Les 4.pdf
Summary
# Romeinse stad en urbanisme
Dit onderwerp behandelt de kenmerken van Romeinse steden, hun stedenbouwkundige patronen zoals het dambordpatroon, en de invloed van Etruskische oorsprong op het Romeinse urbanisme.
### 1.1 Kenmerken van Romeinse steden
Romeinse steden werden gekenmerkt door een vast stedenbouwkundig patroon, vaak in de vorm van een raster of dambordpatroon. Deze steden werden gesticht volgens een vast ritueel. Hoewel Rome zelf niet altijd een typisch voorbeeld was van dit Romeinse urbanisme, speelde het een cruciale rol in het besturingssysteem van het rijk [1](#page=1).
### 1.2 Oorsprong en invloed van het dambordpatroon
Het vaste stedenbouwkundige patroon, met name het dambordpatroon, heeft zijn oorsprong bij de Etrusken. Dit patroon was kenmerkend voor veel door de Romeinen gestichte steden, waaronder koloniale steden. De Etrusken, gevestigd in Toscane, hadden invloed op de groei van Rome en de ontwikkeling van koloniale steden [1](#page=1).
> **Tip:** Het is belangrijk om te onthouden dat hoewel het dambordpatroon kenmerkend was, Rome zelf minder een voorbeeld was van dit strikte urbanisme, maar eerder een centraal besturingspunt [1](#page=1).
---
# De Middeleeuwse stad: indeling en kenmerken
Dit deel behandelt de overgang naar de Middeleeuwen en de verschillende typen middeleeuwse steden, ingedeeld naar hun ontstaanswijze.
### 7.1 Overstap naar de Middeleeuwen
De periode van de Middeleeuwen, grofweg van 500 tot 1400 na Christus, kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan steden. Nieuwe landbouwtechnieken en een gunstig klimaat leidden tot grote landbouwoverschotten, wat de basis vormde voor stedelijke ontwikkeling. Ondanks de diversiteit kunnen middeleeuwse steden worden ingedeeld op basis van hun ontstaanswijze: als voortzetting van een Romeinse stad, als natuurlijk gegroeide stad rond een burcht of klooster, of als een volledig nieuw gecreëerde stad [1](#page=1).
### 7.2 Voortzetting van een Romeinse stad
Frankische volkeren, de voorouders van de huidige Nederlanders, konden de grote Romeinse steden niet direct inpassen in hun levenswijze en wisten niet altijd wat ze moesten aanvangen met de bestaande Romeinse infrastructuur. Romeinse bouwwerken, zoals arena's, kregen nieuwe functies, zoals woonruimte. Religieuze elementen speelden een steeds belangrijkere rol; bisschoppen vestigden zich in steden, vaak nabij Romeinse omwallingen, en gebruikten stenen van oude muren voor de bouw van religieuze gebouwen. Kerken namen de plaats in van oude Romeinse gebouwen, en de middeleeuwse stadskern breidde zich uit aan de randen van de Romeinse stad, rondom deze nieuwe kerken. Hierdoor verbrokkelde de oorspronkelijke structuur van de Romeinse stad aanzienlijk. In sommige gevallen, zoals in Florence (Firenze), is de oorspronkelijke Romeinse stadsstructuur nog herkenbaar [2](#page=2).
### 7.3 De natuurlijk gegroeide stad
Natuurlijk gegroeide steden ontwikkelden zich spontaan rond een burcht, die vaak op een strategisch gunstige locatie lag, zoals een knooppunt van wegen of rivieren. Een burcht was meestal gesitueerd op een (kunstmatige) heuvel of verhoogd terrein, omgeven door water, en diende als verdediging tegen invallen. Deze burchten waren oorspronkelijk klein en aangepast aan het landschap, en bevatten typisch een kerk, een ruimte voor gerechtelijke vergaderingen, voorraadschuren en verdedigingswerken zoals wallen en torens. Naarmate meer mensen zich rond de burcht vestigden om bescherming te zoeken, ontwikkelde de burcht zich tot een middeleeuwse stad. Kenmerkend voor dit type stad is het radiaal-concentrische stratenpatroon, waarbij straten zich vanuit het centrum als spaken van een wiel verspreiden in cirkelvormige uitbreidingen, zoals te zien is in steden als Gent en Brugge [2](#page=2).
### 7.4 De gecreëerde stad
Gecreëerde, of 'getekende', steden werden volledig vanaf nul opgericht. Hun ontstaan is nauw verbonden met economische factoren, zoals de bloei van handel en de aanzienlijke bevolkingsgroei tijdens de Middeleeuwen. Om de voedselproductie te verhogen, werd land ontgonnen, wat leidde tot de kolonisatie van Oost-Europa en de herovering van Zuid-Europa. Deze ontwikkelingen creëerden een behoefte aan nieuwe steden. Een voorbeeld van een getekende stad is Bastide Saint-Louis, in tegenstelling tot Carcassonne dat geen getekende stad is. Tegen het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw begon de periode die bekend staat als de 'Dark Ages', gekenmerkt door oorlogen, economische crises en de Zwarte Dood, wat resulteerde in een enorme daling van de bevolking en een rem op de stedelijke ontwikkeling [3](#page=3).
