Cover
Aloita nyt ilmaiseksi 2 ZSO 45 Rollen en relaties.docx
Summary
# Begrip van rollen en relaties
Dit onderwerp verkent het onderscheid tussen rollen en relaties, de contexten waarin deze worden aangegaan, de motivatie hierachter, en de invloed van sociale en culturele structuren.
### 1.1 Rollen en relaties: een fundamenteel onderscheid
Ieder individu vervult gedurende zijn leven diverse rollen. Dit kunnen rollen zijn zoals ouder, kind, werknemer, aanvoerder van een sportteam, of buurman. Deze rollen worden altijd vervuld in relatie tot anderen; men is bijvoorbeeld moeder binnen een gezin, zoon van een ouder, of chef van medewerkers. De relatie die men heeft met deze personen is vaak vastgelegd door de rol die men op zich neemt of krijgt, en de bijbehorende verwachtingen.
### 1.2 Contexten en motivatie voor het aangaan van relaties
Zowel gezonde personen als zorgvragers gaan in hun levenssituatie sociale relaties aan, met bijbehorende verantwoordelijkheden en subjectieve belevingen. Deze relaties kunnen plaatsvinden binnen het gezin en de familie, maar ook in werksituaties en tijdens vrijetijdsbesteding. Het gaat hierbij om functioneren in persoonlijke relaties en samenlevingsverbanden.
Mensen gaan relaties aan om zin te geven aan hun leven en deze zin te ervaren. Door middel van relaties leren mensen zichzelf en anderen beter kennen, ontdekken ze hun identiteit door waarden en normen te ontwikkelen middels vergelijking, overdenken, afwegen en kiezen. Een relatie met zichzelf impliceert belangstelling voor het eigen bestaan en handelen, en het doen van dingen die men belangrijk, prettig vindt en waarvoor men risico's wil lopen.
### 1.3 Samenlevingsverbanden en beïnvloedende structuren
Samenlevingsverbanden kunnen worden ingedeeld in drie hoofdcategorieën:
* **Directe woon- en leefomgeving:** Dit omvat diverse sociale netwerken zoals het gezin, de buurt, de wijk, het bedrijf, de school, en verenigingen.
* **Algemene maatschappelijke structuren:** Dit refereren aan structuren op lokaal, provinciaal en landelijk niveau.
* **Cultuur met diverse groeperingen:** Dit betreft de culturele context waarin men leeft.
De inrichting van deze sociale netwerken en hun 'tradities en culturen' worden beïnvloed door verschillende aspecten:
* **Samenlevingsvormen:** Gezinnen, groepsvormen, monogamie, polygamie.
* **Opvoeding:** Autoritair, streng, los.
* **Religie/spiritualiteit:** Het doel van het leven, waarden, normen, geloof.
* **Economie:** Het type economie waarin men leeft en het belang hiervan.
* **Gezondheid:** De visie op gezondheid en opvattingen over gezondheidszorgsystemen.
* **Overheid:** Bestuursvorm, wetgeving.
### 1.4 Communicatie binnen relaties
Een voorwaarde voor het aangaan van een relatie is communicatie. Deze communicatie kan plaatsvinden binnen twee soorten relaties:
* **Functionele relatie:** Een voorbeeld hiervan is de hulpverleningsrelatie.
* **Persoonlijke relatie:** Een voorbeeld hiervan is de relatie tussen ouder en kind.
### 1.5 Beïnvloedende factoren bij het aangaan en onderhouden van relaties
De wijze waarop mensen zorgen voor hun relaties wordt beïnvloed door verschillende factoren:
* **Ervaren van respect en acceptatie:** Geborgenheid en veiligheid zijn cruciaal voor het ontstaan en de ontwikkeling van relaties.
* **Vertrouwensband:** Een belangrijke factor in het aangaan en onderhouden van relaties.
* **Persoonlijke invloeden:**
* **Leeftijd:** Mensen zoeken vaak leeftijdsgenoten of relaties die passen bij hun levensfase (kind, puber, ouderen).
* **Fysieke en psychische aspecten:** Vermindering van mobiliteit of welbevinden kan invloed hebben op relaties.
* **Sociale invloeden:** Mensen vinden elkaar aardig, houden van elkaar, kiezen voor elkaar en vormen persoonlijke relaties. Ze werken ook samen aan doelen, helpen elkaar en bieden diensten aan, wat functionele relaties vormt. Waarden en normen binnen groepen kunnen bepaalde relaties in stand houden (bv. geloofsgemeenschappen, subculturen).
* **Culturele invloeden:** Waarden en normen in een milieu bepalen hoe samenlevingsvormen ontstaan en worden getolereerd (bv. gezin, samenwonen, alleenstaand). Ze bepalen ook het ideaalbeeld van mannelijkheid en vrouwelijkheid.
### 1.6 Belang van gegevensverzameling over netwerk, rollen en relaties
Het zorgvuldig en weloverwogen verzamelen van gegevens over het netwerk, de rollen en relaties van een zorgvrager is essentieel. Dit helpt bij het begrijpen van de leefwereld van de zorgvrager en het bieden van passende zorg.
#### 1.6.1 Holistische gegevensverzameling
Een holistische gegevensverzameling kan worden gedaan door vragen te stellen op basis van positieve dimensies (GH - Gezondheid en Holistisch) met betrekking tot dagelijks functioneren, participatie, kwaliteit van leven, zingeving, mentaal welbevinden, en lichamelijke functies.
* **Dagelijks functioneren:** Woonsituatie, mate van afhankelijkheid van anderen, de noodzaak van hulp bij dagelijkse zorgen.
* **Meedoen (Participatie):** Burgerlijke staat, mate van steun van anderen, aansluiting bij sociale groepen, communicatiewensen met relaties.
* **Kwaliteit van leven:** Genieten van het leven, familieproblemen, financiële situatie, invloed van de omgeving op relaties.
* **Zingeving:** Vertrouwen in de toekomst met het netwerk, de houding van familieleden ten opzichte van ziekte of opname.
* **Mentaal welbevinden:** Genieten van sociale contacten, gevoelens van eenzaamheid, mate van opgenomen/geïsoleerd zijn in de omgeving.
* **Lichamelijke functies:** Gezondheid om contact te leggen, invloed van lichamelijke problemen op relaties (bv. dyspneu die leidt tot isolatie).
#### 1.6.2 Aandachtspunten bij gegevensverzameling
Bij het bevragen van een zorgvrager over zijn/haar rollen en netwerk zijn er aandachtspunten:
* **Acute situaties (E van de ABCDE-tool):** In acute situaties zijn specifieke vragen over rollen en relaties direct noodzakelijk.
* **Volledige context (F - Full set of signs):** Een volledige gegevensverzameling vereist aandacht voor alle aspecten, inclusief het netwerk en de relaties.
#### 1.6.3 Inzichten uit observatie
Goede observatie kan waardevolle inzichten bieden in de dynamiek van rollen en relaties.
#### 1.6.4 Hulpmiddelen voor gegevensverzameling
* **Genogram:** Een grafische weergave van de familiegeschiedenis, relaties en gezondheidspatronen over meerdere generaties. Het nut hiervan ligt in het visualiseren van familiedynamiek en mogelijke erfelijkheid van problemen.
