Cover
Aloita nyt ilmaiseksi MM_dec2025 (1).pdf
Summary
# Anamnese en klinisch onderzoek
Deze sectie beschrijft de initiële symptomen, medicatie en bevindingen van het lichamelijk onderzoek van een patiënt.
### 1.1 Anamnese
De anamnese omvat de verzameling van informatie over de klachten en voorgeschiedenis van de patiënt.
#### 1.1.1 Huidige klachten
* Een 52-jarige dame presenteert zich met klachten van diarree en braken sinds 10 dagen [1](#page=1).
* Daarnaast ervaart zij vermoeidheid, hoofdpijn, dorstgevoel, anorexia (eetlustverlies) en rugpijn [1](#page=1).
#### 1.1.2 Medicatie
* De patiënt gebruikt diclofenac [2](#page=2).
### 1.2 Klinisch onderzoek
Het klinisch onderzoek evalueert de fysieke toestand van de patiënt.
#### 1.2.1 Algemene bevindingen
* Er is geen sprake van oedeem [3](#page=3).
* De hart- en longauscultatie zijn normaal [3](#page=3).
* Er worden geen huidafwijkingen geconstateerd [3](#page=3).
* Het abdomen wordt als normaal beoordeeld [3](#page=3).
#### 1.2.2 Vitale parameters
* De bloeddruk van de patiënt is 120/70 mmHg [3](#page=3).
---
# Laboratoriumonderzoek en nierfunctie
Dit onderwerp presenteert de resultaten van bloed- en urineonderzoeken, met speciale aandacht voor nierfunctieparameters en mogelijke oorzaken van nierproblemen.
### 2.1 Bloedonderzoek en nierfunctieparameters
Bloedonderzoek biedt cruciale informatie over de algemene gezondheidstoestand en specifieke orgaanfuncties, waaronder die van de nieren. Verschillende parameters in het bloed geven inzicht in hoe goed de nieren afvalstoffen kunnen filteren en uitscheiden.
#### 2.1.1 Hematologische parameters
* **Hematocriet**: Dit meet het percentage rode bloedcellen in het bloed. Een verlaagd hematocriet kan wijzen op anemie, wat soms een gevolg is van chronische nierziekte door verminderde aanmaak van erytropoëtine [11](#page=11) [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Hemoglobine**: De zuurstofdragende component in rode bloedcellen. Een lage hemoglobinewaarde duidt op anemie, wat eveneens gerelateerd kan zijn aan nierfunctiestoornissen [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Witte bloedcellen**: Dit zijn de cellen van het immuunsysteem. Een verhoogd aantal kan wijzen op infectie of ontsteking [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Bloedplaatjes**: Belangrijk voor de bloedstolling. De waarden in het voorbeeld zijn binnen normale grenzen [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 2.1.2 Nierfunctie markers
De meest gebruikte markers in het bloed voor het beoordelen van de nierfunctie zijn ureum en creatinine.
* **Ureum**: Een afvalproduct van de eiwitstofwisseling dat door de nieren wordt uitgescheiden. Een verhoogde ureumwaarde in het bloed (uremie) kan duiden op een verminderde nierfunctie. In het voorbeeld wordt een verhoogde waarde van 191 mg/dL genoteerd, terwijl de normale limiet minder dan 50 mg/dL is [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Creatinine**: Een afvalproduct van de spierstofwisseling. Creatinine wordt ook door de nieren uitgescheiden. Een verhoogde concentratie creatinine in het bloed is een gevoelige indicator van nierbeschadiging. De waarde van 8.33 mg/dL of 8.3 mg/dL is significant verhoogd ten opzichte van de normale referentiewaarde van 0.5-0.9 mg/dL [11](#page=11) [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 2.1.3 Andere relevante bloedparameters
* **Ferritine**: Een opslagvorm van ijzer. De gemeten waarde van 303 µg/L is verhoogd ten opzichte van de referentiewaarde van 13-150 µg/L. Verhoogd ferritine kan verschillende oorzaken hebben, waaronder ontstekingen [5](#page=5).
