Cover
Aloita nyt ilmaiseksi Les 4_HedStromCW.pptx
Summary
# Historische context van media en nationale identiteit
Dit hoofdstuk verkent de historische en theoretische fundamenten van nationale identiteit en de rol van media daarin, met een focus op de concepten van sociale communicatie, ingebeelde gemeenschappen en banaal nationalisme.
## 1. Historische context van media en nationale identiteit
### 1.1 Theoretische grondslagen van nationale identiteit en communicatie
De relatie tussen media en nationale identiteit wordt vanuit verschillende theoretische perspectieven benaderd, met name binnen het kader van de hedendaagse communicatiewetenschappen. Dit onderwerp bouwt voort op het idee van de "almachtige ontvanger", waarbij media niet alleen passief worden geconsumeerd, maar ook actief bijdragen aan gemeenschapsvorming en integratie. De rituele functie van media speelt hierbij een cruciale rol, waarbij kijkers en luisteraars worden aangesproken als leden van een specifieke gemeenschap, zoals de Vlaamse gemeenschap.
> **Tip:** Begrijp dat de "rituele functie" van media verwijst naar hoe media ons continu herinneren aan onze gemeenschapslidmaatschap en verbondenheid.
#### 1.1.1 De rol van communicatie in natievorming: Karl Deutsch
Karl Deutsch's werk "Nationalism and Social Communication" (1953) legde een theoretische basis voor het begrijpen van natievorming door middel van sociale communicatie.
* **Centraal principe:** Een natie en nationale identiteit ontstaan wanneer er efficiënte communicatie binnen een gemeenschap plaatsvindt.
* **Sociale communicatie:** Dit omvat de uitwisseling van ideeën, tradities en symbolen die leiden tot gedeelde communicatievaardigheden. Dit houdt de gemeenschap van binnenuit samen en creëert een nationaal gevoel.
* **Historische context:** Deutsch's werk kwam tot stand in een tijdperk waarin media nog als relatief banaal werden beschouwd. Hij stelde dat het ontbreken van een gedeelde taal communicatie bemoeilijkte en daarmee natievorming in de weg stond.
* **Functionalistische benadering:** Deutsch's inzichten worden gezien als een voorbeeld van functionalisme, een leidende theorie binnen het pluralistisch consensusdenken, die de rol van communicatie in maatschappelijke integratie benadrukt.
#### 1.1.2 Culturele homogeniteit en de natiestaat: Ernest Gellner
Ernest Gellner, in "Nations and Nationalisms" (1983), stelde de vraag naar de functie van nationale identiteit in de samenleving centraal en verbond dit aan industriële ontwikkeling.
* **Culturele homogeniteit:** Gellner betoogde dat een natiestaat culturele homogeniteit vereist om zich industrieel te kunnen ontwikkelen.
* **Rol van onderwijs en taal:** Deze homogeniteit wordt bereikt door een gedeelde taal, aangeleerd via een nationaal onderwijssysteem, wat leidt tot een gemeenschappelijke standaardtaal.
* **Media als "boundary markers":** Gellner zag media, hoewel niet primair, als instrumenten die de standaardtaal verspreiden en de culturele grenzen van de natie helpen afbakenen. Hij dacht hierbij voornamelijk aan "hoge cultuur" die via nationale media verspreid kon worden.
#### 1.1.3 Ingeschreven gemeenschappen en de gedrukte pers: Benedict Anderson
Benedict Anderson's "Imagined Communities" (1983) plaatste media, met name de gedrukte pers, centraal in het proces van identiteitsvorming.
* **Gedrukte woord als agent:** Boeken en vroege kranten worden gezien als massarituelen die bijdragen aan het "nationale bewustzijn".
* **Rituele functie en ingebeelde gemeenschap:** Het lezen van een krant impliceert de wetenschap dat er andere lezers zijn, wat een virtuele gemeenschap van mede-mediagebruikers creëert. Deze lezers worden aangesproken als burgers van een gemeenschap, en de media bevorderen een gevoel van gedeeld erfgoed en tradities.
* **Natie als sociale constructie:** Anderson beschouwt de natie als een sociale constructie die ontstond in de context van modernisering, waarbij traditionele referentiekaders zoals dynastie en religie verloren gingen.
* **"Print capitalism":** De opkomst van de boekdrukkunst, los van kerkelijke controle en in verschillende talen, maakte het mogelijk om gemeenschappen te representeren en lezers aan te spreken, wat het ontstaan van nationale identiteiten bevorderde. Het creëren van een "kalendertijd" maakte het voor mensen mogelijk zich een grotere, gedeelde gemeenschap voor te stellen.
> **Voorbeeld:** De gedeelde ervaring van het lezen van dezelfde krant, hoewel je de andere lezers nooit ontmoet, creëert een band die de basis vormt voor een "ingebelde gemeenschap".
### 1.2 Banaal nationalisme: de alledaagse herinnering
Michael Billig's werk "Banal Nationalism" (1995) verklaart hoe nationale identiteit op een subtiele en vanzelfsprekende manier in het dagelijks leven wordt ingebed.
* **Vanzelfsprekendheid:** In tegenstelling tot radicale nationalistische bewegingen, is banaal nationalisme de continue, vaak onbewuste, herinnering aan nationale identiteit door middel van alledaagse rituelen en praktijken.
* **Verborgen natuur:** Dit gedachtegoed is een krachtig ideologisch gegeven dat ingebed is in routine symbolen en taalgebruiken.
* **Voorbeelden:** Dit kan zich uiten in nieuwsberichten die het binnenlandse van het buitenlandse scheiden, het weerbericht voor de eigen regio, of het gebruik van nationale symbolen zoals vlaggen.
> **Voorbeeld:** Het subtiele onderscheid tussen binnenlands en buitenlands nieuws in de media, of het gebruik van een nationaal telefoonnummer prefix, zijn vormen van banaal nationalisme.
### 1.3 Media-evenementen: de rituele ervaring
Dayan en Katz's "Media Events" (1992) onderzoekt de rol van grootschalige mediagebeurtenissen in het versterken van sociale banden en nationale identiteit.