* **Ecogram:** Een grafische weergave van de relaties van een persoon met zijn of haar sociale omgeving, inclusief sociale netwerken, steunbronnen en stressoren. Het nut hiervan is het in kaart brengen van de sociale steunstructuur en mogelijke isolatie.
### 1.7 Problemen en gevolgen m.b.t. rollen en relaties
Problemen met betrekking tot rollen en relaties kunnen voortkomen uit een gebrek op één of meerdere gebieden: communicatie, participatie, kwaliteit van leven, zingeving, mentaal welbevinden, en lichamelijke functies. Deze problemen kunnen leiden tot specifieke verpleegdiagnosen.
#### 1.7.1 Verpleegdiagnosen
* **Inadequate communicatie:** Moeite met het uitwisselen van gedachten, ideeën, wensen of behoeften. Dit kan komen door beperkingen in overdracht, gehoor, begrip, of taalbarrières.
* **Risico op eenzaamheid:** Kans op gezondheidsschade door een verlangen naar of behoefte aan meer contact met anderen, gepaard gaand met een gevoel van onbehagen.
* **Ouderrolconflict:** Verwarring en conflicten over de ouderrol, vaak door veranderingen in externe factoren zoals ziekte, opname, of scheiding.
* **Risico op overbelasting van de mantelzorger:** Moeite met de uitvoering van de rol van zorgverlener voor familie of naasten.
* **(Risico op) Ineffectieve partnerrelatie:** Onvoldoende vermogen om in elkaars behoeften te voorzien binnen de partnerrelatie.
* **Ineffectieve rolvervulling:** Gedragspatronen en zelfexpressie die niet passen binnen de context, vormen en verwachtingen van een rol.
* **Rouwen:** De natuurlijke reactie op verlies, waarbij een persoon, gezin of gemeenschap een feitelijk, voortijdig of vermeend verlies een plaats geeft.
* **Voortijdig rouwen:** Vooruitlopend reageren op een verwacht belangrijk verlies.
* **(Risico op) Gecompliceerd rouwen:** Een aanhoudende, verhoogde staat van rouwen die herstel verhindert.
* **Sociaal isolement:** Het ontbreken van positieve, duurzame en significante interpersoonlijke relaties.
* **Disfunctionele gezinsprocessen / Onderbreking van de continuïteit van het gezin functioneren:** Verstoorde gezinsdynamiek die het welzijn van gezinsleden niet meer ondersteunt.
#### 1.7.2 Welzijnsdiagnosen
* **Wens tot verbetering van de communicatie:** Behoefte aan een adequate uitwisseling van informatie en ideeën met anderen.
* **Wens tot verbetering van de gezinsprocessen:** Behoefte aan een adequate manier waarop gezinsleden met elkaar omgaan.
* **Wens tot verbetering van de verdriet:** Het integreren van een nieuwe realiteit na een actueel, verwacht of ervaren verlies.
### 1.8 Stadia van een relatie en mogelijke problemen
Relaties doorlopen verschillende stadia, elk met specifieke uitdagingen:
* **Voorbereiding op het aangaan van een relatie:**
* **Mogelijke problemen:** Onzekerheid, angst, schaamte, gebrek aan vertrouwen (door eerdere ervaringen, cultuurverschillen), belemmerende factoren (mobiliteit, ziekte, psychische belasting, taalbarrières), onvoldoende informatie over wat te verwachten.
* **Het beginnen van een relatie:**
* **Mogelijke problemen:** Moeilijkheden in communicatie (taalbarrière, cognitieve problemen, schaamte, introversie), onvoldoende afstemming op de leefwereld van de ander, culturele verschillen (normen rond nabijheid, privacy), geen 'klik' of vertrouwen.
* **Het onderhouden van een relatie:**
* **Mogelijke problemen:** Miscommunicatie of onduidelijke verwachtingen, overbelasting van mantelzorgers (druk, stress, schuldgevoel), verstoorde rolvervulling door ziekte, conflicten binnen het netwerk, sociaal isolement door terugtrekking.
* **Het beëindigen van een relatie:**
* **Mogelijke problemen:** Rouw en verlieservaring (zowel bij zorgvrager als mantelzorger), onzekerheid over de toekomst, onvoldoende afronding (gevoel van in de steek gelaten worden), conflicten of schuldgevoel (vooral bij mantelzorgers).
### 1.9 Interventies bij problemen met rollen en relaties
Bij de geïdentificeerde problemen kunnen diverse interventies worden ingezet, afhankelijk van de casus en de specifieke behoeften van de zorgvrager.
#### 1.9.1 Inschakelen van tolken
Het inschakelen van een tolk is cruciaal wanneer er taalbarrières zijn.
* **Voordelen professionele tolk:** Betere vertaling, neutrale positie, beter kunnen verduidelijken van hulpvragen.
* **Voordelen informele tolk (familie, partner):** Bekendheid met zorgvrager, gemak als deze toch aanwezig is, voorkeuren patiënt, beschikbaarheid.
* **Aandachtspunten bij inschakelen tolk:**
* Vraag een tolk van hetzelfde geslacht, bij echtparen bij voorkeur een man.
* Maak in bijzijn van de zorgvrager afspraken en controleer of de taal wordt begrepen door beiden.
* Voorkom dat de tolk onnodig wacht.
* Vraag de tolk niet om een mening; realiseer je dat hij letterlijk vertaalt.
* Zorg voor voldoende tijd en een geschikte ruimte.
* Gebruik korte zinnen en pauzeer regelmatig.
#### 1.9.2 Evaluatie van doelstellingen
Om na te gaan of de doelen met betrekking tot relaties zijn bereikt, kunnen de volgende vragen worden gesteld:
* Hoe is de informatie op de zorgvrager overgekomen?
* Kan de zorgvrager weergeven wat er gezegd is?
* Accepteert de zorgvrager het luisteren en praten?
* Was er voldoende privacy, vertrouwen en veiligheid?
* Vraagt de zorgvrager om een vervolg?
* Komt de zorgvrager uit zijn isolement? Legt hij meer contacten?
---
# Factoren die relaties beïnvloeden en gegevensverzameling
Dit onderdeel beschrijft de diverse factoren die het aangaan en onderhouden van relaties beïnvloeden, evenals de methoden voor zorgvuldige gegevensverzameling rondom netwerken en rollen.
### 2.1 Beïnvloedende factoren op het aangaan en onderhouden van relaties
Relaties zijn fundamenteel voor menselijke zingeving en zelfontwikkeling. Ieder individu vervult diverse rollen, zoals ouder, kind, werknemer, of buurman. Deze rollen worden uitgeoefend binnen specifieke relaties, gedefinieerd door wederzijdse verwachtingen. Mensen gaan relaties aan binnen verschillende contexten, waaronder het gezin, de werkplek en vrijetijdsbesteding, wat bijdraagt aan zowel persoonlijke als maatschappelijke interacties.
#### 2.1.1 Soorten samenlevingsverbanden
Sociale netwerken en hun inrichting worden beïnvloed door verschillende aspecten:
* **Directe woon- en leefomgeving:** Dit omvat sociale netwerken zoals gezin, buurt, wijk, bedrijf en verenigingen.
