Cover
Aloita nyt ilmaiseksi geschiedenis- extern recht samenvatting.docx
Summary
Dit document behandelt de historische ontwikkeling van het recht in Europa, vanaf de vroege middeleeuwen tot het heden, met speciale aandacht voor de receptie en evolutie van het Romeinse recht, het *ius commune*, en de opkomst van nationale wetgeving en codificaties.
## De juridische landschap na de Romeinen
Na de val van het West-Romeinse Rijk in de 5e eeuw kende West-Europa een juridische transformatie. De invloed van het Romeinse recht was aanvankelijk beperkt, vooral in gebieden die zwaar waren getroffen door Germaanse invallen.
### De Costumiere Periode (ca. 500-1100)
Deze periode wordt gekenmerkt door achteruitgang op juridisch gebied. Er was geen centrale rechtsleer of eenheidswetgeving. Het recht was primitief en lokaal gewoonterecht, waarbij elke stam of regio zijn eigen regels had. Dit leidde tot een onderscheid tussen:
* **Pays de droit écrit (landen van het geschreven recht):** Gebieden met minder Germaanse invloeden, waar Romeins recht gedeeltelijk bewaard bleef.
* **Pays de droit coutumier (landen van het gewoonterecht):** Gebieden met sterke Germaanse invloeden, waar gewoonterecht domineerde. De grens tussen deze twee gebieden liep door Frankrijk.
#### Probleem 1: Germaans recht
De studie van het Germaanse recht uit deze periode wordt geconfronteerd met diverse problemen:
* **Bronverkenning:** Er zijn weinig betrouwbare bronnen uit de vroegste periode. Teksten zoals de *Germania* van Tacitus waren geschreven voor een Romeins publiek en dienden vaak als kritiek op de eigen tijd.
* **Volksrechten:** Optekeningen van lokaal recht op bevel van koningen hadden vaak propagandistische doeleinden en waren niet altijd een accurate weergave van het feitelijke recht. Bovendien was het recht grotendeels mondeling.
* **Invloed Romeins recht:** Het is lastig te bepalen in hoeverre het Germaanse recht al beïnvloed was door het Romeinse recht.
* **"Vuilbakmethode":** De poging om rechtsregels die niet aan de Kerk of Romeins recht konden worden toegeschreven als Germaans te bestempelen, is onbetrouwbaar.
* **Nieuwe visies:** Recente opvattingen stellen dat zuiver Germaans recht, onbeïnvloed door andere invloeden, niet bestond. Dit is deels een reactie tegen de Nazi-ideologie die het begrip "Germaans recht" misbruikte.
#### Probleem 2: De Karolingische Periode
Hoewel vaak overschat, kende deze periode enige juridische activiteit:
* **Capitularia:** Wetten uitgevaardigd door Frankische vorsten, opgesteld in *capitula* (punten). Het belang hiervan wordt echter vaak overdreven; er waren er niet veel en de Karolingische renaissance had op juridisch gebied weinig impact.
* **Uitzondering Engeland (Danelaw):** Door strijd tegen de Vikingen ontwikkelde Engeland een sterkere staat met meer wetgeving.
#### Geval apart: De Kerk
De Kerk genoot aanzienlijk prestige en verspreidde het christendom, wat indirect invloed had op het recht. Echter, de directe juridische macht van de Kerk was aanvankelijk beperkt.
#### Procedure
De procedurele aspecten kenden een achteruitgang ten opzichte van de Romeinse *dominatus*.
## De Periode van het *Ius Commune* (ca. 1100 - ca. 1800)
Rond 1100 ontstond een belangrijke breuk in de Europese juridische geschiedenis. Een veranderende maatschappij, met toenemende landbouwproductiviteit en de opkomst van universiteiten, vereiste een meer ontwikkeld recht.
### Herontdekking van het Corpus Iuris Civilis (CIC)
De herontdekking van het CIC, met name de *Digestae*, was cruciaal. Dit geavanceerde Romeinse recht bood een model voor de toenmalige maatschappelijke behoeften.
* **Verklaring:** Het Romeinse recht was in het zuiden van Europa nooit volledig verdwenen, maar had overleefd als een primitiever recht. De herontdekking was dus meer een herwaardering en intensieve studie.
