Cover
Aloita nyt ilmaiseksi 8. KAPM4-Prospectusaansprakelijkheid.pptx
Summary
# Procedure en juridisch kader bij foutieve prospectusinformatie
Dit deel behandelt de verschillende procedures en het juridische kader dat van toepassing is wanneer beleggers geconfronteerd worden met foutieve, misleidende of onvolledige informatie in prospectussen.
### 1.1 Overzicht van rechtsmiddelen en aansprakelijkheid
Wanneer beleggers geconfronteerd worden met foutieve, misleidende of onvolledige informatie in een prospectus, kunnen zij in principe herstel verkrijgen via verschillende juridische wegen. Deze omvatten administratieve, civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures, elk met hun eigen toepassingsgebied, vereisten en bewijslast.
#### 1.1.1 Administratieve sancties
De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) kan administratieve geldboetes opleggen bij overtredingen van de wetgeving betreffende prospectussen. Hoewel dit geen directe civielrechtelijke remedie voor beleggers is, draagt het bij aan de handhaving en naleving van de regels.
#### 1.1.2 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Overtredingen van de prospectuswetgeving kunnen onder bepaalde omstandigheden leiden tot strafrechtelijke sancties, waaronder gevangenisstraffen en geldboetes. Dit vereist echter doorgaans een bewijs van kwade trouw.
#### 1.1.3 Civielrechtelijke remedies
Civielrechtelijke remedies zijn primair gericht op het herstel van de geleden schade voor de belegger.
##### 1.1.3.1 Prospectusaansprakelijkheid
De wet van 11 juli 2018 introduceert specifieke bepalingen inzake prospectusaansprakelijkheid.
* **Artikel 25 W. 11 juli 2018 (voorheen art. 61 Prospectuswet):** Dit artikel legt de basis voor de aansprakelijkheid bij prospectusplichtige aanbiedingen en de toelating van financiële instrumenten tot een gereglementeerde markt of een Multilateral Trading Facility (MTF).
* **Artikel 26 W. 11 juli 2018:** Dit artikel specificeert wie verantwoordelijk is en onder welke voorwaarden.
* **§1:** Benoemt de verantwoordelijke personen of entiteiten, waaronder de emittent, de leidinggevende, toezichthoudende of bestuursorganen, de aanbieder en de aanvrager van de toelating tot verhandeling. Deze personen moeten verklaren dat de gegevens naar hun weten correct zijn.
* **§2:** Legt een principe van schadeplicht vast voor misleidende of onjuiste gegevens in het prospectus, inclusief een causaaliteitsvermoeden.
* **§3:** Behandelt de aansprakelijkheid met betrekking tot de samenvatting van het prospectus, waarbij benadrukt wordt dat beleggingsbeslissingen gebaseerd moeten zijn op het volledige prospectus.
* **§4:** Stelt de aansprakelijkheid vast met betrekking tot informatienota's, waarbij de emittent, de aanbieder of de aanvrager van de toelating, evenals door hen aangestelde personen, aansprakelijk kunnen zijn. Er is geen 'ex ante' aanduiding van een specifieke verantwoordelijke persoon voor deze informatienota's.
* **§5:** Ziet toe op de aansprakelijkheid met betrekking tot reclame die gerelateerd is aan de aanbieding van financiële instrumenten.
##### 1.1.3.2 Contractuele aansprakelijkheid
Naast de specifieke prospectusaansprakelijkheid kunnen beleggers ook een beroep doen op algemene contractuele bepalingen:
* **Dwaling:** Wanneer een belegger een overeenkomst aangaat op basis van een onjuiste voorstelling van zaken die verschoonbaar is en betrekking heeft op een essentieel element van de overeenkomst.
* **Bedrog:** Dit vereist een intentioneel element, waarbij de tegenpartij de belegger bewust misleidt.
##### 1.1.3.3 Gemeenrechtelijke grondslag (Culpa in contrahendo)
Artikel 6:5 van het Burgerlijk Wetboek (BW) biedt een gemeenrechtelijke grondslag voor aansprakelijkheid die ontstaat tijdens de precontractuele fase. Dit omvat de vereisten van een fout, schade en een causaal verband. Deze grondslag is relevant voor niet-prospectusplichtige verrichtingen, maar kan ook aanvullend worden ingeroepen.
#### 1.1.4 Bundeling van vorderingen en collectief herstel
Individuele vorderingen bij "strooischade" kunnen leiden tot beperkte individuele uitkomsten. Om dit te overwinnen, bestaan er mechanismen voor de bundeling van vorderingen.
##### 1.1.4.1 Rechtsvordering tot collectief herstel
Boek XVII, Titel 2 van de Wetboek Economisch Recht (WER) regelt de "representatieve consumentenvordering".