* **CRP (C-reactief proteïne)**: Een marker voor ontsteking. Een verhoogde waarde, zoals 19.6 mg/L (normaal <5 mg/L), duidt op een ontstekingsproces in het lichaam [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Elektrolyten (Natrium, Kalium, Calcium, Fosfor)**: Deze mineralen zijn essentieel voor diverse lichaamsfuncties. Afwijkingen in deze waarden kunnen indirect wijzen op nierproblemen, aangezien de nieren een belangrijke rol spelen bij de regulatie ervan.
* Natrium: 139 mmol/L (normaal 136-145 mmol/L) [4](#page=4) [5](#page=5).
* Kalium: 5.0 mmol/L (normaal 3.5-5.1 mmol/L) [4](#page=4) [5](#page=5).
* Calcium: 2.36 mmol/L (normaal 2.15-2.50 mmol/L) [4](#page=4) [5](#page=5).
* Fosfor: 1.36 mmol/L (normaal 0.81-1.45 mmol/L) [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 2.1.4 Lever- en afbraakparameters
* **Bilubine**: Een afbraakproduct van hemoglobine. Een licht verhoogde waarde kan wijzen op hemolyse (afbraak van rode bloedcellen) [9](#page=9).
* **Haptoglobine**: Een eiwit dat vrij hemoglobine bindt. Een verhoogde waarde kan duiden op compensatoire aanmaak bij hemolyse [9](#page=9).
* **SGOT (ASAT) en SGPT (ALAT)**: Leverenzymen. Verhoogde waarden kunnen wijzen op leverschade [9](#page=9).
* **LDH (Lactaatdehydrogenase)**: Een enzym dat in veel weefsels voorkomt. Verhoogde waarden kunnen wijzen op weefselschade of hemolyse [9](#page=9).
> **Tip:** De interpretatie van bloedwaarden moet altijd in de context van de klinische situatie en andere laboratoriumresultaten gebeuren. Referentiewaarden kunnen per laboratorium verschillen.
### 2.2 Urineonderzoek en nierfunctie
Urineonderzoek is een essentieel onderdeel van de beoordeling van de nierfunctie en de detectie van diverse pathologieën.
#### 2.2.1 Urine dipstick en sediment
* **Urine stick**: Een snelle test die de aanwezigheid van verschillende stoffen in de urine detecteert. In het voorbeeld zijn proteïne, glucose en bloed negatief [11](#page=11).
* **Urine sediment**: Een microscopisch onderzoek van de urine.
* **Leukocyten**: Witte bloedcellen in de urine, die kunnen duiden op een urineweginfectie. Een waarde van 4 / µL is licht verhoogd [11](#page=11).
* **Erytrocyten**: Rode bloedcellen in de urine (hematurie). Een waarde van 2 / µL is aanwezig, wat kan duiden op schade aan de nierfilter of urinewegen [11](#page=11).
#### 2.2.2 Kwantitatieve urinebepalingen
* **Urine eiwit**: De hoeveelheid eiwit in de urine. Een verhoogde eiwituitscheiding (proteïnurie) is een belangrijk teken van nierbeschadiging. In het voorbeeld wordt 0.24 g/L gemeten wat hoger is dan de normale limiet van 0-0.2 g/L [16](#page=16) [8](#page=8).
* **Urine creatinine**: Wordt gebruikt om de eiwituitscheiding te normaliseren.
* **Eiwit/Creatinine ratio (Eiwit/Krea)**: Deze ratio is een belangrijke indicator voor de mate van proteïnurie. Een waarde van 0.6 g/g is verhoogd [8](#page=8).
* **Urine natrium**: De concentratie natrium in de urine, kan inzicht geven in de tubulaire functie van de nieren [8](#page=8).
#### 2.2.3 Urine-eiwitelektroforese
Dit onderzoek scheidt de verschillende eiwitten in de urine om specifieke patronen te identificeren.
* **Totaal eiwit in urine**: Een sterk verhoogde waarde van 1.9 g/L (normaal 0-0.2 g/L ) is een significante bevinding [16](#page=16).
* **Lambda en Kappa lichte ketens**: Deze worden geproduceerd door plasmacellen. Zeer verhoogde waarden van lambda lichte ketens (520.00 mg/dL) en enigszins verhoogde kappa lichte ketens (3.34 mg/dL) wijzen op de aanwezigheid van **Bence-Jones proteinurie**. Dit is een kenmerk van bepaalde beenmergziekten, zoals multipel myeloom, die ernstige nierbeschadiging kunnen veroorzaken [16](#page=16).