* **Omvang en Kosten:** Het kopiëren van de omvangrijke CIC-teksten was kostbaar en tijdrovend, wat de verspreiding ervan initieel beperkte.
* **Opkomst Universiteiten:** Universiteiten, zoals die in Bologna, werden centra voor juridische studie. Populaire professoren trokken studenten aan en specialiseerden zich in het recht.
### Het *Ius Commune*
* **Definitie:** De term *ius commune* (gemeenschappelijk recht) verwijst niet zozeer naar identiek recht dat overal werd toegepast, maar naar de gemeenschappelijke methode en basisprincipes die voortkwamen uit de studie van het Romeinse recht (CIC) en het canoniek recht (romano-canoniek recht). Dit stond tegenover het *ius proprium* (lokaal gewoonterecht).
* **Receptie:** De overname van het Romeinse recht in Europa.
* **Methode:** De kern van het *ius commune* lag in de gemeenschappelijke methoden en denkbeelden die aan universiteiten werden onderwezen.
#### Scholen van het *Ius Commune*
1. **De Glossatoren (ca. 11e-13e eeuw)**
* **Achtergrond:** Werkten vanuit het principe dat het CIC een gezaghebbend en feilloos boek was.
* **Onderzoek:** Analyseerden het CIC met gloses (marginale aantekeningen), probeerden onduidelijkheden door tijdverschil te verklaren met gezond verstand en door te verwijzen naar parallelle passages. Interne contradicties werden opgelost door *distincties* (onderscheid in betekenissen).
* **Verwezenlijkingen:** Wetenschappelijking van het recht en ontwikkeling van juridische terminologie.
* **Beperkingen:** Weinig praktisch gericht, niet systematisch, geen kennis van Grieks, sterk autoriteitsgebonden. Belangrijke figuur: Accursius.
2. **De Commentatoren (ca. 13e-15e eeuw)**
* **Continuïteit:** Voortbouwend op de glossatoren en het CIC, met verdere ontwikkeling van de scholastiek.
* **Breuk:** Hielden rekening met niet-Romeins (lokaal) recht en pasten Romeinse juridische technieken hierop toe. Het Romeinse recht kreeg een subsidiaire rol ten opzichte van het lokale recht (*ius proprium*).
* **Gevolgen:** Ontwikkeling van nieuwe theorieën zoals de statutenleer (begin IPR) en nieuwe juridische literatuur zoals de *concilia* (adviezen). Grotere invloed door meer rekening te houden met de eigen tijd. Belangrijke figuren: Bartolus.
3. **De Humanisten (16e eeuw)**
* **Achtergrond:** Nadruk op de klassieke oudheid, met minachting voor de middeleeuwen. Juridisch humanisme zocht naar het "zuivere" Romeinse recht.
* **Methoden:** Filosofische, taalkundige en historische benaderingen met diepgaande kennis van Latijn en Grieks.
* **Positieve impact:** Onderwijshervormingen, terugkeer naar de oorspronkelijke CIC-tekst, relativering van het CIC door erkenning van fouten.
* **Negatieve impact:** Niet praktisch gericht, veeleisend voor studenten, juristen werden "vitters" (verfijnde kenners zonder praktische toepassing), Romeins recht viel van zijn voetstuk.
4. **Romano-canoniek Recht**
* **Oorsprong:** Gebaseerd op het canoniek recht dat de Kerk als erfgenaam van het Romeinse Rijk zag.
* **Ontwikkeling:** Het *Decretum Gratiani* (ca. 1140) was een belangrijke rechtsgeleerd werk voor het kerkelijk recht, vergelijkbaar met de glosse op het CIC. Latere pauselijke wetten (*decretalen*) en verzamelingen leidden tot het *Corpus Iuris Canonici*.
* **Wisselwerking:** Er was een voortdurende interactie tussen Romeins en canoniek recht, beide bestudeerd aan universiteiten. De Kerk werd effectief georganiseerd, maar juridische expertise van pausen gaf soms kritiek op de kerkelijke leiding.
### Verspreiding van het *Ius Commune*
* **Gebieden met Romeins Gewoonterecht (Mediterrane wereld):** Het *ius commune* werd gezien als een "upgrade" van het bestaande Romeinse recht.
* **Gebieden met Germaans Gewoonterecht (Rest van Europa):** Het *ius commune* betekende een grotere breuk en de overgang naar een nieuw rechtssysteem.
