Cover
Aloita nyt ilmaiseksi 25-26_MW2_WC34_student (3).pptx
Summary
# Introductie tot het arbeidsrecht en welzijn op het werk
Dit gedeelte biedt een introductie tot het arbeidsrecht met een specifieke focus op welzijn op het werk, de bijbehorende wetgeving en risico's, evenals internationale aspecten en rechtsbronnen.
## 1. Welzijn op het werk
### 1.1 Definitie van welzijn op het werk
Welzijn op het werk omvat het geheel van factoren met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden waarin het werk wordt uitgevoerd. Dit omvat:
* Veiligheid op het werk
* Bescherming van de gezondheid van de werknemer
* Psychosociale aspecten van het werk
* Ergonomie
* Arbeidshygiëne
* Verfraaiing van de werkplaatsen
### 1.2 Prevalentie van welzijnsproblemen
* Jaarlijks sterven meer dan 4.000 werknemers als gevolg van arbeidsgerelateerde ongevallen.
* Meer dan 3 miljoen werknemers lopen jaarlijks een ernstig arbeidsongeval op.
* Een kwart van de werknemers geeft aan dat hun werk een overwegend negatief effect heeft op hun gezondheid.
* Dit leidt tot menselijk leed en hoge kosten voor werkgevers en de sociale zekerheid.
### 1.3 De Welzijnswet
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk vormt de basiswetgeving voor veiligheid en gezondheid op het werk. Bij problemen kunnen werknemers zich richten tot de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur.
#### 1.3.1 De vertrouwenspersoon
* Vanaf 50 werknemers is de aanwijzing van een vertrouwenspersoon verplicht.
* Deze persoon is het aanspreekpunt bij conflicten en mentale problemen op het werk.
* De vertrouwenspersoon biedt een luisterend oor en expertise, en verkleint de drempel voor werknemers om hulp te zoeken.
* De opleiding van een vertrouwenspersoon omvat doorgaans 5 dagen en behandelt wetgeving, beleid, procedures, gesprekstechnieken, opvanggesprekken, interventies en conflicthantering.
#### 1.3.2 De preventieadviseur
* Vanaf 20 werknemers is de aanstelling van een preventieadviseur verplicht.
* De preventieadviseur staat de werkgever bij in de toepassing van de maatregelen uit de welzijnswet.
* Deze functie is adviserend ten aanzien van werkgevers en werknemers.
* Men kan werken als interne of externe preventieadviseur, of als zelfstandige.
* De opleiding is op verschillende niveaus: Niveau 3 (6 dagen), Niveau 2 (20 dagen), Niveau 1 (51 dagen).
#### 1.3.3 Inhoud van de Welzijnswet
* Elke werkgever moet een welzijnsbeleid voeren.
* Elke werkgever moet beschikken over een Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk.
* Er zijn externe diensten voor controles op de werkplaats.
* De wet regelt de preventie van psychosociale risico's, waaronder stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag.
* Er worden maatregelen voorzien om de herhaling van ernstige arbeidsongevallen te voorkomen.
### 1.4 Risicoanalyse
* **Definitie:** De identificatie van gevaren voor het welzijn van werknemers, de vaststelling en bepaling van de risico's, en de beoordeling van deze risico's.
* **Fasen:**
1. Identificeren van gevaren.
2. Vaststellen en nader bepalen van risico's.
3. Evalueren van risico's.
* **Doel:** Het vaststellen van preventieve maatregelen.
* **Maatregelen:**
* Maatregelen gericht op het voorkomen van risico's.
* Maatregelen gericht op het voorkomen van schade.
* Maatregelen gericht op het beperken van schade.
* Deze maatregelen komen samen in het Globaal Preventieplan en een jaarlijks actieplan.
### 1.5 Psychosociale risico's op het werk
Dit zijn professionele risico's die psychische en eventueel lichamelijke schade kunnen berokkenen aan werknemers. Voorbeelden zijn: geweld, pesterijen, ongewenst seksueel gedrag, stress, burn-out, zelfmoord, en alcohol- en drugsmisbruik.
