Cover
Aloita nyt ilmaiseksi Hoofdstuk 7 AC.pdf
Summary
# Veneuze insufficiëntie, spataders, trombose en embolie
Veneuze insufficiëntie, spataders, trombose en embolie zijn nauw met elkaar verbonden aandoeningen die te maken hebben met het terugstromen van bloed naar het hart.
### 1.1 Veneuze insufficiëntie
Venen transporteren bloed terug naar het hart, en hun stroming wordt voornamelijk in één richting gestuurd door kleppen, met name in de ledematen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een diep en een oppervlakkig veneus systeem in de armen en benen, beide zijn voorzien van kleppen [4](#page=4).
#### 1.1.1 Oorzaken en gevolgen van veneuze insufficiëntie
Bij sommige individuen kunnen veneuze wanden verzwakken en kleppen onvoldoende sluiten, wat kan worden veroorzaakt door genetische aanleg of levensomstandigheden. Dit resulteert in een terugstroming van bloed in de tegenovergestelde richting, bekend als veneuze insufficiëntie [4](#page=4).
De onvoldoende functionerende kleppen en uitgezette venen leiden tot bloedaccumulatie in de onderste ledematen door zwaartekracht, vooral bij personen met een staand beroep. Deze chronische bloedstagnatie kan de volgende problemen veroorzaken [4](#page=4):
* **Spataders (varices):** Uitgezette venen die zichtbaar kunnen zijn onder de huid [4](#page=4).
* **Trombose:** De vorming van bloedklonters in de stilstaande venen [4](#page=4).
* **Flebitis:** Ontsteking van de veneuze wand, vaak geassocieerd met vertraagde bloedstroom of kleine beschadigingen [6](#page=6).
* **Trofische stoornissen:** Huidafwijkingen als gevolg van slechte veneuze circulatie [4](#page=4).
* **Ulcus varicosum:** Chronische wonden die ontstaan door ophoping van bloed en dunner wordende huid [4](#page=4) [6](#page=6).
> **Tip:** Veneuze kleppen, bloedstagnatie, spataders en trombose zijn nauw met elkaar verbonden; het traject van losgekomen klonters bepaalt de ernst van mogelijke complicaties [4](#page=4).
### 1.2 Spataders (varices)
Spataders zijn uitgezette venen die kunnen ontstaan als gevolg van veneuze insufficiëntie. Ze kunnen worden ingedeeld in primaire en secundaire vormen [4](#page=4) [6](#page=6).
#### 1.2.1 Primaire spataders
Primaire spataders ontstaan meestal bij personen met een erfelijke aanleg, waarbij de veneuze wanden en kleppen van nature zwakker en minder efficiënt zijn. Factoren die deze aanleg kunnen uitlokken of verergeren zijn onder andere een staand beroep, zwangerschap of situaties die de druk in de aderen van de onderste ledematen verhogen. Tijdens de zwangerschap drukt de vergrote baarmoeder bijvoorbeeld op de buikvenen, wat de terugstroming van bloed uit de benen bemoeilijkt [6](#page=6).
**Risico's van primaire spataders omvatten:**
* Esthetische problemen, zoals zichtbare, kabelachtige venen in de benen [6](#page=6).
* Tromboflebitis (zie flebitis) [6](#page=6).
* Chronische veneuze insufficiëntie, leidend tot bloedophoping, dunner wordende huid en ulcera. Oedemen die ontstaan, zijn vaak putvormig bij druk en verdwijnen 's ochtends deels omdat het liggen de veneuze terugstroming naar het hart bevordert [6](#page=6).
#### 1.2.2 Secundaire spataders
Secundaire spataders ontstaan als gevolg van obstructies of vernauwingen (stenosen) in de hoofdvenen. Deze vernauwingen belemmeren de bloedterugstroming naar het hart, waardoor het lichaam collaterale venen ontwikkelt om de circulatie te omzeilen. Deze collaterale venen zijn vaak ook uitgezet en lijken op spataders [6](#page=6).
> **Belangrijk:** Het is cruciaal om secundaire, collaterale venen niet operatief te verwijderen, omdat ze essentieel zijn voor de veneuze terugstroom bij het onderliggende obstructieve probleem [7](#page=7).
#### 1.2.3 Samenvatting spataders
Samenvattend ontstaan primaire spataders door zwakke veneuze wanden en kleppen, terwijl secundaire spataders het gevolg zijn van obstructie en compensatoire collaterale venen. Beide typen kunnen leiden tot veneuze insufficiëntie, trombose, ulcera en esthetische klachten, maar secundaire spataders zijn functioneel van groot belang en mogen niet verwijderd worden [7](#page=7).
### 1.3 Trombose
Trombose is de vorming van een bloedklonter (trombus) in een bloedvat, specifiek in dit context een ader. Het ontstaat vaak in stilstaande venen als gevolg van veneuze insufficiëntie [4](#page=4).
### 1.4 Embolie
Een embolie treedt op wanneer een bloedklonter (of een ander deeltje, zoals lucht of vet) loskomt van de oorspronkelijke plaats en via de bloedbaan wordt meegevoerd [4](#page=4).
#### 1.4.1 Longembolie
Een veelvoorkomend en gevaarlijk type embolie is een longembolie. Als een bloedklonter loskomt in een kuitader, volgt het bloed het normale veneuze traject: via de benen, het bekken, de vena cava inferior en de rechterhartkamer, om uiteindelijk in de longen te belanden. Een longembolie kan variëren van klein en minimaal symptomatisch tot groot en levensbedreigend, afhankelijk van de grootte van de klonter [4](#page=4).
> **Klinisch besef:** De longen zijn een kritisch eindpunt voor bloedklonters die loskomen uit de veneuze circulatie van de ledematen [5](#page=5).
---
# Oppervlakkige venen van de arm en klinische toepassingen
Dit onderdeel behandelt de anatomie en klinische relevantie van de belangrijkste oppervlakkige venen in de arm, die essentieel zijn voor procedures zoals bloedafnames en infusen [13](#page=13).
### 2.1 Belangrijke oppervlakkige venen van de arm
Er zijn twee primaire oppervlakkige venen van klinisch belang in de arm: de vena cephalica en de vena basilica [13](#page=13).
#### 2.1.1 Vena cephalica
De vena cephalica heeft zijn oorsprong in het veneuze netwerk op de handrug. Deze vene verloopt radiaal en lateraal in de onderarm. Ter hoogte van de elleboogplooi komt deze vene naar boven en vervolgt zijn weg langs de laterale zijde van de bovenarm. Kenmerkend is dat de vena cephalica de sulcus deltopectoralis volgt, gelegen tussen de musculus deltoideus en de musculus pectoralis major (#page=13, 15). Uiteindelijk mondt de vena cephalica uit in de vena axillaris, van waaruit het bloed richting het hart stroomt [13](#page=13) [15](#page=15).
> **Tip:** De vena cephalica is te herkennen aan zijn laterale ligging in de arm [14](#page=14).