* **Landen met Massale Receptie (na 1500):** Landen die het *ius commune* volledig overnamen en hun eigen recht opzij schoven.
#### Specifieke Regio's
* **Italië:** Spontane receptie door sterke Romeinse traditie en de aanwezigheid van glossatoren en commentatoren.
* **Zuid-Frankrijk:** Romeins recht was al gewoonte (*pays de droit écrit*). De Franse koning benadrukte het als gewoonte en niet als keizerlijk recht om de invloed van de Duitse keizer te beperken (*rex princeps in regno suo*).
* **Spanje en Portugal:** Invloed tijdens de *Reconquista*, geëxporteerd tijdens ontdekkingsreizen.
* **Duitse Rijk:** Na 1495 werd het *ius commune* toegepast in het *Reichskammergericht*, wat leidde tot een sterke invloed van rechtsleer en de term *Rezeption*.
* **Schotland:** Aanvankelijk *common law*, maar later overgestapt op *ius commune* om Engelse dominantie te vermijden.
* **Verenigde Provinciën (Nederland):** Groot regionalisme leidde tot een belangrijke rol voor rechtsleer. *Rooms-Hollands recht* ontstond als een mengeling van inheems recht en Romeins recht, met Romeins recht als overheersende component.
#### Bolwerken van Gewoonterecht
* **Noord-Frankrijk & Zuidelijke Nederlanden:** Lokale gewoonten hielden stand, met Romeins recht in een subsidiaire rol. Weerstand van de Franse koning tegen het keizerlijke Romeinse recht, en later een citeerverbod in Parijs. In de Zuidelijke Nederlanden was er minder weerstand van de vorst.
* **Zwitserland:** Verzet tegen *ius commune* na afscheiding van het Duitse Rijk.
* **Engeland:** Grote afwijking, met een eigen ontwikkeling van *common law*.
### Gewoonterecht in de 12e-15e Eeuw: Eerste Ronde van Verbetering
Hoewel gewoonterecht belangrijk bleef, kampte het met problemen: verbrokkeling, een primitief karakter en een mondelinge aard.
* **Tendens tot Eenmaking:** Via hoofdgerechten die advies verleenden aan lagere rechtbanken, en via het uitlenen van rechters.
* **Verwetenschappelijking en Professionalisering:** Opkomst van *voorsprekers* (woordvoerders van rechtbanken) die juridische expertise vergaarden, netwerken vormden en soms in meerdere rechtbanken zetelden. Hun rol werd echter minder zichtbaar door de opkomst van legisten en een accentverschuiving van procedure naar rechtsregels.
* **Verschriftelijking:** Overgang van mondeling naar schriftelijk recht, eerst via private optekeningen (bv. *Sachsenspiegel*), later via officiële homologatie door de overheid, waardoor gewoonterecht formeel wettenrecht werd.
### Praktische Rechtsleer (16e-18e eeuw)
Deze stroming vertegenwoordigde een alliantie tussen gewoonte en Romeins recht. Het was anti-humanistisch gericht op de praktijk, maar nam elementen van het humanisme over (bv. gestructureerd onderwijs). Het was Europees van aard, met een Romeinse juridische basis en gewoonterecht als lokale component.
## De Verlichting en Codificatie (ca. 1800)
De Verlichting bracht een maatschappijkritische stroming die geloofde in vooruitgang en de mogelijkheid om op aarde een ideale maatschappij te creëren, gebaseerd op de rede.
### De Verlichting en het Recht
* **Politieke Gevolgen:** Tegen absolutisme, voor verlicht absolutisme of revolutie. Streven naar vrijheid en gelijkheid, afschaffing van privileges.
* **Culturele Gevolgen:** Kritiek op de Kerk, vrijheid van godsdienst.
* **Vooruitgangsgeloof:** "Nieuw is goed, oud is slecht."
* **Recht als Instrument:** Het recht werd gezien als een middel voor sociale engineering en politieke verandering, niet langer neutraal.
* **Noodzaak van Nieuw Recht:** Het bestaande recht voldeed niet. Er was behoefte aan universeel, rationeel recht, overgedragen via *codificatie*.
#### Wetgeving voor ca. 1800
* **Uitgangspunt:** Het oude recht werd als goed beschouwd. Vernieuwing betekende vaak een terugkeer naar het verleden.