* **Elektroforese (Globaal beeld)**: De aanwezigheid van een 'extra fraktie' en specifiek 'Bence-Jones proteinurie' in het urine-eiwitelektroforese onderzoek is cruciaal voor de diagnose [15](#page=15) [16](#page=16).
#### 2.2.4 Bloed-eiwitelektroforese
* **Totaal eiwit en Albumine in bloed**: Normale waarden van totaal eiwit (69 g/L) en albumine (43 g/L) worden gemeten [15](#page=15).
* **Eiwitelektroforese in bloed**:
* **Albumine**: 56.0 % [15](#page=15).
* **Alfa 1, Alfa 2, Beta-globulines**: Deze fracties zijn verhoogd [15](#page=15).
* **Gamma-globulines**: Deze fractie is verlaagd [15](#page=15).
* **Immunofixatie**: Bevestigt de aanwezigheid van een extra fractie wat consistent is met de bevindingen in de urine [15](#page=15).
> **Voorbeeld:** De combinatie van sterk verhoogde eiwitten en specifieke lichte ketens in de urine (Bence-Jones proteinurie) in samenhang met afwijkingen in de bloed-eiwitelektroforese, suggereert een onderliggende plasmaceldiscretie die de nieren aantast.
### 2.3 Mogelijke oorzaken van nierproblemen
Op basis van de gepresenteerde laboratoriumresultaten kunnen verschillende oorzaken van nierproblemen worden overwogen:
* **Chronische nierziekte**: Een algemene term die de progressieve afname van de nierfunctie beschrijft. De verhoogde ureum- en creatininewaarden zijn hierbij de belangrijkste indicatoren.
* **Glomerulonefritis**: Ontsteking van de glomeruli (nierfilters), wat kan leiden tot proteïnurie en hematurie.
* **Tubulo-interstitiële aandoeningen**: Schade aan de niertubuli en het omliggende weefsel.
* **Nierfalen veroorzaakt door systemische ziekten**: Zoals diabetes mellitus, hypertensie, auto-immuunziekten (bv. lupus nefritis) of beenmergziekten zoals multipel myeloom. De aanwezigheid van Bence-Jones proteinurie is een sterke aanwijzing voor de laatste [16](#page=16).
* **Acute nierschade (AKI)**: Een plotselinge achteruitgang van de nierfunctie. Dit kan het gevolg zijn van diverse factoren, waaronder dehydratie, medicatie of obstructie.
De combinatie van sterk verhoogde creatinine, proteïnurie, en de specifieke bevindingen van Bence-Jones proteinurie in de urine, samen met afwijkende eiwitfracties in het bloed, wijst sterk in de richting van een onderliggende monoclonale gammopathie, zoals multipel myeloom, die de nieren ernstig aantast.
---
# Classificatie en oorzaken van nierinsufficiëntie
Nierinsufficiëntie kan worden geclassificeerd op basis van de locatie van het probleem in de urinewegen (prerenaal, renaal, postrenaal) en specifieke oorzaken, waaronder monoclonale gammopathieën en gerelateerde aandoeningen [18](#page=18) [6](#page=6).
### 3.1 Classificatie van nierinsufficiëntie
Nierinsufficiëntie wordt onderscheiden in prerenaal, renaal en postrenaal [6](#page=6).
#### 3.1.1 Prerenaal
Prerenaal nierinsufficiëntie wordt veroorzaakt door een verminderde bloedtoevoer naar de nieren. Oorzaken hiervan kunnen diarree en braken zijn [13](#page=13) [6](#page=6) [7](#page=7).
#### 3.1.2 Renaal
Renaal nierinsufficiëntie treedt op wanneer de schade zich direct in de nier bevindt, wat kan leiden tot problemen in de bloedvaten, glomeruli, tubuli of het interstitiële weefsel [6](#page=6).
##### 3.1.2.1 Oorzaken van renaal letsel
Verschillende factoren kunnen renaal letsel veroorzaken:
* **Geneesmiddelen:** Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) worden specifiek genoemd als oorzaak, zowel acuut als chronisch. Bifosfonaten kunnen ook een bijwerking zijn [12](#page=12) [19](#page=19) [7](#page=7).
