Cover
Aloita nyt ilmaiseksi Hfst_9_EU_mededingingsrecht-1.pptx
Summary
# EU mededingingsrecht: regels voor ondernemingen
Dit deel van het EU-mededingingsrecht richt zich op de regels die van toepassing zijn op ondernemingen, met name het kartelverbod, het misbruik van een machtspositie en de controle op concentraties.
## 1. Regels voor ondernemingen
### 1.1 Kernartikelen van het EU-mededingingsrecht
Het EU-mededingingsrecht voor ondernemingen is primair gebaseerd op de volgende artikelen van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) en een specifieke verordening:
* **Artikel 101 VWEU:** Dit artikel verbiedt overeenkomsten, besluiten van ondernemingsverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de mededinging op de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst.
* **Artikel 102 VWEU:** Dit artikel verbiedt het een of meer ondernemingen, voor zover een handel tussen de lidstaten daardoor ongunstig wordt beïnvloed, van het verbod gebruik te maken van een machtspositie op de interne markt of op een wezenlijk deel ervan.
* **Verordening (EG) nr. 139/2004 (Concentratieverordening):** Deze verordening regelt de controle op concentraties van ondernemingen met een EU-dimensie.
### 1.2 Elementen van een inbreuk op artikel 101 VWEU
Om tot een inbreuk op artikel 101 VWEU te kunnen komen, moeten de volgende vier elementen aanwezig zijn:
1. **Onderneming:** Een entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd. Overheidstaken die niet van economische aard zijn, vallen hier doorgaans buiten. De 'leer van de economische eenheid' houdt in dat moeder- en dochterondernemingen, mits zij geen autonome beleidsbeslissingen kunnen nemen, als één onderneming worden beschouwd.
2. **Overeenkomst, besluit of onderling afgestemde feitelijke gedraging:**
* **Overeenkomst:** Een vorm van wilsovereenstemming tussen ondernemingen, ongeacht de vorm waarin deze is gegoten.
* **Besluit van ondernemingsverenigingen:** Regels die door een vereniging van ondernemingen worden opgesteld, bijvoorbeeld een verordening van een orde van advocaten.
* **Onderling afgestemde feitelijke gedraging:** Coördinatie tussen ondernemingen die de risico's van concurrentie vervangt door samenwerking, zonder dat er een formele overeenkomst is. Dit leidt tot marktvoorwaarden die afwijken van normale concurrentievoorwaarden.
* **Merkbaarheidseis:** De inbreuk moet merkbaar zijn, wat inhoudt dat de concurrentie daadwerkelijk beperkt moet zijn. In de zaak *Völk v. Vervaecke* werd bepaald dat een overeenkomst die een firma verplicht jaarlijks een minimum aantal producten af te nemen, deze merkbaarheidseis kan vervullen.
* **'De minimis'-bekendmaking:** De Europese Commissie heeft bekendmakingen uitgegeven die aangeven wanneer er geen sprake is van een inbreuk op artikel 101 lid 1 VWEU. Dit is het geval indien het gezamenlijke marktaandeel van de partijen bij concurrentieovereenkomsten minder dan 10% bedraagt, en bij niet-concurrenten minder dan 15% voor elk van de partijen. Er zijn echter uitzonderingen voor parallelle netwerken van overeenkomsten.
3. **Beperking van de mededinging:** De overeenkomst, het besluit of de feitelijke gedraging moet de mededinging op de interne markt beperken. Dit kan zowel een horizontale beperking (tussen concurrenten) als een verticale beperking (tussen ondernemingen op verschillende niveaus van de productie- of distributieketen) betreffen.
4. **Ongunstige beïnvloeding van de handel tussen de lidstaten:** De mededingingsbeperking moet potentieel de handel tussen de lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden. Een lokale beperking van de mededinging kan ook onder het EU-mededingingsrecht vallen indien deze de grensoverschrijdende economische activiteit in ten minste twee lidstaten beïnvloedt.
#### 1.2.1 Voorbeelden van inbreuken
* **Volkswagen-distributie:** Een overeenkomst tussen Volkswagen en Italiaanse dealers die de verkoop van auto's aan gebruikers uit andere lidstaten belemmerde.
* **Vitaminekartel:** Prijsafspraken tussen handelaren in noordzeegarnalen.