* **Beperkte Rol Wetgeving:** Met uitzonderingen zoals de Pauselijke Revolutie (11e eeuw) en wetgeving in Engeland en Scandinavië.
* **Franse Ordonnantiën:** Belangrijke ordonnantiën van Lodewijk XIV (Colbert) op het gebied van procesrecht en handel stimuleerden de economie, maar het burgerlijk en strafrecht bleven achter. Ordonnantiën van d'Aguesseau regelden delen van het burgerlijk recht, maar met beperkt succes.
* **Zuidelijke Nederlanden:** Het Eeuwig Edict en andere wetten waren kort en namen veel over van Frankrijk [1611](#page=1611).
#### Voorloper 2: Vernunftrecht en Universeel Recht
* **Natuurrecht:** Recht dat voortvloeit uit de menselijke natuur en universeel geldt.
* **Vernunftrecht:** Het natuurrecht concreet gemaakt door het menselijk verstand, losgekoppeld van godsdienst.
* **Voorlopers:** Spaanse neo-scholastiek en Hugo Grotius.
* **Hugo Grotius:** Verbond neo-Spaanse scholastiek met juridische principes, legde basis voor volkenrecht en privaatrecht met principes als *pacta sunt servanda*. Band met godsdienst bleef echter bestaan.
* **Het Vernunftrecht:** Autonoom, systematisch (Pufendorf) en quasi-mathematisch (Wolff). Het recht werd gezien als product van logisch denken, los van god. Hoewel de inhoud vaak leek op *ius commune*, verschilden de systematiek en achtergrond.
### Codificatie
De Verlichting zag codificatie als de techniek om nieuw, universeel recht toe te passen. Het was een poging om het recht begrijpelijk, innovatief en rechtszeker te maken.
* **Napoleon en de Code Civil:** Na de Franse Revolutie werd de *Code Civil* (later *Code Napoléon*) opgesteld. Het was een poging om orde te herstellen, Napoleon te legitimeren en zijn nalatenschap te verzekeren. De bronnen waren revolutionair recht, *ius commune* en Franse ordonnantiën [1804](#page=1804).
* **Impact in Frankrijk:** De *Code Civil* zorgde voor eenheid en stabiliteit, en werd de "echte grondwet" van Frankrijk.
* **Impact in België:** Na de Franse overheersing bleef de *Code Civil* van kracht. Pogingen tot Belgische codificaties mislukten door interne conflicten en weerstand van juristen.
* **Gebreken Code Civil:** Vaak niet volledig, niet altijd systematisch, niet toegankelijk voor leken, en soms minder vernieuwend dan de Franse Revolutie zelf. Ondanks deze gebreken was het succes te danken aan militaire macht, de "er is geen alternatief"-mentaliteit en de "brussel-effect" van Europese wetgeving.
#### Engeland: The Odd Man Out
Engeland ontwikkelde zijn eigen *common law* systeem, met een sterke nadruk op rechtersrecht en precedenten, en een latere integratie van *equity*. De Engelse juridische traditie week af van het continentale *ius commune*.
## De 19e Eeuw: Nationalisme en Codificatie
De 19e eeuw stond in het teken van de opkomst van nationale rechtssystemen en verdere codificatie.
### Nationaal Recht in Europa
* **Einde van het *Ius Commune***: De opkomst van nationale staten en het idee van *volksgeist* (historische ervaring van een volk) onder leiding van figuren als Savigny, leidde tot de ontwikkeling van nationaal recht.
* **Duitse Codificatie (BGB):** Na een lange discussie (*Kodifikationsstreit*) werd in 1900 het *Bürgerliches Gesetzbuch* (BGB) ingevoerd. Het was een wetenschappelijk hoogstaand, gelaagd en systematisch wetboek, maar ook weinig democratisch en moeilijk te begrijpen voor buitenstaanders.
* **Frankrijk na 1804:** Ondanks de *Code Civil*, bleven er pogingen tot vernieuwing en aanpassingen, maar geen volledige hercodificatie.
* **België na 1830:** Bleef grotendeels Franse wetgeving toepassen door de verfransing en het gebrek aan eenheid. Pogingen tot eigen wetboeken mislukten of waren onvolledig.
* **Engeland:** Behield zijn *common law* systeem, hoewel er langzame moderniseringen plaatsvonden.