#### 2.1.2 Vena basilica
De vena basilica ontspringt eveneens uit het veneuze netwerk op de handrug, maar loopt mediaal in de onderarm. Net als de vena cephalica bereikt ook de vena basilica de elleboogplooi en loopt vervolgens mediaal langs de bovenarm [13](#page=13).
#### 2.1.3 Vena mediana cubiti
De vena basilica en de vena cephalica worden in de elleboogplooi verbonden door de vena mediana cubiti. Deze verbinding is van bijzonder belang en vormt een cruciale toegangsweg voor zowel bloedafnames als het toedienen van infusen (#page=13, 14) [13](#page=13) [14](#page=14).
> **Tip:** De vena mediana cubiti is de meest gebruikte vene voor routinematige bloedafnames en infusen vanwege zijn toegankelijkheid in de elleboogplooi [14](#page=14).
### 2.2 Klinische toepassingen en relevantie
De oppervlakkige venen van de arm spelen een centrale rol in diverse klinische procedures [13](#page=13).
#### 2.2.1 Bloedafname en infusies
* **Tourniquet:** Bij bloedafnames wordt vaak een tourniquet rond de bovenarm geplaatst. Dit belemmert de veneuze terugstroom, waardoor de oppervlakkige venen in de elleboogplooi opzwellen, zichtbaarder en beter palpabel worden, wat de procedure vergemakkelijkt (#page=13, 14) [13](#page=13) [14](#page=14).
* **Uitdagingen:** Bij patiënten met dunne venen, veel subcutaan vet of kleine venen kan het prikken lastig zijn. Dit kan leiden tot complicaties zoals bloeduitstortingen of hematomen [14](#page=14).
#### 2.2.2 Medische implantaten
* **Pacemakers:** De ligging van de vena cephalica in de sulcus deltopectoralis is klinisch relevant, onder andere bij patiënten met een pacemaker. De leads van een pacemaker worden vaak via de vena cephalica naar het hart geleid [15](#page=15).
* **Port-a-cath:** Een port-a-cath is een onderhuids reservoir dat verbonden is met een katheter die richting het hart loopt, meestal via de vena cephalica. Dit systeem wordt ingezet voor patiënten die frequent medicatie, zoals chemotherapie, ontvangen. Het aanprikken van de venen in de elleboogplooi voor langdurige therapie kan leiden tot ontsteking of trombose, waardoor ze onbruikbaar worden. Het port-a-cath biedt een veilige en duurzame oplossing om medicatie toe te dienen zonder de oppervlakkige venen continu te belasten [15](#page=15).
> **Example:** Een patiënt ondergaat chemotherapie. In plaats van herhaaldelijk de venen in de elleboogplooi aan te prikken, wat pijnlijk kan zijn en risico op infectie of trombose met zich meebrengt, wordt een port-a-cath geïmplanteerd. De katheter wordt via de vena cephalica in de vena axillaris geplaatst, en de medicatie wordt direct in het reservoir toegediend, waarna het via de katheter het bloed bereikt [15](#page=15).
---
# De vena femoralis en de trigonum femorale
Dit document behandelt de anatomie en functie van de vena femoralis en het trigonum femorale.
## 3. De vena femoralis en de trigonum femorale
### 3.1 Algemene beschrijving van de vena femoralis
De vena femoralis is een diepe vene in het bovenbeen, die ontstaat uit de vena iliaca communis. Deze vene bevindt zich mediaal ten opzichte van de arteria femoralis. In uitzonderlijke gevallen, wanneer bloedafname in de arm of andere gebruikelijke locaties niet mogelijk is, kan de vena femoralis worden aangeprikt in de lies [39](#page=39).
### 3.2 Het trigonum femorale (Scarpa's driehoek)
Het trigonum femorale, ook wel bekend als Scarpa's driehoek, is een anatomische driehoek gelegen in de lies. Binnen deze driehoek bevinden zich drie belangrijke structuren: de nervus femoralis, de arteria femoralis en de vena femoralis [39](#page=39) [40](#page=40).
#### 3.2.1 Grenzen van het trigonum femorale
De grenzen van het trigonum femorale worden als volgt gedefinieerd [39](#page=39):
* **Mediaal:** Musculus adductor longus
* **Lateraal:** Musculus sartorius
* **Craniaal (superior):** Ligamentum inguinale (dit ligament loopt van de spina iliaca anterior superior naar het tuberculum pubicum)
#### 3.2.2 Topografie van structuren in het trigonum femorale
De topografische relatie van de belangrijkste structuren binnen deze driehoek, van lateraal naar mediaal, is als volgt: Nervus femoralis – Arteria femoralis – Vena femoralis. Deze volgorde is belangrijk voor het lokaliseren van deze structuren, bijvoorbeeld bij medische procedures [39](#page=39).
> **Tip:** Het onthouden van de volgorde N-A-V (Nervus, Arteria, Vena) van lateraal naar mediaal helpt bij het positioneren van bijvoorbeeld een punctie in de lies [39](#page=39).
---
*(Opmerking: De informatie over de vena azygos en vena hemiazygos die op pagina's 33-36 wordt besproken, is niet direct gerelateerd aan de vena femoralis en het trigonum femorale, maar vormt de context van de bredere anatomische bespreking van veneuze structuren in het document.)*
---
# De venen van de onderste ledematen en hun verbindingen
Dit onderdeel beschrijft de oppervlakkige venen van de onderste ledematen en hun klinische relevantie, met name de vena saphena magna en de vena saphena parva, en hun verbindingen met de diepe venen via venae perforantes.
### 4.1 De oppervlakkige venen van de onderste ledematen
Er zijn twee hoofdvenen binnen het oppervlakkige veneuze systeem van de onderste ledematen:
#### 4.1.1 Vena saphena magna
* De vena saphena magna is de langste vene van het menselijk lichaam [17](#page=17).
* Ze begint aan de mediale zijde van de voet en loopt ventraal en mediaal langs het onderbeen [17](#page=17).
* De typische route is langs de mediale zijde van de tibia, dorsaal van de mediale condyl van het femur, en stijgt craniaalwaarts [17](#page=17).
* De vena saphena magna mondt uit in de vena femoralis via de hiatus saphenae in de fascia lata [17](#page=17).
* Deze vene is oppervlakkig en begint als een netwerk van kleine venen op de voet [17](#page=17).
* Klinisch wordt ze vaak zichtbaar bij rechtstaan, wanneer bloed zich ophoopt in de onderste ledematen [17](#page=17).
* **Klinische Toepassing:** De vena saphena magna wordt frequent gebruikt als bypass-graft in hartchirurgie (overbrugging van vernauwde coronaire arteriën). Tijdens de preparatie voor deze graft worden alle zijtakjes zorgvuldig afgebonden. Een nadeel is haar dunnere wand in vergelijking met arteriën, waardoor ze soms moeilijker de arteriële druk kan verdragen [20](#page=20).
#### 4.1.2 Vena saphena parva
* De vena saphena parva ontstaat uit een veneus netwerk op de voet, doorgaans aan de dorsale zijde [17](#page=17).
