Cover
Aloita nyt ilmaiseksi 7. Verwardheid en delier_voor Canvas.pdf
Summary
# Definitie en klinische kenmerken van delier
Een delier is een acute en in principe reversibele psycho-organische stoornis die potentieel levensbedreigend is [3](#page=3).
### 1.1 Klinische kenmerken van een delier
De klinische presentatie van een delier wordt gekenmerkt door een reeks specifieke symptomen. Deze omvatten [3](#page=3):
* **Acuut ontstaan**: De stoornis ontstaat plotseling [3](#page=3).
* **Verlies van samenhang van denken (confusio)**: Er is een duidelijke desorganisatie en onsamenhangendheid in het denkproces [3](#page=3).
* **Sterk verhoogde afleidbaarheid**: De patiënt kan zich moeilijk concentreren en raakt snel afgeleid door externe prikkels [3](#page=3).
* **Stoornissen van het slaap-waak ritme**: Het normale patroon van slapen en waken is verstoord, vaak met slapeloosheid 's nachts en slaperigheid overdag [3](#page=3).
* **Perceptuele distorties**: Er kunnen veranderingen optreden in de waarneming, zoals hallucinaties of misinterpretaties van prikkels [3](#page=3).
* **Variëteit van psychomotore en affectieve verschijnselen**: Dit kan zich uiten in veranderingen in motorische activiteit (hyper- of hypoactiviteit) en emotionele reacties [3](#page=3).
> **Tip:** Houd er rekening mee dat een delier een urgente medische toestand is die onmiddellijke aandacht vereist. Het snelle ontstaan en de potentieel levensbedreigende aard onderstrepen het belang van tijdige herkenning en interventie [3](#page=3).
---
# Verloop, epidemiologie en ontstaan van delier
Dit onderdeel behandelt de kernkenmerken van een delier, de prevalentie ervan in verschillende populaties en de multifactoriële ontstaanswijze.
### 2.1 Klinische kenmerken en verloop
Een delier wordt gekenmerkt door een acuut ontstaan, typisch binnen uren tot maximaal enkele dagen. Het verloop van een delier is fluctuerend, wat betekent dat de symptomen in de loop van de tijd sterk kunnen wisselen. Er worden verschillende subtypen onderscheiden op basis van de psychomotore activiteit [5](#page=5):
* **Hyperactief delier:** Dit subtype wordt gekenmerkt door psychomotore en autonome hyperactiviteit. Symptomen kunnen agitatie, tremor en hallucinaties omvatten [5](#page=5).
* **Hypoactief delier:** Hierbij is er sprake van slaperigheid en verminderde alertheid. Dit subtype wordt soms minder herkend omdat de patiënt niet opvallend agitatie vertoont [5](#page=5).
* **Gemengd delier:** Dit type combineert kenmerken van zowel het hyperactieve als het hypoactieve delier [5](#page=5).
### 2.2 Epidemiologie
De prevalentie van een delier is significant, met name bij oudere patiënten en in zorginstellingen.
* **Ouderen:**
* De prevalentie bij opname in een ziekenhuis ligt tussen de 14 en 24 procent [7](#page=7).
* Tijdens hospitalisatie kan de prevalentie oplopen tot 6 tot 56 procent [7](#page=7).
* Na een operatie (post-operatief) varieert de prevalentie van 15 tot 53 procent [7](#page=7).
* Bij opname op een intensive care afdeling is de prevalentie zeer hoog, namelijk 70 tot 87 procent [7](#page=7).
* Zelfs tot 60 procent van de bewoners in verzorgingstehuizen (nursing homes) heeft ooit een delier doorgemaakt [7](#page=7).
* **Mortaliteit:**
* De mortaliteit geassocieerd met een delier is aanzienlijk, variërend van 22 tot 76 procent. Dit is vergelijkbaar met de mortaliteitscijfers van ernstige aandoeningen zoals sepsis of een myocardinfarct [7](#page=7).
### 2.3 Ontstaan van een delier
Het ontstaan van een delier is multifactorieel en berust op de interactie tussen een kwetsbare patiënt en uitlokkende factoren [9](#page=9).