---
# Voortzetting van Romeinse steden in de Middeleeuwen
Dit topic beschrijft hoe Frankische overheersers omgingen met bestaande Romeinse steden en hoe religieuze elementen een transformatie van de stedelijke kern bewerkstelligden, met Florence als voorbeeld.
### 3.1 Aanpassing van Romeinse steden door de Franken
De Frankische overheersers konden de bestaande Romeinse steden niet direct inpassen in hun levenswijze. Ze waren onbekend met de grootschalige Romeinse architectuur en gebouwen, waardoor deze vaak geen nieuwe functie konden krijgen [2](#page=2).
#### 3.1.1 Verlies van Romeinse structuur
De oorspronkelijke structuur van veel Romeinse steden raakte verbrokkeld. Grote Romeinse bouwwerken zoals arena's kregen soms een woonfunctie, wat duidt op een aanpassing aan de nieuwe behoeften, maar ook op het verlies van hun oorspronkelijke doel [2](#page=2).
#### 3.1.2 De rol van religie in de transformatie
Religieuze elementen gingen een steeds belangrijkere rol spelen in de transformatie van de stedelijke kern. Bisschoppen vestigden zich vaak in de nabijheid van Romeinse omwallingen. De stenen van deze Romeinse muren werden hergebruikt bij de oprichting van nieuwe religieuze gebouwen, zoals kerken. Deze kerken namen de plaats in van oude Romeinse gebouwen, wat de religieuze functie van het centrum versterkte [2](#page=2).
#### 3.1.3 Uitbreiding aan de randen
De middeleeuwse stadskern breidde zich uit aan de randen van de Romeinse stad, vaak rondom deze nieuw gebouwde kerken. Mensen gingen wonen in de omgeving van deze religieuze centra, wat leidde tot een verschuiving van de stedelijke focus [2](#page=2).
#### 3.1.4 Voorbeeld: Florence
In sommige steden is de oorspronkelijke structuur van de Romeinse stad nog steeds herkenbaar. Florence (Firenze) is hier een treffend voorbeeld van [2](#page=2).
### 3.2 De natuurlijk gegroeide stad
Naast de transformatie van Romeinse steden, ontwikkelden zich ook natuurlijk gegroeide steden, vaak vanuit een 'burg' [2](#page=2).
#### 3.2.1 Kenmerken van een burg
Een burg was een versterking, meestal gelegen op een heuvel of een kunstmatige verhoging omringd door water, en diende ter verdediging tegen invallen. De oppervlakte was aanvankelijk klein en de vorm werd aangepast aan het landschap. Een burg bevatte essentiële functies: een kerk voor de geestelijke overheid, een lokaal voor gerechtelijke vergaderingen (rechterlijke macht), voorraadschuren voor economische macht, wallen en torens voor militaire macht, en woningen voor heren en priesters. Aanvankelijk dienden burgen vooral als onderkomen bij gevaar en vertoonden ze nog geen stedelijke kenmerken [2](#page=2).
#### 3.2.2 Ontwikkeling tot middeleeuwse stad
Na verloop van tijd vestigden steeds meer mensen zich rondom de burg. Dit leidde tot de ontwikkeling van de burg tot een middeleeuwse stad [2](#page=2).
#### 3.2.3 Stedelijk patroon
Een kenmerk van veel van deze natuurlijk gegroeide middeleeuwse steden is een radiaal-concentrisch stratenpatroon. Dit patroon is te vergelijken met de spaken van een wiel die vanuit een centraal punt uitstralen (radiaal), en de cirkelvormige opbouw van de stad (concentrisch). Veel Vlaamse steden zijn op dit patroon gebaseerd [2](#page=2).
---
# Natuurlijk gegroeide en getekende middeleeuwse steden
Dit onderwerp behandelt de ontwikkeling van middeleeuwse steden die spontaan ontstonden vanuit burchten met een radiaal-concentrisch patroon en de aanleg van volledig nieuwe steden vanuit economische noodzaak tijdens de middeleeuwse bloeiperiode.
### 4.1 De natuurlijk gegroeide stad
De natuurlijk gegroeide stad ontwikkelde zich vanuit een burcht, vaak gelegen op een strategische locatie zoals een knooppunt van wegen of rivieren. Deze burchten, meestal op verhoogde en omringde terreinen gebouwd, dienden oorspronkelijk als verdediging tegen vijandelijke invallen. De oppervlakte van een burcht was beperkt en de vorm paste zich aan het natuurlijke landschap aan. Binnen de burcht bevonden zich essentiële functies: een kerk voor de geestelijke overheid, een lokaal voor gerechtelijke vergaderingen, voorraadschuren voor economische macht, wallen en torens voor militaire macht, en woningen voor de heren en priesters [2](#page=2).