* Ze loopt lateraal langs het onderbeen richting de fossa poplitea [17](#page=17).
* In de fossa poplitea mondt de vena saphena parva uit in de vena poplitea [17](#page=17).
### 4.2 Verbindingen tussen oppervlakkige en diepe venen
Op drie niveaus in de benen bestaan er verbindingen tussen de oppervlakkige en diepe venen. Deze verbindingen worden gevormd door de zogenaamde venae perforantes [17](#page=17).
* **Functie:** De venae perforantes zijn cruciaal voor de veneuze terugstroming naar het hart. Ze zorgen ervoor dat bloed vanuit de oppervlakkige venen naar de diepe venen kan vloeien. Dit is van belang voor het handhaven van de circulatie, zelfs bij chirurgische interventies zoals het verwijderen van spataders [17](#page=17).
* **Kleppen:** De venae perforantes bevatten kleppen. Insufficiëntie van deze kleppen kan bijdragen aan veneuze insufficiëntie en de ontwikkeling van spataders [17](#page=17).
* **Chirurgische Belang:** De perforaties zijn essentieel en mogen bij chirurgische ingrepen niet volledig verwijderd worden [18](#page=18).
### 4.3 Anatomische Topografie en Klinische Tests (niet voor examen)
De volgende informatie betreft onderzoeks- en testmethoden voor de venen van het onderste lidmaat, die *niet* gekend moeten worden voor het examen:
* **Testen van de competentie van de kleppen van de v. saphena magna:**
* Afsnoeren van de v. saphena magna en bekloppen; indien kleppen intact zijn, mag men de schokgolf maximaal 20 cm naar distaal waarnemen [21](#page=21).
* V. saphena magna leeg laten lopen, afsnoeren, losmaken en de vulling bekijken. Normale vulling start vanaf de voet, tenzij de kleppen insufficiënt zijn [21](#page=21).
* **Proef van Trendelenburg:** Test voor de competentie van de kleppen van de venae perforantes. De v. saphena magna wordt leeg gelaten, afgesnoerd, de patiënt komt rechtstaan, en de vulling wordt bekeken [21](#page=21).
* **Proef van Herter:** Test voor de competentie van de venae perforantes kleppen. Dit houdt in dat de patiënt rondloopt met gestuwde oppervlakkige venen [21](#page=21).
* **Proef van Perthes:** Vergelijkbaar met de Proef van Herter. Indien de stuwing bij beweging nog toeneemt, duidt dit op een afsluiting van de diepe venen [21](#page=21).
> **Tip:** De vena saphena magna wordt vaak als graft gebruikt in bypassoperaties, maar de dunne wand kan een beperking vormen bij hoge arteriële drukken. De venae perforantes zijn cruciaal voor de veneuze terugstroming en mogen niet volledig geoblitereerd worden tijdens chirurgie [18](#page=18) [20](#page=20).
---
# Anatomie en klinische betekenis van de vena jugularis
Dit onderwerp behandelt de anatomie van de vena jugularis, met name de vena jugularis interna, en de klinische relevantie ervan, met een focus op pagina's 22-27.
### 5.1 Anatomie van de vena jugularis interna
De vena jugularis interna is de belangrijkste vene in de hals en is gelegen aan zowel de linker- als rechterzijde. Deze diepe vene ligt onder de fascia, diep onder de huid, en vergezelt vaak een arterie, in dit geval de arteria carotis interna. Typisch bevindt de vena jugularis interna zich diep ten opzichte van de musculus sternocleidomastoideus [22](#page=22).
#### 5.1.1 Drainage en zijtakken
De vena jugularis interna ontvangt bloed uit diverse gebieden:
* **Hersenen:** Via het foramen jugulare [22](#page=22).
* **Diepere gebieden van hoofd en hals:** [22](#page=22).
* **Gezicht:** Via venen zoals de vena facialis, die vaak samen met arteriële takken lopen [22](#page=22).
* **Tong:** Via de vena lingualis [22](#page=22).
* **Schildklier:** Via de vena thyroidea superior en media [22](#page=22).
* **Retromandibulaire regio:** De vena retromandibularis, die zelf gevormd wordt door de vena maxillaris en de vena temporalis superficialis, draineert een deel van zijn bloed naar de vena jugularis interna [26](#page=26).
#### 5.1.2 Verloop en uiteindelijke drainage
De vena jugularis interna vloeit uiteindelijk samen met de vena subclavia en vormt zo de vena brachiocephalica. De vena brachiocephalica mondt vervolgens uit in de vena cava superior, een van de grootste venen van het lichaam [22](#page=22).
#### 5.1.3 Kleppen
De vena jugularis interna heeft normaal gesproken geen kleppen, met uitzondering van een mogelijke klep tussen de hersenen en het hart [22](#page=22).
### 5.2 Klinische betekenis van de vena jugularis interna
De vena jugularis interna speelt een cruciale rol in verschillende klinische situaties.
#### 5.2.1 Infectieuitbreiding
Een ontsteking in het gezicht kan via de venen, zoals het netwerk rond de mediale ooghoek en de sinus cavernosus, uitbreiden naar diepe venen. Dit kan potentieel leiden tot trombose in de hersenen met ernstige gevolgen [23](#page=23).
#### 5.2.2 Plaatsing van een centraal veneuze katheter (CVC)
De vena jugularis interna is van groot belang bij grotere operaties en wordt door anesthesisten gebruikt voor de toediening van medicatie of vocht via een centraal veneuze katheter (CVC). Een CVC wordt aangesloten op de diepe veneuze netwerken, waardoor de gemeten druk representatief is voor de centrale veneuze druk (CVP). De CVP is een belangrijke hemodynamische parameter, met name bij aandoeningen zoals hartfalen of shock [25](#page=25).
> **Tip:** Bij het plaatsen van een CVC wordt echografie gebruikt om de vena jugularis interna nauwkeurig te lokaliseren en aan te prikken, wat de veiligheid en efficiëntie van de procedure verhoogt [25](#page=25).
#### 5.2.3 Hemodynamische parameter
De centrale veneuze druk (CVP), gemeten via een CVC in de vena jugularis interna, geeft essentiële informatie over de vullingstoestand van het hart en de circulerende bloedvolume [25](#page=25).
### 5.3 Variaties in veneuze anatomie
De anatomie van het veneuze systeem van hoofd en hals kan aanzienlijk variëren tussen individuen [27](#page=27).
#### 5.3.1 Vena jugularis externa en anterior
De vena jugularis externa ligt oppervlakkig ten opzichte van de musculus sternocleidomastoideus, in tegenstelling tot de diepe vena jugularis interna. Sommige mensen hebben een weinig ontwikkelde vena jugularis externa. De vena jugularis anterior bevindt zich links en rechts van de middellijn, tussen de voorzijde van het sternum, en kan in grootte variëren. Deze vene kan uitmonden in de vena jugularis externa of vena subclavia en soms verbonden zijn met een arcus venosus [26](#page=26) [27](#page=27).
