld worden aan investeringen in menselijk kapitaal (H) en onderzoek en ontwikkeling (R&D), wat kan leiden tot een hoger opgeleide beroepsbevolking en meer innovatie.
3. **Investeringen en concurrentievermogen:**
* Het investeringsgerelateerde economisch beleid richten op duurzaam vervoer (inclusief spoorweginfrastructuur), decarbonisatie, energietransitie en onderzoek en innovatie, met speciale nadruk op digitalisering en rekening houdend met regionale verschillen.
* Mobiliteitsuitdagingen aangaan door investeringen in vervoersinfrastructuur en stimulansen voor collectief vervoer en vervoer met lage emissies.
* De regelgevende en administratieve druk verminderen om ondernemerschap te stimuleren.
* De concurrentie in de dienstensector (detailhandel, bouw, professionele diensten) vergroten, wat kan leiden tot lagere *mark-ups*.
#### 3.1.2 Evaluatie en aanpassing van het Europees Semester
De evaluatie van de implementatie van de *Country Specific Recommendations* (CSRs) toont aan dat slechts een klein percentage (ongeveer 3%) daadwerkelijk wordt geïmplementeerd. Dit was een zorg voor de Commissie en de Raad. Als reactie hierop zijn de middelen uit de *Recovery and Resilience Facility* (RRF), verstrekt na de COVID-19-pandemie, gekoppeld aan de implementatie van deze aanbevelingen in nationale regelgeving. België kon daardoor niet alle middelen ontvangen omdat niet alle aanbevelingen volledig waren geïmplementeerd.
Tijdens de COVID-19-pandemie werd de algemene *escape clause* van het Stabiliteits- en Groeipact geactiveerd, waardoor lidstaten tijdelijk konden afwijken van begrotingsregels om de ernstige economische neergang op te vangen. Dit leidde tot een sterke stijging van de overheidsschulden. De Europese Semesters 2021-2023 richtten zich mede op de *Recovery and Resilience Facility*.
Het Europees Semester 2.0, dat vóór de pandemie werd voorbereid, beoogde meer aandacht te besteden aan de sociale component, maar dit plan werd tijdelijk opgeschort om eerst de economische onevenwichtigheden aan te pakken.
Er is ook kritiek op het strikte begrotingskader van de EU, dat als procyclisch kan worden beschouwd en innovatie, economische groei en klimaatbeleid kan bedreigen. Een te strikt begrotingskader kan op lange termijn investeringen, inclusief groene transitie-investeringen, schaden. Er wordt gepleit voor een beter evenwicht tussen begrotingsdiscipline en budgettaire expansie, om anti-cyclisch beleid te faciliteren en de economie te ondersteunen tijdens crises.
### 3.2 De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
De OESO brengt, net als de Europese Commissie, tweejaarlijkse rapporten uit met analyses en aanbevelingen voor lidstaten, waaronder België. De aanbevelingen van de OESO sluiten sterk aan bij die van het Europees Semester, met een focus op budgettaire consolidatie, efficiëntie van overheidsuitgaven, en structurele hervormingen.
### 3.3 Het Internationaal Monetair Fonds (IMF)
Het IMF publiceert ook landspecifieke rapporten, zoals het *Country Report Belgium* (december 2023), met gedetailleerde analyses en aanbevelingen voor het economisch beleid.
#### 3.3.1 Hoofdpunten van het IMF voor België (december 2023)
Het IMF benadrukt de noodzaak van:
* **Sustained and front-loaded fiscal consolidation:** Continue en liefst vooraanstaande budgettaire consolidatie is cruciaal om desinflatie te ondersteunen, buffers te herstellen, de schuld te verminderen en het Belgische sociaal model te beschermen.
* **Rationalization and efficiency of spending:** Een rationalisatie en grotere efficiëntie van de uitgaven op alle overheidsniveaus zijn vereist.
* **Significant reforms:** Significante hervormingen op het gebied van belastingbeleid, pensioenen en gezondheidszorg zijn noodzakelijk.
* **Macroprudential policy:** Recente aanscherpingen van het macroprudentiële beleid ter bescherming tegen systemische risico's worden verwelkomd.
* **Strengthening supervision:** Verbetering van het toezicht, crisisbeheer, resolutiebereidheid, het macroprudentiële kader en de beoordeling van systemische risico's zullen de economie verder beschermen tegen macrofinanciële schokken.
* **Structural reforms:** Structurele hervormingen op de arbeids- en productmarkten, evenals verdere vooruitgang in de groene transitie, zijn essentieel om de potentiële groei te stimuleren, de impact van budgettaire consolidatie te mitigeren en middellange-termijnuitdagingen aan te pakken.