* **Kwetsbaarheid:** De kwetsbaarheid van een patiënt wordt bepaald door de aanwezigheid van risicofactoren. Hoe meer risicofactoren een patiënt heeft, hoe lager de drempel voor uitlokkende factoren is om een delier te veroorzaken [9](#page=9).
* **Uitlokkende factoren:** Dit zijn factoren die het delier direct teweegbrengen. Bij een zeer kwetsbare patiënt kunnen reeds relatief milde uitlokkende factoren, zoals het starten van slaapmedicatie, volstaan om een delier te veroorzaken. Patiënten met minder risicofactoren vereisen daarentegen meer uitlokkende factoren [9](#page=9).
> **Tip:** Het is cruciaal om de multifactoriële aard van delier te begrijpen. Het aanpakken van zowel de onderliggende kwetsbaarheid (risicofactoren) als de directe uitlokkende factoren is essentieel voor preventie en behandeling.
---
# Risicofactoren voor delier
Dit deel behandelt de factoren die de kwetsbaarheid van een patiënt voor het ontwikkelen van een delier vergroten.
### 3.1 Overzicht van risicofactoren
Verschillende factoren kunnen de kans op het ontwikkelen van een delier vergroten. Deze factoren verhogen de intrinsieke kwetsbaarheid van een patiënt [10](#page=10).
### 3.2 Specifieke risicofactoren
De belangrijkste risicofactoren die bijdragen aan de ontwikkeling van een delier zijn:
* **Hoge leeftijd:** Oudere patiënten hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van een delier. De hersenen worden in de loop der tijd kwetsbaarder voor stressfactoren [10](#page=10).
* **Cognitieve stoornissen:** Een reeds bestaande cognitieve achteruitgang, zoals dementie of milde cognitieve stoornissen, verhoogt de kwetsbaarheid aanzienlijk. Deze patiënten hebben een verminderde veerkracht van de hersenen om verstoringen op te vangen [10](#page=10).
* **Depressie:** Een depressieve stoornis is een geïdentificeerde risicofactor voor delier [10](#page=10).
* **Dehydratatie en malnutritie:** Een vochttekort en ondervoeding zijn belangrijke, vaak reversibele, risicofactoren die de fysiologische balans van de patiënt kunnen verstoren [10](#page=10).
* **Polyfarmacie:** Het gebruik van meerdere medicijnen, inclusief maar niet beperkt tot psychotrope farmaca, verhoogt het risico op een delier. Interacties tussen medicijnen of bijwerkingen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een delier [10](#page=10).
* **Alcohol:** Zowel acuut alcoholgebruik als ontwenning van alcohol kan leiden tot een delier [10](#page=10).
* **Multipele pathologieën:** Patiënten met meerdere onderliggende medische aandoeningen, chronische ziekten of acute ziekteprocessen hebben een verhoogd risico. De cumulatieve stress op het lichaam draagt bij aan deze kwetsbaarheid [10](#page=10).
> **Tip:** Bij het beoordelen van een patiënt met verdenking op delier, is het cruciaal om proactief te screenen op deze risicofactoren om de behandelstrategie hierop af te stemmen.
> **Tip:** Het minimaliseren van polyfarmacie en het adequaat behandelen van dehydratatie en malnutritie zijn belangrijke preventieve maatregelen die door zorgverleners kunnen worden genomen.
---
# Aanpak en preventie van delier
Het aanpakken en voorkomen van delier is primair gericht op het vermijden van risicofactoren, het behandelen van onderliggende aandoeningen en het bieden van ondersteunende zorg [13](#page=13).
### 4.1 Principes van preventie en behandeling
De aanpak van delier is voornamelijk gebaseerd op expert consensus en observationele studies, aangezien er beperkt gecontroleerd klinisch onderzoek beschikbaar is. De kernprincipes omvatten het actief vermijden van bekende risicofactoren, het tijdig identificeren en behandelen van onderliggende medische oorzaken, het voorkomen van verdere fysieke of cognitieve achteruitgang door aangepaste zorg en het, indien noodzakelijk, behandelen van ernstige of gevaarlijke gedragsveranderingen met psychofarmaca in de laagst mogelijke dosering en kortwerkende preparaten [13](#page=13).