* **Algemene maatschappelijke structuren:** Deze variëren van lokaal en provinciaal tot landelijk niveau.
* **Cultuur met diverse groeperingen:** Culturele normen en waarden sturen de inrichting van samenlevingsvormen.
Factoren die de structuur van deze netwerken bepalen zijn:
* **Samenlevingsvormen:** Denk aan gezinnen, groepsvormen, monogamie en polygamie.
* **Opvoeding:** Variërend van autoritair tot los.
* **Religie/spiritualiteit:** Beïnvloedt de visie op het levensdoel, waarden en normen.
* **Economie:** De economische structuur en de mate van belang die eraan gehecht wordt.
* **Gezondheid:** Opvattingen over gezondheid en gezondheidszorgsystemen.
* **Overheid:** Bestuursvormen, wetgeving en regulering.
#### 2.1.2 Communicatie binnen relaties
Communicatie is een voorwaarde voor het aangaan van een relatie. Deze communicatie kan plaatsvinden binnen twee soorten relaties:
* **Functionele relatie:** Bijvoorbeeld een hulpverleningsrelatie, gericht op specifieke taken of doelen.
* **Persoonlijke relatie:** Bijvoorbeeld de ouder-kindrelatie, gekenmerkt door diepere emotionele banden.
#### 2.1.3 Beïnvloedende factoren op het aangaan en de zorg voor relaties
Verschillende factoren beïnvloeden hoe mensen zorg dragen voor hun relaties:
* **Ervaren van respect en acceptatie:** Deze vormen de basis voor het ontstaan en de ontwikkeling van relaties.
* **Geborgenheid en veiligheid:** Essentieel voor het creëren van een vertrouwensband.
**Persoonlijke invloeden:**
* **Leeftijd:** Mensen zoeken vaak relaties met leeftijdsgenoten, wat verschilt per levensfase (kind, puber, oudere).
* **Fysieke en psychische aspecten:** Beperkingen in mobiliteit of welbevinden kunnen relaties beïnvloeden.
**Sociale invloeden:**
* **Aantrekkingskracht en wederzijdse keuze:** Mensen kiezen elkaar op basis van sympathie, liefde, wat leidt tot persoonlijke relaties.
* **Samenwerking en wederzijdse hulp:** Het werken aan gemeenschappelijke doelen en het verlenen van diensten vormt functionele relaties.
* **Groepswaarden en normen:** Deze kunnen bepaalde relaties in stand houden, zoals binnen religieuze gemeenschappen of subculturen.
**Culturele invloeden:**
* **Normen en waarden met betrekking tot samenlevingsvormen:** Deze bepalen hoe samenlevingsvormen ontstaan en worden getolereerd (bv. gezin, samenwonen).
* **Idealen van mannelijkheid en vrouwelijkheid:** Culturele opvattingen hierover beïnvloeden genderrollen en relaties.
### 2.2 Gegevensverzameling m.b.t. netwerk, rollen en relaties
Zorgvuldige en weloverwogen gegevensverzameling over het netwerk en de rollen van een zorgvrager is cruciaal. Dit helpt bij het begrijpen van de sociale context en het bieden van passende zorg.
#### 2.2.1 GH-dimensies voor holistische gegevensverzameling
De GH-dimensies (Gezondheid, Dagelijks functioneren, Meedoen, Kwaliteit van leven, Zingeving, Mentaal welbevinden, Lichamelijke functies) bieden een kader voor holistische gegevensverzameling. Vragen gericht op deze dimensies helpen de zorgverlener een compleet beeld te krijgen van de zorgvrager en diens sociale netwerk.
* **Dagelijks functioneren:** Vragen over woonvorm, afhankelijkheid van anderen, en de rol van relaties in het dagelijks leven.
* **Meedoen:** Vragen over burgerlijke staat, steun vanuit het netwerk, aansluiting bij sociale groepen en communicatiewensen met relaties.
* **Kwaliteit van leven:** Vragen over levensgenot, mogelijke problemen binnen gezin/familie, financiële situatie en de invloed van de omgeving op relaties.
* **Zingeving:** Vragen over vertrouwen in de toekomst met het netwerk en de houding van familieleden ten opzichte van ziekte of opname.
* **Mentaal welbevinden:** Vragen over genieten van contacten, gevoelens van eenzaamheid, en sociale inclusie of isolatie.
* **Lichamelijke functies:** Vragen over de mate waarin gezondheid contact met anderen toelaat en hoe lichamelijke problemen relaties beïnvloeden (bv. isolatie door dyspnoe).
#### 2.2.2 Aandachtspunten bij gegevensverzameling
Voordat gegevens verzameld worden, zijn er belangrijke aandachtspunten:
* **Respect en privacy:** Waarborg de privacy van de zorgvrager.
* **Gevoeligheid:** Ga discreet om met potentieel gevoelige informatie.
* **Timing:** Kies een geschikt moment voor het stellen van vragen.
#### 2.2.3 De ABCDE-tool in acute situaties
In acute situaties is het essentieel om specifieke informatie te vergaren over de rollen en relaties van de zorgvrager. De 'E' van de ABCDE-tool (Exposure) kan hierbij helpen door gerichte vragen te stellen naar de directe sociale context en ondersteuningssystemen.
#### 2.2.4 Observatie en inzichten
Goede observatie kan waardevolle inzichten verschaffen in de sociale dynamiek en het welbevinden van de zorgvrager, vaak zonder directe vragen te stellen.
#### 2.2.5 Hulpmiddelen: Genogram en Ecogram
* **Genogram:** Een grafische weergave van de familiegeschiedenis, die informatie geeft over familieleden, hun relaties en mogelijke erfelijke factoren. Het nut ligt in het visualiseren van familiestructuren en relatiepatronen.
* **Ecogram:** Een grafische weergave van de relaties van een persoon met zijn sociale omgeving, inclusief ondersteunende en stressvolle contacten. Het nut is het in kaart brengen van het sociale netwerk en de kwaliteit van de daarin bestaande relaties.
#### 2.2.6 Problemen in rollen en relaties
Problemen met rollen en relaties kunnen ontstaan door een gebrek aan ondersteuning op verschillende gebieden. Vier kerngebieden kunnen geïdentificeerd worden:
1. **Communicatie:** Moeite met het uitwisselen van gedachten, ideeën, wensen of behoeften. Dit kan leiden tot verpleegdiagnoses zoals 'Inadequate communicatie' of 'Risico op eenzaamheid'.
2. **Ouderrol/partnerrol:** Conflicten of veranderingen in de ouder- of partnerrol, bijvoorbeeld door ziekte of scheiding. Dit kan diagnoses als 'Ouderrolconflict' of '(Risico op) Ineffectieve partnerrelatie' met zich meebrengen.
3. **Rolvervulling:** Gedrag dat niet past binnen de verwachte context, wat kan leiden tot 'Ineffectieve rolvervulling'.
4. **Verlies en rouw:** Het verwerken van verlies, zowel acuut als voortijdig of gecompliceerd rouwen. Dit kan leiden tot diagnoses als 'Rouwen', 'Voortijdig rouwen', '(Risico op) Gecompliceerd rouwen', 'Sociaal isolement', 'Disfunctionele gezinsprocessen' en 'Onderbreking van de continuïteit van het gezin functioneren'.
