Cover
Aloita nyt ilmaiseksi 01 political thought introduction final.pptx
Summary
# Inleiding tot politieke gedachte
Dit document is een studiehandleiding voor de cursus "Inleiding tot politieke gedachte" en biedt een gedetailleerde uiteenzetting van de basisprincipes, doelstellingen en de relatie tussen politieke filosofie en politieke theorie.
## 1. Inleiding tot politieke gedachte
Dit onderwerp introduceert de kernconcepten van politieke gedachte, waarbij de definities, doelen en de onderscheidingen tussen politieke filosofie en politieke theorie worden verkend.
### 1.1 Wat is politieke gedachte?
Politieke gedachte wordt beschouwd als een compromis dat de methoden van politieke filosofie gebruikt om politiek relevante onderwerpen kritisch te onderzoeken. Het omvat zowel de **filosofie** (als een set overtuigingen en als een activiteit van ondervraging, waarbij "bewijs" en "axioma's" ter discussie worden gesteld) als **theorie** (een consistente reflectie op hoe iets zou moeten zijn, met normatieve aanbevelingen voor politieke zaken en over hoe we samenleven).
#### 1.1.1 Politieke filosofie
* De traditionele benaming voor de tak van de filosofie die zich bezighoudt met politiek.
* Denkers die hieronder vallen zijn onder andere Plato, Aristoteles, Aquinas, Machiavelli, Grotius, Locke, Rousseau en Mill.
* Traditionele vragen richten zich op de legitimatie van autoriteit en de beste politieke organisatie. Er wordt onderzocht of er een "beste", "ideale" of "perfecte" politieke organisatie bestaat en op welke gronden (bv. menselijke natuur, wetten van de geschiedenis, religieuze openbaring, rationele organisatie).
#### 1.1.2 Politieke theorie
* Ontstond als reactie op het abstracte perspectief van de politieke filosofie, met name na de Tweede Wereldoorlog, uit een behoefte aan reflectie en als gevolg van de complexiteit van klassieke filosofie.
* Denkers als Hannah Arendt kozen ervoor zich politiek theoreticus te noemen om te benadrukken dat politieke theorie:
* Gemaakt wordt door individuen in een specifieke sociale context.
* Contextafhankelijk is: vragen veranderen door tijd en plaats.
* Normatief is: het doet argumenten om ongerechtvaardigde situaties te corrigeren.
* Een consistente reflectie is op hoe iets zou moeten zijn ("normatieve aanbevelingen over zaken van politiek belang", over "hoe we samen moeten leven").
#### 1.1.3 Politieke gedachte als overkoepelend concept
* Politieke gedachte integreert de methoden van de politieke filosofie om politiek relevante onderwerpen (zoals democratie, rechtvaardigheid) kritisch te benaderen.
* Het doel van de cursus is het stimuleren van kritisch denken over deze onderwerpen door middel van het lezen van teksten.
* De cursus benadrukt dat er niet noodzakelijk één antwoord of waarheid is, dat er verschillende posities mogelijk zijn en dat meningen kunnen verschillen.
* Nuance, bewustzijn van de eigen positie (inclusief culturele en sociale referentiekaders) en creativiteit zijn essentieel.
### 1.2 Het voorbeeld van democratie
Democratie wordt behandeld als een centraal concept binnen de politieke gedachte.
#### 1.2.1 Definitie en etymologie
* **Etymologie:** Afgeleid van het Griekse 'demos' (volk) en 'kratos' (macht/heerschappij), wat "macht van het volk" betekent.
* **Abraham Lincoln's definitie:** "government of the people, by the people, for the people."
#### 1.2.2 Vragen en complexiteiten rond democratie
* **De rol van "het volk":** Wie is "het volk"? Wat zijn de grenzen van de 'demos'? Waarom is de 'demos' soeverein?
* **Vormen van democratie:** Wat betekent referendum, verkiezingen, burgervergaderingen? Is het de 'demos' of de politieke partijen die soeverein zijn?
* **Legitimiteit en ethiek:** Is democratie een goede bestuursvorm? Kan de meerderheid zijn wil opleggen aan minderheden? Is wat het volk wil altijd juist (bv. verbod op religieuze vrijheid, extreme belasting, milieuschade)? Zijn er grenzen aan wat de soevereine volkswil mag doen? Is er een "ondemocratisch gebruik van democratische macht"?
#### 1.2.3 Democratie en (mensen)rechten
* **Complementariteit:** Democratie wordt vaak aangevuld met de garantie van basisvrijheden en mensenrechten.
* **Onvoldoende voor definitie:** Het hebben van rechten is niet voldoende voor democratie. Men kan rechten hebben in een niet-democratisch regime (bv. 18e-eeuws Engeland met een koning beperkt door een 'bill of rights'). Rechten kunnen ook abstract blijven als niemand ze garandeert.
* **Volkssoevereiniteit:** Het idee van democratie impliceert ook een vorm van volkssoevereiniteit.
#### 1.2.4 Voorlopige definitie van democratie
* Democratie = soevereine macht bij het volk + individuele vrijheden en (mensen)rechten.