* **Toepassingsgebied:** Deze vordering kan worden ingesteld bij inbreuken op een limitatief opgesomde lijst van EU- en nationale wetgeving.
* In het verleden werd financieelrechtelijke informatiedeficiënties expliciet uitgesloten, tenzij het betrekking had op de gedragsregels voor financiële diensten en enkel ten gunste van consumenten en KMO's. Een mogelijke omzeiling was om de uitgifte van effecten te beschouwen als een financiële dienst, waardoor een informatiedeficiëntie een inbreuk op Boek VI WER kon vormen, dat wel aanleiding kon geven tot een collectieve vordering.
* De vordering is uitgebreid tot KMO's sinds 2018.
* Richtlijn 2020/1828 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten verplicht lidstaten tot de invoering van collectieve vorderingen voor staking en herstel van specifieke inbreuken. Dit wordt in België omgezet via de Wet van 21 april 2024, die Boek XVII WER aanpast.
* **Procedure:**
* **Bevoegdheid:** De vordering wordt behandeld door de hoven en (ondernemings)rechtbanken te Brussel.
* **Ontvankelijkheid (art. XVII.37 WER):** De oorzaak van de vordering moet een inbreuk zijn door een onderneming op een contractuele verplichting of op EU- of nationale wetgeving die is opgesomd in artikel XVII.37. De vordering moet worden ingesteld door een erkende groepsvertegenwoordiger (art. XVII.39 WER).
* **Geviseerde financieelrechtelijke inbreuken (art. XVII.37 WER):**
* Onder punt 17° vallen de gedragsregels voor beleggingsdiensten.
* Onder punt 34° vallen bepalingen opgesomd in bijlage I van Richtlijn 2020/1828 en de nationale omzettingsbepalingen. Bijlage I van deze richtlijn omvat onder meer de Prospectusverordening.
* Belangrijk is dat deze regeling mogelijk niet van toepassing is op andere beleggingsinstrumenten dan effecten, zoals PRIIPS-producten, en ook niet op de "transparantierichtlijn" betreffende doorlopende informatieverplichtingen van genoteerde vennootschappen of de verordening Marktmisbruik.
* **Voordeel:** Een collectieve vordering lijkt over het algemeen doelmatiger dan een gemeenrechtelijke vordering voor het verkrijgen van herstel.
### 1.2 Vereisten en bewijslast bij prospectusaansprakelijkheid
Om succesvol aanspraak te maken op herstel op basis van prospectusaansprakelijkheid, moeten aan een aantal vereisten worden voldaan, waarbij de bewijslast cruciaal is.
#### 1.2.1 Foutvereiste
Een fout is noodzakelijk om aansprakelijkheid te vestigen. Deze kan op twee manieren worden vastgesteld:
* **Schending van een specifieke regel:** Dit betreft de directe overtreding van de bepalingen van de prospectuswetgeving, zoals het verstrekken van misleidende, onjuiste of onvolledige informatie.
* **Artikel 26 §1 W. 11 juli 2018:** De informatie in het prospectus en de eventuele aanvullingen moet correct zijn.
* **Artikel 26 §5 W. 11 juli 2018:** Dit geldt ook voor reclame, documenten of berichten gerelateerd aan de aanbieding, indien deze misleidende, onjuiste of inconsistente informatie bevatten ten aanzien van het prospectus.
* **Schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm (art. 6:6 BW):** Naast specifieke regels, kan er ook aansprakelijkheid ontstaan uit een schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de vergelijkbare persoon in dezelfde concrete omstandigheden.
#### 1.2.2 Schade
De belegger moet aantonen dat hij schade heeft geleden als gevolg van de deficiënte informatie. Dit volgt het gemeenrechtelijke schadebegrip, wat inhoudt dat de belegger het nadeel dient aan te tonen dat hij heeft ondervonden.
#### 1.2.3 Causaal verband
Het causale verband tussen de foutieve informatie en de geleden schade is een essentieel element.
* **Weerlegbaar vermoeden (art. 26 §2 W. 11 juli 2018):** De wet introduceert een weerlegbaar vermoeden dat het geleden nadeel is veroorzaakt door de deficiënte informatie. Dit vermoeden geldt met name wanneer de foutieve informatie:
* Een positief marktklimaat kon creëren.
* De aankoopprijs van de beleggingsinstrumenten positief kon beïnvloeden.
* **Causaliteitsvermoeden bij bedrog of zware fout:** Voor de aansprakelijkheid zoals geregeld in artikel 26 §2 en §4 W. 11 juli 2018 geldt een causaaliteitsvermoeden, dat echter enkel van toepassing is bij bedrog of een zware fout.