* **Monoclonale gammopathieën:** Dit is een belangrijke groep van oorzaken die diverse mechanismen omvat. De oorzaken binnen deze groep zijn [18](#page=18) [20](#page=20):
* Lichte ketens (vrije lichte ketens, Bence Jones-eiwitten) [19](#page=19) [21](#page=21).
* Intacte immunoglobulinen (Ig's) [19](#page=19).
* Zware ketens [19](#page=19).
* Hypercalciëmie [19](#page=19) [20](#page=20).
* Amyloïdose [20](#page=20) [22](#page=22).
* Deposition disease (Depositieziekten) [20](#page=20) [23](#page=23).
* Minimale letsels [20](#page=20).
* Glomerulonefritis [20](#page=20) [24](#page=24).
* Light chain cast nephropathy [20](#page=20) [21](#page=21) [24](#page=24).
* Proximale tubulopathie, waaronder het Fanconi syndroom [20](#page=20) [21](#page=21).
* Plasmacelinfiltratie [20](#page=20).
* **Contrast nefropathie:** Hoewel met een vraagteken gemarkeerd, wordt contrastmiddel genoemd als mogelijke oorzaak [20](#page=20).
> **Tip:** Bij verdenking op nierinsufficiëntie door monoclonale gammopathieën is het essentieel om de specifieke mechanismen van nierbeschadiging te begrijpen, zoals castvorming en directe tubulotoxiciteit van lichte ketens [24](#page=24).
##### 3.1.2.2 Mechanismen van nierbeschadiging door lichte ketens
Lichte ketens kunnen op verschillende manieren schade aan de nier veroorzaken [21](#page=21) [24](#page=24):
* **Filtering en neerslag in tubuli (Cast nephropathy):** Lichte ketens worden glomerulair gefilterd en kunnen neerslaan in de tubuli, vooral in combinatie met Tamm-Horsfall eiwitten, wat leidt tot castvorming. Dit kan leiden tot interstitiële inflammatie en fibrose. Factoren zoals dehydratie, lisdiuretica, NSAID's en jodiumhoudend contrast kunnen dit uitlokken [21](#page=21) [24](#page=24).
* **Directe tubulotoxiciteit:** Reabsorptie van lichte ketens door de proximale tubulus kan leiden tot proximale tubulaire dysfunctie [24](#page=24).
* **Depositie:** Lichte ketens kunnen neerslaan in het interstitium, wat leidt tot depositieschade en AL amyloïdose [22](#page=22) [23](#page=23) [24](#page=24).
> **Example:** Amyloïdose wordt gekenmerkt door de fibrillaire neerslag van (fragmenten van) lichte ketens, wat kan leiden tot proteïnurie, het nefrotisch syndroom en nierinsufficiëntie. Light chain deposition disease resulteert uit granulaire neerslag van lichte ketens, eveneens leidend tot proteïnurie, het nefrotisch syndroom en nierinsufficiëntie [22](#page=22) [23](#page=23).
#### 3.1.3 Postrenaal
Postrenale nierinsufficiëntie wordt veroorzaakt door een obstructie van de urinewegen na de nieren [6](#page=6).
### 3.2 Preventie van cast nephropathie
Preventie van cast nephropathie richt zich op het vermijden van nefrotoxische substanties, het handhaven van een hoge diurese en het behandelen van de onderliggende aandoening, zoals multipel myeloom (MM), om een snelle daling van lichte ketens te bewerkstelligen [25](#page=25).
> **Tip:** Een hoge diurese is een cruciale factor in de preventie van cast nephropathie [25](#page=25).
---
# Beeldvormend onderzoek en specifieke nefrotoxische mechanismen
Deze sectie beschrijft de bevindingen van echografisch onderzoek van de nieren en de specifieke mechanismen van nierbeschadiging, met name gerelateerd aan eiwitneerslag en tubulaire dysfunctie.
### 4.1 Echografisch onderzoek van de nieren
Echografisch onderzoek van het abdomen toonde geen stuwing van de nieren, geen verdachte noduli en geen kenmerken van chronisch nierlijden. Tevens werd er beperkt pleuravocht bibasaal waargenomen [10](#page=10).