#### 2.2.7 Stadia van een relatie en mogelijke problemen
* **Voorbereiding op het aangaan van een relatie:** Problemen kunnen ontstaan door onzekerheid, angst, gebrek aan vertrouwen, belemmerende factoren (bv. mobiliteitsproblemen) of onvoldoende informatie.
* **Het beginnen van een relatie:** Moeilijkheden in communicatie, onvoldoende afstemming, culturele verschillen of een gebrek aan klik/vertrouwen.
* **Het onderhouden van een relatie:** Risico op miscommunicatie, overbelasting van mantelzorgers, verstoorde rolvervulling, conflicten binnen het netwerk of sociaal isolement.
* **Het beëindigen van een relatie:** Mogelijke problemen zijn rouw en verlieservaring, onzekerheid over de toekomst, onvoldoende afronding, conflicten of schuldgevoel.
#### 2.2.8 Interventies bij problemen in relaties
Bij problemen met rollen en relaties kunnen diverse interventies worden ingezet, afhankelijk van de specifieke situatie en de oorzaak van het probleem. Voorbeelden zijn:
* Verbeteren van communicatievaardigheden.
* Ondersteuning bieden bij rouwverwerking.
* Begeleiding bij rolveranderingen.
* Bemiddeling bij conflicten binnen het netwerk.
* Stimuleren van sociale participatie.
#### 2.2.9 Tolken in de zorg
Het inzetten van tolken is cruciaal voor effectieve communicatie met zorgvragers die de taal niet spreken.
* **Voordelen van een professionele tolk:** Betere vertaling, neutrale positie, en het beter kunnen verduidelijken van hulpvragen.
* **Voordelen van een informele tolk (familie/partner):** Bekendheid met de zorgvrager, afstemming op voorkeuren, en gemak.
**Aandachtspunten bij het inschakelen van een tolk:**
* Vraag een tolk van hetzelfde geslacht.
* Maak afspraken in het bijzijn van de zorgvrager en controleer begrip.
* Informeer de tolk over zijn komst.
* Vraag de tolk niet om een mening; hij vertaalt letterlijk.
* Zorg voor voldoende tijd en een geschikte ruimte.
* Gebruik korte zinnen en pauzeer regelmatig.
#### 2.2.10 Evaluatie van doelen
Drie vragen kunnen helpen om te evalueren of doelen met betrekking tot relaties bereikt zijn:
1. Hoe is de informatie overgekomen en kan de zorgvrager deze weergeven?
2. Accepteert de zorgvrager het luisteren en praten, en was er voldoende privacy, vertrouwen en veiligheid?
3. Vraagt de zorgvrager om vervolgcontact en komt hij uit zijn isolement door meer contacten te leggen?
---
# Problemen en interventies rondom rollen en relaties
Hier is een gedetailleerde studiehandleiding voor het onderwerp "Problemen en interventies rondom rollen en relaties", gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 3. Problemen en interventies rondom rollen en relaties
Dit onderwerp behandelt de identificatie van mogelijke problemen in verschillende stadia van een relatie, bijbehorende verpleegkundige diagnoses en interventies, inclusief de rol van tolken bij communicatie.
### 3.1 Oriëntatie op netwerk, rollen en relaties
#### 3.1.1 Concepten van rollen en relaties
Een individu vervult in het leven diverse rollen, zoals moeder, zoon, werknemer, of buurman. Deze rollen worden gedefinieerd binnen een relatie tot anderen, met bijbehorende verwachtingen. Relaties zijn contextueel, plaatsvindend binnen gezinnen, werksituaties, of vrijetijdsbestedingen.
#### 3.1.2 Waarom mensen relaties aangaan
Mensen gaan relaties aan om zin te geven aan hun leven, zichzelf en anderen beter te leren kennen, en hun identiteit (waarden en normen) te ontwikkelen door vergelijking, overdenken, afwegen en kiezen. Een relatie met zichzelf houdt in dat men belangstelling heeft voor het eigen bestaan en bewust keuzes maakt die bijdragen aan welbevinden.
#### 3.1.3 Samenlevingsverbanden en netwerken
Mensen gaan relaties aan binnen verschillende samenlevingsverbanden:
* **Directe woon- en leefomgeving:** Dit omvat sociale netwerken zoals gezin, buurt, wijk, bedrijf, school en verenigingen.
* **Algemene maatschappelijke structuren:** Dit betreft plaatselijke, provinciale en landelijke organisaties en structuren.
* **Cultuur met diverse groeperingen:** Culturele invloeden bepalen de inrichting van sociale netwerken.
De structuur van deze netwerken wordt beïnvloed door:
* **Samenlevingsvormen:** Gezinnen, groepsvormen, monogamie, polygamie.
* **Opvoeding:** Autoritaire, strenge, of losse opvoedingsstijlen.
* **Religie/spiritualiteit:** Opvattingen over het levensdoel, waarden, normen en geloof.
* **Economie:** Levensstandaard en economische systemen.
* **Gezondheid:** Visie op gezondheid en gezondheidszorg.
* **Overheid:** Bestuursvormen, wetgeving en beleid.
#### 3.1.4 Communicatie in relaties
Communicatie is een voorwaarde voor het aangaan van relaties. Deze communicatie kan plaatsvinden binnen twee soorten relaties:
* **Functionele relatie:** Bijvoorbeeld een hulpverleningsrelatie, gericht op een specifiek doel.
* **Persoonlijke relatie:** Bijvoorbeeld een ouder-kindrelatie, gericht op diepere emotionele verbinding.
### 3.2 Situatieschets en beïnvloedende factoren m.b.t. het aangaan van en de zorg voor relaties
#### 3.2.1 Beïnvloedende factoren in relaties
Verschillende factoren beïnvloeden hoe mensen zorgen voor hun relaties:
* **Ervaren respect en acceptatie:** Deze vormen de basis voor relaties en sturen hun ontwikkeling.
* **Vertrouwensband:** Cruciaal voor het ontstaan en onderhouden van relaties.
* **Persoonlijke invloeden:**
* **Leeftijd:** Mensen zoeken vaak relaties met leeftijdsgenoten, hoewel relaties tussen verschillende leeftijdsgroepen (kind-ouder, puber-volwassene, ouderen) ook voorkomen.
* **Fysieke en psychische aspecten:** Verminderde mobiliteit of psychische belasting kan relaties beïnvloeden.
* **Sociale invloeden:**
* **Aantrekking en keuze:** Mensen kiezen elkaar op basis van sympathie en liefde voor een persoonlijke relatie.
* **Samenwerking en hulp:** Mensen werken samen aan doelen, helpen elkaar en leveren diensten voor een functionele relatie.
* **Waarden en normen in groepen:** Bepaalde groeperingen, zoals religieuze gemeenschappen of subculturen, houden specifieke relaties in stand.
* **Culturele invloeden:** Culturele waarden en normen bepalen de acceptatie van diverse samenlevingsvormen en de opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid.
#### 3.2.2 Sociale netwerken
Sociale netwerken omvatten de gemeenschap van mensen waarmee een individu interacteert, zoals familie, vrienden, collega's, en leden van verenigingen.