#### 1.2.4 Aansprakelijke partij
De aansprakelijke partij kan onbeperkt zijn, afhankelijk van de specifieke bepaling en de rol van de betrokken partij in het prospectusproces.
### 1.3 Juridische basis en toepassingsgebied
De juridische basis voor de procedure en het kader bij foutieve prospectusinformatie ligt in diverse wetgevingen, die zowel het materiële als het personele toepassingsgebied definiëren.
#### 1.3.1 Materieel toepassingsgebied
* **Prospectusplichtige aanbiedingen:** Dit omvat aanbiedingen van financiële instrumenten aan het publiek, alsook de toelating van deze instrumenten tot een gereglementeerde markt of een MTF.
* **Financiële diensten en instrumenten:** Boek VI van het WER, dat de precontractuele informatieplicht in B2C-relaties regelt, is ook toepasselijk op de aanbieding van financiële instrumenten, wat voorheen werd bevestigd door jurisprudentie.
#### 1.3.2 Personeel toepassingsgebied
De aansprakelijkheid kan zich richten op verschillende actoren in het proces:
* **Artikel 26 §2 en §4 W. 11 juli 2018:** De in §1 als verantwoordelijk aangewezen personen of entiteiten, zoals:
* De emittent.
* Leidinggevende, toezichthoudende of bestuursorganen.
* De aanbieder.
* De aanvrager van de toelating tot verhandeling.
* **Artikel 26 §4 W. 11 juli 2018:** Naast de hierboven genoemde, kunnen ook "de door hen aangestelde personen" aansprakelijk zijn, wat mogelijk de lead manager, coördinator en financiële tussenpersonen omvat.
> **Tip:** Het is cruciaal om na te gaan welke specifieke wetgeving van toepassing is, aangezien de vereisten en het toepassingsgebied kunnen variëren tussen de specifieke prospectuswetgeving en de algemene bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek Economisch Recht.
> **Example:** Een belegger koopt aandelen op basis van een prospectus waarin de winstvooruitzichten significant overdreven worden. Later blijkt dat de onderneming in zware financiële moeilijkheden verkeert. De belegger kan een vordering instellen op basis van de prospectusaansprakelijkheid, waarbij het causale verband tussen de misleidende winstvooruitzichten en de waardevermindering van de aandelen via het wettelijke vermoeden kan worden aangetoond.
### 1.4 Alternatieve juridische grondslagen en recente ontwikkelingen
Naast de specifieke prospectusaansprakelijkheid zijn er ook bredere juridische kaders en recente ontwikkelingen die van belang zijn voor de bescherming van beleggers bij foutieve informatie.
#### 1.4.1 Wetboek Economisch Recht (WER)
Boek VI WER, dat algemene regels inzake precontractuele informatieverplichtingen in B2C-relaties bevat, kan van toepassing zijn op financiële diensten en instrumenten. Overtredingen van Boek VI WER zijn echter in principe niet strafrechtelijk gesanctioneerd, tenzij de overtreding "te kwader trouw" is (art. XV.84 WER). Dit impliceert dat de civielrechtelijke weg vaak de meest directe weg is voor herstel.
#### 1.4.2 Richtlijn 2020/1828 en de rechtsvordering tot collectief herstel
De implementatie van Richtlijn 2020/1828 in België via de Wet van 21 april 2024 heeft de rechtsvordering tot collectief herstel aanzienlijk versterkt. Deze richtlijn en de nationale omzetting ervan in Boek XVII WER voorzien in een gestroomlijnde procedure voor collectieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en, sinds de uitbreiding, ook KMO's.
##### 1.4.2.1 Reikwijdte van de collectieve vordering
De rechtsvordering tot collectief herstel kan worden ingesteld bij inbreuken op een limitatief opgesomde lijst van EU- en nationale wetgeving. Deze lijst omvat onder meer:
* **Gedragsregels beleggingsdiensten (art. XVII.37, 17° WER).**
* **Bepalingen uit Bijlage I van Richtlijn 2020/1828 en nationale omzettingsbepalingen (art. XVII.37, 34° WER).** Dit omvat expliciet de Prospectusverordening.
##### 1.4.2.2 Uitzonderingen en beperkingen
Het is belangrijk op te merken dat niet alle financiële regelgeving onder deze specifieke collectieve vordering valt. Zo zijn:
* **Andere beleggingsinstrumenten dan 'effecten':** De regeling kan mogelijk beperkt zijn voor instrumenten zoals PRIIPS-producten.
* **Regulering inzake ICB en AICB:** Deze specifieke regelgeving valt mogelijk niet rechtstreeks onder de vordering.
