Cover
Aloita nyt ilmaiseksi ontwikkelingslijnen fijnmotorische ontwikkeling.pdf
Summary
# Ontwikkelingslijnen van de fijne motoriek bij kinderen
Deze sectie vat de belangrijkste mijlpalen en richtleeftijden samen in de ontwikkeling van de fijne motoriek bij kinderen, vanaf de vroege reflexen tot complexere handelingen.
### 1.1 Vroege stadia (0-4 maanden)
* **0-1 maand:**
* De grijpreflex is aanwezig [1](#page=1).
* Handjes worden in een vuist gehouden [1](#page=1).
* **3-4 maanden:**
* De grijpreflex begint te integreren en te verdwijnen [1](#page=1).
* Het kind opent en sluit de handen regelmatig [1](#page=1).
* Handjes komen samen ter hoogte van de borst en worden verkend zonder objecten [1](#page=1).
* Het kind kijkt naar zijn handen [1](#page=1).
* Reiken ontwikkelt zich vanuit beweging in het schoudergewricht [1](#page=1).
### 1.2 Verdere ontwikkeling van grijpen en manipulatie (4-9 maanden)
* **4-6 maanden:**
* De ulnaire, palmaire greep ontwikkelt zich rond 5 maanden [1](#page=1).
* Doelgericht reiken en grijpen ontwikkelt zich [1](#page=1).
* Het kind reikt met beide handen, grijpt een object met één hand, houdt het vast met beide handen en brengt het naar de mond [1](#page=1).
* De palmaire greep is aanwezig rond 6 maanden [1](#page=1).
* Ontwikkeling van individuele vingerbewegingen tijdens het krabben [1](#page=1).
* Wrijfbewegingen met distale vingerkootjes worden waargenomen [1](#page=1).
* Tokkelen met de vingers komt voor [1](#page=1).
* **6-9 maanden:**
* De radiale, palmaire greep ontwikkelt zich rond 7 maanden [1](#page=1).
* Voorwerpen worden naar de mond gebracht [1](#page=1).
* Voorwerpen worden van de ene hand naar de andere hand overgegeven [1](#page=1).
* De duim begint tegenover de vingers te bewegen (oppositie van de duim), wat de duim een functie geeft [1](#page=1).
* De radiale digitale greep ontwikkelt zich rond 8 maanden [1](#page=1).
* Reiken ontwikkelt zich vanuit beweging in het ellebooggewricht [1](#page=1).
### 1.3 Bimanuele vaardigheden en precisiere grepen (9-12 maanden)
* **9-12 maanden:**
* Een primitieve pincetgreep wordt gebruikt rond 9 maanden [2](#page=2).
* Reiken ontwikkelt zich vanuit beweging in het polsgewricht [2](#page=2).
* Symmetrische bimanuele acties: voorwerpen worden in elke hand gehouden en tegen elkaar geslagen op de middellijn [2](#page=2).
* Asymmetrische bimanuele vaardigheden: een voorwerp wordt met één hand vastgehouden, terwijl de andere hand onderdelen ervan manipuleert [2](#page=2).
* Objecten worden doelgericht losgelaten [2](#page=2).
* **12 maanden:**
* De volwaardige pincetgreep is ontwikkeld [2](#page=2).
* Voorwerpen worden losgelaten met een fijne, precieze beweging [2](#page=2).
* Voorwerpen kunnen worden georiënteerd om te gebruiken in spelactiviteiten [2](#page=2).
### 1.4 Verdere verfijning en handvoorkeur (12 maanden - 3 jaar)
* **18 maanden (1,5 jaar):**
* Een toren van 3 blokjes kan worden gebouwd [2](#page=2).
* Bladzijden uit een boekje worden met 2 of 3 tegelijk omgeslagen [2](#page=2).
* De voorkeurshand kan zichtbaar worden [2](#page=2).
* Eerste eenvoudige in-hand-manipulaties worden zichtbaar, zoals translatie van vingers naar de handpalm [2](#page=2).
* **2-3 jaar:**
* Zes blokjes kunnen heel precies en nauwkeurig op elkaar gestapeld worden [2](#page=2).
* Voorwerpen worden gericht gebruikt, zoals eten met een lepel of vork [2](#page=2).
* Er wordt gekrabbeld met een potlood op papier [2](#page=2).
* Bladzijden uit een boekje kunnen één voor één worden omgeslagen [2](#page=2).
* De voorkeurshand wordt steeds duidelijker, terwijl de niet-voorkeurshand steeds meer de ondersteunende rol op zich neemt [2](#page=2).
* Simultane manipulaties in beide handen: elke hand heeft een verschillende functie, bijvoorbeeld knippen met een schaar [2](#page=2).