#### 5.3.2 Communicatievenen en arcades
Verschillende venen in het hoofd en de hals zijn vaak met elkaar verbonden, wat leidt tot de vorming van veneuze bogen of arcades. Deze verbindingen bieden redundantie in de veneuze afvoer. Communicatievenen, zoals de vena communicans, verbinden verschillende veneuze systemen en spelen een rol in de veneuze drainage [27](#page=27).
> **Tip:** Kennis van deze anatomische variaties is essentieel voor klinische toepassingen en chirurgie [27](#page=27).
#### 5.3.3 Vena retromandibularis
De vena retromandibularis ontstaat in de glandula parotis door de samenvloeiing van de vena maxillaris en de vena temporalis superficialis. Deze vene deelt zich vervolgens op: een oppervlakkige tak draineert naar de vena jugularis externa, terwijl een diepe tak uitmondt in de vena jugularis interna. Dit illustreert de onderlinge verbondenheid tussen oppervlakkige en diepe veneuze systemen van het gezicht en de schedel [26](#page=26).
---
# portale hypertensie en de gevolgen daarvan
Portale hypertensie is een verhoogde bloeddruk in het portale systeem, die ontstaat door een verhoogde weerstand in de lever en leidt tot de vorming van omleidingsroutes voor het bloed, wat diverse complicaties veroorzaakt [46](#page=46) [48](#page=48).
### 6.1 Het portale systeem
Het portale systeem omvat de venen die bloed uit de maag en darmen naar de lever transporteren. Dit bloed passeert eerst de capillairen in het maagdarmkanaal en komt vervolgens in de lever terecht, waar het een tweede capillaire systeem doorloopt, de lever sinusoïden. Deze opeenvolgende capillaire netwerken maken het een portaalsysteem. Na de lever stroomt het bloed verder naar de grote bloedsomloop [46](#page=46).
### 6.2 Oorzaak van portale hypertensie
De meest voorkomende oorzaak van portale hypertensie is levercirrose, die kan ontstaan door langdurig alcoholmisbruik. Levercirrose kenmerkt zich door littekenvorming in het leverweefsel, wat leidt tot compressie van de bloedvaten in de lever. Hierdoor stijgt de druk in het portale systeem. Naarmate de cirrose vordert, wordt het moeilijker voor bloed om via de lever te passeren, en uiteindelijk kan de bloedstroomrichting zelfs omkeren, waarbij bloed alternatieve routes zoekt [46](#page=46) [52](#page=52).
### 6.3 Secundaire veneuze routes en anastomosen
Wanneer de druk in het portale systeem te hoog wordt, zetten natuurlijke verbindingen (anastomosen) tussen het portale en het systemische veneuze systeem uit. Deze omleidingsroutes worden ook wel porto-cavale anastomosen genoemd [46](#page=46) [49](#page=49).
#### 6.3.1 Caput medusae
Een van deze routes bevindt zich rond de navel, via de vena umbilicalis. Deze ader is normaal gesloten, maar kan bij verhoogde portale druk weer opengaan. Dit resulteert in onderhuidse, uitgezette venen rond de navel, bekend als het caput medusae, zo genoemd naar de slangachtige haren van de mythologische Medusa [46](#page=46) [52](#page=52).
#### 6.3.2 Hemorroïden
Een andere ontsnappingsroute bevindt zich ter hoogte van het rectum. Hier zijn er anastomosen tussen portale en systemische venen. Bij stijgende druk zetten deze aderen onder de mucosa uit, wat leidt tot rectale spataders, beter bekend als hemorroïden. Deze kunnen leiden tot anaal bloedverlies [47](#page=47) [48](#page=48).
#### 6.3.3 Oesofagusvarices
De meest gevaarlijke complicatie is de ontwikkeling van spataders in de distale slokdarm, de oesofagusvarices. Bloed uit de maag dat normaal via de vena gastrica naar de lever stroomt, wordt bij hoge portale druk omgeleid naar de slokdarmvenen. Door de druk zwellen deze venen op, worden ze zeer kwetsbaar en kunnen ze gemakkelijk scheuren. Dit kan leiden tot levensbedreigende bloedingen. Wanneer deze varices scheuren, is er geen natuurlijke tegendruk om het bloeden te stoppen. Het bloed kan zich in de maag verzamelen, waardoor patiënten pas symptomen vertonen bij aanzienlijk bloedverlies. Oesofagusvarices zijn een belangrijke doodsoorzaak bij ernstige portale hypertensie [47](#page=47) [48](#page=48).
> **Tip:** De ontwikkeling van portocavale anastomosen, zoals oesofagusvarices, hemorroïden en caput medusae, is een gevolg van portale hypertensie en dient als een noodroute voor het bloed om het leverweefsel te omzeilen [46](#page=46) [49](#page=49).
#### 6.3.4 Veneuze drainage via de vena azygos
Wanneer portale bloed niet normaal kan wegstromen, zoekt het alternatieve routes, waaronder via de vene azygos, die uitmondt in de vena cava superior. Dit betekent dat bloed vanuit het maagdarmkanaal via omwegen naar de bovenste holle ader kan terugkeren [48](#page=48).
### 6.4 Klinische manifestaties en diagnose
De klinische manifestaties van portale hypertensie omvatten symptomen van veneuze stuwing, vaak zichtbaar onder de huid (subcutaan). Dit omvat uitgezette subcutane venen, vooral rond de navel (caput medusae), maar soms ook elders op de thorax of abdomen [52](#page=52).
Bij klinisch onderzoek kan een vergrote en harde lever (hepatomegalie) worden gevoeld bij palpatie. De aanwezigheid van uitgezette subcutane venen wijst op chronische portale hypertensie. Een combinatie van een vergrote, harde lever en uitgezette subcutane aders is een sterke aanwijzing voor levercirrose met portale hypertensie [52](#page=52).
Endoscopisch onderzoek van de slokdarm kan de typische spataderachtige zwellingen (varices) in de mucosa laten zien. In de diagnose probeert men de bloeddruk in het portale systeem te verlagen. Endoscopisch kunnen varices worden aangeprikt om klontering te induceren of te worden afgebonden om het risico op scheuren te verkleinen [48](#page=48) [49](#page=49).
### 6.5 Behandeling: TIPS
Bij patiënten met ernstige, onomkeerbare levercirrose wordt soms geprobeerd de bloeddoorstroming door de lever te verbeteren of de druk te verlagen. Hoewel stoppen met alcohol essentieel is, kan reeds ontstane schade niet meer worden teruggedraaid [50](#page=50).
Een techniek die wordt toegepast is het aanleggen van een Transjugulaire Intrahepatische Portosystemische Shunt (TIPS). Dit is een minder ingrijpende procedure dan vroegere chirurgische ingrepen. Bij TIPS wordt via de vena jugularis in de hals een verbinding gecreëerd tussen een tak van de vena portae en een hepatische vene die naar de vena cava afwatert. Dit gebeurt door een stent te plaatsen die het kanaal openhoudt, waardoor een kunstmatige bypass ontstaat die portale bloed rechtstreeks naar de systemische circulatie leidt en het capillaire netwerk in de lever omzeilt. Het doel van TIPS is het verminderen van de gevolgen van portale hypertensie, zoals slokdarmvarices en ascites [50](#page=50) [51](#page=51).