Het IMF publiceert ook de *World Economic Outlook*, die groeivoorspellingen verstrekt. Opvallend is dat de groeiprognoses voor de Verenigde Staten doorgaans hoger liggen dan die voor de eurozone, wat zorgwekkend is voor veel economen met betrekking tot de lagere groei in de EU.
---
# Budgettaire regels en economische stabiliteit
Dit topic onderzoekt de impact van budgettaire kaders, zoals het Stabiliteits- en Groeipact, op economische groei, investeringen en de afweging tussen begrotingsdiscipline en expansie.
### 4.1 Het Europees semester: een kader voor economisch beleid
Het Europees semester is een systeem dat in 2011 is opgestart, ingegeven door de eurocrisis en de oprichting van een Europees monetair noodfonds. Het dient als kader voor de afstemming van het economisch beleid van EU-lidstaten met als hoofddoel het signaleren en aanpakken van onevenwichtigheden in de economische ontwikkeling van landen en problemen met de overheidsfinanciën. Het systeem is bedoeld om het monetaire beleid beter te kunnen voeren, met name in een muntunie waar één rentetarie f voor diverse lidstaten geldt. Door onevenwichtigheden aan te pakken, kan een gecoördineerd monetair beleid worden nagestreefd.
#### 4.1.1 Indicatoren en componenten van het Europees semester
Het Europees semester richt zich op diverse indicatoren, waaronder:
* Overheidsfinanciën
* Financiële sector (en huizenmarkt)
* Concurrentievermogen
* Arbeidsmarkt
* Onderwijs
* Openbaar bestuur
Sinds 2013 is er een sociale component toegevoegd, met aandacht voor armoede, sociale uitsluiting, inkomensongelijkheid, werkgelegenheid en de aanpak van jeugdwerkloosheid, mede ingegeven door de European Pillar of Social Rights (2017).
#### 4.1.2 Het proces van het Europees semester
Het proces start met de herfstvoorspellingen van de Europese Commissie voor lidstaten. Het Europees Parlement formuleert hierover een opinie, waarna de Raad in maart beleidsrichtlijnen vaststelt. De Commissie kijkt vervolgens gedetailleerder naar lidstaten, met name die met grote tekorten en onevenwichtigheden. Lidstaten moeten hun plannen voorleggen, wat leidt tot landspecifieke aanbevelingen (country-specific recommendations, CSRs) in mei.
#### 4.1.3 Ontwikkelingen en uitdagingen in het Europees semester
Oorspronkelijk lag de focus sterk op begrotingen. In 2020, met de Covid-19 pandemie, activeerde de Europese Commissie de "general escape clause" van het Stabiliteits- en Groeipact. Dit stelde landen in staat tijdelijk af te wijken van begrotingsregels bij ernstige economische neergang, wat leidde tot een sterke stijging van overheidsschulden. De Europese Semesters 2021-2023 richtten zich op begroting in combinatie met de Recovery and Resilience Facility.
#### 4.1.4 Landspecifieke aanbevelingen voor België
Europa geeft specifieke aanbevelingen aan lidstaten. Voor België werden onder andere de volgende punten benadrukt:
* **Begrotingsdiscipline en schuldreductie:** Zorgen dat het nominale groeipercentage van de netto primaire overheidsuitgaven niet te hoog is, om een jaarlijkse structurele aanpassing te realiseren. Eventuele meevallers gebruiken voor snellere schuldafbouw.
* **Hervormingen voor budgettaire houdbaarheid:** Voortzetten van hervormingen om de houdbaarheid van langdurige zorg- en pensioenstelsels te waarborgen, mede door vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt te beperken.
* **Verbetering van publieke uitgaven:** Optimaliseren van de samenstelling en efficiëntie van publieke uitgaven door middel van uitgaventoetsingen, en verbeteren van de coördinatie van begrotingsbeleid tussen overheidsniveaus om ruimte te creëren voor openbare investeringen.
* **Arbeidsmarktactivering:** Weghalen van hindernissen om te werken en versterken van actief arbeidsmarktbeleid, met name voor laagopgeleiden, oudere werknemers en mensen met een migratieachtergrond.
* **Onderwijs en opleiding:** Verbeteren van de prestaties en inclusiviteit van onderwijs- en opleidingssystemen en aanpakken van vaardigheden-mismatches.
* **Investeringsgericht economisch beleid:** Toespitsen op duurzaam vervoer (inclusief spoorweginfrastructuur), decarbonisatie, energietransitie, en onderzoek en innovatie (met name digitalisering), rekening houdend met regionale verschillen.