* **Pseudo-evenementen:** Voortbouwend op het concept van pseudo-evenementen, beschrijven zij hoe live uitzendingen van "historische" gebeurtenissen (zoals kroningen, koninklijke begrafenissen, maanlandingen, sportevenementen) een vorm van wereldritueel worden.
* **Herbevestiging van sociale banden:** Deze evenementen versterken de sociale en maatschappelijke banden en bieden een gevoel van eenheid en gedeelde participatie aan een rituele ervaring in het centrum van de samenleving.
* **Maatschappelijke integratie:** Media-evenementen hebben een krachtige functie voor maatschappelijke integratie, doordat ze vaak een positieve rol spelen en loyaliteit aan legitieme autoriteiten bevestigen. Ze kunnen ook dienen als een functioneel persuasief middel in moderne democratieën voor stabiliteit en trouw.
* **"Priesterlijke rol" van presentatoren:** Presentatoren en journalisten nemen vaak een "priesterlijke rol" aan, waarbij ze met bewondering en respect de gebeurtenissen presenteren, vanuit het perspectief van de organisatoren en deelnemers, om publieke participatie aan te moedigen en consensus te onderhandelen over de betekenis van de gebeurtenis.
* **Soorten media-evenementen:** Deze kunnen variëren van wedstrijden (Olympische Spelen, Tour de France), triomftypes (maanlanding, pausbezoek), tot kroningen en begrafenissen.
> **Voorbeeld:** De "Warmste Week" op de Vlaamse openbare omroep, die continu werd uitgezonden en herinnerde aan de "warme gemeenschap", is een voorbeeld van een media-evenement dat maatschappelijke integratie nastreeft.
#### 1.3.1 Kritiek op media-evenementen
Nick Couldry, in "Media Rituals" (2003), uit kritiek op de veronderstellingen achter het concept van media-evenementen.
* **Onbeantwoorde vragen:** Couldry stelt kritische vragen over de continuïteit, stabiliteit en eenheid die media-evenementen zouden creëren, de inclusiviteit ervan, en wie er precies geïntegreerd wordt.
* **Onzichtbaarheid van ongelijkheden:** Critici wijzen erop dat deze benadering ongelijkheden, tegenstellingen, machtsstructuren en uitsluiting onzichtbaar maakt.
* **Maskeren van conflicten:** De verheerlijking van het ritueel kan dienen om bestaande machtsstructuren en uitsluiting te herbevestigen, conflicten te beheersen en sociale ongelijkheden te maskeren.
* **Verenging van nationale identiteit:** Dit kan leiden tot een homogenisering of verenging van de nationale identiteit en creëert de mythe van media als maatschappelijk centrum.
### 1.4 Cases en hun implicaties voor beeldvorming
Verschillende casestudies illustreren hoe media bijdragen aan de vorming van nationale identiteit en de constructie van "wij" en "zij".
* **Publieke omroep:** Openbare omroepen, zoals de VRT, spelen een cruciale rol in het in leven roepen van een nationaal publiek en het verspreiden van een nationale cultuur en identiteit. Politieke partijen hebben vaak specifieke visies op de gemeenschapsvormende functie van deze omroepen. Programmeringsstrategieën, zoals het bevorderen van Vlaamse fictie, en het hanteren van diversiteitspercentages, tonen de pogingen om de nationale identiteit te representeren en te beïnvloeden.
* **Sport:** Sportevenementen, zoals het WK voetbal, worden vaak gebruikt om een "volksaard" te beschrijven en nationale trots te genereren. De beschrijving van sportprestaties kan aansluiten bij ideologische concepten zoals de "flandrien" in de wielersport.
* **Monarchie:** Gebeurtenissen rond de monarchie, zoals kroningen, hebben een sterke rituele functie die leden van de gemeenschap aanspreekt en een gevoel van nationale eenheid versterkt, vaak met een versierd en feestelijk taalgebruik.
* **Buitenlandberichtgeving:** Nieuws over het buitenland kan leiden tot veralgemening en homogenisering van de nationale identiteit, waarbij de "ander" op een specifieke manier wordt voorgesteld.
* **Liefdadigheidsshows:** Evenementen zoals "De Warmste Week" of "Rode Neuzen Dag" worden, hoewel vaak binnen entertainment, gepresenteerd als een middel om een solidaire en warme nationale identiteit te tonen. Echter, kritische opiniestukken wijzen erop dat deze shows soms hun doel voorbijschieten of de rol van politieke actie maskeren.
* **Vlaams-nationalisme:** Binnen het politieke discours van Vlaams-nationalisme wordt het concept van "banaal nationalisme" gecontrasteerd met de noodzaak van actieve "zieltjeswinning" om politieke autonomie te bereiken. Voorbeelden hiervan zijn protesten tegen het aanbieden van Franstalige kranten of het gebruik van de Nederlandse taal door Vlaamse ambtenaren.
> **De centrale vragen voor beeldvorming die media zichzelf en het publiek stellen, zijn:** Wie zijn "wij"? Wie maakt deel uit van "onze" gemeenschap? Hoe representeren en interpreteren "wij" onszelf als gemeenschap? Waarom moeten "wij" een bepaald evenement belangrijk vinden? Welk beeld van de publieke opinie of ingebeelde politieke gemeenschap wordt gecreëerd?
### 1.5 Afsluitende reflectie: spiegel of performatieve rol?
De rol van media in nationale identiteit is complex en kent spanningen tussen een optimistisch, gemeenschapsversterkend perspectief en een kritischere kijk die focust op uitsluiting en macht.
* **Performatieve rol van discours:** Media creëren niet alleen beelden, maar spelen ook een performatieve rol door continu te herinneren aan wie "wij" zijn en wie de "anderen" zijn, en waarom bepaalde zaken belangrijk gevonden moeten worden. Media creëren hierdoor mede hun eigen publiek.
* **Van spiegel naar activiteit:** In plaats van enkel een passieve spiegel te zijn, hebben media een actieve rol in het vormen van de publieke opinie en het definiëren van nationale identiteit.