### 1.6 Arbeidsongevallen
* **Definitie:** Elk ongeval dat een werknemer overkomt tijdens en door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en dat een letsel veroorzaakt. Dit omvat ook ongevallen op de weg van en naar het werk.
* Er wordt een onderscheid gemaakt tussen ernstige en lichte ongevallen.
* Elk ongeval moet worden onderzocht.
### 1.7 Ergonomische belasting
* Musculoskeletale aandoeningen zijn een belangrijk gezondheidsprobleem in ondernemingen.
* Oorzaken zijn onder meer: rechtstaand werken, lasten dragen, verplaatsen van personen, verkeerde houdingen, repetitieve handelingen (bv. bij computerwerk), en langdurig stilzitten.
* Aandacht voor ergonomie zorgt ervoor dat arbeidsomstandigheden worden aangepast aan de kenmerken van de werknemer om deze belasting uit te schakelen of te beperken.
## 2. Arbeidsrecht internationaal
### 2.1 Internationale rechtsbronnen
Internationale verdragen bevatten regels die relevant zijn voor het arbeidsrecht. Belangrijke bronnen zijn:
* Verenigde Naties (VN)
* Internationale Arbeidsorganisatie (IAO)
* Raad van Europa
* Europese Unie (EU)
Internationale rechtsregels prevaleren boven nationale rechtsregels, hoewel internationale regels vaak vaag zijn.
### 2.2 Vrij verkeer van werknemers (EU)
* EU-burgers hebben het recht om werk te zoeken in een ander EU-land, er te werken zonder werkvergunning, er te wonen wanneer ze werken, en er te verblijven, ook na het beëindigen van de tewerkstelling.
* Ze genieten dezelfde behandeling als burgers van het gastland op het gebied van werk, arbeidsomstandigheden, en sociale en fiscale voordelen.
* Het vrij verkeer van werknemers is een fundamentele vrijheid binnen de Europese Unie.
* Het houdt gelijke behandeling in qua toegang tot werk, arbeidsvoorwaarden, en op fiscaal en sociaal vlak.
* Het verblijfsrecht strekt zich uit tot de gezinsleden van de werknemer.
* Dit staat los van detachering, waarbij werknemers voor een beperkte periode door hun werkgever naar een ander land worden gestuurd.
## 3. Payroll en de loonfiche
### 3.1 Wat houdt payroll in?
Payroll is het proces van loonadministratie. Het omvat stappen die het bedrijf zelf uitvoert en stappen die eventueel uitbesteed zijn aan een sociaal secretariaat. Het is een complex en tijdrovend proces.
### 3.2 Loonberekening
In België wordt de loonberekening meestal verzorgd door een sociaal secretariaat, dat administratieve taken voor bedrijven met werknemers afhandelt.
### 3.3 Loon
* **Definitie:** Loon, of bezoldigingspakket, is de tegenprestatie van de werkgever voor de arbeid die de werknemer verricht in het kader van de arbeidsovereenkomst.
* Het kan zowel in geld (loon, premies) als in natura (voordelen, goederen) zijn.
* Er is een onderscheid tussen vast en variabel loon.
### 3.4 Loonbescherming
* Loon in geld wordt overgeschreven.
* Frequentie van uitbetaling is wettelijk bepaald: minstens tweemaal per maand voor arbeiders en maandelijks voor bedienden.
* Het tijdstip van uitbetaling wordt vastgelegd door een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) of het arbeidsreglement.
* Werkgevers zijn verplicht een loonfiche te bezorgen.
### 3.5 De loonfiche
* **Definitie:** Een uittreksel van de individuele rekening van de werknemer.
* De werkgever is verplicht een loonafrekening te overhandigen zodat de werknemer de berekening en inhoudingen op zijn loon kan controleren.
* De inhoud van de loonfiche wordt per paritair comité vastgelegd.
#### 3.5.1 Inhoud van de loonfiche
De loonfiche moet onder meer de volgende informatie bevatten:
* Naam en adres van de werkgever.