* **Mobiliteit en ondernemerschap:** Aanpakken van mobiliteitsuitdagingen via investeringen in vervoersinfrastructuur en stimuleren van collectief en emissiearm vervoer. Verminderen van regelgevende en administratieve druk om ondernemerschap te stimuleren en concurrentie in de dienstensector te vergroten.
Het is opvallend dat van de aanbevelingen slechts een beperkt percentage daadwerkelijk geïmplementeerd wordt in het beleid. Dit leidde tot pogingen om de uitbetaling van middelen, zoals via de Recovery and Resilience Facility, te koppelen aan de implementatie van landspecifieke aanbevelingen.
#### 4.1.5 Europees Semester 2.0
Net voor de Covid-19 pandemie werd er een "semester 2.0" voorbereid met meer nadruk op sociale componenten. Dit plan werd tijdelijk opzij geschoven om eerst de acute economische onevenwichtigheden aan te pakken.
### 4.2 Kritiek op budgettaire kaders en de afweging tussen discipline en expansie
Er is aanzienlijke kritiek op de strengheid van budgettaire regels, die soms als contraproductief worden gezien.
#### 4.2.1 Pro-cyclisch beleid en impact op investeringen
Een te streng budgettair kader kan een pro-cyclisch beleid stimuleren in plaats van een anti-cyclisch beleid dat nodig is om een gedaalde vraag op te vangen. Dit keurslijf bedreigt ook investeringen, innovatie en economische groei op lange termijn, ondanks mogelijke kortetermijnvoordelen voor de begroting. Dalende overheidsinvesteringen kunnen de economie schaden, vooral in sectoren zoals de groene transitie waar significante investeringen nodig zijn.
#### 4.2.2 Evenwicht tussen discipline en expansie
De kern van de discussie ligt in het vinden van een evenwicht tussen de noodzakelijke begrotingsdiscipline en de behoefte aan budgettaire expansie om economische groei te stimuleren, investeringen te bevorderen en sociale doelstellingen te realiseren. Een te grote focus op schuldafbouw ten koste van langetermijnimpact kan economisch onwenselijk zijn.
### 4.3 Aanbevelingen van internationale organisaties
Naast de Europese Unie geven ook andere internationale organisaties aanbevelingen voor economisch beleid, die vaak in lijn liggen met die van het Europees semester.
#### 4.3.1 OESO
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) publiceert tweejaarlijkse rapporten met beleidsaanbevelingen voor lidstaten. Deze rapporten zijn sterk afgestemd op de bevindingen en aanbevelingen van het Europees semester.
#### 4.3.2 IMF
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) stelt eveneens landspecifieke rapporten op met aanbevelingen voor economisch beleid. Voor België, zoals uiteengezet in het rapport van december 2023, zijn de hoofdpunten:
* **Begrotingsconsolidatie:** Aanhoudende, en bij voorkeur vooraanstaande, begrotingsconsolidatie is nodig om desinflatie te ondersteunen, buffers te herstellen, schuld te verminderen en het Belgische sociaal model te behouden.
* **Efficiëntie van overheidsuitgaven en belastinghervormingen:** De consolidatie moet gepaard gaan met rationalisatie en grotere efficiëntie van uitgaven op alle overheidsniveaus, en significante hervormingen in belastingbeleid, pensioenen en gezondheidszorg.
* **Macroprudentieel beleid en financiële stabiliteit:** Recent aangescherpt macroprudentieel beleid om systemische risico's tegen te gaan, wordt verwelkomd. Versterking van toezicht, crisisbeheer en -resolutiebereidheid, het macroprudentiële kader en de beoordeling van systemische risico's zijn cruciaal om de economie te isoleren van macrofinanciële schokken.
* **Structurele hervormingen voor potentiële groei:** Structurele hervormingen op de arbeids- en productmarkten, en verdere vooruitgang in de groene transitie, zijn essentieel om de potentiële groei te stimuleren, de impact van begrotingsconsolidatie te mitigeren en middellange-termijnuitdagingen aan te pakken.