* Deze definitie is echter slechts het begin van verdere discussies over de institutionele vertaling ervan.
#### 1.2.5 Institutionele aspecten en democratisch ideaal
* **Verschillende voorbeelden:** Iroquoise naties, Inuit, Sovjet-Unie, Westerse democratieën.
* **Definiërende elementen:** Wat maakt een politiek systeem "democratisch"? Soevereiniteit? Rechten? Gelijkheid?
* **Vraagstelling:** Is directe democratie "meer" democratisch dan indirecte democratie? Wat is het "democratische ideaal"?
### 1.3 De objecten van politieke theorie (Hindess)
Barry Hindess' werk "The Object of Political Theory" wordt aangehaald om de aard en plaats van politieke theorie te verhelderen.
#### 1.3.1 Subject van politieke theorie
* **Onderwerp:** Politiek, de zorg voor de 'polis' of 'res publica'.
* Vaak impliciet begrepen als een geïdealiseerde voorstelling van het openbare leven in klassieke steden, wat autonome politieke actoren impliceert en een corresponderende opvatting van een niet-politieke sfeer.
* **Doel:** Normatieve aanbevelingen doen over zaken van politiek belang.
#### 1.3.2 Kwaliteiten van politieke theorie
* **Politieke kwaliteit:** De normatieve kwesties die worden behandeld, kunnen en moeten pertinent zijn voor de politiek (bv. Machiavelli's "De Prins").
* **Disciplinaire kwaliteit:** Het "werken aan de (gewoonten van) gedachten en argumenten", inclusief een empirisch-analytische en een strategische taak (relevante kennis en wat te doen).
* **Ethische kwaliteit:** Een bevestigde toewijding aan specifieke waarden (in tegenstelling tot empirische politieke wetenschap); onpartijdig in stijl, maar moreel geëngageerd in inhoud.
#### 1.3.3 De noodzaak van politieke theorie
* **Probleem van modern bestuur:** Gangbare concepten van modern bestuur gaan uit van:
* De geregeerden als een bevolking van grotendeels autonome personen.
* Het geloof in de rationaliteit van bestuur, onafhankelijk van specifieke belangen.
* De staat als een distinctieve institutionele structuur, onafhankelijk van de heersers.
* Politieke theorie helpt deze "fictie" te ontleden en oplossingen te bieden voor uitdagingen zoals:
* Hoe is sociaal leven mogelijk zonder veel onderwerping?
* Hoe om te gaan met specifieke belangen en waarden?
* Welke politieke gemeenschap te verbeelden?
### 1.4 Wat is politieke gedachte vaak over?
* Studie van een canon van teksten en politieke denkers.
* Geschiedenis van politieke gedachte.
* Onderwerpen zoals:
* De menselijke natuur (wil, beschaving, geweld, vooruitgang, utopie, einde van de geschiedenis).
* Rechtvaardiging van de staat (macht, contracten, burgers, tirannie, gehoorzaamheid).
* Democratie (idealen, scheiding der machten, despotisme, bureaucratie, oligarchie).
* Vrijheid en rechten (moraliteit, wet, burgerschap, keuze, straf).
* Economische rechtvaardigheid (privébezit, collectieve goederen, markt, distributieve rechtvaardigheid, gelijkheid).
* Rechtvaardigheid tussen groepen (oorlog, vrede, minderheidsrechten, intergenerationele rechtvaardigheid).
### 1.5 Potentiële vooroordelen in politieke gedachte
Er kunnen inherente vooroordelen bestaan in politieke gedachte:
* **Universalism:** Aanname dat fundamentele en eeuwige ideeën van politieke wetenschap altijd en overal toepasbaar zijn.
* **Etnocentrisme:** Veronderstelde culturele homogeniteit, ongevoeligheid voor diversiteit.
* **Androcentrisme:** Focus op de publieke burger, soms met openlijke vrouwenhaat.
* **Antropocentrisme:** Beperkte conceptualisering van de natuur als een hulpbron voor menselijke exploitatie, met weinig aandacht voor de niet-menselijke wereld.
### 1.6 Cursusinhoud en -aanpak
De cursus behandelt specifieke onderwerpen zoals de natuurlijke staat, Griekse invloeden, de noodzaak en macht van de staat, sociale contracten, ongelijkheid, onderdrukkingssystemen, democratie als praktijk, macht, en politieke manifesten.
* **Aanpak:** Een mix van klassieke en actuele benaderingen.
* **Relatie met andere vakken:** Overlap met andere vakken en bekendheid met klassieke auteurs.
* **Belang van originele teksten:** Het gevaar van samenvattingen en het belang van het lezen en begrijpen van originele teksten.
* **Context:** Belang van de context waarin teksten geschreven zijn en het vermijden van anachronistische interpretaties.
* **Doelen:**
* Een kritisch perspectief ontwikkelen op politieke concepten en theorieën.
* Politieke concepten en theorieën gebruiken om de politieke actualiteit kritisch te analyseren.
* **Selectiviteit:** De keuze van onderwerpen is selectief, en input van studenten is welkom.