### 4.2 Mechanismen van nierbeschadiging door eiwitneerslag
De nieren filteren intacte lichte ketens (light chains). Deze lichte ketens kunnen na filtering in de proximale tubulus worden heropgenomen. Deze heropname kan leiden tot celschade in de proximale tubulus en potentieel tot een Fanconi syndroom. Tevens kunnen lichte ketens, wanneer ze neerslaan in de tubuli, leiden tot interstitiële inflammatie en fibrose [21](#page=21).
#### 4.2.1 Vorming van casts
Wanneer lichte ketens neerslaan in de tubuli, met name in combinatie met Tamm-Horsfall eiwit, kunnen er ‘casts’ gevormd worden. Een specifieke vorm hiervan is myeloom cast nefroPathie, veroorzaakt door Bence Jones eiwitten (vrije lichte ketens) [21](#page=21).
#### 4.2.2 Amyloïdose door lichte ketens
Lichte ketens kunnen ook fragmenteren en fibrillaire neerslagen vormen, wat leidt tot AL amyloïdose. Deze amyloïde afzettingen in de nieren kunnen proteïnurie, een nefrotisch syndroom en nierinsufficiëntie veroorzaken [22](#page=22).
#### 4.2.3 Light chain deposition disease (LCDD)
Bij Light Chain Deposition Disease is er sprake van een granulaire neerslag van lichte ketens (fragmenten) in de tubuli. Deze neerslag van lichte ketens in het tubulaire systeem kan proteïnurie, een nefrotisch syndroom en nierinsufficiëntie veroorzaken [23](#page=23).
### 4.3 Specifieke nefrotoxische mechanismen
#### 4.3.1 Cast nephropathie
Cast nephropathie ontstaat wanneer lichte ketens, na glomerulair te zijn gefilterd, neerslaan in de tubuli. Dit proces gaat gepaard met interstitiële inflammatie en fibrose. Factoren die cast nephropathie kunnen uitlokken zijn dehydratie, het gebruik van lisdiuretica, NSAID's en jodiumhoudend contrastmiddel [24](#page=24).
#### 4.3.2 Directe tubulotoxiciteit
Directe tubulotoxiciteit kan optreden door de reabsorptie van lichte ketens in de proximale tubuli, wat leidt tot tubulaire dysfunctie [24](#page=24).
#### 4.3.3 Overige mechanismen
Naast de hierboven beschreven mechanismen, kan de depositie van lichte ketens en AL amyloïdose leiden tot nierschade. Ook glomerulonefritis kan een gevolg zijn van deze processen [24](#page=24).
> **Tip:** Begrip van de verschillende manieren waarop lichte ketens de nieren kunnen beschadigen, is cruciaal voor het diagnosticeren en behandelen van nierziekten geassocieerd met monoklonale gammopathieën. Let op de specifieke rol van neerslagvorming versus directe tubulaire toxiciteit.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Anamnese | De systematische verzameling van informatie over de medische geschiedenis van een patiënt, inclusief symptomen, eerdere aandoeningen en medicatiegebruik, om een diagnose te stellen. |
| Diclofenac | Een niet-steroïde anti-inflammatoire drug (NSAID) die gebruikt wordt voor pijnverlichting en het verminderen van ontsteking. Het kan potentieel nefrotisch zijn bij langdurig of intensief gebruik. |
| Oedeem | Een abnormale ophoping van vocht in de weefsels, vaak zichtbaar als zwelling, wat kan duiden op nierproblemen of hartfalen. |
| Auscultatie | Een medische techniek waarbij met een stethoscoop geluiden in het lichaam worden beluisterd, zoals harttonen en ademhalingsgeluiden, om de toestand van organen te beoordelen. |
| Hematocriet | Het percentage van het bloedvolume dat wordt ingenomen door rode bloedcellen; een lage waarde kan wijzen op anemie. |
| Hemoglobine | Het eiwit in rode bloedcellen dat verantwoordelijk is voor het transport van zuurstof van de longen naar de weefsels. |
| Ferritine | Een eiwit dat ijzer opslaat in het lichaam; lage niveaus kunnen wijzen op ijzertekortanemie, terwijl hoge niveaus kunnen duiden op ontsteking of overmatige ijzeropslag. |
| Ureum | Een afvalproduct van eiwitmetabolisme dat normaal door de nieren wordt uitgescheiden; verhoogde waarden kunnen wijzen op nierdisfunctie. |