---
# Oppervlakkige venen van de onderste ledematen en hun verbindingen
Dit onderwerp behandelt de anatomie en functie van de oppervlakkige venen van de onderste ledematen, hun verbindingen met het diepe veneuze systeem en klinische relevantie.
### 7.1 Algemene principes van venen
Venen worden gekenmerkt door hun dunne wanden en het vermogen om spontaan dicht te klappen, maar ze bezitten ook een zekere tonus. Het orthosympathische zenuwstelsel beïnvloedt de veneuze diameter; sympathische stimulatie vernauwt het lumen, terwijl blokkade leidt tot dilatatie en bloedophoping. Venen bevatten ongeveer 70% van het totale bloedvolume en hebben een grotere diameter dan arteriën, wat resulteert in een tragere bloedstroom. De hydrostatische druk heeft een significante invloed op de veneuze vulling, met bloedophoping in de benen bij rechtop staan en verschuiving naar het centrale veneuze systeem bij liggende houding. In normale omstandigheden zijn venen flexibel, drukgevoelig en hun vulling is afhankelijk van houding, hydrostatische druk en sympathische tonus [2](#page=2) [3](#page=3).
### 7.2 Rol van veneuze kleppen en veneuze insufficiëntie
Venen transporteren bloed terug naar het hart, gestuwd door kleppen die terugstroming voorkomen, met name in de ledematen. In de armen en benen bestaan een diep en een oppervlakkig veneus systeem, beide voorzien van kleppen. Zwakte van de veneuze wanden of insufficiëntie van de kleppen kan leiden tot veneuze insufficiëntie, waarbij bloed zich ophoopt in de onderste ledematen. Dit chronische bloedstagnatie kan resulteren in spataders (varices) en verhoogt het risico op trombose (bloedklontervorming). Losgekomen trombose kan leiden tot een embolie, met potentieel levensbedreigende gevolgen, zoals een longembolie [4](#page=4).
### 7.3 Classificatie en risico's van spataders
Spataders worden ingedeeld in primaire en secundaire vormen [6](#page=6).
* **Primaire spataders** ontstaan door een erfelijke aanleg van zwakkere veneuze wanden en kleppen, vaak uitgelokt door factoren als een staand beroep of zwangerschap. Risico's omvatten esthetische problemen, tromboflebitis (ontsteking van de veneuze wand) en chronische veneuze insufficiëntie met huidafwijkingen en ulcera [6](#page=6).
* **Secundaire spataders** ontstaan ten gevolge van obstructies of vernauwingen van hoofdvenen, waarbij collaterale venen zich ontwikkelen om de circulatie te overbruggen. Deze collaterale venen zijn functioneel cruciaal en mogen niet operatief verwijderd worden [6](#page=6) [7](#page=7).
Beide vormen kunnen leiden tot veneuze insufficiëntie, trombose en ulcera [7](#page=7).
### 7.4 Verbindingen tussen oppervlakkige en diepe venen
Er bestaan verbindingen tussen het oppervlakkige en diepe veneuze systeem van de benen via de zogenaamde venae perforantes. Deze venen zijn essentieel voor de veneuze terugstroom en mogen niet volledig verwijderd worden bij chirurgische ingrepen [17](#page=17) [18](#page=18).
### 7.5 Mechanismen ter bevordering van veneuze retour
Naast klepwerking worden andere mechanismen onderscheiden die de veneuze retour bevorderen [9](#page=9):
1. **Spierpomp:** Met name de kuitspieren spelen een cruciale rol door samentrekking van venen tijdens stappen [9](#page=9).
2. **Arteriële compressie:** Venen lopen vaak naast arteriën, en pulsatie van de arterie kan de nabijgelegen vene licht samendrukken [9](#page=9).
3. **Abdominale druk:** Opspannen van buikspieren verhoogt de druk in de buikholte, wat veneuze terugstroom bevordert [9](#page=9).
4. **Respiratoire pomp:** Ademhalingsbewegingen creëren drukverschillen die bloed richting het hart zuigen [9](#page=9).
Onvoldoende circulatie van bloed in de venen kan leiden tot veneuze stase, trombose en embolie. Preventieve maatregelen omvatten beweging, het gebruik van steunkousen en vroege mobilisatie na chirurgie [10](#page=10) [9](#page=9).
### 7.6 Oppervlakkige venen van de onderste ledematen
Twee belangrijke oppervlakkige venen in de onderste ledematen zijn de vena saphena magna en de vena saphena parva [17](#page=17).
* **Vena saphena magna:** Dit is de langste vene van het lichaam. Ze ontstaat aan de mediale zijde van de voet, loopt ventraal en mediaal langs het onderbeen, dorsaal van de mediale femurcondyl, en mondt uit in de vena femoralis via de hiatus saphenae. Deze vene wordt vaak gebruikt als bypass-graft bij hartoperaties [17](#page=17) [20](#page=20).
* **Vena saphena parva:** Deze ontstaat uit een veneus netwerk op de voetrug, loopt lateraal langs het onderbeen en mondt uit in de vena poplitea [17](#page=17).
> **Tip:** De vena saphena magna wordt klinisch vaak zichtbaar bij rechtstaan door bloedophoping in de onderste ledematen [17](#page=17).
### 7.7 Klinische toepassingen en diagnostiek
* **Veneuze insufficiëntie en spataders:** Klinisch onderzoek is essentieel om veneuze of arteriële oorzaken van wondgenezing te onderscheiden [8](#page=8).
* **Diagnostische testen:** Er bestaan verschillende testen om de competentie van veneuze kleppen te evalueren, zoals de proef van Trendelenburg en de proef van Perthes. Deze testen beoordelen onder andere de functie van de kleppen van de vena saphena magna en venae perforantes [21](#page=21).
* **Centrale veneuze drukmeting:** De vena jugularis interna is klinisch belangrijk voor centrale veneuze katheterisatie (CVC) om hemodynamische parameters te meten, zoals bij hartfalen of shock. De veneuze pols in de vena jugularis interna weerspiegelt drukveranderingen in het rechter atrium [25](#page=25) [28](#page=28).
> **Example:** De proef van Trendelenburg test de competentie van de kleppen van de venae perforantes. De patiënt gaat liggen, de vena saphena magna wordt leeggedrukt, afgesnoerd, en vervolgens wordt rechtop gaan staan om de vulling te observeren [21](#page=21).
### 7.8 Collaterale circulatie
Bij obstructie van de vena cava inferior of superior, of bij schade aan deze venen, speelt collaterale circulatie een cruciale rol in de veneuze terugvoer naar het hart. Het azygos- en hemiazygos-systeem, samen met de venae lumbales ascendentes, vormen belangrijke omleidingen die bloed naar de vena cava superior kunnen leiden. Dit illustreert de adaptieve capaciteit van het veneuze systeem bij centrale veneuze onderbrekingen [33](#page=33) [34](#page=34) [35](#page=35).