* **Kritische versus pluralistische benadering:** Terwijl het pluralistisch consensusdenken de media ziet als een middel tot maatschappelijke integratie en stabiliteit, benadrukt het kritisch conflictdenken de rol van media in het blootleggen van machtsstructuren, uitsluiting en ideologische invloeden.
---
# Banaal nationalisme en media-evenementen
Dit deelonderdeel behandelt hoe nationale identiteit wordt versterkt door alledaagse, onbewuste mechanismen (banaal nationalisme) en hoe massale mediagebeurtenissen gemeenschapsvorming en nationale integratie bevorderen.
## 2. Banaan nationalisme en media-evenementen
### 2.1 Situering in het veld en historische context
De studie van media en nationale identiteit is een belangrijk deelgebied binnen communicatiewetenschappen. Historisch gezien zijn er verschillende benaderingen geweest om het ontstaan en de functie van nationalisme te verklaren, waarbij de rol van communicatie steeds centraler kwam te staan.
#### 2.1.1 Vroege perspectieven op natievorming
* **Karl Deutsch** (1953) benadrukte in "Nationalism and Social Communication" het belang van efficiënte communicatie binnen een gemeenschap voor natievorming. Succesvolle sociale communicatie leidt tot culturele integratie door het uitwisselen van ideeën, tradities en symbolen, waardoor een gemeenschap van binnenuit wordt samengehouden. Media werden destijds nog als banaal beschouwd, maar de gedachte dat taal een cruciale rol speelt voor integratie was al aanwezig.
* **Ernest Gellner** (1983) stelde in "Nations and Nationalisms" dat culturele homogeniteit essentieel is voor natievorming, met name in de context van industrialisatie. Een nationaal onderwijssysteem dat een gemeenschappelijke standaardtaal oplegt, speelt hierin een sleutelrol. Media werden gezien als 'boundary markers' die de standaardtaal verspreiden en hoge cultuur in de nationale context helpen vestigen.
* **Benedict Anderson** (1983) introduceerde in "Imagined Communities" het concept van de natie als een "ingbeelde gemeenschap". Het gedrukte woord, met name kranten en boeken, fungeerde als een agent van "nationaal bewustzijn" door een rituele functie te vervullen. Lezers van dezelfde publicaties voelen zich impliciet verbonden als leden van dezelfde gemeenschap, zelfs zonder elkaar te ontmoeten. Anderson zag dit als een gevolg van modernisering, waarbij traditionele referentiekaders zoals religie en dynastieën plaatsmaakten voor een nationale identiteit, versterkt door "print capitalism".
### 2.2 Banaal nationalisme
Michael Billig definieerde in zijn werk "Banal Nationalism" (1995) het concept van banaal nationalisme. Dit verwijst naar de alledaagse, vaak onbewuste en vanzelfsprekende manieren waarop nationale identiteit dagelijks wordt versterkt.
* **De 'verborgen' natuur van banaal nationalisme:** In tegenstelling tot radicale nationalistische bewegingen, is banaal nationalisme subtiel en ingebed in de rituelen en praktijken van het dagelijks leven. Het manifesteert zich in routine symbolen, taalgebruikelijke patronen en onbewuste "herinneringen" aan de nationale identiteit.
* **Voorbeelden van banaal nationalisme:**
* **Media:** Nieuwsberichten die het onderscheid tussen binnenlands en buitenlands nieuws benadrukken, het gebruik van de nationale taal, en regionale weerberichten die impliciet de nationale gemeenschap aanspreken.
* **Symbolen:** De aanwezigheid van nationale vlaggen, identiteitskaarten, landspecifieke telefoonnummers (zoals de Belgische prefix), en zelfs het nationale geld (euro, hoewel dit een Europese identiteit symboliseert).
* **Consumptie:** Reclames die stereotypes van de nationale bevolking (bijvoorbeeld de 'Vlaming') uitdragen.
> **Tip:** Bedenk dat de focus van banaal nationalisme ligt op de *normalisering* van nationale identiteit, wat het juist zo effectief maakt omdat het zelden ter discussie staat.
### 2.3 Media-evenementen
Danielle Dayan en Elihu Katz introduceerden in hun werk "Media Events" (1992) het concept van media-evenementen als instrumenten voor gemeenschapsvorming en nationale integratie. Dit bouwt voort op het idee van 'pseudo-events' (gesuggereerd door Daniel Boorstin), maar met een focus op de rituele en gemeenschapsvormende kracht van live mediagebeurtenissen.
* **Definitie en kenmerken:** Media-evenementen zijn live uitzendingen van historische of uitzonderlijke gebeurtenissen die een groot publiek verenigen. Ze bevestigen de sociaal-maatschappelijke band en bieden een unieke participatie aan een rituele ervaring in het centrum van de samenleving. Ze hebben een kracht tot maatschappelijke integratie en kunnen zowel verzoenend werken als loyaliteit aan het legitieme gezag versterken.
* **Soorten media-evenementen (volgens Dayan & Katz):**
* **Contest:** Grote sportwedstrijden zoals de Olympische Spelen of de Tour de France.
* **Conquest:** Historische triomfen zoals de maanlanding of een pausbezoek.
* **Coronation:** Ceremonies zoals kroningen of koninklijke begrafenissen.
* **De 'priesterlijke rol' van mediaprofessionals:** Presentatoren en journalisten nemen in media-evenementen vaak een quasi-priesterlijke rol aan. Ze gebruiken bewonderende, respectvolle en feestelijke taal, opereren vanuit het perspectief van de organisatoren en deelnemers, en fungeren als facilitators die publieke participatie aanmoedigen. Ze helpen consensus te onderhandelen over de betekenis en significantie van het evenement.
* **Media als spiegel en facilitator:** Media-evenementen worden gezien als een spiegel van wat er leeft in de gemeenschap; ze brengen wat het publiek wil zien en herbevestigen de banden binnen de gemeenschap. Ze kunnen ook nieuwe nationale feestdagen of gebeurtenissen introduceren.
* **Onderzoeksvragen gerelateerd aan media-evenementen:**
* Welke beeldvorming creëren media over de voorbereidingen en de evenementen zelf?
* Hoe worden nationalistische waarden gedefinieerd, bevestigd en versterkt?