Deze internationale rapporten onderstrepen het belang van gecoördineerd beleid om economische stabiliteit te waarborgen en groei op lange termijn te bevorderen. Ze benadrukken de noodzaak om fiscale discipline te combineren met strategische investeringen en structurele hervormingen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Europees Semester | Een jaarlijks cyclus waarin de Europese Commissie de economische en budgettaire beleidsplannen van de EU-lidstaten beoordeelt en specifieke aanbevelingen doet om economische onevenwichtigheden en begrotingsproblemen aan te pakken. |
| Begrotingssaldo | Het verschil tussen de overheidsinkomsten en de overheidsuitgaven in een bepaalde periode. Een tekort ontstaat wanneer de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten, en een overschot wanneer de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven. |
| Primair saldo | Het begrotingssaldo exclusief de rentebetalingen op de overheidsschuld. Het geeft een beter beeld van de huidige begrotingsinspanningen van een overheid. |
| CRB (Centrale Raad voor het Bedrijfsleven) | Een adviesorgaan dat zich bezighoudt met de Belgische overheidsfinanciën en economisch beleid, en aanbevelingen doet ter verbetering van de budgettaire houdbaarheid en economische prestaties. |
| Productiviteitsverhogende investeringen | Investeringen die gericht zijn op het verhogen van de efficiëntie en output per eenheid input, wat kan leiden tot hogere economische groei en concurrentievermogen. |
| Overheidsfinanciën | De financiën van de overheid, inclusief inkomsten (belastingen, bijdragen) en uitgaven (sociale zekerheid, publieke diensten, investeringen). |
| Output | De totale hoeveelheid goederen en diensten die in een economie worden geproduceerd gedurende een bepaalde periode, vaak gemeten als het Bruto Binnenlands Product (BBP). |
| Feedback-effecten | Effecten waarbij de uitkomst van een proces terugwerkt op het proces zelf, wat kan leiden tot versterking of verzwakking van het oorspronkelijke effect, zoals een daling van de output die leidt tot lagere overheidsinkomsten. |
| Begrotingstekort | Het verschil tussen de overheidsuitgaven en de overheidsinkomsten, waarbij de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten. |
| OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) | Een internationale organisatie die landen samenbrengt om economisch beleid te bespreken, te analyseren en te coördineren, met als doel duurzame economische groei en werkgelegenheid te bevorderen. |
| IMF (Internationaal Monetair Fonds) | Een internationale organisatie die financiële stabiliteit, internationale handel en economische groei bevordert door middel van monetaire samenwerking, financieel advies en het verlenen van leningen aan landen met betalingsproblemen. |
| Stabiliteits- en Groeipact | Een reeks regels en procedures binnen de Europese Unie die bedoeld zijn om de budgettaire discipline van de lidstaten te waarborgen en buitensporige begrotingstekorten en overheidsschulden te voorkomen. |
| General Escape Clause | Een bepaling binnen het Stabiliteits- en Groeipact die onder uitzonderlijke economische omstandigheden, zoals een ernstige economische neergang, toestaat dat lidstaten tijdelijk afwijken van de normale begrotingsregels. |
| Landspecifieke aanbevelingen (Country Specific Recommendations - CSR) | Gedetailleerde aanbevelingen die de Europese Commissie jaarlijks geeft aan elke lidstaat, gericht op het aanpakken van economische en sociale uitdagingen en het verbeteren van de economische prestaties. |
| Budgettaire houdbaarheid | De capaciteit van een overheid om haar financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen zonder onevenredige lasten voor toekomstige generaties, voornamelijk door het beheren van de overheidsschuld en de uitgaven voor pensioenen en zorg. |
| Arbeidsmarktbeleid | Beleid dat gericht is op het verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt, inclusief maatregelen voor werkgelegenheid, omscholing, en het wegnemen van belemmeringen voor tewerkstelling. |
| Klimaatbeleid | Beleid gericht op het verminderen van broeikasgasemissies en het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering, vaak door middel van regelgeving, stimulansen en investeringen in duurzame technologieën. |
| Entrepreneurship | Het proces van het starten en leiden van een bedrijf, met de bereidheid om financiële risico's te nemen in de hoop op winst. |
| Procyclisch beleid | Economisch beleid dat de conjunctuurcyclus versterkt; bijvoorbeeld, het verhogen van belastingen of verlagen van overheidsuitgaven tijdens een recessie, wat de neergang verergert. |
| Anticyclisch beleid | Economisch beleid dat gericht is op het stabiliseren van de economie door tegengesteld te reageren op de conjunctuurcyclus; bijvoorbeeld, het verlagen van belastingen of verhogen van overheidsuitgaven tijdens een recessie om de vraag te stimuleren. |
| Macroprudentieel beleid | Beleid dat gericht is op het waarborgen van de stabiliteit van het financiële systeem als geheel, door middel van maatregelen die systemische risico's verminderen. |
| Potentiële groei | De maximale duurzame groei die een economie kan realiseren zonder inflatoire druk, afhankelijk van factoren zoals kapitaal, arbeid en technologische vooruitgang. |