* Naam en beginletter van de voornaam van de werknemer.
* Inschrijvingsnummer van de werknemer bij de werkgever.
* Periode waarop de afrekening betrekking heeft.
* Omvang van de prestaties.
* Basisloon.
### 3.6 Bruto, belastbaar en netto loon
Het proces van loonberekening van bruto tot netto omvat verschillende stappen:
**Bruto loon:** Het brutoloon is de bezoldiging die onderworpen is aan RSZ-bijdragen. Dit omvat lonen, wedden, overuren, toeslagen, premies, bonussen, gewaarborgd loon bij ziekte, loon voor vakantiedagen, en vakantiegeld (voor bedienden).
* **Bruto (onderworpen aan RSZ-bijdrage)**
* \- Persoonlijke RSZ-bijdrage
* \+ Werkbonus (= vermindering van de persoonlijke RSZ-bijdrage)
* = **Belastbaar loon**
**Belastbaar loon:** Dit is de berekeningsbasis voor de bedrijfsvoorheffing. Het is het bruto loon min de RSZ-werknemer. Soms wordt het belastbaar loon verhoogd met bedragen die niet onderworpen zijn aan RSZ (bv. firmawagen, woon-werkvergoeding, vakantiegeld).
* **Belastbaar loon**
* \- Bedrijfsvoorheffing
* \+ Verminderingen op de bedrijfsvoorheffing
* = **Voorlopig netto loon**
**RSZ-bijdrage:** De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-bijdrage wordt gefinancierd door werkgever en werknemer.
* Werkgever: ongeveer 25% sociale bijdragen bovenop het brutoloon.
* Werknemer: ongeveer 13,07% aan de RSZ.
Deze bijdragen zijn bestemd voor sociale uitkeringen (bv. bij ziekte, pensioen, werkloosheid, kinderbijslag).
**Werkbonus:** Een vermindering van de RSZ-werknemer bij lage lonen. Dit geldt enkel voor de 13,07% RSZ-bijdrage.
**Bedrijfsvoorheffing:** Een verplicht voorschot op de betaling van de personenbelasting. De hoogte ervan is afhankelijk van het loon, de burgerlijke staat en de gezinssituatie. Er is een vrijstelling voor jonge werknemers. De schalen van bedrijfsvoorheffing worden jaarlijks gepubliceerd.
* **Voorlopig netto loon**
* \- Bijzondere sociale zekerheidsbijdrage
* \+ / - Diversen
* = **Definitief netto loon**
**Definitief netto loon:** Dit is het bedrag dat werknemers effectief uitbetaald krijgen. Het is in principe het bedrag dat overblijft na aftrek van de RSZ-bijdrage en de bedrijfsvoorheffing.
$$ \text{Nettoloon} = \text{Belastbaar loon} - \text{Bedrijfsvoorheffing} $$
### 3.7 Cruciale data voor payroll
Belangrijke gegevens voor de payroll zijn onder meer:
* **Dimona-aangifte:** Elektronisch bericht waarmee de werkgever personeelswijzigingen (in- en uitdiensttredingen) aangeeft bij de RSZ.
* Extralegale voordelen (bv. firmawagen, treinabonnement, gsm, laptop, maaltijdcheques, groeps- en hospitalisatieverzekering).
* Bonussen, premies, onkosten, overuren.
* Vakantie- en ziektedagen.
* Persoonlijke gegevens van werknemers.
### 3.8 Groeps- en hospitalisatieverzekering
* **Groepsverzekering:** Bouwt een aanvullend pensioen op en biedt bijkomende waarborgen zoals overlijdensdekking en arbeidsongeschiktheid.
* **Hospitalisatieverzekering:** Een extralegaal voordeel dat werknemers beschermt tegen hoge onverwachte kosten bij een ziekenhuisopname. De wet-Verwilghen beschermt werknemers die het bedrijf verlaten en hun aansluiting bij de zorgverzekering verliezen.