### 1.7 Praktische informatie
* **Lessen:** Combinatie van lezen, colleges, discussies en schrijfopdrachten. Literatuur moet worden gelezen ter voorbereiding op de lessen.
* **Voorbereiding:** Het lezen van literatuur ter voorbereiding van vragen en discussies.
* **Materiaal:** Lezingen en presentaties beschikbaar op Blackboard.
* **Examen:** Schriftelijk, op computer, op 16 januari. Het omvat verplichte teksten en klassikale uitleg/discussies. Het is een open boek examen met ongeannoteerde gedrukte verplichte lezingen; highlighten en onderstrepen is toegestaan, maar PPTs en notities niet. Begrip van hoofdconcepten is belangrijker dan memoriseren.
* **Vragen:** Vragen over de cursusinhoud of praktische zaken kunnen het best tijdens de les of in de pauze worden gesteld. E-mails worden afgeraden, en berichten via BB komen mogelijk in de spam.
* **Volgende les:** Vereist het lezen van teksten en het voorbereiden van informatie over de context, gelijkenissen en verschillen tussen auteurs. De rol van AI als hulpmiddel wordt in overweging genomen.
> **Tip:** Vergeet niet dat politieke gedachte een activiteit is die kritisch denken en het ter discussie stellen van bestaande ideeën vereist, in plaats van simpelweg het memoriseren van feiten of namen.
> **Tip:** De cursus benadrukt het belang van het begrijpen van de context van politieke teksten en het vermijden van anachronistische interpretaties om de relevantie ervan voor hedendaags kritisch denken te beoordelen.
---
# Democratie als politiek concept
Dit gedeelte verkent democratie als een fundamenteel politiek concept, met aandacht voor de legitimiteit, diverse interpretaties, de relatie met mensenrechten en volkssoevereiniteit.
### 2.1 De aard en definitie van democratie
Democratie is een complex concept met diverse betekenissen en interpretaties. Het kan functioneren als een descriptor voor een democratisch regime, een beslissing of een vergadering. Daarnaast dient het als indicator voor politieke legitimiteit, waarbij het aangeeft of iets als democratisch wordt beschouwd of niet. Verder kan democratie worden gezien als een besluitvormingsmodel, zoals in het geval van democratie op de werkplek.
De etymologische oorsprong van het woord "democratie" ligt in het Grieks: *demos* (volk) en *kratos* (macht). Dit suggereert "de macht van het volk". Abraham Lincoln's beroemde definitie, "government of the people, by the people, for the people", benadrukt dit volkskarakter.
Er zijn echter meerdere vragen die deze definitie oproepen:
* Wie behoort precies tot "het volk"? Wat zijn de grenzen van de *demos*?
* Waarom wordt het volk als soeverein beschouwd?
* Wat betekent soevereiniteit in de praktijk (referendum, verkiezingen, burgervergaderingen)?
* Is het het volk of de politieke partijen die soeverein zijn?
* Is democratie een goede regeringsvorm en wat kenmerkt een goede regeringsvorm in het algemeen?
* Kan de meerderheid haar wil opleggen aan de minderheid(en)?
### 2.2 Democratie als soevereine wil van het volk
Een definitie van democratie is een regime waarin het volk (direct of indirect) zijn eigen wetten maakt. Dit is echter niet altijd voldoende als definitie. De vraag rijst of alles wat het volk wenst, ook juist is. Voorbeelden hiervan zijn:
* Een meerderheidsstem om religieuze vrijheid toe te staan of te verbieden.
* Een meerderheidsstem om rijken massaal te belasten of armen te verplichten zich te verkopen.
* Een meerderheid die consumeert zonder rekening te houden met milieuschade of de behoeften van toekomstige generaties.
Dit leidt tot de vraag of er grenzen zijn aan wat de soevereine volksmacht kan doen en of er sprake kan zijn van een "on-democratisch gebruik van democratische macht".
### 2.3 Democratie en mensenrechten
Om het concept van democratie aan te vullen, wordt vaak gewezen op de garantie van basisvrijheden en mensenrechten. Echter, het bezit van rechten en vrijheden alleen definieert democratie niet volledig. Het is mogelijk om rechten te hebben in een niet-democratisch regime. Een voorbeeld hiervan is het 18e-eeuwse Engeland, waar de koning sterke macht had maar beperkt werd door een *bill of rights*.
Ook kan men rechten en vrijheden ervaren en toch onderworpen blijven. Rechten in een samenleving die er geen acht op slaat, blijven abstract. Wie dient er dan verantwoordelijk te zijn voor deze rechten?
Het idee van democratie impliceert niet alleen individuele vrijheden en rechten, maar ook een vorm van volkssoevereiniteit.
### 2.4 Een voorlopige definitie van democratie
Een voorlopige definitie van democratie kan worden geformuleerd als:
Democratie = soevereine macht die bij het volk berust + individuele vrijheden en mensenrechten.
Deze definitie is echter slechts het begin van verdere problemen en discussies. De uitdaging ligt in het vertalen hiervan naar een institutioneel niveau. Verschillende voorbeelden, zoals de Iroquois naties, de Inuit, de Sovjet-Unie en "Westerse" democratieën, tonen de diversiteit in institutionele invulling.