#### 1.2.2 Relevante markt
Het bepalen van de relevante markt is cruciaal om de omvang van de inbreuk en de machtspositie te kunnen beoordelen. Dit gebeurt op basis van:
* **Geografisch criterium:** De interne markt of een wezenlijk deel ervan.
* **Productenmarkt criterium:** Dit wordt bepaald door de substitueerbaarheid vanuit het oogpunt van de consument (zoals in de *Michelin*-zaak en de *United Brands*-zaak).
### 1.3 Misbruik van een machtspositie (Artikel 102 VWEU)
Artikel 102 VWEU verbiedt het misbruik van een machtspositie door één of meer ondernemingen, mits dit de handel tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.
* **Machtspositie:** Een positie die een onderneming in staat stelt om op een relevante markt in aanzienlijke mate de concurrentie te verhinderen, doordat zij de nodige bewegingsvrijheid geniet ten opzichte van haar concurrenten, haar afnemers en, uiteindelijk, de consumenten.
* **Misbruik:** Dit kan verschillende vormen aannemen, zoals discriminerende prijzen, koppeling van producten, weigering tot levering of het opleggen van exclusiviteitsclausules.
#### 1.3.1 Voorbeelden van misbruik
* **Google:** Bevoordeling van eigen prijsvergelijkingsdienst ('Google Shopping') op de markt voor algemene internetzoekdiensten.
* **Sanrio:** Beperking op de doorverkoop van Hello Kitty producten in de EER.
### 1.4 Concentratiecontrole (Verordening 139/2004)
De Concentratieverordening regelt de controle op fusies, overnames en andere vormen van concentratie van ondernemingen die een **EU-dimensie** hebben. Dit betekent dat de verordening van toepassing is, ongeacht waar de betrokken ondernemingen hun zetel hebben, indien aan bepaalde omzetdrempels wordt voldaan:
* De totale wereldomzet van alle betrokken ondernemingen samen, en
* De EU-omzet van de ondernemingen.
Er is echter geen EU-dimensie indien meer dan twee derde van de totale omzet van elke betrokken onderneming binnen één enkele lidstaat wordt gerealiseerd. Ondernemingen die een concentratie willen aangaan, hebben een aanmeldingsplicht bij de Europese Commissie. De Commissie onderzoekt vervolgens de concentratie op mogelijke concurrentieverstorende effecten.
### 1.5 Sancties en vrijstellingen
#### 1.5.1 Sancties (Artikel 101 lid 2 VWEU)
* Overeenkomsten die in strijd zijn met artikel 101 VWEU zijn **van rechtswege nietig**. Nationale rechters kunnen dit vaststellen.
* De Europese Commissie kan inbreuken vaststellen, boetes opleggen die maximaal tien procent van de wereldwijde omzet kunnen bedragen, en dwangsommen opleggen. Verordening 1/2003 voorziet in de bevoegdheden van de Commissie om inbreuken op artikel 101 en 102 VWEU op te sporen, vast te stellen en voorlopige maatregelen te nemen.
#### 1.5.2 Vrijstellingen (Artikel 101 lid 3 VWEU)
Bepaalde overeenkomsten die de mededinging beperken, kunnen onder voorwaarden toch zijn toegestaan. Deze overeenkomsten moeten voldoen aan vier cumulatieve voorwaarden:
1. Ze dragen bij tot de verbetering van de productie of van de distributie van goederen, of tot het bevorderen van economische of technische vooruitgang.
2. Ze laten de gebruikers een billijk voordeel uit de daaruit voortvloeiende winst ten goede komen.
3. Ze leggen de betrokken ondernemingen slechts beperkingen op die onmisbaar zijn om de bovengenoemde voordelen te verwezenlijken (proportionaliteit).
4. Ze laten de concurrentie niet de mogelijkheid wegnemen voor een wezenlijk deel van de betrokken producten of diensten.
#### 1.5.3 Groepsvrijstellingen
De Commissie kan via verordeningen groepsvrijstellingen verlenen voor bepaalde categorieën overeenkomsten die aan specifieke voorwaarden voldoen. Een voorbeeld hiervan is de Algemene Groepsvrijstellingsverordening 651/2014 voor staatssteun.
## 2. Regels betreffende maatregelen van lidstaten
### 2.1 Steunmaatregelen (Artikel 107 VWEU)
Artikel 107 lid 1 VWEU stelt dat steunmaatregelen van staten, of met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen door bepaalde ondernemingen of producties te bevoordelen, onverenigbaar zijn met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.