### 3.9 Wettelijke vakantie
* **Vakantiedienstjaar:** Het jaar waarin arbeid wordt verricht en dat recht geeft op vakantiedagen en vakantiegeld.
* **Vakantiejaar:** Het jaar waarin de vakantie wordt opgenomen, dus het jaar na het vakantiedienstjaar.
* Het aantal vakantiedagen hangt af van het aantal werkdagen per week en het aantal weken dat direct voorafgaat aan het vakantiejaar.
* Na een volledig gewerkt jaar heeft een werknemer recht op 20 werkdagen bij een 5-daagse werkweek.
* Maximaal 4 weken (20 dagen) vakantie per jaar (afhankelijk van het arbeidsregime).
#### 3.9.1 Wettelijke vakantie: bediende
Voor een voltijdse bediende geldt: per volledig gepresteerde of gelijkgestelde maand in het vakantiedienstjaar, krijgt men 2 dagen vakantie in het vakantiejaar (in een 6-daagse week).
### 3.10 Vakantiegeld
* **Enkel vakantiegeld:** Het inkomen dat een werknemer ontvangt tijdens betaald verlof.
* **Dubbel vakantiegeld:** Bijkomende bezoldiging.
### 3.11 Jeugdvakantie
* Jonge werknemers (< 25 jaar op 31/12 van het jaar vóór het vakantiejaar) hebben recht op jeugdvakantie tijdens het eerste jaar na afstuderen.
* Betaald door de RVA.
* **Voorwaarden:**
* Jonger zijn dan 25 jaar op 31/12 van J-1.
* Studies, leertraject of opleiding voltooid hebben in J-1.
* Minstens één maand gewerkt hebben na het einde van de studies in J-1 (13 dagen).
* Wettelijke verlofdagen moeten eerst opgenomen worden (max. 4 weken vakantie).
### 3.12 Eindejaarspremie of 13e maand
* Een belastbare bonus die een werknemer eenmaal per jaar bovenop het loon ontvangt.
* Niet wettelijk verplicht, maar wel verschuldigd in bepaalde sectoren en ondernemingen.
---
# Payroll en de loonfiche
Dit gedeelte biedt een gedetailleerd overzicht van payrollprocessen en de inhoud en berekening van een loonfiche, van bruto tot netto.
### 2.1 Wat houdt payroll in?
Payroll, ook wel loonadministratie genoemd, omvat het volledige proces rond de verloning van werknemers. Dit proces kan intern worden beheerd door het bedrijf of worden uitbesteed aan een sociaal secretariaat. Het is een complex en tijdrovend proces.
### 2.2 Hoe gaat de loonberekening in zijn werk?
In België wordt de loonberekening doorgaans uitgevoerd door een sociaal secretariaat. Dit secretariaat neemt diverse administratieve taken over voor bedrijven met werknemers.
### 2.3 Loon
Loon, ook wel bezoldigingspakket genoemd, is de tegenprestatie van de werkgever voor de arbeid die de werknemer verricht krachtens de arbeidsovereenkomst. Dit kan zowel in speciën (loon, premies) als in natura (voordelen, goederen) worden uitgekeerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vast en variabel loon.
#### 2.3.1 Loonbescherming
Het loon (in speciën) wordt doorgaans maandelijks uitbetaald (voor bedienden) of minstens tweemaal per maand (voor arbeiders), op een tijdstip vastgelegd door een cao of het arbeidsreglement. De werkgever is verplicht een loonfiche te bezorgen aan de werknemer.
### 2.4 De loonfiche
Een loonfiche is een uittreksel van de individuele rekening van de werknemer. De werkgever is verplicht deze loonafrekening te overhandigen zodat de werknemer de berekening van zijn loon en de daarop toegepaste inhoudingen kan nagaan. De specifieke vermeldingen die op elke loonfiche moeten voorkomen, worden per paritair comité vastgelegd.
#### 2.4.1 Inhoud van de loonfiche
Typische vermeldingen op een loonfiche omvatten:
* Naam en adres van de werkgever.