Belangrijke vragen die hieruit voortkomen zijn:
* Wat zijn de instituties van een democratie?
* Wat maakt een politiek systeem "democratisch" (soevereiniteit, rechten, gelijkheid)?
* Is directe democratie "meer" democratisch dan indirecte democratie?
* Wat is het "democratische ideaal"?
### 2.5 Kritische reflectie op politieke theorie en concepten
Volgens Hindess' "The Object of Political Theory" richt politieke theorie zich op de politiek (*polis* of *res publica*). Dit wordt vaak impliciet begrepen als een geïdealiseerde voorstelling van het openbare leven in klassieke steden, met autonome politieke actoren en een onderscheid tussen een politieke en niet-politieke sfeer. Het doel van politieke theorie is het formuleren van normatieve aanbevelingen over politiek relevante zaken.
De politieke kwaliteit van politieke theorie ligt in het feit dat normatieve kwesties pertinent zijn voor de politiek. De disciplinaire kwaliteit houdt in dat men werkt aan de (gewoonten van) gedachten en argumenten, wat een empirisch-analytische en een strategische taak inhoudt (relevante kennis in overweging nemen en bedenken wat te doen). De ethische kwaliteit vereist een commitment aan bepaalde waarden, hoewel de stijl ontspannen kan zijn.
Hindess' werk is relevant omdat het helpt nadenken over de plaats van politiek denken binnen de politicologie en de bredere maatschappij. Het biedt een kritische analyse van de gangbare concepten van modern bestuur, zoals de autonome burger, de rationele overheid en de onafhankelijke staat. Politieke theorie helpt deze "ficties" te ontrafelen en oplossingen te bieden voor uitdagingen zoals sociale organisatie zonder veel onderwerping, omgaan met eigenbelangen en het vormgeven van politieke gemeenschappen.
### 2.6 Typische onderwerpen binnen politiek denken
Politiek denken houdt zich vaak bezig met:
* De canon van politieke teksten en denkers.
* De geschiedenis van het politiek denken.
* De menselijke natuur, beschaving, geweld, vooruitgang, utopie en het einde van de geschiedenis.
* De rechtvaardiging van de staat, macht, contracten, burgers, tirannie en gehoorzaamheid.
* Democratie: idealen, machtenscheiding, despotisme, bureaucratie en oligarchie.
* Vrijheid en rechten: moraliteit, recht, burgerschap, keuze en straf.
* Economische rechtvaardigheid: privé-eigendom, collectieve goederen, de markt en distributieve rechtvaardigheid.
* Rechtvaardigheid tussen groepen: oorlog, vrede, minderheidsrechten en intergenerationele rechtvaardigheid.
> **Tip:** Bij de studie van politiek denken is het belangrijk om potentiële generieke vooroordelen te herkennen, zoals universalisme (ideeën die altijd en overal gelden), etnocentrisme (culturele homogeniteit aannemen), androsentrisme (focus op de mannelijke burger) en antropocentrisme (beperkte opvatting van de natuur als bron voor menselijke exploitatie).
### 2.7 Cursusinhoud en benadering
De cursus behandelt diverse onderwerpen, waaronder de natuurlijke staat, Griekse invloeden, de noodzaak en macht van de staat, sociale contracten, ongelijkheid, onderdrukkingssystemen, facetten van democratie, macht en politieke manifesten. De keuze van onderwerpen en literatuur combineert klassieke en actuele benaderingen. Er wordt benadrukt dat het lezen van originele teksten essentieel is, aangezien samenvattingen tekortschieten. De context waarin teksten zijn geschreven, is cruciaal om anachronistische interpretaties te vermijden.
Het doel van de cursus is om studenten in staat te stellen een kritisch perspectief te ontwikkelen op politieke concepten en theorieën, en deze te gebruiken om de politieke actualiteit kritisch te analyseren.
> **Tip:** Het is niet mogelijk om alle mogelijke onderwerpen uitputtend te behandelen. De selectiviteit van de keuze wordt erkend en studenteninbreng is welkom.
### 2.8 Praktische informatie en evaluatie
De lessen combineren lezen, hoorcolleges, discussies en schrijfopdrachten. Studenten worden aangemoedigd de literatuur vooraf te lezen en voorbereide vragen mee te nemen. Actieve participatie wordt zeer gewaardeerd.
Het examen vindt plaats op 16 januari en is een schriftelijk computer-gebaseerd examen. Het dekt de verplichte teksten en de in de les behandelde stof. Het is een openboek-examen waarbij geprinte, niet-geannoteerde verplichte lezingen zijn toegestaan. Het memoriseren van exacte data is minder belangrijk dan het begrijpen van de hoofdconcepten.
Vragen gerelateerd aan de cursusinhoud kunnen het best tijdens de les worden gesteld. Voor andere kwesties kan een afspraak worden gemaakt. De literatuur en presentaties zijn beschikbaar op Blackboard.