* **'Transparantierichtlijn' en Verordening Marktmisbruik:** Informatieverplichtingen onder de transparantierichtlijn en bepalingen inzake marktmisbruik vallen evenmin onder de directe reikwijdte van deze specifieke collectieve vordering.
> **Tip:** Ondanks de mogelijke beperkingen in de directe toepassingssfeer van de collectieve vordering, kan het nuttig zijn om de link te leggen met Boek VI WER, aangezien dit de collectieve vordering kan openstellen voor informatiedeficiënties in bredere zin, mits aan de voorwaarden voor een financiële dienst wordt voldaan.
---
# Vereisten en bewijslast bij aansprakelijkheid
Dit onderwerp behandelt de specifieke voorwaarden die vervuld moeten zijn om aansprakelijkheid vast te stellen bij gebreken in prospectusregelgeving, met de nadruk op fout, schade en causaal verband.
### 2.1 Wettelijke basis voor aansprakelijkheid
De specifieke aansprakelijkheid met betrekking tot prospectussen is geregeld in de wet van 11 juli 2018, meer bepaald in de artikelen 25 en 26.
#### 2.1.1 Toepassingsgebied
* **Materiële reikwijdte (art. 25 §1):** Deze bepalingen zijn van toepassing op aanbiedingen die een prospectusplicht hebben, waaronder aanbiedingen van effecten en toegelaten tot een gereglementeerde markt of een MTF.
* **Persoonlijke reikwijdte (art. 26 §2 en §4):**
* Artikel 26 §2 verwijst naar de personen of entiteiten die uitdrukkelijk verantwoordelijk zijn aangewezen in het prospectus, zoals de emittent, de leidinggevende en toezichthoudende organen, de aanbieder en de aanvrager van de toelating tot verhandeling.
* Artikel 26 §4 breidt de aansprakelijkheid uit naar de emittent, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot verhandeling, "alsook de door hen aangestelde personen". Dit kan potentieel ook de lead manager/coördinator en financiële tussenpersonen omvatten.
#### 2.1.2 Aanduiding van verantwoordelijke personen
Volgens artikel 26 §1 is er een aanduiding van een verantwoordelijke persoon vereist, die verklaart dat de gegevens in het prospectus naar hun weten correct zijn.
#### 2.1.3 Schadeplicht voor misleidende/onjuiste gegevens
Artikel 26 §1 introduceert een principe van schadeplicht voor misleidende, onjuiste of onvolledige gegevens in het prospectus en de eventuele aanvullingen. Dit geldt ook voor reclame, documenten of berichten die gerelateerd zijn aan de aanbieding en die misleidende, onjuiste of inconsistente informatie bevatten ten opzichte van het prospectus (art. 26 §5).
* **Samenvatting prospectus (art. 26 §3):** Belangrijk is dat een beslissing tot beleggen gebaseerd moet zijn op het volledige prospectus, niet enkel op de samenvatting.
#### 2.1.4 Causaliteitsvermoeden
Artikel 26 §2 stelt een causaaliteitsvermoeden in. Dit vermoeden is weerlegbaar en stelt dat het nadeel geacht wordt veroorzaakt te zijn door de deficiënte informatie, INDIEN:
* Een positief klimaat op de markt kon worden gecreëerd; OF
* De aankoopprijs van de beleggingsinstrumenten positief kon worden beïnvloed.
* **Causaliteitsvermoeden bij bedrog of zware fout:** Het causaaliteitsvermoeden geldt enkel bij bedrog of zware fout.
* **Aansprakelijke partij:** De aansprakelijke partij kan onbeperkt zijn.
### 2.2 Vereisten voor aansprakelijkheid
Om aansprakelijkheid vast te stellen onder de prospectusregelgeving, moeten de volgende drie cumulatieve vereisten vervuld zijn: fout, schade en causaal verband.
#### 2.2.1 Foutvereiste
De fout kan op verschillende manieren worden vastgesteld:
* **Specifieke prospectusregelgeving (art. 25-26 W. 11 juli 2018):**
* Misleidende, onjuiste of onvolledige informatie in het prospectus en de eventuele aanvullingen (art. 25 §1).
* Misleidende, onjuiste of inconsistente informatie ten aanzien van het prospectus vervat in reclame, documenten of berichten gerelateerd aan de aanbieding (art. 26 §5).
* **Gemeenrechtelijke grondslag (art. 6:6 BW):** Dit omvat:
* Schending van een specifieke wettelijke of reglementaire regel.
* Schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm, vergelijkbaar met de zorg van een normaal zorgvuldig persoon in dezelfde concrete omstandigheden.
