Cover
Aloita nyt ilmaiseksi Hoofdstuk 4 vasculaire anatomie arteriën.pdf
Summary
# Vasculaire anatomie van arteriën en klinisch onderzoek
Dit onderwerp behandelt de structuur van de arteriële wand en de klinische beoordeling van de arteriële bloedtoevoer, met speciale aandacht voor de hand en de onderste ledematen.
## 1.1 Structuur van de arteriële wand
* Arteriën, ook wel slagaders genoemd (Aa.), zetten uit bij elke systole, wat palpabel is [2](#page=2).
* Ze hebben een dikke wand maar een kleinere diameter dan venen [2](#page=2).
## 1.2 Klinisch onderzoek van de arteriële bloedvoorziening
### 1.2.1 Beoordeling van de arteriële doorstroming van de hand: modified Allen test
De modified Allen test wordt gebruikt om de arteriële doorbloeding van de hand te beoordelen [3](#page=3).
**Procedure:**
1. De patiënt wordt gevraagd een stevige vuist te maken [3](#page=3).
2. De arteria radialis en arteria ulnaris worden afgekneld [3](#page=3).
3. De patiënt wordt gevraagd de handpalm te openen; deze zal bleek zijn [3](#page=3).
4. Vervolgens wordt de arteria ulnaris losgelaten [4](#page=4).
**Interpretatie:**
* **Normaal:** Indien de arteria ulnaris doorgankelijk is, zal de hand binnen 5-15 seconden weer rood worden [4](#page=4).
* **Pathologisch:** Persisterende bleekheid wijst op occlusie in het bevloeiingsgebied van de arteria ulnaris [4](#page=4).
> **Tip:** Zorg ervoor dat de vuist stevig is en de handpalm volledig wordt geopend om de beoordeling van de kleurverandering goed te kunnen observeren.
### 1.2.2 Controle arteriële doorbloeding onderste ledematen
De arteriële doorbloeding van de onderste ledematen kan worden gecontroleerd aan de hand van kleur, pulsaties en temperatuur [5](#page=5).
#### 1.2.2.1 Kleur (posturale test)
1. Vraag de patiënt beide benen te heffen onder een hoek van 60° gedurende 1 minuut [5](#page=5).
2. Opvallende bleekheid, zoals aangegeven met een asterisk (*) op de afbeelding, wijst op arteriële insufficiëntie [5](#page=5).
3. Bij het vervolgens neerhangen van de benen moet normaal binnen 5 seconden de roze kleur terugkeren en binnen 20 seconden de veneuze vulling [5](#page=5).
#### 1.2.2.2 Pulsaties
De pulsaties van de volgende arteriën worden beoordeeld:
* Arteria femoralis [5](#page=5).
* Arteria poplitea [5](#page=5).
* Arteria tibialis posterior [5](#page=5).
* Arteria dorsalis pedis [5](#page=5).
#### 1.2.2.3 Temperatuur
De temperatuur van de onderste ledematen kan een indicatie geven van de arteriële doorbloeding. Een verminderde temperatuur kan wijzen op arteriële insufficiëntie, wat ook kan leiden tot arteriële ulcera [5](#page=5).
---
# Topografie van de aorta en grote vaten in de borstkas en hals
Dit gedeelte behandelt de topografie van de aorta en de grote vaten in de borstkas en hals, inclusief hun relatie tot belangrijke zenuwen en venen.
## 2. Topografie van de aorta en grote vaten in de borstkas en hals
### 2.1 De aorta in de borstkas
De aorta is de grootste arterie in het lichaam en begint bij de linker ventrikel van het hart. In de borstkas kent de aorta drie segmenten: de aorta ascendens, de arcus aortae en de aorta descendens (pars thoracica aortae) [6](#page=6) [7](#page=7).
#### 2.1.1 Aorta ascendens
De aorta ascendens is het opstijgende deel van de aorta en loopt vanaf de linker ventrikel omhoog [6](#page=6).
#### 2.1.2 Arcus aortae
De arcus aortae is de aortaboog, die na de aorta ascendens naar dorsaal (achterwaarts) en links buigt. Deze boog loopt over de linker hoofdbronchus van de long. De bovengrens van de arcus aortae bevindt zich ter hoogte van de eerste tussenribruimte [6](#page=6) [7](#page=7) [9](#page=9).