### 3.3 Gegevensverzameling m.b.t. netwerk, rollen en relaties
#### 3.3.1 Belang van zorgvuldige gegevensverzameling
Het verzamelen van gegevens over het netwerk en de rollen van een zorgvrager vereist voorzichtigheid en weloverwogenheid. Dit om de privacy van de zorgvrager te waarborgen en een holistisch beeld te krijgen van zijn/haar sociale context.
#### 3.3.2 Holistische gegevensverzameling met positieve GH-dimensies
Vragen stellen op basis van de positieve GH-dimensies (Dagelijks functioneren, Meedoen, Kwaliteit van leven, Zingeving, Mentaal welbevinden, Lichaamsfuncties) helpt bij het verzamelen van uitgebreide informatie:
* **Dagelijks functioneren:** Woonvorm, mate van afhankelijkheid van anderen, afhankelijkheid van anderen van de zorgvrager, bestaande hulp.
* **Meedoen:** Huwelijkse staat, gezinssituatie, mate van steun, aansluiting bij verenigingen/groepen, communicatiewensen.
* **Kwaliteit van leven:** Genieten van het leven en anderen, gezins-/familieproblemen, financiële situatie, omgevingsinvloeden op relaties.
* **Zingeving:** Vertrouwen in de toekomst met netwerk, houding van netwerk t.o.v. ziekte/opname.
* **Mentaal welbevinden:** Genieten van anderen, gevoelens van eenzaamheid, gevoelens van opgenomen/geïsoleerd zijn.
* **Lichamelijke functies:** Gezondheid om contact te hebben, invloed van andere zelfzorgproblemen op relaties (bv. dyspnoe kan leiden tot isolatie).
#### 3.3.3 Aandachtspunten bij gegevensverzameling
Bij het bevragen van zorgvragers over hun rollen en netwerk zijn de volgende aandachtspunten van belang:
* **Privacy en discretie:** Zorg voor een veilige en vertrouwelijke omgeving.
* **Taal en cultuur:** Houd rekening met taalbarrières en culturele verschillen.
* **Emotionele gesteldheid:** Wees sensitief voor de emotionele toestand van de zorgvrager.
* **Motivatie van de zorgvrager:** Begrijp waarom de zorgvrager informatie deelt.
#### 3.3.4 Belang van observatie
Goede observatie kan inzichten verschaffen over:
* De interactiepatronen binnen het netwerk.
* Non-verbale communicatie.
* De algehele sociale situatie van de zorgvrager.
#### 3.3.5 Genogram en ecogram
* **Genogram:** Een grafische weergave van de familiegeschiedenis en relaties, die patronen, erfelijke factoren en familiedynamiek inzichtelijk maakt.
* **Ecogram:** Een visuele weergave van de relatie van een persoon met zijn/haar omgeving (sociaal netwerk, woonomgeving, werk, etc.), die de mate van verbondenheid en de kwaliteit van deze contacten toont.
### 3.4 Problemen en verpleegkundige diagnoses m.b.t. rollen en relaties
#### 3.4.1 Problemen in verschillende stadia van een relatie
* **Voorbereiding op het aangaan van een relatie:**
* **Problemen:** Onzekerheid, angst, gebrek aan vertrouwen (door eerdere negatieve ervaringen, cultuurverschillen, angst voor beoordeling), belemmerende factoren (mobiliteit, isolatie, ziekte, psychische belasting, taalbarrières), onvoldoende informatie over wat te verwachten.
* **Het beginnen van een relatie:**
* **Problemen:** Moeilijkheden in communicatie (taal, cognitie, schaamte, introversie), onvoldoende afstemming van de hulpverlener op de leefwereld van de zorgvrager, culturele verschillen in nabijheid en privacy, gebrek aan "klik" of vertrouwen.
* **Het onderhouden van een relatie:**
* **Problemen:** Miscommunicatie of onduidelijke verwachtingen, overbelasting van mantelzorgers (druk, stress, schuldgevoel), verstoorde rolvervulling door ziekte (ouder, partner, werknemer), conflicten binnen het netwerk, sociaal isolement (door ziekte, schaamte, depressie).
* **Het beëindigen van een relatie:**
* **Problemen:** Rouw en verlieservaring (bij zorgvrager en mantelzorger), onzekerheid over de toekomst (wie neemt zorg over?), onvoldoende afronding (geen goede overdracht, gevoelens van in de steek gelaten worden), conflicten of schuldgevoel (vooral bij mantelzorgers).
#### 3.4.2 Verpleegdiagnosen gerelateerd aan rollen en relaties
* **Inadequate communicatie:** Moeite met uitwisselen van gedachten, ideeën, wensen of behoeften met anderen. Relevant bij beperkingen in overbrengen/begrijpen van informatie of taalbarrières.
* **Risico op eenzaamheid:** Kans op gezondheidsschade door een verlangen naar of behoefte aan contact met anderen, gepaard gaande met onbehagen.
* **Ouderrolconflict:** Verwarring en conflicten rond de ouderrol, vaak veroorzaakt door externe factoren zoals ziekte, opname, scheiding, of geboorte van een kind met een beperking.
* **Risico op overbelasting van de mantelzorger:** Moeite met de uitvoering van de zorgverlenersrol voor familie of naasten.
* **(Risico op) Ineffectieve partnerrelatie:** Kans op gezondheidsschade door een manier van omgaan die onvoldoende is om in elkaars behoeften te voorzien.
* **Ineffectieve rolvervulling:** Gedragspatronen en zelfexpressie die niet passen binnen de context, vormen en verwachtingen.
* **Rouwen:** Natuurlijke reactie op verlies (emotioneel, fysiek, geestelijk, sociaal, intellectueel), waarbij een persoon, gezin of gemeenschap een verlies een plaats geeft.
* **Voortijdig rouwen:** Vooruitlopend reageren op een verwacht belangrijk verlies.
* **(Risico op) Gecompliceerd rouwen:** Een aanhoudende, verhoogde staat van rouwen die herstel belemmert.
* **Sociaal isolement:** Het ontbreken van positieve, duurzame en significante interpersoonlijke relaties.
* **Disfunctionele gezinsprocessen / Onderbreking van gezinsprocessen:** Verstoorde gezinsprocessen die het welzijn van gezinsleden niet meer ondersteunen.
#### 3.4.3 Welzijnsdiagnosen
* **Wens tot verbetering van de communicatie:** Behoefte om adequate uitwisseling van informatie en ideeën te optimaliseren.
* **Wens tot verbetering van de gezinsprocessen:** Behoefte om de manier waarop gezinsleden met elkaar omgaan te optimaliseren.
* **Wens tot verbetering van het verdriet:** Behoefte om een nieuwe realiteit na een verlies een plaats te geven.
### 3.5 Interventies rondom rollen en relaties
#### 3.5.1 Algemene Interventies
De interventies zijn gericht op het aanpakken van de geïdentificeerde problemen en het ondersteunen van zorgvragers en hun netwerk. De specifieke interventies hangen af van het stadium van de relatie en de aard van het probleem.
* **Ondersteunen van communicatie:**
* Gebruik van vertaalhulpmiddelen, waaronder tolken.
* Vereenvoudigen van taal en concepten.
* Actief luisteren en samenvatten.
* Creëren van een veilige en vertrouwde omgeving.