> **Tip:** Hoewel de specifieke artikelen 25-26 van de wet van 11 juli 2018 primair van toepassing zijn, kan bij gebreke aan specifieke regeling of in specifieke contexten, het gemeenrecht (art. 6:5 BW, o.a. culpa in contrahendo) relevant zijn, met name voor niet-prospectusplichtige verrichtingen.
#### 2.2.2 Schade
De schade betreft het nadeel dat de belegger lijdt als gevolg van de deficiënte informatie. Dit wordt beoordeeld aan de hand van het gemeenrechtelijke schadebegrip.
#### 2.2.3 Causaal verband
Er moet een causaal verband bestaan tussen de fout (de deficiënte informatie) en de geleden schade. Zoals eerder vermeld, wordt dit verband in de prospectusregelgeving (art. 26 §2) verondersteld onder bepaalde voorwaarden (creatie van een positief marktklimaat of positieve beïnvloeding van de aankoopprijs), welke de aansprakelijke partij kan weerleggen.
### 2.3 Alternatieve rechtsvorderingen en bewijslast
Naast de specifieke prospectusregelgeving, kunnen beleggers ook gebruikmaken van andere rechtsmiddelen, waarbij de bewijslast kan variëren.
#### 2.3.1 Gemeenrechtelijke aansprakelijkheid (art. 6:5 BW)
Dit omvat de aansprakelijkheid op basis van wanprestatie (bijvoorbeeld dwaling en bedrog in contractuele relaties) of buitencontractuele aansprakelijkheid (culpa in contrahendo, art. 6:5 BW).
* **Dwaling en bedrog:**
* **Bedrog:** Vereist een intentioneel element.
* **Dwaling:** Vereist dat de dwaling verschoonbaar is en betrekking heeft op een essentieel element van de rechtshandeling.
* **Bewijslast:** In het gemeenrecht ligt de bewijslast voor fout, schade en causaal verband in principe bij de eiser, hoewel er specifieke bewijsvermoedens of rechterlijke schattingen mogelijk zijn.
#### 2.3.2 Rechtsvordering tot collectief herstel
Boek XVII, Titel 2 van het Wetboek Economisch Recht (WER) voorziet in een rechtsvordering tot collectief herstel.
* **Toepassingsgebied (historisch en huidig):**
* Aanvankelijk (2014) enkel ten gunste van consumenten en voor een limitatief opgesomd aantal inbreuken op EU en nationaal recht. Financiële informatiedeficiënties waren grotendeels uitgesloten, tenzij voor specifieke MiFID-gedragsregels.
* Een mogelijke omzeiling bestond erin een inbreuk op Boek VI WER (informatiedeficiëntie bij financiële diensten) te postuleren.
* Sinds 2018 is de vordering uitgebreid tot KMO's.
* De Richtlijn 2020/1828 inzake representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten verplicht lidstaten tot de invoering van dergelijke vorderingen voor zowel staking als herstel. Dit heeft geleid tot aanpassingen in Boek XVII WER (Wet 21 april 2024).
* **Vereisten voor ontvankelijkheid (art. XVII.36 WER):**
* De oorzaak van de vordering moet een inbreuk zijn door een onderneming op een contractuele verplichting of op EU- of nationale wetgeving zoals opgesomd in artikel XVII.37 WER.
* De rechtsvordering moet ingesteld worden door een erkende groepsvertegenwoordiger (art. XVII.39 WER).
* **Geviseerde financieelrechtelijke inbreuken (art. XVII.37 WER):**
* Punten zoals de gedragsregels voor beleggingsdiensten (17°) en bepalingen uit bijlage I van richtlijn 2020/1828 (34°), waaronder de Prospectusverordening.
* **Niet gedekt:** De transparantierichtlijn inzake doorlopende informatieverplichtingen van genoteerde vennootschappen en de verordening inzake marktmisbruik vallen niet onder de specifieke dekkingsgebieden van deze collectieve vordering. Ook de regulering inzake ICB's en AICB's is niet expliciet genoemd, net als PRIIPs.
> **Tip:** De rechtsvordering tot collectief herstel lijkt vaak doelmatiger dan gemeenrechtelijke vorderingen, met name voor beleggers met relatief kleine individuele vorderingen ('strooischade'), vanwege de mogelijke bundeling van claims.
> **Example:** Een grote groep beleggers die allemaal aandelen hebben gekocht op basis van een prospectus met misleidende winstverwachtingen, kan gezamenlijk een vordering instellen onder de rechtsvordering tot collectief herstel, wat efficiënter is dan elk afzonderlijk een gerechtelijke procedure te starten.