Een steunmaatregel moet aan de volgende criteria voldoen om onder dit artikel te vallen:
* **Het verstrekken van een financieel voordeel:** Dit kan in elke vorm geschieden.
* **Met staatsmiddelen bekostigd:** Dit omvat directe of indirecte overdracht van overheidsmiddelen.
* **Begunstiging van bepaalde ondernemingen of producties:** De maatregel moet selectief zijn.
* **De mededinging verstoren of dreigen te verstoren en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden.**
#### 2.1.1 Categorieën van steunmaatregelen
* **Artikel 107 lid 2 VWEU:** Steunmaatregelen die *de jure* verenigbaar zijn met de interne markt. Dit betreft een limitatieve lijst van steun, zoals sociale steun aan individuele verbruikers zonder onderscheid naar oorsprong, of herstel van schade door natuurrampen.
* **Artikel 107 lid 3 VWEU:** Steunmaatregelen die *mogelijk* verenigbaar zijn met de interne markt. Dit omvat steun voor:
* Regio's met een lage levensstandaard of hoge werkloosheid.
* Verwezenlijking van belangrijke Europese projecten.
* Het opheffen van ernstige verstoringen in de economie van een lidstaat.
* Het in stand houden van cultureel erfgoed.
#### 2.1.2 Controle op steun (Artikel 108 VWEU)
Lidstaten moeten voornemens tot steunverlening melden aan de Commissie. Illegale steun die in strijd met de regels is verleend, kan door de Commissie worden teruggevorderd.
> **Tip:** De 'de minimis'-verordeningen (bijvoorbeeld 1998/2006) bepalen drempels waarboven steun als potentieel concurrentieverstorend wordt beschouwd. Steun die onder deze drempels blijft, wordt doorgaans niet als problematisch gezien.
---
# EU mededingingsrecht: regels betreffende maatregelen van lidstaten
Dit onderdeel behandelt de regels die van toepassing zijn op overheidssteun en andere maatregelen van lidstaten die de mededinging op de interne markt kunnen beïnvloeden.
### 2.1 Staatssteun en de interne markt (Artikel 107 VWEU)
Artikel 107, lid 1, VWEU definieert staatssteun als elke maatregel die:
* door de lidstaten of met staatsmiddelen bekostigd is;
* de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties;
* en de handel tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.
#### 2.1.1 Definitie van steunmaatregel
Een steunmaatregel omvat het verstrekken van een financieel voordeel in welke vorm dan ook, dat met staatsmiddelen wordt bekostigd, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, en dat selectief bepaalde ondernemingen of producties bevoordeelt.
#### 2.1.2 Criteria voor staatssteun
Om te spreken van staatssteun, moeten de volgende criteria aanwezig zijn:
1. **Steunmaatregel:** Er moet sprake zijn van een voordeel verleend in welke vorm dan ook.
2. **Met staatsmiddelen bekostigd:** Dit omvat elke vorm van overdracht van overheidsmiddelen, direct of indirect.
3. **Begunstiging van bepaalde ondernemingen of producties:** De maatregel moet selectief zijn, d.w.z. dat deze slechts bepaalde ondernemingen of producties ten goede komt.
4. **Vervalsing of dreiging van vervalsing van mededinging:** De steun moet de mededinging verstoren of dreigen te verstoren.
5. **Ongunstige beïnvloeding van handelsverkeer tussen de lidstaten:** De steun moet potentieel het handelsverkeer tussen de lidstaten raken.
#### 2.1.3 Uitzonderingen en mogelijke verenigbaarheid
Artikel 107 VWEU onderscheidt verschillende categorieën steun:
* **Artikel 107, lid 2 VWEU (De jure verenigbaar met interne markt):** Dit is een limitatieve lijst van steunmaatregelen die altijd verenigbaar zijn met de interne markt. Voorbeelden hiervan zijn:
* Steunmaatregelen van sociale aard aan individuele verbruikers, mits deze zonder onderscheid naar de oorsprong van de producten worden toegepast.
* Steun ter herstel van schade door natuurrampen en andere buitengewone gebeurtenissen.
* **Artikel 107, lid 3 VWEU (Mogelijk verenigbaar met interne markt):** Deze categorie steun kan verenigbaar worden geacht onder bepaalde voorwaarden. Voorbeelden zijn:
* Steun aan economisch achtergebleven streken.