* Naam en beginletter van de voornaam van de werknemer.
* Inschrijvingsnummer van de werknemer bij de werkgever.
* Periode waarop de afrekening betrekking heeft.
* Omvang van de prestaties.
* Basisloon.
#### 2.4.2 Bruto, belastbaar en netto loon
Het loon doorloopt verschillende stadia in de berekening:
1. **Brutoloon:** Dit is de bezoldiging die onderworpen is aan de RSZ-bijdragen. Het omvat lonen, wedden, overuren, toeslagen, premies, bonussen, gewaarborgd loon bij ziekte, loon voor vakantiedagen en vakantiegeld voor bedienden.
$$
\text{Brutoloon} = \text{Lonenn} + \text{Wedden} + \text{Overuren} + \text{Toeslagen} + \text{Premies} + \text{Bonussen} + \dots
$$
2. **RSZ-bijdrage (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid):** Deze bijdrage wordt gefinancierd door zowel de werkgever als de werknemer.
* Werkgeversbijdrage: ongeveer 25% van het brutoloon.
* Werknemersbijdrage: ongeveer 13,07% van het brutoloon.
Deze bijdragen financieren sociale uitkeringen zoals ziekte, pensioen, werkloosheid en kinderbijslag.
$$
\text{RSZ\_WN} \approx 13,07\% \times \text{Brutoloon}
$$
3. **Werkbonus:** Dit is een vermindering van de RSZ-werknemersbijdrage, specifiek van toepassing bij lage lonen.
4. **Belastbaar loon:** Dit is de basis voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing.
$$
\text{Belastbaar Loon} = \text{Brutoloon} - \text{RSZ\_WN} (+ \text{niet RSZ-onderworpen bedragen})
$$
Soms worden niet RSZ-onderworpen bedragen, zoals een firmawagen, woon-werkvergoeding of vakantiegeld, opgeteld bij het belastbaar loon.
5. **Bedrijfsvoorheffing:** Dit is een verplicht voorschot op de personenbelasting. De hoogte ervan is afhankelijk van het loon, de burgerlijke staat en de gezinssituatie van de werknemer. Er kunnen vrijstellingen gelden voor jonge werknemers. De schalen worden jaarlijks gepubliceerd.
$$
\text{Bedrijfsvoorheffing} = f(\text{Belastbaar Loon, Gezinssituatie})
$$
6. **Voorlopig netto:** Dit is het bedrag na aftrek van de bedrijfsvoorheffing.
$$
\text{Voorlopig Netto} = \text{Belastbaar Loon} - \text{Bedrijfsvoorheffing}
$$
7. **Definitief netto:** Dit is het uiteindelijke bedrag dat de werknemer effectief ontvangt.
$$
\text{Definitief Netto} = \text{Voorlopig Netto} - \text{Bijzondere Sociale Zekerheidsbijdrage} -/+ \text{Diversen}
$$
#### 2.4.3 Cruciale data voor payroll
Voor een correcte payrollverwerking zijn diverse gegevens essentieel:
* **Dimona-aangifte:** Elektronisch bericht waarmee de werkgever wijzigingen in het personeelsbestand (in- en uitdiensttredingen) aangeeft bij de RSZ.
* Extralegale voordelen: zoals firmawagen, fietsvergoeding, treinabonnement, gsm, laptop, eco- en maaltijdcheques, groeps- en hospitalisatieverzekering.
* Bonussen, premies, onkosten, overuren.
* Vakantie- en ziektedagen.
* Persoonlijke gegevens van werknemers.
### 2.5 Extralegale voordelen
#### 2.5.1 Groeps- en hospitalisatieverzekering
* **Groepsverzekering:** Biedt opbouw van een aanvullend pensioen en bijkomende waarborgen zoals overlijdensdekking of arbeidsongeschiktheid.
* **Hospitalisatieverzekering:** Dekt onverwachte hoge kosten bij een ziekenhuisopname. De Wet-Verwilghen beschermt werknemers die hun bedrijf verlaten en daardoor hun aansluiting bij de verzekering verliezen.