* Welke narratieven over nationale identiteit worden aangeboden in relatie tot sport, monarchie, religie, etc.?
* Hoe nemen mediaprofessionals een priesterlijke rol aan?
* Hoe beïnvloeden zij onzekerheid over het succes van evenementen?
* **Positieve en functionele aspecten:** Media-evenementen worden gezien als een middel tot maatschappelijke integratie, die eenheid en kracht benadrukken. Ze vervullen een functioneel-persuasieve rol in moderne democratieën door de bestaande maatschappelijke orde te universaliseren en een gevoel van gedeelde ervaring te creëren. Dit perspectief past binnen het functionalistische mediatheorie en het pluralistisch consensusmodel.
### 2.4 Kritiek op de benadering van media-evenementen
Nick Couldry is een prominente criticus van de analyse van media-evenementen, met name de ideeën van Dayan & Katz.
* **Problematische veronderstellingen:** Critici stellen vragen over de continuïteit, stabiliteit en eenheid die media-evenementen zouden creëren. Ze vragen zich af hoe inclusief deze gebeurtenissen zijn, waarin men precies geïntegreerd wordt, wat er wordt gestabiliseerd, en welke invulling van nationale identiteit wordt gearticuleerd ten koste van wie.
* **Onduidelijkheid over macht en uitsluiting:** De benadering van media-evenementen neigt ernaar om ongelijkheden, tegenstellingen, machtsverhoudingen en uitsluiting onzichtbaar te maken. Het verheerlijken van het ritueel kan de herbevestiging van machtsstructuren en uitsluiting maskeren. De rol van media-evenementen wordt hierdoor gezien als het beheersen van conflicten en het maskeren van sociale ongelijkheden.
* **Homogenisering en de mythe van het media-centrum:** Er is kritiek op de mogelijke homogenisering of verenging van nationale identiteit die door media-evenementen kan plaatsvinden. De aanname dat media een centraal maatschappelijk punt vormen, wordt betwist, zeker in complexe samenlevingen waar macht meer gedecentraliseerd is.
* **De sceptische toeschouwer:** In plaats van de onderzoeker als een "feestvierder" die zich met het ritueel identificeert, pleiten critici voor de rol van de "sceptische toeschouwer" die kritisch kijkt naar de ideologische implicaties en machtsverhoudingen die media-evenementen produceren.
### 2.5 Gevallenstudies
Verschillende casestudies illustreren de concepten van banaal nationalisme en media-evenementen, met name in de Vlaamse context.
#### 2.5.1 Publieke omroep
* **Doelstellingen:** Publieke omroepen worden vaak opgericht met de expliciete taak om een "nationaal" publiek te vormen en de nationale cultuur en identiteit te verspreiden. Programmeringsstrategieën zijn vaak gericht op de emancipatie en "verheffing" van het nationale volk.
* **Vlaamse fictie:** Vlaamse fictie behandelt vaak terugkerende thema's zoals gedeelde geschiedenis, cultuur, taal en karakter. Echter, de voorkeur voor Amerikaanse fictie en de manier waarop etnische minderheden zich niet altijd herkennen in de afgebeelde soapwerelden, tonen de complexiteit van nationale identiteit.
* **Diversiteit en inclusiviteit:** Beheersovereenkomsten voor publieke omroepen leggen vaak percentages vast voor de representatie van vrouwen, personen van buitenlandse herkomst en mensen met een handicap. Dit toont hoe media worden aangemoedigd om diversiteit en inclusiviteit te weerspiegelen.
* **Politieke visies:** Verschillende politieke partijen hebben visies op de rol van de publieke omroep bij het versterken van de Vlaamse identiteit, het dragen van de Nederlandse cultuur en het belang van de Nederlandse standaardtaal.
#### 2.5.2 Sport
* **WK Brazilië:** Grote sportevenementen, zoals het WK voetbal in Brazilië, worden geanalyseerd vanuit de benadering van media-evenementen. De "priesterlijke rol" van media wordt zichtbaar in het aanmoedigen van publieke participatie en de viering van nationale prestaties.
* **Sportverslaggeving en volksaard:** Sportverslaggeving gebruikt vaak taal die aansluit bij een bepaalde "volksaard" (bijvoorbeeld de 'flandrien' in het wielrennen) om prestaties te beschrijven en nationale identiteit te verankeren. De directeur van de Ronde van Vlaanderen wordt hier als voorbeeld aangehaald om te tonen hoe hierover gesproken wordt.
#### 2.5.3 Monarchie
* **Kroningsceremonies:** Gebeurtenissen zoals de kroning van een monarch (bijvoorbeeld Filip in België) hebben een duidelijke rituele functie. Het publiek wordt aangesproken als lid van de gemeenschap, en er wordt gebruik gemaakt van versierd taalgebruik, zonder kritische distantie.
* **Perspectief van de burger:** Journalisten reflecteren op hoe burgers hun eigen nationale identiteit beleven, zoals te zien is in de analyse van de reacties op de kroning of andere koninklijke gebeurtenissen.
#### 2.5.4 Buitenland
* **Generalisering en homogenisering:** Berichtgeving over het buitenland kan leiden tot generalisering en homogenisering van identiteit, waarbij overheden spreken in naam van het volk.
#### 2.5.5 Liefdadigheidshows
* **Entertainment en gemeenschapsvorming:** Liefdadigheidshows, zoals Rode Neuzen Dag of De Warmste Week, worden gezien als media-evenementen die de solidariteit en warmte van de nationale gemeenschap benadrukken. Ze zijn niet beperkt tot grote historische gebeurtenissen, maar ook terug te vinden in entertainmentprogramma's.
* **Kritiek op liefdadigheidsshows:** Kritische opiniestukken analyseren de potentiële problemen van dergelijke shows, die soms het doel voorbijschieten door maatschappelijke problemen te reduceren tot goede doelen en het risico lopen dat mensen die echt hulp nodig hebben, in de kou blijven staan.