#### 2.1.3 Aorta descendens (pars thoracica aortae)
De aorta descendens is het dalende deel van de aorta dat zich in de borstkas bevindt. Het begint links en dorsaal van de wervelzuil. Caudaal (naar beneden toe) nadert dit deel de middellijn en komt het ventraal (voor) van de wervelzuil te liggen. De pars thoracica aortae kruist de oesophagus (slokdarm) in een lange 'X' [6](#page=6) [7](#page=7).
#### 2.1.4 Vertakkingen van de arcus aortae
Vanuit de arcus aortae ontspringen de drie grootste takken die bloed naar het hoofd, de hals en de armen voeren [6](#page=6):
* **Truncus brachiocephalicus:** Dit is de meest proximale (dichtstbijzijnde bij de oorsprong) vertakking. Deze splitst zich verder in de a. carotis communis dextra (rechter halsslagader) en de a. subclavia dextra (rechter ondersleutelbeenslagader). De truncus brachiocephalicus bevindt zich ventraal van de arcus aortae [13](#page=13) [6](#page=6).
* **A. carotis communis sinistra:** De linker gemeenschappelijke halsslagader [6](#page=6) [7](#page=7).
* **A. subclavia sinistra:** De linker ondersleutelbeenslagader, die onder de clavicula (sleutelbeen) en boven de eerste rib naar de okselholte loopt [6](#page=6) [7](#page=7).
### 2.2 Topografie van de grote venen in de borstkas
De belangrijkste venen die bloed uit de borstkas en de bovenste extremiteiten afvoeren, zijn de vena cava superior en de venae brachiocephalicae [10](#page=10).
#### 2.2.1 Vena cava superior
De vena cava superior is de bovenste holle ader. Deze ontvangt bloed van de venae brachiocephalicae. Dorsaal van de vena cava superior draagt deze bij aan plexussen ter hoogte van de long, het hart en de slokdarm [10](#page=10) [12](#page=12) [9](#page=9).
#### 2.2.2 Venae brachiocephalicae
Er zijn twee venae brachiocephalicae, een rechter en een linker [10](#page=10).
* **V. brachiocephalica dextra:** Deze is korter en loopt naar de vena cava superior. Ze bevindt zich ventraal van de truncus brachiocephalicus [10](#page=10) [9](#page=9).
* **V. brachiocephalica sinistra:** Deze is langer dan de rechter en kruist ventraal van de truncus brachiocephalicus [10](#page=10) [9](#page=9).
De vena brachiocephalica sinistra vormt zich thv de incisura jugularis (uitsparing van het borstbeen) [9](#page=9).
### 2.3 Relatie van grote vaten met zenuwen in de borstkas
Diverse belangrijke zenuwen lopen in nauwe relatie met de grote bloedvaten in de borstkas en hals [12](#page=12) [9](#page=9).
#### 2.3.1 Nervus phrenicus
De nervus phrenicus (hersenzenuw die de ademhalingsspieren innerveert) ligt ventraal van de m. scalenus anterior en dorsaal van de vena brachiocephalica/vena subclavia [9](#page=9).
#### 2.3.2 Nervus vagus
De nervus vagus (zwervende zenuw) heeft belangrijke relaties met de aorta en de arteriae subclaviae [12](#page=12) [9](#page=9).
* De nervus vagus loopt ventraal van de arteria subclavia [9](#page=9).
* De linker nervus vagus tak af en trekt onder de arcus aortae naar craniaal (omhoog) [12](#page=12).
#### 2.3.3 Nervus laryngeus recurrens
De nervus laryngeus recurrens is een tak van de nervus vagus. Deze zenuw loopt naar craniaal rondom de arteria subclavia (rechts) en de arcus aortae (links). Het verloop van deze zenuw is langer aan de linkerzijde [9](#page=9).
### 2.4 Topografie van grote vaten in de hals
In de hals bevinden zich belangrijke structuren die de bloedtoevoer naar het hoofd en de hersenen verzorgen, evenals de veneuze afvoer [14](#page=14).
#### 2.4.1 Arteria carotis communis
De gemeenschappelijke halsslagader verzorgt de bloedtoevoer naar het hoofd en de hals. Deze slagader is te vinden in de vagina carotica [14](#page=14).