### Procedurele Ontwikkelingen
* **Twee Modellen:** Het revolutionaire model (vrederechter, billijkheid, mondeling, verzoening) en het rationele model (centrale rechtbanken, geleerde rechters, schriftelijk).
* **Centralisering en Professionalisering:** Groeiende rol voor beroepsrechters, universitaire juristen en beroepsorganisaties.
### Amerikaans Recht
* **Voor de Revolutie:** Engels recht.
* **Na de Revolutie:** Ontwikkeling van een eigen Amerikaans recht, met *legal instrumentalism* (recht dient economische vooruitgang) en *legal formalism* (recht bestaat uit universele waarheden).
* **Legal Realism:** Benadrukte de maatschappelijke context en de persoon van de rechter.
* **Verschillende Stromingen:** Van *legal liberalism* tot *originalism* en *law & economics*, met een constante spanning tussen juridische en politieke invloeden.
## De 20e Eeuw: Oorlog, Verstarring en Europese Integratie
De twee wereldoorlogen hadden een verwoestende impact op Europa en leidden tot een verstarring van het recht.
### Verstarring en Nieuwe Bronnen
* **Continuïteit en Techniek:** Het recht bleef technisch en autoriteitsgebonden, ondanks nieuwe rechtsbronnen zoals algemene rechtsbeginselen en nieuwe rechtsgebieden (arbeidsrecht, milieurecht).
* **Constitutionele en Internationale Hoven:** Grotere rol voor grondwettelijke en internationale hoven, met een horizontalisering van grondrechten.
* **Frankrijk en Duitsland:** Pogingen tot vernieuwing faalden grotendeels of bleven beperkt. De Nazi-periode in Duitsland leidde tot een verwerping van het Romeinse recht en pogingen tot een "gezond volksgevoel" als rechtsbron, wat mislukte. Na de oorlog keerde Duitsland terug naar het BGB.
* **Belgische Achterstand:** België bleef achter op het gebied van procesrecht en codificatie, met een late en moeizame invoering van nieuwe wetboeken.
### Europese Integratie en Globalisering
* **Brussel-effect:** Europese wetgeving, met name op het gebied van privacy (GDPR/AVG), werd door niet-EU-landen overgenomen vanwege de omvang van de EU-markt.
* **Nieuw *Ius Commune*:** De Europese integratie stimuleert de ontwikkeling van een nieuw, Europees privaatrecht, hoewel obstakels zoals taalverschillen, nationale gevoeligheden en de complexiteit van *mixed legal systems* de eenmaking bemoeilijken.
* **Hercodificatie:** Landen zoals Duitsland en Frankrijk hervormen hun nationale wetboeken. België werkt aan een nieuw Burgerlijk Wetboek, met een pragmatische aanpak en aanzienlijke vooruitgang.
* **Digitalisering:** Opkomst van internet, sociale media, AI, blockchain en andere technologieën stelt het recht voor nieuwe uitdagingen, zoals aansprakelijkheid, privacy en de rol van tussenpersonen.
### De Toekomst van het Recht
De toekomst van het recht wordt gekenmerkt door de voortdurende interactie tussen nationale en Europese rechtssystemen, de impact van digitalisering en de noodzaak om zich aan te passen aan veranderende maatschappelijke behoeften. De rol van het recht als instrument van machthebbers of als een middel tot sociale verandering blijft een centraal thema.
[TABLE
TOEN | NU
max. 4 richtingen (theologie, romeins of kerkelijk recht en geneeskunde) | veel richtingen
Internationaal: (overal was het latijn en overal werd hetzelfde handboek cic gebruikt): gevolg= overal in europa kan je studeren en diploma is overal geldig | nationaal
elitair* (op intellectueel, juridisch (voorrecht van rechtsmacht: enkel voor universitaire rechtbank) en financieel vlak) | democratisch
kerkelijk | niet kerkelijk
zeer autonoom (macht ligt bij de proffen), behalve in bologna (daar lag het bij de studenten) | minder autonoom
grote macht studenten | minder macht studenten
jongere studenten | oudere (?)studenten
geen vast programma | vast programma
kot soms bij de prof… (studenten kregen onderdak bij de prof) | dat gelukkig niet
[/TABLE
[TABLE
TOEN | NU
glosse | krabbels in cursus
sedes materiae (=de kapstok-: voor elk probleem gaat men een sleutelpassage toepassen = verdere verwijzingen die je nodig hebt om tot een oplossing te komen) | vindplaats Jura/Strada/Lexnow
casus (= fictief gevalletje dat verband houdt met de praktijk) | idem
brocardica (frappante slagzinnen die iets samenvatten bv. non bis in idem) | ezelsbruggetjes
summa (uiteenzetting van een bepaalde stof in een doorlopende tekst | handboeken?