#### 2.5.6 Vlaams-nationalisme
* **Banaal vs. expliciet nationalisme:** Bart De Wever contrasteert het "banaal nationalisme" met de expliciete articulerende eis voor politieke autonomie van het Vlaams-nationalisme. Hoewel de kiemen van banaal nationalisme aanwezig zijn in Vlaanderen, vereist de politieke gestalte van de Vlaamse identiteit actieve "zieltjeswinning".
* **Voorbeelden van Vlaams-nationalistische acties:**
* Verzet tegen het aanbieden van Franstalige kranten in Vlaamse bibliotheken.
* Protest tegen de VRT omdat Nederlandstalige wetenschappers als "Belgisch" en niet als "Vlaams" werden aangekondigd.
* Protest tegen Clouseau's lied "Leve België".
* Eisen om frituren met Franstalige namen te laten vervangen door Vlaamse namen.
* Verwijdering van Franstalige tekstballonnen in het Vlaams Parlement.
* Protest tegen Engelstalige affiches voor muziekfestivals door N-VA Merchtem.
* Eisen dat Vlaamse ambtenaren enkel in het Nederlands twitteren en geen anderstalige berichten retweeten in naam van de Vlaamse overheid.
### 2.6 Verder onderzoek en discussie
* **Media-evenementen: uitzonderlijk of routine?** Er wordt gediscussieerd of media-evenementen uitsluitend beperkt moeten worden tot uitzonderlijke gebeurtenissen, of dat ook routine berichtgeving (zoals sportverslaggeving, buitenlandberichtgeving, familieprogramma's, liefdadigheidsshows) deze functie vervult door continue herinnering aan "wie zijn wij" en "wie zijn de anderen".
* **Spiegel of performatieve rol:** Media creëren niet alleen een spiegel van de gemeenschap, maar hebben ook een performatieve rol in het vormen van die gemeenschap.
* **Kritisch onderzoeksperspectief:** Onderzoekers moeten zich positioneren als "sceptische toeschouwers" die de ideologische implicaties en uitsluitingsmechanismen van media-evenementen blootleggen, in plaats van enkel de continuïteit en stabiliteit te bevestigen.
* **Centrale vragen voor beeldvorming:** Wie zijn 'wij'? Wie maakt deel uit van 'onze' gemeenschap? Hoe representeren en interpreteren 'wij' onszelf? Waarom moeten 'wij' een bepaald evenement belangrijk vinden? Welk beeld van de publieke opinie of ingebeelde politieke gemeenschap wordt gecreëerd?
> **Tip:** De discussie tussen het "pluralistisch consensusdenken" en het "kritische conflictdenken" is cruciaal. Terwijl de eerste benadering de integratieve en stabiliserende rol van media benadrukt, focust de tweede op de machtsverhoudingen, uitsluiting en ideologische constructie van nationale identiteit.
---
# Kritiek op media-evenementen en ideologiekritiek
Deze sectie onderzoekt kritische perspectieven op media-evenementen, met name door Nick Couldry, en de rol van media bij het vormen en bestendigen van nationale identiteit.
## 3. Kritiek op media-evenementen en ideologiekritiek
### 3.1 De functionalistische benadering van media-evenementen
De traditionele, functionalistische benadering van media-evenementen, zoals uiteengezet door Dayan en Katz, ziet deze gebeurtenissen als cruciaal voor maatschappelijke integratie en het herbevestigen van sociale banden. Ze functioneren als rituelen die de eenheid en kracht van een gemeenschap benadrukken, wat bijdraagt aan stabiliteit en continuïteit in moderne democratieën.
#### 3.1.1 Kenmerken van media-evenementen volgens Dayan & Katz
Media-evenementen, die voortbouwen op het concept van 'pseudo-events', zijn live-uitzendingen van historische gebeurtenissen die kijkers fixeren op een grootschalig publieksevenement. Ze bieden een unieke participatie aan een rituele ervaring in het centrum van de samenleving en hebben een krachtige, integrerende functie.
* **Script:** Gebeurtenissen zoals sportwedstrijden (bv. Olympische Spelen, Tour de France).
* **Conquest:** Gebeurtenissen die een triomf symboliseren, zoals de maanlanding of een pausbezoek.
* **Coronation:** Gebeurtenissen rondom monarchale ceremonies, zoals kroningen of begrafenissen.
Journalisten en presentatoren nemen hierin een 'priesterlijke rol' aan, waarbij ze vanuit het perspectief van de organisatoren en deelnemers verslag doen. Ze moedigen publieke participatie aan en onderhandelen over de betekenis van de gebeurtenis, waarbij de media functioneren als een spiegel van wat er leeft in de gemeenschap.
> **Tip:** De functionalistische benadering beschouwt media-evenementen als inherent positief en verbindend, met een nadruk op consensus en stabiliteit.
### 3.2 Kritiek op media-evenementen door Nick Couldry
Nick Couldry biedt een scherpe kritiek op de functionalistische benadering van media-evenementen. Hij stelt dat deze benadering problematische veronderstellingen hanteert en belangrijke vragen onbeantwoord laat.
#### 3.2.1 Problematische veronderstellingen en onbeantwoorde vragen
Couldry bevraagt de aard van de continuïteit, stabiliteit en eenheid die media-evenementen zouden creëren. Hij vraagt zich af hoe inclusief deze eenheid werkelijk is, waarin men geïntegreerd wordt, wat er precies gestabiliseerd wordt, welke invulling van nationale identiteit wordt gearticuleerd, en – cruciaal – wie er ondertussen wordt uitgesloten.
#### 3.2.2 De onzichtbaarheid van ongelijkheden en machtsstructuren
Een centraal punt in Couldry's kritiek is dat media-evenementen, en de analyse ervan, de neiging hebben om ongelijkheden, tegenstellingen, machtsstructuren en uitsluiting onzichtbaar te maken. De verheerlijking van het ritueel, zowel door onderzoekers als door media-professionals, kan in feite de herbevestiging van bestaande machtsverhoudingen en uitsluitingsmechanismen maskeren. De rol van media-evenementen wordt dan gezien als het beheersen van conflicten en het maskeren van sociale ongelijkheden.