#### 2.4.2 Vena jugularis interna
De interne halsader is de belangrijkste vene voor de veneuze afvoer uit het hoofd en de hals. Ook deze bevindt zich in de vagina carotica. Er is een duidelijk caliberverschil tussen de arteriae en de venen in de hals [14](#page=14).
#### 2.4.3 Nervus vagus in de hals
De nervus vagus loopt in de hals eveneens in de vagina carotica, meestal tussen de arteria carotis communis en de vena jugularis interna [14](#page=14).
#### 2.4.4 Fasciae van de hals
Verschillende fascies (bindweefselbladen) spelen een rol in de topografie van de halsvaten en zenuwen [14](#page=14):
* **Lamina prevertebralis:** Deze fascia ligt achter de prevertebrale spieren [14](#page=14).
* **Lamina pretrachealis:** Deze fascia omgeeft de infrahyoïdale spieren (spieren onder het tongbeen) [14](#page=14).
* **Lamina superficialis:** De meest oppervlakkige fascie [14](#page=14).
De vagina carotica is een schede die de arteria carotis communis, vena jugularis interna en nervus vagus omhult, en wordt gevormd door de lamina pretrachealis en lamina profunda [14](#page=14).
---
# De arteria carotis communis en haar vertakkingen
Dit onderwerp behandelt de splitsing van de arteria carotis communis en de anatomie en vertakkingen van de arteria carotis externa.
### 3.1 De arteria carotis communis
De arteria carotis communis (halsslagader) is palpatoir lateraal van het schildklierkraakbeen (cartilago thyroidea) en de adamsappel (prominentia laryngea) te voelen. De splitsing van de arteria carotis communis in de arteria carotis externa en interna vindt plaats ter hoogte van de bovenrand van het schildklierkraakbeen. Deze splitsing voorziet enerzijds de aangezicht, en anderzijds de hersenen van bloed [15](#page=15).
### 3.2 Verloop en positie van de arteria carotis interna en externa
De arteria carotis interna verloopt verticaal en heeft geen extracraniële zijtakken. De arteria carotis externa kenmerkt zich door meerdere vertakkingen. Beide carotiden lopen mediaal van de musculus digastricus, musculus stylohyoideus en nervus cranialis XII (N.XII) [16](#page=16).
#### 3.2.1 De sinus caroticus
De sinus caroticus is een verwijding aan het begin van de arteria carotis interna en fungeert als baroreceptor [17](#page=17).
#### 3.2.2 Verloop van de arteria carotis interna
De arteria carotis interna trekt in het canalis caroticus, gelegen in het rotsbeen (pars petrosa) van het slaapbeen (os temporale), naar de middelste schedelgrot (fossa cranii media). Deze arterie draagt bij aan de cirkel van Willis (circulus arteriosus cerebri) en heeft de arteria ophthalmica als zijtak [18](#page=18).
### 3.3 Zijtakken van de arteria carotis externa
De arteria carotis externa kent een reeks zijtakken die verschillende structuren van het hoofd en hals van bloed voorzien. Vanuit rechts gezien zijn dit de volgende takken [19](#page=19):
1. **Arteria thyroidea superior**: Dit is de eerste zijtak en heeft een caudaal verloop. Deze arterie splitst de arteria laryngealis superior af, welke door het membrana thyrohyoidea heen prikt [19](#page=19) [20](#page=20).
2. **Arteria pharyngea ascendens**: Deze arterie heeft een verticaal verloop naar de farynx en ligt dieper dan de arteria carotis interna [19](#page=19).
3. **Arteria lingualis**: Deze arterie verzorgt de bloedtoevoer naar de tong en passeert ter hoogte van de grote hoorns van het tongbeen (cornua majora vh hyoid) [19](#page=19) [20](#page=20).
4. **Arteria facialis**: Deze arterie loopt naar voor, naar het gezicht. De oorsprong is craniaal van de grote hoorns van het tongbeen. De arteria facialis geeft een arteria palatina ascendens en een arteria tonsillaris af. Deze arterie loopt onder de musculus hyoglossus door, langs de glandula submandibularis, waarvan de bloedtoevoer wordt verzorgd door de arteria submentalis, een aftakking van de arteria facialis. Verder draagt de arteria facialis bij aan de vascularisatie van het aangezicht, samen met aftakkingen van de arteria carotis interna [19](#page=19) [20](#page=20) [21](#page=21).