---
# De aard en relevantie van politieke theorie
Dit onderdeel onderzoekt de essentie, methodologie en kenmerken van politieke theorie, zoals uiteengezet door Hindess, en de daarmee gepaard gaande uitdagingen.
### 3.1 Wat is politieke theorie?
Politieke theorie kan worden gezien als een compromis tussen verschillende benaderingen van politiek denken.
#### 3.1.1 Politieke filosofie
* De traditionele benaming voor de tak van de filosofie die zich bezighoudt met politiek.
* Belangrijke figuren zijn onder andere Plato, Aristoteles, Machiavelli, Locke en Rousseau.
* Traditionele vraagstelling: de legitimatie van autoriteit en de beste politieke organisatie.
* Centrale vraag: bestaat er een "beste", "ideale" of "perfecte" politieke organisatie, en op basis waarvan (menselijke natuur, wetten van de geschiedenis, religieuze openbaring, rationele organisatie)?
#### 3.1.2 Politieke theorie (als reactie)
* Ontstaan als reactie op het abstracte perspectief van de politieke filosofie, met name na de Tweede Wereldoorlog, vanwege een behoefte aan reflectie en de perplexiteit van klassieke filosofie.
* Figuren zoals Hannah Arendt identificeerden zich als politiek theoretici om te benadrukken dat politieke theorie:
* Gemaakt wordt door individuen in een specifieke sociale context.
* Contextafhankelijk is: vragen variëren naar tijd en plaats (bijvoorbeeld Arendt en de Holocaust, de vraag naar slavernij, zwartlevensbelang).
* Normatief is: het maakt argumenten om een onrechtvaardige situatie te herstellen of "hoe we samen zouden moeten leven".
* Meer is dan een "los idee"; het is een consistente reflectie op hoe iets zou moeten zijn.
#### 3.1.3 Politiek denken als overkoepelend begrip
* Combineert de corpus en methoden van de politieke filosofie om politiek relevante onderwerpen (democratie, rechtvaardigheid) kritisch te bevragen.
* **Filosofie:** Een set van overtuigingen en een activiteit van ondervraging die "bewijsheid" en "axioma's" in twijfel trekt.
* **Theorie:** De tekst benadrukt het belang van kritisch denken en het bevragen van bestaande denkbeelden. Het doel van de cursus is het stimuleren van kritisch denken over de cursusonderwerpen en andere relevante onderwerpen.
> **Tip:** De disciplinary quality van politieke theorie, zoals beschreven door Hindess, impliceert het werken aan eigen denk- en argumentatiepatronen, wat een empirisch-analytische en een strategische taak omvat.
### 3.2 Kenmerken en kwaliteiten van politieke theorie (Hindess)
#### 3.2.1 Het object van politieke theorie
* **Onderwerp:** Politiek, het bijwonen van de zaken van de *polis* of *res publica*.
* Vaak (impliciet) begrepen als een geïdealiseerde representatie van het publieke leven in klassieke oudheid, met autonome politieke actoren en een corresponderende niet-politieke sfeer.
* **Doel:** Normatieve aanbevelingen doen over zaken van politiek belang.
#### 3.2.2 Politieke kwaliteit van politieke theorie
* Normatieve kwesties die overwogen worden, kunnen en moeten relevant zijn voor de politiek (vergelijk Machiavelli's *De Prins*).
#### 3.2.3 Disciplinaire kwaliteit van politieke theorie
* Werken aan de (gewoonten van) gedachten en argumenten.
* Omvat een empirisch-analytische taak (het beschouwen van relevante kennis) en een strategische taak (het overwegen van wat te doen).
#### 3.2.4 Ethische kwaliteit van politieke theorie
* Een bevestigd engagement met specifieke waarden (in tegenstelling tot de neutrale empirische politieke wetenschap).
* Discreet in stijl, maar moreel geëngageerd in de inhoud.
> **Tip:** Hindess' werk is relevant om na te denken over de plaats van politiek denken binnen de politicologie en binnen de bredere politieke en maatschappelijke context.
### 3.3 De noodzaak van politieke theorie in het moderne bestuur
De mainstream conceptualisering van modern bestuur omvat:
* Het idee van de geregeerden als een populatie van grotendeels autonome personen.
* Het geloof in de rationaliteit van het bestuur, onafhankelijk van specifieke belangen of waarden.
* Het idee van de staat als een onderscheidende institutionele structuur, onafhankelijk van de heerser(s).
Politieke theorie maakt het mogelijk om deze "fictie" te ontleden en oplossingen te bieden voor uitdagingen zoals:
* Hoe sociale cohesie mogelijk is zonder veel onderwerping.
* Hoe om te gaan met specifieke belangen en waarden.
* Welke politieke gemeenschap te verbeelden.
### 3.4 Typische onderwerpen in politieke theorie
* Studie van de canon van teksten over politiek en traditionele politieke denkers.
* **Menselijke natuur:** wil, beschaving, geweld, vooruitgang, utopie, het einde van de geschiedenis.
* **Rechtvaardiging van de staat:** macht, contracten, burgers, tirannie, (onge)hoorzaamheid.