Aanvankelijk hadden burchten geen stedelijke kenmerken en fungeerden ze enkel als schuilplaats bij gevaar. Na verloop van tijd vestigden steeds meer mensen zich rondom de burcht, waardoor deze uitgroeide tot een middeleeuwse stad. Een kenmerkend stratenpatroon dat hieruit voortkwam, is het radiaal-concentrische patroon, waarbij straten zich als spaken van een wiel vanuit een centraal punt verspreiden en tegelijkertijd concentrische ringen vormen. Veel Vlaamse steden, zoals Gent en Brugge, zijn op deze manier ontwikkeld [2](#page=2).
> **Tip:** Het radiaal-concentrische patroon is een direct gevolg van de organische groei rondom een centraal punt (de burcht), waarbij de straten de kortste weg volgden en zich aanpasten aan de bestaande bebouwing en het landschap.
### 4.2 De getekende stad
De getekende stad, ook wel een bastide genoemd, werd volledig 'uit het niets' opgericht, wat betekent dat er geen voorafgaande Romeinse of vroegmiddeleeuwse nederzetting was. Het ontstaan van deze steden is direct gerelateerd aan economische factoren, met name tijdens de bloeiperiode van de Middeleeuwen, die werd gekenmerkt door veel handel en een aanzienlijke bevolkingsgroei [3](#page=3).
De noodzaak voor nieuwe steden ontstond door de behoefte om de voedselproductie op te drijven door middel van landbouwgrond-kolonisatie, de kolonisatie van Oost-Europa, en de herovering van Zuid-Europa op de islamitische heerschappij. Deze economische expansie vereiste nieuwe centra voor handel en bewoning. Een voorbeeld van een getekende stad is Bastide Saint-Louis [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** Carcassonne wordt genoemd als een stad die *geen* getekende stad is, wat impliceert dat het een ouder stedelijk weefsel bezit dat niet volledig opnieuw is gepland of opgebouwd. Dit contrasteert met de concepten van de getekende stad [3](#page=3).
De periode aan het einde van de 13e en begin 14e eeuw markeerde het begin van de 'Dark Ages', gekenmerkt door oorlogen, economische crises en de 'zwarte dood'. Dit leidde tot een enorme daling in het bevolkingscijfer en had gevolgen voor de verdere ontwikkeling van steden [3](#page=3).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Duurzame ruimteontwikkeling | Het proces van het plannen en beheren van de ruimtelijke inrichting van een gebied op een manier die tegemoetkomt aan de huidige behoeften zonder de mogelijkheid voor toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien. |
| Hippodamus van Miletus | Een Oud-Griekse stedenbouwkundige die bekend stond om zijn systematische en rationele aanpak van stadsplanning, vaak geassocieerd met het dambordpatroon. |
| Etrusken | Een oude beschaving die in het gebied van Toscane (het huidige Italië) leefde en een aanzienlijke invloed had op de vroege Romeinse cultuur en stedenbouw. |
| Urbanisme | De wetenschap en kunst van het ontwerpen en plannen van steden, met aandacht voor de structuur, organisatie, functies en het uiterlijk van stedelijke gebieden. |
| Dambordpatroon | Een stedenbouwkundig patroon waarbij straten loodrecht op elkaar staan en een raster vormen, vergelijkbaar met de vakjes op een schaakbord, wat zorgt voor een geordende indeling van de stad. |
| Middeleeuwse stad | Een stad die ontstond en zich ontwikkelde tussen ongeveer 500 en 1400 na Christus, gekenmerkt door grote verscheidenheid in ontstaan, structuur en functie, vaak als voortzetting van Romeinse steden, natuurlijk gegroeid of nieuw aangelegd. |
| Burcht | Een versterkt kasteel of fort, vaak gelegen op een strategische locatie zoals een heuvel, dat diende als verdedigingswerk en als centrum van bestuur en economische macht in de vroege Middeleeuwen. |
| Radiaal-concentrisch stratenpatroon | Een stedelijke structuur waarbij straten zich vanuit een centraal punt (zoals een burcht of marktplein) naar buiten verspreiden (radiaal) en tegelijkertijd cirkelvormige of concentrische lagen vormen rond dat centrum. |
| Getekende stad (Bastide) | Een stad die vanaf de grond nieuw werd opgebouwd volgens een vooraf bepaald plan, vaak gedreven door economische motieven zoals handel en bevolkingsgroei, met een systematische en geordende structuur. |
| Kolonisatie van Oost-Europa | De uitbreiding van Europese nederzettingen en invloed naar oostelijke gebieden, vaak gepaard gaand met de stichting van nieuwe steden en de exploitatie van landbouwgrond tijdens de Middeleeuwen. |
| Zwarte dood | Een pandemie van de builenpest die in de 14e eeuw grote delen van Europa trof, leidend tot een massale bevolkingsafname en ernstige economische en sociale gevolgen. |