| Creatinine | Een afvalproduct van spierstofwisseling dat door de nieren wordt uitgescheiden; verhoogde waarden zijn een indicator voor verminderde nierfunctie. |
| CRP (C-reactief proteïne) | Een eiwit dat in de lever wordt geproduceerd als reactie op ontsteking; verhoogde waarden duiden op een ontstekingsproces in het lichaam. |
| Natrium | Een belangrijk elektrolyt dat helpt bij het handhaven van de vochtbalans en de bloeddruk; afwijkingen kunnen duiden op nierproblemen of hormonale disbalansen. |
| Kalium | Een cruciaal elektrolyt voor zenuw- en spierfunctie, inclusief het hart; afwijkingen kunnen gevaarlijk zijn voor de hartslag. |
| Prerenaal | Verwijst naar oorzaken van nierinsufficiëntie die vóór de nieren liggen, zoals verminderde bloedtoevoer naar de nieren door uitdroging of hartfalen. |
| Renaal | Verwijst naar oorzaken van nierinsufficiëntie die direct in de nieren optreden, zoals glomerulonefritis of tubulaire schade. |
| Postrenaal | Verwijst naar oorzaken van nierinsufficiëntie die na de nieren optreden, zoals obstructie van de urinewegen door stenen of tumoren. |
| Proteïnurie | De aanwezigheid van overmatige hoeveelheden eiwit in de urine, wat een teken kan zijn van nierbeschadiging, met name in de glomeruli. |
| Haptoglobine | Een eiwit dat vrij hemoglobine bindt in het bloed. Lage niveaus kunnen wijzen op hemolyse (afbraak van rode bloedcellen). |
| SGOT (AST) en SGPT (ALT) | Leverenzymen; verhoogde waarden kunnen duiden op leverschade. |
| LDH (Lactaatdehydrogenase) | Een enzym dat in veel weefsels voorkomt; verhoogde waarden kunnen duiden op weefselschade of bepaalde kankers. |
| Monoclonale Gammopathie | Een aandoening waarbij abnormale, identieke antilichamen (monoklonale eiwitten) worden geproduceerd door één enkele klonale populatie van plasmacellen. |
| Multipel Myeloom (MM) | Een kanker van plasmacellen, een type witte bloedcel dat antilichamen produceert. Het kan leiden tot schade aan botten, nieren, zenuwen en het immuunsysteem. |
| B-cel lymfoproliferatieve ziekten | Een groep aandoeningen waarbij B-lymfocyten (een type witte bloedcel) ongecontroleerd groeien en zich vermenigvuldigen, wat kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen. |
| Lichte ketens (Immunoglobuline lichte ketens) | Kleinere proteïne-eenheden die deel uitmaken van antilichamen (immunoglobulines). Bij bepaalde aandoeningen kunnen deze ketens abnormaal geproduceerd worden en de nieren beschadigen. |
| Hypercalcemie | Een abnormaal hoog calciumgehalte in het bloed, wat diverse oorzaken kan hebben, waaronder nierproblemen, overactieve bijschildklieren of bepaalde kankers. |
| Amyloïdose | Een zeldzame ziekte die wordt veroorzaakt door de ophoping van abnormale eiwitten, genaamd amyloïdfibrillen, in organen en weefsels, waaronder de nieren. |
| Light chain deposition disease (LCDD) | Een nierziekte veroorzaakt door de afzetting van lichte immunoglobulineketens in de glomeruli en tubuli, wat leidt tot nierinsufficiëntie. |
| Cast nephropathy | Nierbeschadiging die ontstaat door de vorming van eiwitcilinders (casts) in de nierbuisjes, vaak veroorzaakt door overmatige productie of neerslag van lichte ketens. |
| Bence-Jones eiwitten | Monoklonale lichte ketens van immunoglobulinen die in de urine worden aangetroffen, kenmerkend voor bepaalde plasmacelaandoeningen zoals multipel myeloom. |
| Fanconi syndroom | Een gegeneraliseerde stoornis van de proximale niertubuli, resulterend in verlies van essentiële stoffen zoals glucose, aminozuren, fosfaten en bicarbonaat in de urine. |
| Nefrotisch syndroom | Een nierziekte die wordt gekenmerkt door proteïnurie, hypalbuminemie (lage albumine in bloed), oedeem en hyperlipidemie (hoog cholesterol/vetten in bloed). |