### 4.2 Preventie van delier
Preventie richt zich op het beïnvloeden van risicofactoren door een combinatie van niet-farmacologische en farmacologische interventies [14](#page=14).
#### 4.2.1 Niet-farmacologische interventies
Deze interventies zijn gericht op het bevorderen van oriëntatie, cognitieve stimulatie, fysiologische slaap, mobilisatie en het vermijden van immobilisatie en fixatie [14](#page=14).
* **Bevordering van oriëntatie:** Dit kan worden bereikt door het aanbieden van een klok, kalender en een raam met uitzicht [14](#page=14).
* **Cognitieve stimulatie:** Activiteiten zoals bezoek van familie overdag, het dragen van een bril en het gebruik van een hoorapparaat kunnen cognitieve stimulatie bieden [14](#page=14).
* **Bevordering van slaap:** Het ondersteunen van een gezonde slaap-waakcyclus is cruciaal [14](#page=14).
* **Mobilisatie en vermijden van fixatie:** Vroege mobilisatie en het vermijden van fixatiemiddelen zijn belangrijk [14](#page=14).
* **Onderliggende aandoeningen behandelen:** Dit omvat het behandelen van deshydratatie, infecties en pijn [14](#page=14).
* **Vermijden van delier-bevorderende medicatie:** Met name benzodiazepines dienen vermeden te worden [14](#page=14).
#### 4.2.2 Farmacologische preventie
Er is onvoldoende bewijs om bepaalde medicijnen systematisch toe te dienen voor de preventie van delier [15](#page=15).
* **Cholinesterase-remmers:** Medicijnen zoals donepezil en rivastigmine hebben geen bewezen effect [15](#page=15).
* **Antipsychotica:** Profylactisch gebruik in lage doses leidde in één studie zelfs tot een ernstiger en langer durend delier [15](#page=15).
* **Dexmedetomidine:** Hoewel een selectieve α2-receptoragonist, dient voorzichtigheid geboden te worden vanwege mogelijke sedatie, bradycardie en hypotensie [15](#page=15).
* **Melatonine:** Het effect hiervan is onduidelijk [15](#page=15).
### 4.3 Behandeling van delier
De behandeling van een delier omvat het aanpakken van onderliggende aandoeningen en het bieden van ondersteunende zorg.
#### 4.3.1 Behandeling van onderliggende aandoeningen
Bijna elke medische aandoening kan bij een kwetsbare patiënt een delier uitlokken. Het is daarom essentieel om actief te zoeken naar een medische oorzaak. Belangrijke oorzaken om te overwegen zijn [16](#page=16):
* **Infecties** [16](#page=16).
* **Vocht- en elektrolytenstoornissen** [16](#page=16).
* **Ontregelde diabetes mellitus, lever- of nierfalen** [16](#page=16).
* **Medicament toxiciteit:** Dit kan optreden, zelfs bij therapeutische spiegels, bijvoorbeeld bij lithium en digoxine [16](#page=16).
* **Ontwenning:** Alcohol en sedativa kunnen ontwenningsdeliria veroorzaken [16](#page=16).
* **Malnutritie en thiaminedeficiëntie:** Thiamine-toediening moet overwogen worden bij elke patiënt met delier [16](#page=16).
#### 4.3.2 Ondersteunende zorg
Patiënten met delier lopen een verhoogd risico op complicaties door immobilisatie, verwardheid, deshydratatie, malnutritie en aspiratie. Preventief handelen, vergelijkbaar met de aanpak van een acuut herseninfarct, is daarom raadzaam [17](#page=17).
#### 4.3.3 Aanpak van agitatie
Agitatie komt voornamelijk voor bij hyperactieve deliria, hoewel fluctuaties en gemengde vormen (afwisselend hyper- en hypoactief) ook voorkomen. Gevaarlijke situaties zoals weglopen, vallen of het verwijderen van infusen dienen voorkomen te worden [18](#page=18).
* **Niet-farmacologische aanpak:** Dit heeft de voorkeur. Hieronder vallen het bevorderen van oriëntatie, respecteren van de (nacht)rust, aanwezigheid van bekenden (familie) en het vermijden van fixatie [18](#page=18).