* Steun ter bevordering van grote Europese projecten.
* Steun om ernstige verstoringen in de economie van een lidstaat op te heffen.
* Steun ter instandhouding van cultureel erfgoed.
#### 2.1.4 Controle van staatssteun (Artikel 108 VWEU)
De Commissie oefent controle uit op staatssteun. Lidstaten moeten de Commissie vooraf in kennis stellen van voorgenomen steunmaatregelen. Illegale steun kan worden teruggevorderd.
> **Tip:** Het is cruciaal om de selectiviteitseis van overheidssteun te onthouden. Niet elke vorm van overheidsfinanciering is automatisch staatssteun. Het voordeel moet gericht zijn op specifieke ondernemingen of sectoren.
### 2.2 Controle van concentraties met een EU-dimensie (Verordening 139/2004)
De Europese Commissie controleert concentraties (fusies, overnames) die een EU-dimensie hebben en de mededinging significant kunnen beperken.
#### 2.2.1 Toepassingsgebied
Een concentratie heeft een EU-dimensie indien:
* de totale wereldwijde omzet van de betrokken ondernemingen een bepaald drempelbedrag overschrijdt;
* en de gecombineerde EU-omzet van de betrokken ondernemingen eveneens een bepaald drempelbedrag overschrijdt.
Er gelden uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer meer dan tweederde van de totale omzet van elke betrokken onderneming binnen één enkele lidstaat wordt behaald.
#### 2.2.2 Aanmeldingsplicht en onderzoek
Ondernemingen die een concentratie willen uitvoeren die onder het toepassingsgebied valt, moeten dit melden aan de Commissie. De Commissie onderzoekt vervolgens de concentratie om te bepalen of deze verenigbaar is met de interne markt.
> **Voorbeeld:** Een fusie tussen twee grote telecombedrijven met aanzienlijke omzetten in meerdere EU-lidstaten zal waarschijnlijk onder de controle van de Commissie vallen.
### 2.3 Handhaving van de mededingingsregels door de Commissie (Verordening 1/2003)
Verordening 1/2003 legt de basis voor de opsporing, vaststelling en bestraffing van inbreuken op de artikelen 101 en 102 VWEU.
#### 2.3.1 Bevoegdheden van de Commissie
De Commissie heeft diverse bevoegdheden, waaronder:
* Het uitvoeren van onderzoeken en invallen bij ondernemingen.
* Het vaststellen van inbreuken op de mededingingsregels.
* Het opleggen van voorlopige maatregelen.
* Het opleggen van geldboetes en dwangsommen, die kunnen oplopen tot maximaal 10% van de wereldwijde jaaromzet van de betrokken onderneming.
> **Tip:** De bevoegdheid tot het opleggen van boetes is een krachtig instrument om naleving van de mededingingsregels af te dwingen. Ondernemingen moeten de impact van potentiële inbreuken serieus nemen.
---
# Begrippen en criteria in het EU mededingingsrecht
Dit onderdeel verduidelijkt de fundamentele concepten en criteria die essentieel zijn voor de toepassing van het EU-mededingingsrecht, waaronder de definitie van een onderneming, overeenkomst, besluit of onderling afgestemde feitelijke gedraging.
### 3.1 Het begrip 'onderneming'
Het EU-mededingingsrecht beschouwt iedere entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en financieringswijze, als een onderneming. Economische activiteiten omvatten alle activiteiten die bestaan uit het aanbieden van goederen of diensten op een bepaalde markt.
* **Uitzondering op het begrip onderneming:** Overheidstaken die geen economisch karakter hebben, vallen buiten de reikwijdte van het mededingingsrecht. Een voorbeeld hiervan is de rol van Eurocontrol.
* **Leer van de economische eenheid:** De Commissie en het Hof van Justitie hanteren het principe van de economische eenheid. Dit betekent dat moedervennootschappen en hun dochterondernemingen als één enkele economische eenheid kunnen worden beschouwd wanneer de dochteronderneming geen autonome beslissingen kan nemen op de relevante markt. Het cruciale criterium hierbij is de mate van autonomie in het nemen van beleidsbeslissingen.