---
## 7 Oppervlakkige venen van de onderste ledematen en hun verbindingen
Dit onderwerp beschrijft de anatomie en klinische relevantie van oppervlakkige venen in de onderste ledematen en hun verbindingen met dieper gelegen vaatstructuren en andere circulatiesystemen.
### 7.1 Veneuze drainage van de onderste ledematen
#### 7.1.1 Vena femoralis en de trigonum femorale
De vena iliaca communis gaat in de lies over in de vena femoralis, een diepe vene gelegen mediaal van de arteria femoralis. Wanneer bloedafname uit de arm of de vena saphena magna niet mogelijk is, kan in uitzonderlijke gevallen de vena femoralis worden aangeprikt. De arteria femoralis is palpabel, en de vena femoralis ligt mediaal daarvan. De nervus femoralis bevindt zich lateraal van beide, wat leidt tot de anatomische volgorde van lateraal naar mediaal: nervus, arteria, vena femoralis (N-A-V). Deze structuren liggen samen in de trigonum femorale (Scarpa's driehoek), begrensd door de musculus adductor longus (mediaal), de musculus sartorius (lateraal) en het ligamentum inguinale (craniaal) (#page=39, page=40) [39](#page=39) [40](#page=40).
#### 7.1.2 Anatomische topografie van de vena femoralis
[ ] toont een ventraal zicht op het linker onderste lidmaat met de ligging van de vena femoralis, arteria femoralis en nervus femoralis ten opzichte van de doorgesneden musculus sartorius en musculus adductor longus [41](#page=41).
### 7.2 Verbindingen en klinische implicaties
#### 7.2.1 Vena cava superior syndroom (VCSS)
Het vena cava superior-syndroom (VCSS) ontstaat door obstructie of compressie van de vena cava superior, vaak door tumoren zoals longtumoren of lymfomen. Dit belemmert de veneuze afvoer uit hoofd, hals en bovenste ledematen. Collaterale wegen, zoals het azygos-systeem, proberen de afvoer te omzeilen. Symptomen omvatten gezichts- en armzwelling, oedeem, kortademigheid door zwelling van de luchtweg, en mogelijk cardiale insufficiëntie door verminderde veneuze return. Het syndroom van Claude Bernard-Horner (miose, ptosis, anhidrose) kan ook voorkomen [37](#page=37) [38](#page=38).
#### 7.2.2 Het notenkraker-syndroom
Het notenkraker-syndroom betreft belemmerde veneuze drainage langs de vena renalis sinistra (linker niervene). Deze vene loopt tussen de aorta abdominalis (posterieur) en de arteria mesenterica superior (AMS) (anterieur). Inklemmen van de linker niervene tussen deze arteriële structuren bemoeilijkt de afvoer uit de linker nier en bijbehorende structuren [42](#page=42).
* **Gevolgen van compressie:**
* Belemmerde drainage van de linker testikel/ovarium: De vena testicularis sinistra en vena ovarica sinistra draineren in de linker vena renalis. Verhoogde druk hierin kan leiden tot pijn, varicocele (typisch links) en zwelling van het scrotum [42](#page=42).
* Abdominale pijn: Verhoogde druk in de linker niervene kan uitstralende buikklachten veroorzaken [43](#page=43).
* Hematurie: Verhoogde veneuze druk kan de nierfiltratie beïnvloeden, waardoor bloed in de urine kan lekken [43](#page=43).
* **Diagnose en behandeling:** Beeldvorming met contraststof kan de vernauwing van de vena renalis sinistra aantonen. Behandelingen omvatten endovasculaire stentplaatsing in de linker niervene of chirurgische re-implantatie [43](#page=43).
* **Topografisch detail – waarom vooral links?** De vena cava inferior (VCI) ligt rechts van de aorta. De vena iliaca communis sinistra loopt onder de arteria iliaca communis dextra door, waardoor de linker vena iliaca mediaal van de linker arterie komt te liggen. Dit verklaart de anatomische complexiteit van de veneuze drainage aan de linkerkant en het vaker voorkomen van pathologie zoals het notenkraker-syndroom en varicocele aan de linkerkant [43](#page=43).
#### 7.2.3 Het vertebrale veneuze plexus systeem
Het vertebrale kanaal bevat een uitgebreid kleploos veneus plexus-systeem (plexus venosus vertebralis internus en externus). Deze plexus staat cranio-mediaal in verbinding met de sinus durae matris in de schedel en via het foramen intervertebrale met externe veneuze netwerken. De afvoer van veneus bloed gebeurt via de venae lumbales, intercostales en sacrales, afhankelijk van het niveau [44](#page=44).
* **Klinische relevantie:** Het kleploze karakter van dit netwerk is cruciaal. Tumorcellen, bijvoorbeeld van prostaat- of borstkanker, kunnen gemakkelijk via dit systeem naar de wervels (metastasen) en zelfs naar de hersenen (via verbindingen met intracraniële venen) reizen (#page=44, page=45). Bij ingrepen aan de wervelzuil, zoals laminectomie, kan dit plexus-systeem aanzienlijke bloedingen veroorzaken. Bij wervelinzakkingen (compressiefracturen) door osteoporose en de behandeling daarvan (vertebroplastiek), draagt de nabijheid van dit systeem een risico op bloedingen [44](#page=44) [45](#page=45).
#### 7.2.4 Het portale systeem en portale hypertensie
Het veneuze bloed uit maag en darmen stroomt via de vena portae naar de lever, waar het een tweede haarvatennetwerk passeert (lever sinusoïden), voordat het naar de grote bloedsomloop gaat; dit is een portaalsysteem. Bij levercirrose, vaak veroorzaakt door langdurig alcoholmisbruik, ontstaat littekenvorming in de lever die de bloedvaten dichtdrukt, leidend tot verhoogde druk in het portale systeem (portale hypertensie) [46](#page=46).
* **Ontwikkeling van porto-cavale anastomosen:** Wanneer de portale druk stijgt, worden natuurlijke verbindingen tussen de vena portae en de vena cava vergroot en klinisch zichtbaar:
* **Caput Medusae:** Verbindingen rond de navel via de vena umbilicalis (normaal gesloten) kunnen opengaan, wat leidt tot onderhuids uitgezette venen rond de navel [46](#page=46).
* **Hemorrhoïden:** Anastomosen ter hoogte van het rectum die leiden tot rectale spataders [47](#page=47).
* **Oesofagusvarices:** De gevaarlijkste complicatie zijn spataders in de distale slokdarm, waar bloed vanuit de maag omgeleid wordt door de hoge portale druk. Deze kunnen scheuren en levensbedreigende bloedingen veroorzaken [47](#page=47) [48](#page=48).
* **Behandeling van portale hypertensie:** Pogingen om de bloeddruk in het portale systeem te verlagen omvatten endoscopische behandelingen van varices (klonteren of afbinden) [49](#page=49).