* **Farmacologische aanpak:**
* **Antipsychotica:** Deze mogen alleen in lage doses, zonder retard preparaten en niet profylactisch worden ingezet. Haloperidol heeft de meeste evidentie. Atypische antipsychotica zijn waarschijnlijk even efficiënt en hebben mogelijk minder bijwerkingen [18](#page=18).
* **Benzodiazepines:** Het gebruik hiervan dient beperkt te blijven, voornamelijk bij ontwenning [18](#page=18).
> **Tip:** Bij de aanpak van agitatie bij een delier is de niet-farmacologische benadering altijd de eerste keuze. Medicatie moet spaarzaam en met de grootst mogelijke voorzichtigheid worden ingezet.
> **Voorbeeld:** Een patiënt met delier vertoont agitatie door angst en desoriëntatie. De eerste stap is om de patiënt gerust te stellen, de omgeving te verduidelijken met een klok en kalender, en een vertrouwd persoon (familie) te laten langskomen. Indien dit onvoldoende effect heeft en de agitatie leidt tot gevaar, kan een lage dosis haloperidol worden overwogen.
---
# Outcome en conclusie over delier
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de langetermijngevolgen van een delier en vat de belangrijkste conclusies samen.
### 5.1 Gevolgen van een delier
Een delier is geassocieerd met aanzienlijke negatieve uitkomsten voor patiënten [19](#page=19).
#### 5.1.1 Mortaliteit
Patiënten die een delier doormaken, hebben een significant verhoogde mortaliteit. De kans op overlijden is ongeveer tweemaal zo hoog in vergelijking met patiënten die geen delier ontwikkelen [19](#page=19).
#### 5.1.2 Cognitieve deficits
Een delier kan leiden tot langdurige en zelfs blijvende cognitieve tekorten. Deze effecten zijn met name prominent aanwezig bij patiënten die al een onderliggende dementie hebben [19](#page=19).
### 5.2 Conclusie over delier
Delier is een veelvoorkomende aandoening met specifieke kenmerken en een aanpak gebaseerd op preventie en management [21](#page=21).
#### 5.2.1 Kenmerken van delier
Een delier wordt gekenmerkt door acuut ontstane verwardheid en verhoogde afleidbaarheid, waarbij de symptomen vaak fluctueren [21](#page=21).
#### 5.2.2 Etiologie en mechanismen
De ontwikkeling van een delier is het resultaat van een interactie tussen individuele risicofactoren en uitlokkende factoren [21](#page=21).
#### 5.2.3 Principes voor preventie en aanpak
De preventie en aanpak van delier volgen enkele kernprincipes:
* Vermijden van bekende risicofactoren [21](#page=21).
* Identificeren en adequaat behandelen van onderliggende ziekteprocessen [21](#page=21).
* Implementeren van aangepaste zorg om complicaties te voorkomen [21](#page=21).
* In geval van ernstig of gevaarlijk gedrag kan het gebruik van psychofarmaca overwogen worden [21](#page=21).