> **Tip:** De arteria facialis is een belangrijke arterie voor de bloedvoorziening van het aangezicht, maar de vascularisatie van het gelaat is een bijdrage van zowel de arteria carotis externa als interna [21](#page=21).
5. **Arteria occipitalis**: Deze arterie verloopt richting het achterhoofdsbeen (os occipitale) en loopt mediaal van de oorsprong van de musculus digastricus en musculus sternocleidomastoideus [19](#page=19) [20](#page=20).
6. **Arteria auricularis posterior**: Deze arterie loopt naar achter het oor en heeft zijn oorsprong net boven de musculus digastricus en musculus sternocleidomastoideus [19](#page=19) [20](#page=20).
### 3.4 Eindtakken van de arteria carotis externa
De arteria carotis externa eindigt in twee belangrijke slagaders:
7. **Arteria maxillaris**: Deze arterie kent vele takken en voorziet de diepere structuren van het aangezicht van bloed [20](#page=20).
8. **Arteria temporalis superficialis**: Deze arterie is palpabel ventraal van de tragus (oorspronkelijk kraakbeenstukje voor de gehoorgang) en dorsaal van het kaakgewricht [20](#page=20).
> **Voorbeeld:** De arteriae supraorbitalis en supratrochlearis, die het voorhoofd en de mediale ooghoek bevloeien, zijn aftakkingen die bijdragen aan de bloedvoorziening van het aangezicht en oorsprong vinden in vertakkingen die uiteindelijk herleidbaar zijn tot de arteria carotis externa [21](#page=21).
---
# Anatomie van de arteria maxillaris en haar functies
De arteria maxillaris is een grote arterie die het grootste deel van het aangezicht, de schedelbasis en delen van de hersenvliezen van bloed voorziet.
### 4.1 Topografie van de arteria maxillaris
De arteria maxillaris, oorspronkelijk afkomstig van de arteria carotis externa, heeft een complex verloop dat kan worden onderverdeeld in drie delen, elk met specifieke vertakkingen en verantwoordelijkheden voor de vascularisatie van verschillende anatomische regio's [24](#page=24).
#### 4.1.1 Eerste deel van de arteria maxillaris
Het eerste deel van de arteria maxillaris bevindt zich primair in de fossa infratemporalis, mediaal en caudaal van de arcus zygomaticus. Het oorsprongspunt bevindt zich dorsaal van het collum mandibulae, waarna het door de glandula parotidea (speekselklier) loopt. Vervolgens verloopt de arterie ventraal tussen het collum mandibulae en het ligamentum sphenomandibulare. Verder loopt het langs de musculus pterygoideus lateralis [22](#page=22) [23](#page=23).
De belangrijkste takken van het eerste deel zijn:
* **Arteria auricularis profunda:** Deze voorziet de buitenste gehoorgang en het kaakgewricht van bloed [24](#page=24) [27](#page=27).
* **Arteria tympanica anterior:** Deze tak gaat naar het middenoor en voorziet eveneens het kaakgewricht van bloed [24](#page=24) [27](#page=27).
* **Arteria meningea media:** Deze arterie passeert door het foramen spinosum en is verantwoordelijk voor de bloedvoorziening van de hersenvliezen (meningen) en het kaakgewricht [24](#page=24) [27](#page=27).
* **Arteria alveolaris inferior:** Deze arterie treedt binnen via het foramen mandibulae en loopt door het canalis mandibulae om de tanden van de onderkaak te vasculariseren [24](#page=24) [27](#page=27).
#### 4.1.2 Tweede deel van de arteria maxillaris
Het tweede deel van de arteria maxillaris, eveneens gelegen in de fossa infratemporalis, vertakt zich voornamelijk naar de kauwspieren (musculi masticatorii) [24](#page=24) [27](#page=27).
De takken van het tweede deel omvatten:
* **Arteria masseterica:** Deze arterie voorziet de musculus masseter van bloed [24](#page=24) [27](#page=27).
* **Rami pterygoidei:** Deze takken vasculariseren de musculus pterygoideus medialis en lateralis [24](#page=24) [27](#page=27).
* **Arteriae temporales profundae:** Deze lopen omhoog, diep van de musculus temporalis, en voorzien deze spier van bloed [24](#page=24) [27](#page=27).
* **Arteria buccalis:** Deze arterie loopt naar de wang en voorziet de musculus buccinator en de huid van de wang van bloed [24](#page=24) [27](#page=27).