> **Tip:** Wanneer een moedermaatschappij zeggenschap heeft over een dochtermaatschappij en feitelijk invloed kan uitoefenen op haar commerciële beleid, worden zij als één onderneming beschouwd. Dit is relevant voor de toepassing van de mededingingsregels.
### 3.2 Overeenkomst, besluit of onderling afgestemde feitelijke gedraging
Onder de reikwijdte van artikel 101, lid 1 VWEU vallen overeenkomsten, besluiten van ondernemingsverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen.
* **Overeenkomst:** Een overeenkomst vereist de aanwezigheid van wilsovereenstemming tussen twee of meer partijen, ongeacht de vorm waarin deze is gegoten. Dit kan een schriftelijk contract zijn, maar ook een mondelinge afspraak.
> **Voorbeeld:** Een overeenkomst tussen een autofabrikant en zijn dealers om de wederverkoop van auto's binnen de Europese Economische Ruimte te beperken, valt onder deze definitie.
* **Besluit van ondernemingsverenigingen:** Dit omvat regels, aanbevelingen of andere beslissingen die worden genomen door organisaties die ondernemingen vertegenwoordigen, zoals brancheorganisaties.
> **Voorbeeld:** Een verordening van een orde van advocaten die regels oplegt over de samenwerking met andere vrije beroepen kan hieronder vallen.
* **Onderling afgestemde feitelijke gedraging (OAVG):** Een OAVG is een vorm van coördinatie tussen ondernemingen die, zonder dat er een formele overeenkomst is, de risico's van concurrentie vervangt door onderlinge samenwerking. Dit leidt tot mededingingsvoorwaarden die afwijken van normale marktvoorwaarden. Kenmerkend is dat de betrokken ondernemingen hun gedrag op de markt coördineren, ook al is er geen expliciete afspraak.
> **Tip:** Bewijs van een OAVG kan indirect zijn, gebaseerd op marktdocumenten, verklaringen van medewerkers en economische analyse die aantoont dat het gedrag op de markt niet verklaarbaar is door normale concurrentie.
### 3.3 Beperking van de mededinging
Een gedraging is strijdig met artikel 101, lid 1 VWEU indien deze tot doel of tot gevolg heeft de mededinging binnen de interne markt te beperken, te verhinderen of te vervalsen.
* **Merkbaarheidseis (De minimis):** Overeenkomsten die de mededinging slechts in geringe mate beïnvloeden, vallen niet onder het verbod van artikel 101, lid 1 VWEU. De Commissie heeft bekendmakingen uitgevaardigd die een ‘de minimis’-drempel vaststellen. Indien het gezamenlijke marktaandeel van de betrokken ondernemingen onder een bepaald percentage blijft (10% voor concurrenten en 15% voor niet-concurrenten), wordt de overeenkomst in beginsel niet als mededingingsbeperkend beschouwd. Er zijn echter uitzonderingen, met name voor parallelle netwerken van soortgelijke overeenkomsten.
> **Voorbeeld:** Als een producent en een distributeur van een bepaald product hun marktaandelen aan de onderkant van de ‘de minimis’-drempel houden, kan hun overeenkomst onder de uitzondering vallen.
### 3.4 Ongunstige beïnvloeding van handel tussen de lidstaten
Om onder de reikwijdte van het EU-mededingingsrecht te vallen, moet een mededingingsbeperkende praktijk de handel tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden.
* **Potentiële invloed is voldoende:** Het is niet vereist dat de handel daadwerkelijk is beïnvloed; een potentiële invloed is reeds voldoende.
* **Interne markt of wezenlijk deel ervan:** De beperking moet betrekking hebben op de handel tussen de lidstaten, of op een wezenlijk deel van de interne markt. De relevante markt kan zowel geografisch als qua productomschrijving worden afgebakend.
* **Geografisch criterium:** De interne markt of een wezenlijk deel ervan.
* **Productenmarkt criterium:** De beoordeling van substitueerbaarheid vanuit het oogpunt van de consument is cruciaal.
> **Voorbeeld:** Kartelafspraken die de concurrentie op de markt voor specifieke producten binnen meerdere lidstaten beperken, hebben een ongunstige invloed op de handel tussen de lidstaten.
### 3.5 Sancties en vrijstellingen
Bij overtreding van de mededingingsregels kunnen er diverse sancties worden opgelegd en kunnen er vrijstellingen worden verleend.