* **Democratie:** idealen, scheiding der machten, despotisme, bureaucratie, oligarchie.
* **Vrijheid en rechten:** moraliteit, wet, burgerschap, keuze, straf.
* **Economische rechtvaardigheid:** privébezit, collectieve goederen, de markt, distributieve rechtvaardigheid, gelijkheid.
* **Rechtvaardigheid tussen groepen:** oorlog, vrede, minderheidsrechten, intergenerationele rechtvaardigheid.
> **Tip:** Het is belangrijk om bewust te zijn van mogelijke generieke vooroordelen binnen politiek denken, zoals universalisme, etnocentrisme, andocentrisme en antropocentrisme, en de redenen daarvoor te begrijpen.
### 3.5 Uitdagingen en kwaliteiten van politieke theorie
#### 3.5.1 Kwaliteiten
* **Normatief:** Maakt aanbevelingen over hoe we zouden moeten leven.
* **Consistentie:** Vereist een coherente reflectie.
* **Kritisch:** Stelt bestaande ideeën en structuren ter discussie.
* **Contextafhankelijk:** Erkent de invloed van sociale en historische omstandigheden.
#### 3.5.2 Uitdagingen
* **Universaliteit:** Het idee dat politieke ideeën universeel toepasbaar zijn.
* **Etnocentrisme:** Een cultureel beperkte kijk die de diversiteit negeert.
* **Androcentrisme:** Een focus op de publieke burger, soms ten koste van de vrouwelijke ervaring.
* **Antropocentrisme:** Een beperkte opvatting van de natuur als enkel een hulpbron voor menselijke exploitatie, met weinig aandacht voor de niet-menselijke wereld.
### 3.6 Het belang van de originele teksten en kritische analyse
* De cursus legt nadruk op het lezen en begrijpen van originele teksten, in plaats van te vertrouwen op samenvattingen.
* Het is cruciaal om de context van de teksten te begrijpen en anachronistische lezingen te vermijden.
* Het doel is het ontwikkelen van een kritisch perspectief op politieke concepten en theorieën en deze te gebruiken om de politieke actualiteit te analyseren.
* De selectiviteit van de gekozen onderwerpen en teksten wordt erkend, en input van studenten wordt verwelkomd.
> **Tip:** Het vermogen om "out of the box" te denken wordt aangemoedigd, hoewel Hindess ook wijst op het strategische aspect van politieke theorie. De relevantie van nuance en bewustzijn van eigen referentiekaders is essentieel.
---
# Cursusinhoud, werkwijze en evaluatie
Dit gedeelte van de cursusgids schetst de structuur, de te behandelen onderwerpen, de aanpak voor het studeren van de literatuur, de voorbereiding op het examen en praktische afspraken.
### 4.1 Wat is politiek denken?
Politiek denken omvat een brede interpretatie die zowel politieke filosofie als politieke theorie omvat. Het wordt gekenmerkt door een kritische reflectie op politiek relevante onderwerpen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de methoden van politieke filosofie om bestaande ideeën en overtuigingen te bevragen.
#### 4.1.1 Politieke filosofie versus politieke theorie
* **Politieke filosofie:** Dit is de traditionele benaming voor de tak van filosofie die zich bezighoudt met politiek. Klassieke denkers zoals Plato, Aristoteles en Machiavelli onderzochten fundamentele vragen over de legitimatie van gezag en de ideale politieke organisatie. De focus ligt vaak op abstracte, normatieve idealen en de "ware" menselijke natuur of de wetten van de geschiedenis als basis voor een perfecte samenleving.
* **Politieke theorie:** Ontstaan als reactie op de abstractie van de politieke filosofie, vooral na de Tweede Wereldoorlog. Politieke theorie onderstreept dat politiek denken plaatsvindt binnen specifieke sociale contexten en dat de vragen die we stellen contextafhankelijk zijn. Denkers zoals Hannah Arendt gebruikten deze term om te benadrukken dat politiek denken gemaakt wordt door individuen in concrete situaties. Politieke theorie is niet alleen een "los idee", maar een consistente reflectie op hoe we samen zouden moeten leven, met normatieve aanbevelingen voor politieke aangelegenheden.
#### 4.1.2 Het doel van dit vak
Het hoofddoel van deze cursus is het stimuleren van kritisch denken door middel van het lezen van teksten. Dit impliceert dat er niet noodzakelijkerwijs één juist antwoord is; er kunnen verschillende posities bestaan en men kan het oneens zijn. Nuance, bewustzijn van eigen referentiekaders en creativiteit worden benadrukt, met een strategische kijk op de te ondernemen acties. De cursus moedigt aan om de "habits of thought and argument" te bewerken.
#### 4.1.3 Kernconcepten en voorbeelden
* **Democratie:** Dit concept wordt breed uitgediept, inclusief de historische evolutie van de legitimiteit, de voorwaarden voor legitimiteit, de relatie met gelijkheid (zoals gesuggereerd door Rousseau over economische verdeling) en de verschillende vormen van democratie (representatief, direct, deliberatief, participatief). De etymologische betekenis (demos-kratos) en definities zoals die van Abraham Lincoln worden besproken.