* **Begeleiden bij rouw en verlies:**
* Erkennen en valideren van gevoelens van verlies.
* Ondersteunen bij het verwerken van het verlies.
* Faciliteren van rituelen of afscheidsmomenten.
* **Versterken van sociale netwerken:**
* Aanmoedigen van contact met familie, vrienden en gemeenschap.
* Informeren over beschikbare sociale voorzieningen en ondersteuningsgroepen.
* Faciliteren van deelname aan sociale activiteiten.
* **Ondersteunen bij rolverandering:**
* Psycho-educatie over de impact van ziekte op rollen.
* Ondersteuning bij het aanpassen van verwachtingen en gedrag.
* Betrekken van gezinsleden bij zorgplanning.
* **Adviseren mantelzorgers:**
* Zorgen voor informatie en educatie over de zorgtaak.
* Aanbieden van emotionele ondersteuning en ontlastingsmogelijkheden.
* Signaleren en aanpakken van overbelasting.
* **Verduidelijken van verwachtingen:**
* Open communicatie over de doelen van de zorg.
* Gezamenlijke besluitvorming waar mogelijk.
#### 3.5.2 De rol van tolken
Wanneer er sprake is van taalbarrières, is het inschakelen van een tolk essentieel voor effectieve communicatie.
* **Voordelen van een professionele tolk:**
* Betere vertaling en communicatie.
* Neutrale positie, wat objectiviteit waarborgt.
* Beter vermogen om hulpvragen te verduidelijken.
* **Voordelen van een informele tolk (familie/partner):**
* Bekendheid met de zorgvrager.
* Respecteert voorkeuren en keuzes van de patiënt.
* Praktisch gemak als de informele tolk reeds aanwezig is.
* Beschikbaarheid wanneer een professionele tolk niet direct beschikbaar is.
* **Aandachtspunten bij het inschakelen van een tolk:**
* Vraag een tolk van hetzelfde geslacht als de zorgvrager (bij echtparen bij voorkeur een man).
* Maak afspraken in het bijzijn van de zorgvrager en controleer of de taal wordt begrepen.
* Voorkom dat de tolk moet wachten en informeer hem/haar tijdig.
* Vraag de tolk niet om een mening; hij/zij vertaalt letterlijk.
* Zorg voor voldoende tijd, een geschikte ruimte, gebruik korte zinnen en pauzeer regelmatig.
### 3.6 Evaluatie van doelstellingen
Om na te gaan of de doelstellingen rondom rollen en relaties zijn bereikt, kunnen de volgende vragen worden gesteld:
1. **Hoe is de informatie op de zorgvrager overgekomen?**
2. **Kan de zorgvrager weergeven wat er gezegd is?**
3. **Accepteert de zorgvrager het luisteren en praten?** (Was er voldoende privacy, vertrouwen en veiligheid?)
4. **Vraagt de zorgvrager om een vervolg?** (Komt de zorgvrager uit zijn isolement? Legt hij meer contacten?)
---
# Evaluatie van relaties en communicatie
Deze sectie behandelt evaluatievragen om te beoordelen of doelstellingen met betrekking tot interactie, luisteren, begrip en benadering in relaties zijn bereikt, inclusief privacy, vertrouwen en continuïteit van contact.
### 4.1 Inleiding tot rollen en relaties
Ieder individu vervult in het leven diverse rollen, zoals ouder, kind, werknemer of buurman. Deze rollen worden uitgevoerd binnen relaties tot anderen, waarbij de rol en de bijbehorende verwachtingen de relatie mede bepalen. Mensen gaan sociale relaties aan binnen verschillende contexten, waaronder het gezin, de werksituatie en tijdens vrijetijdsbesteding. Relaties bieden zin aan het leven, bevorderen zelfkennis en identiteitsontwikkeling door vergelijking, overdenken en afwegen. Een relatie met zichzelf houdt in dat men belangstelling heeft voor het eigen bestaan en handelen.
#### 4.1.1 Samenlevingsverbanden
Er zijn drie typen samenlevingsverbanden te onderscheiden:
* **Directe woon- en leefomgeving:** Dit omvat sociale netwerken zoals het gezin, de buurt, de wijk, het bedrijf of een vereniging.
* **Algemene maatschappelijke structuren:** Dit betreft verbanden op plaatselijk, provinciaal of landelijk niveau.
* **Cultuur met diverse groeperingen:** Dit omvat culturele invloeden en groeperingen.
De inrichting van deze sociale netwerken wordt beïnvloed door aspecten als:
* **Samenlevingsvormen:** Gezinnen, groepsvormen, monogamie, polygamie.
* **Opvoeding:** Autoritair, streng, los.
* **Religie/spiritualiteit:** Doel van het leven, waarden, normen, geloof.
* **Economie:** Type economie en de belangrijkheid ervan.
* **Gezondheid:** Visie op gezondheid en opvattingen over gezondheidszorgsystemen.
* **Overheid:** Bestuursvorm, wetgeving.
#### 4.1.2 Communicatie in relaties
Communicatie is een voorwaarde voor het aangaan van een relatie. Deze communicatie kan plaatsvinden binnen twee soorten relaties:
* **Functionele relatie:** Bijvoorbeeld een hulpverleningsrelatie.
* **Persoonlijke relatie:** Bijvoorbeeld een ouder-kindrelatie.
### 4.2 Situatieschets en beïnvloedende factoren
Verschillende factoren beïnvloeden het aangaan en onderhouden van relaties:
#### 4.2.1 Wijze van zorg voor relaties
Het ervaren van respect, acceptatie, geborgenheid en veiligheid is cruciaal voor het ontstaan en de ontwikkeling van relaties. Een vertrouwensband speelt hierbij een belangrijke rol.
#### 4.2.2 Persoonlijke invloeden
* **Leeftijd:** Mensen zoeken vaak relaties met leeftijdsgenoten, maar relaties kunnen ook tussen verschillende leeftijdsgroepen bestaan (kind, puber, ouderen).
* **Fysieke en psychische aspecten:** Verminderde mobiliteit of welbevinden kan invloed hebben op relaties.
#### 4.2.3 Sociale invloeden
Mensen kiezen elkaar op basis van sympathie, liefde of gedeelde doelen, wat leidt tot persoonlijke of functionele relaties. Groepsgebonden waarden en normen, zoals binnen religieuze gemeenschappen of subculturen, kunnen relaties in stand houden.
#### 4.2.4 Culturele invloeden
Culturele waarden en normen bepalen hoe samenlevingsvormen ontstaan en getolereerd worden. Ze beïnvloeden ook het beeld van mannelijkheid en vrouwelijkheid.
### 4.3 Gegevensverzameling m.b.t. netwerk, rollen en relaties
Het zorgvuldig en weloverwogen verzamelen van gegevens over het netwerk, de rollen en relaties van een zorgvrager is essentieel. Dit kan middels gerichte vragenlijsten die de positieve GH-dimensies (Geestelijk, Lichamelijk, Sociaal, Zingeving) benutten voor een holistische gegevensverzameling.
#### 4.3.1 Vragenlijsten voor gegevensverzameling
**Dagelijks functioneren:**
* Woont de zorgvrager alleen, met partner, met kinderen?