* **Sancties (Artikel 101, lid 2 VWEU):** Overeenkomsten die in strijd zijn met artikel 101, lid 1 VWEU zijn van rechtswege nietig. Dit betekent dat nationale rechters deze overeenkomsten nietig kunnen verklaren. De Europese Commissie kan bovendien inbreuken vaststellen en boetes opleggen.
> **Voorbeeld:** De Commissie kan aanzienlijke boetes opleggen, tot wel tien procent van de wereldwijde jaaromzet van de betrokken onderneming.
* **Vrijstellingen (Artikel 101, lid 3 VWEU):** Bepaalde overeenkomsten die de mededinging beperken, kunnen toch zijn toegestaan indien zij voldoen aan vier cumulatieve voorwaarden:
1. Ze dragen bij tot verbetering van de productie of van de distributie van goederen, of tot bevordering van de technische of economische vooruitgang.
2. Ze laten de gebruikers een billijk voordeel uit de desbetreffende voordelen trekken.
3. Ze leggen de betrokken ondernemingen slechts beperkingen op die onmisbaar zijn om deze voordelen te bereiken.
4. Ze laten de mededinging wat betreft een wezenlijk deel van de betrokken goederen of diensten niet wegvallen.
* **Groepsvrijstellingen:** De Commissie kan bij verordening groepsvrijstellingen verlenen voor bepaalde categorieën overeenkomsten, wat betekent dat overeenkomsten die aan de voorwaarden van die verordening voldoen, automatisch zijn vrijgesteld.
### 3.6 Misbruik van machtspositie (Artikel 102 VWEU)
Artikel 102 VWEU verbiedt het misbruik door een of meer ondernemingen van een economische machtspositie binnen de interne markt of een wezenlijk deel daarvan, voor zover dit de handel tussen de lidstaten ongunstig kan beïnvloeden.
* **Kenmerken van een machtspositie:** Een machtspositie is niet op zichzelf verboden. Het wordt pas problematisch wanneer deze wordt misbruikt. De vraag of een onderneming een machtspositie heeft, wordt bepaald door haar relatieve positie op de relevante markt.
* **Voorbeelden van misbruik:**
* Het bevoordelen van eigen diensten ten opzichte van concurrenten op een online zoekplatform.
* Het opleggen van beperkingen op de doorverkoop van producten, zoals Hello Kitty-producten in de EER.
### 3.7 Bevoegdheden van de Commissie
De Europese Commissie beschikt over aanzienlijke bevoegdheden om het EU-mededingingsrecht te handhaven.
* **Verordening 1/2003:** Deze verordening geeft de Commissie de bevoegdheid om inbreuken op de artikelen 101 en 102 VWEU op te sporen, vast te stellen, voorlopige maatregelen te nemen en geldboeten of dwangsommen op te leggen.
> **Voorbeeld:** De Commissie kan invallen doen bij ondernemingen die verdacht worden van mededingingsinbreuken en kan boetes opleggen die maximaal tien procent van de wereldwijde omzet van de betrokken onderneming bedragen.
### 3.8 Concentratiecontrole (Verordening 139/2004)
De Verordening (EG) nr. 139/2004 inzake de controle van concentraties van ondernemingen regelt de preventieve controle op fusies en overnames die een EU-dimensie hebben.
* **EU-dimensie:** Een concentratie heeft een EU-dimensie wanneer aan bepaalde omzetdrempels wordt voldaan, ongeacht waar de ondernemingen hun zetel hebben.
* **Aanmeldingsplicht:** Concentraties die een EU-dimensie hebben en aan de aanmeldingsdrempels voldoen, moeten verplicht worden aangemeld bij de Commissie.
* **Onderzoek door de Commissie:** De Commissie onderzoekt of de concentratie de mededinging significant kan belemmeren. Indien dit het geval is, kan de Commissie de concentratie verbieden of voorwaarden verbinden aan de goedkeuring ervan.
### 3.9 Steunmaatregelen (Artikel 107 VWEU)
Artikel 107, lid 1 VWEU verbiedt staatssteun die de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.
* **Definitie van steunmaatregel:** Een steunmaatregel is de verlening van een financieel voordeel in welke vorm dan ook, dat met staatsmiddelen is bekostigd en dat bepaalde ondernemingen of producties begunstigt.
* **Selectiviteit:** De maatregel moet selectief zijn, wat betekent dat deze slechts aan bepaalde ondernemingen of producties ten goede komt.