---
# Collectieve vorderingen en consumentenbescherming
Dit onderdeel behandelt de mogelijkheden voor consumenten en KMO's om collectief verhaal te halen bij inbreuken op de wetgeving, met een focus op recente wetgeving en de omzetting van de EU-richtlijn inzake collectieve vorderingen.
### 3.1 Procedurele aspecten en rechtsgrondslagen
#### 3.1.1 Algemene benadering van verhaal
Bij foutieve, misleidende of onvolledige informatie in prospectussen, kunnen beleggers herstel zoeken via verschillende juridische kanalen. De nadruk ligt hierbij op collectieve vorderingen, die een meer doelmatige aanpak bieden dan individuele, gemeenrechtelijke procedures, vooral bij zogenaamde "strooischade".
#### 3.1.2 Juridische basis voor verhaal bij prospectusaansprakelijkheid
De wetgeving inzake prospectusaansprakelijkheid, voornamelijk vervat in de Wet van 11 juli 2018, biedt specifieke remedies.
##### 3.1.2.1 Bijzondere prospectusaansprakelijkheid (art. 25-26 W. 11 juli 2018)
Dit kader is van toepassing op aanbiedingen die aan een prospectusplicht onderworpen zijn en die worden toegelaten tot een gereglementeerde markt of MTF.
* **Verantwoordelijke personen:** De wet wijst de emittent, de aanbieder, de aanvrager van de toelating tot verhandeling, en hun leidinggevende/toezichthoudende/bestuursorganen aan als verantwoordelijk.
* **Foutvereiste:** Dit betreft misleidende, onjuiste of onvolledige informatie in het prospectus of de aanvullingen. Voor reclame en berichten gerelateerd aan de aanbieding, volstaat misleidende, onjuiste of inconsistente informatie.
* **Schade:** Het nadeel dat direct voortvloeit uit de deficiënte informatie.
* **Causaal verband:** Er geldt een weerlegbaar vermoeden dat het nadeel veroorzaakt is door de deficiënte informatie. Dit vermoeden is sterker indien de markt een positief klimaat kon creëren of de aankoopprijs positief kon beïnvloeden. Dit vermoeden geldt echter enkel bij bedrog of zware fout.
##### 3.1.2.2 Contractuele aansprakelijkheid
Dit omvat remedies gebaseerd op dwaling en bedrog.
* **Bedrog:** Vereist een intentioneel element waarbij de tegenpartij wordt misleid.
* **Dwaling:** Vereist dat de dwaling verschoonbaar is en betrekking heeft op een essentieel element van de overeenkomst.
##### 3.1.2.3 Gemeenrechtelijke grondslag (culpa in contrahendo, art. 6:5 BW)
Op grond van de algemene aansprakelijkheidsregels van het Burgerlijk Wetboek kan aansprakelijkheid worden gebaseerd op de schending van de precontractuele zorgvuldigheidsnormen, ook wel bekend als culpa in contrahendo. Dit vereist de aanwezigheid van een fout, schade en een causaal verband. Dit is relevant voor niet-prospectusplichtige verrichtingen.
* **Foutvereiste (art. 6:6 BW):** Dit kan een schending van een specifieke wettelijke of contractuele regel zijn, of een schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm, vergelijkbaar met die van een normaal zorgvuldig persoon in gelijkaardige omstandigheden.
#### 3.1.3 Collectieve vorderingen
Boek XVII, Titel 2 van het Wetboek Economisch Recht (WER) regelt de rechtsvordering tot collectief herstel.
##### 3.1.3.1 Ontwikkeling en reikwijdte
De rechtsvordering tot collectief herstel werd oorspronkelijk ingevoerd in 2014, aanvankelijk enkel ten gunste van consumenten en voor een limitatief opgesomd aantal inbreuken op EU- en nationaal recht. Investeringsrechtelijke inbreuken waren grotendeels uitgesloten, met beperkte uitzonderingen voor de miskenning van MiFID-gedragsregels.
Een mogelijke omzeiling was echter het argument dat de uitgifte van effecten kon worden beschouwd als een financiële dienst, waardoor een informatiedeficiëntie kon vallen onder Boek VI WER, wat wél aanleiding kon geven tot een collectieve vordering.
In 2018 werd de reikwijdte van dit vorderingsrecht uitgebreid tot KMO's.
##### 3.1.3.2 Omzetting EU-richtlijn 2020/1828
De Richtlijn (EU) 2020/1828 inzake representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten verplicht lidstaten tot de invoering van collectieve vorderingen voor zowel staking als herstel van specifieke inbreuken. Deze richtlijn is in België omgezet via de Wet van 21 april 2024, die Boek XVII WER aanpast.