* **Vragen rond democratie:** Wie zijn "het volk" en wat zijn de grenzen van de demos? Waarom is de demos soeverein? Wat betekent referendum, verkiezingen, burgerassemblees? Is de demos of zijn politieke partijen soeverein? Is het een goede regeringsvorm en wat is een "goede" regeringsvorm? Kan de meerderheid haar wil opleggen aan minderheden?
* **Democratie en soevereine wil:** De definitie dat democratie een regime is waarin het volk zichzelf (indirect) wetten maakt, wordt bevraagd. Is wat het volk wil altijd juist? Voorbeelden zoals een meerderheidsstem om religieuze vrijheid toe te staan of te verbieden, of om de rijken zwaar te belasten, worden aangehaald. De vraag wordt gesteld of er dingen zijn die de soevereine macht niet kan doen, en of er een "ondemocratisch gebruik van democratische macht" bestaat.
* **Democratie en (mens)rechten:** Hoewel de garantie van basisvrijheden en (mens)rechten een aanvulling vormt, wordt de vraag gesteld of dit voldoende is voor een democratie. Rechten kunnen ook bestaan in niet-democratische regimes, en rechten in een samenleving die er niet om geeft, zijn abstract. Een definitie van democratie wordt voorgesteld als de combinatie van soevereine macht bij het volk en individuele vrijheden en (mens)rechten. Dit leidt tot verdere vragen over de institutionele vertaling daarvan, met voorbeelden van verschillende politieke systemen.
#### 4.1.4 Barry Hindess' bijdrage
Barry Hindess' tekst "The Object of Political Theory" is relevant omdat het helpt bij het nadenken over:
* De plaats van politiek denken binnen de politicologie.
* De plaats van politiek denken binnen de bredere politiek en maatschappij.
Hindess definieert politieke theorie met drie kwaliteiten:
* **Normatieve kwaliteit:** Politieke theorie levert normatieve aanbevelingen over politieke aangelegenheden, relevant voor de politiek.
* **Disciplinaire kwaliteit:** Het houdt in dat men werkt aan de eigen denk- en argumentatiepatronen, inclusief empirische, analytische en strategische taken.
* **Ethische kwaliteit:** Het vereist een commitment aan bepaalde waarden, maar stijl is dispassioneel.
#### 4.1.5 Potentiële vooroordelen in politiek denken
De cursus identificeert verschillende generieke vooroordelen die binnen het politiek denken kunnen voorkomen:
* **Universalism:** Het idee dat politiek denken universele en eeuwige ideeën van de politicologie omvat die altijd en overal toepasbaar zijn.
* **Ethnocentrism:** De aanname van culturele homogeniteit en ongevoeligheid voor diversiteit.
* **Androcentrism:** Een focus op de publieke burger, soms met openlijke misogynie.
* **Anthropocentrism:** Een beperkte opvatting van de natuur als een hulpbron voor menselijke exploitatie, met weinig aandacht voor de niet-menselijke wereld.
### 4.2 Cursusonderwerpen en literatuurkeuze
De cursus zal een mix behandelen van klassieke en actuele onderwerpen. De keuze van de onderwerpen is selectief en de input van studenten is welkom. De belangrijkste te behandelen onderwerpen zijn:
* Natuurstaat en de menselijke natuur.
* Griekse invloeden op politiek denken.
* De noodzaak van en de macht van de staat.
* Sociale contracten.
* Aspecten van ongelijkheid.
* Systemen van onderdrukking.
* Facetten van democratie en democratie als praktijk.
* Macht.
* Kwesties van partijdigheid en politieke manifesten.
#### 4.2.1 De aanpak van literatuur
Er wordt een mix gehanteerd van klassieke teksten en actuele onderwerpen. Het belang van het lezen en begrijpen van originele teksten wordt benadrukt, aangezien samenvattingen beperkingen hebben. Er wordt aandacht besteed aan de context waarin de teksten zijn geschreven en het gevaar van anachronistische interpretatie. Het doel is niet om alles te kennen, maar om een kritisch perspectief te ontwikkelen op politieke concepten en theorieën, en deze te gebruiken om de politieke actualiteit te analyseren.
> **Tip:** De overlap met andere cursussen en de bekendheid met vele klassieke auteurs worden erkend, maar de nadruk ligt op het doorgronden van de originele teksten in hun context.
### 4.3 Werkwijze en praktische afspraken
#### 4.3.1 Lessen
De lessen combineren lezen, ex-cathedra sessies, discussies en schrijfopdrachten. Studenten worden aangemoedigd de literatuur te lezen ter voorbereiding op de klassen, waar de onderwerpen verder worden uitgediept. Vragen voorbereiden is essentieel om de teksten te begrijpen en te kunnen bespreken.
> **Tip:** Actieve participatie wordt zeer gewaardeerd en is noodzakelijk voor het succes van de discussies.
#### 4.3.2 Beschikbaarheid van materialen
Leesmaterialen en presentaties (PPTs) zijn beschikbaar via het Blackboard (BB) platform.