> **Voorbeeld:** Een nationale staking, waarbij burgers protesteren tegen de dominante orde en zich niet vertegenwoordigd voelen door de regering, wordt zelden gepresenteerd als een positief media-evenement. De berichtgeving richt zich eerder op het negatieve aspect, zoals 'vechten', en presenteert het als een onplezierige gebeurtenis, in plaats van een uiting van ongenoegen en een conflict dat aandacht verdient.
#### 3.2.3 Homogenisering van nationale identiteit
Couldry stelt dat media-evenementen vaak leiden tot een homogenisering of verenging van de nationale identiteit. Ze creëren een mythe van media als maatschappelijk centrum, wat past binnen de centralisering van macht in complexe samenlevingen. Kritisch onderzoek daarentegen benadert dit vanuit een 'sceptische toeschouwer' in plaats van een feestvierder.
#### 3.2.4 Centrale vragen voor beeldvorming vanuit een kritisch perspectief
Vanuit een kritisch perspectief op media-evenementen, worden de volgende centrale vragen gesteld met betrekking tot beeldvorming:
* Wie zijn 'wij' (bv. een goede Vlaming/Nederlander)?
* Wie maakt deel uit van 'onze' gemeenschap?
* Hoe representeren en interpreteren 'wij' onszelf als gemeenschap?
* Waarom moeten 'wij' een bepaald evenement belangrijk vinden?
* Welk beeld van de publieke opinie of ingebeelde politieke gemeenschap wordt gecreëerd?
### 3.3 De rol van de publieke omroep en politieke visies
De publieke omroep (PO) wordt gezien als een instrument voor het creëren en in stand houden van een 'imagined community'. De onderliggende motivatie is het in leven roepen van een vanzelfsprekend 'nationaal' publiek en het verspreiden van een specifieke invulling van 'nationale' cultuur en identiteit.
#### 3.3.1 Programmeringsstrategieën en Vlaamse identiteit
Programmeringsstrategieën van de PO, zoals onderzocht door Van den Bulck, zijn vaak gericht op Vlaamse emancipatie en de 'verheffing' van het Vlaamse volk. De productie en receptie van Vlaamse fictie, met thema's als gedeelde geschiedenis, cultuur, taal en karakter, dragen hieraan bij. Soms is er echter een voorkeur voor Amerikaanse fictie boven Vlaamse, en worden etnische minderheden niet altijd aangesproken in de afgebeelde soapwereld.
#### 3.3.2 De publieke omroep als spiegel en de invloed van politieke partijen
De PO wordt aangesproken op haar rol als spiegel van de samenleving, wat leidt tot een kritischere beschouwing. Politieke partijen hebben uitgesproken visies op de rol van de PO:
* **N-VA:** Beschouwt de VRT als drager van de Vlaamse identiteit en Nederlandse cultuur, en pleit voor een gewaarborgd aanbod aan Vlaamse en Nederlandstalige producties.
* **Regering Jambon I:** Benadrukt het publieke karakter van de VRT en het versterken van de Vlaamse identiteit, met een focus op de Nederlandse standaardtaal.
* **Regering Diependaele I:** Bevestigt de maatschappelijke opdracht van de VRT voor het versterken van de Vlaamse identiteit en sociale cohesie, en streeft naar vernieuwde afspraken en concrete doelstellingen in een beheersovereenkomst.
Deze politieke visies impliceren dat bepaalde politieke ideeën tot uiting moeten komen in het aanbod van de PO, wat kan leiden tot discussies over de objectiviteit en onafhankelijkheid van de omroep.
#### 3.3.3 Diversiteit en inclusiviteit in het mediabeleid
De beheersovereenkomst van de VRT legt specifieke percentages vast voor de vertegenwoordiging van vrouwen, personen van buitenlandse herkomst en mensen met een handicap. Stations als MNM worden erkend voor hun rol in diversiteit en inclusiviteit, en hun aansluiting bij de 'nieuwe Vlaming'.
### 3.4 De rol van media bij banaal nationalisme
Michael Billig introduceert het concept 'banaal nationalisme', dat beschrijft hoe nationale identiteit op een vanzelfsprekende manier wordt gecommuniceerd in het dagelijks leven, los van radicale nationalistische bewegingen.
#### 3.4.1 De 'verborgen' natuur van nationaal bewustzijn
Banaal nationalisme is een krachtig ideologisch gegeven dat ingebed is in rituelen en praktijken van het dagelijks leven. Routine-symbolen en taalgebruiken zijn weinig zichtbaar, maar diep ingebakken, wat leidt tot een continue, onbewuste 'herinnering' aan nationale identiteit. Voorbeelden hiervan zijn de taal die gebruikt wordt in nieuwsberichten (onderscheid binnenlands/buitenlands), het weerbericht voor de eigen regio, en het gebruik van vlaggen.
#### 3.4.2 Voorbeelden van banaal nationalisme in media en cultuur
* **Media:** Nieuwsberichten die onderscheid maken tussen binnen- en buitenland, weerberichten die focussen op de eigen regio.
* **Culturele uitingen:** Programma's die de nationale geschiedenis en identiteit belichten (bv. 'Verhaal van Vlaanderen').
* **Symbolen:** Nationale vlaggen, nationale symbolen in reclame (bv. bier, frieten).
* **Identificatie:** Gebruik van nationale prefixen in telefoonnummers, het gebruik van nationale valuta (bv. euro voor Europese identiteit).
### 3.5 Media-evenementen in verschillende contexten
Media-evenementen zijn niet beperkt tot grote historische gebeurtenissen, maar manifesteren zich ook in meer alledaagse en entertainmentgerichte contexten.
#### 3.5.1 Sport als medium voor nationale identiteit
Sportevenementen, zoals het WK voetbal, worden vaak aangegrepen om nationale identiteit te uiten en te versterken. De 'priesterlijke rol' van media wordt hier duidelijk: het publiek wordt aangemoedigd tot participatie, en prestaties worden beschreven in termen van 'volksaard', zoals de 'flandrien' in het wielrennen. Dit kan leiden tot een veralgemening en homogenisering van de nationale identiteit, waarbij bepaalde groepen zich wel of niet herkennen in de voorgestelde beelden.