### 2.6 Wettelijke vakantie
#### 2.6.1 Vakantiedienstjaar en vakantiejaar
* **Vakantiedienstjaar:** Het jaar waarin arbeid wordt verricht en dat recht geeft op vakantiedagen en vakantiegeld.
* **Vakantiejaar:** Het jaar waarin de vakantie wordt opgenomen, het jaar na het vakantiedienstjaar.
Het aantal vakantiedagen is afhankelijk van het aantal werkdagen per week en het aantal gewerkte weken in het kalenderjaar voorafgaand aan het vakantiejaar. Na een volledig gewerkt jaar heeft een werknemer recht op 20 werkdagen bij een vijfdaagse werkweek (maximaal 4 weken vakantie per jaar).
#### 2.6.2 Vakantie voor bedienden
Voor een voltijdse bediende geldt: per volledig gepresteerde of gelijkgestelde maand in het vakantiedienstjaar, heeft men recht op 2 dagen vakantie in het vakantiejaar (uitgedrukt op een zesdaagse week).
#### 2.6.3 Vakantiegeld
* **Enkel vakantiegeld:** Het inkomen dat de werknemer ontvangt tijdens betaald verlof.
* **Dubbel vakantiegeld:** Een bijkomende bezoldiging.
#### 2.6.4 Jeugdvakantie
Jonge werknemers jonger dan 25 jaar op 31 december van het voorgaande jaar, die in het voorgaande jaar studies, een leertraject of opleiding hebben voltooid en minstens één maand hebben gewerkt na het einde hiervan, hebben recht op jeugdvakantie. Deze wordt betaald door de RVA. Wettelijke verlofdagen moeten eerst worden opgenomen (maximaal 4 weken).
### 2.7 Eindejaarspremie of 13e maand
Dit is een belastbare bonus die één keer per jaar wordt ontvangen bovenop het loon. Het is niet wettelijk verplicht, maar kan voortvloeien uit sectorale of ondernemingsspecifieke afspraken.
### 2.8 Hoe lees ik mijn loonfiche?
Het begrijpen van de loonfiche vereist kennis van de verschillende componenten en berekeningsprincipes. Belangrijke elementen om te herkennen zijn het brutoloon, de RSZ-inhoudingen, de bedrijfsvoorheffing en het uiteindelijke nettoloon. Ook extralegale voordelen en eventuele bonussen of toeslagen moeten duidelijk vermeld staan.
> **Tip:** Vergelijk de informatie op je loonfiche met je arbeidsovereenkomst en eventuele cao's om zeker te zijn van de correcte toepassing van de loonberekening en de toegekende voordelen.
> **Voorbeeld:** Bij het doornemen van een loonfiche, identificeer eerst het brutoloon. Trek vervolgens de persoonlijke RSZ-bijdrage en de bedrijfsvoorheffing af. Eventuele correcties zoals een werkbonus of andere inhoudingen/toevoegingen worden hierna verwerkt om tot het definitieve nettoloon te komen. Controleer of alle extralegale voordelen correct zijn weergegeven.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Arbeidsrecht | Het rechtsgebied dat de relatie tussen werkgevers en werknemers regelt, inclusief rechten en plichten van beide partijen met betrekking tot arbeidsovereenkomsten en arbeidsomstandigheden. |
| Welzijn op het werk | Het geheel van factoren gerelateerd aan de arbeidsomstandigheden die de veiligheid, gezondheid, psychosociale aspecten, ergonomie, arbeidshygiëne en de verfraaiing van werkplekken omvatten. |
| Welzijnswet | De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, die de basis vormt voor veiligheid en gezondheid op het werk. |
| Vertrouwenspersoon | Een aangewezen persoon binnen een organisatie die fungeert als aanspreekpunt voor werknemers bij conflicten en mentale problemen, en die luisterend oor en expertise biedt. |
| Preventieadviseur | Een professional die de werkgever bijstaat bij de toepassing van maatregelen ter bevordering van welzijn en veiligheid op het werk, met een adviserende rol voor zowel werkgever als werknemers. |