* **Rechtsvordering tot collectief herstel (art. XVII/35 ev WER):**
* **Bevoegdheid:** De bevoegdheid ligt bij de hoven en (ondernemings)rechtbanken te Brussel.
* **Ontvankelijkheid (art. XVII.36):** Een vordering is ontvankelijk indien deze voortvloeit uit een inbreuk door een onderneming op een contractuele verplichting of op EU- of nationale wetgeving, zoals opgesomd in artikel XVII.37 WER.
* **Groepsvertegenwoordiger:** De vordering moet ingesteld worden door een erkende groepsvertegenwoordiger (art. XVII.39).
##### 3.1.3.3 Geviseerde financieelrechtelijke inbreuken (art. XVII.37 WER)
De omgezette richtlijn en de nationale bepalingen specificeren welke financieelrechtelijke inbreuken onder de collectieve vordering vallen.
* **17°:** Gedragsregels inzake beleggingsdiensten.
* **34°:** Bepalingen opgesomd in bijlage I van Richtlijn 2020/1828 en de nationale omzettingsbepalingen.
Bijlage 1 van Richtlijn 2020/1828 omvat onder meer de Prospectusverordening.
**Tip:** Het is cruciaal om na te gaan welke specifieke wetgeving is opgenomen in de bijlagen van de richtlijn en de bijbehorende nationale omzettingswetgeving, aangezien dit de precieze reikwijdte van de collectieve vordering bepaalt.
**Let op:** De transparantierichtlijn inzake doorlopende informatieverplichtingen van genoteerde vennootschappen en de verordening marktmisbruik vallen buiten het toepassingsgebied van de collectieve vordering zoals geïmplementeerd via deze wetgeving. Ook de regulering inzake ICB's en AICB's en de PRIIPS-verordening dienen nader te worden onderzocht in het kader van mogelijke collectieve vorderingen.
### 3.2 Vereisten en bewijslast bij prospectusaansprakelijkheid
Bij de beoordeling van prospectusaansprakelijkheid zijn de vereisten voor fout, schade en causaal verband essentieel.
* **Foutvereiste:** Zoals reeds vermeld, betreft dit misleidende, onjuiste of onvolledige informatie in het prospectus zelf, of misleidende, onjuiste of inconsistente informatie in gerelateerde documenten zoals reclame. Bij de samenvatting van het prospectus geldt dat een beleggingsbeslissing gebaseerd moet zijn op het volledige prospectus.
* **Schade:** Het concreet geleden nadeel als gevolg van de informatiegebreken.
* **Causaal verband:** Dit wordt ondersteund door een weerlegbaar vermoeden, zoals vastgelegd in artikel 26 van de Wet van 11 juli 2018. Het vermoeden stelt dat het nadeel geacht wordt te zijn veroorzaakt door de gebrekkige informatie, onder specifieke voorwaarden die de marktpositie of aankoopprijs hebben beïnvloed. Dit vermoeden is echter weerlegbaar door de aansprakelijke partij.
### 3.3 Rol van financiële diensten in bredere context
Boek VI van het Wetboek Economisch Recht, dat algemene precontractuele informatieplichten in B2C-relaties regelt, kan ook van toepassing zijn op de aanbieding van financiële instrumenten. Hoewel de directe strafrechtelijke sancties beperkt zijn, tenzij er sprake is van kwade trouw, kan de schending van deze bepalingen wel aanleiding geven tot de rechtsvordering tot collectief herstel, mits de specifieke voorwaarden vervuld zijn.
> **Tip:** De juridische interpretatie van "financiële diensten" kan breed zijn en ook financiële instrumenten omvatten, wat de reikwijdte van consumentenbescherming vergroot.
### 3.4 Administratieve en strafrechtelijke sancties
Naast civielrechtelijke remedies, kunnen inbreuken op de wetgeving ook leiden tot administratieve geldboetes (art. 30 W. 11 juli 2018) en, in bepaalde gevallen, tot strafrechtelijke aansprakelijkheid, waaronder gevangenisstraf en geldboetes (art. 33 W. 11 juli 2018). De Wet van 11 juli 2018 voorziet ook in administratieve geldboetes.