* **Verstoring van mededinging en handel:** De steun moet de mededinging verstoren of dreigen te verstoren en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden.
* **Verenigbaarheid met de interne markt:**
* **De jure verenigbaar (Artikel 107, lid 2 VWEU):** Een beperkte, limitatieve lijst van steunmaatregelen die van rechtswege verenigbaar zijn met de interne markt, zoals sociale steun aan individuele verbruikers of steun voor herstel na natuurrampen.
* **Mogelijk verenigbaar (Artikel 107, lid 3 VWEU):** Steunmaatregelen die onder bepaalde voorwaarden verenigbaar kunnen worden geacht, zoals steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van regio's met een lage levensstandaard, ter verwezenlijking van grote Europese projecten, om ernstige economische verstoringen op te heffen, of ter instandhouding van cultureel erfgoed.
* **Controle op steunmaatregelen (Artikel 108 VWEU):** De Commissie controleert de naleving van de staatssteunregels en kan illegale steun terugvorderen.
* **Algemene groepsvrijstellingsverordening 651/2014:** Deze verordening maakt deel uit van het kader voor toegelaten steunmaatregelen en biedt vrijstellingen voor bepaalde categorieën staatssteun.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Onderneming | Iedere entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd. Overheidstaken die niet-economisch van aard zijn, worden hier meestal van uitgesloten. |
| Economische eenheid | Het beginsel waarbij moeder- en dochterondernemingen als één enkele economische entiteit worden beschouwd wanneer de dochteronderneming geen autonome beslissingsbevoegdheid heeft op de markt en feitelijk gebonden is aan de moedermaatschappij. |
| Autonomie | Het vermogen van een onderneming om zelfstandig beleidsbeslissingen te nemen, wat cruciaal is voor de bepaling of een entiteit als een afzonderlijke onderneming wordt beschouwd in de context van mededingingsrecht. |
| Overeenkomst | Een wederzijdse wilsovereenstemming tussen twee of meer ondernemingen, ongeacht de vorm waarin deze is vastgelegd, die ertoe strekt de mededinging te beperken. |
| Besluit van ondernemingsverenigingen | Een beslissing die is genomen door een groep van ondernemingen of een vereniging daarvan, zoals een verordening van een beroepsorganisatie, die de concurrentievoorwaarden beïnvloedt. |
| Onderling afgestemde feitelijke gedraging | Elke vorm van coördinatie tussen ondernemingen die, zonder een formele overeenkomst, de risico's van concurrentie vervangt door samenwerking, wat leidt tot marktvoorwaarden die afwijken van normaal te verwachten situaties. |
| Merkbaarheidseis | Het criterium dat bepaalt of een overeenkomst of gedraging zodanig significant is dat zij de mededinging merkbaar beperkt of potentieel kan beperken. Kleinschalige effecten worden hierbij buiten beschouwing gelaten. |
| De minimis | Een bekendmaking van de Europese Commissie die aangeeft dat overeenkomsten met een beperkte impact op de mededinging, gebaseerd op gezamenlijke marktaandelen van minder dan 10% voor concurrenten en 15% voor niet-concurrenten, doorgaans niet worden beschouwd als een inbreuk op artikel 101, lid 1 VWEU. |
| Beperking van mededinging | Een gedraging van ondernemingen die tot doel of gevolg heeft dat de concurrentie op de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst, bijvoorbeeld door prijsafspraken of marktverdeling. |
| Handel tussen de lidstaten | Verwijst naar economische activiteiten die de grenzen van een enkele lidstaat overschrijden en potentieel de concurrentie binnen de Europese interne markt kunnen beïnvloeden. |
| Nietigheid | De juridische sanctie die inhoudt dat een overeenkomst die de mededinging beperkt, van rechtswege ongeldig is en geen juridische gevolgen kan hebben. |
| Vrijstellingen | Uitzonderingen op het kartelverbod die kunnen worden verleend aan overeenkomsten die bijdragen aan economische vooruitgang, voordelen opleveren voor gebruikers, en de concurrentie slechts beperken voor zover noodzakelijk. |
| Groepsvrijstellingen | Verordeningen van de Europese Commissie die bepaalde categorieën overeenkomsten, zoals verticale overeenkomsten, vrijstellen van het verbod van artikel 101 VWEU, mits aan specifieke voorwaarden wordt voldaan. |