| Risicoanalyse | Het proces van het identificeren, vaststellen, bepalen en beoordelen van gevaren en risico's voor het welzijn van werknemers tijdens de uitvoering van hun werk, teneinde preventieve maatregelen te kunnen nemen. |
| Psychosociale risico's | Professionele risico's die psychische en eventueel lichamelijke schade kunnen berokkenen aan werknemers, zoals geweld, pesterijen, stress en burn-out. |
| Arbeidsongeval | Elk ongeval dat een werknemer overkomt tijdens en door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, of op de weg van en naar het werk, dat een letsel veroorzaakt. |
| Ergonomische belasting | De fysieke of mentale inspanning die werknemers moeten leveren als gevolg van de arbeidsomstandigheden, zoals langdurig staan, zware lasten tillen of repetitieve handelingen, en waarbij de arbeidsomstandigheden aangepast worden aan de werknemer. |
| Internationale rechtsbronnen | Internationale verdragen en regels, zoals die van de Verenigde Naties, de Internationale Arbeidsorganisatie, de Raad van Europa en de Europese Unie, die invloed hebben op het nationale arbeidsrecht. |
| Vrij verkeer van werknemers | Het principe binnen de Europese Unie dat EU-burgers het recht geeft om in een ander EU-land te werken, te wonen en dezelfde behandeling te krijgen als de burgers van dat land op het gebied van werk, arbeidsomstandigheden en sociale/fiscale voordelen. |
| Payroll proces | Het totale proces van loonadministratie dat nodig is om werknemers te betalen, inclusief het berekenen van lonen, het afhandelen van belastingen en sociale zekerheidsbijdragen, en het opstellen van loonfiches. |
| Sociaal secretariaat | Een gespecialiseerde dienstverlener die bedrijven ondersteunt bij administratieve taken, met name op het gebied van payroll, loonberekening en sociale zekerheid. |
| Loonfiche | Een document dat een overzicht geeft van de individuele loonberekening van een werknemer, inclusief bruto- en nettoloon, inhoudingen en andere relevante informatie. |
| Bruto loon | Het totale loon dat een werknemer verdient voordat enige inhoudingen zoals belastingen en sociale zekerheidsbijdragen zijn afgetrokken. |
| Belastbaar loon | Het deel van het bruto loon dat als basis dient voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing, na aftrek van de persoonlijke RSZ-bijdragen en eventuele toevoegingen. |
| Bedrijfsvoorheffing | Een voorschot op de personenbelasting dat door de werkgever wordt ingehouden op het loon van de werknemer en periodiek wordt afgedragen aan de staat. |
| Nettoloon | Het uiteindelijke bedrag dat een werknemer effectief uitbetaald krijgt na aftrek van alle belastingen, sociale zekerheidsbijdragen en andere inhoudingen van het bruto loon. |
| RSZ-bijdrage | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-bijdrage, een verplichte bijdrage die door zowel werkgevers als werknemers wordt betaald en dient ter financiering van sociale uitkeringen. |
| Extralegale voordelen | Bijkomende voordelen die een werkgever aanbiedt bovenop het basisloon, zoals een firmawagen, groepsverzekering of maaltijdcheques. |
| Wettelijke vakantie | De periode van betaald verlof waarop een werknemer recht heeft volgens de arbeidswetgeving, gebaseerd op het aantal gewerkte dagen en de duur van de dienstverband. |
| Vakantiegeld | Een extra vergoeding die werknemers ontvangen naast hun normale loon, specifiek gerelateerd aan hun vakantieperiode. Dit kan enkel vakantiegeld of dubbel vakantiegeld zijn. |
| Eindejaarspremie of 13e maand | Een belastbare bonus die werknemers eenmaal per jaar ontvangen bovenop hun reguliere loon, niet wettelijk verplicht, maar vaak vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten of bedrijfsreglementen. |