> **Tip:** Het is belangrijk om de verschillende soorten aansprakelijkheid (civiel, administratief, strafrechtelijk) en de bijbehorende procedures en sancties te onderscheiden in uw analyse.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Prospectus | Een officieel document dat essentiële informatie bevat over een effectenaanbieding aan het publiek of een verzoek tot toelating tot een gereglementeerde markt. Het doel is om beleggers te informeren zodat zij een weloverwogen investeringsbeslissing kunnen nemen. |
| Misleidende informatie | Informatie die feitelijk onjuist is of die, door weglatingen, de indruk wekt dat een bepaald feit niet bestaat, waardoor een belegger waarschijnlijk een verkeerde beslissing neemt. |
| Onvolledige informatie | Informatie die essentieel is voor het nemen van een weloverwogen beslissing, maar die ontbreekt in het prospectus of in aanvullende documenten. |
| Strafrechtelijke aansprakelijkheid | De juridische verantwoordelijkheid van een persoon of entiteit voor strafbare feiten, die kan leiden tot sancties zoals gevangenisstraf of geldboetes, ingevolge schendingen van economisch recht of specifieke wetgeving inzake financiële markten. |
| Administratieve geldboetes | Sancties opgelegd door een administratieve autoriteit, in dit geval met betrekking tot overtredingen van de wetgeving inzake effecten en financiële diensten, zonder dat er sprake is van een strafrechtelijk proces. |
| Civielrechtelijke remedies | Juridische middelen die een partij ter beschikking staan om compensatie te verkrijgen voor schade die is geleden als gevolg van de handelingen van een andere partij, bijvoorbeeld via een civielrechtelijke aansprakelijkheidsprocedure. |
| Burgerlijke partijstelling | De mogelijkheid voor een benadeelde partij om zich in een strafzaak of een andere procedure te voegen om schadevergoeding te eisen voor de geleden verliezen. |
| Bundeling van vorderingen | Het samenvoegen van meerdere individuele claims tot één enkele rechtszaak, vaak om efficiëntie te bevorderen, de kosten te verlagen en een coherente uitspraak te verkrijgen. |
| Class action (Collectieve vordering) | Een rechtszaak die door een vertegenwoordiger namens een groep personen met vergelijkbare vorderingen wordt aangespannen, om de efficiëntie te verhogen en toegang tot recht te garanderen. |
| Causaal verband | Het verband tussen een bepaalde gedraging (de fout) en de geleden schade, waarbij de schade geacht wordt het directe of indirecte gevolg te zijn van die gedraging. |
| Causaliteitsvermoeden | Een wettelijk vermoeden dat, onder bepaalde voorwaarden, de schade wordt geacht te zijn veroorzaakt door de vermeende foutieve informatie, waardoor de bewijslast voor de benadeelde partij wordt verlicht. |
| Dwaling | Een verkeerde voorstelling van de werkelijkheid die een partij heeft bij het aangaan van een overeenkomst, wat kan leiden tot de vernietigbaarheid van die overeenkomst indien de dwaling verschoonbaar en essentieel is. |
| Bedrog | Een opzettelijke misleiding door een partij teneinde een andere partij te bewegen tot het aangaan van een rechtshandeling, waarbij een intentioneel element vereist is om de dwaling te kwalificeren als bedrog. |
| Culpa in contrahendo | Aansprakelijkheid die ontstaat tijdens de onderhandelingsfase van een overeenkomst, gebaseerd op de schending van de goede trouw en de zorgvuldigheidsnormen die gelden vóór de contractsluiting. |
| Emittent | De entiteit (bv. bedrijf of overheid) die effecten uitgeeft met als doel kapitaal aan te trekken op de financiële markten. |
| Aanbieder | Een persoon of entiteit die de aanbieding van financiële instrumenten initieert, organiseert of begeleidt. |
| Gereglementeerde markt | Een multilaterale handelingsfaciliteit, gereguleerd en geautoriseerd door de bevoegde autoriteit, waar financiële instrumenten verhandeld kunnen worden volgens de vastgestelde regels. |
| MTF (Multilateral Trading Facility) | Een alternatieve handelsfaciliteit die door beleggingsondernemingen en marktbeheerders wordt beheerd, en die meerdere biedingen en orders van verschillende partijen samenbrengt voor financiële instrumenten. |
| Prospectusverordening | Een Europese verordening die de inhoud, goedkeuring en verspreiding van prospectussen reguleert die worden verstrekt bij aanbiedingen van effecten aan het publiek of bij toelating tot een gereglementeerde markt. |
| PRIIPS-verordening | Verordening betreffende de gestructureerde retailproducten en verzekeringsproducten met een beleggingscomponent, die vereist dat essentiële informatieverklaringen worden verstrekt aan retailbeleggers. |
| Richtlijn 2020/1828 | Een Europese richtlijn die collectieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten beoogt te harmoniseren en te versterken in de lidstaten. |
| Rechtsvordering tot collectief herstel | Een gerechtelijke procedure ingesteld door een groepsvertegenwoordiger namens een groep benadeelden om de bescherming van collectieve consumentenbelangen en het herstel van geleden schade te bewerkstelligen. |