#### 7.2.5 Transjugulaire Intrahepatische Portosystemische Shunt (TIPS)
Bij ernstige levercirrose kan een TIPS worden geplaatst om de bloeddoorstroming te verbeteren. Dit creëert een kunstmatige verbinding (shunt) tussen een tak van de vena portae en een hepatische vene die naar de vena cava afwatert, via een stent. Het omzeilt het capillaire netwerk in de lever, vermindert de portale hypertensie en de daarmee samenhangende complicaties zoals oesofagusvarices en ascites. TIPS is minder ingrijpend dan eerdere chirurgische ingrepen. Het begrip portale hypertensie en de indicatie voor TIPS zijn belangrijk voor het examen [50](#page=50) [51](#page=51).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Veneuze insufficiëntie | Een aandoening waarbij de veneuze wanden verzwakken en de kleppen onvoldoende sluiten, waardoor bloed terugstroomt in de tegenovergestelde richting en zich ophoopt in de ledematen. |
| Spataders (Varices) | Uitgezette venen, vaak zichtbaar als kabelachtige structuren, die ontstaan door onvoldoende sluitende veneuze kleppen en chronische bloedstagnatie, vooral in de onderste ledematen. |
| Primaire spataders | Spataders die ontstaan door een erfelijke aanleg van zwakkere veneuze wanden en kleppen, vaak uitgelokt door factoren zoals een staand beroep of zwangerschap. |
| Secundaire spataders | Spataders die ontstaan als gevolg van obstructies of vernauwingen in de hoofdvenen, waardoor het lichaam collaterale venen ontwikkelt om de bloedcirculatie te omzeilen. |
| Trombose | De vorming van bloedklonters (trombi) in de venen, vaak veroorzaakt door stilstaand bloed als gevolg van veneuze insufficiëntie of andere oorzaken. |
| Embolie | Een aandoening waarbij een losgekomen bloedklonter of ander materiaal via de bloedbaan wordt meegevoerd en een bloedvat elders in het lichaam kan blokkeren, zoals een longembolie. |
| Veneuze kleppen | Structuren in de venen, met name in de armen en benen, die ervoor zorgen dat het bloed in één richting naar het hart stroomt en terugstroming voorkomt. |
| Bloedstagnatie | Het stilstaand of vertraagd stromen van bloed in de venen, wat kan leiden tot ophoping van bloed, vooral in de onderste ledematen, en een verhoogd risico op trombose. |
| Tromboflebitis | Een ontsteking van de veneuze wand, vaak geassocieerd met vertraagde bloedstroom of kleine beschadigingen in de ader, wat kan optreden bij spataders. |
| Ulcera (wonden) | Chronische wonden, vaak op de benen, die kunnen ontstaan als gevolg van langdurige veneuze insufficiëntie en ophoping van vocht en afvalstoffen in het weefsel. |
| Collaterale venen | Alternatieve bloedvaten die zich ontwikkelen om de bloedstroom te omzeilen wanneer hoofdvenen vernauwd of geblokkeerd zijn; deze kunnen eruitzien als spataders. |
| Vena cephalica | Een belangrijke oppervlakkige ader van de arm die ontstaat uit een veneus netwerk op de handrug, radiaal en lateraal in de onderarm loopt, en vervolgens langs de laterale zijde van de bovenarm stijgt. Deze ader volgt de sulcus deltopectoralis en mondt uiteindelijk uit in de vena axillaris. |
| Vena basilica | Een oppervlakkige ader van de arm die vanaf de handrug mediaal in de onderarm loopt en vervolgens mediaal in de bovenarm stijgt. Deze ader komt ook uit in de elleboogplooi en is een belangrijk onderdeel van het veneuze systeem van de arm. |
| Vena cubiti medialis | Een ader die de vena cephalica en de vena basilica in de elleboogplooi met elkaar verbindt. Deze ader is klinisch van groot belang voor procedures zoals bloedafnames en het toedienen van infusen, vanwege de goede toegankelijkheid. |
| Sulcus deltopectoralis | Een anatomische groeve gelegen tussen de musculus deltoideus (schouderspier) en de musculus pectoralis major (grote borstspier). De vena cephalica loopt door deze groeve in de bovenarm. |
| Fascia clavipectoralis | Een bindweefselvlies dat zich tussen het sleutelbeen (clavicula) en de processus coracoideus van het schouderblad bevindt. De vena cephalica doorboort deze fascia om uit te monden in de vena axillaris. |
| Port-a-cath | Een klein, onderhuids implanteerbaar reservoir dat verbonden is met een katheter die naar het hart loopt, meestal via de vena cephalica. Dit systeem wordt gebruikt voor langdurige intraveneuze therapieën, zoals chemotherapie, om herhaaldelijk aanprikken van oppervlakkige venen te vermijden. |
| Tourniquet | Een medisch hulpmiddel dat rond de bovenarm wordt aangelegd om de veneuze bloedstroom tijdelijk te belemmeren. Dit zorgt ervoor dat de oppervlakkige venen in de elleboogplooi opzwellen, waardoor ze beter zichtbaar en palpabel worden voor bloedafnames. |
| Hematomen | Bloeduitstortingen die kunnen ontstaan als gevolg van beschadiging van bloedvaten tijdens medische procedures, zoals bloedafnames. Dit kan gebeuren bij het aanprikken van venen, vooral bij patiënten met fragiele venen of een dunne huid. |
| Vena azygos | Een grote vene die dorsaal in de borstkas loopt, aan de rechterzijde van de wervelkolom, en die bloed vanuit de borstkas en delen van de buik naar de vena cava superior afvoert. |
| Vena hemiazygos | Een vene die links van de wervelkolom loopt en die bloed uit de linkerzijde van de borstkas afvoert, waarbij deze uiteindelijk oversteekt om in de vena azygos uit te monden. |
| Vena lumbalis ascendens | Een vene die de verbinding vormt tussen de venen in het bekken en de vena azygos of vena hemiazygos, en die een belangrijke rol speelt in de collaterale circulatie. |
| Collaterale circulatie | Een netwerk van alternatieve bloedvaten die de bloedstroom omleiden wanneer een hoofdader of -slagader geblokkeerd of beschadigd is, waardoor de bloedtoevoer naar vitale organen behouden blijft. |
| Stenose | Een vernauwing van een bloedvat, wat de bloedstroom kan belemmeren en kan leiden tot verminderde bloedtoevoer naar de weefsels die door het vat worden voorzien. |
| Vena femoralis | Een diepe vene die ontspringt in de lies en door het bovenbeen loopt, en die het veneuze bloed uit het been afvoert richting het hart. |
| Trigonum femorale (Scarpa's driehoek) | Een anatomische driehoek in de lies, begrensd door de musculus adductor longus, musculus sartorius en het ligamentum inguinale, waarin de nervus, arteria en vena femoralis zich bevinden. |
| Nervus femoralis | De belangrijkste zenuw van het bovenbeen, die verantwoordelijk is voor de motorische en sensorische innervatie van de quadriceps femoris spier en de huid van het bovenbeen en onderbeen. |
| Arteria femoralis | De belangrijkste slagader van het bovenbeen, die bloed levert aan het been en de voet, en die een belangrijke palpabele puls heeft in de lies. |