> **Tip:** Het is cruciaal om de interactie tussen risicofactoren en uitlokkende factoren te begrijpen om delier effectief te kunnen voorkomen en behandelen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Delier | Een acute en in principe omkeerbare psycho-organische stoornis die potentieel levensbedreigend kan zijn en gekenmerkt wordt door acuut ontstaan, verlies van samenhang van denken, sterk verhoogde afleidbaarheid en verstoringen van het slaap-waak ritme. |
| Psycho-organische stoornis | Een hersenaandoening die wordt veroorzaakt door een lichamelijke oorzaak die de hersenfunctie aantast, leidend tot veranderingen in gedrag, cognitie of stemming. |
| Confusio | Een staat van verwardheid of een gebrek aan helderheid in het denken, waarbij de samenhang en logica van gedachten verstoord zijn. |
| Afleidbaarheid | De mate waarin iemands aandacht kan worden afgeleid van de huidige taak of stimulus door externe of interne prikkels. |
| Slaap-waak ritme | Het natuurlijke, cyclische patroon van periodes van slaap en waakzaamheid dat wordt gereguleerd door biologische klokken en omgevingsfactoren. |
| Perceptuele distorties | Vervormingen in de manier waarop men de werkelijkheid waarneemt, wat kan leiden tot hallucinaties of misinterpretaties van zintuiglijke input. |
| Psychomotoriek | De relatie tussen cognitieve processen en motorische activiteit, waarbij veranderingen in psychomotoriek zich kunnen uiten in agitatie of traagheid. |
| Fluctuerend verloop | Een ziekteverloop dat wordt gekenmerkt door variaties in de ernst van de symptomen gedurende de dag of over kortere perioden. |
| Hyperactief delier | Een type delier gekenmerkt door psychomotorische en autonome hyperactiviteit, zoals agitatie, tremor en hallucinaties. |
| Hypoactief delier | Een type delier gekenmerkt door slaperigheid, verminderde alertheid en lethargie, waarbij de patiënt minder actief lijkt. |
| Prevalentie | Het percentage van een populatie dat op een bepaald moment of binnen een bepaalde periode een bepaalde ziekte of aandoening heeft. |
| Mortaliteit | Het percentage van een populatie dat sterft aan een bepaalde ziekte of aandoening binnen een gespecificeerde tijdsperiode. |
| Kwetsbare patiënt | Een persoon met een verhoogde gevoeligheid voor het ontwikkelen van een ziekte of aandoening als gevolg van onderliggende risicofactoren. |
| Risicofactoren | Factoren die de kans op het ontwikkelen van een ziekte of aandoening vergroten. |
| Uitlokkende factoren | Factoren die een ziekte of aandoening daadwerkelijk teweegbrengen bij een kwetsbare persoon. |
| Polyfarmacie | Het gelijktijdig gebruik van meerdere medicijnen door een patiënt, wat het risico op interacties en bijwerkingen kan verhogen. |
| Immobilisatie | Het langdurig beperkt zijn in beweging, wat kan leiden tot complicaties zoals spieratrofie en trombose. |
| Cognitieve stimulatie | Activiteiten die gericht zijn op het uitdagen en onderhouden van mentale functies, zoals geheugen, aandacht en probleemoplossing. |
| Farmaca | Medicijnen of geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling of preventie van ziekten. |
| Cholinesterase-remmers | Medicijnen die de afbraak van acetylcholine, een belangrijke neurotransmitter, remmen en voornamelijk worden gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Alzheimer. |
| Antipsychotica | Medicijnen die worden gebruikt om psychotische symptomen te behandelen, zoals hallucinaties en wanen, vaak ingezet bij aandoeningen zoals schizofrenie. |
| Dexmedetomidine | Een selectieve alfa-2-adrenerge receptoragonist die wordt gebruikt als sedativum en anxiolyticum, vooral in de intensive care. |
| Melatonine | Een hormoon dat een rol speelt bij de regulatie van slaap-waak cycli en vaak wordt gebruikt als slaapsupplement. |
| Elektrolytenstoornissen | Afwijkingen in de concentraties van essentiële mineralen in het bloed, zoals natrium, kalium en calcium, die vitale lichaamsfuncties kunnen beïnvloeden. |
| Thiaminedeficiëntie | Een tekort aan vitamine B1 (thiamine), wat kan leiden tot neurologische en cardiovasculaire problemen, zoals het syndroom van Wernicke-Korsakoff. |
| Ondersteunende zorg | Zorg die gericht is op het verbeteren van het comfort en welzijn van een patiënt, vaak in aanvulling op de primaire medische behandeling. |
| Agitatie | Een staat van rusteloosheid, onrust en opwinding, die zich kan uiten in hyperactiviteit en verhoogde motorische activiteit. |
| Benzodiazepines | Een klasse medicijnen die voornamelijk worden gebruikt voor hun kalmerende, slaapverwekkende, angstverminderende en spierontspannende effecten, vaak voorgeschreven bij angststoornissen en slapeloosheid. |
| Cognitieve deficits | Achteruitgang of beperkingen in mentale functies zoals geheugen, aandacht, taal, executieve functies en perceptie. |