* In-hand-manipulaties omvatten translatie van handpalm naar vingers, en soms lukt ook rotatie [2](#page=2).
### 1.5 Stabilisatie van handvoorkeur en complexere manipulaties (3-10 jaar)
* **3-6 jaar:**
* De voorkeurshand wordt duidelijk en stabiel [2](#page=2).
* De niet-voorkeurshand ondersteunt de dominante hand [2](#page=2).
* **6-7 jaar:**
* Inscriptiebeweging (flexie-extensiebewegingen van duim en wijsvinger) is aanwezig [2](#page=2).
* Alle in-hand-manipulaties, waaronder translatie, rotatie, verschuiving (shift) en het stabiliseren van een voorwerp in de hand, zijn verworven [2](#page=2).
* **4-8 jaar:**
* Handigheid neemt toe [3](#page=3).
* Meebewegingen verdwijnen [3](#page=3).
* **8 jaar:**
* Dynamische functionele asymmetrie: er is een dynamische samenwerking tussen beide handen met functiewisseling. De handen kunnen elkaars taken voor korte tijd overnemen [3](#page=3).
* **9-10 jaar:**
* De in-hand-manipulaties zijn volledig ontwikkeld [3](#page=3).
* Tot de leeftijd van 12 jaar is er nog een toename in snelheid en vaardigheid [3](#page=3).
> **Tip:** Het is belangrijk om te onthouden dat dit richtlijnen zijn en dat de ontwikkeling van elk kind uniek is. Variatie binnen de aangegeven leeftijden is normaal.
> **Voorbeeld:** Een kind van 18 maanden dat moeite heeft met het ombladeren van twee bladzijden tegelijk en dit nog één voor één doet, ligt binnen de normale ontwikkelingsvariatie, hoewel de richtlijn aangeeft dat dit rond 18 maanden begint te gebeuren [2](#page=2).
---
# Grijp- en manipulatieve vaardigheden
Dit hoofdstuk behandelt de evolutie van grijptechnieken en de ontwikkeling van het vermogen tot objectmanipulatie bij jonge kinderen.
### 2.1 Evolutie van grijptechnieken
De ontwikkeling van grijpvaardigheden verloopt systematisch, waarbij verschillende grepen in specifieke leeftijdsfasen verschijnen en evolueren.
#### 2.1.1 Vroege grijpreflexen en -patronen
* **0 – 1 maand:** Het pasgeboren kind vertoont een **grijpreflex** en houdt de handjes vaak in een vuist gesloten [1](#page=1).
* **3 – 4 maanden:** De grijpreflex verdwijnt geleidelijk en wordt geïntegreerd. Het kind opent en sluit de handen regelmatig, brengt ze samen ter hoogte van de borst en verkent ze zonder objecten. Het kijkt ook actief naar de eigen handen. Het reiken naar objecten ontstaat vanuit beweging in het schoudergewricht [1](#page=1).
#### 2.1.2 Ontwikkeling van doelgericht grijpen
* **4 – 6 maanden:** De **ulnaire, palmaire greep** ontwikkelt zich rond 5 maanden, gevolgd door een meer algemene **palmaire greep** rond 6 maanden. Vanaf deze leeftijd begint het grijpen doelgericht te worden. Het kind reikt met beide handen, grijpt een object met één hand, houdt het met beide handen vast en brengt het naar de mond. Individuele vingerbewegingen worden zichtbaar tijdens het krabben, en er treden wrijfbewegingen op met de distale vingerkootjes, evenals tokkelen met de vingers [1](#page=1).
* **6 – 9 maanden:** De **radiale, palmaire greep** is aanwezig rond 7 maanden. Voorwerpen worden actief naar de mond gebracht en van de ene naar de andere hand doorgegeven. Cruciaal is de ontwikkeling van grepen met de duim tegenover de vingers, wat de **oppositie van de duim** wordt genoemd, waarbij de duim een functionele rol krijgt. Het reiken ontwikkelt zich verder vanuit bewegingen in het ellebooggewricht, naast schouderbewegingen. De **radiale digitale greep** ontstaat rond 8 maanden [1](#page=1).
#### 2.1.3 Verfijning van grijpen en manipulatie
* **9 – 12 maanden:** De **primitieve pincetgreep** wordt gebruikt vanaf ongeveer 9 maanden. Het reiken wordt nu ook vanuit bewegingen in het polsgewricht aangestuurd. Er is sprake van symmetrische bimanuele acties, waarbij een object in elke hand wordt gehouden en tegen elkaar geslagen op de middellijn. Asymmetrische bimanuele vaardigheden komen voor, waarbij één hand een object vasthoudt terwijl de andere hand delen ervan manipuleert. Het kind begint objecten doelgericht los te laten [2](#page=2).