lectura (de lezing) | ex cathedra les
repetitio (materie in de praktijk brengen, in dit deel kan je aan de prof wel vragen stellen) | praktische oefening
quaestio (de strijdvraag, de discussies met studenten en proffen kon heftig zijn) | grondige studie in de masters?
standaardglosse van Accursius* (standaardglossen apparaat= een boek waarin alles staat | Nieuwe Dekkers?
[/TABLE
[TABLE
Nadelen | Voordelen
Minder flexibiliteit | Kenbaarheid
Minder democratisch (want de rechters van de plaatelijke bevoking maakte het voordien, nu de vorst en het centrale bestuur) | Wetenschap wordt mogelijk
| Het recht wordt meer een wetenschap. |
[/TABLE
[TABLE
Napoleon | Plan Geens
Burgerlijk Wetboek | Nieuw Burgerlijk Wetboek
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering | Nieuw Gerechtelijk Wetboek
Wetboek van Koophandel | Afschaffen en Wetboek Economisch Recht en Wetboek Vennootschappen hervormen
Wetboek van Strafvordering | Nieuw Wetboek van Strafrecht
Strafwetboek | Nieuw Wetboek van Strafuitvoering
Napoleon had 5 grote wb | 3,5 +
[/TABLE
Glossary
# Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| *Ius commune* | Het gemeenschappelijk recht dat tussen ca. 1100 en 1800 in Europa werd toegepast, gebaseerd op Romeins recht en canoniek recht, in combinatie met een gemeenschappelijke methode van rechtswetenschap. |
| *Ius proprium* | Het lokale gewoonterecht dat naast het *ius commune* werd toegepast, vaak met een subsidiaire rol. |
| *Glossatoren* | Rechtsgeleerden uit de 11e tot 13e eeuw die zich toelegden op de studie van het Corpus Iuris Civilis (CIC) door middel van gloses (marginale aantekeningen), waarbij ze het recht uit de oudheid trachtten te interpreteren en te verklaren. |
| *Commentatoren* | Rechtsgeleerden uit de 13e tot 15e eeuw die voortbouwden op het werk van de glossatoren. Zij gaven uitgebreide commentaren op het CIC en de gloses, en pasten het recht meer toe op de hedendaagse maatschappelijke en juridische vraagstukken. |
| *Humanisten* | Rechtsgeleerden uit de 16e eeuw die zich richtten op de oorspronkelijke Romeinse teksten van het CIC, met een focus op historische en filologische methoden, en die de middeleeuwse interpretaties verwierpen. |
| *Vernunftrecht* | Een rationeel rechtssysteem gebaseerd op het menselijk verstand en natuurrechtelijke principes, dat ontstond tijdens de Verlichting als een breuk met het traditionele *ius commune* en als voorloper van codificaties. |
| *Codificatie* | Het systematisch opstellen van wetgeving in een allesomvattend wetboek, met als doel rechtszekerheid, toegankelijkheid en vernieuwing te bieden, kenmerkend voor de Verlichting en de periode na Napoleon. |
| *Capitularia* | Wetten van de Frankische vorsten uit de Karolingische periode, opgesteld in de vorm van puntenlijsten of hoofdstukken. |
| *Danelaw* | Een gebied in Engeland waar na de strijd tegen de Vikingen, het recht van Deense oorsprong werd toegepast. |
| *Feodaliteit* | Een sociaal-juridisch systeem uit de middeleeuwen gebaseerd op het feodale contract, waarbij lenen, heer en vazal, trouw en bescherming centraal staan. |
| *Common law* | Het Engelse rechtersrecht, ontwikkeld door koninklijke rechtbanken vanaf de 12e eeuw, dat evolueerde vanuit gewoonterecht en feodaal recht, en dat een eigen juridische traditie vormt die verschilt van het continentale *ius commune*. |