* In welke mate is men afhankelijk van anderen voor dagelijks functioneren?
* Zijn er personen afhankelijk van de zorgvrager?
* Welke ondersteuning ontvangt de zorgvrager reeds voor dagelijkse zorgen?
* Hoe moeten relaties betrokken worden bij het zorgproces?
**Meedoen:**
* Is de zorgvrager getrouwd, alleenstaande ouder, alleenstaand?
* Hoeveel steun ondervindt de zorgvrager van anderen?
* Woont de zorgvrager samen of alleenstaand; wat is de familie-/gezinsstructuur?
* Heeft de zorgvrager aansluiting bij verenigingen, clubs, sociale groepen of goede vrienden?
* Op welke manier wenst de zorgvrager te communiceren met zijn/haar relaties?
**Kwaliteit van leven:**
* In welke mate kan de zorgvrager genieten van het leven en de mensen om zich heen?
* Zijn er gezins- of familieproblemen die de zorgvrager moeilijk vindt?
* Is het inkomen voldoende om rond te komen (indien relevant)?
* Is de omgeving bevorderend of remmend voor het aangaan of onderhouden van relaties?
**Zingeving:**
* Hoeveel vertrouwen heeft de zorgvrager in een goed leven in de toekomst, samen met zijn/haar netwerk?
* Hoe staan familieleden, gezinsleden, etc. tegenover ziekte/opname (indien relevant)?
**Mentaal welbevinden:**
* In welke mate kan de zorgvrager genieten van relevante anderen in zijn/haar leven/omgeving?
* Voelt de zorgvrager zich wel eens eenzaam en hoe vaak?
* Voelt de zorgvrager zich opgenomen of geïsoleerd in de woonomgeving?
**Lichamelijke functies:**
* Voelt de zorgvrager zich gezond genoeg om contact te leggen met anderen?
* Hebben problemen op andere zelfzorggebieden of bijbehorende activiteiten invloed op relaties? (bv. dyspneu kan leiden tot isolatie).
#### 4.3.2 Aandachtspunten bij gegevensverzameling
Bij het bevragen van een zorgvrager naar diens rollen en netwerk zijn specifieke aandachtspunten van belang. In acute situaties is de 'E' van de ABCDE-tool (Evaluatie van de patiëntensituatie) relevant voor vragen over rollen en relaties. De 'F' (Full context) omvat een bredere gegevensverzameling, waarbij observatie inzichten kan verschaffen.
#### 4.3.3 Meetinstrumenten
* **Genogram:** Een grafische weergave van familiebanden en relaties over generaties heen.
* **Ecogram:** Een weergave van het sociale netwerk en de relaties van een persoon met zijn/haar omgeving.
### 4.4 Problemen en gevolgen m.b.t. netwerk, rollen en relaties
Problemen in relaties ontstaan vaak door een gebrek op één of meerdere gebieden: communicatie, sociale interactie, gezinsdynamiek of rouwverwerking.
#### 4.4.1 Informatieverwerkingsproblemen
* **Diagnose:** Inadequate communicatie.
* **Definitie:** Moeite met het uitwisselen van gedachten, ideeën, wensen of behoeften met anderen.
* **Toepassing:** Geschikt voor personen met beperkingen in informatieoverdracht, gehoor/begrip, of bij taalbarrières.
* **Welzijnsdiagnose:** Wens tot verbetering van de communicatie.
* **Definitie:** De behoefte om een adequate uitwisseling van informatie en ideeën met anderen te optimaliseren.
#### 4.4.2 Problemen rond sociale interactie en verbinding
* **Diagnose:** Risico op eenzaamheid.
* **Definitie:** Kans op gezondheidsschade door een verlangen naar of behoefte aan meer contact met anderen, gepaard gaand met een gevoel van onbehagen.
* **Diagnose:** Sociaal isolement.
* **Definitie:** Het ontbreken van positieve, duurzame en significante interpersoonlijke relaties.
#### 4.4.3 Problemen binnen het gezin en de partnerrelatie
* **Diagnose:** Ouderrolconflict.
* **Definitie:** Een ouder kampt met verwarring en conflicten over de ouderrol, vaak als gevolg van feitelijke of ervaren veranderingen door externe factoren (ziekte, scheiding, geboorte gehandicapt kind).
* **Diagnose:** Risico op overbelasting van de mantelzorger.
* **Definitie:** Moeite met de uitvoering van de rol van zorgverlener voor familie of naasten.
* **Diagnose:** (Risico op) Ineffectieve partnerrelatie.
* **Definitie:** Kans op gezondheidsschade door het ontwikkelen van een manier van omgaan met elkaar die onvoldoende is om in elkaars behoeften te voorzien.
* **Diagnose:** Disfunctionele gezinsprocessen.
* **Definitie:** Verstoorde gezinsprocessen die de continuïteit van het gezinsfunctioneren onderbreken, waardoor het welzijn van gezinsleden niet meer wordt ondersteund.
* **Welzijnsdiagnose:** Wens tot verbetering van de gezinsprocessen.
* **Definitie:** De behoefte om de adequate manier waarop gezinsleden met elkaar omgaan te optimaliseren.
#### 4.4.4 Problemen rond verlies en rouw
* **Diagnose:** Rouw.
* **Definitie:** Een natuurlijke menselijke reactie op verlies, waarbij een persoon, gezin of gemeenschap een feitelijk, voortijdig of vermeend verlies een plaats geeft in het dagelijks leven.
* **Diagnose:** Voortijdig rouwen.
* **Definitie:** Vooruitlopend reageren op een verwacht belangrijk verlies.
* **Diagnose:** (Risico op) Gecompliceerd rouwen.
* **Definitie:** Een aanhoudende, verhoogde staat van rouwen die herstel en het opnieuw vormgeven van het leven na een verlies verhindert.
* **Welzijnsdiagnose:** Wens tot verbetering van de verdriet.
* **Definitie:** Een situatie of patroon waarin sprake is van een nieuwe realiteit na een actueel, verwacht of ervaren verlies, die versterkt kan worden.
#### 4.4.5 Algemene rolvervullingsproblemen
* **Diagnose:** Ineffectieve rolvervulling.
* **Definitie:** Gedragspatronen en zelfexpressie die niet passen binnen de context, vormen en verwachtingen.
### 4.5 Problemen in verschillende stadia van een relatie
#### 4.5.1 Voorbereiding op het aangaan van een relatie
* **Gedrag:** Zorgvrager en verpleegkundige (of zorgvrager en netwerk) bereiden zich mentaal en praktisch voor op contact.
* **Mogelijke problemen:**
* **Onzekerheid/angst:** Zorgvrager voelt zich kwetsbaar, schaamt zich, of durft geen contact te leggen.
* **Gebrek aan vertrouwen:** Door eerdere negatieve ervaringen, cultuurverschillen of angst voor beoordeling.
* **Belemmerende factoren:** Mobiliteitsproblemen, isolatie, ziekte, psychische belasting, taalbarrières.
* **Onvoldoende informatie:** Zorgvrager weet niet wat hij kan verwachten, wat leidt tot onzekerheid.
#### 4.5.2 Het beginnen van een relatie
* **Gedrag:** Eerste contact, kennismaking, aftasten van verwachtingen.