* **12 maanden:** Rond 12 maanden is de **volwaardige pincetgreep** verworven. Objecten kunnen met een fijne, precieze beweging worden losgelaten. Het kind kan voorwerpen oriënteren om ze effectief te gebruiken in spelactiviteiten [2](#page=2).
#### 2.1.4 Ontwikkeling van in-hand-manipulatie
* **18 maanden (1,5 jaar):** Het kind kan een toren van 3 blokjes bouwen. Het slaat bladzijden uit een boekje, vaak nog met 2 of 3 tegelijk om. Een handvoorkeur kan zichtbaar worden. De eerste eenvoudige **in-hand-manipulaties** verschijnen, met name de **translatie** (het verschuiven van een object van de vingertoppen naar de handpalm) [2](#page=2).
* **2 – 3 jaar:** De vaardigheid om blokjes nauwkeurig op elkaar te stapelen neemt toe tot 6 blokjes. Kinderen beginnen objecten doelgericht te gebruiken, zoals eten met een lepel of vork. Krabbelen op papier met een potlood is mogelijk. Bladzijden uit een boekje kunnen één voor één worden omgeslagen. De handvoorkeur wordt duidelijker, waarbij de niet-voorkeurshand steeds meer een ondersteunende rol krijgt. **Simultane manipulaties in beide handen** worden mogelijk, waarbij elke hand een andere functie heeft, bijvoorbeeld knippen met een schaar. **In-hand-manipulaties** ontwikkelen zich verder: translatie van de handpalm naar de vingers wordt beheerst, en soms lukt ook **rotatie** van het object binnen de hand [2](#page=2).
* **3 – 6 jaar:** De handvoorkeur is duidelijk en stabiel, en de niet-voorkeurshand ondersteunt bij taken [2](#page=2).
* **6 – 7 jaar:** De **inscriptiebeweging** (flexie-extensiebewegingen van de duim en wijsvinger) is aanwezig. Alle vormen van **in-hand-manipulaties** zijn dan verworven: translatie, rotatie, en **verschuiving (shift)** (het verplaatsen van een object binnen de vingers). Ook het stabiliseren van een object in de hand is een ontwikkelde vaardigheid [2](#page=2).
> **Tip:** De ontwikkeling van grijp- en manipulatieve vaardigheden is een geleidelijk proces dat nauw samenhangt met de rijping van de fijne motoriek en de cognitieve ontwikkeling.
> **Voorbeeld:** De overgang van een ulnaire greep (object in de palm, pink het dichtst bij het object) naar een radiale greep (object dichter bij de duim en vingers) is een belangrijke stap in de ontwikkeling van een efficiëntere manipulatie van objecten. De pincetgreep, waarbij duim en wijsvinger tegenover elkaar worden geplaatst, maakt het oppakken van kleine voorwerpen mogelijk.
---
# Ontwikkeling van handvoorkeur en bimanuele coördinatie
Dit deelonderwerp beschrijft de evolutie van de voorkeur voor één hand boven de andere en de toenemende samenwerking en complexiteit in het gebruik van beide handen (bimanuele coördinatie) gedurende de kinderjaren.
### 3.1 Vroege stadia van handvoorkeur en bimanuele vaardigheden (9-18 maanden)
In de periode van ongeveer 9 tot 12 maanden begint de handvoorkeur zich te manifesteren, hoewel deze nog niet volledig stabiel is. Kinderen gebruiken vanaf deze leeftijd een primitieve pincetgreep. Ze reiken naar objecten door bewegingen vanuit het polsgewricht [2](#page=2).
De bimanuele acties in deze fase zijn nog overwegend symmetrisch, waarbij objecten in beide handen worden gehouden en tegen elkaar worden geslagen op de middellijn van het lichaam. Echter, er ontstaan ook de eerste asymmetrische bimanuele vaardigheden, waarbij één hand een object vasthoudt terwijl de andere hand deeltjes ervan manipuleert. Het doelgericht loslaten van objecten wordt ook een verworven vaardigheid [2](#page=2).
Tegen 12 maanden is de pincetgreep volwaardig ontwikkeld. Kinderen kunnen objecten met een fijne, precieze beweging loslaten en objecten zodanig oriënteren dat ze geschikt zijn voor spelactiviteiten [2](#page=2).
Rond 18 maanden (1,5 jaar) kunnen kinderen een toren bouwen van drie blokjes en slaan ze bladzijden van een boekje in groepjes van twee of drie tegelijk om. De voorkeurshand kan nu zichtbaar worden. De eerste eenvoudige in-hand-manipulaties, zoals translatie van vingers naar de handpalm, worden waargenomen [2](#page=2).