#### 4.1.3 Derde deel van de arteria maxillaris
Het derde deel van de arteria maxillaris bevindt zich in de fossa pterygopalatina, welke een mediale uitbreiding is van de fossa infratemporalis, toegankelijk via de fissura pterygomaxillaris. Dit deel van de arterie geeft de belangrijkste takken af die het aangezicht vasculariseren [24](#page=24) [26](#page=26).
De eindtakken van het derde deel zijn cruciaal voor de bloedvoorziening van de neusholte, de bovenkaak en de orbita:
* **Arteria sphenopalatina:** Deze arterie gaat door het foramen sphenopalatinum en dringt de neusholte binnen, waar ze een belangrijke rol speelt bij de vascularisatie ervan. Deze arterie is verantwoordelijk voor ernstige posterieure neusbloedingen (epistaxis) [24](#page=24) [25](#page=25).
* **Arteria palatina descendens:** Deze tak daalt af en voorziet het gehemelte van bloed [24](#page=24) [25](#page=25).
* **Arteria infraorbitalis:** Deze arterie gaat door het foramen infraorbitale naar de orbita en voorziet de structuren van de oogkas van bloed [24](#page=24).
* **Arteriae alveolares posteriores superiores:** Deze takken lopen naar de achterste boventanden en de sinus maxillaris [24](#page=24).
* **Arteriae alveolares anteriores superiores:** Deze takken verzorgen de bloedvoorziening van de voorste boventanden [24](#page=24).
* **Ramus pharyngeus:** Een tak die naar de pharynx (keelholte) loopt [24](#page=24).
> **Tip:** Het begrijpen van de drie delen van de arteria maxillaris en hun specifieke vertakkingen is essentieel voor het lokaliseren van bloedingen en het begrijpen van de anatomische relaties in het hoofd- en halsgebied.
### 4.2 Functies van de arteria maxillaris
De arteria maxillaris is verantwoordelijk voor de bloedvoorziening van een breed scala aan structuren, waaronder:
* De tanden en het kaakbot van de boven- en onderkaak [24](#page=24).
* De kauwspieren [24](#page=24) [27](#page=27).
* De huid en de diepere structuren van het aangezicht [24](#page=24).
* De neusholte en het gehemelte [24](#page=24) [25](#page=25).
* De orbita en haar inhoud [24](#page=24).
* De hersenvliezen (meningen) [24](#page=24).
* Delen van het oor, zoals de buitenste gehoorgang en het middenoor [24](#page=24).
* Het kaakgewricht (articulatio temporomandibularis) [24](#page=24).
> **Tip:** Bij het bestuderen van de arteria maxillaris is het nuttig om de verschillende fossae (fossa infratemporalis en fossa pterygopalatina) en de foramina (foramen spinosum, foramen ovale, foramen sphenopalatinum, foramen infraorbitale) te visualiseren, aangezien deze de doorgangspunten voor veel van haar takken vormen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Arteriën | Slagaders die bloed onder hoge druk van het hart wegvoeren naar de rest van het lichaam. Ze hebben een dikke, gespierde wand en een kleine diameter in vergelijking met venen. |
| Systole | Het samentrekken van het hart, waarbij bloed de slagaders in wordt gepompt, wat leidt tot een tastbare pulsaties. |
| Vene | Bloedvat dat bloed terugvoert naar het hart. Venen hebben doorgaans een dunnere wand en een grotere diameter dan arteriën. |
| Modified Allen Test | Een klinische test om de doorbloeding van de hand te beoordelen door compressie van de arteria radialis en ulnaris, gevolgd door het beoordelen van de kleurherstel na loslaten van de druk. |
| Arteriële insufficiëntie | Een aandoening waarbij de bloedtoevoer via de arteriën onvoldoende is, wat kan leiden tot symptomen zoals bleekheid en pijn. |
| Aorta ascendens | Het eerste, stijgende deel van de aorta, dat uit het linkerventrikel van het hart komt. |
| Arcus aortae | De bochtige, bovenste gedeelte van de aorta dat van de aorta ascendens overgaat in de aorta descendens. |
| Aorta descendens | Het dalende deel van de aorta, dat verdeeld is in de pars thoracica (in de borstkas) en de pars abdominalis (in de buik). |