* **Mogelijke problemen:**
* **Moeilijkheden in communicatie:** Taalbarrière, cognitieve problemen, schaamte, introversie.
* **Onvoldoende afstemming:** De zorgverlener sluit niet aan bij de leefwereld van de zorgvrager.
* **Culturele verschillen:** Verschillende normen rond nabijheid, gender, privacy.
* **Geen klik/geen vertrouwen:** De zorgvrager voelt zich niet gehoord of niet serieus genomen.
#### 4.5.3 Het onderhouden van een relatie
* **Gedrag:** De relatie verdiept zich, er is samenwerking, wederzijds vertrouwen en continuïteit.
* **Mogelijke problemen:**
* **Miscommunicatie of onduidelijke verwachtingen:** Zorgvrager begrijpt instructies niet of voelt zich niet betrokken.
* **Overbelasting van mantelzorgers:** Mantelzorger voelt druk, stress, schuldgevoel.
* **Verstoorde rolvervulling:** Door ziekte verandert de rol (ouder, partner, werknemer).
* **Conflicten binnen het netwerk:** Familieleden zijn het niet eens over zorg.
* **Sociaal isolement:** De zorgvrager trekt zich terug door ziekte, schaamte, depressie.
#### 4.5.4 Het beëindigen van een relatie
* **Gedrag:** Relatie eindigt door ontslag, overlijden, verandering van zorgsetting.
* **Mogelijke problemen:**
* **Rouw/verlieservaring:** Zowel bij zorgvrager als mantelzorger.
* **Onzekerheid over toekomst:** Wie neemt zorg over? Wat nu?
* **Onvoldoende afronding:** Geen goede overdracht, geen afscheid kan leiden tot gevoelens van in de steek gelaten te worden.
* **Conflicten of schuldgevoel:** Vooral bij mantelzorgers die zorg moeten loslaten.
### 4.6 Interventies bij problemen rond relaties
Bij problemen op het gebied van netwerk, rollen en relaties kunnen diverse interventies worden ingezet, afhankelijk van de specifieke situatie en de geïdentificeerde problemen.
#### 4.6.1 Tolken in de zorg
Het inschakelen van tolken is cruciaal bij taalbarrières.
* **Voordelen professionele tolk:** Betere vertaling, neutrale positie, betere verduidelijking van hulpvragen.
* **Voordelen informele tolk (familie/partner):** Bekendheid met de zorgvrager, rekening houden met voorkeuren, gemak (indien al aanwezig), beschikbaarheid wanneer professionele tolk niet beschikbaar is.
**Aandachtspunten bij het inschakelen van een tolk:**
* Vraag een tolk van hetzelfde geslacht als de zorgvrager; bij echtparen bij voorkeur een man.
* Maak in het bijzijn van de zorgvrager afspraken en controleer of de taal wordt begrepen door beide partijen.
* Laat de tolk niet wachten en meld de komst indien mogelijk om andere zorgvragers niet te belasten.
* Vraag de tolk niet om een mening en realiseer je dat deze letterlijk vertaalt.
* Zorg voor voldoende tijd en een geschikte ruimte, gebruik korte zinnen en pauzeer regelmatig.
### 4.7 Evaluatie van relaties en communicatie
Om na te gaan of doelstellingen met betrekking tot interactie, luisteren, begrip en benadering in relaties zijn bereikt, kunnen de volgende vragen worden gesteld:
* Hoe is de informatie op de zorgvrager overgekomen?
* Kan de zorgvrager weergeven wat er is gezegd?
* Accepteert de zorgvrager het luisteren en praten?
* Was er voldoende privacy, vertrouwen en veiligheid?
* Vraagt de zorgvrager om een vervolg?
* Komt de zorgvrager uit zijn isolement? Legt hij meer contacten?
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rollen | Posities die een individu inneemt binnen een sociale context, zoals moeder, werknemer of aanvoerder, elk met bijbehorende verwachtingen en gedragspatronen. |
| Relaties | Verbanden tussen personen, gekenmerkt door specifieke interacties, verwachtingen en subjectieve belevingen, die ontstaan binnen diverse levenssituaties zoals gezin, werk en vrijetijdsbesteding. |
| Samenlevingsverbanden | Diverse structuren waarin mensen samenleven en sociale netwerken vormen, variërend van directe woonomgeving zoals gezin en buurt tot algemene maatschappelijke structuren en culturele groeperingen. |
| Functionele relatie | Een relatietype gericht op samenwerking om een gemeenschappelijk doel te bereiken, waarbij men elkaar helpt en diensten verleent, zoals in een hulpverleningssituatie. |
| Persoonlijke relatie | Een relatietype gebaseerd op wederzijdse affectie, zoals liefde en sympathie, die leidt tot het vormen van een diepere band, typisch binnen gezin of vriendschap. |
| Beïnvloedende factoren | Elementen die het aangaan en onderhouden van relaties beïnvloeden, waaronder persoonlijke kenmerken (leeftijd, gezondheid), sociale interacties en culturele normen en waarden. |
| Sociale netwerken | Netwerken van mensen met wie een individu interactie heeft, variërend van directe omgeving zoals familie en vrienden tot bredere gemeenschappen en organisaties. |
| GH-dimensies | Een holistische benadering van gegevensverzameling die zich richt op verschillende dimensies van menselijk functioneren en welzijn, zoals dagelijks functioneren, meedoen, kwaliteit van leven, zingeving, mentaal en lichamelijk welbevinden. |
| ABCDE-tool | Een systematische methode voor het beoordelen van kritieke situaties, waarbij de "E" staat voor "environment" of "external factors", inclusief het in kaart brengen van rollen en relaties in acute situaties. |
| Genogram | Een visuele weergave van de familiegeschiedenis en relaties over meerdere generaties, die inzicht geeft in patronen van ziekte, gedrag en interacties binnen de familie. |
| Ecogram | Een visuele weergave van de relaties en interacties van een persoon met zijn of haar sociale en fysieke omgeving, inclusief belangrijke steunbronnen en belemmeringen. |
| Verpleegdiagnose | Een klinische beoordeling van individuele responsen op gezondheidsproblemen of levensprocessen, die dient als basis voor verpleegkundige interventies. |
| Inadequate communicatie | Moeilijkheden in het uitwisselen van gedachten, ideeën, wensen of behoeften met anderen, wat kan voortkomen uit beperkingen in informatieoverdracht, begrip of taalbarrières. |
| Risico op eenzaamheid | Een verhoogde kans op gezondheidsschade als gevolg van een gevoel van onbehagen door een gemis aan of behoefte aan meer contact met anderen. |
| Verstoord gezinsproces | Een onderbreking van de normale gezinsfunctionering die het welzijn van de gezinsleden negatief beïnvloedt, vaak door veranderingen in rollen of communicatiepatronen. |
| Informele tolk | Een persoon uit de omgeving van de zorgvrager (bijvoorbeeld familielid of partner) die assisteert bij de communicatie, met voordelen zoals bekendheid maar ook risico's op partijdigheid. |
| Professionele tolk | Een getrainde professional die zorgdraagt voor nauwkeurige en neutrale vertaling tussen zorgverlener en zorgvrager, essentieel voor effectieve communicatie en zorgverlening. |