| Relevante markt | De markt die wordt afgebakend op basis van zowel productkenmerken als geografische omvang, om te bepalen waar de concurrentie daadwerkelijk plaatsvindt en of er sprake is van een machtspositie of concurrentiebeperking. |
| Productenmarkt | De markt die wordt gedefinieerd door de substitueerbaarheid van producten vanuit het oogpunt van de consument, waarbij producten als substitueerbaar worden beschouwd als consumenten bij een prijsverhoging van het ene product, relatief eenvoudig op een ander product kunnen overstappen. |
| Geografisch criterium | De bepaling van de geografische schaal waarop een markt opereert, variërend van lokaal tot de gehele Europese Unie of zelfs mondiaal, essentieel voor de analyse van concurrentievoorwaarden. |
| Misbruik van machtspositie | Het gedrag van een of meer ondernemingen dat de mededinging op een relevante markt beperkt door de bestaande concurrentieverhoudingen te verstoren, bijvoorbeeld door roofprijzen of weigering tot levering. |
| Machtspositie | Een situatie waarin een onderneming op een relevante markt zodanig sterk staat dat zij in staat is om de concurrentie aanzienlijk te verhinderen, doordat zij gedrag kan vertonen dat ongevoelig is voor concurrentie, leveranciers of afnemers. |
| Concentratiecontrole | Het proces waarbij fusies, overnames en gezamenlijke ondernemingen die een EU-dimensie hebben, worden getoetst aan de mededingingsregels om te voorkomen dat er te sterke marktmacht ontstaat of de mededinging aanzienlijk wordt beperkt. |
| EU-dimensie | Een concentratie heeft een EU-dimensie wanneer de gezamenlijke wereldwijde omzet van de betrokken ondernemingen een bepaald drempelbedrag overschrijdt en de gezamenlijke EU-omzet eveneens een significant niveau bereikt, tenzij de omzet in meer dan twee derde van de lidstaten binnen één lidstaat is gelegen. |
| Staatsmiddelen | Alle middelen die door de overheid of door overheidsinstanties worden ter beschikking gesteld, ongeacht de vorm, die gebruikt kunnen worden om steun te verlenen aan ondernemingen. |
| Selectiviteit | Het beginsel dat overheidssteun slechts verenigbaar is met de interne markt indien zij specifiek gericht is op bepaalde ondernemingen of producties, waardoor de mededinging en het handelsverkeer binnen de EU worden beïnvloed. |
| Steunmaatregelen | Elke vorm van financiële bijdrage van de staat die selectieve voordelen verleent aan bepaalde ondernemingen of producties, en die de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen en het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig beïnvloedt. |
| Natuurrampen | Onvoorziene en ingrijpende gebeurtenissen veroorzaakt door natuurkrachten die aanzienlijke schade aanrichten en waarvoor de EU onder strikte voorwaarden overheidssteun toestaat ter compensatie van de geleden verliezen. |
| Buitengewone gebeurtenissen | Ongewone en onvoorzienbare omstandigheden, anders dan natuurrampen, die leiden tot ernstige economische ontwrichtingen, en waarvoor de EU onder bepaalde voorwaarden steunmaatregelen toestaat. |
| Lage levensstandaard | Gebieden binnen de EU die gekenmerkt worden door een economische situatie waarbij de welvaart en het inkomen significant lager liggen dan het EU-gemiddelde, en waarvoor steunmaatregelen ter bevordering van de economische ontwikkeling mogelijk zijn. |
| Grote Europese projecten | Initiatieven van gezamenlijk belang voor de Europese Unie die gericht zijn op de bevordering van economische, sociale of territoriale cohesie, waarvoor specifieke steunregelingen kunnen gelden. |
| Cultureel erfgoed | Het geheel van tastbare en ontastbare uitingen van menselijke creativiteit en geschiedenis, waaronder monumenten, collecties en tradities, waarvan instandhouding soms ondersteund kan worden door overheidsmaatregelen mits deze de mededinging niet onevenredig beïnvloeden. |
| Terugvordering illegale steun | Het proces waarbij overheden verplicht zijn om staatssteun die onrechtmatig is verleend en de mededinging heeft vervalst, terug te vorderen van de begunstigde ondernemingen om de marktdistorsie te corrigeren. |