| Ligamentum inguinale | Een ligament dat loopt van de spina iliaca anterior superior naar het tuberculum pubicum, en dat de bovenste grens vormt van het trigonum femorale. |
| Vena saphena magna | Dit is de langste vene van het lichaam, die ontstaat aan de mediale zijde van de voet en ventraal en mediaal langs het onderbeen loopt, om uiteindelijk in de vena femoralis te eindigen via de hiatus saphenae. |
| Vena saphena parva | Deze vene ontstaat uit een netwerk van venen op de voet, loopt lateraal langs het onderbeen en mondt uit in de vena poplitea in de fossa poplitea. |
| Venae perforantes | Dit zijn venen die op drie niveaus in de benen verbindingen leggen tussen de oppervlakkige en de diepe venen, waardoor bloed vanuit de oppervlakkige venen naar de diepe venen kan stromen. |
| Hiatus saphenae | Een opening in de fascia lata, de bindweefselvlieslaag die de spieren van het bovenbeen omgeeft, waar de vena saphena magna doorheen loopt om de vena femoralis te bereiken. |
| Spataders | Verwijde, kronkelige venen die vaak zichtbaar zijn aan het huidoppervlak, veroorzaakt door een slechte werking van de kleppen in de venen, waardoor bloed zich ophoopt. |
| Bypass-graft | Een chirurgische procedure waarbij een bloedvat, vaak de vena saphena magna, wordt gebruikt om een vernauwd of geblokkeerd bloedvat te omzeilen en de bloedtoevoer te herstellen. |
| Proef van Trendelenburg | Een diagnostische test die wordt gebruikt om de competentie van de kleppen in de venae perforantes te beoordelen door middel van afsnoeren en observeren van de veneuze vulling. |
| Proef van Herter | Een test die de competentie van de venae perforantes kleppen evalueert door patiënten te laten rondlopen met gestuwde oppervlakkige venen en de vulling te observeren. |
| Proef van Perthes | Een test die vergelijkbaar is met de Proef van Herter, maar specifiek beoordeelt of de stuwing van oppervlakkige venen toeneemt bij beweging, wat kan duiden op een afsluiting van de diepe venen. |
| Vena jugularis interna | De belangrijkste diepe vene van de hals, die bloed uit de hersenen, het hoofd en de hals ontvangt en diep onder de musculus sternocleidomastoideus ligt, vaak vergezeld door de arteria carotis interna. |
| Vena jugularis externa | Een oppervlakkige vene van de hals die zich aan de buitenkant van de musculus sternocleidomastoideus bevindt en zichtbaar kan worden bij verhoogde veneuze druk, zoals tijdens de Valsalva manoeuvre. |
| Vena brachiocephalica | Een grote vene die ontstaat uit de samenvloeiing van de vena jugularis interna en de vena subclavia, en die uitmondt in de vena cava superior. |
| Centraal veneuze katheter (CVC) | Een medisch hulpmiddel dat wordt ingebracht in een grote diepe vene, zoals de vena jugularis interna, om medicatie, vloeistoffen toe te dienen of centrale veneuze druk te meten. |
| Fascia | Een laag bindweefsel die spieren, organen en andere structuren omhult en ondersteunt; diepe venen zoals de vena jugularis interna liggen onder deze laag. |
| Musculus sternocleidomastoideus | Een grote spier in de nek die een belangrijk anatomisch herkenningspunt is voor het lokaliseren van de vena jugularis interna en externa. |
| Vena retromandibularis | Een vene die ontstaat in de glandula parotis door de samenvloeiing van de vena maxillaris en de vena temporalis superficialis, en die bloed afvoert naar zowel de vena jugularis interna als de vena jugularis externa. |
| Anastomose | Een verbinding tussen twee bloedvaten, zoals een veneuze anastomose die zorgt voor alternatieve afvoerroutes voor bloed. |
| Veneuze drainage | Het proces waarbij bloed vanuit weefsels en organen via venen wordt afgevoerd richting het hart. |
| Hemodynamische parameter | Een meetbare grootheid die de bloedcirculatie en de druk in het vaatstelsel beschrijft, zoals de centrale veneuze druk. |
| Portaal systeem | Een circulatiesysteem waarbij bloed door twee opeenvolgende haarvatennetwerken passeert voordat het terugkeert naar de algemene bloedsomloop. In dit geval stroomt bloed uit maag en darmen eerst door capillairen in het maagdarmkanaal en vervolgens door de lever sinusoïden. |
| Portale hypertensie | Een verhoogde druk in het portale systeem, meestal veroorzaakt door levercirrose, waarbij littekenvorming de bloedvaten in de lever vernauwt en de bloedstroom belemmert. |
| Levercirrose | Een chronische leveraandoening waarbij gezond leverweefsel wordt vervangen door littekenweefsel, wat leidt tot verstoring van de leverfunctie en verhoogde druk in het portale systeem. |
| Caput Medusae | Een klinisch teken van portale hypertensie, gekenmerkt door uitgezette, zichtbare aderen rond de navel, die ontstaan door de omleiding van bloed via de vena umbilicalis. |
| Hemorrhoïden | Gezwollen aderen in het rectum en rond de anus, ook wel bekend als aambeien, die kunnen ontstaan als gevolg van verhoogde druk in het portale systeem en de vorming van portocavale anastomosen. |
| Oesofagusvarices (slokdarmvarices) | Uitgezette en kwetsbare spataderen in de slokdarm, die ontstaan wanneer bloed bij hoge portale druk wordt omgeleid naar de slokdarmvenen. Deze kunnen levensbedreigende bloedingen veroorzaken. |
| Portocavale anastomosen | Natuurlijke of kunstmatige verbindingen tussen het portale veneuze systeem en het systemische veneuze systeem (vena cava). Deze vormen alternatieve routes voor bloed wanneer de normale bloedstroom door de lever belemmerd is. |
| TIPS (Transjugulaire Intrahepatische Portosystemische Shunt) | Een medische procedure waarbij een kunstmatige verbinding (shunt) wordt gecreëerd tussen een tak van de vena portae en een hepatische vene die naar de vena cava afwatert, met behulp van een stent. Dit omzeilt het capillaire netwerk in de lever en verlaagt de portale druk. |
| Ascites | Vochtophoping in de buikholte, wat een complicatie kan zijn van portale hypertensie en levercirrose, veroorzaakt door verhoogde druk in de bloedvaten en verminderde eiwitsynthese door de lever. |
| Hydrostatische druk | De druk die wordt uitgeoefend door de zwaartekracht op een vloeistof, in dit geval bloed in de venen, wat de veneuze vulling beïnvloedt, vooral in de onderste ledematen. |
| Tonus (veneuze) | De inherente spanning van de veneuze wanden, die mede bepaald wordt door het orthosympathisch zenuwstelsel en invloed heeft op de veneuze diameter en bloedvolume. |
| Veneuze retour | Het proces waarbij bloed vanuit de periferie terugstroomt naar het hart via het veneuze systeem. |