#### 3.5.2 De monarchie als ritueel evenement
Bij gebeurtenissen rondom de monarchie, zoals een kroning, vervult de media een duidelijke rituele functie. Kijkers worden aangesproken als leden van de gemeenschap, waarbij versierde taal en een focus op 'succes' overheersen, zonder kritische afstand. Journalisten kunnen hierdoor medeplichtig worden aan het bestendigen van nationale stabiliteit.
#### 3.5.3 Buitenlandberichtgeving en homogenisering
Buitenlandberichtgeving kan leiden tot veralgemening en homogenisering van identiteiten, waarbij 'wij' worden voorgesteld als een homogene groep die hetzelfde denkt en voelt.
#### 3.5.4 Liefdadigheidsshows en de verbeelding van solidariteit
Liefdadigheidsshows, zoals 'De Warmste Week', creëren een beeld van een solidaire en warme nationale identiteit. Ze veronderstellen een gedeelde solidariteit, maar kunnen ook kritiek krijgen omdat ze maatschappelijke problemen reduceren tot goede doelen en mogelijk de aandacht afleiden van structurele oplossingen.
#### 3.5.5 Het performatieve karakter van media-discours
Het is cruciaal om te erkennen dat media-evenementen niet alleen uitzonderlijke gebeurtenissen betreffen, maar ook routine-berichtgeving. Media hebben een performatieve rol: ze manifesteren de nationale identiteit continu door middel van herinnering, en stellen de vraag "wie zijn 'wij' en wie zijn de 'anderen' en waarom vinden wij iets belangrijk?". Media creëren daarmee ook hun eigen publiek, door middel van uitingen als 'jouw favoriete dansplaten'.
### 3.6 Ideologiekritiek en de spanning tussen regionalisme en nationalisme
Ideologiekritiek, in tegenstelling tot het functionalistische consensusdenken, focust op machtsrelaties, uitsluiting en hoe bepaalde ideeën worden genaturaliseerd en andere invullingen worden uitgesloten. Dit is relevant in de discussie rond regionalisme versus nationalisme in Vlaanderen.
#### 3.6.1 Het Vlaams-nationalisme in contrast met banaal nationalisme
In tegenstelling tot staatsdragend nationalisme of patriottisme, dat kan leunen op een vanzelfsprekende, onbewuste nationale identiteit ('banaal nationalisme'), vereist Vlaams-nationalisme een actievere articulatie en het winnen van zieltjes. Dit uit zich in acties zoals het weren van Franstalige kranten, protest tegen de VRT omwille van de aanduiding 'Belgisch' in plaats van 'Vlaams', en druk om namen te veranderen naar Vlaamse varianten.
#### 3.6.2 De rol van media in het bestendigen van ideologie
Media spelen een significante rol in het bestendigen van ideologie. De manier waarop gebeurtenissen worden geframed, de taal die wordt gebruikt, en de selectie van wat wel en niet wordt getoond, draagt bij aan de vorming van publieke opinies en de versterking van specifieke identiteiten.
> **Tip:** Een kritische benadering van media-evenementen vereist een sceptische houding ten opzichte van de gepresenteerde consensus en een focus op de verborgen machtsstructuren en uitsluitingsmechanismen.
#### 3.6.3 Discussie: Regionalisme versus nationalisme
De spanning tussen regionalisme en nationalisme in Vlaanderen is een vruchtbaar terrein voor ideologiekritiek. De manier waarop media deze discussie voeren, kan bijdragen aan de versterking van nationalistische sentimenten, het definiëren van 'wij' en 'zij', en het bepalen van de politieke agenda.
> **Voorbeeld:** Protesten tegen Engelstalige affiches voor een muziekfestival of het eisen dat Vlaamse ambtenaren enkel in het Nederlands twitteren, zijn voorbeelden van hoe nationalistische sentimenten zich manifesteren en hoe media hierin een rol kunnen spelen.
### 3.7 Methodologische beperkingen en de onderzoeker als partij
Een belangrijke kritiek op bestaande onderzoeken naar media-evenementen is het vaak te beperkte methodologische kader, zelfs binnen kwalitatief onderzoek. De dominantie van het functionalistische paradigma kan ertoe leiden dat onderzoekers zich identificeren met het ritueel ('feestvierder') in plaats van een kritische afstand te bewaren ('sceptische toeschouwer'). Dit beïnvloedt de analyse van hoe media bijdragen aan de vorming en bestendiging van nationale identiteit, en hoe ideologieën worden verspreid en genormaliseerd.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Almachtige ontvanger | Dit concept verwijst naar een vroegere benadering in de communicatiewetenschappen waarbij de media-ontvanger als passief werd beschouwd en volledig werd beïnvloed door de boodschap van de media. |
| Dominante wetenschapsbenadering | Dit betreft de breed geaccepteerde en wijdverbreide manier van onderzoeken binnen een wetenschappelijk veld, vaak gekenmerkt door specifieke methoden en theoretische kaders. |
| Objectief, positivistisch | Een wetenschappelijke benadering die streeft naar feitelijke, meetbare en verifieerbare kennis, los van subjectieve interpretaties of waarden. Dit is kenmerkend voor veel kwantitatief onderzoek. |
| Instrumentele kennis | Kennis die direct bruikbaar is voor het oplossen van praktische problemen of het bereiken van bepaalde doelen, vaak gericht op efficiëntie en controle. |
| Kwantitatief | Een onderzoeksbenadering die zich richt op het meten en analyseren van numerieke gegevens om patronen, relaties en statistische verbanden te ontdekken. |
| Alternatieve benadering | Een wetenschappelijke benadering die afwijkt van de dominante methoden en theorieën, vaak met een focus op diepere interpretatie en begrip. |
| Interpretatief, constructivistisch | Een wetenschappelijke benadering die ervan uitgaat dat kennis en betekenis actief worden gecreëerd door individuen en groepen, gebaseerd op hun ervaringen en interacties. |
| Reflexieve kennis | Kennis die voortkomt uit zelfreflectie en kritische bevraging van de eigen aannames, waarden en de context van onderzoek, vaak geassocieerd met kwalitatief onderzoek. |