| Truncus brachiocephalicus | De eerste grote aftakking van de arcus aortae, die zich splitst in de arteria carotis communis dextra en de arteria subclavia dextra. |
| A. carotis communis | De gemeenschappelijke halsslagader, die bloed naar het hoofd en de nek voert en zich splitst in de arteria carotis interna en externa. |
| A. subclavia | De ondersleutelbeenslagader, die bloed naar de arm en schouder leidt. |
| Arteria lusoria | Een congenitale anomalie waarbij de rechter arteria subclavia links ontspringt en achter de slokdarm loopt, wat slikproblemen (dysphagia lusoria) kan veroorzaken. |
| Dysphagia lusoria | Slikproblemen veroorzaakt door compressie van de slokdarm door een aberrante arteria lusoria. |
| Arteriografie | Een radiografische techniek die gebruik maakt van contrastmiddel om de bloedvaten zichtbaar te maken. |
| Substractietechniek | Een radiografische methode waarbij achtergrondstructuren worden weggehaald om de bloedvaten duidelijker te visualiseren. |
| N. Phrenicus | De middenrifzenuw, die essentieel is voor de ademhaling en een specifieke topografische relatie heeft met grote vaten in de hals en borstkas. |
| N. Vagus | De tiende hersenzenuw, een belangrijke zenuw met een uitgebreid verloop door de hals, borstkas en buik, die nauw verbonden is met de grote bloedvaten. |
| N. Laryngeus recurrens | Een tak van de N. Vagus die terugloopt naar het strottenhoofd (larynx) en rond de arcus aortae (links) of arteria subclavia (rechts) loopt. |
| Vena cava superior | De grote ader die bloed uit het bovenlichaam terugvoert naar het rechteratrium van het hart. |
| Vagina carotica | Een schede van fascie rond de arteria carotis communis, vena jugularis interna en nervus vagus in de hals. |
| Sinus caroticus | Een verwijding aan de basis van de arteria carotis interna, die baroreceptoren bevat voor bloeddrukregulatie. |
| Circulus van Willis | Een ringvormige anastomose van arteriën aan de basis van de hersenen, die zorgt voor een redundante bloedtoevoer naar de hersenen. |
| A. ophthalmica | Een zijtak van de arteria carotis interna die bloed levert aan het oog en de omringende structuren. |
| A. thyroidea superior | De eerste zijtak van de arteria carotis externa, die de schildklier en delen van het strottenhoofd voorziet van bloed. |
| A. pharyngea ascendens | Een zijtak van de arteria carotis externa die naar de farynx (keelholte) loopt en deze voorziet van bloed. |
| A. lingualis | Een zijtak van de arteria carotis externa die de tong voorziet van bloed. |
| A. facialis | Een zijtak van de arteria carotis externa die het gezicht van bloed voorziet. |
| A. occipitalis | Een zijtak van de arteria carotis externa die de achterkant van het hoofd voorziet van bloed. |
| A. auricularis posterior | Een zijtak van de arteria carotis externa die achter het oor loopt en bloed levert aan omliggende structuren. |
| A. maxillaris | Een eindtak van de arteria carotis externa die een uitgebreid netwerk van bloedvaten vormt in de diepere delen van het aangezicht, de kaak en de schedelbasis. |
| A. temporalis superficialis | De andere eindtak van de arteria carotis externa, die bloed levert aan de slaapregio en de bovenkant van het hoofd. |
| Fossa infratemporalis | Een anatomische holte in de schedel, gelegen onder het jukbeenboog, waar de arteria maxillaris doorheen loopt. |
| Fossa pterygopalatina | Een holte achter de fossa infratemporalis, die de eindtakken van de arteria maxillaris bevat. |
| A. sphenopalatina | Een eindtak van de arteria maxillaris die de neusholte bevloeit en belangrijk is bij ernstige neusbloedingen. |
| A. palatina descendens | Een eindtak van de arteria maxillaris die de harde en zachte gehemelte bevloeit. |
| A. infraorbitalis | Een tak van de arteria maxillaris die door het foramen infraorbitale loopt en de oogkas, bovenkaak en de bovenlip bevloeit. |
| Aa. alveolares | Takken van de arteria maxillaris die de tanden van de bovenkaak en het kaakbeen bevloeien. |
| Epistaxis | Een medische term voor een neusbloeding. |