#### 4.3.3 Communicatie
Vragen over de cursusinhoud of praktische zaken kunnen het beste in de les worden gesteld. Vermijd e-mail voor dit soort vragen. Voor andere kwesties kan men tijdens de pauze terecht of een afspraak maken via e-mail. Berichten via BB worden vermeden omdat deze vaak in de spamfolder belanden.
#### 4.3.4 Voorbereiding op volgende week
Studenten wordt gevraagd de teksten te lezen en informatie voor te bereiden over de context waarin de auteurs schreven, alsook over de gelijkenissen en verschillen tussen de auteurs. Er wordt een vraag gesteld of AI een nuttig hulpmiddel is bij het lezen van teksten en het voorbereiden van de les.
### 4.4 Evaluatie
#### 4.4.1 Examen
* **Datum:** 16 januari.
* **Vorm:** Schriftelijk examen, op de computer afgenomen.
* **Inhoud:** Het examen omvat de verplichte teksten en de tijdens de lessen besproken uitleg en discussies.
* **Open boek:** Het examen is open boek. Alleen de geprinte verplichte teksten zonder annotaties zijn toegestaan. Markeren en onderlijnen is wel toegestaan. PPTs of eigen notities zijn niet toegestaan.
* **Focus:** De nadruk ligt op het begrijpen van de hoofdconcepten, niet op het memoriseren van data of details.
* **Vraagtypes:** Het examen bestaat uit open vragen, waaronder vragen over de appropriatie van de stof, transversale vragen, tekstgebaseerde vragen en vragen gebaseerd op argumentatie of ontwikkeling.
> **Tip:** Begin tijdig met het lezen van de teksten en neem de tijd om ze te "verteren", wacht niet tot het laatste moment.
#### 4.4.2 Vragen
Vragen met betrekking tot de cursusinhoud of praktische aangelegenheden kunnen bij voorkeur tijdens de les worden gesteld. Indien relevant, kan een afspraak worden gemaakt.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Politieke gedachte | Een omvattende discipline die kritisch nadenkt over politiek relevante onderwerpen, gebruikmakend van de methoden en inzichten van politieke filosofie. Het omvat zowel overtuigingen als de activiteit van bevraging. |
| Politieke filosofie | De traditionele benaming voor de tak van de filosofie die zich bezighoudt met politiek, zich vaak richtend op de legitimatie van autoriteit en de ideale politieke organisatie, gebaseerd op concepten als menselijke natuur of rationele samenleving. |
| Politieke theorie | Een reactie op de abstracte aard van politieke filosofie, die de contextafhankelijkheid van politieke ideeën benadrukt en zich richt op context-specifieke normatieve aanbevelingen voor de samenleving. |
| Legitimatie van autoriteit | Het proces en de rechtvaardiging waarom politieke macht en heerschappij als rechtmatig worden beschouwd, vaak gebaseerd op concepten als instemming, traditie of rationele principes. |
| Normatieve aanbevelingen | Voorstellen en adviezen over hoe de politieke werkelijkheid eruit zou moeten zien, met het oog op het verbeteren van maatschappelijke structuren of het oplossen van politieke problemen. |
| Volkssoevereiniteit | Het principe dat de uiteindelijke politieke macht en autoriteit berusten bij het volk, dat zijn wil kan uitoefenen door middel van directe of indirecte participatie. |
| Democratie | Een staatsvorm waarin de macht bij het volk ligt, gekenmerkt door principes als volkssoevereiniteit, individuele vrijheden en mensenrechten, en vaak geassocieerd met vertegenwoordigende of directe besluitvorming. |
| Mensenrechten | Fundamentele rechten die inherent zijn aan alle mensen, ongeacht hun nationaliteit, verblijfplaats, geslacht, nationale of etnische afkomst, kleur, religie, taal of enige andere status. |
| Canon | Een selectie van teksten en denkers die binnen een bepaald academisch of cultureel veld als fundamenteel en invloedrijk worden beschouwd, vaak gebruikt als basis voor studie. |
| Universele ideeën | Concepten of principes die worden geacht altijd en overal geldig te zijn, vaak toegepast in politieke theorie om fundamentele aspecten van menselijk samenleven te beschrijven. |
| Etnocentrisme | De neiging om de eigen cultuur als superieur te beschouwen en andere culturen te beoordelen vanuit het perspectief van de eigen culturele normen en waarden. |
| Androcentrisme | Een perspectief dat de mannelijke ervaring en het mannelijke perspectief centraal stelt, vaak leidend tot de marginalisering of het negeren van vrouwelijke perspectieven. |
| Antropocentrisme | Een wereldbeeld dat de mens centraal stelt en de natuur primair beschouwt als een bron voor menselijke exploitatie en gebruik. |
| Sociale contracttheorie | Een filosofische benadering die stelt dat politieke orde en staatsgezag voortkomen uit een impliciete of expliciete overeenkomst tussen individuen om bepaalde rechten op te geven in ruil voor bescherming en sociale orde. |
| Machtsverhoudingen | De dynamiek van dominantie, controle en invloed tussen individuen, groepen of instellingen binnen een politieke of sociale context. |