| Kwalitatief | Een onderzoeksbenadering die zich richt op het begrijpen van de diepere betekenissen, ervaringen en perspectieven van mensen, vaak door middel van interviews, observaties en tekstanalyse. |
| Pluralistisch consensusdenken | Een theoretisch kader dat uitgaat van een samenleving waarin diverse groepen naast elkaar bestaan en streven naar consensus en stabiliteit, waarbij de media vaak een rol spelen in het bevorderen van nationale eenheid. |
| Kritisch conflictdenken | Een theoretisch kader dat zich richt op de inherente conflicten, machtsverhoudingen en ongelijkheden binnen een samenleving, en hoe deze de sociale structuur en media-inhoud beïnvloeden. |
| Media en nationale identiteit (MNI) | Een onderzoeksveld dat de relatie tussen mediapraktijken en de vorming, het onderhoud en de representatie van nationale identiteiten onderzoekt. |
| Almachtige ontvanger substroming | Een vroegere kijk op mediagebruik waarbij de ontvanger als passief werd gezien, volledig onderhevig aan de invloed van de media. |
| Gemeenschapsvorming | Het proces waarbij individuen zich verbonden voelen met elkaar en deel gaan uitmaken van een grotere sociale eenheid, vaak gestimuleerd door gedeelde waarden, symbolen en rituelen. |
| Rituele functie media | De rol van media bij het creëren en versterken van gedeelde ervaringen en symbolen die bijdragen aan de sociale cohesie en het gevoel van gemeenschap. |
| Banaal nationalisme | Het alledaagse, vaak onbewuste, gebruik van nationale symbolen en taal in de samenleving dat bijdraagt aan het in stand houden van nationale identiteit zonder dat dit expliciet als politiek wordt ervaren. |
| Media-evenementen | Grootschalige, vaak live uitgezonden mediagebeurtenissen die een gemeenschappelijke ervaring bieden en de sociale banden binnen een gemeenschap kunnen versterken. |
| Pseudo-event | Een gebeurtenis die is gecreëerd of gemanipuleerd voor mediacommunnicatie, vaak met als doel aandacht te trekken en een specifieke boodschap over te brengen, zoals gedefinieerd door Daniel Boorstin. |
| Inbeelde gemeenschap | Een gemeenschap, zoals een natie, die bestaat in de verbeelding van haar leden, die zichzelf zien als onderdeel van een grotere, doch ongrijpbare, collectieve identiteit. |
| Print capitalisme | De opkomst van gedrukte media als een commerciële activiteit die bijdroeg aan de verspreiding van ideeën, talen en de vorming van nationale bewustzijnen tijdens de modernisering. |
| Ideologiekritiek | Een onderzoeksbenadering die de dominante ideeën en overtuigingen binnen een samenleving analyseert om te onthullen hoe deze machtsstructuren en sociale ongelijkheden ondersteunen of rechtvaardigen. |
| Performatieve rol | De rol van media in het actief creëren, performen en bevestigen van identiteiten en sociale realiteiten, in plaats van enkel als een neutrale spiegel te fungeren. |
| Functionalisme | Een sociologische en communicatietheoretische benadering die de samenleving of communicatiesystemen analyseert op basis van de functies die verschillende onderdelen vervullen voor het behoud van het geheel. |
| Centripetaal | Processen die gericht zijn op het bijeenbrengen en versterken van eenheid binnen een gemeenschap of samenleving. |
| Maatschappijcentrisch | Een perspectief dat de samenleving als centraal beschouwt en de individuele ervaringen interpreteert binnen de bredere sociale context. |
| Subjectivistisch | Een benadering die de nadruk legt op individuele ervaringen, interpretaties en betekenissen. |
| Beheersovereenkomst | Een formeel document dat de taken, doelstellingen en financiering van een publieke omroep of andere instelling vastlegt, vaak tussen de omroep en de overheid. |
| Vlaamse emancipatie | Het proces van het verkrijgen van meer politieke, sociale en culturele autonomie en zelfbeschikking voor de Vlaamse gemeenschap. |
| Vlaamse verheffing | Het idee van het bevorderen en versterken van de Vlaamse cultuur, taal en identiteit. |
| Volksaard | Kenmerken die worden toegeschreven aan een bepaald volk, vaak gebaseerd op gedeelde geschiedenis, cultuur en tradities. |
| Flandrien | Een term die wordt gebruikt om een Vlaamse wielrenner te beschrijven die bekend staat om zijn doorzettingsvermogen, harde werk en strijdlust. |
| Monarchie | Een regeringsvorm waarbij een monarch (koning of koningin) aan het hoofd staat, vaak erfelijk bepaald. |
| Solidariteit | Het principe van wederzijdse steun en verbondenheid binnen een groep of samenleving, vooral in tijden van nood. |
| Nationale identiteit | Het gevoel van zelfidentificatie met een natie, gebaseerd op gedeelde cultuur, geschiedenis, taal en waarden. |
| Sociale cohesie | De mate waarin leden van een samenleving zich met elkaar verbonden voelen en bijdragen aan het algemeen welzijn. |
| Standaardtaal | De officiële of algemeen geaccepteerde vorm van een taal die wordt gebruikt in formele communicatie, onderwijs en media. |
| Verbeelde politieke gemeenschap | Een gemeenschap van burgers die zichzelf als deel van dezelfde politieke entiteit beschouwen, vaak gevormd door gedeelde idealen en representaties, zoals in de politieke theorie van Benedict Anderson. |
| Xenofobie | Angst voor of afkeer van vreemdelingen of buitenlanders. |
| Heuristeniek | Een mentale "vuistregel" of strategie die wordt gebruikt om problemen op te lossen of beslissingen te nemen, vooral in situaties van onzekerheid of beperkte informatie. |
| Buitenlandberichtgeving | De manier waarop nieuwsmedia verslag doen van gebeurtenissen en ontwikkelingen in andere landen. |
| Liefdadigheidshows | Televisieprogramma's of evenementen die zijn opgezet om geld in te zamelen voor goede doelen of om bewustzijn te creëren voor maatschappelijke problemen. |