### 3.2 Verfijning en toenemende asymmetrie (2-8 jaar)
Tussen de leeftijd van 2 en 3 jaar kan een kind ongeveer zes blokjes nauwkeurig op elkaar stapelen. Objecten worden doelgerichter gebruikt, zoals bij het eten met een lepel of vork. Kinderen krabbelen met een potlood op papier en kunnen de bladzijden van een boekje één voor één omslaan. De handvoorkeur wordt steeds duidelijker, waarbij de niet-voorkeurshand meer een ondersteunende rol aanneemt. Er treden simultane manipulaties in beide handen op, waarbij elke hand een verschillende functie heeft, zoals het knippen met een schaar. In-hand-manipulaties breiden zich uit naar translatie van de handpalm naar de vingers, en soms lukt ook rotatie [2](#page=2).
Van 3 tot 6 jaar wordt de handvoorkeur duidelijk en stabiel, met de niet-voorkeurshand die een ondersteunende functie behoudt [2](#page=2).
Tussen 6 en 7 jaar ontstaat de zogenaamde inscriptiebeweging, wat inhoudt dat flexie- en extensiebewegingen van de duim en wijsvinger aanwezig zijn. Alle in-hand-manipulaties, inclusief translatie, rotatie en verschuiving (shift), worden verworven, evenals het stabiliseren van een object in de hand [2](#page=2).
De periode van 4 tot 8 jaar kenmerkt zich door een toenemende handigheid en het verdwijnen van meebewegingen die niet direct bij de taak horen [3](#page=3).
### 3.3 Volledige ontwikkeling en dynamische samenwerking (8+ jaar)
Op 8-jarige leeftijd is er sprake van dynamische functionele asymmetrie. Dit betekent dat er een dynamische samenwerking is tussen beide handen, waarbij functies tussen de handen kunnen wisselen. De handen kunnen elkaars taken gedurende korte perioden overnemen [3](#page=3).
Tussen 9 en 10 jaar zijn de in-hand-manipulaties volledig ontwikkeld. De snelheid en vaardigheid in het gebruik van de handen nemen nog toe tot de leeftijd van 12 jaar [3](#page=3).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Fijne motoriek | De vaardigheid om kleine, precieze bewegingen uit te voeren met behulp van de kleine spieren, met name in de handen en vingers. Dit omvat taken zoals grijpen, knippen en schrijven. |
| Grijpreflex | Een aangeboren reflex waarbij een baby automatisch zijn hand sluit rond een object dat de handpalm raakt. Deze reflex verdwijnt normaal gesproken na enkele maanden. |
| Ulnaire greep | Een grijptechniek waarbij een object met de vingers naar de pinkzijde van de hand wordt vastgehouden, met de duim niet tegenover de vingers. |
| Palmaire greep | Een grijptechniek waarbij een object met de vingers en de handpalm wordt vastgehouden, vaak zonder duim tegenover de vingers. |
| Radiale palmaire greep | Een grijptechniek waarbij een object tussen de vingertoppen (richting wijsvinger) en de handpalm wordt vastgehouden, met een beginnende oppositie van de duim. |
| Duim oppositie | De beweging waarbij de duim tegenover de andere vingers wordt gebracht, wat essentieel is voor het vastpakken en manipuleren van objecten. |
| Radiale digitale greep | Een geavanceerdere grijptechniek waarbij een object met de vingertoppen wordt vastgehouden, waarbij de duim een meer actieve rol speelt tegenover de vingers. |
| Pincetgreep | Een grijptechniek waarbij een object wordt vastgepakt met de duim en de wijsvinger, wat een zeer precieze controle mogelijk maakt. |
| Bimanuele acties | Handelingen die de samenwerking van beide handen vereisen. Dit kan variëren van het vasthouden van een object met de ene hand terwijl de andere manipuleert, tot symmetrische acties. |
| In-hand-manipulaties | Vaardigheden die het mogelijk maken om een object binnen de hand te verplaatsen, te draaien of te stabiliseren zonder het te laten vallen. |
| Translatie | Een type in-hand-manipulatie waarbij een object van de ene positie naar de andere binnen de hand wordt verplaatst, bijvoorbeeld van de vingers naar de handpalm. |
| Rotatie | Een type in-hand-manipulatie waarbij een object wordt gedraaid binnen de hand. |
| Verschuuving (shift) | Een type in-hand-manipulatie waarbij een object horizontaal binnen de hand wordt verplaatst, bijvoorbeeld van de handpalm naar de vingertoppen. |
| Dynamische functionele asymmetrie | Een geavanceerde samenwerking tussen beide handen waarbij de ene hand een specifieke functie uitvoert terwijl de andere hand ondersteunt, met de mogelijkheid om taken tijdelijk over te nemen. |